Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Maxine
Datum: 11-01-2019 | Cijfer: 9.6 | Gelezen: 11995
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 52 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Beffen, Buurman, Buurmeisje, Neuken, Pijpen,
Vervolg op: Charlotte - 8
De volgende morgen is er nog een gezamenlijk afscheid, en nemen we afscheid van Jessica en Jochem. We zwaaien ze uit, uiteraard zonder kleren aan, en blijven ze uitzwaaien, tot ze uit beeld verdwijnen.

Dan begint weer het normale leven, want er moet weer wat werk gedaan worden in de tuin. Er moet grasgemaaid worden, het zwembad moet zuiver gemaakt worden, onkruid gewied worden, en het huis moet gepoetst worden. Lisa en Charlotte nemen het huis voor hun rekening, terwijl ik en Ben de tuin onderhanden nemen. Maar het voelt niet als werk, fluitend en neuriënd zijn we aan het werk. Tijdens het snoeien zie ik Jef buiten staan.

‘Hey, Jef! Alles goed?’

‘O ja, maar voor ons zit het er weer bijna op. Morgen vertrekken we weer.’

‘Oh, jammer. Maar ja, je kunt niet eeuwig hier blijven, er moet ook gewerkt worden.’

‘Ja, dat is helaas zo. En de zaken gaan nog niet zo goed, dat ik hier al kan rentenieren.’

‘Mag ik je nog iets anders vragen? Waar blijf jij eigenlijk met al je snoeiafval?’

‘Meestal stook ik dat op in een oude ton, maar jij hebt wel wat veel. Maar die takken zou ik nog wel bewaren, die kun je nog gebruiken voor de haard, als je in oktober terugkomt. De avonden zijn dan kouder, en is het wel zo lekker om ’s avonds de kachel aan te steken.’

‘Goede tip, daar ga ik dan meteen werk van maken. En als ik je niet meer zie, goede reis naar huis! Had je trouwens nog mijn telefoonnummer genoteerd?’

‘Ja, dat heb ik in mijn telefoon staan. Wat ga je nu nog doen met je bekabeling?’

‘Niet veel. De kabels zijn schijnbaar al vervangen, toen ze het dak vervangen hebben. Alleen hebben ze de stekkerdozen en de schakelaars niet vervangen. Dat hoeft niet de wereld te kosten, als ze ten minste te vervangen zijn, zonder dat ik de hele muur moet loskappen. Maar ik kijk nog wel wat ik precies ga doen.’

‘Dat lijkt me ook niet het grootste probleem te zijn. Daar zou ik anders ook niet te lang mee wachten, oude schakelaars zijn vaak een bron van brandhaarden. Bovendien zou ik de stroom eraf zetten, als je weer naar huis gaat. Dat doe ik ook.’

‘Goede tip. Ga ik zeker doen. En als ik weer thuis ben, bel ik je nog wel een keer op. Gaan we nog een keer lekker samen barbecueën.’

‘Ow, daar kijk ik dan wel naar uit! Hey, we zien je weer in oktober, want ik denk dat we de rest van de dag wel bezig zijn met alles pakken en alles schoonmaken.’

‘Daar zijn we nu ook al mee bezig. Het kan maar vast gedaan zijn, voordat we gaan, of niet?’

Jef knikt en hij groet me nog een keer. Ik ga weer verder met mijn werk. We zijn eigenlijk vrij snel klaar en ik zeg tegen Ben: ‘Ik denk dat ik van die dikke takken het hout ga bewaren voor de herfst. Help je me even mee?’

Ben haalt zijn schouders op en we werken vlijtig door de berg tuinafval heen. De stapel bruikbaar brandhout groeit, terwijl de berg tuinafval behoorlijk afneemt. Achter in de schuur vinden we dan nog een stookton, waar we dan het tuinafval, dat we kunnen verbranden, daarin opstoken. Het hout brengen we in het schuurtje, waar we nog wat meer brandhout vinden. Ik kijk in het schuurtje rond en zeg: ‘Hier zouden we ook nog wel even kunnen opruimen. Wat een rommelhok is dit eigenlijk!’

Ben knikt, en we gaan meteen aan de slag. We vinden lege potten verf, oude kwasten, en nog veel meer rommel. Wat we kunnen verbranden, dat gooien we in de ton. Niet heel erg milieubewust, maar daar hebben we nu even geen boodschap aan. Ik zou niet weten, waar ik anders heen moet met dat afval. En ik weet dat ze hier in Frankrijk ook niet veel anders doen met het afval, dan het opstoken. Dus waarom zou ik dan niet hetzelfde doen? Later kan ik wel weer wat meer op het milieu letten. Ben vindt een koekblik vol met spijkers, schroeven en bouten boven op een schap. En daarachter staat nog zo’n blik. Hij vraagt me: ‘Wil je dat nog bewaren?’

Ik kijk wat erin zit. De inhoud is wel wat roestig, maar nog zeker bruikbaar. ‘Laat nog maar staan, het kan best nog wel eens van pas komen. Maar er stond nog zo’n blik?’

‘Ja, daar zal wel hetzelfde in zitten. Die was ten minste ook best zwaar.’

‘Kan je erbij?’

‘Nee, jij bent wat langer, misschien kan jij er wel beter aan.’

Ik stap dan op het gammele krukje, waar Ben zojuist ook op stond en pak het blik. Dat is inderdaad behoorlijk zwaar. Ik geef het Ben aan, want ik wil niet dat de inhoud zich verspreid over de vloer.

Ben opent het blik, maar doet het dan meteen weer dicht. ‘Peter, moet je eens kijken! Dit zit boordevol met geld!’

‘Doe niet zo gek, Ben!’

‘Ik meen het! Kijk zelf maar!’

Hij opent het blik en hij heeft gelijk! Het blik zit boordevol met munten en papiergeld. Wel oud geld, nog Spaanse peseta’s, maar daarvoor wel behoorlijk veel. We lopen naar buiten om de schat eens beter te bekijken. We halen het geld eruit en Ben zegt: ‘Wat is dit voor geld?’

‘Dat zijn nog Spaanse peseta’s! Ik weet niet of het nog iets waard is, maar misschien kan ik het nog op de bank inwisselen.’

We tellen dan het geld. Het zijn wel een miljoen peseta’s! En dan hebben we het muntgeld nog niet eens geteld. Maar ik weet niet of ik die munten nog wel kan inwisselen. We roepen Lisa en Charlotte en laten hun de gevonden schat zien.

Lisa zegt: ‘Kun je dat nog wel inwisselen, Peter? Ik bedoel, dat geld is al bijna twintig jaar oud!’

‘Ik weet het niet, maar ik kan het in ieder geval proberen, of niet? En als ik het dan kan inwisselen, zal het zeker nog wel wat waarde vertegenwoordigen. Dat is dan weer een mooie meevaller, of niet dan?’

Ik ga meteen mijn telefoon halen. De internetverbinding is hier ronduit slecht, maar het lukt me om informatie te winnen. Ik zie dat een miljoen peseta’s nu nog een waarde vertegenwoordigen van rond de zesduizend euro. Dat ik daarvoor naar Spanje moet rijden, is niet zo’n probleem, dat is vanaf hier maar een kattensprongetje.

We maken dan wat plannen, wat we morgen gaan doen. We besluiten naar Pamplona te gaan, dat is een grote stad, waar ik heel zeker mijn geld kan gaan omwisselen. Nu is mijn Spaans niet heel erg goed, maar Lisa is goed met haar talen, en ze zegt, dat ze me daarbij wel kan helpen.

We gaan dan vroeg naar bed, ook omdat we moe zijn van het harde werken. We vertrekken vroeg, omdat het toch bijna anderhalf uur rijden is. Maar het is prachtig rijden door de bergen heen en de rit verveelt geen moment. Het uitzicht is prachtig en we stoppen dan ook regelmatig om foto’s te maken. We doen dan ook bijna twee en half uur over een tocht van tachtig kilometer…

In Pamplona vinden we gelukkig al snel een parkeerplaats, en nemen daar een taxi. Ik ben niet zo’n held in het stadsverkeer, zeker niet in grote steden. De taxichauffeur brengt ons netjes naar de bank, en ik ben dan ook blij, dat we een taxi genomen hebben, want ik zou de bank nooit gevonden hebben. Ik meld me bij het loket aan en vertel de lokettiste dat ik nog graag wat peseta’s zou willen inwisselen. De vrouw doet niet moeilijk en roept een collega, die ons dan verder helpt. Het is gewoon een routineklusje voor de man, die ons dan helpt.

Maar hij kijkt toch wel even raar op, als ik het blik met geld tevoorschijn tover. Ik leg hem uit, dat we die bij het opruimen van mijn nieuwe huis hebben gevonden, en ik wil weten of ik het nog kan inwisselen. Dat blijkt geen probleem te zijn. Het papiergeld blijkt inderdaad rond de zesduizend euro waard te zijn. Hij vraagt of we de munten ook willen inwisselen. Dat wil ik inderdaad wel doen, maar de man bekijkt ze eerst aandachtig. Het is een hele hoop geld, maar hij vist er meteen een aantal munten uit, die hij apart legt. Die stapel wordt steeds groter, al snel liggen er al een stuk of twintig munten apart.

Ik vraag: ‘Zijn die niet meer geldig?’

‘O, jawel. Maar ik zou ze niet inwisselen! Die zou ik verkopen bij een handelaar. Die munten, die ik eruit vis, zijn allemaal een veelvoud van hun eigenlijke waarde waard.’

De man heeft er schijnbaar verstand van, want hij vist er zo nog een aantal munten uit. Ik heb nog geen idee, wat ze werkelijk waard zijn. Opeens slaakt de man een zucht en slaat een kruisje.

‘Maria, dat ik dat nog eens mee mag maken! Een 5 peseta van 1949! Die munt is een fortuin waard!’

‘Wat is er zo bijzonder aan die munt?’

‘Mijnheer, die munt is zo tussen de vijfduizend en de twintigduizend euro waard! Er zijn er niet veel meer van, en hij is dus heel erg zeldzaam. Hij ziet er wel niet meer zo heel mooi meer uit, maar dat is vooral viezigheid. Ik schat zo, dat hij in deze staat zo rond de achtduizend waard zou zijn.’

Ik kijk geschokt. ‘Meent u dat nou werkelijk? En zou ik dat er ook voor krijgen bij een handelaar?’

‘Waarschijnlijk niet. Daar moet u blij zijn, als u daar de helft voor krijgt. Ik zou er misschien meer voor kunnen krijgen, maar ja, de munt is niet van mij.’

De man kijkt de rest nog eens na. Hij haalt er nog wel enkele munten uit, maar dat is het dan ook wel. Totaal liggen er nu zo’n vijftig munten en ik vraag hem, wat het totaal ongeveer waard is.

‘Als ik zo moet schatten, als u bij een handelaar dit zou aanbieden, ongeveer een kleine zesduizend euro. Op een veiling zou u zelfs totaal rond de tienduizend of meer kunnen vangen.’

Het duizelt me, dat is een hele grote meevaller. ‘Pff, dan moet ik het nog zien te verkopen. Weet u ergens een handelaar, waar ik dit kan verkopen?’

‘Ja, een bekende van me, is muntenhandelaar. Hij zal voornamelijk geïnteresseerd zijn in die ene munt, maar hij zal de rest ook wel willen.’

‘En wat zou u ervoor geven?’

De man kijkt me verbaasd aan. ‘Oef, daar vraagt u me iets. Ik zou er goed aan kunnen verdienen, dus ik wil ook wel wat meer geven. Voor alles geef ik u achtduizend. Maar dat mag dan niemand weten, anders verlies ik mijn baan.’

‘Dat is goed, dan hebben we er allebei iets aan. Ik krijg tweeduizend meer dan bij een handelaar en u kunt er ook nog wat geld op verdienen. Dat is toch een win-win situatie? Maar hoe wilt u de betaling gaan doen?’

‘Heeft u een momentje?’

‘Natuurlijk!’

De man laat me even alleen in het kantoortje en komt een kwartier later terug. Hij heeft zijn geld contant bij en zegt: ‘Soms is het wel handig om bij een bank te werken. Ik betaal u nu contant, en dat geld kunt u storten bij de balie, zodat u niet met zoveel geld over straat hoeft te lopen.’

‘En uw collega’s stellen dan geen vragen?’

‘Nee, al weten ze waarschijnlijk wel, dat ik even niet helemaal volgens de regels iets aan het doen ben. Maar soms moet je ook dingen doen, die niet helemaal recht zijn.’

Ik heb dan ook geen reden om deze overeenkomst niet door te laten gaan. Een paar minuten later is het geld al gestort op mijn rekening en loop ik ruim veertienduizend euro rijker de deur uit. Buiten wachten Ben en Charlotte ons op. Nieuwsgierig vragen ze: ‘En, kon je het nog omwisselen?’

‘Ja, dat was geen probleem. Zelfs de munten wilden ze nog wel. Maar enkelen heb ik niet ingewisseld, maar verkocht. Met als resultaat, dat ik nu veertienduizend euro rijker ben!’

Ben en Charlotte kijken me geschokt aan. ‘Was dat nog zoveel waard? Wow, dat had ik niet gedacht!’

‘Het waren de munten, die zoveel waard waren. Er zat een munt bij, die volgens die man tussen de acht en twintigduizend euro waard zou zijn. En hij zal zeker dat ook wel waard zijn, maar daarvoor heb ik het niet verkocht.’

‘Waarom niet?’

‘Omdat ik waarschijnlijk maar minder dan de helft bij een handelaar had gekregen. Dus heb ik hem een deal gedaan, waar ik mee win en hij ook. En ik denk dat hij er zeker nog stevig aan zal verdienen. Die munt zal heus nog wel meer waard zijn, maar dat vind ik niet erg. Hij wees me erop, dat die munten meer waarde hadden, dan ik zou krijgen tegen de wisselkoers. Anders had ik misschien maar een paar euro gekregen en nu heb ik er achtduizend voor gekregen. Zo moet je het zien. En trouwens, ik heb ze nu verkocht, dus ik kan er niets meer aan doen. Als die man een goed koopje heeft gedaan, ben ik blij voor hem, want ik heb er uiteindelijk toch best wel wat voor gekregen.’

Charlotte zegt dan: ‘Dan is dat toch wel een kleine beloning voor Ben waard, of niet?’

Ben zegt: ‘Ik hoef niets. Maar je mag wel trakteren op lekker eten!’

‘Dat is een woord. Zeg maar wat je wilt eten, en dan gaan we dat doen.’

We lopen dan door de stad en komen uit bij het wereldberoemde Plaza de Toros. Het is open, maar er zijn gelukkig geen wedstrijden. Hoewel de sfeer ongetwijfeld prachtig zal zijn, hoeft het van mij niet, dat ze die stieren onnodig laten lijden. Maar het is wel erg leuk om die beroemde arena eens in het echt te zien. Wat verderop vinden we een leuk restaurantje, waar we gaan lunchen.

En wat verderop vinden we een leuke winkelstraat, waar Lisa en Charlotte zich kunnen uitleven. Zelfs Ben koopt zich daar wat kleding, en ik houd Charlotte voor de gek, dat we straks een aanhanger moeten meenemen, om al haar nieuwe kleding naar Nederland te kunnen krijgen. Ze lacht, omdat ze weet dat ik haar alleen maar plaag. Om vervolgens een schoenenwinkel in te duiken. Ik bied aan om hun gekochte waren naar de auto te brengen, die wat verderop in de parkeergarage staat.

Op de terugweg ontdek ik een juwelier en dat brengt me op een idee. Mijn gevoelens voor Lisa beginnen steeds sterker te worden en ik wil haar iets geven, waarmee ik mijn liefde voor haar kan uitdrukken. Ik trek mijn stoute schoenen aan en loop naar binnen. Ik kijk even rond en vind dan precies wat ik zocht.

Een kettinkje met bijpassende oorbellen. Het is niet echt goedkoop, maar ik weet zeker, dat ik in Nederland veel meer zou moeten betalen. Ik twijfel geen moment, ik heb er het geld voor. En bovendien zal het haar ongetwijfeld prachtig staan. Het is een gouden halssieraad, met een mooie geslepen kristallen steen erin, met bijpassende oorbellen. Natuurlijk zijn het geen diamanten, dat zou te gek worden. Maar het is wel echt goud, alleen niet in de allerhoogste kwaliteit, maar daar is de prijs dan ook wel naar. Maar dat doet echt niets af aan het sieraad. De juwelier doet het in een leuk doosje, en ik reken af. Ik steek het doosje in mijn broekzak, die gelukkig diepe zakken heeft.

En dan loop ik weer terug naar de schoenenwinkel, waar ik de rest heb achtergelaten. Maar Ben stond al buiten te wachten en heeft me bij de juwelier naar buiten zien komen.

Hij vraagt meteen: ‘Wat deed je daar bij die juwelier?’

Ik leg mijn vinger op mijn mond en zeg: ‘Daar kom je nog wel achter, Ben. Niets tegen de rest zeggen.’

‘Heb je iets voor Lisa gekocht?’

‘Ja, ik wil haar iets geven, dat mijn liefde voor haar kan uitdrukken. Maar meer vertel ik je nog niet. Dat moet je maar afwachten!’

Hij knikt en belooft me, er tegen niemand van wat te zeggen. Nu moet ik alleen nog een gelegenheid vinden om het aan Lisa te kunnen geven.

Wat later komen de dames weer naar buiten en ik lach als ze weer wat gekocht hebben. Maar nu vinden ze zelf ook wel, dat het genoeg is geweest. Ze willen de schoenen ook nog in de auto leggen. En op weg daarnaartoe komen we weer langs de juwelier. Ik had het kunnen weten, zoiets trekt de aandacht van de vrouwen. Lisa kijkt geïnteresseerd naar de sieraden in de etalage. En ik zie met genoegen, dat ze kijkt naar een kettinkje, dat veel lijkt, op wat ik zojuist gekocht heb. ‘Oeh, dat is een mooie ketting! En helemaal niet zo duur! Maar toch weer wel, want ik heb zojuist wel wat veel uitgegeven aan al die nieuwe kleren!’

Ze kijkt me een beetje smekend aan en ik zeg tegen haar: ‘En wat wil je nou van mij? Omdat ik toevallig net veertienduizend euro heb verdiend, moet ik dan maar een ketting van driehonderd euro kopen?’

Ze kijkt beteuterd, en ik zie Ben stiekem glimlachen. Dan trekt Lisa weer een glimlach en zegt: ‘Ik kon het toch proberen?’

‘Natuurlijk, maar zo gek ben ik nu ook weer niet.’

Ik moet in mezelf lachen, ze moest eens echt weten. We lopen verder, maar het is nog niet helemaal voorbij. We komen langs een bruidswinkel en dat is helemaal fataal voor twee verliefde vrouwen. Ze lopen verzuchtend langs de winkel, vol met bruidsjurken. Ik zeg glimlachend: ‘Kijken en dromen mag, maar op dat punt zijn we nog lang niet, Lisa. En jij zeker niet, Lotje!’

Lisa trekt me tegen zich aan en zegt: ‘Natuurlijk, maar ik mag toch nog wel dromen, dat ik eens in zo’n mooie jurk mag lopen? Zoiets is de droom van iedere vrouw.’

Charlotte knikt. ‘Ja, daar droom ik ook wel eens over. En nu nog zelfs meer, nu ik niet meer zo onder de invloed van mijn oma ben.’

Ik geef Lisa een zoen en zeg: ‘Als wij ooit gaan trouwen, dan krijg jij die jurk en alle pracht en praal, wat daarbij hoort.’

‘Ach, ik wil geen hele grote bruiloft, maar ik wil wel een mooie jurk en een mooie auto daarbij. Of een koets met paarden. Nee, dat gaat weer te ver. Gewoon, een leuke bruiloft. Niet te veel bombarie, en niet te groot.’

Ik vind het wel leuk, hoe ze daar haar eigen fantasie op los laat. En wie weet, komt het nog wel eens zover. Maar nu nog niet, daarvoor kennen we elkaar nog niet lang genoeg. We lopen verder en komen dan weer bij de parkeergarage. Ik zeg dan: ‘Eten we hier in Pamplona of ergens onderweg?’

Iedereen heeft nu wel genoeg gezien van Pamplona en we besluiten onderweg maar een restaurantje te picken. En als ik onderweg nog even moet tanken, komen we een klein gezellig restaurant tegen, dat tegenover het tankstation ligt. We besluiten daar te gaan eten, en dat blijkt een goede keuze. Ze serveren er traditionele Baskische gerechten, en samen met wat wijn van lokale boeren smaakt het samen heel erg goed. Maar ik doe wel wat rustig aan met de wijn, omdat ik nog zestien kilometer moet rijden. En dat blijkt maar goed ook, want aan de grens blijkt een controle te zijn, waar men ook meteen alcohol test. Ik heb maar een glas wijn gehad, dus dat blijkt ook geen probleem te zijn. Daarna kunnen we doorrijden. En wat later komen we thuis aan. Het is nog steeds licht, en we hebben nog een paar flessen wijn van het restaurant meegenomen, zodat ik er thuis ook nog kan van genieten.

Dus trekken we een fles wijn open en genieten dan van de ondergaande zon. Opeens krijg ik een idee, hoe ik het kettinkje aan Lisa kan geven. Want Lisa geeft me zelf de gelegenheid, als ze nog een beetje na treurt, dat ze dat kettinkje niet had kunnen kopen.

‘Heh, als ik die jas niet gekocht had, dan had ik die ketting wel kunnen kopen. Dat was echt niet heel duur! Maar ja, je kunt niet alles hebben.’

Ik glimlach en zeg: ‘Misschien wel, Lisa.’

Lisa kijkt me verbaasd aan en ik zeg: ‘Dat ik je dat kettinkje niet wilde kopen, wil niet zeggen, dat ik niets voor je gekocht heb, Lisa.’

Ik haal het doosje tevoorschijn. Lisa slaat een hand voor haar mond. ‘Peter, dat had je echt niet hoeven doen!’

‘Open het nou maar! Ik wilde je iets geven, waarmee ik mijn gevoelens voor jou een beetje kon uitdrukken. En nu had ik er wat geld voor.’

Ze opent het doosje met bevende handen. Ze slaakt een gilletje en omhelst me. ‘Oh, die is nog veel mooier! En er zitten zelfs nog oorbellen bij!’

Ze huilt zelfs van blijdschap. Ze wordt overmand door emoties. Charlotte bekijkt het sieraad ook even. ‘Wow, dat is zelfs echt goud! Zijn dat ook echte diamanten, Peter?’

‘Zie ik eruit als een miljonair? Nee, maar het zijn wel echte Swarovski kristallen. Het was evengoed niet echt goedkoop.’

Lisa huilt nog steeds en ze omhelst me, terwijl ze me zoent. ‘Dank je, Peter! Ik weet gewoon niet wat ik moet zeggen!’

‘Dan stel ik je een vraag, Lisa. Wil je, echt officieel, mijn vriendin zijn?’

Daar hoeft Lisa niet over na te denken. ‘Ja, natuurlijk! Maar daar had je me toch geen dure ketting voor te hoeven kopen!’

‘Dat vertel je me nu pas!’, maar ik lach als ik dat zeg. Ze glimlacht. Ik zie, dat dit erg veel voor haar betekent, en ze kijkt glunderend naar het prachtige sieraad. ‘Doe het eens om, ik wil zien hoe het je staat.’

Ik haal het kettinkje uit het doosje en maak de sluiting los en hang het om haar nek. Het staat haar prachtig! En pakt dan het doosje en loopt even naar binnen om de oorbellen goed in te doen. Maar ze kleedt zich ook nog snel om, en trekt haar pas gekochte kleren aan. Dat is een strak jurkje, dat haar echt geweldig staat. Samen met haar nieuwe schoenen, en haar nieuwe sieraden ziet ze eruit alsof ze zo van een sjiek feest is weggelopen.

Ik kan alleen maar zeggen: ‘Wow, dat staat je echt fantastisch! Want ben ik toch een bofkont, met zo’n mooie vriendin!’

Lisa glundert en is zichtbaar ingenomen met mijn compliment. Ze geeft me een zoen, waarbij haar nieuwe kleding wel een beetje kreukt, maar dat lijkt haar niet te deren. Ze is echt dolgelukkig, en dat is goed te zien. De nacht, die dan volgt is werkelijk fantastisch. Niet alleen vanwege de seks, maar ook van de gevoelens, die we nu voor elkaar ervaren. Wat een verschil kan een cadeau uitmaken voor een relatie. Nu zou het me zelfs een tiendubbele waard zijn geweest. Het duurt lang, voordat we allebei de slaap kunnen vatten. Ik val zelfs pas in slaap, als het weer net licht wordt. Ik heb de zon nog door de raam zien schijnen, maar val dan ten slotte diep in slaap. Maar in mijn dromen gaat het natuurlijk om mij en Lisa. Ik zie haar in een mooie spierwitte jurk, terwijl we in een open koets naar het stadhuis rijden.



Het is al middag, als ik weer wakker word. Maar ik ben niet de enige, die lang heeft uitgeslapen. Alleen Ben is al vroeg wakker geworden, en is druk bezig in de tuin met het opstoken van de hoop tuinafval. Die berg is al behoorlijk geslonken, als we een beetje voortzetten, is het al morgen helemaal op. Terwijl ik Ben help met het afval in de ton te gooien, komt James voorbij.

‘Ah, buurman! Ik zie dat je je tuinafval weg aan het werken bent?’

‘Tja, dat moet ook gebeuren. Dan hoef ik dat in oktober niet te doen.’

‘Ik moest je nog de groeten doen van Jef en Janine, die zijn gisteren vertrokken, maar jullie waren al weg.’

‘Ja, we waren naar Pamplona gegaan, je weet wel, die stad met die stierenvechters.’

‘Ah, ja, dat is niet zo ver hiervandaan. Een mooie stad. Een leuke dag gehad?’

‘Ja, heel erg leuk. Maar je nu toch hier bent, James. Je bent hier nu het hele jaar?’

‘Ja, eergisteren hebben we de verkooppapieren van ons huis in Oxford getekend en dus gaan we hier permanent wonen.’

‘Weet jij hier een goede aannemer? Want ik wil nog iets aan mijn woning laten doen, dat ik zelf waarschijnlijk niet zo goed kan.’

‘Wat wil je dan laten doen?’

‘Ik wil alle stopcontacten en schakelaars laten vervangen, en daarbij zal ik misschien ook wel die oude dozen uit de muur moeten kappen. Ze zijn oud, en ik denk dat het beter is om ze te vervangen.’

‘Ja, de vorige eigenaar, mijnheer Dolman, had dat eigenlijk ook moeten laten doen, maar dat vond hij te duur. Terwijl hij eigenlijk geld zat had. Maar ja, het was zijn huis, dus wat heb ik erover te zeggen?’

‘U wist dat ze hier de bedrading hebben vervangen?’

‘Ja, maar alleen de kabels, niet de ommanteling. Daar is verder niets mis mee, maar de mantels in deze huizen zijn van asbest. Daar heb je zo geen last van, maar als het ooit brandt, dan heb je wel een probleem. En die dozen, die zullen wel zo rot zijn als snot. Dat gaat niet goedkoop worden, om dat allemaal te vervangen.’

‘Wat denk jij, dat het gaat kosten?’

‘Lastig om te zeggen. Als het opnieuw gestukadoord moet worden, dan praat je toch al snel over een duizend of vijf, als het niet meer is.’

‘Maar weet je dan een aannemer, die dat voor me kan doen?’

‘Ja, de aannemer, die voor mij ook al het werk doet. Gerard Jûton. Hij levert goed werk, en ook nog voor een redelijke prijs. Maar kun je dat wel betalen? Laatst zei je nog, dat je wat krap zat, omdat het opknappen wat veel geld gekost had?’

‘Ik heb een financiële meevaller gehad, James. Die kwam werkelijk uit het niets. En nu ik dat geld heb, wil ik het ook goed investeren in dit huis. Dan zou ik me een stuk minder zorgen maken, dat ik hier geen brand krijg.’

‘Ik zal hem eens opbellen. En wanneer wil je het klaar hebben?’

‘Als ik weer terugkom in oktober.’

‘Oh, dat moet hij wel geregeld krijgen. Hij kan soms onnatuurlijk snel zijn voor een fransman.’

Later die middag stopt er een busje voor mijn deur. Er stapt een man uit, die ik zo rond de vijftig schat. In keurig Engels vraagt hij: ‘Bent u Peter? Ik ben Gerard Jûton, aannemer. James had me gebeld, dat u misschien werk voor me had?”

‘Bent u er al? Ja, komt u toch verder! Dan zal ik u tonen, wat mijn bedoeling is.’

Ik laat de man zien, wat er gedaan moet worden. Hij maakt me ter plekke een berekening, die me heel erg meevalt. Hij bekijkt dan de deuren en zegt: ‘Ik zou ook iets aan die deuren laten doen. U heeft ze wel geschilderd, maar die deur gaat geen twee jaar meer mee, en dat geld ook voor uw ramen. ’s Winters kan het hier toch nog best koud worden, ondanks dat we kort aan de zee liggen. Dit is nog enkel glas.’

‘Ja, maar wat gaat me dat nog allemaal kosten? Ik heb geen onbeperkt budget!’

‘Dat begrijp ik. Maar uw ramen zijn niet al te groot, dat scheelt in de kosten. En die deuren, dat hoeft ook niet de wereld te kosten. Ik kan u een nieuwe deur laten maken, die er het precies hetzelfde uitziet, maar dan wel gegarandeerd twintig jaar er tegenaan kan. Dat zou u dan zo rond de tweeduizend euro kwijt zijn voor alle deuren. Dus alle deuren hier onder en ook boven. Alleen het schilderwerk zit daar dan niet bij. En de ramen, daar moet ik even een prijs van opvragen, maar dat zou niet meer dan vijfduizend moeten zijn. Plus min duizend euro, dat is afhankelijk van de werkelijke prijzen van de ramen. Dan zou u straks ook hier in de winter kunnen wonen.’

‘Dat is vooralsnog niet de bedoeling, maar het idee staat me wel aan. U heeft nu een snelle berekening gedaan. Zou u me een offerte voor alles kunnen maken? Ik zeg u rechtuit, ik heb maar dertienduizend te besteden. Meer zit er echt niet aan.’

‘Daar moet ik wel aan uit zien te komen. Ik breng u morgen een complete offerte.’

‘O, dat is snel. Nou, ik zie uw offerte met vertrouwen tegemoet.’

De man gaat weer en Lisa zegt: ‘Wil je hier nu van dat geld alles laten verbouwen?’

‘Ik maak me toch nog zorgen over die contactdozen en schakelaars. En dat was hij het met me eens. En hier en daar moet er gestukadoord worden, dat kan ik allemaal niet zelf. En nu heb ik dat geld, en hij begon zelf over die deuren, en die ramen, en als hij me dat voor dat geld kan leveren, dan zeg ik geen nee. Dan komen we hier volgend jaar weer terug in een huisje, waar we nog amper wat hoeven te doen, hoogstens nog wat schilderwerk, als die deuren vervangen worden. Dat kan ik zelf wel.’

‘Dat is op zich geen slecht idee. Dan ben je er wel voor een hoop jaren vanaf!’

De volgende dag komt Gerard alweer terug, nu met een envelop. Ik kijk wat er in de envelop zit, en haal de offerte eruit. De man is vlijtig geweest. En de offerte is messcherp en voor veel minder, als ik verwacht had. Toch is het met twaalfduizend euro niet bepaald goedkoop. Maar voor dat geld hoef ik zelf geen poot uit te steken, de complete bedrading wordt vervangen, inclusief nieuwe stopcontacten, schakelaars en stoppenkast. Het stukwerk wordt gedaan, de deuren worden vervangen, en ook de ramen. En daarna wordt alles in de kleuren geschilderd, zoals ik het wil. En wat me nog het meest verwonderd, is dat de man een oplevertermijn op papier heeft gezet. Tien oktober zou alles klaar moeten zijn. Dat zou net voor mijn vakantie in oktober zijn! Het is te mooi om waar te zijn. De man vraagt wel een flinke aanbetaling van maar liefst vierduizend euro, maar dat vind ik geen probleem, hoewel ik wel eens gehoord heb, dat je dit hier niet moet doen. Maar de man moet materialen aanschaffen en zal dat niet allemaal willen voorschieten.

James komt eraan lopen en ik laat hem de offerte zien.

‘Zo, dat is een forse investering. Maar ik denk dat je Gerard wel kunt vertrouwen. En ik zal er persoonlijk op toezien, dat alles naar jouw wens zal gebeuren, Peter!’

Dat geeft me het vertrouwen om dan meteen een krabbel onder de offerte te zetten. De man bedankt me hartelijk, en geeft me dan een kopie met zijn handtekening terug. Het is voor hem ook geen probleem, dat ik het voorschot pas overmaak, als ik weer terug ben in Nederland.

De man laat ook meteen zien, dat hij er wel vertrouwen in heeft, want nog diezelfde dag komen er enkele mannen om de precieze afmetingen van de ramen op te komen nemen. Ook de deuren worden opgemeten, en een andere man is de bedrading aan het bekijken. Het geeft me in ieder geval wel meer vertrouwen, dat het werk ook allemaal goed zal worden uitgevoerd. Maar het zorgt wel voor meer drukte in huis en er is amper nog sprake, dat we nog lekker van onze rust kunnen genieten. Als het avond is, en de rust weer is teruggekeerd, zegt Lisa: ‘Pff, ik vind er zo niets aan, allemaal die mannen hier. Ik snap wel, dat ze hun werk moeten doen, maar leuk vind ik het niet.’

Daar ben ik het wel mee eens, maar ik begrijp de aannemer ook wel. Die wil zich aan zijn oplevertermijn houden. Ik zeg dan: ‘Misschien is het beter, als we wat eerder terug naar Nederland gaan. Want ik verwacht morgen een telefoontje, van de decaan van de Pabo. Ik heb vanmorgen met hem gebeld, of er misschien nog plaats voor je is. Dat ging hij nakijken, maar hij meende, dat er nog meer dan genoeg plaats was voor de richting Nederlands. Daar is namelijk een tekort aan. Lijkt je dat wat, Lisa? Je kunt altijd nog kiezen om er andere talen bij te doen.’

Lisa kijkt me verrast aan. ‘Heb je al gebeld? En waarom heb je dan nog niet eerder wat gezegd?’

‘Het is er niet van gekomen. Je weet hoe chaotisch het vandaag allemaal gegaan is. Die mannen hadden de hele tijd vragen. Dat begrijp ik wel, maar zodoende kon ik je het nog niet vertellen.’

‘Dus ik kan waarschijnlijk nog komend schooljaar daar nog terecht? Yes! Dat zou echt fantastisch zijn!’

‘Dat horen we dus morgen. Het is maar goed, dat ik het telefoonnummer van mijn decaan nog bewaard heb. Het is vooral, dat ik hem nog regelmatig bel, in verband met mijn nieuwe opleidingsmethode. Maar als je terecht kunt, dan zou het beter zijn, als je dan zo snel mogelijk al het papierwerk zou afhandelen, nog voordat het schooljaar echt begint.’

‘In dat geval wil ik wel eerder terug. Maar wat vinden jullie ervan, Charlotte en Ben?’

‘Het maakt ons niet veel uit. We zijn nu wel lang genoeg hier geweest. Een paar dagen meer of minder doet het hem dan ook niet meer.’

Charlotte stemt daarmee in. Ik zeg dan: ‘Wanneer zullen we dan vertrekken? Want in principe hebben we alles al gedaan om het goed achter te laten.’

‘Morgen?’

‘Dat wordt dan pas in de middag. Want ik moet James nog even instrueren en we moeten onze spullen nog pakken.’

Daar is iedereen het mee eens. We gaan dan nog een ronde wandelen, want het is nu opeens zomaar de laatste keer deze vakantie, dat we dat nog kunnen. Dat doen we voor de verandering eens met de kleren aan. We genieten nog iedere keer van onze wandelingen, en Lisa verzucht: ‘Jammer dat het alweer voorbij is! Die weken hier zijn voorbij gevlogen alsof het niets was.’

‘Maar we komen in oktober nog terug, Lisa. Tenzij je dan niet mee wilt!’

Ze haast zich om te zeggen: ‘Ja, natuurlijk wil ik mee!’

Ik zeg tegen Ben en Charlotte: ‘Jullie begrijpen toch wel, dat ik dan alleen met Lisa wil gaan.’

Charlotte is wel lichtelijk teleurgesteld, maar begrijpt het wel. ‘Natuurlijk, maar ik vind het ook wel een beetje jammer. Maar Ben had het al voorspeld, en we hebben al plannen gemaakt voor de komende herfstvakantie. We gaan dan fietsen. Ik moet het mam en pap nog vragen, of ik wel mag, want we willen ook ergens gaan overnachten.’

‘Ow, dat kan ook leuk zijn. Nou, dan is het dit voor deze zomer. Ik heb me prima geamuseerd en ik ben echt heel erg blij, dat ik dit huisje gekocht heb.’

Charlotte zegt: ‘En als we volgend jaar weer mogen komen, dan ben ik nog blijer!’

‘Natuurlijk, vooropgesteld jullie zijn dan nog bij elkaar.’

‘Dat hoop ik toch wel. Maar je hebt gelijk, als ik soms hoor hoe vaak het uitgaat tussen sommige jongens en meisjes? Niet normaal! Ze doen er niet eens moeite voor om hun ruzies of onenigheden op te lossen. Ik mag dan wel uitgelachen zijn, vanwege mijn religieuze achtergrond, maar als ik een ding geleerd heb daar, is dat je zoveel mogelijk moeite doet om een relatie te redden. Het kan niet alleen maar de schuld zijn van de ander. In een relatie ben je altijd met twee, en waar er twee vechten, hebben er ook twee schuld. Er is altijd wel een oorzaak bij jezelf te vinden.’

Nu ben ik toch wel even verbaasd over deze behoorlijk volwassen uitspraak van Charlotte. Zelfs Lisa kijkt even verbaasd op. Ik zeg tegen Ben: ‘Nou, zo te horen ben je voorlopig nog niet van Charlotte af!’

Hij glimlacht en zegt: ‘Dat vind ik ook helemaal niet erg. En ze heeft gelijk, waarom maken ze tegenwoordig zo gemakkelijk een relatie uit? Soms om helemaal niets. Een vriend van me is een keer gedumpt, omdat ze zijn kleren niet cool genoeg vond. Wat is dat nou voor een reden? Is hij daarom minder?’

Lisa zegt dan: ‘Nou ja, soms kan ik het wel begrijpen. Je kunt toch ook verliefd op een ander worden? Dat heb ik ook wel eens gehad. Ik had een vriendje, en ik ontmoette toen een andere jongen, en vanaf dat moment kon ik niet meer eens goed slapen. Dat heeft nog wel een aantal jaren geduurd, voordat ik daar overheen was.’

Ben zegt dan: ‘Wie was dat dan? Want ik ken maar een jongen, waar jij wakker van hebt gelegen, en dat is Peter!’

Lisa glimlacht en zegt: ‘Dat heb je ook helemaal goed. Het was de dag, dat Peter langs ons kwam wonen. Ik had hem nog niet gezien, en toen mam ons vertelde, dat we een nieuwe buurman kregen, en Peter zich aan me voorstelde, was ik meteen verliefd op hem. Dan moet je je nu eens voorstellen, hoe blij ik me voel, dat ik nu zijn vriendin ben!’

Charlotte giechelt en zegt: ‘Was je echt zo erg verliefd op Peter?’

‘Echt enorm! Ik was bijna als een schoothondje, en ik snap nog steeds niet, waarom hij me nooit heeft weggejaagd. Hij bleef altijd vriendelijk, maar hield me wel altijd keurig op een afstandje.’

Ik lach en zeg: ‘Dat deed ik vooral, omdat je nog zo jong was, Lisa. Ik wist heus wel, dat je verliefd op me was, maar ik deed dat eigenlijk ook wel af als kalverliefde. Maar ik had niet verwacht, dat je het zo lang bleef volhouden. Soms was het gênant, maar ik ben opgevoed om iedereen respectvol te behandelen. En zo heb ik je ook altijd behandeld, Lisa. Maar toen ging je opeens studeren, en was je weg. Net toen je je lichaam ging ontwikkelen. Je begon net een echte vrouw te worden, en we hebben elkaar daarna eigenlijk nog maar amper gezien.’

Lisa antwoordt: ‘Dat deed ik soms ook wel bewust, Peter. Het deed soms pijn, dat je niet naar me om keek. En ik probeerde het soms wel met een andere man, maar niemand kon het bij je halen. En ik heb gelijk gekregen, er is niemand, die het van jou kan halen. Je bent voor mij echt mijn droomman!’

Ze voelt met haar hand nog een keer aan haar kettinkje, dat ze nog steeds draagt. En ik begrijp nu een stuk beter, waarom die ketting ook zoveel voor haar betekent. Het is voor haar de bezegeling van haar jarenlange verliefdheid op mij. Ik pak haar hand vast, en wrijf erover. Lisa glimlacht, en kijkt me verliefd aan. Ze kan het nog steeds amper geloven, dat ze nu mijn vriendin is.

Ben zegt dan: ‘Dus, Peter, van Lisa ben je ook nog lang niet af! Zeker niet, nu je haar die ketting gegeven hebt, en je haar gevraagd hebt om officieel je vriendin te zijn.’

‘Ook dat vind ik helemaal niet erg, Ben. Ik heb de leeftijd om me te binden. Er zullen nu wel massa’s vrouwen zijn, die nu in de rouw moeten, omdat ik nu voortaan bezet ben. Maar dat kan me niets schelen, ik hou van Lisa en durf dat rustig hardop te zeggen!’

Ik geef Lisa dan een zoen, die ze me met een hele brede glimlach beantwoordt. We drinken nog een glas wijn, en gaan daarna naar bed. Het voelt wel even vreemd, dat we dit huis weer gaan verlaten. De weken zijn echt omgevlogen, en ik verbaas me er al over, dat de vakantie alweer voorbij is. Maar ik weet een ding zeker, ik ga nog veel plezier van dit huisje hebben. Zeker als alles weer helemaal in orde is. Het heeft me wel een fortuin gekost, maar het is allemaal de moeite waard geweest.

Lisa kruipt tegen me aan, en we genieten van elkaars aanwezigheid. Ik kan me echt nog amper voorstellen een dag zonder haar te moeten zijn. Dat wordt nog wat, als we weer thuis zijn. Gelukkig is ze mijn buurmeisje, dus ik hoef niet ver te gaan om haar te zien. Maar het maakt me wel wat zorgen, omdat mijn gevoelens voor Lisa steeds sterker beginnen te worden. Ik ben echt hopeloos verliefd op haar. Ik lig erover te piekeren, tot diep in de nacht. Ik kan gewoon de slaap niet vatten.

Opeens hoor ik Lisa naast me zeggen: ‘Kun je ook niet slapen, Peter?’

‘Oh, ik dacht dat je sliep!’

‘Nee, ik heb het wel geprobeerd, maar het lukt me niet. En jij?’

‘Hetzelfde. Ik lig maar te denken, hoe het zal gaan, als we weer terug zijn. Ook al woon je een deur verderop, ik ga je echt heel erg veel missen.’

‘Dat was ik ook al aan het bedenken. Ik denk dat ik nog heel veel bij jou in bed zal liggen. Ik begin wel te wennen om je naast me te hebben liggen.’

‘Dat geldt ook voor mij, Lisa. En ik zie nu al tegen de eerste nacht zonder jou op.’

‘Dan moesten we deze nacht maar eens onvergetelijk maken, Peter! Zodat je de eerste nacht een beetje zonder me kunt!’

Ik lach en zeg: ‘Of het veel zin heeft, dat betwijfel ik, maar dat met die onvergetelijke nacht, dat zie ik wel zitten!’

Ik ga meteen op haar liggen en ze giechelt wat ingetogen om Ben en Charlotte niet wakker te maken.

Dan geef ik haar een zoen, en we zijn al meteen in een innige zoen verstrengeld. Lisa had me om een onvergetelijke nacht gevraagd, en precies dat ben ik van plan haar te geven. Na de innige zoen, kus ik haar nek, daal heel langzaam, tergend langzaam haar lichaam af. En terwijl ik dat doe, geef ik haar overal kleine kusjes. Daar is Lisa heel gevoelig voor, en ze kreunt dan ook van genot. Zeker als ik dan ook haar borsten begin te masseren en te kneden. En ze krijgt kippenvel, als ik met de vingertoppen van mijn wijsvingers over haar borsten cirkels maak, steeds dichter naar haar tepels toe.

Voor Lisa is dat het toppunt van genot, daar wordt ze ongelofelijk geil van. En dat is ook goed te merken aan haar tepels, haar borsten staan nu fier vooruit, en zijn een genot om er eens lekker in te kneden. En dat doe ik dan ook. Maar ik ga verder met mijn tocht naar beneden. Haar navel is mijn volgende doel. Ook daar is ze heel gevoelig, en als ik mijn tong over navel ga, kromt ze haar rug van genot en kreunt ze het uit. Het geile kreng is daarvan al klaargekomen.

Glimlachend ga ik verder, wetende dat er nog meer staat aan te komen voor haar. Lisa kent me inmiddels goed genoeg, dat ze nog wel heel wat meer kan verwachten. Ze opent haar benen voor me, zodat ik beter naar haar kutje kan afdalen. Ik zou haar kunnen plagen, door haar kutje nog even over te slaan en haar benen en voeten te strelen. Maar dat wil ik nu niet. Ik wil haar proeven. Ik wil haar zoete smaak van haar kutje proeven. En ze stelt me niet teleur. Ze is al helemaal nat, en ik lik meteen haar zoete sappen tussen haar benen weg. Ze heeft zo met spanning hierop gewacht, dat ze vrijwel meteen klaarkomt.

Soms is het wel gemakkelijk om een vriendin te hebben, die zo gemakkelijk klaarkomt. Maar dat wil niet zeggen, dat ik het me gemakkelijk maak! Ik ga door met haar kutje te likken en geef ook haar klitje een goede beurt. Lisa krijgt orgasme over orgasme, en ik moet even stoppen om haar kans te geven om weer wat te herstellen. Maar mijn pik is al gegroeid en staat op knappen.

Ik geef haar eerst een zoen, om daarna mijn pik meteen met een stoot diep in haar te duwen. Lisa kreunt weer van genot, en nu begin ik haar lekker langzaam te neuken. Ik wil dit lang laten duren, maar ik heb zelf niet gerekend op mijn eigen geiligheid. Ik ben veel te geil, en na een paar stoten kom ik al klaar. Dat is me nog nooit eerder gebeurd, maar ik weet dat ik meestal weer snel op stoom kom voor een tweede ronde. Maar tot mijn verbazing blijft mijn pik gewoon stijf genoeg, en ik ga gewoon door met neuken. Hierdoor zwelt mijn pik snel weer helemaal op. Ik zal nooit genoeg krijgen van haar heerlijke kutje.

Ik blijf doorgaan met mijn langzame ritme, en blijf ook steeds diep in haar kutje stoten. Langzame diepe stoten, die Lisa bijna tot waanzin brengen. Ze komt alweer klaar, en krijgt haar vijfde orgasme. En ondanks het trage tempo voel ik dat ik het ook niet meer heel lang houden kan. Maar ik blijf hetzelfde tempo aanhouden, en kom een paar stoten later diep in haar klaar. Het is het meest heftige orgasme, dat ik ooit heb gehad, en het lijkt wel of ik aan het klaarkomen blijf! Straal na straal spuit ik in haar, terwijl ik mijn pik zo diep mogelijk in haar duw. Lisa is echt helemaal uitgeput, en ik ook wel. Ik had nooit gedacht, dat zo langzaam neuken nog zoveel kracht kost! Ik laat me op haar borstkas zakken, en Lisa slaat haar armen om me heen en heeft daarbij een zeer voldane glimlach op haar gezicht.

‘Peter, dit was fantastisch! Telkens als ik denk, dat de seks niet meer beter kan, verras je me steeds weer! Wow!’

Ik geef haar een tedere zoen, en rol dan van haar af. We kijken nog even naar elkaar, maar zijn dan zo moe, dat we vrijwel meteen in slaap vallen.

De volgende morgen beginnen we meteen met onze koffers pakken, en alle apparaten uit te trekken. Dat moet toch gebeuren, omdat de stopcontacten vervangen worden. We ruimen zo veel mogelijk op en ook uit de weg, zodat de werklieden goed kunnen werken. Lisa en ik lopen dan nog even naar onze buurman, James, en vertellen hem, dat we al wat eerder naar huis gaan. Dat begrijpt hij goed, en ik vertel hem nog, waar hij nog op moet letten. Hij heeft mijn telefoonnummer al, dus dat is geen probleem. Hij verzekert me, dat hij me regelmatig op de hoogte zal houden. Dan nemen we afscheid van hem en van zijn vrouw, en lopen dan terug.

Het voelt vreemd aan om dan afscheid te moeten nemen van dit huisje, dat enkele weken ons thuis is geweest. Samen met Ben dekken we nog het zwembad af met een dekzeil, dat we stevig vastmaken met wat paaltjes. En dan nog een laatste middagmaal, en dan komt het onvermijdelijke moment, dat we naar huis toe moeten vertrekken.

Dat is voor iedereen wel een moeilijk moment. Maar als ik de auto start, en wegrijd, is het iedereen wel duidelijk, dat de vakantie voorbij is. Charlotte moet lichtjes huilen en ook Lisa moet een traantje wegpinken. Ik troost haar en zeg: ‘We komen snel weer terug, Lisa.’

Ze snikt en zegt: ‘Dat weet ik, maar ik ben wel van dit plaatsje en je huisje gaan houden. Ik vind het leuk hier!’

Charlotte moet nu wat harder huilen. Ze heeft precies dezelfde mening. En nu is het Ben, die haar troost.
Lees verder: Charlotte - 10
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...