Door: Keith
Datum: 04-03-2019 | Cijfer: 9.5 | Gelezen: 14447
Lengte: Lang | Leestijd: 23 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Lang | Leestijd: 23 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 43
Zondagochtend. Geen wekker. Lekker langzaam wakker worden met het besef dat je de avond ervoor ‘de liefde hebt gevierd’ met de vrouw waar je van houdt. En in het besef dat die vrouw ook van jou houdt. Ik keek opzij. Joline lag nog heerlijk te slapen; ontspannen op haar zij liggend, een arm boven het dekbed. Een dun bandje van haar nachthemdje over haar blote schouder, overgaand in de bovenkant van datzelfde hemdje. Daaronder, vaag zichtbaar onder de dunne stof, haar kleine maar o zo mooie borsten. Zo, slapend, leek Joline niet ouder dan zeventien. Het waren haar ogen die haar volwassen maakten, besefte ik nu pas. Ogen die normaal vriendelijk de wereld inkeken, maar altijd met een zekere waakzaamheid. Niet meer naïef. Dat was het verschil tussen de Joline op de foto’s van haar diploma-uitreiking en de Joline die ik nu kende: ze was haar naïviteit kwijtgeraakt. Nog een reden om die klootzak Holtinge te haten.
Na een paar minuten naar haar gekeken te hebben, schoof ik zachtjes het bed uit. Het was half negen; tijd genoeg voor een uitgebreid en luxe ontbijt. Een snelle douche maakte me wakker. Na het afdrogen deed ik de douchedeur naar het terras even open en stond ik in boxer, T-shirt en slippers op het terras. Het begon frisser te worden ’s morgens; het was te merken dat de mooie zomer op z’n eind liep.
Maar ja… Half september, dan mocht het ook wel. Veldhoven was nog niet wakker; het was rustig. In het parkje onder de flat liep een mevrouw haar hond uit te laten, voor de rest was er nog geen beweging zichtbaar. Boven de Oirschotse heide hing een lichte nevel, het uitzicht was beperkt tot hooguit twee kilometer. Ik genoot van het moment. De rust, de stilte, het uitzicht en de gedachten dat een paar meter achter me de liefste en mooiste vrouw lag die ik kende.
En die vrouw beschouwde mij als haar vriend, mijn huis als ‘ons huis’, mijn bed als ‘ons bed’… Met een brede glimlach op mijn gezicht ging ik weer naar binnen. Zachtjes liep ik door de slaapkamer de woonkamer in en deed de deur achter me dicht. Tijd om een ontbijtje te maken.
Ik zette een CD zachtjes op: pianomuziek van Chopin. Een halfuurtje later liep ik met volgeladen dienblad de slaapkamer weer in. Joline sliep nog, dus ik zette het blad op mijn nachtkastje. Ik boog me over haar heen om haar wakker te kunnen toen ze plotseling haar armen om me heen sloeg en me tegen zich aan trok.
“Goedemorgen lieve minnaar! Wat ben jij weer lekker bezig… Heb je goed geslapen?” Haar blauwe ogen straalden me tegemoet. Ik kuste haar. “Ik heb prima geslapen. Dat mocht ook wel na die avondoefening. En jij?” Ze knikte. “Ook heerlijk uitgerust… Ik hoorde je het bed uitgaan, daarna ben ik weer in slaap gesukkeld, tot ik wakker werd van de geur van koffie. En vlak daarna kwam mijn prins binnen met een lekker ontbijtje! Beter kan je dag niet beginnen, dacht ik zo…”
Ze kuste me en keek me even aan. “ Ik heb zo genoten gisteravond… Dank je wel!” Ik begroef mijn gezicht in haar krullen. “Lieve schat, wat wij gisteren gedaan hebben had ik in mijn stoutste dromen niet kunnen bedenken. Ik moet jou bedanken…” Even bleven we elkaar lekker knuffelen, toen zei ik: “ Kom, schoonheid… ontbijtje. Hebben we nodig, want we gaan straks een stuk lopen met die andere tijgers.” Ik maakte me van haar los, pakte het blad en zette dat op bed. “Je hebt weer je best gedaan, ridder.”
Warme croissantjes met ham en kaas, crackers, eitjes, koffie en jus d’ orange… Het ging schoon op. “En nu even douchen.” Joline verdween in de badkamer en ik ruimde ondertussen de slaapkamer wat op. “Overschot van een losbandig leven…” dacht ik, toen ik onze kleren en de handdoeken in de wasmand gooide. Daarna pakte ik mijn rugzak in. EHBO-tasje, zakmes, kompas en koeken zaten er standaard in. Daarbij kwamen twee flessen water. Ik printte nog twee plattegronden van de Grebbeberg uit; eentje uit 1940 en eentje vanuit Google Earth. Het zou zo maar eens kunnen zijn of Ton of ik voor historicus moest gaan spelen.
Joline kwam de slaapkamer uit. Stevige wandelschoenen, lange broek, trui. “Neem ook maar een fleecejack mee. Voor als je het fris krijgt.” Ze knikte. “Geen poncho’s deze keer?” “Nee… de voorspelling is ‘rustig najaarsweer.’ Gefilterd zonnetje, wat wind en een graad of 18. Geen regen in de wijde omtrek te bekennen. Ik kleedde me ook aan en na nog een kop koffie stapten we in de auto. Joline wilde rijden.
“Ik wil wat meer ervaring opdoen in jouw auto.” Ze kreeg de sleutels. “Dat vind ik helemaal prima. Kan ik ten minste m’n stoel achterover zetten en van Bach genieten…” Ze glimlachte. “Jammer dat ik nu een broek aan heb hé? Anders had je stiekem van andere dingen kunnen genieten…” “Schoonheid, ik heb ook als jij een broek aan hebt, heel veel te genieten. Ook als je je broek uit hebt trouwens.” Haar glimlach ging over in een ondeugende gniffel. “Ja, daar heb ik gisteren iets van gemerkt… Dat geldt voor mij net zo.” We keken elkaar even aan, terugdenkend aan de zaterdagavond.
“Nou meneer Jonkman, uw chauffeuse niet verder afleiden, anders eindigen we in de berm. Uw chauffeuse moet zich concentreren op haar rijstijl. Consideratie alstublieft.” Ik ontspande me en een aantal ogenblikken van de dag ervoor gingen door mijn gedachten en ik genoot ervan. Joline reed lekker door, het was ook nog rustig op de weg. Tussen Wageningen en Rhenen keken we of we de anderen al zagen, maar nee. Ook op de parkeerplaats was het nog leeg. Nou ja, het was tien voor twaalf, dus nog best vroeg. Twee voor twaalf reed de auto van Rob het parkeerterrein op. Naast hem Melissa en achterin Ton en Clara.
Ze stapten uit en we begroetten elkaar hartelijk. Ton nam me even apart. “Maken we er een battelfieldtour van, Kees?” “Dat ligt er aan wat de meute wil. Ik ben hier redelijk bekend, ken een aantal verhalen van de Grebbeberg, maar als jij meer weet… be my guest.” Hij schudde het hoofd. “Ik ben één keer op het Ereveld geweest, op 4 mei, maar voor de rest, nee, weet ik er nauwelijks iets van.” “Oké, dan ga ik even inventariseren of er belangstelling is voor een battlefieldtour, zo niet dan wordt het gewoon een wandeling door de mooie natuur.” De rest had wel belangstelling voor een stuk geschiedenis ter plekke.
Ik stelde voor om dan eerst in de omgeving rond te wandelen, en als laatste het Ereveld te bezoeken. “Want dat hoort er wel bij.” We liepen de berg in oostelijk richting af en ik vertelde over de problemen die men in 1939 en 1940 had: boomgaarden die niet omgehakt mochten worden voor betere schootsvelden, geen radio’s, dus alle communicatie met telefoonlijnen die niet ingegraven waren, dus uiterst kwetsbaar.
Wel antitankkanonnen, maar de Duitsers gebruikten hier geen tanks, omdat ze wisten dat hier veel antitankgeschut opgesteld stond. Vooral het 4,7cm Böhler antitankkanon was berucht; de Duitsers hadden het zelf ook. Artillerie met een veel kortere dracht dan de Duitse artillerie…
Ondertussen waren we aan de oostkant van de Berg aangekomen, bij het bruggetje over de Grift, waar je de contouren van de loopgraven nog kon zien. Ik liet het zien op de print van Google Earth. Een kleine, rechthoekige kazemat stond op een grasveldje; een van de kazematten waar in 1940 een antitankkanon stond. Langs de Grift liepen we noordwaarts en tijdens het lopen vertelde ik het verhaal van Sergeant Meijer: commandant van zo’n stuk antitankgeschut die tijdens de slag om de Grebbeberg met zijn stuk de stelling verliet en pas bij Nieuwersluis werd aangehouden. En binnen een dag door een Nederlands vuurpeloton werd doodgeschoten als afschrikwekkend voorbeeld. Een executie die nutteloos was; het bericht van de executie heeft de troepen aan de Grebbe nooit bereikt. De executie was ook wederrechtelijk omdat tussen het uitspreken van het vonnis en uitvoering hiervan veel te kort tijd was.
We liepen langs de noordflank van de Berg en vervolgens richting parkeerplaats. Daar staken we de Grebbeweg over en liepen naar de Koningstafel. Omdat de nevel wat was opgetrokken, hadden we hier een mooi uitzicht over de Betuwe. Langzaam liepen we terug, staken de weg weer over en stonden voor de Erebegraafplaats.
Ik zei: “Loop rustig voor jezelf een stukje over dit veld en lees de namen van de mensen die hier liggen. Hardop. Men zegt immers dat je pas écht dood bent als men je naam niet meer noemt.” Ton keek me aan en knikte. Na een kwartier stonden we weer bij de uitgang we liepen we naar de auto’s. Rob zei: “Indrukwekkend. Dat besef je pas als je die namen hardop leest.” Ik knikte. “Klopt. Ik heb dat geleerd van mijn ouwe bataljonsadjudant bij mijn eerste bezoek hier. Sindsdien doe ik dat op elk militair ereveld.”
Bij auto’s zei Melissa: “Jongens, waar gaan we eten? Ik heb eigenlijk helemaal geen zin meer om ergens anders te eten dan thuis. Ik stel voor dat we Chinees halen en lekker in Wageningen gaan eten. Op onze flat.” “Goed plan. Kom lui, instappen, wij halen het eten wel, rijden jullie maar meteen door.” Rob nam het initiatief. Een half uur later kwamen ze met het eten de flat van mijn zusjes in. Even daarna zaten we rond de tafel te eten. “Dit is op deze manier toch een heel andere flat dan ik me herinner, dames…” Ik keek om me heen, “Nou Kees", zei Rob, "het kan hier ook best gezellig zijn, heb ik dit weekend gemerkt.” Melissa zei droog: “Correctie: WIJ hebben dat dit weekend gemerkt.” Ik trok een wenkbrauw op en ze vervolgde: “Tja… Ton en Claar waren gisteravond uit eten, dingen doen, ehh… in ieder geval niet in Wageningen, dus hadden wij hier het rijk alleen. Trek je conclusies, broertje.”
“En wij waren ‘dingen aan het doen’ in Oirschot”, zei Ton breed grijnzend. Claar werd een beetje rood. Joline keek me aan en gaf me een knipoog.
“Ach… bij ons was het ook gezellig, gisteravond. Héél gezellig, mag ik wel stellen.”
“En dus hebben wij alle zes gisteravond liggen rollebollen? Is dat wat ik hieruit moet begrijpen?” Clara keek ons stuk voor stuk aan. “Nou? Krijg ik nog antwoord, dames en heren?” “Hé Claar, je lijkt Ma wel. Exact zo’n intonatie als ze vermoedde dat jullie weer eens iets hadden uitgevreten.” Ik keek haar verwijtend aan. “Wat is er mis met ‘stomende sex’ tussen geliefden?” Joline, die naast me zat, kroop even dicht tegen me aan. “Helemaal niets, lover van me, he-le-maal niets.”
Ton grijnsde breed en keek naar Rob en Melissa. “Dame en heer: begrijp ik goed dat jullie in ieder geval sinds gisteren de status van maagdelijkheid verloren zijn?” Melissa bloosde en Rob grijnsde. “Ja. En het was, om het zo maar eens uit te drukken, de moeite van het wachten waard. Nietwaar m’n lief?” Hij keek naar Mel. Die pakte zijn hand vast en zei: “Zeker weten!”
“Hebben jullie bier in huis?” vroeg Ton grijnzend. “Ehh… Nee, hoezo?” Clara keek afkeurend. “Ton Boogers, dames drinken geen bier en serieuze studentes al helemaal niet. Die laten zich féteren met dure mixdrankjes. Bier… Gétver!” Ton keek teleurgesteld. “Da’s nou jammer. Ik wilde een toost uitbrengen á la Ma. ‘Op het verlies van onze maagdelijkheid!’ En dan in één keer een fles bier naar binnen gieten en het flesje het raam uit knikkeren…”
Melissa keek zwaar afkeurend. “Jaja… En een halfuur later de politie aan de deur omdat jij met je flesje een bejaard dametje, wat nietsvermoedend onder de flat haar hondje uitliet, van het leven hebt beroofd. Einde studie, verjaagd uit onze flat en onze reputatie naar de bliksem. Nee, dank je wel.” “Het is inderdaad een van jouw minder briljante ideeën, beste broer”, zei Rob.
“Weliswaar is ons aller reputatie nu inderdaad naar de gallemiezen; we zijn immers geen maagd meer? Maar om Mel en Claar daar nu meteen voor uit hun flat te laten jagen… Sinds gisteravond ben ik best wel een beetje gehecht geraakt aan dit optrekje.” Hij keek om zich heen. “En met name Mel d’r bed.”
“Zeg meneer de machinekamerbaas…”, sputterde Melissa, “d’r bint grenz’n aan wat je kunt vertellen, zelfs in dit gezelschap.” Rob grinnikte breed. “Is goed hoor schat. Ik zal mij beperken tot het vermelden van de tussenstand van ons spelletje van vorige week…”
“Je láát het, anders blijft de stand zoals hij nu is en verandert never nooit meer, begrepen?” Melissa keek serieus boos. “Tot hier toe en niet verder. Ik ben zeer gehecht aan mijn broer en tweelingzus, maar wat wij twee samen doen, hoeven zij niet te weten.” Rob bond in. “Oké, oké, sorry… Ik dacht dat dat wel kon in dit gezelschap… Niet dus. Oké, dan weet ik weer waar m’n grenzen liggen.”
Mel trok hem naar zich toe. “Zal ik maar woordvoerder zijn voor ons tweeën?” Rob knikte en Melissa tikte met haar vork op haar bord. “Dames en heren, hier volgt een mededeling: als u wilt weten wat wij gisteravond gedaan hebben: hetzelfde als jullie. Wellicht met een ander accentje links of rechts, maar de bottom line is: het was voor herhaling vatbaar. Einde mededeling.”
“Goed zo Mel! Je moet die kerels af en toe laten merken wie écht de lakens uitdeelt.” Joline lachte. “En zeker die broers van mij. Daar kan ik nog wel een boekje over opendoen…” Ik keek naar de beide heren. “Zal ik op hetzelfde moment dat een boekje opendoen over mijn lieftallige zusjes? En jullie natuurlijk over jullie lieve zus… Dan stel ik voor dat er in dit pand binnenkort een ‘meidenavond’ wordt georganiseerd met allerlei laffe mixdrankjes, en dat het in mijn optrekje op dezelfde avond ‘stierenbal’ is waarbij er alleen bier wordt geschonken. Waarschijnlijk zijn daarna de verhoudingen tussen de families Jonkman en Boogers voorgoed verziekt, maar dan weten we ten minste waar we aan toe zijn. Deal?”
Iedereen was het ermee eens en we trokken de agenda’s. De beste datum die voor iedereen uitkwam was de zaterdag over twee weken. “Da’s mooi, zei Rob, "want dan kunnen jullie allemaal, voordat de verhoudingen voorgoed verziekt zijn, helpen bij het verhuizen van mijn schaarse inventaris vanuit Malden naar Berg en Dal.” Hij keek vergenoegd. “Oh ja: Ton, ik heb geen gewapend escorte nodig.”
Ton gniffelde. “Denk maar niet dat ik voor jou mijn peloton laat uitrukken vriend. Dat doe ik alleen maar als ik indruk wil maken op dit schatje hier.” Ik fronste. “Hohoho, luitenant. Ik hoorde jou een aantal weken geleden, vlak voordat er bij ons thuis een schaal met hapjes op de grond flikkerde, letterlijk zeggen: ‘Degene die aan mijn zusje komt, heeft zijn doodvonnis getekend.’ Dus… je deed dat niet alleen maar om indruk te maken op jouw liefje; enige compassie met je lieve zus klonk er ook wel in die woorden door. Wat uiteraard alleen maar voor je pleit natuurlijk.”
Joline keek naar Ton. “Heb jij dat letterlijk zo gezegd?” Ton knikte en wees naar mij. “Je vriendje is m’n getuige.” Joline stond op en gaf haar broer een knuffel. “Dat is lief van je… Ik zal mild voor je zijn als ik verhalen over jullie aan Claar en Mel vertel.”
Ondertussen waren we uitgegeten. Zoals gewoonlijk bleef er nog heel veel over. “Dat kan diepvries in”, zei Melissa. “Lekker makkelijk!” Joline schudde haar hoofd. “Pas op Mel. Vrijwel alles kan de vriezer in, maar de rijst en de nasi moet je écht weggooien. Als je die invriest en daarna weer opwarmt, ga je een uur later over je nek.” Terwijl de dames alle bakjes herverdeelden zodat het in de vriezer kon, wasten wij als heren even af. Daarna zetten en dames op hun beurt koffie en zaten we iets later uit te buiken: Melissa en Rob op de bank, Clara en Ton hadden twee stoelen dicht tegen elkaar geschoven en Joline en ik hadden een paar kussens gepakt en zaten op de grond.
“Zo… Heeft iemand nog wat spannends te vertellen?” Rob keek de kring rond. “Nou, ik denk ik wel…” zei Joline. “Iets wat ik nog helemaal niet verteld heb! Ik word collega van Kees bij DT!” Rob keek ongelovig. “Hé zus, een geintje is leuk, maar je kunt het ook overdrijven hoor. Die kerel van jou is weliswaar geen zeeman, maar wel een echte techneut. Jij bent econoom. Da’s écht een andere tak van sport.” Joline keek hem aan.
“Ik zei ook niet dat ik techneut zou worden, lief broertje van me… Ik word Kees z’n collega. Teamleider bij DT. Alleen word ik teamleider van het back- en frontoffice: inkoop, calculatie, boekhouding, ICT en receptie. En mag in de tussentijd op kosten van DT m’n Master gaan halen!”
“En ze krijgt waarschijnlijk een riante kledingvergoeding, omdat zij er altijd ‘representatief’ uit moet zien. Iets wat ik nog nooit heb kunnen fiksen…” zei ik op klagende toon. Ik zag de ogen van Melissa in de stand ‘plaaggeest’ springen. “Lieve Kees… Jij ziet er zelfs in je blote achterwerk representatief uit. Heb je helemaal geen kleren voor nodig…”
Joline deed er nog een schepje bovenop. “Klopt helemaal, lieve schoonzus. Toen hij zich de eerste keer in mijn gezelschap uitkleedde, maakte ik hem een compliment. Onder andere over zijn, ik citeer mezelf maar even, ‘lekkere kontje’.” Ze lachte breed naar me. “Dus vandaar dat jij géén kledinggeld bij DT krijgt en ik wellicht wel…”
Ik hief een waarschuwend vingertje op. “Ook jij kunt te ver gaan, dame…” Ze stak haar tong uit en vervolgde haar verhaal met: “Ik ben nog één week receptioniste, en daarna ben ik commandant Backoffice.”
“Gelukkig valt de HR-manager rechtstreeks onder onze directeur. Ze kan me dus niet ontslaan, dat is dan wel weer een fijne gedachte…” Ik trok een zielig gezicht.
“Oh, ik kan je op allerlei andere manieren het leven zuur maken, meneertje. Ik zou bijvoorbeeld kunnen overgaan op het niet meer dragen van rokken…” “Dan staak ik. Krijg je ’s avonds geen Irish Coffee meer en die massages kun je ook vergeten, om van een ‘happy ending’ maar te zwijgen. Kijken wie dat het langste volhoudt…” De anderen schaterden. “Ik zie barsten komen in de ogenschijnlijk zo idyllische verhouding tussen Kees en Joline”, zei Ton. Joline keek me aan. “Tja, die ‘happy ending’ is een dingetje… Oké, jij je zin: ik zal braaf rokjes en jurkjes blijven dragen...” Ik streelde haar haren. “That’s my girl…” “…om andere kerels om mijn vingers te winden natuurlijk.” vervolgde ze droog.
Ik zuchtte maar eens diep en keek de kring rond. “Jullie hebben een slechte invloed op deze mevrouw. Normaal is ze zo lief tegen me…” Joline keek mijn zusjes aan. “Zo, dat was mijn nieuwtje… Wat ik me afvraag, Claar en Mel: wat gaan jullie met deze flat doen nu jullie ook een relatie hebben?”
Ze keken Joline even stomverbaasd aan. “Nou ja zeg…”, zei Clara, “daar hebben we het gisteren over gehad. Wij blijven hier wonen tot we klaar zijn met de studie. In Ton z’n flatje wil je niet met z’n tweeën wonen, da’s nog veel kleiner dan onze flat en Rob zit over een tijdje weer op zee. Wat moet Mel dan in haar uppie in Berg en Dal? Bovendien is de kans best aanwezig dat Ton over een paar maanden weer uitgezonden wordt… Nee, wij blijven in ieder geval totdat we afgestudeerd zijn, lekker hier wonen. Dan maar wat op en neer gaan.”
Ton en Rob keken elkaar met een knipoog aan. “Hebben wij helemaal geen bezwaar tegen, lieve schatten. Althans… niet tegen het onderwerp ‘op-en-neer-gaan’…” Rob trok Melissa even naar zich toe en stal een zoentje. “Mánnen… ” zuchtte Joline.
Een half uurtje later vond Joline het tijd om naar huis te gaan. “Morgen loopt de wekker weer om half zes af meneer. Op tijd naar huis.” We wilden nét afscheid gaan nemen, toen Melissa plotseling zei: “Oh, wacht even jongens, nog niet weggaan… Eén moment.” Ze verdween in haar slaapkamer. Twee tellen later kwam ze weer terug. “Dit moet ik officieel weer aan mijn lieve zus teruggeven. Ik heb geen tijd gehad om ze te gebruiken en sinds gisteren zijn ze in feite wat overbodig.” Ze gaf Clara een pakje met vier batterijen. Met een grote glimlach op ons gezicht reden wij even later Wageningen uit…
Na een paar minuten naar haar gekeken te hebben, schoof ik zachtjes het bed uit. Het was half negen; tijd genoeg voor een uitgebreid en luxe ontbijt. Een snelle douche maakte me wakker. Na het afdrogen deed ik de douchedeur naar het terras even open en stond ik in boxer, T-shirt en slippers op het terras. Het begon frisser te worden ’s morgens; het was te merken dat de mooie zomer op z’n eind liep.
Maar ja… Half september, dan mocht het ook wel. Veldhoven was nog niet wakker; het was rustig. In het parkje onder de flat liep een mevrouw haar hond uit te laten, voor de rest was er nog geen beweging zichtbaar. Boven de Oirschotse heide hing een lichte nevel, het uitzicht was beperkt tot hooguit twee kilometer. Ik genoot van het moment. De rust, de stilte, het uitzicht en de gedachten dat een paar meter achter me de liefste en mooiste vrouw lag die ik kende.
En die vrouw beschouwde mij als haar vriend, mijn huis als ‘ons huis’, mijn bed als ‘ons bed’… Met een brede glimlach op mijn gezicht ging ik weer naar binnen. Zachtjes liep ik door de slaapkamer de woonkamer in en deed de deur achter me dicht. Tijd om een ontbijtje te maken.
Ik zette een CD zachtjes op: pianomuziek van Chopin. Een halfuurtje later liep ik met volgeladen dienblad de slaapkamer weer in. Joline sliep nog, dus ik zette het blad op mijn nachtkastje. Ik boog me over haar heen om haar wakker te kunnen toen ze plotseling haar armen om me heen sloeg en me tegen zich aan trok.
“Goedemorgen lieve minnaar! Wat ben jij weer lekker bezig… Heb je goed geslapen?” Haar blauwe ogen straalden me tegemoet. Ik kuste haar. “Ik heb prima geslapen. Dat mocht ook wel na die avondoefening. En jij?” Ze knikte. “Ook heerlijk uitgerust… Ik hoorde je het bed uitgaan, daarna ben ik weer in slaap gesukkeld, tot ik wakker werd van de geur van koffie. En vlak daarna kwam mijn prins binnen met een lekker ontbijtje! Beter kan je dag niet beginnen, dacht ik zo…”
Ze kuste me en keek me even aan. “ Ik heb zo genoten gisteravond… Dank je wel!” Ik begroef mijn gezicht in haar krullen. “Lieve schat, wat wij gisteren gedaan hebben had ik in mijn stoutste dromen niet kunnen bedenken. Ik moet jou bedanken…” Even bleven we elkaar lekker knuffelen, toen zei ik: “ Kom, schoonheid… ontbijtje. Hebben we nodig, want we gaan straks een stuk lopen met die andere tijgers.” Ik maakte me van haar los, pakte het blad en zette dat op bed. “Je hebt weer je best gedaan, ridder.”
Warme croissantjes met ham en kaas, crackers, eitjes, koffie en jus d’ orange… Het ging schoon op. “En nu even douchen.” Joline verdween in de badkamer en ik ruimde ondertussen de slaapkamer wat op. “Overschot van een losbandig leven…” dacht ik, toen ik onze kleren en de handdoeken in de wasmand gooide. Daarna pakte ik mijn rugzak in. EHBO-tasje, zakmes, kompas en koeken zaten er standaard in. Daarbij kwamen twee flessen water. Ik printte nog twee plattegronden van de Grebbeberg uit; eentje uit 1940 en eentje vanuit Google Earth. Het zou zo maar eens kunnen zijn of Ton of ik voor historicus moest gaan spelen.
Joline kwam de slaapkamer uit. Stevige wandelschoenen, lange broek, trui. “Neem ook maar een fleecejack mee. Voor als je het fris krijgt.” Ze knikte. “Geen poncho’s deze keer?” “Nee… de voorspelling is ‘rustig najaarsweer.’ Gefilterd zonnetje, wat wind en een graad of 18. Geen regen in de wijde omtrek te bekennen. Ik kleedde me ook aan en na nog een kop koffie stapten we in de auto. Joline wilde rijden.
“Ik wil wat meer ervaring opdoen in jouw auto.” Ze kreeg de sleutels. “Dat vind ik helemaal prima. Kan ik ten minste m’n stoel achterover zetten en van Bach genieten…” Ze glimlachte. “Jammer dat ik nu een broek aan heb hé? Anders had je stiekem van andere dingen kunnen genieten…” “Schoonheid, ik heb ook als jij een broek aan hebt, heel veel te genieten. Ook als je je broek uit hebt trouwens.” Haar glimlach ging over in een ondeugende gniffel. “Ja, daar heb ik gisteren iets van gemerkt… Dat geldt voor mij net zo.” We keken elkaar even aan, terugdenkend aan de zaterdagavond.
“Nou meneer Jonkman, uw chauffeuse niet verder afleiden, anders eindigen we in de berm. Uw chauffeuse moet zich concentreren op haar rijstijl. Consideratie alstublieft.” Ik ontspande me en een aantal ogenblikken van de dag ervoor gingen door mijn gedachten en ik genoot ervan. Joline reed lekker door, het was ook nog rustig op de weg. Tussen Wageningen en Rhenen keken we of we de anderen al zagen, maar nee. Ook op de parkeerplaats was het nog leeg. Nou ja, het was tien voor twaalf, dus nog best vroeg. Twee voor twaalf reed de auto van Rob het parkeerterrein op. Naast hem Melissa en achterin Ton en Clara.
Ze stapten uit en we begroetten elkaar hartelijk. Ton nam me even apart. “Maken we er een battelfieldtour van, Kees?” “Dat ligt er aan wat de meute wil. Ik ben hier redelijk bekend, ken een aantal verhalen van de Grebbeberg, maar als jij meer weet… be my guest.” Hij schudde het hoofd. “Ik ben één keer op het Ereveld geweest, op 4 mei, maar voor de rest, nee, weet ik er nauwelijks iets van.” “Oké, dan ga ik even inventariseren of er belangstelling is voor een battlefieldtour, zo niet dan wordt het gewoon een wandeling door de mooie natuur.” De rest had wel belangstelling voor een stuk geschiedenis ter plekke.
Ik stelde voor om dan eerst in de omgeving rond te wandelen, en als laatste het Ereveld te bezoeken. “Want dat hoort er wel bij.” We liepen de berg in oostelijk richting af en ik vertelde over de problemen die men in 1939 en 1940 had: boomgaarden die niet omgehakt mochten worden voor betere schootsvelden, geen radio’s, dus alle communicatie met telefoonlijnen die niet ingegraven waren, dus uiterst kwetsbaar.
Wel antitankkanonnen, maar de Duitsers gebruikten hier geen tanks, omdat ze wisten dat hier veel antitankgeschut opgesteld stond. Vooral het 4,7cm Böhler antitankkanon was berucht; de Duitsers hadden het zelf ook. Artillerie met een veel kortere dracht dan de Duitse artillerie…
Ondertussen waren we aan de oostkant van de Berg aangekomen, bij het bruggetje over de Grift, waar je de contouren van de loopgraven nog kon zien. Ik liet het zien op de print van Google Earth. Een kleine, rechthoekige kazemat stond op een grasveldje; een van de kazematten waar in 1940 een antitankkanon stond. Langs de Grift liepen we noordwaarts en tijdens het lopen vertelde ik het verhaal van Sergeant Meijer: commandant van zo’n stuk antitankgeschut die tijdens de slag om de Grebbeberg met zijn stuk de stelling verliet en pas bij Nieuwersluis werd aangehouden. En binnen een dag door een Nederlands vuurpeloton werd doodgeschoten als afschrikwekkend voorbeeld. Een executie die nutteloos was; het bericht van de executie heeft de troepen aan de Grebbe nooit bereikt. De executie was ook wederrechtelijk omdat tussen het uitspreken van het vonnis en uitvoering hiervan veel te kort tijd was.
We liepen langs de noordflank van de Berg en vervolgens richting parkeerplaats. Daar staken we de Grebbeweg over en liepen naar de Koningstafel. Omdat de nevel wat was opgetrokken, hadden we hier een mooi uitzicht over de Betuwe. Langzaam liepen we terug, staken de weg weer over en stonden voor de Erebegraafplaats.
Ik zei: “Loop rustig voor jezelf een stukje over dit veld en lees de namen van de mensen die hier liggen. Hardop. Men zegt immers dat je pas écht dood bent als men je naam niet meer noemt.” Ton keek me aan en knikte. Na een kwartier stonden we weer bij de uitgang we liepen we naar de auto’s. Rob zei: “Indrukwekkend. Dat besef je pas als je die namen hardop leest.” Ik knikte. “Klopt. Ik heb dat geleerd van mijn ouwe bataljonsadjudant bij mijn eerste bezoek hier. Sindsdien doe ik dat op elk militair ereveld.”
Bij auto’s zei Melissa: “Jongens, waar gaan we eten? Ik heb eigenlijk helemaal geen zin meer om ergens anders te eten dan thuis. Ik stel voor dat we Chinees halen en lekker in Wageningen gaan eten. Op onze flat.” “Goed plan. Kom lui, instappen, wij halen het eten wel, rijden jullie maar meteen door.” Rob nam het initiatief. Een half uur later kwamen ze met het eten de flat van mijn zusjes in. Even daarna zaten we rond de tafel te eten. “Dit is op deze manier toch een heel andere flat dan ik me herinner, dames…” Ik keek om me heen, “Nou Kees", zei Rob, "het kan hier ook best gezellig zijn, heb ik dit weekend gemerkt.” Melissa zei droog: “Correctie: WIJ hebben dat dit weekend gemerkt.” Ik trok een wenkbrauw op en ze vervolgde: “Tja… Ton en Claar waren gisteravond uit eten, dingen doen, ehh… in ieder geval niet in Wageningen, dus hadden wij hier het rijk alleen. Trek je conclusies, broertje.”
“En wij waren ‘dingen aan het doen’ in Oirschot”, zei Ton breed grijnzend. Claar werd een beetje rood. Joline keek me aan en gaf me een knipoog.
“Ach… bij ons was het ook gezellig, gisteravond. Héél gezellig, mag ik wel stellen.”
“En dus hebben wij alle zes gisteravond liggen rollebollen? Is dat wat ik hieruit moet begrijpen?” Clara keek ons stuk voor stuk aan. “Nou? Krijg ik nog antwoord, dames en heren?” “Hé Claar, je lijkt Ma wel. Exact zo’n intonatie als ze vermoedde dat jullie weer eens iets hadden uitgevreten.” Ik keek haar verwijtend aan. “Wat is er mis met ‘stomende sex’ tussen geliefden?” Joline, die naast me zat, kroop even dicht tegen me aan. “Helemaal niets, lover van me, he-le-maal niets.”
Ton grijnsde breed en keek naar Rob en Melissa. “Dame en heer: begrijp ik goed dat jullie in ieder geval sinds gisteren de status van maagdelijkheid verloren zijn?” Melissa bloosde en Rob grijnsde. “Ja. En het was, om het zo maar eens uit te drukken, de moeite van het wachten waard. Nietwaar m’n lief?” Hij keek naar Mel. Die pakte zijn hand vast en zei: “Zeker weten!”
“Hebben jullie bier in huis?” vroeg Ton grijnzend. “Ehh… Nee, hoezo?” Clara keek afkeurend. “Ton Boogers, dames drinken geen bier en serieuze studentes al helemaal niet. Die laten zich féteren met dure mixdrankjes. Bier… Gétver!” Ton keek teleurgesteld. “Da’s nou jammer. Ik wilde een toost uitbrengen á la Ma. ‘Op het verlies van onze maagdelijkheid!’ En dan in één keer een fles bier naar binnen gieten en het flesje het raam uit knikkeren…”
Melissa keek zwaar afkeurend. “Jaja… En een halfuur later de politie aan de deur omdat jij met je flesje een bejaard dametje, wat nietsvermoedend onder de flat haar hondje uitliet, van het leven hebt beroofd. Einde studie, verjaagd uit onze flat en onze reputatie naar de bliksem. Nee, dank je wel.” “Het is inderdaad een van jouw minder briljante ideeën, beste broer”, zei Rob.
“Weliswaar is ons aller reputatie nu inderdaad naar de gallemiezen; we zijn immers geen maagd meer? Maar om Mel en Claar daar nu meteen voor uit hun flat te laten jagen… Sinds gisteravond ben ik best wel een beetje gehecht geraakt aan dit optrekje.” Hij keek om zich heen. “En met name Mel d’r bed.”
“Zeg meneer de machinekamerbaas…”, sputterde Melissa, “d’r bint grenz’n aan wat je kunt vertellen, zelfs in dit gezelschap.” Rob grinnikte breed. “Is goed hoor schat. Ik zal mij beperken tot het vermelden van de tussenstand van ons spelletje van vorige week…”
“Je láát het, anders blijft de stand zoals hij nu is en verandert never nooit meer, begrepen?” Melissa keek serieus boos. “Tot hier toe en niet verder. Ik ben zeer gehecht aan mijn broer en tweelingzus, maar wat wij twee samen doen, hoeven zij niet te weten.” Rob bond in. “Oké, oké, sorry… Ik dacht dat dat wel kon in dit gezelschap… Niet dus. Oké, dan weet ik weer waar m’n grenzen liggen.”
Mel trok hem naar zich toe. “Zal ik maar woordvoerder zijn voor ons tweeën?” Rob knikte en Melissa tikte met haar vork op haar bord. “Dames en heren, hier volgt een mededeling: als u wilt weten wat wij gisteravond gedaan hebben: hetzelfde als jullie. Wellicht met een ander accentje links of rechts, maar de bottom line is: het was voor herhaling vatbaar. Einde mededeling.”
“Goed zo Mel! Je moet die kerels af en toe laten merken wie écht de lakens uitdeelt.” Joline lachte. “En zeker die broers van mij. Daar kan ik nog wel een boekje over opendoen…” Ik keek naar de beide heren. “Zal ik op hetzelfde moment dat een boekje opendoen over mijn lieftallige zusjes? En jullie natuurlijk over jullie lieve zus… Dan stel ik voor dat er in dit pand binnenkort een ‘meidenavond’ wordt georganiseerd met allerlei laffe mixdrankjes, en dat het in mijn optrekje op dezelfde avond ‘stierenbal’ is waarbij er alleen bier wordt geschonken. Waarschijnlijk zijn daarna de verhoudingen tussen de families Jonkman en Boogers voorgoed verziekt, maar dan weten we ten minste waar we aan toe zijn. Deal?”
Iedereen was het ermee eens en we trokken de agenda’s. De beste datum die voor iedereen uitkwam was de zaterdag over twee weken. “Da’s mooi, zei Rob, "want dan kunnen jullie allemaal, voordat de verhoudingen voorgoed verziekt zijn, helpen bij het verhuizen van mijn schaarse inventaris vanuit Malden naar Berg en Dal.” Hij keek vergenoegd. “Oh ja: Ton, ik heb geen gewapend escorte nodig.”
Ton gniffelde. “Denk maar niet dat ik voor jou mijn peloton laat uitrukken vriend. Dat doe ik alleen maar als ik indruk wil maken op dit schatje hier.” Ik fronste. “Hohoho, luitenant. Ik hoorde jou een aantal weken geleden, vlak voordat er bij ons thuis een schaal met hapjes op de grond flikkerde, letterlijk zeggen: ‘Degene die aan mijn zusje komt, heeft zijn doodvonnis getekend.’ Dus… je deed dat niet alleen maar om indruk te maken op jouw liefje; enige compassie met je lieve zus klonk er ook wel in die woorden door. Wat uiteraard alleen maar voor je pleit natuurlijk.”
Joline keek naar Ton. “Heb jij dat letterlijk zo gezegd?” Ton knikte en wees naar mij. “Je vriendje is m’n getuige.” Joline stond op en gaf haar broer een knuffel. “Dat is lief van je… Ik zal mild voor je zijn als ik verhalen over jullie aan Claar en Mel vertel.”
Ondertussen waren we uitgegeten. Zoals gewoonlijk bleef er nog heel veel over. “Dat kan diepvries in”, zei Melissa. “Lekker makkelijk!” Joline schudde haar hoofd. “Pas op Mel. Vrijwel alles kan de vriezer in, maar de rijst en de nasi moet je écht weggooien. Als je die invriest en daarna weer opwarmt, ga je een uur later over je nek.” Terwijl de dames alle bakjes herverdeelden zodat het in de vriezer kon, wasten wij als heren even af. Daarna zetten en dames op hun beurt koffie en zaten we iets later uit te buiken: Melissa en Rob op de bank, Clara en Ton hadden twee stoelen dicht tegen elkaar geschoven en Joline en ik hadden een paar kussens gepakt en zaten op de grond.
“Zo… Heeft iemand nog wat spannends te vertellen?” Rob keek de kring rond. “Nou, ik denk ik wel…” zei Joline. “Iets wat ik nog helemaal niet verteld heb! Ik word collega van Kees bij DT!” Rob keek ongelovig. “Hé zus, een geintje is leuk, maar je kunt het ook overdrijven hoor. Die kerel van jou is weliswaar geen zeeman, maar wel een echte techneut. Jij bent econoom. Da’s écht een andere tak van sport.” Joline keek hem aan.
“Ik zei ook niet dat ik techneut zou worden, lief broertje van me… Ik word Kees z’n collega. Teamleider bij DT. Alleen word ik teamleider van het back- en frontoffice: inkoop, calculatie, boekhouding, ICT en receptie. En mag in de tussentijd op kosten van DT m’n Master gaan halen!”
“En ze krijgt waarschijnlijk een riante kledingvergoeding, omdat zij er altijd ‘representatief’ uit moet zien. Iets wat ik nog nooit heb kunnen fiksen…” zei ik op klagende toon. Ik zag de ogen van Melissa in de stand ‘plaaggeest’ springen. “Lieve Kees… Jij ziet er zelfs in je blote achterwerk representatief uit. Heb je helemaal geen kleren voor nodig…”
Joline deed er nog een schepje bovenop. “Klopt helemaal, lieve schoonzus. Toen hij zich de eerste keer in mijn gezelschap uitkleedde, maakte ik hem een compliment. Onder andere over zijn, ik citeer mezelf maar even, ‘lekkere kontje’.” Ze lachte breed naar me. “Dus vandaar dat jij géén kledinggeld bij DT krijgt en ik wellicht wel…”
Ik hief een waarschuwend vingertje op. “Ook jij kunt te ver gaan, dame…” Ze stak haar tong uit en vervolgde haar verhaal met: “Ik ben nog één week receptioniste, en daarna ben ik commandant Backoffice.”
“Gelukkig valt de HR-manager rechtstreeks onder onze directeur. Ze kan me dus niet ontslaan, dat is dan wel weer een fijne gedachte…” Ik trok een zielig gezicht.
“Oh, ik kan je op allerlei andere manieren het leven zuur maken, meneertje. Ik zou bijvoorbeeld kunnen overgaan op het niet meer dragen van rokken…” “Dan staak ik. Krijg je ’s avonds geen Irish Coffee meer en die massages kun je ook vergeten, om van een ‘happy ending’ maar te zwijgen. Kijken wie dat het langste volhoudt…” De anderen schaterden. “Ik zie barsten komen in de ogenschijnlijk zo idyllische verhouding tussen Kees en Joline”, zei Ton. Joline keek me aan. “Tja, die ‘happy ending’ is een dingetje… Oké, jij je zin: ik zal braaf rokjes en jurkjes blijven dragen...” Ik streelde haar haren. “That’s my girl…” “…om andere kerels om mijn vingers te winden natuurlijk.” vervolgde ze droog.
Ik zuchtte maar eens diep en keek de kring rond. “Jullie hebben een slechte invloed op deze mevrouw. Normaal is ze zo lief tegen me…” Joline keek mijn zusjes aan. “Zo, dat was mijn nieuwtje… Wat ik me afvraag, Claar en Mel: wat gaan jullie met deze flat doen nu jullie ook een relatie hebben?”
Ze keken Joline even stomverbaasd aan. “Nou ja zeg…”, zei Clara, “daar hebben we het gisteren over gehad. Wij blijven hier wonen tot we klaar zijn met de studie. In Ton z’n flatje wil je niet met z’n tweeën wonen, da’s nog veel kleiner dan onze flat en Rob zit over een tijdje weer op zee. Wat moet Mel dan in haar uppie in Berg en Dal? Bovendien is de kans best aanwezig dat Ton over een paar maanden weer uitgezonden wordt… Nee, wij blijven in ieder geval totdat we afgestudeerd zijn, lekker hier wonen. Dan maar wat op en neer gaan.”
Ton en Rob keken elkaar met een knipoog aan. “Hebben wij helemaal geen bezwaar tegen, lieve schatten. Althans… niet tegen het onderwerp ‘op-en-neer-gaan’…” Rob trok Melissa even naar zich toe en stal een zoentje. “Mánnen… ” zuchtte Joline.
Een half uurtje later vond Joline het tijd om naar huis te gaan. “Morgen loopt de wekker weer om half zes af meneer. Op tijd naar huis.” We wilden nét afscheid gaan nemen, toen Melissa plotseling zei: “Oh, wacht even jongens, nog niet weggaan… Eén moment.” Ze verdween in haar slaapkamer. Twee tellen later kwam ze weer terug. “Dit moet ik officieel weer aan mijn lieve zus teruggeven. Ik heb geen tijd gehad om ze te gebruiken en sinds gisteren zijn ze in feite wat overbodig.” Ze gaf Clara een pakje met vier batterijen. Met een grote glimlach op ons gezicht reden wij even later Wageningen uit…
Lees verder: Mini - 45
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10