Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Keith
Datum: 03-06-2019 | Cijfer: 9.7 | Gelezen: 17008
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 42 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 64
Na het douchen trokken we allebei makkelijke kleren aan: spijkerbroek, shirt en makkelijke schoenen. “Even lekker praktisch, Kees.” Terwijl Joline met het eten bezig was, bekeek ik de campinggids. Want vrijdag zouden we ‘smiddags rond drie uur de camper in Malden ophalen en dan gaan rijden. En dan had je niet zoveel tijd om én een eind te rijden én je op een camping in te schrijven. Bovendien was het al half September en ondanks de goede weersverwachting liet het toch tegen einde van het kampeerseizoen.

Uiteindelijk vond ik een veelbelovende camping op zo’n honderd kilometer Duitsland in. Aan de oever van een meer, je kon er zwemmen, er was een restaurant wat tot tien uur open was, en er was ruimte. Tijdens een telefoontje liet een vriendelijke mevrouw me weten dat er plaats genoeg was, ook voor een tentje bij de camper.

“Kein Problem! Wir haben heute nur 50 Gäste, für 200 Plätze!” Na overleg met Joline reserveerde ik voor één nacht, met een optie om het hele weekend daar te blijven. ten slotte hadden we geen tour-vakantie, maar ging het voornamelijk om gezellig bij elkaar te zijn. Ton, Clara, Rob en Melissa kregen een mailtje met een link naar de website van de camping. “Dan kunnen jullie alvast wat bomen uitzoeken die jullie om gaan zagen…” Van Rob kreeg ik meteen een mail retour: “Ik zie wel wat potentiële kandidaten. Ziet er goed uit, man!” Verder bekeek ik nog even de zakelijke mail: geen dingen die ik meteen moest behandelen.

Plotseling werd mijn beeldscherm bedekt met lange, goudblonde haren en voelde ik een zoen in m’n nek. “Kees… Het eten is klaar.” “Dan gaan we daarvan genieten… Ik rook al allerlei lekkere luchten!” Naast elkaar aan de bar zaten we even later lekker te eten. Joline had aardappels en witlof gemaakt met een Duits biefstukje, compleet met ui en paprika. “Daar was ik wel aan toe mevrouw de kokkin. Op een of andere wijze ben ik vanmiddag een behoorlijk aan eiwitten kwijtgeraakt.” Joline knipoogde. “En vanavond ga je er wéér een aantal kwijtraken, Kees, dat weet ik zeker. Bovendien… Je hebt vanmiddag ook zes kilometer gelopen, dus mag je best goed eten. Anders lig ik straks met een soort skelet in bed. Heb ik geen zin in.”

We besloten de maaltijd met een kop koffie op de bank, vergezeld van de laatste twee bonbons uit de doos die ik de eerste donderdag dat Joline in Veldhoven was, had gekocht. “Da’s toch wel een beetje symbolisch, Kees. Nu is die doos op… Zijn nu ook onze wittebroodsweken voorbij?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee. Die zijn pas in het bejaardentehuis voorbij, na het eerste rondje Bingo. Het voordeel daarvan is: dan zijn we allebei zó seniel dat we gewoon weer overnieuw kunnen beginnen. We zijn toch alles vergeten.” Joline schudde hevig haar hoofd.

“Oh nee meneer. Er zijn bepaalde dingen die ik nooit zal vergeten…” Ze kroop tegen me aan en likte aan mijn oor. “Zoals de eerste keer dat je m’n poesje streelde… op de achterbank van je auto, ergens op een landweggetje buiten Gorinchem… Ik dacht dat ik in de fik zou vliegen! Of onze eerste ochtend hier in de slaapkamer… Of vanmiddag…” Ze keek me aan. “Dat vergeet ik niet. Als ik daar aan terugdenk heb ik een hele brede glimlach op m’n gezicht!” Ik begon te lachen. “Dus als ik het goed begrijp: telkens als jij met een brede glimlach rondloopt, denk jij aan sex? Hoe verklaar je dan al die keren dat ik je achter je desk heb zien zitten met een brede lach op je gezicht, nog vóór wij een relatie hadden?”

Ze gaf een tik op mijn neus. “Da’s toch logisch? Je zag mij achter m’n desk zitten. Dat houdt automatisch in dat ik jou ook zag. En dus dacht ik aan sex. Met jou. Hoe lekker dat wel zou zijn. Nou, dan komt die glimlach automatisch…” Ze keek ondeugend. “Mevrouw Boogers, uw neus groeit. En wel héél hard. Het enige wat er toen af kon was een vreselijk correct ‘Goedemorgen meneer’ of ‘U ook een fijne avond, meneer’, wat door mijn ziel sneed.”

Ze pakte mijn hand. “Kees Jonkman: ik heb jou in die weken écht wel opgemerkt hoor. Sterker nog: ik heb, toen je een paar weken bij DT werkte, terwijl ik iets op moest zoeken in jullie archief, aan Henk gevraagd hoe zijn nieuwe teamleider beviel.” “Nou, ik ben reuze benieuwd”, zei ik, “die eerste paar weken zijn er best wel wat… ahum… disputen geweest binnen team drie…” Joline gniffelde. “Ik weet niet meer exact wat hij zei, maar het kwam erop neer dat jij in staat was om met één blik of opmerking vrijwel alle weerstand van tafel te vegen. En één uitspraak van hem staat me nog helder voor de geest. ‘Joline: als alle teamleiders waren zoals hij, zouden wij Theo moeten betalen voor het feit dat we hier mogen werken. Maar zeg dat maar niet tegen Theo, want dan heeft mijn gezin niks meer te eten.’ Dus ik wist wel een beetje van je, toen je me aansprak op die parkeerplaats. Anders was ik waarschijnlijk niet met je meegereden naar Ter Aar. Ik ben ten slotte een net meisje…”

Ik knikte spottend. “Ja, dat ik vanmiddag gemerkt.” Ze kleurde en ik trok haar naar me toe. “Sorry. Dat had ik niet mogen zeggen. Je bent hier in huis een heerlijke vrouw, die al mijn ooit gedroomde dromen vervult. En nog veel meer. Gemeen van me om je daarmee te plagen.” Ze bromde in mijn oor. “En jij, Kees, vervult al mijn ooit gedroomde dromen. En daarom hou ik van je en kan ik alles tegen je zeggen en aan je vragen…” Even zaten we zo, lekker tegen elkaar aan.

Toen sprong Joline op. “Ik ga eens wat was in de machine stoppen en wat makkelijke kleren uitzoeken voor het weekend.” Ze kneep haar ogen iets samen. “Misschien neem ik wel een paar panty’s mee, voor als het frisjes wordt in de tent…” “Je hebt verleidelijke voorstellen, mevrouw Boogers. Dan ga ik de tent eens inspecteren op het balkon. Kijken of die helemaal compleet is.” Ze knikte en met een paar lachrimpeltjes om haar mond liep ze de kamer uit. Ik pakte mijn tent uit de kast in de hal.

Een simpel, vierkant koepeltentje, opgehouden met koolstof stokken tussen de binnen- en de buitentent. Toen ik er alleen in sliep had ik een zee van ruimte: m’n slaapzak aan de ene kant, bagage aan de andere. Nu, met twee personen, werd dat wat krapper, maar ach: het grootste deel van de bagage zou toch in de camper liggen. Met tien minuten stond de tent op het terrras voor de woonkamer: geen scheuren, alles compleet, voldoende haringen en scheerlijnen… Kon zó mee. Joline liep het terras op. “En wij slapen hier in? Knus hoor…”

Ze keek even binnen. “Dáár heb ik zin in!” Ze sloeg haar arm om me heen. “Lekker knus met jou in een tentje!” Toen betrok haar gezicht. “Kees… wat voor slaapzak heb jij?” “Ik neem mijn militaire M90 slaapzak mee. Voldoende warm tot -15 graden. Hoezo?” Ze keek me aan. “Nou… als wij leuke dingen in dit tentje willen gaan doen… Wij passen niet samen in mijn slaapzak, en waarschijnlijk ook niet samen in de jouwe, denk ik.” Ik schoot in de lach. “Nee. Ik had al redelijk vaak ruzie met mijn militaire liefje in de slaapzak, en zij was nóg slanker dan jij bent.”

Ze keek me niet-begrijpend aan. “Je militaire liefje? Vertel eens… Heb ik iets gemist?” Ik grinnikte nog wat na. “Tijdens oefeningen moest je liefje altijd mee in de slaapzak… Mijn liefje heette ‘Diemaco’ nummer 463103, had een kaliber van 5,56 millimeter, een patroonmagazijn met dertig patronen, schoot tot 300 meter nauwkeurig, was van staal en kunststof, rook naar kruit en wapenolie en zei geen lieve woordjes voor het slapen gaan. En later, nadat ik die relatie had verbroken, heette mijn liefje ‘Accuracy’ en was een stuk groter en lomper.” Joline trok haar neus op. “Getverderrie. Met een geweer in je slaapzak? Wat smerig.”
Ik knikte. “Gelukkig had de Diemaco maar op een paar puntjes olie nodig en moest zij voor de rest droog zijn. Toen men nog het oude geweer FAL had, was dat wel anders. Die dingen moesten bijna druipen van de olie. En ook die ging mee in de slaapzak. En Fred had de mitrailleur MAG als slapie, én z’n pistool. En Fred paste zelf al niet in die slaapzak, laat staan met die lompe mitrailleur erbij.”

Joline schudde haar hoofd. “Bah. Niks voor mij, al dat militaire gedoe. Maar wat ik zeggen wilde: we moeten onze slaapzakken wel aan elkaar kunnen ritsen. Anders wordt het niet zo gezellig ’s nachts!” Ik dacht even na. “Dan gaan wij zo meteen de digitale Bever Sport catalogus eens raadplegen. Voor twee aan-elkaar-ritsbare slaapzakken. Maar die moeten wel lekker warm zijn, voor als we eens naar een wat kouder oord op vakantie gaan.” Ze keek een stuk vrolijker. “Ik heb alleen maar een zomer-slaapzakje. Leuk voor in de Ardennen als je tussen je warme broers ligt, maar ondertussen is het al September en ’s nachts wat frisser. Dan wil ik wel een goeie, warme slaapzak, waarin ik lekker tegen jou aan kan kruipen, hoor…”

“Dat laatste is een argument waar ik geen weerstand aan kan bieden. Zeker niet als jij een panty aan hebt. Ik breek de tent even af en dan gaan we eens digitaal winkelen. Maak jij ondertussen nog een kop koffie?” Ze schudde haar hoofd. “Nee. Wij breken dat tentje samen af. Dan weet ik ook hoe hij opgezet moet worden. Een beetje minder rolbevestigend, meneer Jonkman!” Ik grijnsde. “Sommige rollen ben ik écht wel blij mee in dit huis…” Die opmerking leverde een stomp op. “Macho…”

Vijf minuten later zat het tentje weer netjes in het foudraal, inclusief haringen en extra scheerlijnen. En vijf minuten dáárna zaten we aan de koffie, achter de laptop. Bij Bever was keuze genoeg. Super licht hoefden de slaapzakken niet te zijn, maar wel aanritsbaar, bestand tegen -20 graden, waterdichte buitenzak en voorzien van een inzetstuk wat je over je hoofd kon trekken. “De meeste warmte verlies je via je hoofd. Jij iets minder dan ik, vanwege je haren, maar als ik niks op m’n kop heb in een slaapzak, word ik ’s morgens steevast koud wakker. En dan ben ik niet te genieten.” Toe we onze keuze gemaakt hadden was er nog een korte discussie over de kleur. Joline wilde graag wat ‘frisse kleurtjes’, iets waar ik op tegen was. “Schat, als we eens zonder tentje buiten willen slapen, wil ik dat op een wat onopvallende manier doen. Een slaapzakje met een fel paarse en oranje Mondriaan-print erop misstaat dan enigszins. Gewoon groen of bruin is beter en onopvallender. Mijn tentje is ook bruin… Misschien nog een gewoonte vanuit m’n diensttijd.” Ze haalde haar schouders op. “Oké… Als ik slaap zie ik de kleur toch niet…” Ik knuffelde haar even. “En als we vrijen zorg ik wel dat jij alleen maar sterretjes ziet…” Even later was de bestelling geplaatst; een dag later zouden we op kunnen halen bij een distributiepunt in Veldhoven.

Daarna waren we een uurtje bezig met het pakken van spullen: kleren, toiletartikelen, paspoorten en wat een mens verder nodig heeft tijdens een weekend met familie. Uiteindelijk lagen er twee weekendtassen en een krat met andere spullen in een van de logeerkamers. In overleg met de anderen hadden we een verdeelsleutel gemaakt wie wát zou meenemen. Rond een uur of negen keken we elkaar aan en concludeerden we dat we, op de slaapzakken na, gereed waren voor het weekend. “Zo… nu nog anderhalve dag werken en dan eens kijken in hoeverre de families Boogers en Jonkman op elkaar ingespeeld zijn.” Joline keek me ondeugend aan. “En dat gaan we nú nog een keertje oefenen, Kees. Kom, mee naar bed, dit weekend zal er niets van komen, vrees ik!” Ik keek haar verwonderd aan. “Oh? En waarom, mevrouw Boogers, heb ik zojuist op Internet twee aan-elkaar-ritsbare-slaapzakken gekocht? Wilt u me dat even uitleggen alstublieft?” Joline keek guitig. “Omdat, lieve minnaar van me, deze slaapzakken sowieso lekker warm zijn en we er hopelijk nog vaker gebruik van gaan maken. Zónder broers en zussen in de directe omgeving. Zie het als een ‘diepte-investering’. En dan bedoel ik dat in economische zin des woords, niet in jouw platvloerse en oversexte denkwereld…” Ze trok me mee naar de slaapkamer en sloot de deur. “Kom. Tanden poetsen en uitkleden. Helemaal. En daarna lekker dicht tegen me aan komen liggen en knuffelen met je collega.” Even later lagen we inderdaad helemaal naakt onder het dekbed. “Lekker meisje van me…” Een genietende brom was het antwoord; Joline lag met haar rug naar me toe en ik streelde langzaam over die mooie, slanke rug. “Lekker mee doorgaan, Kees… Ik kan hier zó van genieten…” Een paar minuten later hoorde ik aan haar ademhaling dat Joline in slaap was gevallen. Ik legde het dekbed goed over haar schouders en ontspande me ook. Het was best wel een spannende dag geweest… En een inspannende middag. Met gedachten viel ik ook in slaap.

De donderdagochtend werd ik koud wakker. Het bleek dat Joline ons dekbed helemaal naar zich toe had getrokken. En aangezien we naakt waren gaan slapen… Ik keek op de wekker. 04:45. Nou ja. We waren redelijk vroeg gaan slapen, dus ik had slaap genoeg gehad. En om Joline nou voor die drie kwartier wakker te maken… Laat maar lekker slapen. Voorzichtig ging ik uit bed en pakte schoon ondergoed. Toen ik dat aan had, wilde ik zachtjes door de slaapkamer richting keuken lopen, maar dat ging niet door.

Vanaf het bed klonk: “Wat ben jij vreselijk vroeg wakker, schat…” Ik liep naar Joline toe en gaf haar een zoen. “Tja… dat gebeurt als mijn geliefde ’s avond zegt dat ze helemaal naakt wil vrijen, dan in slaap valt en ’s nachts het dekbed voor de volle honderd procent opeist. Dan word ik verrekte koud wakker.” Ze deed een lamp aan. “Méén je dat? Ben ik gisteravond tijdens het vrijen in slaap gevallen?” Ik knikte. “Ik was lekker zachtjes je rug aan het strelen en je zei nog dat daar zó van genoot, en twee minuten later was je vertrokken…” Ik zoende haar neus. “Slaapkop van me.” Ze keek me aan. “En jij liet me lekker slapen. En nu net ook… Je bent een lieverd. Kom eens lekker bij je lieve, naakte collega…” Ze trok me naar zich toe en kuste me zachtjes. “Sorry…” hoorde ik zachtjes in mijn oor. “Sorry?? Waarvoor? Omdat je lekker in slaap valt als ik je rug streel? Da’s toch heerlijk? Wees blij dát je nu lekker in slaap kan vallen, schat.”

Ze keek me aan. “Hoe laat is het nu, Kees?” “Het is bijna tien voor vijf, schoonheid.” “Kleed je uit en kom in bed. We zullen dit halve uurtje goed gebruiken. Ik zal je wel even opwarmen, schat.” Snel kleedde ik me weer uit en ging naast haar liggen. Joline ging op me zitten. “Ik ga jou verwennen, lieve vent van me…” Ze boog zich voorover en haar naakte borsten raakten me aan. Ze schoof iets naar onder en mijn paal gleed tussen haar lange benen. “Hmmm…. Dat voelt veelbelovend. Even opwarmen hoor…” Ze gleed iets naar boven, toen weer naar onder. En weer terug. “Lekker, jouw harde paal tegen mijn clitje… Kees… Wil je eens lekker aan mijn tepels zuigen? Daar word ik vreselijk geil van…” Ik zocht haar linkertepel en nam hem tussen mijn lippen. Zachtjes zoog ik er aan en kneep tegelijk in haar andere tepel. “Harder, Kees! Knijp er in, bijt maar… Dat doet pijn, maar het is een heerlijke pijn… Die voel ik tot diep in m’n poesje…. Ahhhh…..” Ze zuchtte toen ik inderdaad in haar tepel beet.

“Nog een keer, Kees… Harder! Bijt me!” Ik beet en zoog tegelijk, trok aan haar tepels en wreef de andere tussen duim en wijsvinger. Joline schoof haar onderlichaam tegen me aan.

“Lekker… Jouw harde paal tussen m’n natte lipjes… Ik verlang ernaar dat je in me komt, Kees! Ik verlang naar je harde pik diep in mijn natte kut! Naar het gevoel als je in me spuit…” Ze kwam iets overeind, pakte mijn paall vast en leidde hem in haar warme grotje. Even bleef ze hangen, toen keek ze me aan en liet zich over m’n paal zakken. Haar mooie blauwe ogen straalden. “Dit is zó lekker… Jouw paal die me langzaam vult… Zal jouw freule jou eens lekker opwarmen?”

Ik knikte. Ze liet zich langzaam voorover zakken tot ze op me lag. Toen begon ze zachtjes op en neer te bewegen; ze neukte mij. Elke keer haar poesje iets omhoog, dan weer omlaag. En tegelijk kneep ze me met haar spiertjes. Ik streelde haar rug en ze giechelde. “Deze keer zal ik niet in slaap vallen, lieverd…” Ik bromde: “Nee, dat laat je maar uit je blonde hoofd!” Ze tilde datzelfde blonde hoofd even op. Maar mond ging langzaam richting de mijne en ik voelde eerst haar lippen en toen haar natte tong. Ze likte langzaam over mijn tong. Ik stootte mijn heupen omhoog en ze gromde.

“Lekker… Doe nog eens… Je gleed over mijn lekkerste plekje…” Ik herhaalde de beweging een paar keer en Joline begon te trillen. Ze kneep haar poesje samen en hijgde: “Nu snel, Kees… Hetzelfde doen, maar snel, dan kom ik… JA! JA! Doe het! Spuit in me! Geef… me… je….” Verder kwam ze niet: ze verkrampte bovenop me en ik voelde haar vocht vrijkomen. Kreunend en hijgend kwam ze klaar.

Haar bewegingen hielpen mij ook over de rand. Ik trok haar mond naar de mijne en begon haar diep te tongen, en terwijl ik een laatste diepe stoot gaf. Toen kwam ik ook klaar: met harde stralen vulde ik haar natte poesje op. Mijn tong stoeide met de hare. Toen we een beetje tot rust kwamen liet Joline zich ontspannen naast me glijden en likte mijn oor.

“Zo… Even uitpuffen hoor. Best vermoeiend, zo wakker worden. Is mijn prins al weer een beetje opgewarmd?” Ik knikte. Joline keek me aan. “Zeg Kees… Van dat ochtendhumeur als jij koud wakker wordt, heb ik niet veel gemerkt, hoor. Ik denk dat we die slaapzakken maar terugsturen. Als jij zó reageert als je koud wakker wordt…” Een spotlachje gleed rond haar mond. “Ik had vanochtend dan ook een heel lief meisje in bed wat me lekker opwarmde. Als je dat niet had gedaan, had ik je thee op bed gebracht… met zout.” Ze kuste me. “Zó ken ik je weer.” Ze wreef haar warme lichaam tegen me aan.

“Lekker. Zo wakker worden en dan lekker met jou vrijen.” Ik streelde haar billen. “Ik vond het ook niet echt onaangenaam, schat…” Ze keek me aan. “Beter dan met je militaire liefje wakker worden, toch? En durf het eens om dat te ontkennen!” Ik schoot in de lach en kuste haar. “Mijn militaire liefje kon mij niet in zo’n staat van opwinding brengen. Ze bleef koud en hard. Jij kan mij op elk moment van de dag of nacht opwinden. Of aan het lachen brengen. Of huilen. Je staat naast me als het spannend is, ik kan mijn meest intieme gedachten met jou delen. Daarom hou ik zo van jou, Joline Boogers.” Tijdens de laatste zinnen keek ik haar aan: diep in die prachtige blauwe ogen.

Ze boog zich naar me toe. “En jij, Kees, bent nog steeds mijn enige ridder. Ik hou ook van jou.” Zachtjes kuste ze me. Nu niet meer passioneel en erotisch, maar haar warme lippen zachtjes op de mijne, subtiel strelend. Zo lagen we een paar minuten stil tegen elkaar tot Joline zich van me losmaakte. “Kom schat, eruit voordat die wekker lawaai begint te maken. Samen even lekker warm douchen, aankleden en lekker rustig ontbijten.” Ze keek ondeugend. “Zul je wel nodig hebben, want je bent alweer eiwitten kwijtgeraakt…” We stonden op en zeepten elkaar onder de douche in. “Niet zoveel aandacht voor mijn borsten meneer Jonkman, of je ligt zo meteen wéér in bed! Mijn borsten en m’n poesje doe ik zelf wel, dan kun jij ondertussen je paal ontsmetten van lichaamsvreemde stoffen.” Ze keek ondeugend.

Na het afdrogen liep ik naar de keuken en zetten croissants in de oven. Toen ik terugkwam in de slaapkamer moest ik fluiten: Joline stond daar op pumps, in een strakke spijkerbroek en een witte coltrui er boven maakte haar lange verschijning nóg langer en slanker. “Wauw… ondanks dat uw prachtige benen als zodanig niet te bewonderen zijn, ziet uw verschijning er zéér appetijtelijk uit, mevrouw.” Ze glimlachte. “Jij moet er maar aan wennen dat een meisje niet altijd een rok of jurk aan hoeft om er leuk uit te zien Kees. Ze knipoogde en omhelsde me. “Dank je wel voor je slaapmiddeltje gisteravond. En omdat je me wilde laten liggen vanochtend. Lief.” Ik voelde een tongetje vragend over mijn lippen glijden en beantwoordde haar vraag. Een paar minuten stonden we te zoenen, totdat de pieper van de oven ging. “Oh, de croissants zijn klaar. Lekker eten, dame.” Na een uitgebreid en rustig ontbijt (we hadden immers tijd genoeg) reden we richting Gorinchem.

Ook daar hadden we nog de tijd voor een uitgebreide kop koffie samen met wat andere vroege collega’s. Gonnie kwam vrolijk binnen, met in haar kielzog Marion. “Goedemorgen samen! Hebben jullie nog wat koffie overgelaten voor twee harde werkers?” Ik keek zuinig in mijn beker, waar nog nét een bodempje in zat. “Het is niet veel, maar…” Ik bood haar mijn beker aan. Gonnie keek me smerig aan. “Kees! Gétver!” Marion moest lachen. “Ik tap zelf wel een beker, geloof ik… Gonnie, jij met melk?” Die knikte. Marion schonk eerst de koffie voor Gonnie in, vroeg of een van de andere aanwezigen nog een bakje wilde en toen pas voor zichzelf. Dié was binnen een week een beetje veranderd. Ook qua kleding. Een gewone spijkerbroek, trui en geen zware make-up meer.

Even later voegde Theo zich bij ons. “Zo… Ik ben wat vroeg vandaag, want om acht uur staat er een potentiële klant op de stoep.” Ik keek hem aan. “Een potentiële klant. En meneer de directeur loopt in spijkerbroek, bodywarmer en op ouwe gympen.” Theo grinnikte. “Deze klant kent mij ondertussen al een jaar of twintig. Hoef ik geen gala voor aan. Hij bouwt schepen en is aan de andere kant van de snelweg gevestigd.” Ik trok mijn wenkbrauwen op. “Damen?” Theo knikte. “Wil eens komen praten over de installatie aan boord van een paar patrouilleschepen voor Maleisië. Die komen met nogal buitenissige eisen, en daar heeft hij ons waarschijnlijk voor nodig. En, Kees: ik wil dat jij erbij bent. Jij kent Damen.”

Ik knikte aarzelend. “Kennen is een erg groot woord. Ik heb er inderdaad een half jaar stage gelopen, maar…” Theo keek me aan. “Jongeman: de technisch directeur van Damen vroeg mij eergisteren of hij het goed had gelezen dat ene Kees Jonkman bij mij werkte. En of dat dezelfde was die een jaar of vier geleden bij hen had stage gelopen. Waarop ik bevestigend moest antwoorden. Toen zei hij: ‘Theo, ik zou graag willen dat hij bij de technische bespreking is.’ Wat hij daarna zei hou ik maar even voor me; je zou nogal naast je schoenen kunnen gaan lopen. Maar hou er maar stiekem rekening mee dat jouw piraten weer een nogal uitdagende klus zouden kunnen krijgen. Acht uur staat hij op de stoep. Be there! En dank je wel voor de koffie, Marion.”

Hij knipoogde naar haar. “Goed ’t goed hier?” Ze bloosde. “Vraag maar aan de rest, Theo. Ik hou m’n grote mond even dicht.” Gonnie nam het voor haar op. “Ze doet ’t best aardig, na wat … ahum… opstart-dingetjes.” Ze lachte er bij. Theo knikte. “Ik zal eens navraag doen bij je mentor Fred.”

Met een brede grijns verdween hij naar zijn kantoor. Marion keek nogal paniekerig. “Als hij bij meneer van Laar navraag gaat doen…” “is meneer van Laar de hele vorige week plotseling vergeten! Een plotselinge aanval van geheugenverlies of zo, denk ik. Deze week ging best wel goed”, dreunde de bas van Fred plotseling door de koffiehoek. Zelfs ik schrok. “Verdorie Fred, hou eens op met dat gesluip van je! Kom gewoon binnen, net als iedereen… fluit van mijn part het Wilhelmus of God save the Queen als je binnenkomt!” Hij schudde zijn hoofd. “Nee, lekker niet, Kees. Zo vang je nog eens wat op… Best wel handig als er over je geroddeld wordt.” Hij keek Marion aan. “En wat ik net zei, méénde ik.” Marion bloosde. “Dank u wel, meneer van Laar.” Inwendig moest ik grinniken. Marion noemde ondertussen iedereen bij de voornaam, behalve Fred. Waarschijnlijk hield hij bewust in stand als onderdeel van zijn mentorschap.

Ik goot m’n laatste slok koffie naar binnen en zei: “Sorry mensen… ik ga maar weer eens produktie draaien en wat Piraten aan het werk zetten…” Joline zei spottend: “Ja, ga jij maar weer lekker tekenen, collega. Wij zullen het zware werk wel weer doen, hoor…” Ik keek haar aan. “Oh? Ga jij vandaag met Fred het dak op? Nou, sterkte dan maar. Ik zal aan je denken als ik lekker comfortabel achter mijn bureau m’n vierde kop koffie opdrink in de zalige wetenschap dat jij boven op het dak staat te blauwbekken…” Fred zei droogjes: “Ach, het zou voor mij geen straf zijn…” en knipoogde naar mij. “Kun jij rekenen, Fred van Laar? Reken er maar niet op!” Joline’s stem klonk kattig, maar ze lachte erbij.

Even later zat ik bij de Piraten in de groepsruimte. “Luister lui… Om acht uur zit ik bij Theo. De technisch directeur van Damen komt hier om een mogelijk project te bespreken: patrouilleboten voor Maleisië. Dat zou voor ons een volgende klus kunnen zijn, na ons grote offshore-project. De tijdlijn weet ik nog niet, in feite weet ik nog helemaal niks, maar als één van jullie zo meteen eens op Internet duikt en alle bijzonderheden over patrouilleboten van Damen in combinatie met Maleisië eens opzoekt… Waarschijnlijk zijn het de nieuwe schepen met een zogenaamde ‘bijlboeg’… Ik ben met name geïnteresseerd in motorgegevens: output, type, enfin, alles wat we nodig hebben om daar onze installaties aan te koppelen.” Henry zat al achter de computer knoppen te bonken. “Ben al bezig…” “Mooi, dank je wel Henry. Deel al je info met de rest, alsjeblieft. We gaan zien wat hier uit komt, lui! Wat ik in ieder geval wél weet: Damen bouwt mooie scheepjes. En ik zou er verdraaid trots op zijn als daar spul van DT ingezet wordt. En wie weet, houden we er een leuk vaartochtje over de Merwede aan over…”

Een uurtje later zat ik met Theo en een van de directieleden van Damen aan tafel. Ik kende hem vaag; incidenteel wel eens een kort gesprekje met hem gehad als ‘stagiair’ tegenover ‘een van directeuren’. Hij bleek zich mij nog goed te herinneren; had zelfs mijn proefschrift gelezen. Het werd een boeiende en technische bijeenkomst. Wat de marine van Maleisië wilde was zoals gewoonlijk het schaap met de vijf poten: heel veel PK’s uit een hele krappe machinekamer die, behalve het schip een flinke vaart zouden moeten geven, ook nog eens een bijzonder hoge elektrische output moest leveren. “Dit is voor ons een brug te ver. En wij hopen dat jullie ons zouden kunnen helpen, met name met dat elektrisch vermogen.”

Hij keek Theo en mij beurtelings aan. Theo keek naar mij. “Hé Kees, jij bent afgestudeerd op ‘Praktisch ontwerpen’… Kunnen wij hier iets in betekenen of wordt dit moeilijk?” Ik keek op de tekeningen. “Misschien komt hier ook een stukje militair verleden om de hoek kijken, baas. Waarom willen die Maleisiërs in vredesnaam zo’n lullig autonoom 25mm proppeschietertje op de boeg? Dat ding, en met name de toren, vreet stroom. Leuk om ‘m vanaf de brug te kunnen bedienen, maar de elektrische installatie die ervoor nodig is, vreet bijna eenvierde aan elektrisch vermogen van het hele schip…” Ik keek de man van Damen aan. “Als jullie de opdrachtgever ervan kunnen overtuigen dat dit kanon in deze constellatie zonde van de plaats, het gewicht en de stroom is… Zet er een 40mm Bofors voor in de plaats, met elektrische ondersteuning voor draaien en eleveren, en je hebt een bewezen wapensysteem met méér effectieve dracht, meer keuze uit munitie en het scheelt meer dan de helft aan opgenomen elektrisch vermogen. En dat houdt in: een machinekamer waar wél alles in past, dunnere leidingen, je kunt zelfs alle essentiële leidingen dubbel uitvoeren. Ja, dat kanon heeft 3 man bemanning nodig, maar dat kunnen ook dubbelfuncties zijn. Bovendien is het kanon waarschijnlijk goedkoper, en sowieso minder storingsgevoelig. De Duitsers hebben dit kanon gekoppeld aan een centrale vuurleiding op hun schepen van de “Wiesel-klasse’. Erg ongezond om daarbij in de buurt te komen.”

De anderen keken me met verbazing aan. “Ja, sorry… een stukje beroepsverleden kwam bovendrijven…” De man van Damen was driftig bezig zaken op z’n I-pad aan het noteren. “Hoe noemde je dat andere kanon, Kees?” “Da’s een 40L70 Bofors. 40mm kaliber, een wapen uit de jaren ’30, steeds opgewaardeerd en verbeterd. Zweden heeft er een hele rits verschillende soorten munitie voor. Wordt ook gebruikt op de Zweedse versie van het CV-90 pantservoertuig.” Hij knikte. “Ik ga eens in overleg met de klant. Mag ik jouw naam noemen als ze meer bijzonderheden willen?” Ik knikte en gaf hem mijn visitekaartje. “Fijn. Heren, het was goed om even met jullie te sparren; we gaan elkaar in de nabije toekomst vaker zien, denk ik.” Hij stond op. “Kees, als je terug wilt komen…” Theo gromde. “Wáág het niet om onder mijn personeel te gaan vissen Charles… Op het moment dat je Kees wegkaapt ben ik meteen mijn hoofd Backoffice kwijt. Die zitten met secondenlijm aan elkaar vast.” Charles grijnsde. “Het was te proberen, Theo…”

Ik kon het niet laten. “Theo, nu we het er toch over hebben… die salarisverhoging…” Hij keek me aan, zijn ogen spleetjes. “Meneer Jonkman, we gaan toch niet lastig worden, hoop ik? Anders krijg jij een vervelend gesprekje met mijn echtgenote… En nu eruit. Kees, laat jij Charles even uit? Ik zie dat ik telefoon heb…” Ik nam Charles mee naar de koffiehoek. “Waarom begon hij plotseling over zijn hoofd Backoffice, Kees?” Ik grinnikte. “Dat is mijn partner. En over dat ‘terugkomen’: Charles, ik heb het hier reuze naar m’n zin. Er moet wel héél veel tegenoverstaan wil ik teruggaan naar jullie bedrijf. Waar ik overigens een heerlijke stagetijd heb gehad. Maar DT nu in de steek laten? Nee.” “Je partner???” De rest van mijn betoog was duidelijk aan hem voorbij gegaan. “Kom maar even mee naar mijn bureau.” Ik liet hem de foto van Joline en mij op het balkon zien. “Dát is mijn partner. Joline Boogers.” Hij keek me aan. “Dát is een wel hele knappe dame, Kees...” Ik knikte. “In meerdere opzichten.” Hij gaf me een hand. “Dank voor je kennis. We houden contact!”

Ik liep terug naar m’n bureau en ging aan het werk. Henry had nóg meer bestanden gevonden en in een aparte map “Patrouillevaartuig” op het netwerk gezet. Ik was me er juist in gaan verdiepen toen Theo binnenkwam. “Kees… dank je wel voor jouw bijdrage. Ik wil niet op de zaken vooruitlopen, maar het zou zo maar eens kunnen zijn dat we in de toekomst intensief zaken gaan doen met Damen. Ik ken Charles een beetje; die komt niet voor Piet Snot langs. Dit project is voor hen best belangrijk; als wij ze kunnen helpen zijn we aan boord. Letterlijk. En jouw suggestie over dat kanon… Waar haal je die kennis in vredesnaam vandaan?” “Je vergeet dat ik drie jaar lang ‘wapens’ als beroep had, Theo… Van de meeste wapens, tot en met tankkanons, ken ik bijzonderheden wel. En weet je waar die Maleisiërs dat idee van die 25mm vandaan hadden? Een paar jaar geleden was er een TV-serie over de Australische Marine. Opgenomen aan boord van een patrouillevaartuig van de Armidale-klasse. Die schepen hebben ook zo’n wapensysteem op de boeg, af te vuren vanaf de brug via een TV-scherm met geïntegreerd dag- en nachtvizier. Ziet er lekker peppie uit, maar qua vuurkracht wint de 40mm Bofors met glans.”

Theo zuchtte. “En ik maar denken dat ik een elektrotechnisch ingenieur in dienst had. Blijkt het uiteindelijk een lopende wapen-encyclopedie te zijn. Oh ja, en dan nog wat: jullie gingen morgen een weekendje weg?” Ik knikte. “Met de camper van Joline haar ouders, samen met mijn twee zussen en hun partners, zijnde de broers van Joline. Morgenmiddag van hier uit naar Veldhoven, spullen ophalen, dan naar Malden, camper inpakken en wegwezen.” Hij keek me aan. “Volgens mij gaan jullie morgen rechtstreeks vanuit Veldhoven naar Malden, meneer. Ik wil jullie hier morgen niet meer zien, anders begin je weer aan m’n kop te zeuren over salarisverhoging. Vanmiddag om vier uur begint weekend voor Joline en jou. Ik moet toch wát doen om jullie bij DT te houden…” Hij grijnsde, gaf me een klap op m’n schouder en verdween. Inwendig gniffelde ik. Juist dát maakte het werken hier zo leuk: de waardering.

Ik liep naar Joline. “Hé schoonheid…” Ze keek argwanend. “Wat heb jij te melden? Als jij zó binnenkomt, is er iets.” “Ik ga je melden dan wij vanmiddag om vier uur weekend gaan houden. Opdracht van de big boss himself, nadat ik wat heb geholpen met zijn gesprek met de directeur van Damen. Dus: zorg dat je je backoffice op orde hebt, dan gaan we om vier uur onbeschoft weekend vieren!” Ze lachte. “Ik zal mijn maatregelen nemen, Kees. Om vier uur is het weekend!” Ik stak mijn duim op en wilde naar de Piraten. Plotseling schoot me iets te binnen en liep ik naar Fred. “Hé maat, kun jij iets voor me doen?” Hij keek op. “What’s up, Kees?” “Kun jij eens diep in je computer, Internet, Defensie-on-line en weet ik veel welke andere websites kijken of je info hebt over een nieuw type patrouileschip van de Maleisische Marine?”

Hij keek me aan. “Carriereswitch? Ga je zeebenen kweken?” “Nee. Met een beetje mazzel moet DT de elektrische installatie van die schepen verzorgen in opdracht van Damen. Oh ja, kijk ook even hoeveel van die dingen ze willen kopen.”

Hij grijnsde breed. “Dát, sergeant Jonkman, zijn de opdrachten die ik wel leuk vind… Loopt langs de grenzen van bedrijfsspionage of spionage. Zien zonder gezien te worden enzo. Ehh… mag ik bij Damen inbreken?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee. Zij zijn de vriendjes. Met wat mazzel gunnen zij ons de opdracht. Op het moment dat ze er achter komen dat er vanuit DT in hun bestanden wordt gekeken, kunnen we het schudden.”

Hij knikte. “Duidelijk. Hoe laat wil je het hebben?” Ik haalde mijn schouders op. “Kalm aan… Als ik het maandag heb, is het vroeg zat. Morgen zijn we er sowieso niet, dus je hebt alle tijd.” Fred knikte. “Oh, wat is het bedrijfsleven toch soepel, vergeleken met Defensie…”

Ik ging weer aan het werk; lichtte de Piraten in dat ik vrijdag vrij zou zijn. “Geen punt, Kees. Kunnen we de stressbestendigheid van Henk testen!” Frits grinnikte. “Morgen neem ik m’n zweepje mee Frits, dus kijk uit.” ’s Middags tijdens de wandeling waren Angelique en Henry na honderd meter plotseling spoorloos en doken weer vlak voor de ingang van het gebouw weer op. Iedereen deed alsof hij of zij gek was; er werden geen toespelingen gemaakt en iedereen ging normaal door met de conversatie. Prachtig om te zien!

Rond kwart voor vier kwam Theo mijn bureau binnenstormen. “Kees! Heb jij volgende maandagmiddag afspraken?” Ik knikte. “Jazeker wel! Dan word ik verondersteld keihard te werken bij de firma DT te Gorinchem.” “Mooi. Daar gaan we verandering in aanbrengen: maandagmiddag gaan jij en ik naar Damen. Zorg dat je zoveel mogelijk info over die schepen hebt. En over dat andere kanon. Wij moeten Damen overtuigen, zij moeten de Maleisiërs overtuigen. Anders missen we de boot. Trek een net pak aan; dit wordt een statiebezoek.” “Oké. I’ll be there. Fred is ondertussen op Internet wat speurwerk aan het doen naar die schepen; ik heb ‘m uitdrukkelijk verboden om digitaal te gaan neuzen bij Damen.” Theo knikte. “Dat is ‘m geraden, anders kunnen we fluiten naar die opdracht. Goed… Met deze wijze woorden: opgedonderd, heer Jonkman. Neem je dame mee, anders begint die misschien ook over salarisverhoging te miepen.” “Aye aye, sir.”

Tien minuten later zaten Joline en ik op de snelweg richting Veldhoven. “Lekker hoor, zo’n baas”, zei Joline tijdens het rijden. “Huh? Baas? Lekker? Hoor even dame, degene die ‘lekker’ is, zit naast je. En je hebt het aan zijn kennis te danken dat je nu al weekend kan vieren, vergeet dat niet!” Ze klopte op mijn knie. “Ja hoor schat… Je hebt gelijk. Maar het blijft een lekkere baas, die Theo.”

“Dat noemen we ‘leiderschap’, schoonheid. Af en toe je medewerkers belonen als ze iets substantieels hebben bijgedragen aan de firma. Het liefst onverwacht. En ja, dat is wel lekker. Eén van de redenen waarom ik graag bij deze toko werk.” Joline begon plotseling te giebelen. “Ik zal maar niet vragen naar de andere redenen…” “Nee, da’s onverstandig. Zou je alleen maar van naast je pumps gaan lopen. Maar… aangezien die ‘lekkere baas’ van ons ons eerder naar huis heeft gestuurd: wat dacht je ervan om weer eens buiten de deur te eten?” Een goedkeurend “Hmmm….” klonk. “Lekker. Dan heeft mijn eigen chefkok ook eens een dagje vrij. Misschien heeft hij dan energie genoeg om vanavond wéér mijn rug te strelen.” “Ik zal het hem eens vragen. Als ik hem tegenkom...” Een veelbetekenende blik was haar antwoord.
Lees verder: Mini - 66
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...