Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Maxine
Datum: 29-08-2019 | Cijfer: 9.7 | Gelezen: 12254
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 82 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Zussen,
Slot
En dan is eindelijk de dag daar, waar Roald en Ingrid zich zo naar toe hebben geleefd. Ze zijn al vroeg bij de start, begeleid door hun familie en vrienden. Roald moet al veel eerder starten, omdat hij de volledige afstand gaat lopen, Ingrid start twee uur later. Maar ze bereiden zich samen voor met de warming up.

Roald ziet ook enkele gezichten, die hij zich nog herinnert van de duatlon. Terwijl hij en Ingrid zich opwarmen, hoort hij een Nederlander zeggen: ‘Moet je daar dat wijf zien! Stel je toch eens voor, dat je daarachteraan moet rennen! Het zou lastig zijn om met een stijve de wedstrijd te rennen!’

De andere mannen, die om hem heen staan, moeten lachen. Ingrid heeft het gehoord en zegt in feilloos Nederlands: ‘Heren, een prettige wedstrijd, en doe wat ijs in je broek, want ik kan me niet voorstellen, dat het met een stijve gemakkelijk lopen is.’

Roald proest het uit van het lachen en de drie heren blozen flink.
‘Ow, sorry, als ik u beledigd heb, mevrouw.’

Ingrid lacht. ‘Nee, maar ik zou wel oppassen met wat je zegt. Je zou zomaar tegen iemand kunnen praten, die je verstaat. Maar gelukkig kan ik er wel tegen, evenals mijn man.’

Ik kom bij Ingrid staan en stel me voor. ‘Hallo, ik ben Roald de Vries, en dit is mijn vrouw Ingrid.’

Een van de mannen kijkt Roald aan. ‘Heb ik u al niet eens eerder gezien? Ik meen dat u het heel goed deed bij de duatlon.’

Roald knikt. ‘Ja, dat kan wel zijn. Ik was derde allround en eerste in mijn categorie.’

De man steekt zijn hand uit en zegt: ‘Dan had ik het toch goed. Laat ik me even voorstellen, Arie Jonkers.’

De rest stelt zich ook voor. Ze blijken Geert Gevelmans en Pieter Daemen te heten. Ze komen uit het zuiden van Nederland, en zijn vrienden van elkaar. Het zijn alle drie ondernemers met een klein bedrijf. Samen doen ze mee aan nationale wedstrijden, maar eens per jaar doen ze mee aan een Iron Man evenement in het buitenland. Dat doen ze nu al enkele jaren. Roald vertelt hun, dat hij ook ondernemer is en directeur van een groot robotica bedrijf is.

De man, die Pieter heet, zegt: ‘Welk bedrijf is dat dan? Ik ben toeleverancier aan enkele bedrijven, die zulke apparaten maken.’

‘Mijn bedrijf is HRT, dat is gevestigd in Lidköping.’

‘HRT? Zo, dat is inderdaad niet zomaar een bedrijf! Jullie zijn een van de marktleiders! Wow, zo’n jonge vent en al eigenaar van zo’n gerenommeerd bedrijf!’

‘Kwestie van geluk en hard werken. Maar ik heb veel aan mijn overgrootouders te danken. Van oorsprong komt mijn familie uit Zweden, en dankzij mijn overgrootmoeder ben ik mede-eigenaar geworden van dit bedrijf. En ik ben er erg trots op.’

‘Ik heb al eens eerder geprobeerd bij u mijn diensten bij u aan te bieden, maar helaas zonder resultaat.’

‘Wat levert u, als ik vragen mag?’

‘Ik ben gespecialiseerd in produceren van titanium en carbon onderdelen. Mijn bedrijf is wel niet erg groot, maar ik lever wel de hoogste kwaliteit. Ik ben zelfs NASA-gecertificeerd.’

Ingrid is ook meteen geïnteresseerd en zegt tegen Roald: ‘Misschien moet hij eens praten met Diana. Ze zoekt nog iemand, die bepaalde onderdelen voor haar kan maken.’

Roald knikt. ‘Misschien moeten we na afloop maar eens met elkaar praten. Wie weet kunnen we wat voor elkaar betekenen. Mag ik jullie een goede wedstrijd toewensen?’

‘Graag, en die uitnodiging neem ik graag aan. Ik neem aan, dat het geen probleem is, dat we onze vrouwen en kinderen meenemen?’

‘Nee, helemaal niet. Maar ik waarschuw wel, het zal wel druk zijn. Mijn vrienden en familie zijn er ook.’

‘Des te beter, dan hebben onze vrouwen ook niets te klagen, dat ze zich zullen vervelen. Ze klagen altijd zo, dat we te veel over zaken praten en hun dan ongemoeid laten.’

Ingrid lacht. ‘Dat komt wel goed. De meesten spreken wel wat Nederlands of in ieder geval Engels. Dat kan ook bijna niet anders, als je vrienden bent met Roald.’

Ze wisselen dan nog vlug wat telefoonnummers uit, en dan is het tijd voor Roald om naar de start te gaan. Van de drie heren doet er ook een de volledige afstand. Het blijkt Arie te zijn, de man die zich als eerste aan Roald voorstelde.

‘Ah, jij doet ook de volledige afstand?’

‘Ja, dat poog ik in ieder geval te doen. Dit is mijn tweede keer, en de vorige keer heb ik het niet gehaald. Maar dit jaar heb ik me beter voorbereid.’

‘Succes dan. Zie je dan wel aan de finish!’

Ze schudden elkaar de hand en stellen zich dan op bij de start. Nadat het startschot heeft geklonken, duiken ze het water in. Dit is het moeilijkste voor Roald, en ondanks dat hij zich goed heeft voorbereid, valt hem het zwemmen toch wat zwaar. Hij ziet Arie hem voorbij zwemmen en dat geeft hem motivatie om net iets meer te geven.
En dat is precies wat hij nodig heeft om in een goed ritme te komen. Maar desondanks is hij blij als hij het eindpunt van de zwemtocht ziet. Roald heeft een flinke achterstand opgelopen op zijn geplande tijd.
Maar eenmaal op zijn fiets voelt hij zich meteen helemaal in zijn element. Hij zet er een flinke vaart in, en haalt de ene deelnemer op de andere in.
Al snel krijgt hij Arie weer in het zicht. Fietsen is duidelijk niet het allerbeste onderdeel van Arie, en Roald gaat hem al snel voorbij en verdwijnt dan ook al snel uit zijn zicht. Na honderdtachtig kilometer fietsen is het tijd om zich voor te bereiden voor het laatste onderdeel, het lopen. Terwijl Roald zich omkleed, komt Arie ook binnen. Maar Roald is alweer onderweg, voordat Arie kan vertrekken.

Ondanks dat het lopen het beste onderdeel van Roald zou moeten zijn, wil het hem maar niet lukken om weer in een goed ritme te komen. Daar verliest hij flink wat tijd mee. Maar doordat hij aansluiting kan krijgen bij een groepje, komt hij weer in zijn ritme. Hij voert zijn tempo weer op en begint weer aan een inhaalrace.

Het lukt hem zelfs om zijn verloren tijd weer goed te maken. En aangemoedigd door zijn vrienden en familie, lukt het hem zelfs om weer bijna op zijn tijd van zijn geplande schema te komen. Maar na ruim negen lange uren komt hij, bijna volledig uitgeput, aan bij de finish. Daar wordt hij opgewacht door Ester, Ingrid en Ada.

Het voelt als een verlossing, als hij eindelijk over de streep komt. Ester, Ingrid en Ada knuffelen hem en prijzen hem met zijn prestatie. Maar deze intimiteit is maar echter van korte duur. Want na twee minuten komt er een official, die Roald vraagt hem te volgen, in verband met een dopingtest. Verbaasd loopt Roald met hem mee, waar hij keurig zijn plichtplegingen vervuld. Daarna wordt hij meegevoerd door een man, waar Roald aan vraagt: ‘Wat is er eigenlijk aan de hand? Waarom moet ik mee komen?’

‘Wist je het nog niet? Je hebt van alle deelnemers in je klasse de snelste tijd behaald. Je had veruit de snelste tijden bij het fietsen en het lopen.’

Roald kijkt verbaasd. ‘Meen je dat nou? En juist het lopen ging vandaag niet zo goed!’

‘Nou, als dat een slechte dag is, dan doe je het verdomd goed. Je had met het lopen de achttiende tijd overall van alle deelnemers. En ook je fietstijd was zeker niet slecht. Daar had je een zesendertigste plek overall. En daarmee ben je ruim veel sneller dan alle andere deelnemers in je klasse.’

‘Wow, dat had ik me helemaal niet beseft! Dus ik heb mijn klasse gewonnen?’

De man lacht. ‘Ja, met overmacht zou ik zeggen. Je hebt talent!’

Roald is overdonderd. Dan feliciteren hem enkele deelnemers. Een Nederlandssprekende man komt op Roald af. Hij zegt: ‘Hey, je had een goede race! Maar ik hoor net, dat je slechts meedeed in de open klasse. Je had met de hoofdrace mee moeten doen!’

Roald lacht verlegen. ‘Tja, wist ik veel, bovendien is dit mijn eerste Iron Man. Hiervoor heb ik alleen nog maar een duatlon gedaan.’

‘Nou, dan is het des te indrukwekkender. Ik zal je wel voordragen voor een uitnodiging bij de marathon van New York, als je dat zou willen. Ik heb goede contacten met de organisatie.’

‘Nu houd je me voor de gek!’

‘Nee, werkelijk! Ik zou je best willen meenemen als haas. Ik wil dan een persoonlijk record lopen en wat hoger in de top eindigen.’

Roald kijkt de man verbaasd aan. ‘Mag ik dan vragen wie u bent?’

De man lacht hard. ‘U kent me niet? Ik ben nochtans behoorlijk bekend, in Nederland en daarbuiten.’

‘Sorry, ik doe dit echt nog niet zo lang, en dan alleen maar voor de hobby. Bovendien heb ik echt geen tijd om me veel met andere dingen bezig te houden, ik heb een eigen bedrijf, een groot gezin en veel vrienden. Het was dit jaar al een behoorlijk offer om hiervoor genoeg te kunnen trainen.’

‘Nooit gehoord van Mantega?’

‘Sorry, zegt me niets. Ik ben al enkele jaren weg uit Nederland.’

De man lacht. ‘Dat maak ik niet vaak mee, maar ik vind het niet erg. Ik zal me dan maar even goed voorstellen. Ik ben Michael Mantega.’

Roald schudt hem de hand. ‘Aangenaam, Roald de Vries.’

‘Je zei, dat je al een tijdje weg bent uit Nederland? Woon je nu in Zweden?’

‘Ja, al enkele jaren. Ik ben hier getrouwd en ben sinds enkele weken mede-eigenaar van een technologiebedrijf, dat bij de top van de markt hoort. We maken vooral robots en sinds kort maken we ook prototypes voor protheses voor gehandicapten mensen. Ons doel is het om in enkele jaren een deelnemer een afstand bij deze Iron Man te laten lopen.’

‘Zo, dat is een nobel streven. Mag ik vragen, hoe het bedrijf heet?’

‘Natuurlijk, het bedrijf heet HRT, en bevindt zich in Lidköping. En sinds kort hebben we een nieuwe divisie opgericht, die met de kennis van het hoofdbedrijf, dat robotica maakt, dus protheses gaat maken voor gehandicapte mensen. Een tijdje geleden trof ik iemand aan bij een duatlon, die met zijn eigen gemaakte prothese probeerde deel te nemen aan die wedstrijd. Helaas kon hij door technische problemen de wedstrijd niet afmaken, maar hij had wel mijn interesse gewekt.’

‘Interessant. Zouden we een keer een kijkje mogen nemen?’

‘En wie is we? U moet wel begrijpen, dat er wel sprake is van beroepsgeheim. We zijn marktleiders in ons segment, en onze concurrenten zouden staan te springen om een kijkje bij ons te mogen nemen.’

‘Ik begrijp u. Als ik zeg we, dan bedoel ik natuurlijk mezelf en enkele afgevaardigden van de sportbond. Ieder initiatief om gehandicapten weer te kunnen laten sporten en laten deelnemen aan een actief leven, dat juichen we toe. En misschien kunnen we wat voor u betekenen.’

‘Daar valt altijd wel over te praten. Goed, ik zal u een uitnodiging laten toekomen. Maar u heeft niet deelgenomen aan de Iron Man?’

‘Oh nee, dat past niet in mijn schema. Ik ben hier op uitnodiging, en ik maak tevens van de gelegenheid gebruik om interessante trainingspartners en hazen te spotten.’

‘Als u wilt trainen, dat kan. Ik train zeer regelmatig, vooral in de ochtenden. Dat komt me beter uit voor mijn werk, en het houdt me fit.’

‘Nou, met zo’n conditie en kracht blijft u wel fit.’

Ingrid komt eraan gelopen. Als deelneemster mag ze naar Roald toe en ze kijkt verbaasd toe als ze ziet dat Roald met een bekende topsporter staat te praten.

‘Hey, Roald! Daar ben je!’

‘Ah, Ingrid! Sorry, ik werd meegenomen. Schijnbaar heb ik mijn klasse gewonnen!’

‘Ja, wist je dat dan niet?’

‘Nee, ik dacht dat ik juist achter lag op mijn schema. Hoe is jouw race gegaan?’

‘Goed, net iets sneller dan gepland. Zes uur, negenendertig minuten en twaalf seconden.’

‘Zo, dat is een heel stuk beter, dan je gedacht had. Ik ben trots op je!’

Ingrid lacht. ‘En ik ben trots op jou! Maar waarom dacht je, dat je tijd slechter zou zijn?’
‘Op mijn timer staat, dat ik negen uur en dertig minuten had gedaan.’
‘Dan is je timer niet goed, Roald. Je hebt negen uur, drie minuten en zes seconden gedaan!’

Roald kijkt nog eens op zijn timer en moet dan lachen. Hij laat het Ingrid zien, die dan hard moet lachen.
‘Je hebt je timer op de kop!’

Roald schatert het uit van het lachen. ‘En dan nog te bedenken, dat ik bij het lopen nog veel tijd verloren heb, omdat ik niet in mijn ritme kwam!’

Ingrid glimlacht. Dan zegt ze: ‘Roald, zou je me niet eens voorstellen aan de man, waarmee je aan het praten bent?’

‘Oh, natuurlijk, waar zijn mijn manieren! Michel, dit is Ingrid, mijn vrouw. Ze heeft de halve afstand gedaan vandaag. Ingrid, dit is Michel Mantega. Naar het schijnt een topatleet uit Nederland.’

Michel geeft Ingrid een hand en stelt zich aan haar voor. Ingrid lacht en zegt: ‘Wist je niet wie dat was, Roald? Schaam je! Ook nog een landgenoot van je!’

Roald lacht. ‘Tja, ik kan nu eenmaal niet alles weten. Maar hij heeft me gevraagd of ik geen haas voor hem wil zijn bij de marathon van New York.’

‘Ow, dat is nogal een eer, Roald. Dat moet je zeker doen?’

‘Eerst eens kijken, of ik nog genoeg tijd kan vinden voor te trainen, Ingrid. En ik moet nog herstellen van deze inspanning. En ik heb immers ook nog een bedrijf om te leiden!’

Michel stemt in. ‘Natuurlijk, er moet wel brood op de plank komen. Maar ik heb de indruk, dat ik jullie ergens van ken. Zijn jullie niet eens op het nieuws geweest?’

Ingrid glimlacht. ‘Dat zou wel kunnen. Roald is vooral met een bepaalde rechtszaak hier in Zweden in het nieuws geweest, en dan was er natuurlijk nog ons huwelijk, dat breed uitgemeten is in de pers.’

‘Was dat dan zo bijzonder, jullie huwelijk?’

‘Ja, nogal. We zijn door de koning gehuwd, omdat anders ons huwelijk niet helemaal rechtsgeldig zou kunnen zijn. En door die truc kon dat wel. Daardoor konden ik en mijn zussen met hem trouwen.’

De man kijkt verrast. ‘Ja, daar heb ik van gehoord! Zijn jullie dat? Waar is dan de rest?’

‘Die mogen hier niet komen, je weet wel, alleen toegankelijk voor deelnemers.’

‘Ah, maar dat gaan we wel even regelen! Het kan toch niet zo zijn, dat er bij de huldiging niemand van je gezin aanwezig is!’

De man roept iemand en praat even kort met hem. Daarna snelt de man weg, en komt na enkele minuten terug met Ester en Ada. Roald stelt hen voor aan Michel, en dan is het alweer tijd voor de huldiging. Roald wordt opgeroepen om op het podium te komen. Daar krijgt hij een medaille en een beker, en de uitnodiging om volgend jaar weer deel te nemen.

Daarna is hij voer voor de pers, waar hij intussen wel raad mee weet. Michel kijkt toe, hoe Roald zich vaardig door de pers slaat, zonder iemand te kort te doen. Want Roald wil wel gebruik maken van de gelegenheid, waarom hij heeft deelgenomen en meteen reclame te maken voor zijn bedrijf. Als hij dan eindelijk klaar is met de pers, komt hij weer terug bij zijn familie. Michel staat er nog steeds bij te wachten. Hij feliciteert hem en zegt: ‘Kunnen we ons later ergens treffen?’

Roald zegt: ‘Waarom komt u niet naar ons huis toe? Of u komt morgen naar de haven van Borgholm, dan nodig ik u uit om een boottocht op mijn zeilschip te maken.’

‘O, dat sla ik niet af! Kan ik dan mijn vriendin en dochter ook meenemen?’

‘Natuurlijk. En onze boot is veilig en groot genoeg om uw vriendin en uw dochter een prachtige dag te bezorgen.’

‘Ik heb wel geen reddingsvesten bij me.’

‘Geen zorgen, die zijn ruimschoots aan boord, hoewel het niet nodig is. Maar zekerheid voor alles. Mijn kinderen gaan ook niet aan boord, zonder dat ze een vest aan hebben.’

‘Ah, u heeft ook al kinderen? Hoe oud zijn ze?’

‘Ze zijn alle drie nu drie jaar. Isabel is de oudste, dan komt Petr en dan Anna.’

‘Dan zijn ze ongeveer net zo oud als mijn dochter. Dat zal ze wel fijn vinden!’

Roald legt hij dan uit waar hij moet zijn en hoe het schip heet. Dan nemen ze afscheid en gaan ze ieder hun weg. Roald gaat naar huis heen, want hij is behoorlijk moe. Maar hij moet nog wel wat oefeningen doen, zodat zijn vermoeide spieren morgen niet zo’n pijn doen. En dat is lastig genoeg, want hij is moe en alles doet hem pijn. Maar gedisciplineerd doet hij zijn oefeningen om daarna van een welverdiende rust te genieten.
En na een goede nachtrust is hij weer, naar omstandigheden, behoorlijk fit. Hij is nog wel flink stijf en zijn lichaam doet nog pijn van de enorme inspanning, maar het is dragelijk.

Eerst gaat hij een stuk lopen, samen met zijn gezin en ook zijn nieuwe gezinsleden Lasse en Tørre. Lasse is best onder de indruk van de prestatie van Roald. ‘Jezus, Roald. Ik zou dat echt nooit kunnen, zo’n Iron-man.’

‘Ach, met wat goede training en begeleiding kan jij dat ook, Lasse. Zeker weten!’

Ingrid knikt. ‘Ja, daar geef ik Roald gelijk in. Misschien dat je niet zo’n supertijd zal doen als Roald, maar je zou zeker de finish halen!’

Tørre lacht en zegt tegen Lasse: ‘Ja, Lasse, probeer daar nu nog maar eens onderuit te komen. Ik denk dat ik je volgend jaar hier weer zie, maar dan ben jij degene met spierpijn!’

Roald lacht. ‘Nee, volgend jaar is voor hem nog veel te vroeg. Maar over twee jaar, dat zou wel kunnen.’

Lasse kijkt Roald aan. ‘Denk je echt, dat ik zoiets zou kunnen?’

‘Als je je er genoeg voor inzet en genoeg discipline op kunt wekken, dan ja. Er is heel wat opoffering voor nodig, maar daar krijg je dan natuurlijk wel een mooi gespierd lichaam voor terug.’

‘Ach, zo slecht zie ik er toch niet uit, of wel, Ingrid?’

‘Als ik je moet vergelijken met Roald, dan verlies je glansrijk, Lasse. Daar kun jij niet aan tippen. Of in ieder geval nog niet!’

Lasse denkt even na. Dan zegt hij tegen Ingrid: ‘Dus je zou het wel leuk vinden, als ik wat meer gespierd zou zijn?’

‘Atletisch gespierd, zoals Roald, ja. Maar geen machospieren. Dat vind ik niets.’

Roald lacht en zegt: ‘Ja, Ingrid is niet voor niets een sportvrouw! Ze weet wel wat ze wil. Maar maak je geen zorgen. Toen ik haar leerde kennen, was ik ook niet bepaald mager, hoewel ik toch regelmatig sportte. Alleen ben ik hier wat meer gaan hardlopen, bijna iedere dag, in plaats van een keer in de week. En dat maakt toch wel een verschil.’

‘Hoe houd je dat vol, Roald? Het lijkt me wel moeilijk om je iedere dag weer aan te zetten om een stuk te gaan rennen.’

‘In het begin was dat zeker moeilijk, maar ik had wel het voordeel, dat ik al een goede conditie had. Heb ik altijd al gehad, maar die is natuurlijk nu nog veel beter geworden. Dat maakte het voor mij wel gemakkelijker om door te zetten.
En als je eenmaal de smaak te pakken hebt, dan is het bijna een verslaving. Als je dan eens een dag niet kunt, dan voelt dat niet lekker. Maar je moet wel een goed schema hebben. In het begin had ik dat niet, en ben ik er behoorlijk ziek van geworden. Ik had enorme stress en kreeg daardoor geheugenverlies. Ik werkte te veel, en dan ook nog iedere dag te veel sporten, dat was te veel voor mijn lichaam. Pas na een goede rust en na de nodige onderzoeken heb ik met een sportarts een schema opgesteld. En dat werkt nu goed. Ik ben fitter dan ooit, en ik heb veel minder stress, ook op het werk.’

Ester knikt en zegt lachend: ‘Maar je moet er wel bij zeggen, dat je ook nog eens drie vrouwen tevreden moest houden in bed. Dat is voor iedere man al een behoorlijke klus voor een vrouw, laat staan dat hij er drie moest doen!’

Lasse lacht. ‘Pff, drie vrouwen, daar draai ik mijn hand niet voor om!’

Ester kijkt Roald even vlug aan. Roald geeft haar een knipoog, hij weet al wat ze wil zeggen. Dan haalt ze een keer adem en zegt: ‘Nou, dan wil ik dat wel eens zien! Ik hoor wel van Ingrid, dat je wel wat kunt in bed, maar dat er nog wel wat mankeert aan je uithoudingsvermogen. Dus ik geloof er niets van, dat je mij, Ingrid en Ada kunt bevredigen, voordat jij helemaal in elkaar stort van vermoeidheid!’

Tørre proest het uit van het lachen. ‘Ja, Lasse! Dat krijg je er nu van als je een grote mond hebt. Je zou nu toch wel moeten weten, dat je zoiets niet tegen de vrouwen van Roald moet zeggen. Die zijn namelijk nogal wat gewend!’

‘Alsof jij zoiets wel kan, Tørre.’
‘Dat weet ik niet, heb ik nog nooit geprobeerd. Maar Roald heeft me wel wat geleerd, waardoor ik het misschien wel zou kunnen. Maar dan nog heb ik zijn conditie niet, dat is echt niet meer normaal!’

‘Wat zou jij meer kunnen, dan ik? Ik hoorde altijd maar dat je best nog wel kon leren in bed.’

Tørre krimpt even weer in elkaar, omdat dit weer direct een herinnering brengt aan Petra.

‘Ow, sorry, Tørre. Dat had ik niet moeten zeggen.’

‘Nee, het is al goed. Het doet alleen even pijn als ik weer aan haar denk. Of eigenlijk denk ik nog regelmatig aan haar, maar als andere haar noemen dat doet dat gewoon wat extra pijn. Ik zal er mee moeten leven.’

Ada slaat haar arm om hem heen en zegt: ‘Ze is ook nooit uit onze gedachten, Tørre. Ik denk ook nog vaak aan haar. Maar aan de andere kant, nu heb je mij toch?’

Tørre glimlacht. ‘Ja, maar ik heb je niet helemaal. Niet dat ik het erg vind, ik begrijp het zelfs heel goed. Je hebt het me goed genoeg uitgelegd.’

Ada geeft hem een korte zoen en zegt dan: ‘Dat weet ik. Maar eerlijk gezegd, zou er van jouw buikje ook nog wel wat vanaf mogen, Tørre. Waarom gaan jullie niet samen trainen? Dan gaat het veel gemakkelijker.’

Nu moet Lasse lachen. ‘Ja, Tørre! Nu ben jij ook de lul. Kom, dan gaan we samen oefenen. En wie weet zijn wij dan de sterren van de Iron Man…’

‘Goed, maar ik wil wel een stok achter de deur. Iets dat ons motiveert om door te blijven zetten.’

Ze bedenken van allerlei straffen, voor als een van hun het zou opgeven. Dan komt Ingrid met een goed idee.

‘Ik weet het! Wat dachten jullie hiervan: Wie opgeeft, gaat voor straf een jaar lang voor ons bediende spelen. En om het nog erger te maken, helemaal in zijn nakie. Dus zodra hij thuis is, dan kleren uit en moet je ons bedienen. Met wat dan ook!’

Iedereen schiet in de lach, maar Roald zegt: ‘Dat vind ik eigenlijk helemaal niet zo’n slecht idee, Ingrid. En we krijgen regelmatig wel eens bezoek, dus dan is het nog een grotere straf!’

Tørre lacht en zegt: ‘Goed, ik durf die uitdaging wel aan. Wat jij, Lasse?’

‘Je bent gek!’

‘Dan ben ik maar gek. Maar ik vind dan wel, dat er wat tegenover moet staan, als we het volhouden en de Iron Man finishen.’

Roald knikt en zegt: ‘Dat zou niet meer dan fair zijn. Wat had je in gedachten?’

‘Nou ja, ik zou dan wel eens samen alleen met Ingrid op vakantie willen gaan. En dat moet jij dan gaan betalen.’

‘Daar kan ik nog wel mee leven. Goed, deal! En jij Tørre? Wil je ook op vakantie?’

Tørre antwoordt meteen: ‘Nee, dat is niet zo aan mij besteed, Roald. Maar ik heb wel een idee en dat heeft te maken met wat ik hier in de toekomst wil gaan doen.’

‘Ah, heb je besloten wat je nu gaat doen?’

‘Ja, maar ik weet alleen nog niet of ik ervan kan leven. Ik heb altijd een kunstenaar willen worden. Ik heb wel eens vaker wat kleine dingen gemaakt, maar het liefst zou ik wat grotere dingen willen maken. Maar daarvoor mis ik de ruimte om dat te kunnen doen.’

Iedereen kijkt verrast. Zelfs Ada wist niet, dat Tørre zo’n wens had. Ze zegt dan ook: ‘Ik wist helemaal niet, dat je zoiets wilde doen?’

‘Ik heb het ook nog nooit tegen iemand verteld, zelfs niet tegen Petra. Maar nu ik hier ben, en we praten over wat ik zou willen, als ik die Iron Man zou halen, dacht ik: Waarom zou ik het niet vragen?’

Roald knikt. ‘Nou, wat voor ruimte had je dan in gedachten?’

‘Het hoeft echt niet heel erg groot te zijn, maar ik wil iets met glas gaan doen. Ik heb dat in Noorwegen in een kleine galerij gezien, en dat vond ik zo mooi! Ik ben er nog een paar keer terug geweest, en de kunstenares stond me toe dat ik het zelf een keer probeerde. Het was best moeilijk, maar ik deed het niet eens zo slecht, volgens haar. Natuurlijk moet ik dan nog veel leren, om het goed te kunnen doen, maar dat heb ik er wel voor over.’

‘Dus als we hier een kleine schuur neer zouden zetten, dan zou dat genoeg zijn?’

‘Ja, het hoeft echt niet heel groot te zijn, Roald.’

‘Nou, ik was eigenlijk toch al aan het denken om een schuurtje te laten bouwen. Nu jullie erbij zijn gekomen, is de garage wat te klein geworden, en ik wil toch ergens onze fietsen en andere spullen kwijt. Als ik die schuur nu wat groter laat bouwen, dan zou je plaats hebben om daar je werkplaats in te richten.’

‘Ja, dat zou fantastisch zijn, maar ik heb die Iron Man nog niet zomaar gelopen!’

‘Dat maakt me niet uit, Tørre. Het idee was er al langer, maar nu heb ik meer redenen om het te doen. En wat betreft de tegenprestatie, daar vinden we wel wat op. Maar ik vind het wel belangrijk, dat je iets vindt om je leven vulling te geven. Nu zit je de hele dag hier thuis, en dat is niet goed.
En nu je deel uit maakt van mijn gezin, bemoei ik me daar ook wel wat mee. Het is niet zo, dat ik je ga vertellen wat je moet doen en wat niet, maar ik wil wel dat je hier niet helemaal op mijn kosten zou moeten leven, zonder dat je iets bijdraagt. En als je dat wilt doen, door een kunstenaar te worden, dat vind ik prima. Als je maar iets doet.’

Tørre knikt. ‘Ja, ik begrijp je heel goed. Ik voel me ook wel een beetje schuldig aan het feit dat ik hier eigenlijk de hele dag niets doe. Ik wil eigenlijk dingen doen, die ik leuk vind, of nuttig zijn.’

Ada zegt tegen hem: ‘Nou, als je nuttig wilt zijn, het hek zou misschien wel eens een opknapbeurt mogen hebben. En misschien kun je daar je kunstenaarshart in leggen!’

Tørre lacht. ‘Nou, misschien doe ik dat ook nog wel, Ada! Trouwens, ik heb me al een beetje nuttig gemaakt, door wat dingen in de tuin te doen. Ik heb de struiken langs de omheining gesnoeid.’

‘O, dat is inderdaad waar. Maar daar hebben we eigenlijk ook tuinmannen voor. Maar goed, als je daarmee eens zou beginnen?’

Tørre kijkt Ada aan en denkt even na. Dan kijkt hij Roald aan en zegt dan: ‘Eigenlijk is dat idee van het opknappen van de omheining nog niet zo’n slecht idee. Maar de omheining en het hek zijn allemaal niet meer in de beste staat. Ik weet niet of het zich nog loont die opnieuw te schuren en te schilderen.
Maar ik heb wel een idee, hoe je de omheining met een beetje werk weer heel mooi en nog meer passend bij je huis kan krijgen. Ik zou een nieuwe omheining kunnen maken, die ik helemaal bewerk in dezelfde stijl als het huis is. Dat zou fantastisch gaan uitzien. En de toegangspoort zou ik met mooi snijwerk kunnen verfraaien.’

Roald kijkt verrast op. ‘Dat staat me op zich wel aan, maar je zei met net, dat je iets met glas wilde gaan doen?’

‘Ja, maar dit is ook iets, wat ik al kan. Ik heb, toen ik nog op school zat, wel eens wat houtsnijwerk gedaan. En misschien dat ik met allebei iets kan gaan doen. Maar wat denk je er nu van?’

‘Nou, verras me maar. Hout kun je bij Bert en Samantha halen, daar hoef je niet zo ver voor weg en Bert brengt het je ook nog wel. Zeg hem maar wat je nodig hebt, dan komt het wel goed.’

‘Ow, dus je vindt het een goed idee? Dan ga ik mijn uiterste best voor je doen! Het is immers jouw huis, en ik zou niet willen, dat ik iets ga maken, dat je zelf niet mooi vindt.’

‘Waarom haal je niet gewoon wat materiaal bij Bert en maak je gewoon een paneel, gewoon om te kijken hoe het eruit ziet. En als wij dat goedvinden, doe je ook de rest.’

Tørre kijkt Roald vol ongeloof aan. ‘Meen je dat echt? Dat zou ik super vinden! Oh, ik krijg al helemaal een beeld voor me, hoe ik dit hier ga maken! Geloof me, dit ga je echt fantastisch vinden!’

Tørre is duidelijk in zijn nopjes. Het is overduidelijk, dat hij al bijna niet meer kan wachten, totdat hij thuis is.
En kleine dingen brengen soms grote veranderingen. De uitdaging aan Tørre en Lasse heeft de sfeer in huis omgetoverd naar een heel vrolijke sfeer.
Ada en Ester verwennen Roald en Ingrid met massages voor hun pijnlijke spieren, terwijl Tørre en Lasse het avondeten verzorgen. Maar ondanks de goede zorgen, gaan Roald en Ingrid al vroeg naar bed. De wedstrijd heeft veel van hun krachten geëist. Ester en Lasse gaan met hun partners mee naar bed uit solidariteit, maar de beide sporters kunnen ondanks hun vermoeidheid maar moeilijk de slaap pakken.
Pas na een nieuwe massage van hun spieren, lukt het ze om te slapen. En dan slapen ze ook met een diep, normaal hoort Roald ieder geluid, maar nu slaapt hij diep door.

Ester ligt naast Roald in bed en kijkt vol liefde naar de liefde van haar leven. Ze is zo ontzettend trots op hem. Voor het eerst in zijn leven een triatlon afleggen, en dan ook nog meteen in de prijzen vallen! En ook hoe hij Tørre en Lasse gemotiveerd heeft om ook sportief en creatief te worden, dat maakt haar trots. Roald is voor haar meer dan een echtgenoot, hij is een echte vader, die zich om het hele gezin bekommert.

En hoewel Lasse en Tørre groot en volwassen genoeg zijn om hun eigen boontjes te doppen, Roald beschouwt ze al als volledige leden van zijn gezin en zorgt er op zijn manier ook voor. En Ester prijst zich gelukkig, dat hij haar man is. Ze kan er niets aan doen, maar ze moet huilen van geluk. En hoe vermoeid Roald ook is en hij al die andere geluiden niet gehoord heeft, hij wordt wakker van het gesnik van haar tranen.

Ester schrikt als Roald vraagt: ‘Wat is er, Ester? Je huilt!’

‘Ben je wakker? O sorry, dat was niet de bedoeling. En er is ook niets, ik huil alleen maar van geluk. Je maakt me zo ontzettend gelukkig, dat ik mijn geluk niet op kan.’

Roald veegt haar tranen weg en drukt een kusje op haar hand.

‘Jij maakt me ook gelukkig, Ester. Maar dat doen Ingrid en Ada ook, alleen net iets anders. En daarom is het nu ook goed, dat Tørre en Lasse erbij zijn. Nu is ons gezin compleet. Drie kinderen en nog eentje onderweg bij Ada. Wat kan ik me nog meer wensen?’

Ester droogt haar tranen en kijkt Roald aan. ‘Misschien kan ik je geluk nog wat groter maken, Roald. Ik zou best wel eens zwanger kunnen zijn. Ik ben al tien dagen over tijd en ik voel me ook lichtjes misselijk. Ik heb dan nog wel geen test gehaald, maar ik denk niet, dat ik het verkeerd heb.’

‘Wat! Dat meen je niet! Och, Ester! Dat is toch fantastisch!’

‘Ben je er blij mee? Ik bedoel, het wordt dan weer behoorlijk druk in huis!’

‘Natuurlijk ben ik er blij mee! Jeetje! Weten Ingrid en Ada het al?’

Ester schudt haar hoofd. ‘Het is nog te vroeg om er iets over te vertellen. Als we weer thuis zijn, haal ik een test en dan weten we het zeker.’

Roald geeft haar een tedere zoen, om haar te tonen, hoe blij hij er mee is. Woorden zijn echt overbodig nu. Een beter antwoord had hij Ester niet kunnen geven. Maar Ester had Roald ook niets beters kunnen geven om hem nieuwe energie te geven. De pijn en vermoeidheid zijn opeens vergeten, maar zodra hij wat beweegt, herinneren zijn pijnlijke spieren hem weer eraan, wat hij gisteren gedaan heeft.
Uiteindelijk valt hij toch in slaap, om toch weer als vanouds vroeg wakker te worden. Tot zijn verbazing is Ester al wakker, ze zit aan de keukentafel naar de opgaande zon te kijken.

‘Ah, je bent al wakker! Moet je eens kijken, Roald! Wat ontzettend mooi is dat toch, die zonsopgang!’

Roald begroet haar met een zoen en zegt: ‘Was je ook al wakker?’

‘Ik heb amper kunnen slapen van de pijn. En ik had gehoopt, dat we dadelijk weer even wat kunnen bewegen, zodat mijn spieren weer wat losraken. Ik heb echt nog nooit zoveel spierpijn gehad, dan ik nu heb, en ik sport toch al een heel tijdje!’

‘Ik voel ook overal pijn. En je hebt gelijk, een stukje lopen kon wel eens goed doen. Maar ik ga nu niet hardlopen, gewoon een stukje wandelen, meer zit er nu niet in.’

Ingrid lacht. ‘Nee, bij mij ook niet, Roald.’

‘Dan hoeven we ons ook niet om te trekken, of wel?’

Ingrid schudt haar hoofd. Roald roept dan de honden, die meteen paraat staan om met hem te gaan wandelen. Hoewel de honden goed getraind door Roald zijn, moeten ze hier wel aan de lijn. En ze zijn gewend om normaal met hem te rennen, en lopen nu wat onzeker met ze mee. Maar als ze doorkrijgen, dat ze vandaag alleen gaan wandelen, beginnen ze weer als vanouds ontspannen hun eigen dingen te doen.

Roald en Ingrid lopen arm in arm langs de kust. Ze lopen een behoorlijk stuk, het is immers nog lekker vroeg en de wandeling voelt goed aan voor hun spieren. Pas na een uur zien ze pas de eerste mensen. Een vrouw, die in de tuin wat rekoefeningen doet, groeten ze. De vrouw herkent hun en zegt: ‘Heb ik jullie niet gezien bij de wedstrijd?’

‘Ja, we hebben allebei meegedaan. En nu zijn we wat aan het wandelen, omdat onze spieren vannacht zo’n pijn hebben gedaan.’

‘Dat ken ik van mijn man, die heeft dat ook altijd. Die is nu ook weer behoorlijk stijf. Maar hij moet er toch op tijd uit, want de gek heeft een afspraak met iemand gemaakt, waar we een boottocht mee gaan maken.’

Ingrid wil iets zeggen, maar Roald maakt haar stilletjes duidelijk, dat ze haar mond moet houden.
‘Nou, dan zullen we u niet tegenhouden, als u uw man moet wekken.’

‘Oh, maar hij is al wakker, hij moet onze dochter in de gaten houden, als ik een stuk ga rennen.’

‘Nou, dan zullen we u niet langer ophouden. En misschien zien we elkaar later weer.’

De vrouw glimlacht vriendelijk terug en groet hun terug. Roald en Ingrid vervolgen hun weg en als ze ver genoeg zijn, proest Ingrid het uit van het lachen. ‘Die zal straks vreemd opkijken, als we haar terug zien op de boot. Want het kan niet anders, dat ze de vriendin van die man is!’

Roald glimlacht. ‘Ja, dat denk ik ook. Maar dan is de verrassing ook des te groter.’

Ze lopen dan weer terug naar hun huisje, waar Ester en Ada ook al op zijn. Hun kinderen zijn ook al op, alleen Lasse en Tørre ontbreken. Ingrid vraagt aan Ada: ‘Slaapt Tørre nog?’

‘Nee, die zijn al aan het trainen. Jullie hebben ze een uitdaging gesteld en die uitdaging willen ze ook serieus aangaan. Dus zijn ze nu al aan het trainen. Ze hebben me gevraagd, hoe ze dat het beste kunnen aanpakken, en ik heb ze een plan van aanpak geschreven. Ik laat het ze lichtjes opbouwen. Ze moeten van mij nu eerst vijf kilometer lopen en een kilometer hardlopen. En dat laat ik lichtjes per week opvoeren. Volgende week moeten ze zes kilometer wandelen en anderhalve kilometer hardlopen. Niet met te grote stappen, dat gaat niet goed. Ze hebben nog niet de conditie, zoals wij dat hebben.’

Roald lacht. ‘Dus jij wordt nu de trainster van die twee? Dat doe je goed.’

‘Ik kan ze toch niet aan hun lot overlaten, of wel? En ze lijken het ook echt zelf te willen. Dat is natuurlijk niet verkeerd. En ik weet er inmiddels toch wel meer dan genoeg van, om ze daarmee te kunnen begeleiden.’

Roald geeft Ada een zoen en zegt: ‘Je bent een schat, weet je dat?’

Ada glimlacht en zegt: ‘Hmm, doordat ik nu alle dagen bij Tørre lig, vergeet ik bijna hoe goed je kunt kussen, Roald! Tørre kan me misschien wel dat warme gevoel geven, maar hij moet toch nog heel wat leren, voordat hij aan jouw niveau komt!’

Roald glimlacht. Ester zegt: ‘Wat let je om je te halen, wat je nu nog bij Tørre te kort komt? Roald is nog steeds je man, en volgens mijn laatste informatie houd je nog steeds van hem.’

Ada bloost en zegt: ‘Ja, maar het voelt ook een beetje vreemdgaan als ik dat met Roald zou doen. Het is nog wat wennen, maar je hebt gelijk, daar moet Tørre ook maar aan wennen. Roald is nog steeds mijn man, en zal dat blijven ook.’

Ingrid zegt: ‘Waarom help je Roald niet even met douchen, ik durf te wedden, dat hij dat nog steeds moet. En wie weet, wat er dan allemaal gebeurt?’

‘Moet jij niet douchen?’

‘Dat kan ik straks ook nog. We hebben alleen maar gewandeld, dus zo erg is het ook niet, als ik even moet wachten.’

Ada twijfelt dan een moment, maar neemt dan een besluit. ‘Hmm, Ingrid, je hebt goede ideeën. En nu ik er zo over nadenk, begin ik al nat tussen mijn benen te worden! Roald, ik ben bang, dat je alweer aan de bak moet! Lukt dat wel, met je pijnlijke spieren?’

‘Maak je over mij maar geen zorgen, de wandeling heeft me goed gedaan. Ik voel al bijna geen spierpijn meer!’

Dan krijgt Ada opeens haast. Ze trekt Roald mee naar de badkamer en laat Ester en Ingrid lachend achter. Die vinden het wel humor, dat Ada opeens zo’n haast heeft om met Roald op de badkamer te komen.
Het duurt niet lang, of ze horen bekende geluiden vanaf de badkamer. Ester zegt tegen Ingrid: ‘Oei, als je dat hoort, zou je zelf alweer geil worden! Maar ik denk niet dat Roald het al aankan om ons drieën te neuken.’

Ingrid schudt haar hoofd. ‘Nee, dat zou te veel gevraagd zijn. Maar dat hij het alweer kan! Ik heb nog steeds wat lichte spierpijn. Maar ja, Roald is ook wel een klasse apart!’

Intussen komen Lasse en Tørre weer terug van hun training. ‘Hey, sporters!’

Lasse en Tørre glimlachen. ‘Ach, zo sportief waren we nu ook weer niet bezig. Dit viel ontzettend mee, dat konden we allebei wel goed af.’

‘Je moet niet meteen te veel willen, want dat gaat je uiteindelijk een keer opbreken. Langzaam opbouwen, dan gaat het beter.’

‘Dat zei Ada ook al. Maar hoe gaat het met jou? Nog erg veel last van je spieren?’

‘Het gaat, ik heb vanmorgen al met Roald gewandeld om onze spieren weer wat los te krijgen. Dat hielp goed.’

‘Waar zijn Roald en Ada trouwens?’

Ingrid lacht. ‘Kun je dat dan niet horen? Ze zijn luidruchtig genoeg!’

Lasse kijkt geschokt, maar Tørre is zo mogelijk nog meer geschokt. Maar hij vermant zichzelf snel. En hij heeft ook geleerd door al snel te zeggen: ‘Oef, dat was even moeilijker als ik dacht. Ik had alleen niet verwacht, dat Ada dit zo snel al een keer zou doen!’

Ingrid knikt. ‘Dat begrijp ik, maar je moet Ada ook begrijpen. Roald is nog steeds haar man, en ze houdt ook nog steeds van hem. En je mag dan wel de ontbrekende schakel in haar leven zijn, ze heeft wel een keuze gemaakt, waar jij je naar moet schikken. En dat geldt voor jou net zo, als voor Lasse.’

Nu is het Lasse, die geschokt kijkt. ‘Ja, ook voor jou, Lasse. Dat ik van je houd, en ik ook met je vrij, wil nog niet zeggen, dat ik de seks met Roald opgeef. Jullie zijn nog lang niet zo goed, als ik gewend ben. Nu verlang ik ook niet, dat jullie op gelijke hoogte komen van Roald, dat gaat jullie nooit lukken. Daarvoor kent Roald veel te veel geheimen in bed. Je moet het zo zien, we zijn nogal verwend in bed, en zo nu en dan verlangen we daar wel eens naar terug. En aangezien Roald er nog steeds voor ons is, maken we daar zo nu en dan wel eens gebruik van.’

Lasse knikt en zegt: ‘Heb je nog eens met Roald seks gehad, vanaf het moment, dat we samen zijn?’

Ingrid knikt. ‘Jazeker! Alleen praat ik er zo niet over, omdat ik weet dat het je stiekem toch wel wat pijn doet. Je moet nog wennen aan deze situatie.’

Het is duidelijk, dat Lasse ook even moet slikken door deze bekentenis. Maar ook hij zegt manmoedig: ‘Je hebt gelijk, ik moet er ook nog even aan wennen. Maar ik wist waar ik aan begon, dus dan moet ik ook leren hiermee om te gaan.’

Tørre knikt ook. ‘Ja, daar heeft Lasse wel gelijk in. We wisten allebei, waar we aan begonnen. We moeten alleen even wennen, dat ik haar met Roald moet delen.’

‘En zo is het maar net.’

Ester zegt: ‘Wat hebben ik en mijn zusjes wat seks betreft een luxeleven! Als we echt zouden willen, zouden we met ieder van jullie naar bed kunnen gaan, en jullie zouden het niet eens weten, dat jullie met een ander naar bed zijn gegaan.’

Lasse en Tørre kijken geschokt. ‘Zouden jullie zoiets echt doen?’

Ingrid lacht hard. ‘O ja, en dat hebben we al vaker gedaan. Niet bij Roald, dat heeft immers geen zin. Maar vroeger, toen we nog jonger waren? O ja, wel meer dan eens. Ester, herinner je nog Johan Mullikesens?’

Ester lacht meteen. ‘O ja, die arme jongen hebben we met ons drieën platgeneukt! We wisselden de hele tijd door te zeggen, dat we even naar de wc moesten. En toen kroop weer iemand anders bij hem erop. Hij had werkelijk geen druppel meer in zijn zak!’

Lasse en Tørre lachen geschokt. ‘Dat hebben jullie echt gedaan? En jullie lijken wel zo’n onschuldige meisjes!’

‘Dat zijn we ook, maar ook soms ontzettend geil!’

De twee mannen moeten er hartelijk om lachen en Tørre zegt: ‘Lasse, waar zijn we toch in godsnaam beland? Is dit paradijs of zo? Het enige probleem dat we hier hebben, is dat we ’s avonds niet weten, wie er nu precies bij ons in bed ligt.’

‘Is dat nu zo erg? Ze lijken toch precies op elkaar en ik moet eerlijk zeggen, dat ze alle drie wel mijn hart verwarmen, alleen Ingrid het meest. Maar ik zou Ingrid toch meteen herkennen, vanwege de kleine verschillen die ze hebben.’

Ingrid grijnst en zegt: ‘O, maar daar hebben ze ook make-up voor uitgevonden. De enige, die ons dan nog uit elkaar kan houden, dat is Roald. Die zou ons ook met de ogen dicht herkennen.’

‘Dat heb je me al eens verteld, maar dat begrijp ik nog steeds niet zo heel goed.’

‘Lasse, je hebt toch wel gehoord, dat Roald een uitzonderlijk goed gehoor heeft? Daarmee herkent hij ons. Het is echt ongelofelijk, maar hij herkent ons geluid zelfs in een menigte. En dan is er nog iets, dat we zelf ook niet zo kunnen verklaren. Ik denk dat het iets te maken heeft, met wat zijn overgrootmoeder ook heeft gehad.
Ze had bepaalde gaven, die behoorlijk uitzonderlijk waren. En we denken, dat hij daar wel een paar van geërfd heeft. Daarvoor hebben we al te veel met hem meegemaakt, om te weten, dat er meer is, als alleen wat hij toegeeft. Ik denk, dat hij ons ook terug zou kunnen vinden, als hij helemaal niet weet waar we zijn. Dat klinkt misschien griezelig, maar zo voelt het niet. Hij geeft oprecht om ons, en het geeft ons een soort geborgenheid, dat we altijd op hem kunnen vertrouwen.’

‘Is dat ook een reden, waarom jullie niet bij hem wel willen gaan?’

‘Een van de redenen is dat ook, maar er zijn veel meer redenen. Maar ik denk dat de belangrijkste reden is, een belofte, die we ooit eens aan iemand gedaan hebben. En die betreft Roald. Ik wil er niet te veel over zeggen, maar het is wel erg belangrijk voor ons. Maar in feite is het complete pakket om Roald wat ons aan hem bindt.

Hij is zoveel meer dan alleen de man, met wie we getrouwd zijn. Ons leven, maar ook dat van jullie, draait om dat van hem. Roald is het middelpunt in ons leven. Hem gelukkig zien, maakt ons ook gelukkig. En het klinkt vreemd, maar dat gevoel kunnen jullie ons nooit geven.

En dat geldt ook voor jou, Lasse. Doordat je er bent, geef je me het laatste stukje wat me ontbrak in mijn leven, maar je kan me nooit dat gevoel van geluk geven, zoals Roald ons dat wel kan geven. Het is moeilijk te verklaren, ik denk dat Ester het wel begrijpt.’

Ester knikt. ‘Ja, je hebt gelijk. Het draait allemaal om Roald. Hem gelukkig zien, betekent dat wij ook gelukkig zijn. En hoe je het ook wendt of keert, voor jullie geldt hetzelfde. Jullie maken nu deel uit van ons gezin, en dat neemt Roald niet licht op zich. Hij is pas gelukkig, als jullie dat ook zijn. Dat is hoe hij werkelijk is.
Voor zijn dierbaren denkt hij met zijn hart. En als die gelukkig zijn, dan pas is hij tevreden. Daarom doet hij ook zoveel voor zijn vrienden, maar ook mensen, die hij nauwelijks kent. Hij heeft een bijna onfeilbaar gevoel om de juiste mensen in zijn leven te kiezen.

Ik heb hem daarin maar een keer een fout zien maken, en die persoon heeft wel geweten, wat het is om de woede van Roald op zijn hals te halen. En dat was voor ons allemaal geen leuke tijd. Maar telkens als hij weer een succes boekte om zijn wraak te nemen, dan was hij weer even gelukkig. Het is maar goed, dat het nu voorbij is, dat heeft het leven weer veel gelukkiger gemaakt.’

Lasse lijkt het nu te begrijpen. ‘Dus als ik het goed begrijp, wordt Roald dus gelukkig, als de mensen om wie hij geeft, gelukkig zijn.’
‘Ja, precies zo.’
Tørre begint te lachen. ‘Wat ben ik dan in een dwaze situatie terecht gekomen! Om mezelf uiteindelijk gelukkiger te maken, moet ik toestaan, dat de vrouw waar ik van houd seks heeft met de man met wie ze getrouwd is. Ook al maakt me dat nu even wat ongelukkiger.’

Ingrid en Ester lachen. ‘Tja, als je het zo bekijkt is het wel gek. Maar geloof ons nou maar, dat je er uiteindelijk beter van wordt.’

Tørre glimlacht. ‘Ik ken Roald nu wel genoeg om me daarvan wel te overtuigen. Maar mijn gevoel zegt nu alleen nog even wat anders. Nu moet ik mijn gevoel nog overtuigen, dat mijn verstand het juist heeft.’

Ester kijkt Tørre aan en zegt: ‘Kan ik misschien iets doen, waardoor je je beter zou voelen?’

‘Hoe bedoel je?’

‘Nou, ik denk namelijk niet, dat Roald het heel erg zou vinden als wij samen seks zouden hebben. Of jij met Ingrid, dat is namelijk de afspraak, die we gemaakt hebben. Seks met anderen is oké, maar we laten elkaar wel even weten, met wie en wanneer we dat doen. Het is niet zo, dat we dit echt dagelijks doen, maar zo hebben we het wel afgesproken. En ik vind, als Roald en Ada zich het recht nemen om nog steeds seks te hebben met elkaar, zonder dat jij ervan af weet, dat jij dat ook met een van ons zou mogen doen.’

Nu kijken Lasse en Tørre geschokt. En ze zijn nog meer geschokt, als Ingrid daarmee instemt. ‘Dat ben ik met Ester eens. Jullie zijn niet de enige, die moeten slikken, dat hun partner seks met een ander heeft. Wat voor jullie geldt, dat geldt ook voor Roald, Ada, Ester en mij.’

‘Dus met andere woorden, als ik nou echt per se seks zou willen hebben, dan zou ik dat ook met een van jullie kunnen doen?’

‘Of met ons allebei, als je dat aan zou kunnen. Maar dat betwijfel ik.’

Lasse kijkt Tørre grijnzend aan. ‘Dit wordt hier nog steeds beter! Want als ik het goed begrijp, heb ik dus niet de keuze uit een vrouw, maar gelijk uit drie!’

Ingrid zegt: ‘Hey, maar het gaat nog steeds op basis van vrijwilligheid. Er kan geen sprake zijn van dwang of verplichting.’

‘Ja, dat spreekt wel voor zich, Ingrid. Maar, ik noem maar een voorbeeld, stel ik zou nu Ester vragen om met me naar bed te gaan, en ze stemt toe, dat zou je niet erg vinden?’

Ingrid haalt haar schouders op. ‘Nee, helemaal niet. En misschien wil ik dan nog wel meedoen, als jullie me dat toestaan. En als dat niet zo is, dan moet ik zelf maar zorgen, dat ik aan mijn trekken kom. In dat geval zou ik Tørre kunnen vragen of ook Roald.’

Tørre glimlacht. ‘Het begint hier steeds interessanter te worden, Lasse. Dus als Ada eens niet zou willen, dan zou ik zonder problemen met Ingrid of Ester kunnen doen, mits ze willen natuurlijk, en Ada zou dat niet erg vinden. Dat is alsof ik geoorloofd vreemd ga.’

Maar hij schrikt enorm, als hij opeens Ada achter zich hoort zeggen: ‘Ja, zo kun je dat wel stellen, Tørre. Begin je het nu onderhand te begrijpen?’

Tørre en Lasse kijken geschrokken om. Ze zien Roald en Ada geamuseerd naar hun twee zien kijken. Ingrid en Ester proesten het uit van het lachen, die hadden Roald en Ada al een paar minuten zien staan. Ze hebben het meeste van het gesprek wel meegekregen.

Dan kijken Tørre en Lasse naar Ingrid en Ester, die nog steeds niet bijkomen van het lachen. ‘Whaha, jullie hadden je gezicht eens moeten zien! Kostelijk!’

Nu moeten ze zelf ook lachen. Maar Roald zegt serieus: ‘Maar het klopt wel, wat ze zeggen. In mijn gezin heerst geen dwang en geen verplichting om seks met iemand te hebben. En aangezien dat Tørre daar over enige tijd wel eens behoorlijk last van zou kunnen krijgen, omdat Ada dan hoogzwanger is, hoeft hij echt niet droog te staan. Maar ook buiten dat, zou ik het niet erg vinden. Jullie moesten eens weten, met hoeveel stellen we al eens elkaar gedeeld hebben. Hoewel, zelf dat valt best wel mee.’

Ester knikt. ‘Ja, ik vind het ook wel meevallen. Eens kijken, met wie hebben we allemaal wel eens seks gehad? Frank en Diana, Pelle en Frieda, Alfred en Gina, Ulv en Julie, Michel en Anni, jij, Tørre en Petra, Kevin en Helen, Lukas en Lara, en volgens mij ben ik er nog wel een paar vergeten.’

De ogen vallen bijna uit de hoofden van Lasse en Tørre. ‘En dat vind je nog best meevallen? Maar ook met Pelle en Frieda en Frank en Diana?’

Roald knikt. ‘Ja, en waarom niet? Ik dwing echt niemand om seks met ons te hebben. Dat gebeurt uit vrije wil.’

‘En de kans zit erin, dat wij dus daar ook in betrokken worden? Cool!’

Ingrid trekt Lasse naar zich toe en zegt: ‘Ja, dat is best mogelijk. Maar dat wil niet zeggen, dat je je pik gewoon in ieder willekeurig poesje kunt duwen. De afspraak is, dat we er allebei mee instemmen.’

Lasse glimlacht en geeft haar een zoen. ‘Ik zou niet durven om zonder jouw medeweten met iemand anders seks te hebben.’

Ingrid kijkt hem recht aan en zegt: ‘Dat is je geraden ook, want anders denk ik, dat Roald boos wordt. En geloof me, dat is echt het laatste wat je wilt.’

Roald knikt. ‘Ja, daar heeft ze gelijk in. Want dan breek je haar hart, en doe je dat, dan breek ik jou.’

Lasse krijgt even een rilling over zijn rug van de koele zakelijke toon, waarmee Roald dat zegt. Hij voelt meteen de kracht van woorden van Roald en hij twijfelt geen moment, dat Roald die belofte ook zou nakomen. Ook Tørre heeft het gevoeld, maar hij heeft al eens eerder ervaren, hoe Roald boos kan worden. Hij is dan ook een stuk minder geschrokken.

Er valt dan een korte stilte. Roald zegt dan: ‘Misschien is het een goed idee om deze twee heren eens goed in te wijden in onze sekscultuur.’

De dames laten goedkeurende geluiden horen en kijken de heren aan, alsof ze vlees aan het keuren zijn.
Ada zegt tegen Ester: ‘Wat denk jij ervan? Voor ze zover zijn, moeten ze toch wel heel wat beter aan hun conditie werken, wat jij?’

Ester grijnst, ze weet waar Ada op uit is. Ingrid heeft het ook al begrepen. Ester zegt dan: ‘Ja, ik wil nog wel eens zien, hoe ze ons alle drie tevreden kunnen houden. Gaan ze dat wel redden, als we weer terug zijn in Spiken?’

Ingrid bemoeit zich er ook mee en zegt: ‘Nee, dat zou te veel gevraagd zijn. Maar waarom geven we ze niet eens een kans om zich te bewijzen en dan kan Roald ze eens voordoen hoe een echte man drie vrouwen kan bevredigen.’

Lasse schampert: ‘Ja ja, alsof jij ook zo fit bent om ons twee en ook nog Roald te kunnen doen!’

Ingrid kijkt hem uitdagend aan. ‘Ik geloof dat ik op dat gebied wel wat meer gewend ben, dan jij! Je hebt Roald nog nooit echt bezig gezien, dat merk ik wel.’

Tørre lacht. ‘Maar ik weet wel, wat hij kan. Ik weet, dat ik nu nog niet de conditie heb om jullie alle drie te doen, maar ik ga het zeker proberen!’

Ada omhelst Tørre en geeft hem een flinke zoen. ‘Zo mag ik dat graag horen van mijn lekkere ventje.’

Tørre glimlacht. ‘Was het wel lekker met Roald?’

‘Heerlijk! Het spijt me voor je ego, maar Roald is gewoon een heel stuk beter in bed, dan jij. Maar je kunt van hem leren, dus wie weet, word je nog wel eens zo goed als hem!’

Tørre grinnikt. ‘Jezus! Wie had ooit gedacht, dat ik dit zelfs ook nog eens leuk zou vinden. Maar ik hoop wel, dat je nog een keer kunt, want de gedachte, dat je net seks hebt gehad met Roald, maakt me wel behoorlijk geil!’

Ada grijnst. ‘O, voordat ik geen man meer kan hebben, moeten er toch wel wagenladingen zaad in me gepompt worden! Dus maak je daarover maak geen zorgen. Kom maar eens met me mee!’

Ze trekt hem mee naar de slaapkamer en laat de rest luid lachend achter.

De telefoon van Roald gaat. Tot zijn verbazing ziet hij, dat de organisatie van het evenement opbelt.

‘Mijnheer de Vries? U spreekt met Kjeld Soreman, administratie van Iron-Man Kalmar. Ik heb hier twee mannen staan, die naar u vragen. Maar ik mag ze niet uw gegevens geven, tenzij u me dat toestaat. U schijnt met ze voor de wedstrijd met u gesproken te hebben, en bent elkaar na de wedstrijd waarschijnlijk misgelopen.’

Roald denkt even na. Dan herinnert hij zich de twee Nederlanders, met wie hij gesproken heeft.

‘Ah, nu herinner ik het me weer. Zijn ze nu daar? Kunt u ze vragen of ze anders nog even willen wachten? Dan kom ik er nu aan.’

De man vraagt aan de mannen, of ze even willen wachten, en dat blijkt geen probleem. Roald zegt toe meteen te komen. Hij belt meteen Diana op, die meteen interesse heeft. Roald stapt in zijn auto en haalt Diana op en rijdt meteen door naar het kantoor van de organisatie. Daar meldt hij zich, en wordt naar de mannen heen geleid.

‘Hallo, sorry dat ik jullie gisteren gemist heb. Maar het was opeens zo’n chaos, dat ik het daarna helemaal vergeten ben.’

‘Ach, dat geeft niet. Ik hoorde al, dat je een heel goede tijd gelopen had, en ik zag een hoop mensen om je heen. Dat was niet het moment om over zaken te spreken. En ik hoop niet dat u te veel last heeft van uw inspanningen?’

‘Nee, dat valt wel mee. En hoe is het met uw spieren?’

‘Waarschijnlijk net zo pijnlijk als die van u.’

‘Ik betwijfel het. Ik heb al weer een stuk gewandeld, samen met mijn vrouw. Ik heb er al bijna geen last meer van. Maar kunnen we niet ergens in alle rust met elkaar praten?’

‘Natuurlijk. Maar mag ik vragen, die de dame is, die u bij heeft?’

‘Natuurlijk, dat is Diana Rouwendaal, directrice HRT Medical. Ons bedrijf bestaat uit diverse divisies, waar HRT Medical een aparte tak van is. Ze maken gebruik van onze kennis van de robotica om er protheses voor mensen met een handicap van te maken. We hebben al enkele prototypes gemaakt, die al heel goed werken, maar ze zijn nog veel te zwaar. Dus zijn we ons nu aan het oriënteren naar nieuwe materialen. We zoeken nog toeleveranciers, die ons onderdelen kunnen leveren en maken, die op onze wensen gemaakt kunnen worden. Er zal maar weinig serieproductie bij zitten, aangezien de protheses, die wij gaan maken, altijd maatwerkproducten zijn.’

‘Zo, dat is een hele introductie. Ik zal me even voorstellen, ik ben Geert Gevelmans en dit is mijn compagnon Pieter Daemen.’

We schudden elkaar de handen en ik vraag aan de receptioniste van het kantoor, waar er dichtbij een restaurant is, waar we even met elkaar kunnen praten. We hebben gelukkig zelfs nog keuze en even later zitten we aan tafel met de twee heren. Het is een heel vruchtbaar gesprek, en we spreken af, dat we ze een proefstuk laten maken.

Dan keren we weer terug naar huis, want we moeten weer weg voor de boottocht, die Roald heeft afgesproken. Ze rijden eerst terug naar het huisje, om daarna naar de haven te rijden. Gelukkig heeft Pelle Roalds gasten al keurig opgevangen.

Roald verontschuldigt zich dat hij te laat is, maar Pelle zegt: ‘Je bent de directeur, jij mag dat!’

‘Nee, dat mag ik niet. Ik ben leidinggevende, dus ik heb een voorbeeldfunctie! Maar ja, ik had nog een zakelijk gesprek, en dat heeft me wat langer geduurd, dan ik gedacht had.’

Michel geeft Roald een hand en zegt: ‘Ach, dat geeft echt niets. Dit is immers toch een pleziertochtje?’

‘Ja, natuurlijk, maar ik kom gewoon niet graag te laat. Ik heb jullie immers uitgenodigd, dus moet ik ook op tijd zijn.’

‘Dat vind ik een goede instelling, maar u zou zelfs nog als excuus kunnen opvoeren, dat u nog spierpijn heeft.’

‘Zo ben ik niet, maar het valt wel mee met de spierpijn. Mijn vrouw en ik hebben vanmorgen alweer een stuk gewandeld. En volgens mij heb ik toen zelfs uw vrouw ontmoet.’

Hij kijkt naar de vrouw, die nu opeens flink bloost. ‘Ja, dat is ze. Ik wist het niet zeker, maar we hebben elkaar onbewust ontmoet.’

Michel kijkt even verbaasd. ‘Wanneer dan?’

‘Vanmorgen, toen ik en mijn vrouw aan het wandelen waren. We konden allebei niet goed slapen van de pijn, dus hebben we ons maar opgepakt en zijn gaan wandelen. Dat heeft overigens wel goed gedaan, want nu heb ik nog maar amper spierpijn.’

‘O, daar heeft ze me niets van verteld!’

‘Dat is toch ook niet erg, of wel? Ze kon immers niet weten, dat wij vermoedden, wie ze was. Ze zag ons lopen, en we legden uit, dat we aan het wandelen waren, om onze spieren weer los te krijgen. En toen zei ze, dat jij dat ook wel deed na een marathon.’

De vrouw van Michel komt naar voren en zegt: ‘Als ik geweten had, dat u degene was, met wie Michael had afgesproken, dan had ik me wel voorgesteld! Mag ik me nu dan even voorstellen? Ik ben Jesse, en dit is onze dochter Fiona.’

Ik stel me aan haar voor. ‘Roald de Vries, en dit zijn mijn vrouwen, Ester, Ingrid en Ada. En natuurlijk onze kinderen, Isabel, Petr en Anna. En dan heb je nog mijn vrienden. Pelle en Frieda had je al ontmoet, maar Frank en Diana nog niet.’

Jesse kijkt even verwart en Michael helpt haar. ‘Jesse, dit is die man, die je eens op het nieuws hebt gehoord. Hij was getrouwd door de Zweedse koning met deze drie vrouwen.’

Jesse kijkt verbaasd. ‘Zijn jullie dat? Oh, dat vind ik heel erg leuk! Ik heb me toen verbaasd, dat zoiets nog wel kon in deze tijd. Maar jullie zijn een drieling!’

Ester glimlacht. ‘Ja, en daarom kon Roald ook geen keuze maken. Het zit allemaal heel ingewikkeld in elkaar, maar Roald en wij zijn echt getrouwd met elkaar. Officieel kon het niet, maar via de koning weer wel. We zijn er dan ook heel erg gelukkig mee.’

‘Ja, nu kan ik dat wel begrijpen. Hoe houdt hij jullie uit elkaar? Verwisselt hij jullie nooit?’

‘Nee, vraag me niet precies hoe hij het voor elkaar krijgt, maar hij weet altijd precies wie hij voor zich heeft. Wat dat betreft is hij wel een soort freak, hij vergeet nooit iets en ziet ieder klein detail meteen.’

Ingrid vult haar aan en zegt: ‘Laten we dan nog maar niet praten over dat hij ook echt alles hoort. Maar buiten dat is hij de meest fantastische man, die we ons maar kunnen wensen.’

‘En hoe gaat dat met de seks, als ik zo vrij mag zijn?’

Ingrid glimlacht. ‘Oh, daar maken we niet zo heel groot geheim van, al staan we wel op onze privacy. Roald is meer dan capabel om ons drie tevreden te houden, maar ik moet wel zeggen, dat hij daarin tegenwoordig wel wat hulp in heeft gekregen. Maar als ik u dat ook nog allemaal moet uitleggen, wordt het nog veel ingewikkelder. Dus laten we het maar liever zo.’

De vrouw glimlacht. Roald zegt dan: ‘Zullen we dan maar aan boord gaan? Het belooft een mooie dag te worden om te zeilen. En aan boord hebben we zwemvesten voor uw dochter.’

Eenmaal als iedereen aan boord is, en Pelle de haven uit is gevaren, praten ze verder.

Michael zegt: ‘U heeft echt een prachtige boot, mijnheer de Vries! Werkelijk, dit had ik niet verwacht!’
‘Zeg alsjeblief Roald. Dit is een privétochtje, gewoon voor de lol. En ja, ik ben ook trots op de “Missing Dreams”. Ik heb ze gekregen uit een erfenis van mijn overgrootmoeder, die hier in Zweden woonde.’

‘Ah, dus u komt oorspronkelijk ook uit Zweden?’

‘Dat weer niet. Mijn familiegeschiedenis heeft nogal een bizar verloop. Tot voor een paar jaren geleden, wist ik niet eens wie mijn overgrootmoeder was. Mijn opa is, toen hij net geboren was, ontvoert en in Nederland terecht gekomen. Pas weken voor haar dood heeft mijn overgrootmoeder me gevonden, nou ja, ze had ons al eerder gevonden, maar ze vond de schok te groot om zich bekend te maken.

Ze had al wat dingen gedaan, om het bekend te maken, maar daar heeft ze de tijd niet meer voor gehad. Pas na haar dood kwamen we erachter. Maar desondanks heb ik de vrouw nog een tijdje mogen leren kennen. Ik had namelijk, zonder dat ik het wist, het huis van haar gekocht, toen ik hier in Zweden kon komen werken, bij het bedrijf, waar ik nu directeur van ben.’

‘Bent u nu directeur? Hoelang werkt u dan al daar?’

‘Nu ongeveer drie jaar. Het is allemaal zo ontzettend snel gegaan, dat ik het zelf ook maar amper kan geloven. Maar ik heb ook veel te danken aan mijn overgrootmoeder, ik heb veel van haar geërfd. Nog steeds kom ik achter dingen, waarvan ik niet wist, dat ik daar eigenaar van ben. Er schijnen nog overal kluizen in Zweden te zijn, met waardepapieren van bedrijven, waar zij eigenaresse van was. Ze was behoorlijk vermogend, maar na haar dood heb ik een groot deel van haar bezittingen gekregen. Alleen het geld, dat ze had, heeft ze aan een goed doel gegeven.
Dus ik heb mezelf wel moeten opwerken, tot waar ik nu ben, maar ik heb wel aan haar te danken, dat ik nu mede-eigenaar van een bedrijf dat een zeer hoge positie bezet in de robotica. Het groeit snel, heel snel zelfs. Maar ik had het ook nooit gekund zonder mijn vrienden en de steun van mijn vrouwen.’

Michael en Jesse zijn best wel onder de indruk van het verhaal van Roald.

‘Dus u bent nu een rijk man?’

‘Rijk in de zin van geluk, dat wel. En ik hoef er qua financiën ook niets om te laten, maar rijk ben ik niet. Ik kan goed leven van het geld, dat ik en mijn vrouwen verdienen. Maar ik investeer veel in de toekomst van mijn kinderen en die van anderen.

Naast HRT, het bedrijf waar ik dus mede-eigenaar van ben, neem ik deel in nog talloze bedrijven. Niet om geld mee te verdienen, al zorg ik er wel voor, dat het wel rendeert, maar om ervoor te zorgen, dat er straks, als mijn kinderen groot zijn en hun kinderen opgroeien, er hier nog steeds bossen zijn. Dat er nog steeds wild is, die kunnen leven op plaatsen, waar ze niet bang hoeven zijn en zich kunnen ontwikkelen. Samen met lokale bedrijven zet ik daar projecten op. Eerst help ik ze op weg, dan moeten ze op eigen benen kunnen staan. En tot nu toe met goed gevolg.

Maar dat gaat lang niet altijd even gemakkelijk. Er zijn genoeg mensen, die mijn ideologische zienswijzen niet delen, en geen moer geven om de natuur. Maar daar ben ik strijdig tegen, ik kan geen onrecht zien.’

‘Hoe vind je nog de tijd om te trainen? Want als ik je prestaties zo zie, ben je ook nog een begenadigd atleet!’

‘Ik loop veel, vooral ’s morgens, voordat ik naar het werk ga. Voor mij is dat een soort ontspanning, maar ik moet ook zeggen, dat ik gemotiveerd ben geraakt door mijn vrouwen. Ester en Ingrid doen in de wintermaanden mee aan wedstrijden biatlon. Ingrid zelfs op het hoogste niveau, en ze hoopt zelfs nog een doorbraak te kunnen maken in het internationale circuit.’

‘O, jullie zijn een sportieve familie! En je andere vrouw, Ada?’

‘Die heeft ook aan biatlon gedaan, maar nu niet meer. Maar ze sport nu alleen nog voor de lol.’

Frank en Diana komen bij ons zitten, terwijl Frieda op de kinderen let.

Ik stel ze voor aan Michael en Jesse. ‘Frank en Diana zijn een van onze beste vrienden, maar daarnaast is Diana ook mede-eigenaar en directrice bij HRT medical. Haar vader, Henk Rouwendaal is de derde mede-eigenaar. Hij is ook de oprichter van het bedrijf.’

Diana zegt glimlachend: ‘Maar jij bent de man geweest, die het bedrijf zo explosief hebt laten groeien, Roald. Nu ik wat meer van het bedrijf weet, kan ik zien, hoe groot je invloed werkelijk is geweest. Je mag jezelf best wel wat meer credits geven, Roald.’

‘Je weet best, dat ik eerder zelfkritisch ben en niet zo zeer mezelf veren in mijn kont steek.’

‘Dat tekent je des te meer als een groot man, Roald. En dat weet je.’

Jesse zegt: ‘Maar u bent geen Nederlander? Uw vader heet toch Rouwendaal, dat is geen Zweedse achternaam!’

‘Nee, dat klopt. Ik ben Zweedse, maar mijn vader is geëmigreerd omwille van mijn moeder. En hij is toen in Zweden met zijn bedrijf begonnen. En pas tot kort heb ik me helemaal niet geïnteresseerd voor het bedrijf.

Eerst had ik er een beetje afkeer van, omdat mijn vader echt zijn best moest doen om zijn bedrijf overeind te houden en er dus al zijn tijd in moest steken. En dat vond ik dan weer niet zo leuk. Tegenwoordig heb ik daar begrip voor. Hij kon niet anders. Dus heb ik me weer, na enkele jaren niet met hem gesproken te hebben, weer met hem verzoend.
Dat was overigens ook weer door toedoen van Roald, die we overigens door groot toeval ontmoet hebben. Destijds was ik nog politieagente, net als Frank. Die is nog steeds agent, maar ik niet meer. Ik heb nu een nieuwe uitdaging in het nieuwe bedrijf, dat Roald samen met me aan het opzetten is.’

‘En wat maken jullie daar dan? Je bent directrice van HRT Medical, als ik het goed begrepen heb.’

‘We maken protheses voor mensen met een beperking of een handicap. Volledig gerobotiseerde protheses wel te verstaan. Ook dat is eigenlijk het idee van Roald, maar hij laat het aan mij om er een succes van te maken.’

‘Protheses? O, interessant. Dus jullie kunnen straks weer iemands arm met een prothese vervangen?’

‘Ja, maar dat is nog niet waar we ons nu op richten. We zijn nu bezig met een prothese, waar iemand weer volledig mee kan lopen, en zelfs rennen. De man, die dat heeft uitgevonden, werkt nu voor ons, en met de kennis van HRT maakt hij nu flinke progressie. Volgend jaar willen we gaan proberen met die prothese een marathon uit te gaan rennen.’

Michael en Jesse kijken geschokt. ‘Wow, dat is wel behoorlijk goed nieuws! Is zoiets al mogelijk? En hoe gaat dat met de batterijen?’

‘De tegenwoordige batterijen zijn gelukkig al een heel stuk kleiner, maar we gebruiken ook slimme technologie, die door de bewegingen, die de prothese maakt, ook weer energie terugwinnen. Een sportprothese, zoals we nu aan het maken zijn, kan zelfs nog meer rendement leveren, dan een gewone prothese.

Maar eerst willen we een man, een oud-collega van me, weer uit zijn rolstoel krijgen. Want hij zal uiteindelijk wel die marathon moeten gaan lopen. Dat is al een hele uitdaging. We zijn nu zover, dat hij de prothese bijna een halve dag kan gebruiken, zonder de batterijen te vervangen. Dat is echt al een doorbraak. Met de sportprothese hebben we nog het probleem, dat de batterijen nog niet genoeg rendement hebben.

Omdat die veel meer energie moeten leveren, houden ze het nu nog maar anderhalf kilometer uit. Dat komt, doordat we nu nog te veel massa moeten bewegen, dat kost veel energie. We gaan nu andere en lichtere materialen gebruiken, zodat uiteindelijk het energieverbruik omlaag kan. En dan moeten we ook nog aan de vormgeving gaan werken, want nu ziet het er nog erg futuristisch uit.’

Michael en Jesse luisteren met grote interesse naar Diana. Michael zegt: ‘Dat zou ik graag wel eens willen zien.’

Roald zegt: ‘Dat had je me al gevraagd, maar ik laat het aan Diana om je de vorderingen van onze prototypes te laten zien.’

Diana zegt: ‘Ik weet niet of ik dat al zomaar kan laten zien. We hebben veel geld geïnvesteerd hierin.’

Michael zegt: ‘Ik bedoel het ook niet als spionage. Ik wil samen met wat leden van de Nederlandse sportbond komen kijken, of dit misschien iets kan betekenen voor onze sporters met een handicap.’

Diana zegt: ‘Het probleem met die protheses zit hem in bij de toelating. De reglementen verbieden elektrisch aangedreven protheses. Maar zelfs daar zijn we mee bezig. Een van onze medewerkers heeft namelijk een geniaal idee gekregen, dat we nu aan het uitwerken zijn.

Soms is het handig om even in de keuken van onze andere bedrijven te kijken. Daar is namelijk een nieuw materiaal ontwikkeld, dat wel eens een echte doorbraak kon worden. Daarmee zou het mogelijk worden om zenuwen te vervangen. Het is oorspronkelijk voor andere doeleinde ontwikkeld, maar we proberen zoveel mogelijk materialen te testen. Maar dit is nog in een heel experimenteel stadium. Maar de eerste resultaten zijn bemoedigend.’

Michael zegt: ‘Hoe bedoel je, dat iemand met dat materiaal weer zou kunnen lopen, zonder prothese?’

‘Ja, dat is exact wat het is. Het is niet zo, dat er geen elektronica meer aan te pas komt, maar inderdaad geen protheses meer. Maar het is veel gecompliceerdere techniek dan bij een prothese.’

‘Dat zou echt een doorbraak zijn! Maar ook al als jullie een prothese kunnen maken, waarmee mensen weer volledig kunnen functioneren, dat zou al fantastisch zijn!’

‘Dat zijn we al aan het testen. Zoals ik al zei, een halve dag lukt het nu al, en we zijn nu een systeem aan het ontwikkelen, waarmee de batterijen gemakkelijker te wisselen zijn en lichter worden. Nu is dat nogal zwaar. Maar onze testpersoon is er al ontzettend blij mee.’

‘En hoelang zijn jullie daar nu mee bezig?’

‘Wij nog maar enkele maanden, maar ik moet er wel bij zeggen, dat de man, die dit ontwikkeld heeft, al in een ver gevorderd stadium was. Het ontbrak hem enkel aan wat kennis en mogelijkheden om het goed verder te ontwikkelen. Maar met de hulp van HRT Robotica hebben we echt enorme stappen gezet.’

Michael is helemaal onder de indruk. ‘Als dat allemaal al echt waar is, dan ben ik echt diep onder de indruk. Ik weet dat sommige bedrijven hier al jaren mee bezig zijn, en jullie doen dat in enkele maanden?’

‘Zoals ik al zei, het zijn niet alleen onze verdiensten. De man, die dit ontwikkeld heeft, heeft er al verschillende jaren ontwikkelingswerk in gestoken. Het is alleen door de samenwerking met HRT, dat die grote stappen gezet konden worden.’

‘Maar dan nog, Diana. Ik ken wel meer voorbeelden van goede ideeën, die pas tot een succes werden, toen ze met een groter bedrijf konden samenwerken. Misschien was het zo wel voorbestemd. Nou, ik wens jullie veel succes met jullie bedrijf. En als ik eens zou mogen komen kijken, dan zou ik me zeer vereerd voelen.’

‘Ik zal er eens over nadenken. Het gaat immers om behoorlijke investeringen, waar ik nu eigenlijk al te veel over verteld heb.’

Roald zegt dan: ‘Nou, nu hebben we genoeg over zaken gepraat. Tijd voor leukere dingen. We zitten op een fantastisch zeilschip en het is prachtig weer. Dus ik wil voorlopig niet horen over werken. Daar mogen we snel genoeg weer aan denken.’

Ze genieten dan van de mooie gladde zee, hoewel er toch genoeg wind staat om te zeilen. Michael en Jesse genieten erg van deze mooie zeiltocht. Ze kijken met hun kind op schoot naar alle boten, die voorbijvaren.

Dat doen Roald en zijn vrouwen ook wel, maar voor hun is dit al niet meer heel bijzonder. Tegen het einde van de dag vaart Pelle de “Missing Dreams” terug naar de haven en bedanken Michael en Jesse Roald hartelijk voor de prachtige dag. Voor Roald zit er dan ook al de vakantie op, hij wil nog enkele dagen thuis doorbrengen, in alle rust. Frank en Diana gaan met Pelle en Frieda mee om de Missing Dreams weer naar huis te zeilen.

----- Einde -----

Roald zijn leven gaat verder, maar dit verhaal niet. Het was me een eer om de avonturen van Roald te mogen schrijven en zoveel mensen te laten genieten van dit verhaal. De credits en de waarderingen maken het voor mij waard om met andere verhalen weer verder te schrijven.
Trefwoord(en): Zussen, Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...