Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Keith
Datum: 14-04-2020 | Cijfer: 9.5 | Gelezen: 12632
Lengte: Lang | Leestijd: 33 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 134
Zaterdag… Even tot rust komen na een veelbewogen week.

Tijdens het ontbijt zaten we elkaar aan te kijken en te dubben over het vraagstuk ‘wat te doen met 2 x 24 uur vrije tijd terwijl het buiten overdag -4 graden was’. Uiteindelijk besloten om in ieder geval ’s avonds naar de schietvereniging te gaan. Joline keek serieus. “Ik wil beter worden, Kees. Die scenario’s van vorige week bevielen me wel. Pittig, maar je leert er wel van.”
“Dat is de bedoeling ook, schat. Als het nodig is op de automatische piloot werken, omdat je het al tig keer gedaan hebt.” Ze bleef grimmig kijken. “Kees, de eerste de beste die hier inbreekt, pomp ik vol lood. En het kan me niets schelen dat ik dan misschien veroordeeld wordt; diegenen die denken hier ongestraft naar binnen te kunnen komen hebben daar hun hele leven lang spijt van. Ik ben er klaar mee.”

Ze trok een kinderlijk gezichtje, haar vinger in haar mond. “Tenslotte… ik ben ‘maar’ een zwakke en weerloze vrouw… En ik kan me niet verdedigen, meneer de rechter. Dus toen heb ik die buks gepakt en ben maar wat gaan schieten, om te voorkomen dat die lui me zouden verkrachten, snapt u?” Ik speelde even voor ‘rechter”. “Ik begrijp veel mevrouw, maar u bent niet ‘maar wat gaan schieten’. Al uw slachtoffers vertoonden meerdere schotwonden in hun genitaliën Binnen een straal van een centimeter… Hoe verklaart u dat dan?”

Joline giechelde. “Oei… dat zou pas héél erg effectief zijn hé?” Ik keek haar aan. “Ik mag aannemen dat de valse havik in dit huis haar nagels weer geslepen heeft?” Ze knikte. “Reken maar…” Toen was ze even stil. “Kees, ik heb een gekke vraag… Wat zou voor mij een geschikt type buks zijn?” Mijn mond zakte open. “Wát?” Ze maakte een ongeduldig gebaar. “Je hoort me wel. Ik wil een eigen buks. Vannacht over liggen nadenken. Niet van jou schietkunsten afhankelijk zijn. Als hier lui naar binnen willen, wil ik naast je staan.”
Haar ogen stonden vastbesloten en ik wist op dat moment dat ik daar niet tegenin hoefde te gaan. Kansloos. “Dat gaan we zo meteen dan maar eens op Internet bekijken, schat. Ik ben er niet kapot van, maar…” Ze kapte me af. “Kees, binnenkort moet jij misschien weer weg voor een of ander project. En ben ik een week alleen thuis. Dan wil ik een wapen waarmee ik kan lezen en schrijven. Jouw buks is prima… voor jou. Op jou afgesteld. Als ik ermee schiet ligt het toch net even iets anders.” Ik knikte kort. “Oké, na dit lekkere ontbijtje gaan we ons eens oriënteren op een buks voor jou. Tot die tijd: geniet van je eitje en je koffie.”

Een halfuur later opende ik de website van een bekende wapenhandel. “Oké… vanwege de logistiek is het handig als we hetzelfde kaliber hanteren, dus 5,5mm. En vanwege de handelbaarheid binnenshuis: een bullpup. Dus: korte of geen kolf, het laadmechanisme achter de trekker. Een kijker, maar ook een laser, zodat je binnenshuis, ook als het donker is, gericht kunt schieten. Magazijn met tien patronen en een luchtcylinder die geschikt is voor een behoorlijk aantal schoten, minimaal 50.…” We vergeleken een aantal wapens met elkaar en uiteindelijk kwamen we uit op… de Hatsan Bullboss. Dezelfde buks als ik had. “Geen super-pecisie-buks, maar tot op 50 meter trefzeker. En het ding is betrouwbaar.”
Joline keek me aan. “En hoe onderscheiden we onze buksen van elkaar, Kees?” Ik dacht even na. “Als we om die van jou nou een rose lintje doen…AU! Krengetje!” Joline trapte op mijn tenen. “Vrouw-onvriendelijk hork. Dan doen we om die van jou een vlinderdasje. Rotzak.” We grinnikten. “Wat dacht je ervan om voor jou de versie met de houten kolf te kopen? Is iets duurder, maar voor de rest is het mechaniek exact hetzelfde.”
Ze knikte. “Prima idee. Ik vond die sowieso al mooier dan die zwarte. Voor zover je een wapen ‘mooi’ kunt noemen. En hoe kopen we ‘m? On line of…?”

Ik schudde mijn hoofd. “Nee. We gaan vandaag naar Staphorst.” Ze keek me aan. “Staphorst? Wil je me bekeren of zo? Kees Jonkman, ik ga niet in klederdracht lopen!” Ik grinnikte. “Nee, zeker niet. Bij klederdracht horen geen korte rokjes.” Ik dempte mijn stem. “Maar je weet natuurlijk nooit welke frivole lingerie de dames in Staphorst onder die klederdracht dragen, liefje…” En op gewone toon ging ik verder: “In Staphorst zit een grote wapenhandel. Enorm assortiment en veel kennis. Je kunt dan meteen kijken of het wapen bij je past en eventueel een paar magazijnen leegschieten.” Joline veerde op. “Mooi! Lekker een dagje shoppen. Altijd leuk…” Ik keek haar aan. “Ja. Alleen nu geen sexy rokjes, maar kogeltjes, kijkers, een laser, voorsteunen en een stevige PCP luchtbuks.”

Ze knipoogde. “We komen twee keer langs Arnhem, schat…” Ik zuchtte en ze gaf me een snelle zoen. “Inderdaad… lángs Arnhem. Ik heb voorlopig genoeg aan mijn huidige garderobe, hoor. Alleen verbruik ik sinds een paar maanden ongeveer 150% meer panty’s dan daarvoor. Gek hé?”
Ik keek onschuldig. “Ja… Ik snap het ook niet. Trek je ze wel voorzichtig genoeg aan?” Een stomp was mijn beloning. “Kees Jonkman, de vraag is: trek jij ze wel voorzichtig genoeg uit? Smeerlapje.” Ik trok haar naar me toe en fluisterde: “Dan trek jij ze voortaan uit en hou je ze onder mijn neus, schatje… Moet je kijken wat er gebeurt.”
Ze gniffelde. “Ik zal vandaag maar een ouwe spijkerbroek aantrekken. Geen panty en kort rokje. Als we op een schietbaan gaan liggen zou mijn schiet-instructeur wel eens afgeleid kunnen worden…” Ik knikte. “En vergeet de verkoper niet. Maar voor de rest: goed plan. Behalve die panty dan.” Ze stak haar tong uit.
“Denk jij nou maar aan de arbeidstijdenwet van de medewerkers in je zaadfabriekjes, meneer. Volgens mij werd die wet deze week weer met voeten getreden.” Ik schudde mijn hoofd. “Mijn zwemmertjes hebben geen voetjes, schat. Dus fysiek is dat onmogelijk.”

Kortom: een half uurtje later zaten we in de auto en waren we op weg naar Staphorst. De snelweg was mooi schoon. Dat mocht ook wel, want de week ervoor was er een behoorlijke hoeveelheid pekel over de wegen gestrooid. Toen we in Staphorst aankwamen was het behoorlijk stil in de (grote) winkel. Ik was hier één keer eerder geweest. Joline stapte binnen en keek haar ogen uit.”Wauw… Kán dit, hier in Nederland? Zoveel wapens?” Ik grinnikte. “Ik zou hier niet graag inbreken. Ik denk dat je binnen no time politie op je nek hebt.”

We werden verwelkomd door een man van middelbare leeftijd. “Kan ik u helpen?” Joline deed een stap naar voren. “Waarschijnlijk wel. Ik wil een Hatsan Bullboss 5,5mm kopen. En dan de hout-uitvoering. Over een geschikte kijker zit ik nog te dubben. Dáár kunt u ons misschien mee helpen.” Hij knipperde even met z’n ogen. “Dit heb ik nog nooit meegemaakt. Een dame die op deze manier feilloos weet wat ze wil hebben.” Joline haalde haar schouders op. “Dat is het voordeel van Internet; je kunt goed zoeken. Bovendien heb ik m’n wandelende wapen-encyclopedie bij me.” Ze wees naar mij en ik grijnsde. “Dank je wel.”
De verkoper wees. “Mag ik u voorgaan?” We liepen naar het rechterdeel van de winkel, waar de luchtwapens hingen. Hij pakte een Bullboss, maar ook de Hatsan Gladius. “Zo kunt u kiezen.” Joline wees op de Bullboss. “Ik heb al gekozen. Die andere is voor mij minder geschikt.” De verkoper keek haar aan. “Mag ik vragen waarom, mevrouw?”
Joline zei droogjes, zonder een spier te vertrekken: “Hij past niet bij m’n lippenstift.” Ik schoot in de lach en de verkoper keek enigszins bedremmeld. Joline vervolgde: “De Bullboss ligt me prima. Dus…”
De man knikte. “U realiseert zich dat deze buks gevuld moet worden met gecomprimeerde lucht?” Joline zei kort: “Ja, daar ben ik van op de hoogte. Wij hebben thuis een 12 liter luchtfles staan. Verder heb ik nodig: nóg twee magazijnen, een aansluitnippel voor de luchtfles en een set voorsteunen. Kijkerverhoger, een goeie kijker, geschikt tot 50 meter, een laser en munitie. En graag willen we, als alle toebehoren er op zitten, een aantal schoten geven op jullie baan.”

Hij keek ons aan. “Jullie zijn wel héél goed voorbereid…” Joline werd een beetje geïrriteerd. “Meneer, ik heb u al gezegd: Internet is geduldig en naast mij staat een wapenexpert. En ik mag dan wel blond zijn, maar ik ben niet achterlijk. Ik wil niet teveel van uw tijd te verspillen.” Hij knikte en capituleerde. “Oké, neem me niet kwalijk. Ik zal een nieuw wapen uit het magazijn pakken en de luchtcylinder vullen. Daarna gaan we kijken naar de andere zaken.”
Hij liep weg en we liepen even rond. Joline zei zachtjes: “Kees, ik erger me kapot…” Ik onderbrak haar even zacht. “Niet hier. Camera’s overal en wellicht ook microfoons. Dit pand is verdomd goed beveiligd. Miepen mag je straks, in de auto.” Ze knikte. “Oké. Laten we dan nu even naar de voorsteunen, laser en de kijkers kijken. De laser was snel gevonden: een mini-dingetje wat op de rail bevestigd kon worden. “Je moet zo’n ding niet bovenop je kijker zetten, Joline. Niet handig voor het zwaartepunt de parallax is groter.” Ze keek vragend. “De parallax is de afwijking tussen de kogelbaan en de zichtbaan. Bij een laser: de lichtstraal. Hoe hoger de laser op het wapen zit, hoe verder van de loop. Als je de laser hebt afgesteld op 20 meter, en je gaat plotseling op 50 meter schieten, vallen je schoten beduidend lager uit. En hoe verder je laser van de loop af staat, hoe groter die afwijking.” Ik demonstreerde het met mijn armen en ze knikte.

“Oke. Verder zoeken: een kijker.” Daar deden we iets langer over, maar het werd uiteindelijk een hele compacte zoomkijker met krichtkruisverlichting. Vergroting 4 tot 9 keer, het richtkruis instelbaar zonder gereedschap. De set voorsteunen was ook snel bekeken: een hele simpele set, maar wel stevig en in lengte instelbaar. We waren het juist eens geworden, toen de verkoper terugkwam met het wapen en een grote doos. “Zo, die is gevuld. Ik heb 2 extra magazijnen erbij gepakt. Welk soort kijker zat u aan te denken?” Joline wees de kijker aan. “Deze. En deze laser." Ze liep iets verder. "En deze set voorsteunen. En kijkerverhogers, want de kijker moet op deze buks hoger dan normaal zitten.” Weer knipperde de man even met de ogen, maar onthield zich wijselijk van commentaar. Hij pakte een set kijkerverhogers. “Deze passen op de rail en op uw kijker.” “Mooi,” zei Joline. “Kunt u ze er op zetten? En de kijker, de laser en de voorsteunen ook? Dan wil ik graag nog 4 doosjes van 500 kogeltjes hebben. Daarna afrekenen en mogen we dan het wapen even inschieten?”

De verkoper grinnikte. “Meestal gaat het bij de dames andersom; worden er eerst wat wapens geprobeerd, vervolgens eindeloos gediscussieërd over de voors en de tegens, en uiteindelijk koopt men het wapen wat men het eerste in handen had. En dan, na een diepe zucht, afgerekend…”
Ik wilde hem nog waarschuwen, maar was te laat. Joline’s ogen schoten vuur en heel zacht zei ze: “Meneer. Ik heb u net verteld dat ik goed voorbereid op pad ben gegaan. Hier staat geen domme, blonde bimbo ben met een IQ van een ongaar poffertje. Ik wéét wat ik koop. Of het een luchtbuks is, een stel schoenen, een auto of een stofzuiger: ik bereid me voor. Het enige wat de koop zou kunnen laten afketsen is als het wapen een defect vertoont. En het woord ‘afketsen’ mag u zien als een leuke woordspeling in deze winkel.”
Hij kleurde enigszins rood. “Nogmaals: sorry als ik u beledigd heb. Ik wilde een grappige opmerking maken.” “Die kwam niet als zodanig over”, zei Joline iets vriendelijker. “Maar… zand erover. Kunt u de toebehoren op het wapen zetten, alstublieft?”
Hij knikte en liep naar een werkbank. De voorsteunen als eerste, toen de kijkerverhogers, de laser en als laatste de kijker. Toen hij de kijker monteerde maakte hij een cruciale fout: hij draaide eerst de bouten aan de linkerkant vast en toen pas aan de rechterkant in plaats van kruiselings. En hij draaide ze té vast.
Ik legde mijn hand even boven de zijne. “Wilt u de kijker weer losmaken en op de juiste manier bevestigen?” Hij keek me niet-begrijpend aan. “Hoe bedoelt u?” “De bouten kruiselings vastdraaien. Zelfde manier als de wielbouten van een auto. En niet té vast draaien; de korte kant van de inbussleutel geeft genoeg krachtmoment.
Hij begon te sputteren. “Meneer, ik werk hier al acht jaar, maar dit is de eerste keer dat…” Ik pakte mijn mobiele telefoon. “Heeft u een momentje? Dan leg ik u het even uit.” Ik liet de man een foto zien. “Deze foto is ruim tien jaar oud. Die linker jongeman op de foto ben ik. De rechter is een collega van mijn compagnie. De middelste man is Gunnery Sergeant George S. Miles van U.S. Marines. De rest van de klas van 14 man staat niet op de foto; die zijn gedurende de opleiding tot scherpschutter afgevallen.Het wapen in mijn handen is een .338 Accuracy scherpschuttersgeweer. Mijn wapen. Heb ik in Bosnië en in Afghanistan meegezeuld en ik heb 'm gebruikt waar hij voor bedoeld is: tot elfhonderd meter een doel dáár raken waar het effectief is. En nee, dat waren geen kaartjes. Ik wéét waar ik het over heb, meneer. En ook u kunt, na acht jaar hier gewerkt te hebben, nog steeds leren. Als ik de kijker van de Accuracy op de manier had bevestigd zoals u net deed, had ik een trap onder m’n gat gekregen van Gunnery Sergeant George S. Miles en had ik op de tweede dag van de opleiding m’n biezen kunnen pakken. En Gunny, zoals wij hem noemden, wist waar hij het over had. Dus…”

Hij sputterde niet meer. “Weer iets geleerd. Dank je wel.” Hij draaide de bouten los en op de juiste manier weer vast. “Fijn.” Joline rekende af. “En kunnen we nu ergens inschieten?” Hij ging ons voor, een zijdeur door. Even later stonden we op een 25 meter indoor schietbaan. “Nou dame, leef je uit…” Joline knikte. Ze vulde een magazijn. Een doelkaart zoefde naar achteren. “Vijf schoten. Midden doel aanhouden, schat. Ook al zie je de treffers ergens anders uitkomen, hetzelfde richtpunt aanhouden. Groeperen, dáár gaat het nu om.”

Ze knikte kort, ging liggen en nam het wapen in de schouder. “Even de kijker afstellen…” Ze zette de vergroting op zes, de parallax op vijf en twintig meter en draaide de dioptrie-instelring op nul. Ik kon zien dat ze haar ademhaling goed regelde en na 20 seconden ging het eerste schot er uit. De volgende schoten in hetzelfde tempo. Toen ontlaadde ze de buks, haalde het magazijn er uit en stond op. De verkoper haalde de kaart naar ons toe. Vier van de vijf treffers vormden één gat linksonder, op de scheiding van de een en de twee. De vijfde treffer viel buiten de roos, ook linksonder. Ik zei niets en ook de verkoper hield wijselijk zijn mond.

Joline berekende hoeveel klikken ze moest corrigeren en dat deed ze prima. Daarna ging ze weer liggen, schoof een nieuw magazijn in het wapen. Een nieuw kaartje zoefde naar achteren, om na drie minuten weer naar ons toe te komen. Joline ontlaadde. Nu zat er slechts één onregelmatig gat in de kaart; de tien was compleet weg. De treffers zaten nog iets te laag. “Kijker twee klikken omlaag…” mompelde ze voor zich uit. Ik knikte. “Daarna nog een keer vijf schoten om te controleren.” Ze ging weer liggen. Laden, ademhaling regelen, wapen op vuren zetten… Ze deed het uitstekend. Na 20 seconden het eerste schot. Ik pakte de kijker die op de baan lag. Een tien. Ze spande het wapen, ontspande haar ogen even door op de grond vlak voor zich te kijken en nam toen de schiethouding weer aan. Het tweede schot ging door het gat van het eerste, het derde maakte een nieuw gat iets boven de tien. “Verdomme!” hoorde ik zachtjes. Het vierde en vijfde schot maakten het eerste gat alleen maar iets groter. Ze ontlaadde het wapen, kwam overeind en keek de verkoper aan.

Die stak zijn handen in de lucht. “Mevrouw, ik zeg helemaal niets meer. Ik kijk wel uit…” Ze gniffelde en ik kende die gniffel: ze was uiterst tevreden over zichzelf. “Ik geef u een gratis wapentas, mevrouw. Als tegemoetkoming voor mijn onbeleefdheid zonet. Nogmaals mijn excuses. Kies er maar eentje uit.” Joline koos een praktische tas, waar ook de toebehoren een plaatsje in vonden. De verkoper pakte de Hatsan in de tas. “Alstublieft. Veel plezier ermee en geniet van de schietsport.” Joline knikte. “Dank u wel. En tot ziens.” Ik sloot me bij Joline aan en even later reden we weg.

Ik kreeg op een snelweg een hele ondeugende grijns toegeworpen. “Deze man vergeet ons niet zo gauw, Kees…” Ik knikte. “Nee dat denk ik ook niet… Die heeft ’s avonds thuis een mooi verhaal te vertellen over een of andere blonde bimbo die..” “KEES JONKMAN!”Haar ogen spuwden vuur en ik grinnikte. “Jammer dat ik achter het stuur zit hé? Kan je m’n ogen niet uitkrabben…” Een grom klonk. “Wacht jij maar af, kereltje, tot we thuis zijn…”
“Overigens mag jij je thuis eerst even vijf keer opdrukken, dame.” Ze keek me verwonderd aan. “Ja… om je ‘verdomme!’ na het derde schot van de laatste kaart. Ik hoorde het wel.” Ze snoof. Ik wilde een toepasselijk muziekje opzetten en koos voor “No woman no cry” van Bob Marley & the Wailers. Joline keek me vragend aan. “Wat is dít? Mijn klassiek geschoolde aanstaande echtgenoot die plotseling een reggaenummer uit de jaren ’70 op zet?”
“Dit liedje draait die verkoper in Staphorst waarschijnlijk op dit moment óók, schat…” Ze trok haar lippen op en gromde. “Ik was op een gegeven moment écht pislink op die vent, Kees, na z’n verhaal over hoe ‘de dames’ meestal een wapen kopen.” “Ja, dat was te merken… De dochter van Hare Sekretia kwam even naar boven.” “En ik was nog steeds pissed off toen ik ging liggen om te schieten. Nou ja, dat kwam de trefzekerheid wel ten goede…” “Dat kun je wel stellen. Ik vraag me af of ik je kan verbeteren, schat…”

Ze glimlachte zelfverzekerd. “Dat kunnen we vanavond eens uitproberen op de schietvereniging.” Ik grijnsde héél gemeen. “Wilt u zich op de vijftig meterbaan met mij meten, mevrouwtje?” Ze keek me aan.
“Kees Jonkman, ga jij de dezelfde toer als onze vriend de verkoper van zojuist? Dan heb jij een probleem.” Ik schudde mijn hoofd. “Een weddenschap? Als jij mij klopt, ben ik de rest van het weekend van jou. Je hoeft maar met je vingers te knippen en ik kom aanrennen. Maar als ik jou klop, dame, ben je voor mij…”
Joline keek twijfelend en ik vervolgde: “Vooruit, ik zal het makkelijker voor je maken: Jij mag liggen, met gebruikmaking van de voorsteunen, ik zal knielen. Zonder voorsteunen. Oké?” Ze grijnsde. “Dát durf ik wel aan, meneer Jonkman. Oh, wat zal ik genieten als ik met m’n vingers knip en jij aan komt rennen met een glaasje wijn en een paar blokjes kaas…” Ik keek even opzij: Joline’s ogen schitterden. “Geen ‘Hoi!’ roepen voor je over de brug bent, meisje Boogers…”

De rest van de terugweg zat ze me te pesten met alle opdrachten die ze me wilde laten uitvoeren en samen lachten we heel wat af. Eenmaal thuis pakte ze de Hatsan uit. “Raar, maar toch… Ik vind het een mooi ding, Kees.” Ik knikte. “Hij straalt efficiëntie uit.” Ik zette mijn buks ernaast. “Wat is nou exact het verschil, Kees?” “Niks. Behalve het hout van de jouwe en de kunststof van de mijne. Maar… Je voelt het verschil tussen beide buksen. Handig als het donker moet blijven.”
Ze knikte en keek me aan. “Toch hoop ik dat ze nooit nodig zullen zijn, Kees.” “Dat hoop ik ook. Maar als Zomers toch besluit om haar vriendjes in actie te laten komen, krijgen die het zwaar voor de kiezen. En datzelfde geldt voor de pa van haar puisterige cliëntje. Want die acht ik nog veel gevaarlijker dan Zo…”

Verder kwam ik niet; mijn telefoon ging. Geen nummermelding. “Kees Jonkman…” “Hé Bud van me…” Ik zette de telefoon op de speaker. “Hé lelijke vent. Het is pas zaterdag, vroeg in de middag en je mist me nu al? Wat ben jij een watje geworden…” Er klonk een lage grom. “Pas jij een beetje op? Anders stuur ik mijn leidinggevende op je af. Want háár miste ik, eikel.”
Joline grinnikte en riep: “Dan heb je het verkeerde toestel gebeld, Fred.” “Oh ja… Shit. Nou ja, dan maar zo. Hebben jullie zin om vanavond bij ons te komen? Gezellig bijbeppen en zo?” Joline maakte gebaren, wees op de buksen op tafel. “Wacht even Fred, ik geef je even aan Joline. Die is hier bezig met gebarentaal en daar ben ik niet zo goed in.” Ik gaf de telefoon door.
“Hé Fred… Leuk, zo’n uitnodiging, maar wij wilden vanavond naar de schietvereniging. Ik heb ook een buks gekocht, dezelfde als Kees, en nu gaan we vanavond een wedstrijdje doen. Zin om mee te doen? En Wilma ook?” “Moment, Joline…” Het was even stil “Leuk! Waar moeten we zijn dan?”
Joline zei, zo droog als gort: “Bij ons. Ik geef de chef opdracht tot het maken van pasteitjes en wat andere lekkere dingen, Julie komen hier eten, we gaan schieten en daarna mogen jullie kiezen: óf jullie rijden door en gaan de grote rivieren weer over, óf je blijft hier maffen.”
Ik stond even met m’n mond vol tanden. Even later kwam het antwoord. “Leuk! Ook dat maffen! Maar dan nemen wij zelf een veldbedje mee; dan slaapt Wilma op jullie slaapbank en ik slaap op een veldbedje ernaast. En jullie in je eigen bed. We gaan niet nóg een keer jullie bedje gebruiken.” “Is prima. Je regelt het maar. Jullie zijn vanaf een uur of vier welkom!” We hoorden Wilma roepen: “Is goed, Joline! Dank jullie wel! Gezellig!” “Oké, wij vinden het ook gezellig. Tot straks!” Joline gaf de telefoon weer aan mij. “Zo. Ook geregeld…”

Ik stond haar nog steeds een beetje aan te gapen. “Jij neemt wel initiatieven, schat…” Ze knikte. “Ja. Ik wil vanvond persé schieten; met Fred en Wilma erbij kan dat alleen maar leuk zijn. En daarna thuis lekker kletsen tot in de late uurtjes. We hadden anders toch niets te doen, Kees.” Ze zag mijn grijns. “En die opdrachten krijg je toch wel, mannetje! De eerste komt nu: boodschappen doen! Dan ruim ik hier ondertussen een beetje op. En neem maar een portie kibbeling mee voor de lunch, want ik heb trek.” De volgende uurtjes waren we ontspannen bezig; ik ging boodschappen doen en Joline ruimde de flat op, daarna lunchen met kibbeling, vervolgens weer wat huishoudelijke karweitjes en om drie uur zaten we lekker met een kop koffie op de bank. “Zo. Huis netjes, alle boodschappen gedaan, even ontspannen hoor... Kees, pak eens wat koekjes!”

Ik keek Joline aan. “Je hebt nog niet gewonnen, meisje Boogers. Kom zelf eens in de benen…” Ze giebelde. “In wiens benen, Kees?” Ze stond op en kwam op schoot zitten. “Zo, lekkere vent…” Verder kwam ze niet, want ik zoende haar vol op haar mond. Toen ik losliet zei ik: “Weet je dat ik ape-trots ben op jou? Niet alleen hoe je die verkoper even naar rechts richtte, maar ook hoe je schoot? Ook hiermee: Miss Efficiëntie 2018 in een hele aangename verpakking…” Ze glimlachte trots. “Ik ben blij dat ik een compliment krijg van de aardigste scherpschutter die ik ken. En nog wel op zijn vakgebied!” “Wacht maar tot Fred je vanavond bezig ziet. Dan krijg je nog veel meer complimenten.”
Joline keek nadenkend. “Ja… En maandag weet heel Gorinchem hoe goed Joline Boogers kan schieten… Ik zal ‘m even op z’n hart drukken dat hij dat niet moet gaan doen.” Ze stond op. “Kom, nog even een stukje wandelen. Even de frisse buitenlucht in!” De buksen gingen in de kast en even later liepen we buiten, richting de cooperbaan.

“Ik zal blij zijn als we weer kunnen rennen, Kees. Ik mis het.” Ik knikte. “Ja, ik ook. By the way, helemaal vergeten te vragen… Wat heeft Mariëtte gisteren met de sport gedaan?” “Qua sport niet zoveel bijzonders. Een beetje krachttraining, wat rennen door de zaal met gekke opdrachtjes. Maar de afsluiting weer een yoga-oefening. Die was overigens wél bijzonder, zoals gewoonlijk. Een voor een moesten we op de grond liggen en ‘planken’. En concentreren. Zeker weten dat we een dikke, eikenhouten plank waren. En de hele groep moest over de plank lopen.” Ik keek haar aan. “Inclusief Fred?” Ze knikte. “En je voelde er niks van. Ja, je voelde dat er iemand op je billen stapte en tussen je schouderbladen, maar geen gewicht, geen druk geen pijn… Helemaal niks.” Ik floot. “En is iedereen over iedereen heengelopen?”
Joline knikte. “De enige voorwaarde die Mariëtte stelde: Doodse stilte. Het enige wat je mocht horen waren onze voeten. Op een gegeven moment werd er ergens buiten gelachen; ze stopte de oefening meteen en wachtte tot het weer stil was. Bijzonder.” Ik floot zachtjes voor me heen. “Nog even en ze laat ons over hete kolen lopen. Net als… hoe heette die vent ook alweer… ‘Tjakkaaa!’ was zijn strijdkreet…” “Emiel Ratelband”, vulde Joline aan. Ik knikte. “Ja, die. Een héél eng tiepje.” Ze knikte. “Ooit wel eens een video van hem gezien. Brrr…. Dan honderd keer liever Mariëtte.”

“Fred en ik waren het er over eens dat zij sportinstructeur geweest moet zijn bij Defensie. Klopt dat? Haar houding, haar lichaamstaal…” Joline gniffelde. “Nee, in tegendeel. Ze is pacifiste in hart en nieren. Heeft CIOS gedaan, na de CIOS is ze twee jaar naar Nepal gegaan. In diverse kloosters geweest en heel veel dingen geleerd, met name over concentratie. Vervolgens is ze zich gaan specialiseren in oosterse sporten. En heel bewust: geen vechtsporten. Zij is van mening dat de geest het altijd kan winnen van het lichaam. Of het nu je eigen lichaam is of dat van iemand die jou kwaad wil doen. Ik denk dat ze in de middeleeuwen als heks verbrand zou zijn...

Die eerste keer dat ik er was en mee mocht kijken met een lesje van haar… Het was een middelbare schoolklas. VMBO, een of andere technische richting. In ieder geval veel macho gedoe bij de jongens en heel weinig meisjes. Een aantal van die knullen begonnen onderling te smoezen toen wij binnenkwamen. Je kan wel raden waar het over ging; ik had een rokje aan. Ze loopt zó naar dat clubje toe, gaat vlak voor hen staan en zegt: “Opdrukken. Twintig keer.” En ze kijkt ze allemaal, stuk voor stuk in de ogen en de hele afdeling macho gaat liggen en begint zich op te drukken. Zonder commentaar.
En toen ze klaar waren en hijgend en puffend opstonden, loopt ze naar de grootste bek, kijkt hem aan en zegt: “Jij hebt er maar achttien gedaan. Overnieuw.” En meneer gaat zonder commentaar plat en drukt zich, met de grootst mogelijke moeite weer een paar keer op. En toen bleef hij liggen. Ze knielt naast hem, kijkt hem aan en zegt zachtjes: “En doorgaan. Je moet er nog vijftien.” En ze bleef hem aankijken. En hij haar. En hij gáát door. En na die vijftien keer opdrukken komt hij overeind en zegt: “Dank u wel, mevrouw.” Met haar blik heeft ze hem er doorheen gesleept. Toen was ik verkocht…
En die knullen even later helemaal gesloopt. En stuk voor stuk kwamen ze aan het einde van de les bij haar langs, gaven haar een hand en zeiden netjes: “Dank u wel voor de les, mevrouw.” En toen we terugliepen naar de instructieruimte was ze weer ‘gewoon’: een niet al te grote, tengere Hollandse meid waar je lekker mee kan lachen…” Ik floot zachtjes. “Dat ze bijzonder was,wist ik al, maar dit… wauw.”

Joline keek op haar horloge. “Kom meneer, we maken rechtsomkeert. Fred kennende staan zij exact om vier uur voor de deur; dan moet het theewater wel heet zijn.” Ze keek me aan. “Ik heb er zin in, Kees. Lekker eten, dan schieten en vervolgens lekker kletsen met Fred en Wilma. En niemand hoeft er weg, dus we kunnen het zo laat maken als we willen. Wat eten we vanavond eigenlijk?”
“Vanavond, madame, tracteer ik mijn gasten op een amuse van Ardenner ham met meloen. Dan, speciaal voor Fred, een pasteitje. Het hoofdgerecht bestaat uit een Bosnisch biefstukje, alleen met Hollandse afmetingen. Als ik de Bosnische afmeting had gekocht, hadden we bij de biefstuk geen frites en groenten nodig gehad. En als toetje wilde ik jouw vanillepudding maken. De Irish coffee moet wachten tot na het schieten of wordt vervangen door iets anders alcoholisch naar keuze.”
Ze keek me aan. “Je maakt er wel weer een feestje van, hoor. Maar ben ik nog wel in staat om een beetje fatsoenlijk te schieten na zo’n copieus diner?” Ik schudde grinnikend mijn hoofd. “Nee. En dat is exact de bedoeling…” Ik kreeg een stomp. “Rotzak. Vals spelen hé? Wacht maar vriendje…” Ze keek me lachend aan. Even later waren we weer thuis en zette ik het theewater op. Het was tien voor vier...
Lees verder: Mini - 136
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...