Door: Maxine
Datum: 18-04-2020 | Cijfer: 9.4 | Gelezen: 9787
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 64 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Beffen, Buurman, Buurmeisje, Neuken, Pijpen,
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 64 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Beffen, Buurman, Buurmeisje, Neuken, Pijpen,
Vervolg op: Charlotte - 27
Maandagmorgen om negen uur staat er een kleine vrachtwagen voor de deur, die mijn nieuwe wagen komt brengen. De deurbel gaat en ik doe al snel open.
‘Mijnheer Peter Hoogmans?’
‘Ja, dat ben ik. U komt mijn nieuwe wagen brengen?’
‘Inderdaad, en met de complimenten van garagebedrijf Looijmans. Omdat u aangaf al meteen met uw wagen ver weg te moeten, hebben ze de wagen nog extra goed nagekeken.’
‘Is dat nodig dan? Het is een nieuwe wagen!’
‘Echt nodig is het niet, maar we willen absoluut niet hebben, dat u een maandagmorgenwagen treft. Daarvoor is de check.’
‘Nou, dat stel ik dan erg op prijs.’
Ik help de chauffeur met het lossen van de wagen en zet dan een handtekening voor ontvangst. Dan zet ik de wagen op de inrit, want we moeten meteen onze koffers gaan inladen. Gelukkig hebben we al alles klaarstaan, en kunnen we sneller, dan verwacht, vertrekken voor een weekje rust.
De wagen rijdt beter, dan verwacht. En vooral veel zuiniger, dat is wel te merken aan de benzinemeter, die zakt helemaal niet zo snel. En daarbij is de wagen veel krachtiger en luxueuzer. We waren eerst van plan om nog ergens te overnachten, maar de reis vordert zo goed, dat we rond acht uur ’s avonds al in de buurt van Poitiers zijn. En dan is het nog maar zo’n vier á vijf uur rijden, en we voelen ons nog steeds fit. Vooral omdat we ook regelmatig stoppen en wisselen van chauffeur. Dat zijn maar korte stops, maar het helpt zeker bij, dat we nog niet vermoeid zijn.
Maar het is toch na middernacht als we aankomen bij ons huisje in Sare. We pakken snel onze koffers uit de auto en ik zet vlug de winterluiken open, en duiken dan snel het bed in. Daar vallen we als een blok in slaap.
De volgende morgen worden we gewekt door een vogeltje, die voor ons raam op een tak zijn lied zingt. Buiten is het bewolkt, maar er schijnt een waterig zonnetje door de wolken heen. We staan op en ik doe de ramen wagenwijd open. De koele ochtendlucht stroomt de slaapkamer binnen, maar die is beduidend warmer als thuis. Het is hier nu zo’n graad of twaalf en de voorspellingen zeggen, dat het nog bijna twintig graden moet worden. Terwijl Lisa zich gaat douchen, zet ik alle ramen wagenwijd open en ook alle deuren zet ik open, zodat het huis lekker gelucht wordt.
Ik zie dan James zonder kleren voorbij lopen. Ik wuif naar hem, waarop hij door het hek naar me toe komt gelopen.
‘Ah, je komt toch nog even wat van je huisje genieten?’
Ik knik. ‘Ja, hard gewerkt, en amper tijd voor onszelf gehad. En als je dan toch al een huisje hier hebt, dan ga je er gewoon lekker tussenuit!’
‘En ook een nieuwe wagen?’
‘Ja, de andere is door de mangel genomen door een vrachtwagen. Dus heb ik maar een nieuwe gekocht. Gistermorgen vers van de dealer gekomen.’
‘Zo, dat is nogal heel erg op tijd! Ik dacht al, een andere wagen, dus ik zal maar eens een kijkje nemen, wie daar in jullie huis is. Maar ik ben blij, dat jullie zelf zijn gekomen.’
‘En hoe gaat het nu met jou?’
‘Met mij gaat het goed. Ik begin het normale leven weer op te pakken. Jennifer is nu weer terug naar school, in de wintermaanden zijn de grotten toch dicht. En op die manier proberen we haar ouders wat milder gestemd te krijgen, die zijn het er niet helemaal mee eens. Bovendien wil ik ook, dat ze zich een vak leert.’
‘Dus jullie zijn nog steeds bij elkaar?’
James knikt. ‘Ja, maar het voelt nog wel steeds als een beetje bedrog richting Jenny. Maar aan de andere kant, dit is wel wat ze voor me wilde. Dus daar zit ik nog wel even mee. Maar dat komt ook wel weer. En hoe gaat het met Lisa?’
‘Goed, ze heeft amper last van haar zwangerschap. Dus heel erg voorspoedig!’
Dan zegt James: ‘Ik hoor, dat je nog heel wat los gemaakt hebt met je cocktail, de Jenny! Ik hoor heel lovende berichten daarover.’
Ik lach. ‘Hoe komt het, dat jij overal zoveel contacten hebt, James? Je was toch maar een winkelier?’
James lacht. ‘Dat klopt, maar ik had wel een handel in exclusieve materialen, naast mijn handel in normale huishoudelijke artikelen. Daar ben ik bij toeval ingerold. Ik had een bekende acteur als klant, die me vroeg of ik aan bepaalde dingen kon komen. Nou ja, ik ben toen wat rond gaan bellen, en dat bleek lastiger dan gedacht. Maar ik gaf niet op, want hij was een goede klant! Ik kwam uiteindelijk uit bij een siersmederij, die op bestelling prachtige dingen kon maken. Mijn klant wenste een zilveren bestek, met zijn logo erop. Nou, dat heeft die smederij gemaakt, en dat zorgde voor meer vervolgopdrachten, ook van bekenden van die acteur. En dat bleef zo maar doorgaan. Ik had zelfs het koninklijk huis als klant, en ook bekende acteurs uit het buitenland. Maar ook bekende restaurants bestelden bij mij hun exclusieve spullen. Daardoor heb ik wel wat contacten opgedaan. En toevallig kwam ik een vriend van mijnheer Soûtre tegen, die me vertelde, dat de Jenny zo’n enorm succes is geworden!’
‘Ja, dat klopt ook! Dat is veel beter gegaan, dan ik ooit had durven dromen. In amper een week tijd is erg populair geworden. En zelf heeft me dat ook geen windeieren gelegd, dat ik bij mijnheer Soûtre dat drankje mocht komen demonstreren. Daar heb ik een behoorlijke opdracht aan overgehouden, dat wil zeggen, ik moet de offerte nog schrijven, maar die opdracht heb ik al zo goed als zeker binnen. En ik houd er meteen een paar goede vrienden aan over.’
‘Ja, dat laatste heb ik ook al gehoord. Maar dat zijn behoorlijk invloedrijke vrienden, Peter! Die moet je goed in ere houden!’
‘Dat had ik me al beseft. Maar dat is in ieder geval niet de reden, waarom ik hun als vrienden beschouw. Hoe dan ook, mijn toekomst ziet er voorlopig heel erg goed uit, en als ik daardoor wat meer vrienden krijg, dan is dat alleen maar goed.’
Lisa komt dan net naar beneden, ze heeft niet meer aan dan haar badjas.
‘O, ik meende al, dat ik een bekende stem hoorde. Hoe gaat het met je, James?’
‘Goed, naar omstandigheden.’
‘En waar is Jennifer?’
‘Op de universiteit. Maar ze komt vrijdag weer terug, dan haal ik haar op.’
‘Blij te horen, dat jullie nog steeds bij elkaar zijn.’
‘Dat geldt ook voor jullie twee! Maar je ziet er goed uit, Lisa! Je zwangerschap staat je goed.’
Lisa glimlacht. ‘Dank je, James! Dat is erg aardig van je. En gelukkig heb ik niet erg veel last van mijn zwangerschap. De misselijkheid is gelukkig over, maar ik begin nu wel zwaarder te worden. Maar dat hoort er ook bij. Alleen dat mijn heupen nu ook breder worden, dat vind ik weer minder leuk.’
Ik glimlach. ‘Dat vind ik helemaal niet erg, schat. Ik vind dat je die bredere heupen goed staan.’
Ik leg mijn handen op haar heupen en trek haar dan tegen me aan. James moet lachen. ‘Ik zie het al, jullie zijn nog steeds heel erg verliefd op elkaar!’
‘Natuurlijk! Anders zou ik toch niet met haar trouwen?’
‘Hebben jullie al een datum gepland?’
Lisa en ik knikken gelijktijdig. Lisa antwoordt: ’21 januari is de grote dag! Eerst wilden we het nog later houden, maar dan heb ik waarschijnlijk al een heel erg flinke buik, en dat wilde ik ook weer niet!’
‘En een groot feest?’
‘Nee, we houden het klein, wel wat vrienden en familie, maar niet al te groot. Zo’n bruiloft is toch al zo duur!’
‘Zo hebben Jenny en ik het destijds ook gedaan. Maar toen hadden we nog helemaal geen geld, we hadden wel allebei werk. Ik was net begonnen met mijn zaak, en Jenny werkte toen nog als naaister. Ze vond het vreselijk, dat ze daarmee moest ophouden. Maar gelukkig kon ze gewoon meewerken in de zaak, want ze haatte het om de hele dag thuis te moeten zitten.’
‘Dat kan ik me wel voorstellen. Ik zit nu ook noodgedwongen thuis, en dat begint me nu ook wel een beetje uit de neus te hangen. En ik kan nu ook heel goed begrijpen, wat Peter bedoelde, dat ik toch verder moest gaan leren. Ook al heb ik straks een kind, dat wil niet zeggen, dat ik helemaal niets hoef te doen? Peter heeft nu zijn eigen bedrijf gestart, waarom zou ik dat ook niet kunnen doen? Ik moet daarvoor nog wel enkele cursussen doen, maar daar ben ik al mee bezig.’
En dat klopt. Een tijdje voordat we naar Nice gingen, is Lisa begonnen met een online cursus, waarbij ze leert juridische vertalingen uit het Engels te gaan doen. En daar moedig ik haar ook op aan, het vooral door te zetten. James neemt afscheid en we beginnen lekker ontspannen aan het ontbijt. We maken dan nog wat boodschappen, halen vers brood en stokbrood bij de bakker, en ook de slager en de groenteboer wordt met een bezoek vereerd. Daarna maken we een lange wandeling, met kleren aan, omdat het toch net iets te fris waait. Het is heerlijk om even helemaal alleen te zijn, en ik merk goed dat ik die ontspanning goed kan gebruiken. Eenmaal terug thuis is het in de tuin wel goed te doen om zonder kleren aan te zonnen in de tuin, waar we dan ook gretig gebruik van maken.
De volgende dag rijden we naar de aannemer toe, waar we met hem bespreken hoe we de verbouwing graag willen hebben. Hij zegt ons toe om met zijn tekenaar langs te zullen komen om alles precies naar onze wens te laten verlopen. Daarna rijden we door naar een bouwmarkt, waar we ons twee nieuwe ligstoelen kopen, omdat de huidige wat gebreken vertonen. Die zijn van hout en daar mag Ben zich de komende vakantie mee bezig gaan houden. Het is dan ook maar goed, dat mijn nieuwe wagen meer dan genoeg ruimte heeft om die nieuwe aankopen te herbergen.
De rest van de week verloopt lekker ontspannen. Wandelen, boodschappen doen in het dorp, een praatje met de mensen, aan wie we voorbij lopen, zonnen en een boek lezen. En ik krijg meer dan genoeg tijd om mijn offertes op te maken. De week vliegt echter om voordat we het in de gaten krijgen. Als het zondag is, zegt Lisa tegen me: ‘Pff, is de week alweer voorbij? Ik heb eigenlijk nog helemaal geen zin om naar huis te gaan!’
Ik lach. ‘Dan zijn we met twee, Lisa. En waarom zouden we niet langer blijven? We kunnen er gemakkelijk nog een week aanplakken. We hoeven alleen maar naar huis te bellen, zodat ze weten, dat ze de planten nog een week langer water moeten geven!’
Lisa moet lachen. ‘Wat een luxe, Peter! Ik zou nog wel eens verwend kunnen worden!’
Dan moeten we allebei hardop lachen. Ze heeft gelijk, dit is echt pure luxe. Gewoon besluiten er een week tussenuit te kunnen gaan, zonder ons om iets te hoeven bekommeren. En dan besluiten er nog een week aan te plakken. Er is niets waarvoor is naar huis heen hoef. Alleen moet ik wel die offertes versturen, maar omdat ik hier nog geen internet heb, is dat wat lastiger. Ik pak mijn telefoon, en bel vervolgens Lisette op.
Ze neemt snel op. ‘Hallo vakantiegangers!’
Ik glimlach. ‘Ja, dat zeg je heel goed! Dat is ook precies de reden, waarom ik bel. Zou je het erg vinden om nog wat langer de planten water te geven? We hebben nog niet echt zin om terug naar huis te gaan. We blijven nog een weekje.’
Ik hoor Lisette lachen. ‘Ik geef jullie groot gelijk! Hier is het maar slecht weer, echt geen lolletje aan! En met die planten, dat komt wel goed. Maar jullie blijven daar toch niet wonen?’
‘Nee, volgende week komen we echt naar huis. Er moet immers ook nog gewerkt worden. Maar het komt nu even wat beter uit, dan kunnen we nog even beter overleggen met de aannemer over de verbouwing, die ik hier nog aan het huisje wil laten doen, en ik wil ook nog wat praktische zaken regelen.’
‘Het is al goed. Geniet er maar lekker van!’
‘Dat zullen we ook zeker doen! Nog alles goed aan die kant?’
‘Jawel, geen problemen hier. Alleen hebben Ben en Charlotte hun eerste flinke ruzie gehad. Was eigenlijk wel komisch, het was ook de fout van Ben. Hij had namelijk met zijn vrienden afgesproken, terwijl hij ook met Charlotte had afgesproken. Ik heb hem nog nooit zo snel zien terugkomen en zijn fout proberen goed te maken. En Charlotte heeft duidelijk laten merken, dat ze van zulke geintjes niet gediend was. Dat is goed voor haar, maar ook voor Ben. Hij is daar gewoon wat te gemakkelijk in, en ik hoop dat hij er van geleerd heeft.’
‘Tja, dat zat er een keer aan te komen, dat kon niet uitblijven. Maar het is goed, dat het eens gebeurt, want zo leren ze elkaar beter kennen.’
‘En bij jullie alles goed?’
‘Ja, geen probleem. Maar Lisa wil je nog even spreken. En ik ben bang, dat ik mijn telefoon voorlopig wel niet meer terug zal krijgen, dus al vast tot ziens en bedankt, dat je de planten nog water wilt geven!’
‘Al goed, en tot volgende week!’
Ik geef dan de telefoon aan Lisa, die dan vervolgens een lange tijd met haar moeder aan de telefoon hangt. Haar band met haar moeder is de laatste paar maanden stukken beter geworden. Nu was die al niet slecht, maar nu ze zwanger is, begint Lisa te beseffen, hoe belangrijk haar moeder voor haar is. En dat ze nu buren zijn, dat heeft de band op zich wel verbeterd. Later, als Lisa uitgesproken is met haar moeder, komt ze bij me zitten. Ze glimlacht en zegt: ‘Mam had me alles verteld over die ruzie van Ben en Charlotte. Ze zei, dat je nu goed kon merken, dat Charlotte steeds meer zelfvertrouwen begint te krijgen, en dat ze echt niet meer alles over haar kant laat gaan. En Ben begint steeds meer toe te geven. Ik zie dat als een positieve ontwikkeling voor die beiden.’
‘Ja, dat denk ik ook. Charlotte is nu echt veel veranderd, Lisa. Je hebt haar niet zo gekend, voordat ze bij mij kwam. Een non was er niets bij. Maar nu? Ze kleedt zich modieus, heeft nu enkele goede vriendinnen en ook enkele vrienden, waarbij ze een goede balans vindt tussen school, vrienden en Ben. Dat is echt een wereld van verschil en daar ben ik echt heel erg blij om.’
‘Wat een paar kleine dingen voor enorme veranderingen kunnen zorgen, Peter.’
Ik grijns en zeg: ‘Nou, die twee mooie dingen bij jou hebben anders ook voor een flinke verandering in mijn leven gezorgd!’
En daarbij streel ik haar borsten. Lisa lacht. ‘De allerbeste verandering in mijn leven, Peter!’
Ze geeft me een zoen en ik trek me bij me op mijn schoot. Ik laat mijn handen over haar borsten glijden, en ik merk dat hoe Lisa daarop reageert. Maar ze reageert alleen niet, zoals ik dat graag zou willen. Ze duwt mijn handen weg, dat had ik niet verwacht.
‘Niet nu, Peter! Vanavond, dan mag je er weer even mee spelen!’
‘Toe nou, Lisa!’
‘Nee, Peter. Ik voel me even niet in de goede stemming.’
Tja, daar kan ik niets tegenin brengen. En ik ken Lisa nu wel goed genoeg, dat ze dan ook niet verder wil. Ze ziet me wat teleurgesteld kijken, waarop ze moet lachen.
‘Wat ben je soms ook een kind, Peter!’
Ik glimlach. ‘Ach, zo erg is het ook weer niet. Maar ik had er stiekem gewoon op gehoopt, dat we wat spannendere activiteiten gingen doen.’
‘Sorry, ik voel me gewoon nu niet in de stemming. Misschien vanavond.’
Ze geeft me dan toch een zoen, misschien als een verontschuldiging. Ze staat dan op en zegt: ‘Zullen we anders even door het dorp gaan wandelen? Dat hebben we ook nog niet zo vaak gedaan.’
Ik knik, en even later zijn we al op weg. Het is wel leuk, dat enkele mensen ons herkennen, en ons nog complimenten geven voor het straatfeest, dat we gehouden hebben. We maken een praatje met de mensen, en zo is een middag al sneller om, dat we in de gaten hebben. Net als we weer naar huis willen wandelen, houdt ons een man aan, die ik meteen herken als de burgemeester van het stadje.
‘Mijnheer Hoogmans! Goed dat ik u tref!’
‘Mijnheer Coulaneu, leuk om u weer eens te zien.’
‘Dat is wederzijds, mijnheer Hoogmans. En ik zie dat mevrouw Hoogmans al in blijde verwachting is?’
Lisa glimlacht. ‘Ik ben nog niet mevrouw Hoogmans, maar zo lang duurt dat ook weer niet! En ik ben inderdaad in verwachting, ik ben nu over de helft!’
‘Aha, dus komende zomer mogen we u verwachten als mevrouw Hoogmans, met uw kroos?’
Lisa glimlacht. ‘Dat is wel de bedoeling!’
Ik knik. ‘We gaan in Januari trouwen, en in maart hopen we ons kind te verwachten.’
‘Nou, dan wens ik u al in vooruit alle gelukwensen toe! Maar mijnheer Hoogmans, heeft u nog nagedacht over het gesprek, dat we tijdens dat straatfeest hadden?’
‘Om eerlijk te zijn, nog niet heel erg veel. Dat wil niet zeggen, dat ik er helemaal niet over heb nagedacht, ik heb wel wat op papier gezet, maar dat is nog niet zo helemaal uitgewerkt.’
‘Dat is ook niet nodig. Zoals ik u al zei, we willen gewoon iemand hebben, die we als groep kunnen aanspreken, en die dan ook met uw “groep”, zo zullen we ze maar even noemen, communiceert. Dat wil niet meer zeggen, als sommige veranderingen doorgeven, wensen kenbaar te maken, en zo nu en dan eens overleg te komen houden op het gemeentehuis. Eerst was James dat aanspreekpunt, maar sinds zijn vrouw is overleden, heeft hij daar niet meer zoveel zin in.’
‘Dat lijkt me niet zo’n heel grote opgave, mijnheer Coulaneu. Weet u wat, dat wil ik wel doen. U had het toen ook over wat aanpassingen in uw beleid, maar ook over wat voorzieningen bij bepaalde looppaden.’
‘Ja, daar hebben we als gemeentebestuur al eens over gepraat. We staan niet negatief tegenover het naturisme, we zien daar toch een groep mensen, die daar behoefte aan heeft, en dat zijn niet alleen toeristen, maar ook vaste inwoners van Sare. Maar niemand voelt zich geroepen om deze groep te vertegenwoordigen. We horen wel wat geluiden, maar dat leidt nooit iets tot wat concreets. Maar aan de andere kant storen zich ook wel wat mensen aan dit naaktrecreatie, vooral omdat uw groep daar te pas en te onpas daar gebruik van maakt.’
‘Misschien doen we er goed aan om eens samen om tafel te gaan zitten, welke paden geschikt zijn voor naturisme, en welke niet? De paden, die we dan aanwijzen voor naturisme-recreatie, zou u dan moeten markeren met bepaalde borden. Dat heb ik in andere gemeentes ook al zo gezien.’
‘Ja, dat is juist wat we graag willen. De mensen, die gewoon willen wandelen, moeten we kunnen wijzen op het feit, dat ze op die paden naakte mensen kunnen tegenkomen. Ik denk, dat we daarmee veel problemen kunnen voorkomen.’
‘Nou, misschien moesten we dan maar eens een afspraak maken. Ik ben de komende week nog hier, kunt u daarin een gaatje in uw agenda vinden?’
‘Dat moet wel lukken. Ik heb volgens mij uw telefoonnummer nog, ik laat mijn secretaris met u contact opnemen. Dan kunnen we dat even samen afstemmen.’
De man groet ons en loopt weer het gemeentehuis in. Als hij weg is, moet Lisa giechelen. ‘Je gaat nog de politiek in, Peter!’
‘Hmm, zolang dat hier is, vind ik dat prima. Vooralsnog ben ik tevreden, met wat ik nu doe. Dit komt er nog even bij, dat zie ik niet als politiek bedrijven.’
‘Nou, dat moet je niet te hard zeggen, Peter! De aanspreekpartner worden van een gehele groep, ideeën aandragen, die dan als advies gaan gelden, dat lijkt me best wel op politiek. En ik weet heel goed, wat dat is. Ik heb immers politicologie gestudeerd, Daar kwamen immers mijn kennis van de vreemde talen van pas.’
Ik denk even na, en moet Lisa dan wel gelijk geven. Maar ik vind dan toch, dat mijn rol maar beperkt is. Maar ik wil er niet te veel bij stilstaan. We lopen dan nog wat verder, waar ik opeens de heerlijke geuren van een barbecue ruik. We lopen naast een grote tuin, en dan zie ik een man, die schijnbaar met zijn vrouw in discussie is. Ze zien ons lopen, en meteen word ik geroepen.
‘Mijnheer, mijnheer!’
Ik draai me om. ‘Wat is er?’
‘U bent toch die man, die de leiding had over de barbecue van dat straatfeest?’
Ik knik. ‘Dat klopt. Ik ben weer even een paar weekjes hier voor vakantie.’
‘Zou u me eens wat les kunnen geven? Ik doe mijn best, maar het lukt me niet echt om ook maar een beetje in de buurt te komen van uw heerlijke gerechten. Kunt u me niet een klein beetje helpen?’
De man kijkt me wat verloren aan. Ik lach en zeg: ‘Ik geloof best, dat het u niet lukt. Wat de meeste mensen niet weten en zien, dat ik er al ruim van tevoren aandacht aan besteed. Ik was bijvoorbeeld de dag van tevoren al bezig met het voorbereiden. Het marineren van vlees, het maken van de salades. En dan al uren, voordat het feest begon, had ik het meeste van het vlees al in de barbecue liggen. Langzaam garen, dat is het grootste geheim. Niets overhaasten.’
‘O, dat wist ik niet! Maar kunt u me niet een klein beetje helpen? Of weet u wat? Kom lekker bij ons eten! Mijn vrouw maakt een heerlijke salade, daar kunt u misschien nog wat van leren. En ik heb heerlijke wijn, van een wijngaard, die van mijn broer is.’
Ik probeer me hoffelijk van zijn verzoek af te komen, maar de man dringt best aan. En hij lijkt ook best wel wat radeloos. Lisa zegt me dan: ‘Waarom zouden we hem niet helpen, Peter? We hebben voor vanavond toch nog niets gepland voor het eten, en het zou wel eens leuk zijn om ook weer eens nieuwe mensen te ontmoeten.’
Ik kijk Lisa aan en zie dat ze er eigenlijk wel zin in heeft. En ze heeft wel een punt, ik had nog niets voorbereid voor het eten. Maar het is nog niet heel erg laat, dus wat dat betreft zou ik nog wel wat tijd hebben. Maar ik laat me dan door de smekende blik van Lisa en de man overhalen.
‘Goed, we nemen uw uitnodiging aan. Maar ik zou me wel eerst even willen omkleden, maar ook even willen zien, wat u zo allemaal heeft staan.’
De man reageert verheugd. ‘O, u maakt me een gelukkig man. En nu kan ik ook wat leren van een echte barbecue-meester!’
Ik lach, maar Lisa zegt: ‘Ja, dat kun je wel stellen. Inmiddels al bijna beroemd bij de chefkoks van de beste restaurants!’
Ik kijk Lisa weemoedig aan. Ze heeft dit nu wel aangehaald, maar ik heb geen zin om de hele avond over recepten te zitten praten. En ik heb ook niet veel zin om de hele tijd over keukens te praten. Ze glimlacht echter alleen maar. De man neemt ons dan mee, en laat zien wat hij heeft om op de barbecue te leggen. En hoewel de man duidelijk wel zijn best heeft gedaan om het beste vlees en de beste groenten te kopen, is het vlees nog zonder marinade. Ik vertel de man dan meteen, dat de barbecue nooit lekker zal smaken, zonder het vlees in een marinade te laten trekken. Maar het is nog vroeg, en met een wat sterkere marinade zou het nog wel kunnen om het vlees nog lekker te laten smaken. De vrouw van de man zegt dan tegen haar man: ‘Zie je nou wel, het is niet alleen maar een goed stuk vlees op de grill leggen!’
De man knikt, en moet zijn vrouw nu wel gelijk geven, maar daarmee is de barbecueavond nog gered. We lopen dan hun keuken in, en ik kijk wat ze zoal in huis hebben. Het is even improviseren, maar met wat ze in hun keuken hebben staan, zou ik een goede marinade van moeten kunnen maken.
Ik roep de man erbij, want hij zei immers, dat hij wilde leren. En ik stuur de vrouw even weg, zodat we wat meer ruimte in de keuken hebben. Maar het blijkt al snel, dat de man best wel bereid is om te leren en ook te doen, wat ik hem opdraag, maar hij is echt heel erg onervaren. Toch besluit ik door te zetten. De man mag best wel eens leren, wat het betekent om goed en smakelijk eten te bereiden, want ik vermoed dat zijn vrouw normaal het eten klaarmaakt. En dat blijkt ook wel, als ik hem vraag om de verschillende kruiden voor me te pakken. Van de meeste kruiden, die ik hem vraag, weet hij niet eens wat het is, en als hij al weet wat het is, weet hij ze niet te staan. Dat moet hij dan vragen aan zijn vrouw. Die zit met een geamuseerd gezicht op het terras van hun huis buiten te kijken door de keukenraam. Lisa praat met de vrouw en aan het gezicht van Lisa kan ik aflezen, dat ze er wel plezier in heeft. Maar na een goed kwartier is de marinade klaar, en de man staat er van te kijken, hoe eenvoudig dat eigenlijk te maken is. Ik vertel de man dan, dat deze marinade wat sterker is, maar dat het vlees dan in twee uur genoeg doordrongen zal zijn.
Daarop gaan Lisa en ik naar huis om ons even om te kleden, en ik neem meteen ook een goede fles wijn mee, waar ik inmiddels wel een klein voorraadje in de kelder van ons huisje daar heb staan. Je kunt toch slecht met lege handen aankomen, als je uitgenodigd bent om ergens te komen eten.
Ons gastgeschenk wordt dan ook erg gewaardeerd. Onze gastheer, hij blijk François te heten, en onze gastvrouw Helene, vraagt me meteen, of ik het een probleem vind, als hij de fles meteen ontkurkt. Natuurlijk moet hij helemaal zelf weten, wat hij met die fles wijn doet. Hij schudt meteen met de fles de glazen vol, met de mededeling: ‘Normaal zou ik dit niet doen, maar ik heb eerlijk gezegd vergeten genoeg wijn te mee te brengen. Ik heb nog wel een fles staan, maar dat was natuurlijk zonder bezoek gerekend.’
Ik glimlach. ‘Mocht het niet genoeg zijn, ik heb in mijn kelder nog wel een en ander liggen.’
‘Hier normaal ook, maar dit jaar heb ik niet genoeg tijd gehad om de voorraad aan te vullen.’
‘Kan gebeuren. Hier net over de grens zitten een uitstekende wijnhandel, die ook eigen wijn verkoopt. Daar heb ik deze ook vandaan.’
‘Ah, dat adres moet je me eens geven. Misschien dat ik met hem dan wel wat zaken kan doen. Normaal heb ik mijn eigen wijn hier in de kelder.’
‘Eigen wijn?’
De man glimlacht. ‘Ja, we hebben een eigen wijngaard, en een eigen label voor onze wijnen. En we zijn er trots op, dat we altijd goede kwaliteitswijnen maken. Alleen hebben we het dit jaar zo druk gehad, dat ik er niet aan toe ben gekomen om hier de voorraad aan te vullen. We zijn hier namelijk voornamelijk alleen maar in het najaar en de winter. De rest van de tijd hebben we het te druk met werk.’
‘Ah, dat vind ik wel interessant. Dus u bent wijnmaker van beroep?’
De man knikt. ‘Ja, zo zou je dat wel kunnen noemen. We zijn nog niet zo heel lang bezig, relatief gezien de meeste bedrijven hier in Frankrijk, maar we timmeren goed aan de weg.’
‘Hoelang bent u dan al bezig?’
‘Nu net tien jaar. Het is niet eenvoudig om als nieuweling, met ook nieuwe methoden, door te breken tussen de grote merken. Natuurlijk, aan het proces van wijn maken kan ik niet veranderen, voor sommige dingen kun je gewoonweg niets veranderen. Dat zou de smaak niet ten goede komen. Maar we experimenteren wel graag met verschillende rassen van druiven. En ook de manier, waarop we aan onze druiven komen, is anders dan hoe vele anderen het doen. We laten namelijk ook door andere boeren druiven telen. Op die manier is het namelijk ook mogelijk om juist te experimenteren. Bovendien hebben we dan ook niet de zorg over enorme terreinen, waardoor het voor ons ook aantrekkelijk is om dit pad te bewandelen.’
Helene onderbreekt haar man. ‘Sorry voor mijn man, maar als hij eenmaal over wijn aan het praten is, dan wil hij amper nog ophouden.’
‘Dat geeft niet, ik vond het wel interessant. Maar u heeft gelijk, het zou een eentonig onderwerp worden, en dat zou de sfeer van een gezellige avond ondermijnen.’
De vrouw glimlacht. Ze is blij, dat ik het begrepen heb. Ze vraagt dan: ‘Vertel eens over uzelf. Hoe komt het, dat u zo goed kunt grillen?’
Lisa moet nu lachen. ‘Oei, dat is ook gevaarlijk gebied, daar kan Peter weer met gemak een hele avond volpraten!’
Daar moeten onze gastheer en gastvrouw wel om lachen. Helene zegt dan: ‘Nou ja, ieder zijn passie en vakgebied, zullen we dan maar zeggen. Maar ik ben wel nieuwsgierig naar uw achtergrond.’
Nu is het weer Lisa, die moet lachen. Ze zegt: ‘Ik denk niet, dat jullie ooit zouden kunnen raden, wat het originele beroep van Peter is. Nu is hij dat niet meer, maar heeft hij dat in een andere vorm verpakt. Iets dat veel beter bij hem past.’
Ze kijken verbaasd. Helene zegt dan: ‘Als ik het zo hoor, bent u geen chef-kok. Maar dat past dan weer niet met het beeld, dat ik over hem had.’
Ik glimlach. ‘Ik zal het maar verraden. Ik ben eigenlijk leraar in het beroepsonderwijs. En op een andere manier ben ik dat nog steeds, alleen in een heel andere vorm. Om precies te zijn, was ik wiskundeleraar.’
De monden van de man en de vrouw staan ver open.
‘Echt waar? Dat had ik inderdaad nooit achter u gezocht. En wat doet u nu?’
‘Ik ben nu freelance instructeur in de horeca. U moet weten, dat ik erg graag en vooral lekker kook. Ik maak alles zelf klaar, en zelfs het meeste aan dranken, die we thuis drinken.’
Lisa knikt. ‘Dat was voor mij ook even wennen, maar nu wil ik niets meer anders, zeker nu ik zwanger ben. Peter heeft me ook een en ander geleerd, omdat ik nu vaak thuis ben. Maar het is bijna ongelofelijk, wat hij allemaal aan recepten in zijn hoofd heeft. Thuis hebben we wel een paar kookboeken staan, maar ik heb hem er nog nooit in zien kijken. Hij heeft het allemaal in zijn hoofd zitten. Het is bijna ongelofelijk!’
‘Dan heb jij wel heel erg geluk, hij zal je wel regelmatig verwennen met heerlijke gerechten!’
‘Ja, maar dat is maar relatief. Soms is hij een nieuw recept aan het bedenken en dan krijgen we even niets anders, dan dat recept, tot hij het eenmaal goed heeft. Maar het is nooit echt slecht. Peter is qua eten wel een perfectionist, en dat kun je wel merken aan het eten. Het smaakt echt altijd! Ik heb pas één keer meegemaakt, dat het niet zo lekker was. Maar dan gaat hij nog even aan de slag met hetzelfde eten, en dan smaakt het alsnog. Dus ja, ik heb wel het geluk, dat hij erg goed kan koken. Veel beter, dan ik.’
Ik glimlach. ‘Maar je begint er zelf ook stukken beter in te worden, Lisa! Van iemand, die een biefstuk tot een stuk rubber kon laten worden, tot iemand die er nu wel best goed in begint te worden!’
Helene moet lachen. ‘Wat wil je, als je zo’n goede instructeur als man hebt.’
Lisa glimlacht. ‘Nog zijn we niet getrouwd, dat is pas in januari. Maar ik voel me wel al als zijn vrouw.’
‘O, ik had al gedacht, dat jullie getrouwd zouden zijn. Mag ik dan ook aannemen, dat dit jullie eerste kind is?’
Lisa knikt glimlachend. ‘Zolang zijn we ook weer niet bij elkaar. We kennen elkaar al een hele tijd, we waren buren. Alleen was ik tot voor enkele maanden nog wat te jong voor hem.’
‘Te jong? Peter ziet er toch nog niet zo oud uit? Ik zou hem net vijfentwintig schatten!’
Lisa lacht. ‘Zeg het maar niet te hard, anders krijgt hij nog kapsones. Peter wordt in april eenendertig! Ik ben nu tweeëntwintig. In mei zijn we een jaar bij elkaar.’
De monden van de man en vrouw vallen nog verder open. Ik zeg dan: ‘Maar ter verdediging, ik ken Lisa al, sinds ze zestien was. Er zit wel een flink leeftijdsverschil tussen ons, daar zijn we ons ook goed van bewust, maar het voelt gewoon goed tussen ons. Alsof het altijd zo heeft moeten zijn. En natuurlijk, soms vallen er ook wel eens wat woorden, maar daar leren we alleen maar van. Tot nu toe, zijn we er alleen maar sterker door geworden.’
‘Nou, dat hadden we dus niet zien aankomen. Maar ja, zelf kunnen we ook niet zeggen, dat we al erg lang bij elkaar waren, voordat François me vroeg met hem te trouwen. Nauwelijks een jaar kenden we elkaar. En ik geef jullie helemaal gelijk, als het goed voelt, niet twijfelen. Het eerste gevoel is meestal het juiste gevoel.’
Ik vraag dan: ‘En hoe oud moet ik jullie dan schatten? Jullie lijken me ook nog niet zo heel oud, maar wel ongeveer van dezelfde leeftijd.’
Helene glimlacht. ‘François is een leeftijdsgenoot, hij wordt in maart eenendertig. En ik ben inderdaad maar een jaar jonger.’
Lisa zegt: ‘Echt? Jij bent dertig? Ik had je jonger geschat!’
‘Dank je, maar het staat helaas al 3-0 voor mij. Dat deed wel even pijn. Vooral omdat ik altijd heb gezegd, dat ik voor mijn dertigste kinderen zou willen hebben, maar dat geluk is ons niet gegeven.’
Ik bemoei me er dan ook mee. ‘Nooit geen tijd gehad voor kinderen, of lukt het gewoon niet?’
‘Het lukt gewoon niet. Het probleem lijkt bij mij te liggen. Mijn baarmoeder zou te zuur zijn om het zaad lang genoeg in leven te houden, voordat het de kans krijgt om een eicel te bevruchten. We hebben al van alles geprobeerd, maar niets helpt.’
François knikt. ‘Dat is helaas waar. Orale seks is niet wat ik haar ontzeg, maar het is niet altijd prettig voor mij. Dat weet ze, maar het is niet anders.’
Helene bloost even hevig. Ze geeft haar man een standje. ‘François! Zoiets zeg je toch niet tegen mensen, die we nog maar net kennen! Ik schaam me dood!’
François haalt zijn schouders op. ‘Wat maakt het nog uit, Helene?’
Ik meng me dan in hun woorden. ‘Al eens geprobeerd een dieet te volgen, Helene?’
‘Hoe bedoel je dat? Een dieet?’
Ik glimlach. ‘Ja, een dieet. Met de juiste voeding kun je zoiets wel beïnvloeden. Omdat je op een wijngaard werkt, ik weet niet of je er ook woont, zal je ongetwijfeld wel vaak wijn drinken of druiven eten.’
‘Ja, dat klopt. Maar ik drink al niet meer zoveel wijn.’
‘En druiven?’
‘Die eet ik wel genoeg. Eigenlijk iedere dag wel wat, ik vind ze gewoon lekker. François heeft extra voor mij ook een hele rij muskaatdruiven staan, al gebruiken we die ook voor experimenten.’
‘Dat dacht ik al. Het is niet erg om druiven te eten, maar ik zou het niet iedere dag doen. Misschien eens een week overslaan, dat zou al wat kunnen schelen. Eet bijvoorbeeld wat meer blauwe bessen of cranberries. Of een combinatie daarvan, dat mag ook. En daarbij een snufje kaneel en een lepeltje honing, en je kon wel eens versteld staan, wat voor effect dat zou hebben. Lisa drinkt en eet nu veel meer fruit, en dat kan ik goed merken, als we nu samen seks hebben. Ze smaakt gewoon veel zoeter. En dat ondanks haar zwangerschap. Dus het zou ook zomaar door je dagelijkse eetpatroon kunnen komen, dat het niet lukt om zwanger te raken. Maar buiten dat, ik denk dat je man het wel prettiger zal vinden om een wat minder zure bek te hebben bij de orale seks. Dat hij het al voor je doet, dat vind ik op zich al een hele opoffering!’
Lisa kijkt me verbaasd aan. ‘Is dat waar, Peter? Smaak ik daaronder nu zoeter?’
Ik knik. ‘Hoe moet jij ook weten, hoe je daaronder smaakt? Zo vaak proef je dat niet, en bovendien ben je nu gewend geraakt, hoe je nu smaakt en eet.’
Lisa knikt dan, het klinkt voor haar wel logisch. Helene kijkt dan haar man François aan. ‘Dat zouden we toch wel eens kunnen proberen, François? Wat hebben we te verliezen?’
François knikt. ‘Maar mag ze dan helemaal geen druiven meer?’
‘Jawel, alleen minder en meer afwisselen. En minder koffie, thee en frisdrank, dat wil ook best helpen. Lisa drinkt vooral verse fruitsappen, die ik bewust niet al te zuur heb gekozen. En ze drinkt het erg graag, het smaakt dan ook erg goed.’
‘En wat moet ik dan precies doen?’
Ik vraag haar om een stuk papier en een pen, die ze me snel brengt. Ik geef haar een recept, die ze voor het ontbijt kan gebruiken, en geef haar dan ook het recept voor het fruitsap, die Lisa zo graag drinkt. Daar is Helene maar wat blij mee, wat ik wel kan begrijpen. François haalt dan het vlees uit de marinade en op mijn aanwijzingen laat hij dat goed afdruipen. Dan legt hij het op de griloven, die hij zich in de tuin heeft laten maken. Die kan hij helemaal afsluiten, en binnenin heeft hij ook nog een grote spekstenen plaat laten aanbrengen. Dat is echt een fantastische grill om de allerlekkerste gerechten in te bereiden. Lisa ziet me er al met interesse naar kijken. Ze lacht en zegt: ‘Nu sta ik er niet vreemd van te kijken, als Peter nu ook zo’n grilloven wil gaan maken bij ons huis!’
Ik antwoord meteen: ‘Niet alleen hier, Lisa, maar ook thuis! Dit is echt fantastisch! Ik zou dan ook kunnen gaan experimenteren met verschillende houtsoorten en het branden van verschillende kruiden!’
Lisa lacht dan: ‘Daar heb je het al! Maar ik zal je niet tegenhouden, Peter. Je werkt er hard genoeg voor!’
Ik geef François dan een korte stoomcursus van het gebruik van kruiden, die me ook echt geïnteresseerd toehoort. Het is voor François en Helene meteen duidelijk, dat ik ook echt weet, waar ik over praat. Met de kruiden, die ze nog in hun keuken hebben staan, en met wat ze ook nog in hun tuin hebben staan, laat ik ze meteen beleven, wat voor effect dat kan hebben.
‘Is die struik hier in de tuin iets wat je kunt eten?’
Ik glimlach. ‘Hij is vrij groot voor een tijm, maar het is een heerlijk kruid. Kun je bij vele gerechten gebruiken. Smaakt echt lekker, hier probeer maar eens een stukje. Een klein beetje maar, het kan vers nogal sterk zijn.’
François proeft een klein beetje, en is verrast door de krachtige en kruidige smaak.
‘Hmm, best wel lekker! Ik wist helemaal niet, dat je die kon eten! Ik dacht, dat het gewoon een sierplant was!’
Ik lach. Ik kijk even hun tuin rond, en daar vind ik al snel nog wat meer kruiden. Ze hebben er een mooie rozemarijnstruik staan, die al tot een flinke bos is uitgegroeid. Ik pluk er wat takjes af, en geef die aan François. ‘Dit is rozemarijn. Smaakt erg goed bij vlees, maar het ruikt ook erg lekker als je het brandt op de kolen van de grill. En daar heb je ook nog munt staan en lavendel. En dat is, meen ik, salie. Dus je hebt al meer kruiden hier staan, dan je zou denken. Ik pluk nog wat blaadjes, en open de deur van de gril. Langs de gloeiende kolen leg ik dan de verse bladeren, en doe dan de deur weer dicht. Eerst gebeurt er niets, maar even later begint er een zoete en lekkere geur uit de grilloven te komen.
‘Zo, daar zou je honger van krijgen. En hoelang zou je dat vlees in de grill laten?’
‘Dat ligt eraan, hoe snel je wilt eten. Je hebt prima vlees, en dat zou ik dus erg langzaam laten garen. Maar dat is nu geen optie, want dan zouden we uren verder zijn. De hitte in de grilloven is prima, maar ik zou het vlees wat meer op de koelere plaatsen leggen. Er heerst een goed warm klimaat in de oven, en dat zorgt ervoor, dat het vlees niet zo hard uitdroogt, dan als het direct boven de hittebron hangt. En dat komt weer de smaak ten goede. Het duurt dan wel langer, maar het resultaat is dan wel erg goed. Maar nu wil je wat sneller resultaat, dus zou ik het iets dichter bij de hitte leggen. Maar dan moet je het wel beter in de gaten houden.’
François glimlacht. ‘Dat klinkt inderdaad als een grill-chef! Goed, dan gaan we het op die manier doen.’
Ik help François met het op de juiste plaatsen leggen van het vlees, en we leggen er dan ook meteen wat groentes in. Het valt François op, dat ik maar weinig op de plaatsen leg, waar juist veel hitte is. Ik leg hem uit, dat dit juist de meest gemaakte fout is bij barbecueën. Daar verbrandt juist snel alles, geef het wat meer tijd en het resultaat is er dan zoveel beter door. Bovendien is het dan ook goed doordrongen van de rook, de reden waarom ik het liefste met kolen werk. Hoewel je met gas of Electra barbecues ook goede resultaten kunt krijgen, mis ik daar altijd juist die toevoeging van smaak bij. Voor mij is dat juist de reden om voor kolen te kiezen. Het kost wat meer tijd en je moet wat meer opletten, maar dat is het dan ook wel. En aangezien ik juist zoveel waarde leg op smaak, is dat dus ook mijn reden om voor een traditionele barbecue te kiezen.
Als we klaar zijn met het plaatsen van het vlees en de groenten op de barbecue, gaan we weer zitten. François zegt al meteen tegen Helene: ‘Peter pakt het inderdaad heel anders aan, dan ik het gedaan zou hebben. Ik ben benieuwd naar het resultaat.’
Lisa zegt daarop: ‘Normaal is Peter al een dag van te voren bezig met de barbecue, en het is nog nooit voorgekomen, dat iets niet smaakte, of aangebrand was. Dat is het juist bij Peter, ook bij het koken, hij heeft zoveel aandacht voor detail, dat hem vrijwel alles lukt. Er brandt zelden iets aan, en het smaakt altijd lekker. Maar dat komt ook, doordat hij vrijwel alles weet van kruiden.’
Helene kijkt me dan verbaasd aan. ‘Dus hij is min of meer wel een chef-kok?’
Ik lach. ‘Ja, maar dan zonder diploma. Maar laatst in Nice bleek wel weer, dat ik me goed kon meten met de chef-koks daar uit een gerenommeerd hotel. Daar heb ik de koks een workshop gegeven, die ze zich nog wel even zullen heugen.’
François en Helene kijken me verbaasd aan en ik vertel ze dan over mijn workshop in Nice, en dat het zo’n enorm succes bleek te zijn. Ze luisteren aandachtig toe, als ik erover vertel. Ze zijn best onder de indruk. Helene zegt dan: ‘Dat noem ik met recht een goede start van je bedrijf! Meteen meedraaien met de besten van de wereld, dat wil nogal wat zeggen!’
Lisa glimt ook van trots en zegt: ‘Ik heb hem al vaker gezegd, dat hij zo als chef-kok overal kan beginnen, maar dat is niet de uitdaging die Peter zoekt. Peter is in hart en nieren een leraar, hij wil zijn kennis aan anderen overbrengen, zo is hij eenmaal. Nu volgt hij eindelijk eens zijn hart, en doet nu wat hij echt graag doet. Anderen dingen bijbrengen, en koken. En daar kan hij ook nog eens goed mee verdienen.’
Helene glimlacht. ‘Nou, op zo’n man zou ik ook trots zijn, Lisa. Dat ben ik ook op François, omdat hij zijn roeping als wijnmaker volgt, en daar is hij ook heel erg goed in.’
Ze richt zich dan ook op François: ‘François, ik weet, dat je het niet graag doet, maar misschien moest je ze toch een fles van je speciale wijnen laten proeven. Ik vind wel, dat onze gasten dit verdienen.’
François glimlacht. ‘Vooruit, je hebt gelijk. Voor wat, hoort ook wat. Maar dan pas na het eten, dat is geen wijn voor bij het eten.’
Ik kijk verbaasd. Zojuist zei François nog, dat hij geen wijn meer in zijn kelder had. Maar hij kan de vraag al van mijn gezicht aflezen.
‘Het is niet, dat ik helemaal geen wijn meer in de kelder heb, natuurlijk heb ik daar nog wel meer dan alleen tafelwijn liggen. Maar de meeste zijn vrij krachtig, en dat smaakt niet altijd bij het eten. Ik moet overigens zeggen, dat jullie wijn wel erg goed smaakt. Die zal ik me zeker nog enkele dozen halen.’
Ik knik, dat ik het begrijp. We praten dan nog wat verder over allerlei zaken, en tussendoor laat ik François ook opletten op de barbecue. Het is immers de bedoeling, dat hij er ook wat van leert. Ik heb zelf al een beetje ingeschat, wanneer ik polshoogte moet gaan nemen, dat alles klaar is.
Maar intussen hebben Lisa en ik ook het verhaal gehoord, hoe François en Helen al reeds op twintigjarige leeftijd hun wijngaard zijn begonnen, en tegen welke problemen ze zijn opgelopen. Dat vind ik nogal interessant. Op onze beurt vertellen we over ons verhaal. En ik vertel ook over mijn verleden, en dat vinden François en Helene nogal een groot contrast met mijn huidige werk en leven. Wat het natuurlijk ook wel is. Van vrijbuiter en vagebond naar leraar en freelance kok.
François vertelt dan, dat hij dit jaar het bijzonder moeilijk had, omdat hij graag zou willen uitbreiden, maar dat het voor hem moeilijk is om financiers te vinden. Maar in de tussentijd zijn we al aan het eten, en zowel François, als Helen, moeten toegeven, dat dit inderdaad wel stukken beter smaakt, dan de vorige keren, dat François probeerde te grillen. En dat is natuurlijk weer een compliment voor mijn kunde. Tijdens het eten opent François zijn laatste fles tafelwijn, van eigen makelij. En ik ben wel onder de indruk van deze wijn. Erg smaakvol, net niet te complex om het geen tafelwijn te noemen en ook niet te krachtig van smaak. Kortom, een zeer goede tafelwijn. Ik zeg meteen tegen François: ‘Dit is erg goede wijn, François. Ik ben dan wel niet de allergrootste kenner op wijngebied, maar ik heb wel veel verstand van drank. Dit is gewoon goed!’
François glundert. ‘Dat is ook de reden, waarom we zo goed aan de weg timmeren. Maar we zijn bijna klaar met eten, ik zal de andere fles wijn alvast openen, die moet nog even ademen voordat ik die uitschenk. En dan mag je nog eens je mening zeggen. Je lijkt me bevoordeeld met een nogal goede smaak. Je weet wat lekker is, en wat smaakt. Dat is een talent.’
Lisa zegt dan: ‘Voor mij geen wijn meer, François. Hij is erg lekker, maar ik heb al meer gedronken, dan ik nu eigenlijk mag.’
Ze wijst op haar bollende buikje. Helene zegt daarop: ‘We hadden je ook wel iets anders kunnen aanbieden, Lisa.’
‘Het is niet erg, Helene. Een paar glaasjes wijn zullen echt niet erg zijn, bovendien had ik gewoon zin in een glas wijn. Peter ziet dat niet graag, maar hij heeft ook niet geprotesteerd. En soms moet dat ook gewoon kunnen. Zolang je het maar beperkt houdt.’
Helene kijkt haar glimlachend aan. ‘Het klinkt alsof Peter op dat gebied wel een beetje beschermend is?’
Lisa glimlacht. ‘Nu gaat het, maar in het begin was hij echt erg. Maar hij had ook wel een beetje gelijk, het is immers ons kind, dat nu in mijn buik groeit. Maar nu weet hij, dat het zo nu en dan moet kunnen. Het verbaast me eigenlijk, dat hij niets zei, toen François mijn tweede glas inschonk. Maar ja, ik wilde die wel eens proeven, maar een derde glas, dat gaat me te ver. Misschien dat ik even van Peter zijn glas zal nippen, maar een heel glas dat zeker niet.’
Ik glimlach alleen maar. Ik ben blij, dat Lisa nu ook zelf haar verantwoordelijkheid op zich neemt. Daarom had ik ook niets gezegd bij haar tweede glas. En ze heeft ook gelijk, zo af en toe moet dat ook kunnen. Ze heeft in Nice zich keurig onthouden, en het zou nu ook onhoffelijk zijn geweest om te weigeren.
Wat later schenkt François mijn glas vol, en ik ruik al meteen, dat dit een heel bijzondere wijn is. Hij ziet me al verbaasd kijken, en lacht. ‘Die reuk had je niet verwacht, of wel?’
‘Nee, niet echt! Alsof ik een Schotse Islay whisky ruik!’
‘Dat is ook precies de bedoeling! Ik zei al, dat ik graag experimenteer met smaken. Voor deze wijn hebben we juist oude whiskyvaten gekocht. Of eigenlijk is het een ruil, we hebben oude wijnvaten omgeruild met een whiskyproducent. Die was ook wel in voor een experiment. Eigenlijk was het experiment niet geslaagd, maar toen kwamen we op het idee om er een heel klein beetje assen van verbrande turf erin te doen. Nou, dat is nu het resultaat. Ik ben er erg trots op, maar het wil nog niet echt aanslaan bij het publiek.’
Ik proef er eens aan. Het is wijn, maar met de reuk van rook erin. De kleur is echt heel erg donker, bijna zwart. De smaak is verrassend zacht, maar wel met een duidelijke toon van rook erin. En de afdronk is gewoon af. Er is geen wrange nasmaak, en toch is de wijn droog te noemen. Een hele prestatie van François om zo’n wijn te kunnen maken.
Ik zeg tegen François: ‘Je zegt, dat dit niet wil aanslaan? Dus je hebt nog een en ander staan?’
François knikt. ‘We hadden eigenlijk best hoog ingezet, maar het wordt gewoon niet goed ontvangen. En dat vind ik zo jammer!’
‘Mag ik vragen, wanneer je weer thuis bent? Want ik wil wel enkele dozen van deze wijn. En als het uitpakt, wat ik daarmee van plan ben, dan ben jij je wijn sneller kwijt, dan je je ooit had kunnen bedenken.’
François kijkt me verbaasd aan. ‘We blijven nog tot het einde van de week. Wil je echt enkele dozen van deze wijn hebben?’
‘Ja, dit bevalt me prima! En zodra ik die dozen heb, gaan er meteen enkele weer op de post. Ik denk dat ik zo’n tien dozen wel kan gebruiken. Hoeveel heb je er?’
‘Nog een kleine achthonderd flessen, zo’n grote oplage was het ook weer niet, Maar ik moet je wel waarschuwen, het is geen goedkope wijn. Ze kosten zo’n dertig euro per fles.’
‘En per zestig flessen? En als ik je voorraad in een maand kan verkopen?’
François kijkt me verbaasd aan. ‘Dan kan ik je uiteraard wel wat korting verlenen. Maar ik moet er zelf ook nog wat aan verdienen.’
‘En dan praten we over hoeveel per fles?’
‘Als je me alles in een maand kunt verkopen, dan reken ik achttien euro per fles. Minder kan echt niet. Dan zou ik er op gaan verliezen.’
‘Je moet er zelf ook wat op verdienen. Spreken we negentien euro af, dan zit jij safe en ik ook.’
Zowel François als Helene zijn met stomheid geslagen. Dit hadden ze helemaal niet zien aankomen. Maar ze hebben me als een hele normale man leren kennen. Maar intussen heb ik al een klein netwerk opgebouwd, en ik heb wel een idee, waar ik deze bijzondere wijn aan kan slijten. Als we twee uur later naar huis heen gaan, duwt François me nog een volle fles van die wijn in mijn handen.
‘Die krijg je van me, want als je echt kunt doen, wat je zegt, dan zouden we enorm geholpen zijn.’
‘Geen punt, die zestig flessen neem ik je hoe dan ook af, en de rest, daar ga ik voor zorgen.’
We bedanken François en Helene voor de gastvrijheid en lopen dan naar huis heen. Lisa vraagt me: ‘Mag ik raden, naar wie je die wijn gaat sturen? Stuur je die soms naar Guy?’
‘Natuurlijk! Daar gaat deze fles wijn morgenvroeg al meteen naar toe. Maar voor die andere flessen heb ik ook nog andere bestemmingen. Wat dacht je van Hans, de vader van John? Dat is een echte wijnliefhebber, die graag iets bijzonders drinkt. En dan stuur ik ook nog een doos naar Matt en Diane. Ik kan me niet voorstellen, dat ze zoiets bijzonders niet willen schenken. Dit is een voortreffelijke wijn voor na het eten. Smaakt prima bij een lekker stukje kaas, en dat wilde ik daar op dat feest wel gaan serveren.’
Lisa glimlacht. ‘Aha, dus je gokt erop, dat die grote getalen van die flessen gaan afnemen. Maar wat moet je dan met de rest van die wijn? Je hebt zestig flessen besteld!’
Ik glimlach. ‘Ik ken nog wel wat meer mensen, die dit zouden willen kopen. Het is natuurlijk een gok, maar dat hoort ook bij ondernemen. Kansen met twee handen aangrijpen, als ze zich voordoen. En ja, het kost even wat, maar daar verdien ik straks weer goed aan. Als ik alles goed geregeld krijg, dan verdienen we daar heel goed aan. Met een beetje geluk, na afdracht van BTW en accijnzen denk ik daar ongeveer een zesduizend aan te kunnen verdienen. Je moet alleen de juiste personen kennen, aan wie je zoiets moet verkopen. En echt, die wijn is zo geniaal, ik snap gewoon niet, dat hij die wijn niet verkocht krijgt. En wie weet, houden we er nog een goede vriendschap aan over, waarbij we allebei ook nog aan elkaar kunnen verdienen. Kan in mijn ogen niet beter!’
Lisa schudt glimlachend haar hoofd. ‘Je begint nu wel een echte ondernemer te worden, Peter! Overal ruik je wel iets van handel of zaken. Zo worden we ooit nog eens heel erg rijk!’
‘Hmm, geld is ook niet alles, Lisa. Maar ik vond het zo zonde om deze kans te laten liggen, en François verdient echt wel wat meer credits voor die unieke wijn. Want daar is echt lef en ook kennis voor nodig. En dat heeft hij zeker!’
‘Dat denk ik ook wel, anders zou jij niet zo enthousiast zijn! Maar we moeten ze zeker nog eens voor een tegenbezoek uitnodigen. Laat ze maar eens ervaren, wat jij verstaat onder een barbecue!’
Nog de volgende morgen heb ik de fles wijn, compleet met een brief verpakt en naar Guy gestuurd. Ik heb Guy ook opgebeld, dat hij die fles wijn zeker eens moest proberen, en vooral moest ruiken. En ik weet heel zeker, dat hij interesse daarbij wel gewekt is. De volgende dag krijg ik al om tien uur telefoon van Guy terug. Zonder te zeggen, wie me belt, roept hij door de telefoon: ‘Waar heb je in godsnaam dit gevonden, Peter?’
Ik lach. ‘Het pakketje is aangekomen?’
‘Ja, vanmorgen om acht uur al! Ik heb meteen de kurk eruit getrokken, en toen wist ik al meteen, dat dit een zeer speciale wijn moest zijn. Ik heb hem even laten ademen en samen met een aantal van mijn chef-koks geprobeerd. Zoiets hebben we allemaal nog nooit geproefd! Werkelijk geniaal!’
‘En als ik je dan vertel, dat diegene, die deze wijn maakt, amper er vanaf kan komen? Het is voorwaar geen goedkope wijn, maar ik vind het iedere cent waard!’
‘Wat is niet goedkoop, Peter?’
‘Een kleine veertig euro per fles. Degene, die deze wijn maakt, houdt wel van een beetje experimenteren, en dat moet ook betaald worden. Maar ja, als je dan vervolgens zo’n achthonderd flessen niet kwijt raakt, dan heb je wel een flinke domper.’
‘Dat meen je niet! Maar veertig euro is wel fors aan de prijs, zelfs voor zoiets geniaals als dit!’
‘Ik heb met hem wat gehandeld, Guy. Ik kan ze je aanbieden vanaf vijfendertig euro per fles, bij afname van minimaal 96 flessen. Anders is het achtendertig euro per fles.’
Guy lacht. ‘En volgens mij probeer jij er ook nog iets aan te verdienen. Maar dat is niet erg. Als ik zoiets zou tegenkomen, dan zou ik dat ook proberen. Kun je niet wat schappelijker zijn? Ik wil het eerst even proberen met vierentwintig flessen. En als dat loopt, wil ik er ook nog wel meer.’
‘En waar mag ik dan ongeveer op rekenen?’
‘Een kleine tweehonderd flessen? Want ik neem aan, dat de voorraad echt maar beperkt is?’
‘Ja, als ze op zijn, dan zijn ze op. Misschien dat hij er dan volgend jaar weer nieuwe wil maken, maar dat hangt natuurlijk af, hoe snel hij er vanaf is, en of hij dat dan nog wil. Het is dus vrij exclusief, en daarom moest ik meteen aan jou denken!’
‘In dat geval noteer maar voor totaal tweehonderdveertig flessen. Maar dan krijg ik wel alles voor vijfendertig euro de fles.’
‘Deal! Ik zal meteen zorgen, dat je die eerste levering zo snel mogelijk krijgt. Dat kan echter wel een week duren, dan is hij weer thuis.’
‘Prima, geen probleem. Je weet waar je de rekening naar toe mag sturen!’
‘Geen probleem, Guy! En ik weet zeker, dat je die hele partij zal gaan afnemen!’
‘Ik hoop het. Maar je hebt wel een neusje voor exclusieve dingen. Als je weer eens wat bijzonders vindt, dan mag je me zeker weer bellen!’
‘Geen zorgen, je staat hoog op de lijst!’
Ik hang op en zeg tegen Lisa, die net de keuken in komt: ‘Guy wil er al meteen vier dozen hebben, en dat kan nog uitgroeien tot totaal tweehonderdveertig flessen. Dus dat is al meer dan een kwart van de achthonderd flessen. Het is nog wel even afwachten, Guy zal wel willen weten wat de respons op die wijn is, maar ik maak me daar geen zorgen over.’
‘En dan moet je nog de andere flessen wegsturen. Op deze manier ben je die zo kwijt!’
‘Juist! Je moet er even wat in investeren, maar dan krijg je ook wat terug. Maar ik loop even naar de bakker en naar de slager. En dan ga ik ook even langs bij François om hem te zeggen, dat ik waarschijnlijk al een flink deel van zijn flessen verkocht heb.’
‘Mijnheer Peter Hoogmans?’
‘Ja, dat ben ik. U komt mijn nieuwe wagen brengen?’
‘Inderdaad, en met de complimenten van garagebedrijf Looijmans. Omdat u aangaf al meteen met uw wagen ver weg te moeten, hebben ze de wagen nog extra goed nagekeken.’
‘Is dat nodig dan? Het is een nieuwe wagen!’
‘Echt nodig is het niet, maar we willen absoluut niet hebben, dat u een maandagmorgenwagen treft. Daarvoor is de check.’
‘Nou, dat stel ik dan erg op prijs.’
Ik help de chauffeur met het lossen van de wagen en zet dan een handtekening voor ontvangst. Dan zet ik de wagen op de inrit, want we moeten meteen onze koffers gaan inladen. Gelukkig hebben we al alles klaarstaan, en kunnen we sneller, dan verwacht, vertrekken voor een weekje rust.
De wagen rijdt beter, dan verwacht. En vooral veel zuiniger, dat is wel te merken aan de benzinemeter, die zakt helemaal niet zo snel. En daarbij is de wagen veel krachtiger en luxueuzer. We waren eerst van plan om nog ergens te overnachten, maar de reis vordert zo goed, dat we rond acht uur ’s avonds al in de buurt van Poitiers zijn. En dan is het nog maar zo’n vier á vijf uur rijden, en we voelen ons nog steeds fit. Vooral omdat we ook regelmatig stoppen en wisselen van chauffeur. Dat zijn maar korte stops, maar het helpt zeker bij, dat we nog niet vermoeid zijn.
Maar het is toch na middernacht als we aankomen bij ons huisje in Sare. We pakken snel onze koffers uit de auto en ik zet vlug de winterluiken open, en duiken dan snel het bed in. Daar vallen we als een blok in slaap.
De volgende morgen worden we gewekt door een vogeltje, die voor ons raam op een tak zijn lied zingt. Buiten is het bewolkt, maar er schijnt een waterig zonnetje door de wolken heen. We staan op en ik doe de ramen wagenwijd open. De koele ochtendlucht stroomt de slaapkamer binnen, maar die is beduidend warmer als thuis. Het is hier nu zo’n graad of twaalf en de voorspellingen zeggen, dat het nog bijna twintig graden moet worden. Terwijl Lisa zich gaat douchen, zet ik alle ramen wagenwijd open en ook alle deuren zet ik open, zodat het huis lekker gelucht wordt.
Ik zie dan James zonder kleren voorbij lopen. Ik wuif naar hem, waarop hij door het hek naar me toe komt gelopen.
‘Ah, je komt toch nog even wat van je huisje genieten?’
Ik knik. ‘Ja, hard gewerkt, en amper tijd voor onszelf gehad. En als je dan toch al een huisje hier hebt, dan ga je er gewoon lekker tussenuit!’
‘En ook een nieuwe wagen?’
‘Ja, de andere is door de mangel genomen door een vrachtwagen. Dus heb ik maar een nieuwe gekocht. Gistermorgen vers van de dealer gekomen.’
‘Zo, dat is nogal heel erg op tijd! Ik dacht al, een andere wagen, dus ik zal maar eens een kijkje nemen, wie daar in jullie huis is. Maar ik ben blij, dat jullie zelf zijn gekomen.’
‘En hoe gaat het nu met jou?’
‘Met mij gaat het goed. Ik begin het normale leven weer op te pakken. Jennifer is nu weer terug naar school, in de wintermaanden zijn de grotten toch dicht. En op die manier proberen we haar ouders wat milder gestemd te krijgen, die zijn het er niet helemaal mee eens. Bovendien wil ik ook, dat ze zich een vak leert.’
‘Dus jullie zijn nog steeds bij elkaar?’
James knikt. ‘Ja, maar het voelt nog wel steeds als een beetje bedrog richting Jenny. Maar aan de andere kant, dit is wel wat ze voor me wilde. Dus daar zit ik nog wel even mee. Maar dat komt ook wel weer. En hoe gaat het met Lisa?’
‘Goed, ze heeft amper last van haar zwangerschap. Dus heel erg voorspoedig!’
Dan zegt James: ‘Ik hoor, dat je nog heel wat los gemaakt hebt met je cocktail, de Jenny! Ik hoor heel lovende berichten daarover.’
Ik lach. ‘Hoe komt het, dat jij overal zoveel contacten hebt, James? Je was toch maar een winkelier?’
James lacht. ‘Dat klopt, maar ik had wel een handel in exclusieve materialen, naast mijn handel in normale huishoudelijke artikelen. Daar ben ik bij toeval ingerold. Ik had een bekende acteur als klant, die me vroeg of ik aan bepaalde dingen kon komen. Nou ja, ik ben toen wat rond gaan bellen, en dat bleek lastiger dan gedacht. Maar ik gaf niet op, want hij was een goede klant! Ik kwam uiteindelijk uit bij een siersmederij, die op bestelling prachtige dingen kon maken. Mijn klant wenste een zilveren bestek, met zijn logo erop. Nou, dat heeft die smederij gemaakt, en dat zorgde voor meer vervolgopdrachten, ook van bekenden van die acteur. En dat bleef zo maar doorgaan. Ik had zelfs het koninklijk huis als klant, en ook bekende acteurs uit het buitenland. Maar ook bekende restaurants bestelden bij mij hun exclusieve spullen. Daardoor heb ik wel wat contacten opgedaan. En toevallig kwam ik een vriend van mijnheer Soûtre tegen, die me vertelde, dat de Jenny zo’n enorm succes is geworden!’
‘Ja, dat klopt ook! Dat is veel beter gegaan, dan ik ooit had durven dromen. In amper een week tijd is erg populair geworden. En zelf heeft me dat ook geen windeieren gelegd, dat ik bij mijnheer Soûtre dat drankje mocht komen demonstreren. Daar heb ik een behoorlijke opdracht aan overgehouden, dat wil zeggen, ik moet de offerte nog schrijven, maar die opdracht heb ik al zo goed als zeker binnen. En ik houd er meteen een paar goede vrienden aan over.’
‘Ja, dat laatste heb ik ook al gehoord. Maar dat zijn behoorlijk invloedrijke vrienden, Peter! Die moet je goed in ere houden!’
‘Dat had ik me al beseft. Maar dat is in ieder geval niet de reden, waarom ik hun als vrienden beschouw. Hoe dan ook, mijn toekomst ziet er voorlopig heel erg goed uit, en als ik daardoor wat meer vrienden krijg, dan is dat alleen maar goed.’
Lisa komt dan net naar beneden, ze heeft niet meer aan dan haar badjas.
‘O, ik meende al, dat ik een bekende stem hoorde. Hoe gaat het met je, James?’
‘Goed, naar omstandigheden.’
‘En waar is Jennifer?’
‘Op de universiteit. Maar ze komt vrijdag weer terug, dan haal ik haar op.’
‘Blij te horen, dat jullie nog steeds bij elkaar zijn.’
‘Dat geldt ook voor jullie twee! Maar je ziet er goed uit, Lisa! Je zwangerschap staat je goed.’
Lisa glimlacht. ‘Dank je, James! Dat is erg aardig van je. En gelukkig heb ik niet erg veel last van mijn zwangerschap. De misselijkheid is gelukkig over, maar ik begin nu wel zwaarder te worden. Maar dat hoort er ook bij. Alleen dat mijn heupen nu ook breder worden, dat vind ik weer minder leuk.’
Ik glimlach. ‘Dat vind ik helemaal niet erg, schat. Ik vind dat je die bredere heupen goed staan.’
Ik leg mijn handen op haar heupen en trek haar dan tegen me aan. James moet lachen. ‘Ik zie het al, jullie zijn nog steeds heel erg verliefd op elkaar!’
‘Natuurlijk! Anders zou ik toch niet met haar trouwen?’
‘Hebben jullie al een datum gepland?’
Lisa en ik knikken gelijktijdig. Lisa antwoordt: ’21 januari is de grote dag! Eerst wilden we het nog later houden, maar dan heb ik waarschijnlijk al een heel erg flinke buik, en dat wilde ik ook weer niet!’
‘En een groot feest?’
‘Nee, we houden het klein, wel wat vrienden en familie, maar niet al te groot. Zo’n bruiloft is toch al zo duur!’
‘Zo hebben Jenny en ik het destijds ook gedaan. Maar toen hadden we nog helemaal geen geld, we hadden wel allebei werk. Ik was net begonnen met mijn zaak, en Jenny werkte toen nog als naaister. Ze vond het vreselijk, dat ze daarmee moest ophouden. Maar gelukkig kon ze gewoon meewerken in de zaak, want ze haatte het om de hele dag thuis te moeten zitten.’
‘Dat kan ik me wel voorstellen. Ik zit nu ook noodgedwongen thuis, en dat begint me nu ook wel een beetje uit de neus te hangen. En ik kan nu ook heel goed begrijpen, wat Peter bedoelde, dat ik toch verder moest gaan leren. Ook al heb ik straks een kind, dat wil niet zeggen, dat ik helemaal niets hoef te doen? Peter heeft nu zijn eigen bedrijf gestart, waarom zou ik dat ook niet kunnen doen? Ik moet daarvoor nog wel enkele cursussen doen, maar daar ben ik al mee bezig.’
En dat klopt. Een tijdje voordat we naar Nice gingen, is Lisa begonnen met een online cursus, waarbij ze leert juridische vertalingen uit het Engels te gaan doen. En daar moedig ik haar ook op aan, het vooral door te zetten. James neemt afscheid en we beginnen lekker ontspannen aan het ontbijt. We maken dan nog wat boodschappen, halen vers brood en stokbrood bij de bakker, en ook de slager en de groenteboer wordt met een bezoek vereerd. Daarna maken we een lange wandeling, met kleren aan, omdat het toch net iets te fris waait. Het is heerlijk om even helemaal alleen te zijn, en ik merk goed dat ik die ontspanning goed kan gebruiken. Eenmaal terug thuis is het in de tuin wel goed te doen om zonder kleren aan te zonnen in de tuin, waar we dan ook gretig gebruik van maken.
De volgende dag rijden we naar de aannemer toe, waar we met hem bespreken hoe we de verbouwing graag willen hebben. Hij zegt ons toe om met zijn tekenaar langs te zullen komen om alles precies naar onze wens te laten verlopen. Daarna rijden we door naar een bouwmarkt, waar we ons twee nieuwe ligstoelen kopen, omdat de huidige wat gebreken vertonen. Die zijn van hout en daar mag Ben zich de komende vakantie mee bezig gaan houden. Het is dan ook maar goed, dat mijn nieuwe wagen meer dan genoeg ruimte heeft om die nieuwe aankopen te herbergen.
De rest van de week verloopt lekker ontspannen. Wandelen, boodschappen doen in het dorp, een praatje met de mensen, aan wie we voorbij lopen, zonnen en een boek lezen. En ik krijg meer dan genoeg tijd om mijn offertes op te maken. De week vliegt echter om voordat we het in de gaten krijgen. Als het zondag is, zegt Lisa tegen me: ‘Pff, is de week alweer voorbij? Ik heb eigenlijk nog helemaal geen zin om naar huis te gaan!’
Ik lach. ‘Dan zijn we met twee, Lisa. En waarom zouden we niet langer blijven? We kunnen er gemakkelijk nog een week aanplakken. We hoeven alleen maar naar huis te bellen, zodat ze weten, dat ze de planten nog een week langer water moeten geven!’
Lisa moet lachen. ‘Wat een luxe, Peter! Ik zou nog wel eens verwend kunnen worden!’
Dan moeten we allebei hardop lachen. Ze heeft gelijk, dit is echt pure luxe. Gewoon besluiten er een week tussenuit te kunnen gaan, zonder ons om iets te hoeven bekommeren. En dan besluiten er nog een week aan te plakken. Er is niets waarvoor is naar huis heen hoef. Alleen moet ik wel die offertes versturen, maar omdat ik hier nog geen internet heb, is dat wat lastiger. Ik pak mijn telefoon, en bel vervolgens Lisette op.
Ze neemt snel op. ‘Hallo vakantiegangers!’
Ik glimlach. ‘Ja, dat zeg je heel goed! Dat is ook precies de reden, waarom ik bel. Zou je het erg vinden om nog wat langer de planten water te geven? We hebben nog niet echt zin om terug naar huis te gaan. We blijven nog een weekje.’
Ik hoor Lisette lachen. ‘Ik geef jullie groot gelijk! Hier is het maar slecht weer, echt geen lolletje aan! En met die planten, dat komt wel goed. Maar jullie blijven daar toch niet wonen?’
‘Nee, volgende week komen we echt naar huis. Er moet immers ook nog gewerkt worden. Maar het komt nu even wat beter uit, dan kunnen we nog even beter overleggen met de aannemer over de verbouwing, die ik hier nog aan het huisje wil laten doen, en ik wil ook nog wat praktische zaken regelen.’
‘Het is al goed. Geniet er maar lekker van!’
‘Dat zullen we ook zeker doen! Nog alles goed aan die kant?’
‘Jawel, geen problemen hier. Alleen hebben Ben en Charlotte hun eerste flinke ruzie gehad. Was eigenlijk wel komisch, het was ook de fout van Ben. Hij had namelijk met zijn vrienden afgesproken, terwijl hij ook met Charlotte had afgesproken. Ik heb hem nog nooit zo snel zien terugkomen en zijn fout proberen goed te maken. En Charlotte heeft duidelijk laten merken, dat ze van zulke geintjes niet gediend was. Dat is goed voor haar, maar ook voor Ben. Hij is daar gewoon wat te gemakkelijk in, en ik hoop dat hij er van geleerd heeft.’
‘Tja, dat zat er een keer aan te komen, dat kon niet uitblijven. Maar het is goed, dat het eens gebeurt, want zo leren ze elkaar beter kennen.’
‘En bij jullie alles goed?’
‘Ja, geen probleem. Maar Lisa wil je nog even spreken. En ik ben bang, dat ik mijn telefoon voorlopig wel niet meer terug zal krijgen, dus al vast tot ziens en bedankt, dat je de planten nog water wilt geven!’
‘Al goed, en tot volgende week!’
Ik geef dan de telefoon aan Lisa, die dan vervolgens een lange tijd met haar moeder aan de telefoon hangt. Haar band met haar moeder is de laatste paar maanden stukken beter geworden. Nu was die al niet slecht, maar nu ze zwanger is, begint Lisa te beseffen, hoe belangrijk haar moeder voor haar is. En dat ze nu buren zijn, dat heeft de band op zich wel verbeterd. Later, als Lisa uitgesproken is met haar moeder, komt ze bij me zitten. Ze glimlacht en zegt: ‘Mam had me alles verteld over die ruzie van Ben en Charlotte. Ze zei, dat je nu goed kon merken, dat Charlotte steeds meer zelfvertrouwen begint te krijgen, en dat ze echt niet meer alles over haar kant laat gaan. En Ben begint steeds meer toe te geven. Ik zie dat als een positieve ontwikkeling voor die beiden.’
‘Ja, dat denk ik ook. Charlotte is nu echt veel veranderd, Lisa. Je hebt haar niet zo gekend, voordat ze bij mij kwam. Een non was er niets bij. Maar nu? Ze kleedt zich modieus, heeft nu enkele goede vriendinnen en ook enkele vrienden, waarbij ze een goede balans vindt tussen school, vrienden en Ben. Dat is echt een wereld van verschil en daar ben ik echt heel erg blij om.’
‘Wat een paar kleine dingen voor enorme veranderingen kunnen zorgen, Peter.’
Ik grijns en zeg: ‘Nou, die twee mooie dingen bij jou hebben anders ook voor een flinke verandering in mijn leven gezorgd!’
En daarbij streel ik haar borsten. Lisa lacht. ‘De allerbeste verandering in mijn leven, Peter!’
Ze geeft me een zoen en ik trek me bij me op mijn schoot. Ik laat mijn handen over haar borsten glijden, en ik merk dat hoe Lisa daarop reageert. Maar ze reageert alleen niet, zoals ik dat graag zou willen. Ze duwt mijn handen weg, dat had ik niet verwacht.
‘Niet nu, Peter! Vanavond, dan mag je er weer even mee spelen!’
‘Toe nou, Lisa!’
‘Nee, Peter. Ik voel me even niet in de goede stemming.’
Tja, daar kan ik niets tegenin brengen. En ik ken Lisa nu wel goed genoeg, dat ze dan ook niet verder wil. Ze ziet me wat teleurgesteld kijken, waarop ze moet lachen.
‘Wat ben je soms ook een kind, Peter!’
Ik glimlach. ‘Ach, zo erg is het ook weer niet. Maar ik had er stiekem gewoon op gehoopt, dat we wat spannendere activiteiten gingen doen.’
‘Sorry, ik voel me gewoon nu niet in de stemming. Misschien vanavond.’
Ze geeft me dan toch een zoen, misschien als een verontschuldiging. Ze staat dan op en zegt: ‘Zullen we anders even door het dorp gaan wandelen? Dat hebben we ook nog niet zo vaak gedaan.’
Ik knik, en even later zijn we al op weg. Het is wel leuk, dat enkele mensen ons herkennen, en ons nog complimenten geven voor het straatfeest, dat we gehouden hebben. We maken een praatje met de mensen, en zo is een middag al sneller om, dat we in de gaten hebben. Net als we weer naar huis willen wandelen, houdt ons een man aan, die ik meteen herken als de burgemeester van het stadje.
‘Mijnheer Hoogmans! Goed dat ik u tref!’
‘Mijnheer Coulaneu, leuk om u weer eens te zien.’
‘Dat is wederzijds, mijnheer Hoogmans. En ik zie dat mevrouw Hoogmans al in blijde verwachting is?’
Lisa glimlacht. ‘Ik ben nog niet mevrouw Hoogmans, maar zo lang duurt dat ook weer niet! En ik ben inderdaad in verwachting, ik ben nu over de helft!’
‘Aha, dus komende zomer mogen we u verwachten als mevrouw Hoogmans, met uw kroos?’
Lisa glimlacht. ‘Dat is wel de bedoeling!’
Ik knik. ‘We gaan in Januari trouwen, en in maart hopen we ons kind te verwachten.’
‘Nou, dan wens ik u al in vooruit alle gelukwensen toe! Maar mijnheer Hoogmans, heeft u nog nagedacht over het gesprek, dat we tijdens dat straatfeest hadden?’
‘Om eerlijk te zijn, nog niet heel erg veel. Dat wil niet zeggen, dat ik er helemaal niet over heb nagedacht, ik heb wel wat op papier gezet, maar dat is nog niet zo helemaal uitgewerkt.’
‘Dat is ook niet nodig. Zoals ik u al zei, we willen gewoon iemand hebben, die we als groep kunnen aanspreken, en die dan ook met uw “groep”, zo zullen we ze maar even noemen, communiceert. Dat wil niet meer zeggen, als sommige veranderingen doorgeven, wensen kenbaar te maken, en zo nu en dan eens overleg te komen houden op het gemeentehuis. Eerst was James dat aanspreekpunt, maar sinds zijn vrouw is overleden, heeft hij daar niet meer zoveel zin in.’
‘Dat lijkt me niet zo’n heel grote opgave, mijnheer Coulaneu. Weet u wat, dat wil ik wel doen. U had het toen ook over wat aanpassingen in uw beleid, maar ook over wat voorzieningen bij bepaalde looppaden.’
‘Ja, daar hebben we als gemeentebestuur al eens over gepraat. We staan niet negatief tegenover het naturisme, we zien daar toch een groep mensen, die daar behoefte aan heeft, en dat zijn niet alleen toeristen, maar ook vaste inwoners van Sare. Maar niemand voelt zich geroepen om deze groep te vertegenwoordigen. We horen wel wat geluiden, maar dat leidt nooit iets tot wat concreets. Maar aan de andere kant storen zich ook wel wat mensen aan dit naaktrecreatie, vooral omdat uw groep daar te pas en te onpas daar gebruik van maakt.’
‘Misschien doen we er goed aan om eens samen om tafel te gaan zitten, welke paden geschikt zijn voor naturisme, en welke niet? De paden, die we dan aanwijzen voor naturisme-recreatie, zou u dan moeten markeren met bepaalde borden. Dat heb ik in andere gemeentes ook al zo gezien.’
‘Ja, dat is juist wat we graag willen. De mensen, die gewoon willen wandelen, moeten we kunnen wijzen op het feit, dat ze op die paden naakte mensen kunnen tegenkomen. Ik denk, dat we daarmee veel problemen kunnen voorkomen.’
‘Nou, misschien moesten we dan maar eens een afspraak maken. Ik ben de komende week nog hier, kunt u daarin een gaatje in uw agenda vinden?’
‘Dat moet wel lukken. Ik heb volgens mij uw telefoonnummer nog, ik laat mijn secretaris met u contact opnemen. Dan kunnen we dat even samen afstemmen.’
De man groet ons en loopt weer het gemeentehuis in. Als hij weg is, moet Lisa giechelen. ‘Je gaat nog de politiek in, Peter!’
‘Hmm, zolang dat hier is, vind ik dat prima. Vooralsnog ben ik tevreden, met wat ik nu doe. Dit komt er nog even bij, dat zie ik niet als politiek bedrijven.’
‘Nou, dat moet je niet te hard zeggen, Peter! De aanspreekpartner worden van een gehele groep, ideeën aandragen, die dan als advies gaan gelden, dat lijkt me best wel op politiek. En ik weet heel goed, wat dat is. Ik heb immers politicologie gestudeerd, Daar kwamen immers mijn kennis van de vreemde talen van pas.’
Ik denk even na, en moet Lisa dan wel gelijk geven. Maar ik vind dan toch, dat mijn rol maar beperkt is. Maar ik wil er niet te veel bij stilstaan. We lopen dan nog wat verder, waar ik opeens de heerlijke geuren van een barbecue ruik. We lopen naast een grote tuin, en dan zie ik een man, die schijnbaar met zijn vrouw in discussie is. Ze zien ons lopen, en meteen word ik geroepen.
‘Mijnheer, mijnheer!’
Ik draai me om. ‘Wat is er?’
‘U bent toch die man, die de leiding had over de barbecue van dat straatfeest?’
Ik knik. ‘Dat klopt. Ik ben weer even een paar weekjes hier voor vakantie.’
‘Zou u me eens wat les kunnen geven? Ik doe mijn best, maar het lukt me niet echt om ook maar een beetje in de buurt te komen van uw heerlijke gerechten. Kunt u me niet een klein beetje helpen?’
De man kijkt me wat verloren aan. Ik lach en zeg: ‘Ik geloof best, dat het u niet lukt. Wat de meeste mensen niet weten en zien, dat ik er al ruim van tevoren aandacht aan besteed. Ik was bijvoorbeeld de dag van tevoren al bezig met het voorbereiden. Het marineren van vlees, het maken van de salades. En dan al uren, voordat het feest begon, had ik het meeste van het vlees al in de barbecue liggen. Langzaam garen, dat is het grootste geheim. Niets overhaasten.’
‘O, dat wist ik niet! Maar kunt u me niet een klein beetje helpen? Of weet u wat? Kom lekker bij ons eten! Mijn vrouw maakt een heerlijke salade, daar kunt u misschien nog wat van leren. En ik heb heerlijke wijn, van een wijngaard, die van mijn broer is.’
Ik probeer me hoffelijk van zijn verzoek af te komen, maar de man dringt best aan. En hij lijkt ook best wel wat radeloos. Lisa zegt me dan: ‘Waarom zouden we hem niet helpen, Peter? We hebben voor vanavond toch nog niets gepland voor het eten, en het zou wel eens leuk zijn om ook weer eens nieuwe mensen te ontmoeten.’
Ik kijk Lisa aan en zie dat ze er eigenlijk wel zin in heeft. En ze heeft wel een punt, ik had nog niets voorbereid voor het eten. Maar het is nog niet heel erg laat, dus wat dat betreft zou ik nog wel wat tijd hebben. Maar ik laat me dan door de smekende blik van Lisa en de man overhalen.
‘Goed, we nemen uw uitnodiging aan. Maar ik zou me wel eerst even willen omkleden, maar ook even willen zien, wat u zo allemaal heeft staan.’
De man reageert verheugd. ‘O, u maakt me een gelukkig man. En nu kan ik ook wat leren van een echte barbecue-meester!’
Ik lach, maar Lisa zegt: ‘Ja, dat kun je wel stellen. Inmiddels al bijna beroemd bij de chefkoks van de beste restaurants!’
Ik kijk Lisa weemoedig aan. Ze heeft dit nu wel aangehaald, maar ik heb geen zin om de hele avond over recepten te zitten praten. En ik heb ook niet veel zin om de hele tijd over keukens te praten. Ze glimlacht echter alleen maar. De man neemt ons dan mee, en laat zien wat hij heeft om op de barbecue te leggen. En hoewel de man duidelijk wel zijn best heeft gedaan om het beste vlees en de beste groenten te kopen, is het vlees nog zonder marinade. Ik vertel de man dan meteen, dat de barbecue nooit lekker zal smaken, zonder het vlees in een marinade te laten trekken. Maar het is nog vroeg, en met een wat sterkere marinade zou het nog wel kunnen om het vlees nog lekker te laten smaken. De vrouw van de man zegt dan tegen haar man: ‘Zie je nou wel, het is niet alleen maar een goed stuk vlees op de grill leggen!’
De man knikt, en moet zijn vrouw nu wel gelijk geven, maar daarmee is de barbecueavond nog gered. We lopen dan hun keuken in, en ik kijk wat ze zoal in huis hebben. Het is even improviseren, maar met wat ze in hun keuken hebben staan, zou ik een goede marinade van moeten kunnen maken.
Ik roep de man erbij, want hij zei immers, dat hij wilde leren. En ik stuur de vrouw even weg, zodat we wat meer ruimte in de keuken hebben. Maar het blijkt al snel, dat de man best wel bereid is om te leren en ook te doen, wat ik hem opdraag, maar hij is echt heel erg onervaren. Toch besluit ik door te zetten. De man mag best wel eens leren, wat het betekent om goed en smakelijk eten te bereiden, want ik vermoed dat zijn vrouw normaal het eten klaarmaakt. En dat blijkt ook wel, als ik hem vraag om de verschillende kruiden voor me te pakken. Van de meeste kruiden, die ik hem vraag, weet hij niet eens wat het is, en als hij al weet wat het is, weet hij ze niet te staan. Dat moet hij dan vragen aan zijn vrouw. Die zit met een geamuseerd gezicht op het terras van hun huis buiten te kijken door de keukenraam. Lisa praat met de vrouw en aan het gezicht van Lisa kan ik aflezen, dat ze er wel plezier in heeft. Maar na een goed kwartier is de marinade klaar, en de man staat er van te kijken, hoe eenvoudig dat eigenlijk te maken is. Ik vertel de man dan, dat deze marinade wat sterker is, maar dat het vlees dan in twee uur genoeg doordrongen zal zijn.
Daarop gaan Lisa en ik naar huis om ons even om te kleden, en ik neem meteen ook een goede fles wijn mee, waar ik inmiddels wel een klein voorraadje in de kelder van ons huisje daar heb staan. Je kunt toch slecht met lege handen aankomen, als je uitgenodigd bent om ergens te komen eten.
Ons gastgeschenk wordt dan ook erg gewaardeerd. Onze gastheer, hij blijk François te heten, en onze gastvrouw Helene, vraagt me meteen, of ik het een probleem vind, als hij de fles meteen ontkurkt. Natuurlijk moet hij helemaal zelf weten, wat hij met die fles wijn doet. Hij schudt meteen met de fles de glazen vol, met de mededeling: ‘Normaal zou ik dit niet doen, maar ik heb eerlijk gezegd vergeten genoeg wijn te mee te brengen. Ik heb nog wel een fles staan, maar dat was natuurlijk zonder bezoek gerekend.’
Ik glimlach. ‘Mocht het niet genoeg zijn, ik heb in mijn kelder nog wel een en ander liggen.’
‘Hier normaal ook, maar dit jaar heb ik niet genoeg tijd gehad om de voorraad aan te vullen.’
‘Kan gebeuren. Hier net over de grens zitten een uitstekende wijnhandel, die ook eigen wijn verkoopt. Daar heb ik deze ook vandaan.’
‘Ah, dat adres moet je me eens geven. Misschien dat ik met hem dan wel wat zaken kan doen. Normaal heb ik mijn eigen wijn hier in de kelder.’
‘Eigen wijn?’
De man glimlacht. ‘Ja, we hebben een eigen wijngaard, en een eigen label voor onze wijnen. En we zijn er trots op, dat we altijd goede kwaliteitswijnen maken. Alleen hebben we het dit jaar zo druk gehad, dat ik er niet aan toe ben gekomen om hier de voorraad aan te vullen. We zijn hier namelijk voornamelijk alleen maar in het najaar en de winter. De rest van de tijd hebben we het te druk met werk.’
‘Ah, dat vind ik wel interessant. Dus u bent wijnmaker van beroep?’
De man knikt. ‘Ja, zo zou je dat wel kunnen noemen. We zijn nog niet zo heel lang bezig, relatief gezien de meeste bedrijven hier in Frankrijk, maar we timmeren goed aan de weg.’
‘Hoelang bent u dan al bezig?’
‘Nu net tien jaar. Het is niet eenvoudig om als nieuweling, met ook nieuwe methoden, door te breken tussen de grote merken. Natuurlijk, aan het proces van wijn maken kan ik niet veranderen, voor sommige dingen kun je gewoonweg niets veranderen. Dat zou de smaak niet ten goede komen. Maar we experimenteren wel graag met verschillende rassen van druiven. En ook de manier, waarop we aan onze druiven komen, is anders dan hoe vele anderen het doen. We laten namelijk ook door andere boeren druiven telen. Op die manier is het namelijk ook mogelijk om juist te experimenteren. Bovendien hebben we dan ook niet de zorg over enorme terreinen, waardoor het voor ons ook aantrekkelijk is om dit pad te bewandelen.’
Helene onderbreekt haar man. ‘Sorry voor mijn man, maar als hij eenmaal over wijn aan het praten is, dan wil hij amper nog ophouden.’
‘Dat geeft niet, ik vond het wel interessant. Maar u heeft gelijk, het zou een eentonig onderwerp worden, en dat zou de sfeer van een gezellige avond ondermijnen.’
De vrouw glimlacht. Ze is blij, dat ik het begrepen heb. Ze vraagt dan: ‘Vertel eens over uzelf. Hoe komt het, dat u zo goed kunt grillen?’
Lisa moet nu lachen. ‘Oei, dat is ook gevaarlijk gebied, daar kan Peter weer met gemak een hele avond volpraten!’
Daar moeten onze gastheer en gastvrouw wel om lachen. Helene zegt dan: ‘Nou ja, ieder zijn passie en vakgebied, zullen we dan maar zeggen. Maar ik ben wel nieuwsgierig naar uw achtergrond.’
Nu is het weer Lisa, die moet lachen. Ze zegt: ‘Ik denk niet, dat jullie ooit zouden kunnen raden, wat het originele beroep van Peter is. Nu is hij dat niet meer, maar heeft hij dat in een andere vorm verpakt. Iets dat veel beter bij hem past.’
Ze kijken verbaasd. Helene zegt dan: ‘Als ik het zo hoor, bent u geen chef-kok. Maar dat past dan weer niet met het beeld, dat ik over hem had.’
Ik glimlach. ‘Ik zal het maar verraden. Ik ben eigenlijk leraar in het beroepsonderwijs. En op een andere manier ben ik dat nog steeds, alleen in een heel andere vorm. Om precies te zijn, was ik wiskundeleraar.’
De monden van de man en de vrouw staan ver open.
‘Echt waar? Dat had ik inderdaad nooit achter u gezocht. En wat doet u nu?’
‘Ik ben nu freelance instructeur in de horeca. U moet weten, dat ik erg graag en vooral lekker kook. Ik maak alles zelf klaar, en zelfs het meeste aan dranken, die we thuis drinken.’
Lisa knikt. ‘Dat was voor mij ook even wennen, maar nu wil ik niets meer anders, zeker nu ik zwanger ben. Peter heeft me ook een en ander geleerd, omdat ik nu vaak thuis ben. Maar het is bijna ongelofelijk, wat hij allemaal aan recepten in zijn hoofd heeft. Thuis hebben we wel een paar kookboeken staan, maar ik heb hem er nog nooit in zien kijken. Hij heeft het allemaal in zijn hoofd zitten. Het is bijna ongelofelijk!’
‘Dan heb jij wel heel erg geluk, hij zal je wel regelmatig verwennen met heerlijke gerechten!’
‘Ja, maar dat is maar relatief. Soms is hij een nieuw recept aan het bedenken en dan krijgen we even niets anders, dan dat recept, tot hij het eenmaal goed heeft. Maar het is nooit echt slecht. Peter is qua eten wel een perfectionist, en dat kun je wel merken aan het eten. Het smaakt echt altijd! Ik heb pas één keer meegemaakt, dat het niet zo lekker was. Maar dan gaat hij nog even aan de slag met hetzelfde eten, en dan smaakt het alsnog. Dus ja, ik heb wel het geluk, dat hij erg goed kan koken. Veel beter, dan ik.’
Ik glimlach. ‘Maar je begint er zelf ook stukken beter in te worden, Lisa! Van iemand, die een biefstuk tot een stuk rubber kon laten worden, tot iemand die er nu wel best goed in begint te worden!’
Helene moet lachen. ‘Wat wil je, als je zo’n goede instructeur als man hebt.’
Lisa glimlacht. ‘Nog zijn we niet getrouwd, dat is pas in januari. Maar ik voel me wel al als zijn vrouw.’
‘O, ik had al gedacht, dat jullie getrouwd zouden zijn. Mag ik dan ook aannemen, dat dit jullie eerste kind is?’
Lisa knikt glimlachend. ‘Zolang zijn we ook weer niet bij elkaar. We kennen elkaar al een hele tijd, we waren buren. Alleen was ik tot voor enkele maanden nog wat te jong voor hem.’
‘Te jong? Peter ziet er toch nog niet zo oud uit? Ik zou hem net vijfentwintig schatten!’
Lisa lacht. ‘Zeg het maar niet te hard, anders krijgt hij nog kapsones. Peter wordt in april eenendertig! Ik ben nu tweeëntwintig. In mei zijn we een jaar bij elkaar.’
De monden van de man en vrouw vallen nog verder open. Ik zeg dan: ‘Maar ter verdediging, ik ken Lisa al, sinds ze zestien was. Er zit wel een flink leeftijdsverschil tussen ons, daar zijn we ons ook goed van bewust, maar het voelt gewoon goed tussen ons. Alsof het altijd zo heeft moeten zijn. En natuurlijk, soms vallen er ook wel eens wat woorden, maar daar leren we alleen maar van. Tot nu toe, zijn we er alleen maar sterker door geworden.’
‘Nou, dat hadden we dus niet zien aankomen. Maar ja, zelf kunnen we ook niet zeggen, dat we al erg lang bij elkaar waren, voordat François me vroeg met hem te trouwen. Nauwelijks een jaar kenden we elkaar. En ik geef jullie helemaal gelijk, als het goed voelt, niet twijfelen. Het eerste gevoel is meestal het juiste gevoel.’
Ik vraag dan: ‘En hoe oud moet ik jullie dan schatten? Jullie lijken me ook nog niet zo heel oud, maar wel ongeveer van dezelfde leeftijd.’
Helene glimlacht. ‘François is een leeftijdsgenoot, hij wordt in maart eenendertig. En ik ben inderdaad maar een jaar jonger.’
Lisa zegt: ‘Echt? Jij bent dertig? Ik had je jonger geschat!’
‘Dank je, maar het staat helaas al 3-0 voor mij. Dat deed wel even pijn. Vooral omdat ik altijd heb gezegd, dat ik voor mijn dertigste kinderen zou willen hebben, maar dat geluk is ons niet gegeven.’
Ik bemoei me er dan ook mee. ‘Nooit geen tijd gehad voor kinderen, of lukt het gewoon niet?’
‘Het lukt gewoon niet. Het probleem lijkt bij mij te liggen. Mijn baarmoeder zou te zuur zijn om het zaad lang genoeg in leven te houden, voordat het de kans krijgt om een eicel te bevruchten. We hebben al van alles geprobeerd, maar niets helpt.’
François knikt. ‘Dat is helaas waar. Orale seks is niet wat ik haar ontzeg, maar het is niet altijd prettig voor mij. Dat weet ze, maar het is niet anders.’
Helene bloost even hevig. Ze geeft haar man een standje. ‘François! Zoiets zeg je toch niet tegen mensen, die we nog maar net kennen! Ik schaam me dood!’
François haalt zijn schouders op. ‘Wat maakt het nog uit, Helene?’
Ik meng me dan in hun woorden. ‘Al eens geprobeerd een dieet te volgen, Helene?’
‘Hoe bedoel je dat? Een dieet?’
Ik glimlach. ‘Ja, een dieet. Met de juiste voeding kun je zoiets wel beïnvloeden. Omdat je op een wijngaard werkt, ik weet niet of je er ook woont, zal je ongetwijfeld wel vaak wijn drinken of druiven eten.’
‘Ja, dat klopt. Maar ik drink al niet meer zoveel wijn.’
‘En druiven?’
‘Die eet ik wel genoeg. Eigenlijk iedere dag wel wat, ik vind ze gewoon lekker. François heeft extra voor mij ook een hele rij muskaatdruiven staan, al gebruiken we die ook voor experimenten.’
‘Dat dacht ik al. Het is niet erg om druiven te eten, maar ik zou het niet iedere dag doen. Misschien eens een week overslaan, dat zou al wat kunnen schelen. Eet bijvoorbeeld wat meer blauwe bessen of cranberries. Of een combinatie daarvan, dat mag ook. En daarbij een snufje kaneel en een lepeltje honing, en je kon wel eens versteld staan, wat voor effect dat zou hebben. Lisa drinkt en eet nu veel meer fruit, en dat kan ik goed merken, als we nu samen seks hebben. Ze smaakt gewoon veel zoeter. En dat ondanks haar zwangerschap. Dus het zou ook zomaar door je dagelijkse eetpatroon kunnen komen, dat het niet lukt om zwanger te raken. Maar buiten dat, ik denk dat je man het wel prettiger zal vinden om een wat minder zure bek te hebben bij de orale seks. Dat hij het al voor je doet, dat vind ik op zich al een hele opoffering!’
Lisa kijkt me verbaasd aan. ‘Is dat waar, Peter? Smaak ik daaronder nu zoeter?’
Ik knik. ‘Hoe moet jij ook weten, hoe je daaronder smaakt? Zo vaak proef je dat niet, en bovendien ben je nu gewend geraakt, hoe je nu smaakt en eet.’
Lisa knikt dan, het klinkt voor haar wel logisch. Helene kijkt dan haar man François aan. ‘Dat zouden we toch wel eens kunnen proberen, François? Wat hebben we te verliezen?’
François knikt. ‘Maar mag ze dan helemaal geen druiven meer?’
‘Jawel, alleen minder en meer afwisselen. En minder koffie, thee en frisdrank, dat wil ook best helpen. Lisa drinkt vooral verse fruitsappen, die ik bewust niet al te zuur heb gekozen. En ze drinkt het erg graag, het smaakt dan ook erg goed.’
‘En wat moet ik dan precies doen?’
Ik vraag haar om een stuk papier en een pen, die ze me snel brengt. Ik geef haar een recept, die ze voor het ontbijt kan gebruiken, en geef haar dan ook het recept voor het fruitsap, die Lisa zo graag drinkt. Daar is Helene maar wat blij mee, wat ik wel kan begrijpen. François haalt dan het vlees uit de marinade en op mijn aanwijzingen laat hij dat goed afdruipen. Dan legt hij het op de griloven, die hij zich in de tuin heeft laten maken. Die kan hij helemaal afsluiten, en binnenin heeft hij ook nog een grote spekstenen plaat laten aanbrengen. Dat is echt een fantastische grill om de allerlekkerste gerechten in te bereiden. Lisa ziet me er al met interesse naar kijken. Ze lacht en zegt: ‘Nu sta ik er niet vreemd van te kijken, als Peter nu ook zo’n grilloven wil gaan maken bij ons huis!’
Ik antwoord meteen: ‘Niet alleen hier, Lisa, maar ook thuis! Dit is echt fantastisch! Ik zou dan ook kunnen gaan experimenteren met verschillende houtsoorten en het branden van verschillende kruiden!’
Lisa lacht dan: ‘Daar heb je het al! Maar ik zal je niet tegenhouden, Peter. Je werkt er hard genoeg voor!’
Ik geef François dan een korte stoomcursus van het gebruik van kruiden, die me ook echt geïnteresseerd toehoort. Het is voor François en Helene meteen duidelijk, dat ik ook echt weet, waar ik over praat. Met de kruiden, die ze nog in hun keuken hebben staan, en met wat ze ook nog in hun tuin hebben staan, laat ik ze meteen beleven, wat voor effect dat kan hebben.
‘Is die struik hier in de tuin iets wat je kunt eten?’
Ik glimlach. ‘Hij is vrij groot voor een tijm, maar het is een heerlijk kruid. Kun je bij vele gerechten gebruiken. Smaakt echt lekker, hier probeer maar eens een stukje. Een klein beetje maar, het kan vers nogal sterk zijn.’
François proeft een klein beetje, en is verrast door de krachtige en kruidige smaak.
‘Hmm, best wel lekker! Ik wist helemaal niet, dat je die kon eten! Ik dacht, dat het gewoon een sierplant was!’
Ik lach. Ik kijk even hun tuin rond, en daar vind ik al snel nog wat meer kruiden. Ze hebben er een mooie rozemarijnstruik staan, die al tot een flinke bos is uitgegroeid. Ik pluk er wat takjes af, en geef die aan François. ‘Dit is rozemarijn. Smaakt erg goed bij vlees, maar het ruikt ook erg lekker als je het brandt op de kolen van de grill. En daar heb je ook nog munt staan en lavendel. En dat is, meen ik, salie. Dus je hebt al meer kruiden hier staan, dan je zou denken. Ik pluk nog wat blaadjes, en open de deur van de gril. Langs de gloeiende kolen leg ik dan de verse bladeren, en doe dan de deur weer dicht. Eerst gebeurt er niets, maar even later begint er een zoete en lekkere geur uit de grilloven te komen.
‘Zo, daar zou je honger van krijgen. En hoelang zou je dat vlees in de grill laten?’
‘Dat ligt eraan, hoe snel je wilt eten. Je hebt prima vlees, en dat zou ik dus erg langzaam laten garen. Maar dat is nu geen optie, want dan zouden we uren verder zijn. De hitte in de grilloven is prima, maar ik zou het vlees wat meer op de koelere plaatsen leggen. Er heerst een goed warm klimaat in de oven, en dat zorgt ervoor, dat het vlees niet zo hard uitdroogt, dan als het direct boven de hittebron hangt. En dat komt weer de smaak ten goede. Het duurt dan wel langer, maar het resultaat is dan wel erg goed. Maar nu wil je wat sneller resultaat, dus zou ik het iets dichter bij de hitte leggen. Maar dan moet je het wel beter in de gaten houden.’
François glimlacht. ‘Dat klinkt inderdaad als een grill-chef! Goed, dan gaan we het op die manier doen.’
Ik help François met het op de juiste plaatsen leggen van het vlees, en we leggen er dan ook meteen wat groentes in. Het valt François op, dat ik maar weinig op de plaatsen leg, waar juist veel hitte is. Ik leg hem uit, dat dit juist de meest gemaakte fout is bij barbecueën. Daar verbrandt juist snel alles, geef het wat meer tijd en het resultaat is er dan zoveel beter door. Bovendien is het dan ook goed doordrongen van de rook, de reden waarom ik het liefste met kolen werk. Hoewel je met gas of Electra barbecues ook goede resultaten kunt krijgen, mis ik daar altijd juist die toevoeging van smaak bij. Voor mij is dat juist de reden om voor kolen te kiezen. Het kost wat meer tijd en je moet wat meer opletten, maar dat is het dan ook wel. En aangezien ik juist zoveel waarde leg op smaak, is dat dus ook mijn reden om voor een traditionele barbecue te kiezen.
Als we klaar zijn met het plaatsen van het vlees en de groenten op de barbecue, gaan we weer zitten. François zegt al meteen tegen Helene: ‘Peter pakt het inderdaad heel anders aan, dan ik het gedaan zou hebben. Ik ben benieuwd naar het resultaat.’
Lisa zegt daarop: ‘Normaal is Peter al een dag van te voren bezig met de barbecue, en het is nog nooit voorgekomen, dat iets niet smaakte, of aangebrand was. Dat is het juist bij Peter, ook bij het koken, hij heeft zoveel aandacht voor detail, dat hem vrijwel alles lukt. Er brandt zelden iets aan, en het smaakt altijd lekker. Maar dat komt ook, doordat hij vrijwel alles weet van kruiden.’
Helene kijkt me dan verbaasd aan. ‘Dus hij is min of meer wel een chef-kok?’
Ik lach. ‘Ja, maar dan zonder diploma. Maar laatst in Nice bleek wel weer, dat ik me goed kon meten met de chef-koks daar uit een gerenommeerd hotel. Daar heb ik de koks een workshop gegeven, die ze zich nog wel even zullen heugen.’
François en Helene kijken me verbaasd aan en ik vertel ze dan over mijn workshop in Nice, en dat het zo’n enorm succes bleek te zijn. Ze luisteren aandachtig toe, als ik erover vertel. Ze zijn best onder de indruk. Helene zegt dan: ‘Dat noem ik met recht een goede start van je bedrijf! Meteen meedraaien met de besten van de wereld, dat wil nogal wat zeggen!’
Lisa glimt ook van trots en zegt: ‘Ik heb hem al vaker gezegd, dat hij zo als chef-kok overal kan beginnen, maar dat is niet de uitdaging die Peter zoekt. Peter is in hart en nieren een leraar, hij wil zijn kennis aan anderen overbrengen, zo is hij eenmaal. Nu volgt hij eindelijk eens zijn hart, en doet nu wat hij echt graag doet. Anderen dingen bijbrengen, en koken. En daar kan hij ook nog eens goed mee verdienen.’
Helene glimlacht. ‘Nou, op zo’n man zou ik ook trots zijn, Lisa. Dat ben ik ook op François, omdat hij zijn roeping als wijnmaker volgt, en daar is hij ook heel erg goed in.’
Ze richt zich dan ook op François: ‘François, ik weet, dat je het niet graag doet, maar misschien moest je ze toch een fles van je speciale wijnen laten proeven. Ik vind wel, dat onze gasten dit verdienen.’
François glimlacht. ‘Vooruit, je hebt gelijk. Voor wat, hoort ook wat. Maar dan pas na het eten, dat is geen wijn voor bij het eten.’
Ik kijk verbaasd. Zojuist zei François nog, dat hij geen wijn meer in zijn kelder had. Maar hij kan de vraag al van mijn gezicht aflezen.
‘Het is niet, dat ik helemaal geen wijn meer in de kelder heb, natuurlijk heb ik daar nog wel meer dan alleen tafelwijn liggen. Maar de meeste zijn vrij krachtig, en dat smaakt niet altijd bij het eten. Ik moet overigens zeggen, dat jullie wijn wel erg goed smaakt. Die zal ik me zeker nog enkele dozen halen.’
Ik knik, dat ik het begrijp. We praten dan nog wat verder over allerlei zaken, en tussendoor laat ik François ook opletten op de barbecue. Het is immers de bedoeling, dat hij er ook wat van leert. Ik heb zelf al een beetje ingeschat, wanneer ik polshoogte moet gaan nemen, dat alles klaar is.
Maar intussen hebben Lisa en ik ook het verhaal gehoord, hoe François en Helen al reeds op twintigjarige leeftijd hun wijngaard zijn begonnen, en tegen welke problemen ze zijn opgelopen. Dat vind ik nogal interessant. Op onze beurt vertellen we over ons verhaal. En ik vertel ook over mijn verleden, en dat vinden François en Helene nogal een groot contrast met mijn huidige werk en leven. Wat het natuurlijk ook wel is. Van vrijbuiter en vagebond naar leraar en freelance kok.
François vertelt dan, dat hij dit jaar het bijzonder moeilijk had, omdat hij graag zou willen uitbreiden, maar dat het voor hem moeilijk is om financiers te vinden. Maar in de tussentijd zijn we al aan het eten, en zowel François, als Helen, moeten toegeven, dat dit inderdaad wel stukken beter smaakt, dan de vorige keren, dat François probeerde te grillen. En dat is natuurlijk weer een compliment voor mijn kunde. Tijdens het eten opent François zijn laatste fles tafelwijn, van eigen makelij. En ik ben wel onder de indruk van deze wijn. Erg smaakvol, net niet te complex om het geen tafelwijn te noemen en ook niet te krachtig van smaak. Kortom, een zeer goede tafelwijn. Ik zeg meteen tegen François: ‘Dit is erg goede wijn, François. Ik ben dan wel niet de allergrootste kenner op wijngebied, maar ik heb wel veel verstand van drank. Dit is gewoon goed!’
François glundert. ‘Dat is ook de reden, waarom we zo goed aan de weg timmeren. Maar we zijn bijna klaar met eten, ik zal de andere fles wijn alvast openen, die moet nog even ademen voordat ik die uitschenk. En dan mag je nog eens je mening zeggen. Je lijkt me bevoordeeld met een nogal goede smaak. Je weet wat lekker is, en wat smaakt. Dat is een talent.’
Lisa zegt dan: ‘Voor mij geen wijn meer, François. Hij is erg lekker, maar ik heb al meer gedronken, dan ik nu eigenlijk mag.’
Ze wijst op haar bollende buikje. Helene zegt daarop: ‘We hadden je ook wel iets anders kunnen aanbieden, Lisa.’
‘Het is niet erg, Helene. Een paar glaasjes wijn zullen echt niet erg zijn, bovendien had ik gewoon zin in een glas wijn. Peter ziet dat niet graag, maar hij heeft ook niet geprotesteerd. En soms moet dat ook gewoon kunnen. Zolang je het maar beperkt houdt.’
Helene kijkt haar glimlachend aan. ‘Het klinkt alsof Peter op dat gebied wel een beetje beschermend is?’
Lisa glimlacht. ‘Nu gaat het, maar in het begin was hij echt erg. Maar hij had ook wel een beetje gelijk, het is immers ons kind, dat nu in mijn buik groeit. Maar nu weet hij, dat het zo nu en dan moet kunnen. Het verbaast me eigenlijk, dat hij niets zei, toen François mijn tweede glas inschonk. Maar ja, ik wilde die wel eens proeven, maar een derde glas, dat gaat me te ver. Misschien dat ik even van Peter zijn glas zal nippen, maar een heel glas dat zeker niet.’
Ik glimlach alleen maar. Ik ben blij, dat Lisa nu ook zelf haar verantwoordelijkheid op zich neemt. Daarom had ik ook niets gezegd bij haar tweede glas. En ze heeft ook gelijk, zo af en toe moet dat ook kunnen. Ze heeft in Nice zich keurig onthouden, en het zou nu ook onhoffelijk zijn geweest om te weigeren.
Wat later schenkt François mijn glas vol, en ik ruik al meteen, dat dit een heel bijzondere wijn is. Hij ziet me al verbaasd kijken, en lacht. ‘Die reuk had je niet verwacht, of wel?’
‘Nee, niet echt! Alsof ik een Schotse Islay whisky ruik!’
‘Dat is ook precies de bedoeling! Ik zei al, dat ik graag experimenteer met smaken. Voor deze wijn hebben we juist oude whiskyvaten gekocht. Of eigenlijk is het een ruil, we hebben oude wijnvaten omgeruild met een whiskyproducent. Die was ook wel in voor een experiment. Eigenlijk was het experiment niet geslaagd, maar toen kwamen we op het idee om er een heel klein beetje assen van verbrande turf erin te doen. Nou, dat is nu het resultaat. Ik ben er erg trots op, maar het wil nog niet echt aanslaan bij het publiek.’
Ik proef er eens aan. Het is wijn, maar met de reuk van rook erin. De kleur is echt heel erg donker, bijna zwart. De smaak is verrassend zacht, maar wel met een duidelijke toon van rook erin. En de afdronk is gewoon af. Er is geen wrange nasmaak, en toch is de wijn droog te noemen. Een hele prestatie van François om zo’n wijn te kunnen maken.
Ik zeg tegen François: ‘Je zegt, dat dit niet wil aanslaan? Dus je hebt nog een en ander staan?’
François knikt. ‘We hadden eigenlijk best hoog ingezet, maar het wordt gewoon niet goed ontvangen. En dat vind ik zo jammer!’
‘Mag ik vragen, wanneer je weer thuis bent? Want ik wil wel enkele dozen van deze wijn. En als het uitpakt, wat ik daarmee van plan ben, dan ben jij je wijn sneller kwijt, dan je je ooit had kunnen bedenken.’
François kijkt me verbaasd aan. ‘We blijven nog tot het einde van de week. Wil je echt enkele dozen van deze wijn hebben?’
‘Ja, dit bevalt me prima! En zodra ik die dozen heb, gaan er meteen enkele weer op de post. Ik denk dat ik zo’n tien dozen wel kan gebruiken. Hoeveel heb je er?’
‘Nog een kleine achthonderd flessen, zo’n grote oplage was het ook weer niet, Maar ik moet je wel waarschuwen, het is geen goedkope wijn. Ze kosten zo’n dertig euro per fles.’
‘En per zestig flessen? En als ik je voorraad in een maand kan verkopen?’
François kijkt me verbaasd aan. ‘Dan kan ik je uiteraard wel wat korting verlenen. Maar ik moet er zelf ook nog wat aan verdienen.’
‘En dan praten we over hoeveel per fles?’
‘Als je me alles in een maand kunt verkopen, dan reken ik achttien euro per fles. Minder kan echt niet. Dan zou ik er op gaan verliezen.’
‘Je moet er zelf ook wat op verdienen. Spreken we negentien euro af, dan zit jij safe en ik ook.’
Zowel François als Helene zijn met stomheid geslagen. Dit hadden ze helemaal niet zien aankomen. Maar ze hebben me als een hele normale man leren kennen. Maar intussen heb ik al een klein netwerk opgebouwd, en ik heb wel een idee, waar ik deze bijzondere wijn aan kan slijten. Als we twee uur later naar huis heen gaan, duwt François me nog een volle fles van die wijn in mijn handen.
‘Die krijg je van me, want als je echt kunt doen, wat je zegt, dan zouden we enorm geholpen zijn.’
‘Geen punt, die zestig flessen neem ik je hoe dan ook af, en de rest, daar ga ik voor zorgen.’
We bedanken François en Helene voor de gastvrijheid en lopen dan naar huis heen. Lisa vraagt me: ‘Mag ik raden, naar wie je die wijn gaat sturen? Stuur je die soms naar Guy?’
‘Natuurlijk! Daar gaat deze fles wijn morgenvroeg al meteen naar toe. Maar voor die andere flessen heb ik ook nog andere bestemmingen. Wat dacht je van Hans, de vader van John? Dat is een echte wijnliefhebber, die graag iets bijzonders drinkt. En dan stuur ik ook nog een doos naar Matt en Diane. Ik kan me niet voorstellen, dat ze zoiets bijzonders niet willen schenken. Dit is een voortreffelijke wijn voor na het eten. Smaakt prima bij een lekker stukje kaas, en dat wilde ik daar op dat feest wel gaan serveren.’
Lisa glimlacht. ‘Aha, dus je gokt erop, dat die grote getalen van die flessen gaan afnemen. Maar wat moet je dan met de rest van die wijn? Je hebt zestig flessen besteld!’
Ik glimlach. ‘Ik ken nog wel wat meer mensen, die dit zouden willen kopen. Het is natuurlijk een gok, maar dat hoort ook bij ondernemen. Kansen met twee handen aangrijpen, als ze zich voordoen. En ja, het kost even wat, maar daar verdien ik straks weer goed aan. Als ik alles goed geregeld krijg, dan verdienen we daar heel goed aan. Met een beetje geluk, na afdracht van BTW en accijnzen denk ik daar ongeveer een zesduizend aan te kunnen verdienen. Je moet alleen de juiste personen kennen, aan wie je zoiets moet verkopen. En echt, die wijn is zo geniaal, ik snap gewoon niet, dat hij die wijn niet verkocht krijgt. En wie weet, houden we er nog een goede vriendschap aan over, waarbij we allebei ook nog aan elkaar kunnen verdienen. Kan in mijn ogen niet beter!’
Lisa schudt glimlachend haar hoofd. ‘Je begint nu wel een echte ondernemer te worden, Peter! Overal ruik je wel iets van handel of zaken. Zo worden we ooit nog eens heel erg rijk!’
‘Hmm, geld is ook niet alles, Lisa. Maar ik vond het zo zonde om deze kans te laten liggen, en François verdient echt wel wat meer credits voor die unieke wijn. Want daar is echt lef en ook kennis voor nodig. En dat heeft hij zeker!’
‘Dat denk ik ook wel, anders zou jij niet zo enthousiast zijn! Maar we moeten ze zeker nog eens voor een tegenbezoek uitnodigen. Laat ze maar eens ervaren, wat jij verstaat onder een barbecue!’
Nog de volgende morgen heb ik de fles wijn, compleet met een brief verpakt en naar Guy gestuurd. Ik heb Guy ook opgebeld, dat hij die fles wijn zeker eens moest proberen, en vooral moest ruiken. En ik weet heel zeker, dat hij interesse daarbij wel gewekt is. De volgende dag krijg ik al om tien uur telefoon van Guy terug. Zonder te zeggen, wie me belt, roept hij door de telefoon: ‘Waar heb je in godsnaam dit gevonden, Peter?’
Ik lach. ‘Het pakketje is aangekomen?’
‘Ja, vanmorgen om acht uur al! Ik heb meteen de kurk eruit getrokken, en toen wist ik al meteen, dat dit een zeer speciale wijn moest zijn. Ik heb hem even laten ademen en samen met een aantal van mijn chef-koks geprobeerd. Zoiets hebben we allemaal nog nooit geproefd! Werkelijk geniaal!’
‘En als ik je dan vertel, dat diegene, die deze wijn maakt, amper er vanaf kan komen? Het is voorwaar geen goedkope wijn, maar ik vind het iedere cent waard!’
‘Wat is niet goedkoop, Peter?’
‘Een kleine veertig euro per fles. Degene, die deze wijn maakt, houdt wel van een beetje experimenteren, en dat moet ook betaald worden. Maar ja, als je dan vervolgens zo’n achthonderd flessen niet kwijt raakt, dan heb je wel een flinke domper.’
‘Dat meen je niet! Maar veertig euro is wel fors aan de prijs, zelfs voor zoiets geniaals als dit!’
‘Ik heb met hem wat gehandeld, Guy. Ik kan ze je aanbieden vanaf vijfendertig euro per fles, bij afname van minimaal 96 flessen. Anders is het achtendertig euro per fles.’
Guy lacht. ‘En volgens mij probeer jij er ook nog iets aan te verdienen. Maar dat is niet erg. Als ik zoiets zou tegenkomen, dan zou ik dat ook proberen. Kun je niet wat schappelijker zijn? Ik wil het eerst even proberen met vierentwintig flessen. En als dat loopt, wil ik er ook nog wel meer.’
‘En waar mag ik dan ongeveer op rekenen?’
‘Een kleine tweehonderd flessen? Want ik neem aan, dat de voorraad echt maar beperkt is?’
‘Ja, als ze op zijn, dan zijn ze op. Misschien dat hij er dan volgend jaar weer nieuwe wil maken, maar dat hangt natuurlijk af, hoe snel hij er vanaf is, en of hij dat dan nog wil. Het is dus vrij exclusief, en daarom moest ik meteen aan jou denken!’
‘In dat geval noteer maar voor totaal tweehonderdveertig flessen. Maar dan krijg ik wel alles voor vijfendertig euro de fles.’
‘Deal! Ik zal meteen zorgen, dat je die eerste levering zo snel mogelijk krijgt. Dat kan echter wel een week duren, dan is hij weer thuis.’
‘Prima, geen probleem. Je weet waar je de rekening naar toe mag sturen!’
‘Geen probleem, Guy! En ik weet zeker, dat je die hele partij zal gaan afnemen!’
‘Ik hoop het. Maar je hebt wel een neusje voor exclusieve dingen. Als je weer eens wat bijzonders vindt, dan mag je me zeker weer bellen!’
‘Geen zorgen, je staat hoog op de lijst!’
Ik hang op en zeg tegen Lisa, die net de keuken in komt: ‘Guy wil er al meteen vier dozen hebben, en dat kan nog uitgroeien tot totaal tweehonderdveertig flessen. Dus dat is al meer dan een kwart van de achthonderd flessen. Het is nog wel even afwachten, Guy zal wel willen weten wat de respons op die wijn is, maar ik maak me daar geen zorgen over.’
‘En dan moet je nog de andere flessen wegsturen. Op deze manier ben je die zo kwijt!’
‘Juist! Je moet er even wat in investeren, maar dan krijg je ook wat terug. Maar ik loop even naar de bakker en naar de slager. En dan ga ik ook even langs bij François om hem te zeggen, dat ik waarschijnlijk al een flink deel van zijn flessen verkocht heb.’
Lees verder: Charlotte - 29
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10