Door: Keith
Datum: 25-08-2020 | Cijfer: 9.5 | Gelezen: 11502
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 39 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 39 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 157
Maandagochtend.
Opstaan, douchen, ontbijten en om half zeven reden we weg. De bugel lag achterin de auto. We hadden afgesproken dat we door zouden werken tot zeven uur en rechtstreeks naar de kerk in Eindhoven zouden rijden. Want ondanks alles begon de tijd bij DT een beetje te knijpen om alle projecten voor de kerst af te hebben. “Ik laat Marion wel wat te eten bestellen voor vanavond, Kees.”
Om twaalf uur werden we beschaafd afgemat door Fred. Na de training, tijdens de lunch, zei hij: “Ik heb jullie maar niet helemaal de vernieling in getraind… Je moet een beetje kunnen genieten van de kerstvakantie en dan niet voor apegapen op de bank liggen!” “Dank je wel voor je begrip, Fred”, zei Theo. “Ik vrees alleen dat Mariëtte er woensdag anders over denkt.” Fred grinnikte. “Dan ga je toch even met haar praten, Theo? ‘Wie betaalt, bepaalt…’ luidde het spreekwoord toch?”
Theo bromde. “Ik ben bang dat dat bij haar een averechts effect heeft. Die dame heeft haar eigen willetje.” “Oh, maar dat ben je toch wel gewend ondertussen, Theo? Je hebt een bedrijf vol met lui met hun eigen willetje…” Angelique lachte liefjes, en vulde toen plagend aan: “En thuis ook.” Hij keek haar even aan. “Mevrouw Jacobs, als er ééntje binnen DT is met ‘een eigen willetje’, bent u dat wel.” Fred’s grinnik vulde de ruimte. “Zo kleintje. Nu hoor je het eens van een ander!” Angelique keek naar Henry. “Help me even met deze twee kerels, Henry…”
Die schudde zijn hoofd. “Echt niet. De ene betaalt ons salaris en voor de ander heb je een laddertje nodig. Zijn we vergeten vanochtend.” An zuchtte. “Fijne partner ben jij, Henry Claassen. Vannacht slaap je maar in de schuur.” Hij knipoogde naar haar. “Dat hou jij niet vol, liefje…” Angelique bloosde en mopperde: “Hij heeft nog gelijk ook, verdorie…”
We lachten allemaal en Joline stond op. “Ik stel voor om dit dispuut te beëindgen. Mijn liefste vriendin wordt hier zwaar in de maling genomen en daar word ik niet blij van! Aan ’t werk jullie!” Theo keek haar aan. “Die laatste zin is mijn tekst, mevrouw Boogers.” Joline bitste: “Nou, gebruik ‘m dan eens wat vaker, Theo. Je zit de zaak hier alleen maar op te stoken!”
Meteen werd ze knalrood. “Sorry. Dat was ongepast…” Theo schoot in de lach. “Nee hoor. Teken dat ik niet als ‘meneer de directeur’ wordt gezien, maar als ‘one of the guys’. Ben ik wel blij mee.” Hij keek om zich heen en grijnsde. “Nou, dames en heren… Gaan we nog luisteren naar het hoofd van het Backoffice, of…”
Lachend stonden we op en gingen aan het werk. Bij de deur hield Theo Joline even tegen. “Dank je wel voor het compliment, Jolien.” Hij gaf een zoen op haar wang en Joline werd rood. “Zóóó mevrouw Boogers… Zomaar een zoen van de baas?” Ik grinnikte en Theo draaide zich naar me om. “Die moet jij nog verdienen, Kees. Doe je best!”
Joline proestte het uit en lachend liepen we de gang in. We gingen inderdaad weer aan het werk. Om vijf uur stond er een bestelbusje voor de deur met voedsel voor de overwerkers en we zaten even gezellig met acht man bij elkaar, onder het genot van een aantal lekkere broodjes en soep. “Moeten we vaker doen, Joline… Scheelt een hoop afwas.” Ze keek me aan. “En jij denkt dat ik de kookkunst van mijn privé-chefkok laat schieten voor een paar broodjes en een kopje groentensoep en drie hele soepballetjes er in? Mooi niet, meneer.”
Frits keek me aan. “Ben jij écht zo’n keukenprins, Kees?” Ik wees naar Joline. “Vraag maar aan haar. Mij geloof je toch niet.” Joline lachte zachtjes. “Ken jij de blikken Suzi Wan, Frits?” Hij knikte. “Niet te vreten, dat spul. Leuk voor padvinders of zo, maar niet in een fatsoenlijk huishouden.” “Nou, van zo’n blik, plus wat andere ingrediënten, wist meneer hier een paar weken terug binnen een half uur een heerlijke rijsttafel te maken. Need I say more?” Frits keek waarderend. “Da’s knap. Mag je bij ons thuis ook wel eens demonstreren. Mijn kinderen zeggen dat mijn vrouw en ik niet kunnen koken. Maar ja… pubers. Het beste eten wordt bij Mc. Donalds gemaakt volgens hen.”
Ik kneep mijn ogen samen. “Wát? En dat zeggen ze ronduit tegen jullie? Geen geintje?” Hij schudde zijn hoofd. “Nee. Helaas niet. De dame en meneer rennen regelmatig de deur uit als het menu hen niet aan staat en vullen hun maag met hamburger en French Fries… Maar ja, wat doe je er aan?”
Joline keek hem aan. “En wie betaalt dat? Jullie?” Frits knikte. “Ze moeten toch eten?” Fred bemoeide zich er ook mee. “Als je dáár nou eens mee stopte, Frits… Ten eerste is het een grove belediging voor de moeite die jullie nemen om te koken, ten tweede krijgen die apen niks voedzaams binnen en ten derde kost het je klauwen met geld, wat nergens voor nodig is.” Frits keek wanhopig. “Weet je wat er dan gebeurd? De hel breekt dan los. Meike, onze dochter, sluit zich dan een week lang op in haar kamer en Freek, onze zoon, praat niet meer met ons. Gebruikt zijn kamer alleen maar om te slapen en op z’n spelcomputer te spelen… Drama’s…”
Marion giebelde. “Laat ze eens kennismaken met ene van Laar. Werkt uiterst louterend. Nietwaar, André?” Die knikte grinnikend. “Kan binnen een week van een arrogante prima donna een héél lief, volgzaam meisje maken… Oh ja, met een paar vloekpartijen van Kees en een heli-drill natuurlijk.” Frits gromde. “Ze hebben nu kerstvakantie en zitten de hele dag thuis te lamballen. Mijn vrouw wordt er zo langzamerhand tureluurs van…”
“Welke opleiding volgen ze, Frits?” Joline keek hem strak aan. “Meike zit in 5 Havo, Freek 3e jaar MBO ICT. Hoezo?” “Neem ze morgenochtend mee hier naar toe. Je dochter is, als ze in 5 HAVO zit, slim genoeg om Backoffice te helpen met kleine klussen, je zoon kan misschien iets leren van Fred. Of moeten ze nog zaken inhalen voor school?” Frits schudde zijn hoofd. “Nee. Op school doen ze het allebei best aardig. Maar… Méén je dat?” Joline knikte. “Ja. Tenzij dat jij of je echtgenote er iets op tegen hebben? Maar verdorie, op deze manier gaan die kinderen naar de bliksem. Dat wil je toch niet?”
Hij keek afwisselend naar Fred en Joline. “Weet waar je aan begint… Ze kunnen het bloed onder je nagels vandaan halen.” Joline gniffelde. “Hebben we ervaring mee in dit gebouw. Bel je echtgenote op, vraag hoe zij er over denkt en als het antwoord positief is zien we ze morgenochtend om 07:30 hier. Ik regel het wel met Theo.” Ze giechelde even. “En woensdag nemen ze sportkleren en verschoning mee. Maken ze meteen kennis met Mariëtte…”
We grinnikten en Frits moest, tegen wil en dank, meelachen. “Ik ga nú even naar huis bellen…” Hij liep de groepsruimte uit.
Fred gromde: “En wie mag weer als boeman optreden? Jawel… Fredje van Laar. Bedankt hoor Joline!” Ze keek hem lief aan. “Dat wil jij toch wel doen voor je allerliefste cheffin?” Hij keek naar mij. “Op die manier heb jij mij nooit wat gevraagd, Kees. Dat miste ik wel eens…” Ik grinnikte. “Ik had dan ook geen rokje aan om verleidelijk mee te spelen, Fred…” Het gezelschap schoot in de lach en Joline werd wat rood.
“Kees Jonkman! Gedraag je!” De deur ging open en Theo kwam binnen. “Is het weer zover? Zit die opperpiraat je te pesten, Joline?” Ze knikte. “Ja. Maar de aanleiding moet je wel even weten, Theo.” Snel legde ze een en ander uit en Theo knikte. “Duidelijk. Als Frits er mee zit: we kunnen kijken of we hem ermee kunnen helpen.” Angelique zei: “Op de receptie en in het archief zijn ook nog wel een aantal dingen te doen. Kan dat meisje mooi mee helpen.” Fred baste: “En ik neem die knul wel voor mijn rekening.” Marion zei liefjes: “Het dak op, misschien?” Hij grijnsde. “Je brengt me op ideeën, Marion… Alleen als hij lastig wordt.”
Frits kwam binnen. “Mijn vrouw vindt het een prima plan en ik moest jullie nu al hartelijk bedanken. Had vanochtend
weer een aanvaring met beide jongelui…” Hij gniffelde. “Toen ik beiden vertelde dat ze morgen met mij meegingen, vonden ze het prima. “Gelukkig. Thuis weg!” was de reactie. Ik heb ze maar niet verteld onder wiens leiding ze zouden komen…” “Als ze goed werken, mag daar best wat tegenover staan, Frits. Maar als ze lopen te lamballen…” Theo keek ernstig en Fred zei: “Die gaan niet lamballen, Theo. Ja, misschien een uurtje, maar daarna gaan ze keihard aan de slag. Net zoals wij nu weer, want anders gaat onze baas ballistisch.” We ruimden samen de rommel even op en vijf minuten later was iedereen weer aan het werk. En om zeven uur haalde ik Joline op. “Kom dame, we gaan. Lekker toeteren.”
In de auto keek ze me aan. “Ik ben benieuwd naar die pubers van Frits, Kees…” Ik grinnikte. “Als ze zo erg zijn als Frits beschreef, gaan die even tegen zichzelf aanlopen. En tegen Angelique en Fred. Vlak onze juridische medewerkster niet uit. En woensdag tegen Mariëtte...” Joline gniffelde. Al kletsend konden we lekker doorrijden en om tien voor acht stonden we voor de kerk. Ik pakte de bugel en Joline haar laptop. “Dan kan ik nog even studeren als jij speelt.” We liepen de kerk in en ik liep de trap naar het orgel op. Greet, Hendrik en Wendy keken om.
“Hé, daar is onze redder in nood! Dág Kees.” “Goede avond samen… En vertel mij eens waarom ik op een maandagavond waarop ik normaal rustig thuis ‘The bold and the beautiful’ zit te kijken, op moet draven om hier lawaai te maken?”
“Jij ‘the bold and the beautiful’ kijken? Ik geloof er geen bal van!” Wendy lachte. Greet vulde aan: “Jij kijkt hooguit naar ‘How it’s made’ op Discovery, vriend. Maar de reden is simpel: We hadden een trompettist, maar die kreeg een paar dagen geleden een blindedarm-ontsteking. Ligt nu nog in het ziekenhuis; het gaat goed met ‘m, maar hij kan niet spelen. En ik denk dat jij ons prima uit de brand kan helpen. Dus vandaar dat je je wekelijkse TV-avondje moet missen. Sorry.”
Ik grinnikte. “Het is afzien op deze wereld. Maar goed, ik heb wat geoefend. De koralen: Geen probleem. Die ‘Festival of Carols’: ook geen punt, leuk om te spelen. Maar het laatste stuk daar moet ik nog even hard mee aan de bak, denk ik.” “Welkom bij de club, Kees”, zei Hendrik droogjes. “Dat spelen wij nameliijk samen.” Ik keek verrast en Greet knikte. “Ja heren, jullie mogen aan ’t werk! En daar beginnen we nu mee!” Even later klonk ‘Rejoyce’ van Händel door de kerk. Wendy links van de orgelbank, ik rechts. Na de eerste keer gaf Greet haar commentaar. “Hendrik, het mag een fractie sneller. ‘Rejoyce’ betekent ‘Verheugt u.’ Laat dat ook horen! Kees: jij mag iets harder spelen. Om Wendy te overstemmen moet je écht van goeden huize komen, hoor…” Wendy grinnikte. “Ik zing op halve kracht, Kees. zo meteen, als we het stuk voor de laatste keer doornemen, zal ik wel even ‘forte’ gaan, oké?” Greet keek haar waarschuwend aan. “Een kort stukje, Wendy. Niet all the way.” Ze knikte. “Ik weet ‘t.”
We namen de koralen nog even door: bekende kerstliederen die ik zó mee kon spelen. Het ‘Festival of Carols’ was leuk om te spelen: Greet op het orgel, ik op de bugel. We voelden elkaar prima aan. En rond kwart over negen zei Greet: “Oké dame en heren. Nog één keer ‘Rejoyce’, daarna koffie of thee.” Hendrik zette in en we speelden. De laatste tien maten zette Wendy aan en inderdaad… ik hoefde me niet in te houden. Wat had die meid een stem! En ook zij zong met een uiterst ontspannen gezicht. Zonder ‘bekken te trekken’, zoals ik dat altijd noemde.
Toen het stuk klaar was, klonk er applaus uit te kerk. Joline en de beheerder stonden in de deur. “Zo. Dat hebben jullie alvast binnen. Dit klonk best aardig.” Greet knipoogde. “De finesses komen donderdag wel. Kom, naar beneden, we hebben wel een bak koffie verdiend, denk ik.”
Onder aan de orgeltrap wachtte Joline. Ik kreeg twee armen om m’n nek en een lieve zoen. “Dit klonk prachtig, Kees!” Toen ze me losliet wees ik op Hendrik en Wendy. “Tweederde van die mooie muziek kwam van hun twee, hoor… Mag ik je even voorstellen? Dit is Joline, mijn vriendin, Joline dit zijn Hendrik en Wendy.” Ze gaven elkaar een hand. Joline zei: “Mijn opmerking ‘Dat klonk prachtig’ kunnen jullie je ook aantrekken.” We dronken koffie, Wendy thee en praatten nog even na. “Donderdag gewone tijd weer hier, Kees. Dan zetten we de puntjes op de i, zaterdagmiddag nemen we de hele dienst nog een keer door en is de predikant er ook nog even bij.”
Ik knikte. “En daarna springen jullie in mijn auto, rijden we naar Veldhoven, eten daar, lekker ontspannen omkleden en dan weer terug.” Wendy en Hendrik keken verrast. “Had u dat nog niet verteld, wachtmeester?” Ik keek Greet strak aan. “Het leukste moet je voor het laatst bewaren, Kees…” Ze gniffelde.
“Ondanks dat ik die suggestie om bij Kees te eten bijzonder op prijs stel: het leukste zit toch écht naast me, hoor…” Hendrik knuffelde Wendy even. “Geldt voor mij ook hoor”, zei Joline met een uitgestreken gezicht. Toen trok ze me naar zich toe en zoende me. “Hé, stelletje klefnekken! Zijn jullie helemaal van lotje getikt? Jullie elkaar knuffelen en ik zit hier zielig alleen te zijn…” Greet keek van de een naar de ander. “Nou dan compenseer je dat maar lekker met Anita als je thuis bent, tante Greet.”
Ik dacht snel na. ‘Anita’? De kat? Of zou Greet met een vrouw…? Joline was me voor. “Wie of wat is Anita, Greet?” “Mijn partner. De liefde van m’n leven. Jullie gaan zaterdag met haar kennis maken; ze komt ook naar de dienst.” Ze keek mij aan met een lachje op haar gezicht. “Geschokken, Kees?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee. Wel verrast. Geshockeerd zou ik zijn geweest als ik stapelverliefd op je was en nu mijn hele droom in duigen zag vallen.
Wel, ik heb nieuws voor je, wachtmeester: ik ben niet, ik herhaal: niét stapelverliefd op je.” Greet schaterde het uit. “Da’s een goeie… Die ga ik thuis vertellen! En nu dames en heren: we gaan richting huis, de beheerder wil ook naar bed!” We zetten de kopjes in de keuken, namen afscheid en reden even later weg.
Thuisgekomen dronken we nog een beker warme melk en om kwart voor elf lagen we in bed. Joline kroop tegen me aan. “Hoe zouden Greet en Anita nu tegen elkaar liggen schat? Allebei een hele sexy nachtpon aan en nylons? Lijkt me wel lekker…” Ik gromde. “Stop even met die morbide fantasieën van je, meisje Boogers. Anders kan ik mijn strenge bugel-docente niet meer recht in de ogen kijken.” Ze giechelde. “Oké… Dan trek ik die sexy nachtpon wel aan en jij je fantasieloze boxer. Ik doe het er maar mee…” Ik trok haar tegen me aan “Ja, dat is je geraaien. Je doet het er maar mee. Met mij. En niemand anders, begrepen? Ook niet als diegene ook een sexy nachtpon en / of nylons aan heeft.” Ze giechelde wéér. “Jij hebt in ieder geval één pluspunt, Kees…” Ze wreef haar heupen tegen me aan. “Een momenteel niet zo vreselijk groot pluspunt, maar wel een lekkere. Je kunt er heerlijke dingen mee doen.” “Ga slapen Joline, of ik stuur Balou op je af. Morgen is het weer vroeg dag en moeten we pubers in toom houden. En ’s middags moet ik naar Arnhem; de rechtszaak van vriend Floris bijwonen.” Ik kuste haar langzaam. “Ik hou van je, maffe meid.” Ze keek me aan. “Ik van jou, idioot.” En met deze liefdesverklaring sloten we de dag af; binnen vijf minuten sliep Joline. Bij mij duurde het wat langer; ik dacht na over die rechtszaak…
Dinsdagochtend.
Ik haalde vóór het douchen even de tondeuse over mijn hoofd heen, zodat mijn haar weer kort was. Daarna douchen en aankleden in gewone kleren. Het 'Dagelijks Tenue', zoals het nette uniform heette, op een hangertje mee. Joline reed met de Mini, ik met de Volvo achter haar aan. Bij DT aangekomen pakte ik mijn uniform over m’n arm, ging naar binnen en hing het pak op m’n bureau. Toen terug naar de koffiehoek: Joline stond al te kletsen met Angelique en Fred en ik voegde me bij hen.
Fred keek onderzoekend. “Zag ik jou nu je DT meenemen, Kees?” Ik knikte. “Vriendje Floris moet van middag voorkomen voor zijn misdaden in Wageningen. Mijn zwager Ton en ik hebben besloten om in DT in de zaal te gaan zitten. Dan dringt misschien tot hem dooor wie hij tegenover zich heeft.” Fred grijnsde breed. “Shock-effect?” Ik knikte. Hij vervolgde, nog steeds grijnzend: “Paste je DT nog wel?” Ik gromde. “Joline vroeg van de week ook al zoiets, vriend. Kijk uit. Ik ben zelfs een paar kilo afgevallen sinds ik de dienst uit ben, dus maak me niet gek…” “Ik wil de tenue-inspectie wel even uitvoeren straks. ten slotte moet een sergeant-majoor zijn sergeanten een beetje in de gaten houden…”
“Kun je schrijven, Fred van Laar? Schrijf het maar op je buik. Die tenue-inspectie heb ik al lang gedaan, en dat zag er prima uit.” Joline keek hem kattig aan. Op dat moment werden we onderbroken door Frits die de deur in kwam. Twee pubers liepen achter hem aan, een jongen en een meisje. “Zo. We zijn er. Goedemorgen allemaal! Dit zijn Meike en Freek. Die gaan ons deze week een beetje helpen. Jongens, neem een bak thee; daarna lever ik jullie over aan degenen die jullie gaan begeleiden.”
Ze haalden een beker thee uit de automaat en gingen wat achteraf staan, vlak achter mij. Ik hoorde het meisje zachtjes zeggen: "Hé, is die dame niks voor jou? Daar val jij toch op? Lang, blond en mooie benen…” Kon niet anders of ze refereerde aan Joline. Ik besloot meteen de botte bijl te hanteren, draaide me om en gromde: “Nee, die dame is niets voor hem. Die vreet jongetjes als jouw broer bij het ontbijt. Je hebt het over mijn vriendin, dametje. De vleeskeuring mag je buiten in de paardenwei doen, niet hier, begrepen?” Beiden schrokken en Joline keek mij aan en vervolgens beide pubers. De jongen kreeg een knalrood hoofd, het meisje keek nogal arrogant terug.
Frits draaide zich om. “Zijn jullie nú al weer bezig? Gedraag je potdomme, of je kunt naar huis gaan lopen!” Hij was serieus kwaad. “Meike, jij luistert vanaf nu naar mevrouw Jacobs en mevrouw de Groot, Freek jij luistert naar meneer van Laar.” Hij wees. “En haal het niet in je hoofd om gekke dingen te doen, want daar ga je spijt van krijgen.” Meike stak een hoofd boven Angelique uit. “En ik moet naar jou luisteren? Ik dacht het niet. Ik ben door m’n pa hierheen gesleept; Ik zoek wel ergens een computer en ik vermaak me wel.”
Marion’s ogen flikkerden onheilspellend, maar ze zei op normale toon: “Je doet er verstandig aan om gewoon te doen wat wij zeggen, Meike. Facebooken, Instagrammen en Tiktokken is er vandaag niet bij; als je hier geld wilt verdienen moet je ervoor wérken, net als wij allemaal.” Het meisje snoof, maar zei niets meer. Fred was korter van stof. Hij keek naar Freek en zei simpel: “Mij volgen.” En Freek kon weinig anders; hij haalde z’n schouders op en sjokte achter Fred aan. Meike ging even later met Angelique en Marion de receptie binnen.
In de groepsruimte zei Frits: “Kees, sorry. Gisteravond was het al heibel,vanochtend toen ik ze uit bed moest halen, waren de rapen helemáál gaar. Ik heb ze de auto in moeten tráppen. Mijn vrouw heeft nu een dagje vrij; ik hoop dat ze ervan geniet.” Ik grinnikte. “We hebben hier hele goeie gedragstherapeuten, Frits, dat weet jij net zo goed als ik. Met een beetje mazzel heb je over een paar dagen twee pubers die wat anders in de wedstrijd staan.” Hij gromde. “Ik hoop het. Soms zou ik ze achter het behang willen plakken en vervolgens het behang héél stevig aankloppen. Met een voorhamer, verdomme.” Ik wees op de grond. “Tien keer Frits. Ook voor dat ‘potdomme’ in de hal. Hij zuchtte en drukte zich tien keer op.
“Lijken jouw pubers vocaal een beetje op jou?” Hij grijnsde. “Een graadje erger…” “Mooi. Dan hebben ze vanavond behoorlijke spierpijn in hun bovenarmen, vrees ik. Fred en Angelique regelen dat wel…” Gedurende de ochtend hoorde ik Marion twee keer uitvallen en Angelique ook een keertje. Daarna werd het rustig in de receptie van DT. Fred hoorden we niet, dat viel mee.
Om half twaalf liep ik even bij Theo naar binnen om te zeggen dat ik zo meteen richting Arnhem vertrok. “Kalm aan, Kees!” was zijn droge reactie en ik knikte. Toen deed ik de deur van mijn bureau dicht en trok mijn uniform aan. Even een laatste check voor de spiegel… Zag er goed uit! Ik liep naar Joline. “Schat, ik ga er vandoor. Tot vanavond!” Ze stond op met een trotse blik in de ogen. “Mijn ridder. Wacht even, Kees.” Ze deed de deur dicht en omhelsde me. “Doe je het kalm aan?” Ik grinnikte. “Je lijkt Theo wel…” Ze keek me aan. “Ik heb wat dingen die Theo niet heeft, Kees. En volgens mij ben je daar wel blij mee.” “Ik zal het hem zeggen, schat.” Ze keek even boos en gaf me toen een lange kus. “Mafkees…” zei ze, toen ze me losliet. “Wegwezen jij. En doe de groeten aan Ton!”
Ik deed de deur open en liep Fred tegen het lijf, samen met zijn verse pupil. “Zo sergeant… U gaat even kijken hoe het in Arnhem is?” Hij bekeek me snel. “Ziet er goed uit, Kees. Sterkte en beheers je.” Inwendig begon ik te mopperen. Dat was nummer drie, verdorie! Was ik zo’n heethoofd? Snel liep ik richting uitgang. Chantal zat achter de desk in de hal van het gebouw. “Hé Kees… Carnaval is pas in Februari hoor!” Ik knipoogde. “Je kunt niet vroeg genoeg beginnen, Chantal! Tot morgen!”
Bij de auto trok ik m’n jasje uit; iets comfortabeler rijden zonder al dat blik aan m'n lijf. Ik draaide de A16 op, reed oostwaarts om drie kwartier later bij Renkum de A50 te verlaten en binnendoor, via Oosterbeek Arnhem in te rijden. Ik parkeerde op een parkeerplaats vlakbij de Eusebiuskerk, trok mijn jasje aan, zette mijn baret op en liep richting Paleis van Justitie. Voor de ingang wachtte ik op Ton; we hadden om 12:45 daar afgesproken. Exact op tijd kwam hij aanlopen. Het was de eerste keer dat ik hem in z’n DT zag; zag er ook prima uit, inclusief zijn onderscheidingen uit Afghanistan, gevechtsinsigne, speld voor schutter 1e klas op het geweer en de rode speld voor Zware Militaire Vaardigheid. “Hé makker… Goed je te zien. Kom, we gaan naar binnen, want we moeten door de scan. En met al dat blik aan ons lijf… dat duurt even.”
We liepen naar binnen en gingen door een detectiepoort. Die begon uiteraard meteen te gillen. Security kwam op ons af. “Heren, wilt u uw jasjes even uit doen? Meestal zit daar het meeste metaal in…” We moesten er twee keer doorheen, daarna werden we nog gefouilleerd. “Sorry, maar dit moet nu eenmaal.” We knikten. “Geen probleem. Waar moeten we zijn voor de zaak tegen de Rooij?” De man wees op een digitaal informatiebord. “Dáár staat alles op.” Even lezen leerde ons dat we in zaal 3 moesten zijn en de zaak om 13:15 zou beginnen. “Da’s mooi op tijd, Ton.” Hij knikte. “Laten we maar eens naar binnen gaan. Wie weet zitten de drie andere boefjes al in de zaal te wachten. Als het even kan wil ik vlak achter het verdachtenbankje gaan zitten. Voor de broodnodige verrassing, zeg maar.” Ik grinnikte.
We liepen naar binnen en konden inderdaad drie banken achter de verdachtentafel plaatsnemen. Ik keek om me heen en ontdekte de twee kleine verdachten. Beiden hadden zo te zien hun ouders bij zich. De opponent van Ton kwam even later binnen, samen met een vrouw die waarschijnlijk zijn moeder was. Ton’s ogen fikkerden gevaarlijk, toen hij hem in de gaten kreeg. Vijf minuten voordat de zitting zou beginnen ging er een zijdeur open en kwamen drie mensen binnen. Twee parketwachters met tussen hen in … Floris. Hij had een grote pleister op zijn voorhoofd en hij trok met zijn been. Hij ging pal voor ons zitten; had ons niet in de gaten. Een advocaat kwam naast hem zitten. Ik kon het niet laten. “Goedemiddag Floris… hoe is nu het met je?” Hij draaide zich moeizaam om, keek me aan, schrok en draaide meteen terug. Hij fluisterde iets tegen zijn advocaat, die zich ook omdraaide en mij bekeek. Ik knikte vriendelijk. “Goede middag.”
Op dat moment ging de deur open en werden we verzocht te gaan staan: de rechter kwam binnen. De verdachten moesten naar voren komen en de rechter gaf een korte samenvatting van de gebeurtenissen in Wageningen. Daarna gaf hij het woord aan de officier van justitie.
Die trok aardig van leer. Refereerde aan de aangiften die er voor het incident bij de studentenvereniging waren binnengekomen; vervolgens behandelde hij de aangiften die waren ingetrokken om uiteindelijk in te gaan op het incident zelf. “…Vier bijna volwassen kerels. Denken twee vrouwelijke medestudenten wel even mee te kunnen nemen. En waarvoor? Edelachtbare, gezien de aangiften van andere vrouwelijke studenten in Wageningen kan ik het wel raden. Om een van de verdachten maar eens te citeren: 'Twee nieuwe sletjes om plezier mee te hebben’. Gelukkig verliep dit incident anders dan waar de verdachten op gehoopt hadden, dankzij de reactie van de dames, hun vriend en hun broer Kortom: deze heren verdienen in de ogen van het Openbaar Ministerie een passende straf. Ik eis voor hen alle vier: zes maanden hechtenis, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar.”
De rechter knikte. “Dank u wel, meneer de officier. Het woord is aan de verdediging.”
De verdediging bestond uit twee advocaten: de ene verdedigde drie van de verdachten, de ander alleen Floris. De eerste advocaat had een nogal slap verhaal. Moeilijke jeugd, miskende talenten, uiteindelijk compensatie zoeken… Kortom: aan alles was te merken dat hij in feite kansloos was en dat wist hijzelf ook. De advocaat van Floris maakte er meer werk van. “Edelachtbare, voor u zit een slachtoffer. Floris de Rooij. Een slachtoffer van een tirannieke vader. Een slachtoffer van een gebroken jeugd: ouders gescheiden en vervolgens een stiefmoeder waarmee hij niet kon opschieten.. Geen fijne jeugd. Een slachtoffer van karaktermoord. Edelachtbare: Floris de Rooij werd meegezogen door zijn ‘vrienden’. Van huis uit kon hij niet anders; zijn vader had hem zo opgevoed. En toen hij zijn vrienden wilde verdedigen, werd hij vakkundig in elkaar geslagen door een van de twee militairen die nu achter hem zitten. En vervolgens, een aantal weken later bedreigd, gepest en gechanteerd door dezelfde man. En ja, dan verlies je wel eens je ze...”
De rechter onderbrak hem. “Ik wil de verdediging erop wijzen dat dit laatste niet relevant is voor deze zaak. Verdachte staat hier terecht voor meerdere aanrandingen poging daartoe en een geweldsdelict in Wageningen. Dat was de eerste keer dat verdachte en zijn opponent überhaupt met elkaar in aanraking kwamen. Wat er daarna gebeurde, gaat deze rechtbank zich in een later proces nog over buigen. Heeft de verdediging nog meer zaken aangaande deze zaak aan te voeren?” De advocaat zei nog dat de processen verbaal niet klopten, getuigen spraken elkaar tegen en uiteindelijk: “De dames hadden het zelf uitgelokt door hun kleding.” Ik keek Ton aan en hij mij en we schoten keihard in de lach. De rechter tikte met zijn hamer. "Stilte bij het publiek graag." Hij keek ons aan. “Mag ik aan de twee militaire heren vragen wat hier zo komisch aan is?”
Ton stond op en ik ook. “Edelachtbare, ik ben luitenant Ton Boogers. Hier naast mij staat sergeant buiten dienst Kees Jonkman. Ik ben de partner van Clara Jonkman, sergeant Jonkman haar broer Hij begeleidde de andere zus van hem. Wij waren op weg naar een feest. Een bal. Daar ga je niet heen in spijkerbroek, slobbertrui en op gympies. Op de uitnodiging stond letterlijk: 'Gala'. Dus ja: de dames Jonkman zagen er fantastisch uit. Beiden in een lange jurk, en mooi opgemaakt. Zoals vrijwel alle dames op dat feest, edelachtbare. Decorum, noemen we zoiets. En als de verdediging stelt dat de dames hun aanranding aan zichzelf te wijten hebben, dat er sprake is van uitlokking dan stel ik verdediging van verdachte de Rooij voor dat hij eens naar een bal van een studentenvereniging moet gaan. Voor wat research, zeg maar. Ik zal de laatste zin van zijn verdediging in het Engels samenvatten: Bullshit. Mijn excuses.” De rechter kneep zijn ogen samen. “Luitenant, gelieve uw taalgebruik in acht te nemen. Maar dank u voor de managements-samenvalling van het pleidooi van de verdediging. Ik schors de zitting voor tien minuten.”
Bám. Klap met de hamer, we moesten weer staan en de rechter verdween.
In de zaal klonk geroezemoes en de advocaat van Floris kwam op ons af. Hij bleek nogal kwaad te zijn. “Als u denkt dat u mijn pleidooi tot ‘bullshit’ kunt reduceren, heeft u de verkeerde voor, meneer.” Ton keek hem aan. “U heeft zes jaar moeten studeren om met zo’n slap kletsverhaal aan te komen? Er zijn vier andere dames geweest die aangifte hebben gedaan tegen deze klootzakjes. Origineel zelfs zeven, maar door de invloed van Pa de Rooij hebben zij hun aangifte ingetrokken. En u beweert met droge ogen dat de Rooij junior ‘slachtoffer’ is? In Wageningen was hij inderdaad slachtoffer. Van een confrontatie met de stoep, nadat hij struikelde. Waarschijnlijk over een losliggende tegel, dezelfde als waar mijn opponent over struikelde. Moet de gemeente Wageningen toch eens iets aan doen…”
De advocaat keek ons allebei nijdig aan. “Zie ze staan. Twee levensgrote beroepsmilitairen, helemaal volgehangen met lintjes, koorden en speldjes waarschijnlijk verdiend met bierzuipen in de kroeg. En wat doen de heren? Een paar studenten in elkaar meppen. Waarom? Omdat ze zelf waarschijnijk nooit gestudeerd hebben. Sjongejonge, wat een heldenmoed.”
Ik haalde een visitekaartje uit mijn zak. “Alstublieft meneer. Let vooral even op de letters die voor mijn naam staan. Ir. Ingenieur. Zes jaar studie aan de TU in Eindhoven. Mijn zwager hier naast me? Vier jaar Koninklijke Militaire Academie. Staat gelijk met Bachelor. Hoezo ‘niet gestudeerd’? En voor wat betreft die lintjes, koorden en speldjes: wij zijn allebei veteraan. Wij zijn op plaatsen geweest waar u het nog geen 5 minuten zou volhouden en dan zou het u dun door de toga lopen. . Doe je huiswerk en ga even na waar al die lintjes, koorden en speldjes voor zijn. Dit rode koord bijvoorbeeld: heb ik gekregen omdat ik in Bosnië een kind uit een mijnenveld heb gehaald. Als het je bedoeling was om ons over de jank te krijgen: dat gaat je niet lukken, meneer. Ga maar terug naar je cliënt. Die heeft je harder nodig dan ik, maar ik betwijfel of hij er baat bij heeft. Ik hoop voor hem dat hij bij zijn volgend proces een betere advocaat toegewezen krijgt."
Tijdens mijn toespraakje had Floris zich omgedraaid en onze blikken kruisten. Ik richtte me rechtstreeks tot hem. "Je hebt nu misschien een indruk wie je tegenover je hebt, Floris. Trek je conclusies, jongen." Hij zweeg en draaide zich weer om.
Even later moesten we weer staan; de rechter kwam binnen. “Hebben de verdachten nog behoefte aan een laatste woord?” De enige die dat had was Floris. Moeizaam ging hij staan. “Edelachtbare. Vanaf het begin hebben deze twee lui hier achter mij het op mij en mijn familie gemunt. Een paar weken na het incident in Wageningen…” De rechter onderbrak hem nogal bot. “Zoals ik net al zei: U staat hier terecht voor het incident in Wageningen. Dáár heeft u deze heren uitgedaagd en aangevallen zónder dat u ze kende. En dat is u slecht bekomen. Wat daarna gebeurde komt in andere zittingen ter sprake. Had u verder nog iets te zeggen?” Floris schudde zijn hoofd. “Dan verzoek ik alle verdachten te gaan staan... Het vonnis van deze rechtbank luidt: een gevangenisstraf van zes maanden.” Hij zweeg even. “Waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van vier jaar. Op uw huisadres krijgt u te zijner tijd de oproep om te verschijnen bij een penitiaire inrichting.” Hij keek Floris aan. “En in uw geval, meneer: zónder aftrek van voorarrest, want het voorarrest waar u nu in zit heeft te maken met een andere zaak. U gaat zo meteen weer terug naar het Huis van Bewaring, van daaruit rechtstreeks naar een gevangenis.” Weer een klap met de hamer.
“Als laatste geef ik de veroordeelden een goeie raad, buiten de zitting om. Probeer niet uw gram te halen op uw slachtoffers. Soms loopt dat verkeerd af. Het bewijs staat naast u." Opstaan en wachten tot de rechter verdwenen was. Langzaam liep de zaal leeg.
De opponent van Ton liep naar ons toe. “Meneer Boogers, ik wil m’n excuses aanbieden. Wij waren hartstikke fout. Dat kost mij m’n studie, ik heb nu een strafblad, maar dat heb ik verdiend. Ik hoop dat u mijn excuses wilt aanvaarden.” Ton keek hem strak aan. “Je excuses voor het feit dat je mij aanviel wil ik wel aanvaarden. Je excuses voor het feit dat je samen met je fijne vrienden een aantal mede-studenten hebt aangerand en dat je pogingen deed om mijn vriendin aan te randen… Nee, daar kan ik geen excuses voor aanvaarden.” Hij gaf hem geen hand. “Kom Kees, we gaan. Genoeg gezien hier.”
We liepen naar buiten en Ton keek me aan. “Pffff…. Kun je mij alsjeblieft een compliment geven voor m’n zelfbeheersing? Dan geef ik jou er ook eentje.” Ik klopte hem op zijn schouder. “Luitenant, mijn complimenten voor je zelfbeheersing. Je was goed bezig.” “Jij deed ’t ook prima, Kees. Kom, we gaan ergens iets drinken.” Een paar straten verderop was een koffietentje en we bestelden een Espresso. “Even een straf bakje koffie voordat we weer naar het zuiden toeren ten slotte zijn we familie van Rob… Rij jij nog langs Wageningen, Ton?”
Hij schudde zijn hoofd. “Nee. Claar en Mel zitten vlak voor een pittig tentamen. Als ik daar nu m’n neus laat zien, gaat dat ten koste van de studie." Hij grinnikte. "En dan hebben de zusjes wéér gillende ruzie, omdat Claar alleen maar met haar eierstokken denkt als ze mij ziet..." Ik keek hem verwijtend aan. “Foei luitenant. Niet zulke frivole gedachten over mijn oudste zus.”
Met de koffie op namen we afscheid; Ton had z’n auto ergens anders staan dan ik. En in gedachten verzonken reed ik richting Veldhoven…
Opstaan, douchen, ontbijten en om half zeven reden we weg. De bugel lag achterin de auto. We hadden afgesproken dat we door zouden werken tot zeven uur en rechtstreeks naar de kerk in Eindhoven zouden rijden. Want ondanks alles begon de tijd bij DT een beetje te knijpen om alle projecten voor de kerst af te hebben. “Ik laat Marion wel wat te eten bestellen voor vanavond, Kees.”
Om twaalf uur werden we beschaafd afgemat door Fred. Na de training, tijdens de lunch, zei hij: “Ik heb jullie maar niet helemaal de vernieling in getraind… Je moet een beetje kunnen genieten van de kerstvakantie en dan niet voor apegapen op de bank liggen!” “Dank je wel voor je begrip, Fred”, zei Theo. “Ik vrees alleen dat Mariëtte er woensdag anders over denkt.” Fred grinnikte. “Dan ga je toch even met haar praten, Theo? ‘Wie betaalt, bepaalt…’ luidde het spreekwoord toch?”
Theo bromde. “Ik ben bang dat dat bij haar een averechts effect heeft. Die dame heeft haar eigen willetje.” “Oh, maar dat ben je toch wel gewend ondertussen, Theo? Je hebt een bedrijf vol met lui met hun eigen willetje…” Angelique lachte liefjes, en vulde toen plagend aan: “En thuis ook.” Hij keek haar even aan. “Mevrouw Jacobs, als er ééntje binnen DT is met ‘een eigen willetje’, bent u dat wel.” Fred’s grinnik vulde de ruimte. “Zo kleintje. Nu hoor je het eens van een ander!” Angelique keek naar Henry. “Help me even met deze twee kerels, Henry…”
Die schudde zijn hoofd. “Echt niet. De ene betaalt ons salaris en voor de ander heb je een laddertje nodig. Zijn we vergeten vanochtend.” An zuchtte. “Fijne partner ben jij, Henry Claassen. Vannacht slaap je maar in de schuur.” Hij knipoogde naar haar. “Dat hou jij niet vol, liefje…” Angelique bloosde en mopperde: “Hij heeft nog gelijk ook, verdorie…”
We lachten allemaal en Joline stond op. “Ik stel voor om dit dispuut te beëindgen. Mijn liefste vriendin wordt hier zwaar in de maling genomen en daar word ik niet blij van! Aan ’t werk jullie!” Theo keek haar aan. “Die laatste zin is mijn tekst, mevrouw Boogers.” Joline bitste: “Nou, gebruik ‘m dan eens wat vaker, Theo. Je zit de zaak hier alleen maar op te stoken!”
Meteen werd ze knalrood. “Sorry. Dat was ongepast…” Theo schoot in de lach. “Nee hoor. Teken dat ik niet als ‘meneer de directeur’ wordt gezien, maar als ‘one of the guys’. Ben ik wel blij mee.” Hij keek om zich heen en grijnsde. “Nou, dames en heren… Gaan we nog luisteren naar het hoofd van het Backoffice, of…”
Lachend stonden we op en gingen aan het werk. Bij de deur hield Theo Joline even tegen. “Dank je wel voor het compliment, Jolien.” Hij gaf een zoen op haar wang en Joline werd rood. “Zóóó mevrouw Boogers… Zomaar een zoen van de baas?” Ik grinnikte en Theo draaide zich naar me om. “Die moet jij nog verdienen, Kees. Doe je best!”
Joline proestte het uit en lachend liepen we de gang in. We gingen inderdaad weer aan het werk. Om vijf uur stond er een bestelbusje voor de deur met voedsel voor de overwerkers en we zaten even gezellig met acht man bij elkaar, onder het genot van een aantal lekkere broodjes en soep. “Moeten we vaker doen, Joline… Scheelt een hoop afwas.” Ze keek me aan. “En jij denkt dat ik de kookkunst van mijn privé-chefkok laat schieten voor een paar broodjes en een kopje groentensoep en drie hele soepballetjes er in? Mooi niet, meneer.”
Frits keek me aan. “Ben jij écht zo’n keukenprins, Kees?” Ik wees naar Joline. “Vraag maar aan haar. Mij geloof je toch niet.” Joline lachte zachtjes. “Ken jij de blikken Suzi Wan, Frits?” Hij knikte. “Niet te vreten, dat spul. Leuk voor padvinders of zo, maar niet in een fatsoenlijk huishouden.” “Nou, van zo’n blik, plus wat andere ingrediënten, wist meneer hier een paar weken terug binnen een half uur een heerlijke rijsttafel te maken. Need I say more?” Frits keek waarderend. “Da’s knap. Mag je bij ons thuis ook wel eens demonstreren. Mijn kinderen zeggen dat mijn vrouw en ik niet kunnen koken. Maar ja… pubers. Het beste eten wordt bij Mc. Donalds gemaakt volgens hen.”
Ik kneep mijn ogen samen. “Wát? En dat zeggen ze ronduit tegen jullie? Geen geintje?” Hij schudde zijn hoofd. “Nee. Helaas niet. De dame en meneer rennen regelmatig de deur uit als het menu hen niet aan staat en vullen hun maag met hamburger en French Fries… Maar ja, wat doe je er aan?”
Joline keek hem aan. “En wie betaalt dat? Jullie?” Frits knikte. “Ze moeten toch eten?” Fred bemoeide zich er ook mee. “Als je dáár nou eens mee stopte, Frits… Ten eerste is het een grove belediging voor de moeite die jullie nemen om te koken, ten tweede krijgen die apen niks voedzaams binnen en ten derde kost het je klauwen met geld, wat nergens voor nodig is.” Frits keek wanhopig. “Weet je wat er dan gebeurd? De hel breekt dan los. Meike, onze dochter, sluit zich dan een week lang op in haar kamer en Freek, onze zoon, praat niet meer met ons. Gebruikt zijn kamer alleen maar om te slapen en op z’n spelcomputer te spelen… Drama’s…”
Marion giebelde. “Laat ze eens kennismaken met ene van Laar. Werkt uiterst louterend. Nietwaar, André?” Die knikte grinnikend. “Kan binnen een week van een arrogante prima donna een héél lief, volgzaam meisje maken… Oh ja, met een paar vloekpartijen van Kees en een heli-drill natuurlijk.” Frits gromde. “Ze hebben nu kerstvakantie en zitten de hele dag thuis te lamballen. Mijn vrouw wordt er zo langzamerhand tureluurs van…”
“Welke opleiding volgen ze, Frits?” Joline keek hem strak aan. “Meike zit in 5 Havo, Freek 3e jaar MBO ICT. Hoezo?” “Neem ze morgenochtend mee hier naar toe. Je dochter is, als ze in 5 HAVO zit, slim genoeg om Backoffice te helpen met kleine klussen, je zoon kan misschien iets leren van Fred. Of moeten ze nog zaken inhalen voor school?” Frits schudde zijn hoofd. “Nee. Op school doen ze het allebei best aardig. Maar… Méén je dat?” Joline knikte. “Ja. Tenzij dat jij of je echtgenote er iets op tegen hebben? Maar verdorie, op deze manier gaan die kinderen naar de bliksem. Dat wil je toch niet?”
Hij keek afwisselend naar Fred en Joline. “Weet waar je aan begint… Ze kunnen het bloed onder je nagels vandaan halen.” Joline gniffelde. “Hebben we ervaring mee in dit gebouw. Bel je echtgenote op, vraag hoe zij er over denkt en als het antwoord positief is zien we ze morgenochtend om 07:30 hier. Ik regel het wel met Theo.” Ze giechelde even. “En woensdag nemen ze sportkleren en verschoning mee. Maken ze meteen kennis met Mariëtte…”
We grinnikten en Frits moest, tegen wil en dank, meelachen. “Ik ga nú even naar huis bellen…” Hij liep de groepsruimte uit.
Fred gromde: “En wie mag weer als boeman optreden? Jawel… Fredje van Laar. Bedankt hoor Joline!” Ze keek hem lief aan. “Dat wil jij toch wel doen voor je allerliefste cheffin?” Hij keek naar mij. “Op die manier heb jij mij nooit wat gevraagd, Kees. Dat miste ik wel eens…” Ik grinnikte. “Ik had dan ook geen rokje aan om verleidelijk mee te spelen, Fred…” Het gezelschap schoot in de lach en Joline werd wat rood.
“Kees Jonkman! Gedraag je!” De deur ging open en Theo kwam binnen. “Is het weer zover? Zit die opperpiraat je te pesten, Joline?” Ze knikte. “Ja. Maar de aanleiding moet je wel even weten, Theo.” Snel legde ze een en ander uit en Theo knikte. “Duidelijk. Als Frits er mee zit: we kunnen kijken of we hem ermee kunnen helpen.” Angelique zei: “Op de receptie en in het archief zijn ook nog wel een aantal dingen te doen. Kan dat meisje mooi mee helpen.” Fred baste: “En ik neem die knul wel voor mijn rekening.” Marion zei liefjes: “Het dak op, misschien?” Hij grijnsde. “Je brengt me op ideeën, Marion… Alleen als hij lastig wordt.”
Frits kwam binnen. “Mijn vrouw vindt het een prima plan en ik moest jullie nu al hartelijk bedanken. Had vanochtend
weer een aanvaring met beide jongelui…” Hij gniffelde. “Toen ik beiden vertelde dat ze morgen met mij meegingen, vonden ze het prima. “Gelukkig. Thuis weg!” was de reactie. Ik heb ze maar niet verteld onder wiens leiding ze zouden komen…” “Als ze goed werken, mag daar best wat tegenover staan, Frits. Maar als ze lopen te lamballen…” Theo keek ernstig en Fred zei: “Die gaan niet lamballen, Theo. Ja, misschien een uurtje, maar daarna gaan ze keihard aan de slag. Net zoals wij nu weer, want anders gaat onze baas ballistisch.” We ruimden samen de rommel even op en vijf minuten later was iedereen weer aan het werk. En om zeven uur haalde ik Joline op. “Kom dame, we gaan. Lekker toeteren.”
In de auto keek ze me aan. “Ik ben benieuwd naar die pubers van Frits, Kees…” Ik grinnikte. “Als ze zo erg zijn als Frits beschreef, gaan die even tegen zichzelf aanlopen. En tegen Angelique en Fred. Vlak onze juridische medewerkster niet uit. En woensdag tegen Mariëtte...” Joline gniffelde. Al kletsend konden we lekker doorrijden en om tien voor acht stonden we voor de kerk. Ik pakte de bugel en Joline haar laptop. “Dan kan ik nog even studeren als jij speelt.” We liepen de kerk in en ik liep de trap naar het orgel op. Greet, Hendrik en Wendy keken om.
“Hé, daar is onze redder in nood! Dág Kees.” “Goede avond samen… En vertel mij eens waarom ik op een maandagavond waarop ik normaal rustig thuis ‘The bold and the beautiful’ zit te kijken, op moet draven om hier lawaai te maken?”
“Jij ‘the bold and the beautiful’ kijken? Ik geloof er geen bal van!” Wendy lachte. Greet vulde aan: “Jij kijkt hooguit naar ‘How it’s made’ op Discovery, vriend. Maar de reden is simpel: We hadden een trompettist, maar die kreeg een paar dagen geleden een blindedarm-ontsteking. Ligt nu nog in het ziekenhuis; het gaat goed met ‘m, maar hij kan niet spelen. En ik denk dat jij ons prima uit de brand kan helpen. Dus vandaar dat je je wekelijkse TV-avondje moet missen. Sorry.”
Ik grinnikte. “Het is afzien op deze wereld. Maar goed, ik heb wat geoefend. De koralen: Geen probleem. Die ‘Festival of Carols’: ook geen punt, leuk om te spelen. Maar het laatste stuk daar moet ik nog even hard mee aan de bak, denk ik.” “Welkom bij de club, Kees”, zei Hendrik droogjes. “Dat spelen wij nameliijk samen.” Ik keek verrast en Greet knikte. “Ja heren, jullie mogen aan ’t werk! En daar beginnen we nu mee!” Even later klonk ‘Rejoyce’ van Händel door de kerk. Wendy links van de orgelbank, ik rechts. Na de eerste keer gaf Greet haar commentaar. “Hendrik, het mag een fractie sneller. ‘Rejoyce’ betekent ‘Verheugt u.’ Laat dat ook horen! Kees: jij mag iets harder spelen. Om Wendy te overstemmen moet je écht van goeden huize komen, hoor…” Wendy grinnikte. “Ik zing op halve kracht, Kees. zo meteen, als we het stuk voor de laatste keer doornemen, zal ik wel even ‘forte’ gaan, oké?” Greet keek haar waarschuwend aan. “Een kort stukje, Wendy. Niet all the way.” Ze knikte. “Ik weet ‘t.”
We namen de koralen nog even door: bekende kerstliederen die ik zó mee kon spelen. Het ‘Festival of Carols’ was leuk om te spelen: Greet op het orgel, ik op de bugel. We voelden elkaar prima aan. En rond kwart over negen zei Greet: “Oké dame en heren. Nog één keer ‘Rejoyce’, daarna koffie of thee.” Hendrik zette in en we speelden. De laatste tien maten zette Wendy aan en inderdaad… ik hoefde me niet in te houden. Wat had die meid een stem! En ook zij zong met een uiterst ontspannen gezicht. Zonder ‘bekken te trekken’, zoals ik dat altijd noemde.
Toen het stuk klaar was, klonk er applaus uit te kerk. Joline en de beheerder stonden in de deur. “Zo. Dat hebben jullie alvast binnen. Dit klonk best aardig.” Greet knipoogde. “De finesses komen donderdag wel. Kom, naar beneden, we hebben wel een bak koffie verdiend, denk ik.”
Onder aan de orgeltrap wachtte Joline. Ik kreeg twee armen om m’n nek en een lieve zoen. “Dit klonk prachtig, Kees!” Toen ze me losliet wees ik op Hendrik en Wendy. “Tweederde van die mooie muziek kwam van hun twee, hoor… Mag ik je even voorstellen? Dit is Joline, mijn vriendin, Joline dit zijn Hendrik en Wendy.” Ze gaven elkaar een hand. Joline zei: “Mijn opmerking ‘Dat klonk prachtig’ kunnen jullie je ook aantrekken.” We dronken koffie, Wendy thee en praatten nog even na. “Donderdag gewone tijd weer hier, Kees. Dan zetten we de puntjes op de i, zaterdagmiddag nemen we de hele dienst nog een keer door en is de predikant er ook nog even bij.”
Ik knikte. “En daarna springen jullie in mijn auto, rijden we naar Veldhoven, eten daar, lekker ontspannen omkleden en dan weer terug.” Wendy en Hendrik keken verrast. “Had u dat nog niet verteld, wachtmeester?” Ik keek Greet strak aan. “Het leukste moet je voor het laatst bewaren, Kees…” Ze gniffelde.
“Ondanks dat ik die suggestie om bij Kees te eten bijzonder op prijs stel: het leukste zit toch écht naast me, hoor…” Hendrik knuffelde Wendy even. “Geldt voor mij ook hoor”, zei Joline met een uitgestreken gezicht. Toen trok ze me naar zich toe en zoende me. “Hé, stelletje klefnekken! Zijn jullie helemaal van lotje getikt? Jullie elkaar knuffelen en ik zit hier zielig alleen te zijn…” Greet keek van de een naar de ander. “Nou dan compenseer je dat maar lekker met Anita als je thuis bent, tante Greet.”
Ik dacht snel na. ‘Anita’? De kat? Of zou Greet met een vrouw…? Joline was me voor. “Wie of wat is Anita, Greet?” “Mijn partner. De liefde van m’n leven. Jullie gaan zaterdag met haar kennis maken; ze komt ook naar de dienst.” Ze keek mij aan met een lachje op haar gezicht. “Geschokken, Kees?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee. Wel verrast. Geshockeerd zou ik zijn geweest als ik stapelverliefd op je was en nu mijn hele droom in duigen zag vallen.
Wel, ik heb nieuws voor je, wachtmeester: ik ben niet, ik herhaal: niét stapelverliefd op je.” Greet schaterde het uit. “Da’s een goeie… Die ga ik thuis vertellen! En nu dames en heren: we gaan richting huis, de beheerder wil ook naar bed!” We zetten de kopjes in de keuken, namen afscheid en reden even later weg.
Thuisgekomen dronken we nog een beker warme melk en om kwart voor elf lagen we in bed. Joline kroop tegen me aan. “Hoe zouden Greet en Anita nu tegen elkaar liggen schat? Allebei een hele sexy nachtpon aan en nylons? Lijkt me wel lekker…” Ik gromde. “Stop even met die morbide fantasieën van je, meisje Boogers. Anders kan ik mijn strenge bugel-docente niet meer recht in de ogen kijken.” Ze giechelde. “Oké… Dan trek ik die sexy nachtpon wel aan en jij je fantasieloze boxer. Ik doe het er maar mee…” Ik trok haar tegen me aan “Ja, dat is je geraaien. Je doet het er maar mee. Met mij. En niemand anders, begrepen? Ook niet als diegene ook een sexy nachtpon en / of nylons aan heeft.” Ze giechelde wéér. “Jij hebt in ieder geval één pluspunt, Kees…” Ze wreef haar heupen tegen me aan. “Een momenteel niet zo vreselijk groot pluspunt, maar wel een lekkere. Je kunt er heerlijke dingen mee doen.” “Ga slapen Joline, of ik stuur Balou op je af. Morgen is het weer vroeg dag en moeten we pubers in toom houden. En ’s middags moet ik naar Arnhem; de rechtszaak van vriend Floris bijwonen.” Ik kuste haar langzaam. “Ik hou van je, maffe meid.” Ze keek me aan. “Ik van jou, idioot.” En met deze liefdesverklaring sloten we de dag af; binnen vijf minuten sliep Joline. Bij mij duurde het wat langer; ik dacht na over die rechtszaak…
Dinsdagochtend.
Ik haalde vóór het douchen even de tondeuse over mijn hoofd heen, zodat mijn haar weer kort was. Daarna douchen en aankleden in gewone kleren. Het 'Dagelijks Tenue', zoals het nette uniform heette, op een hangertje mee. Joline reed met de Mini, ik met de Volvo achter haar aan. Bij DT aangekomen pakte ik mijn uniform over m’n arm, ging naar binnen en hing het pak op m’n bureau. Toen terug naar de koffiehoek: Joline stond al te kletsen met Angelique en Fred en ik voegde me bij hen.
Fred keek onderzoekend. “Zag ik jou nu je DT meenemen, Kees?” Ik knikte. “Vriendje Floris moet van middag voorkomen voor zijn misdaden in Wageningen. Mijn zwager Ton en ik hebben besloten om in DT in de zaal te gaan zitten. Dan dringt misschien tot hem dooor wie hij tegenover zich heeft.” Fred grijnsde breed. “Shock-effect?” Ik knikte. Hij vervolgde, nog steeds grijnzend: “Paste je DT nog wel?” Ik gromde. “Joline vroeg van de week ook al zoiets, vriend. Kijk uit. Ik ben zelfs een paar kilo afgevallen sinds ik de dienst uit ben, dus maak me niet gek…” “Ik wil de tenue-inspectie wel even uitvoeren straks. ten slotte moet een sergeant-majoor zijn sergeanten een beetje in de gaten houden…”
“Kun je schrijven, Fred van Laar? Schrijf het maar op je buik. Die tenue-inspectie heb ik al lang gedaan, en dat zag er prima uit.” Joline keek hem kattig aan. Op dat moment werden we onderbroken door Frits die de deur in kwam. Twee pubers liepen achter hem aan, een jongen en een meisje. “Zo. We zijn er. Goedemorgen allemaal! Dit zijn Meike en Freek. Die gaan ons deze week een beetje helpen. Jongens, neem een bak thee; daarna lever ik jullie over aan degenen die jullie gaan begeleiden.”
Ze haalden een beker thee uit de automaat en gingen wat achteraf staan, vlak achter mij. Ik hoorde het meisje zachtjes zeggen: "Hé, is die dame niks voor jou? Daar val jij toch op? Lang, blond en mooie benen…” Kon niet anders of ze refereerde aan Joline. Ik besloot meteen de botte bijl te hanteren, draaide me om en gromde: “Nee, die dame is niets voor hem. Die vreet jongetjes als jouw broer bij het ontbijt. Je hebt het over mijn vriendin, dametje. De vleeskeuring mag je buiten in de paardenwei doen, niet hier, begrepen?” Beiden schrokken en Joline keek mij aan en vervolgens beide pubers. De jongen kreeg een knalrood hoofd, het meisje keek nogal arrogant terug.
Frits draaide zich om. “Zijn jullie nú al weer bezig? Gedraag je potdomme, of je kunt naar huis gaan lopen!” Hij was serieus kwaad. “Meike, jij luistert vanaf nu naar mevrouw Jacobs en mevrouw de Groot, Freek jij luistert naar meneer van Laar.” Hij wees. “En haal het niet in je hoofd om gekke dingen te doen, want daar ga je spijt van krijgen.” Meike stak een hoofd boven Angelique uit. “En ik moet naar jou luisteren? Ik dacht het niet. Ik ben door m’n pa hierheen gesleept; Ik zoek wel ergens een computer en ik vermaak me wel.”
Marion’s ogen flikkerden onheilspellend, maar ze zei op normale toon: “Je doet er verstandig aan om gewoon te doen wat wij zeggen, Meike. Facebooken, Instagrammen en Tiktokken is er vandaag niet bij; als je hier geld wilt verdienen moet je ervoor wérken, net als wij allemaal.” Het meisje snoof, maar zei niets meer. Fred was korter van stof. Hij keek naar Freek en zei simpel: “Mij volgen.” En Freek kon weinig anders; hij haalde z’n schouders op en sjokte achter Fred aan. Meike ging even later met Angelique en Marion de receptie binnen.
In de groepsruimte zei Frits: “Kees, sorry. Gisteravond was het al heibel,vanochtend toen ik ze uit bed moest halen, waren de rapen helemáál gaar. Ik heb ze de auto in moeten tráppen. Mijn vrouw heeft nu een dagje vrij; ik hoop dat ze ervan geniet.” Ik grinnikte. “We hebben hier hele goeie gedragstherapeuten, Frits, dat weet jij net zo goed als ik. Met een beetje mazzel heb je over een paar dagen twee pubers die wat anders in de wedstrijd staan.” Hij gromde. “Ik hoop het. Soms zou ik ze achter het behang willen plakken en vervolgens het behang héél stevig aankloppen. Met een voorhamer, verdomme.” Ik wees op de grond. “Tien keer Frits. Ook voor dat ‘potdomme’ in de hal. Hij zuchtte en drukte zich tien keer op.
“Lijken jouw pubers vocaal een beetje op jou?” Hij grijnsde. “Een graadje erger…” “Mooi. Dan hebben ze vanavond behoorlijke spierpijn in hun bovenarmen, vrees ik. Fred en Angelique regelen dat wel…” Gedurende de ochtend hoorde ik Marion twee keer uitvallen en Angelique ook een keertje. Daarna werd het rustig in de receptie van DT. Fred hoorden we niet, dat viel mee.
Om half twaalf liep ik even bij Theo naar binnen om te zeggen dat ik zo meteen richting Arnhem vertrok. “Kalm aan, Kees!” was zijn droge reactie en ik knikte. Toen deed ik de deur van mijn bureau dicht en trok mijn uniform aan. Even een laatste check voor de spiegel… Zag er goed uit! Ik liep naar Joline. “Schat, ik ga er vandoor. Tot vanavond!” Ze stond op met een trotse blik in de ogen. “Mijn ridder. Wacht even, Kees.” Ze deed de deur dicht en omhelsde me. “Doe je het kalm aan?” Ik grinnikte. “Je lijkt Theo wel…” Ze keek me aan. “Ik heb wat dingen die Theo niet heeft, Kees. En volgens mij ben je daar wel blij mee.” “Ik zal het hem zeggen, schat.” Ze keek even boos en gaf me toen een lange kus. “Mafkees…” zei ze, toen ze me losliet. “Wegwezen jij. En doe de groeten aan Ton!”
Ik deed de deur open en liep Fred tegen het lijf, samen met zijn verse pupil. “Zo sergeant… U gaat even kijken hoe het in Arnhem is?” Hij bekeek me snel. “Ziet er goed uit, Kees. Sterkte en beheers je.” Inwendig begon ik te mopperen. Dat was nummer drie, verdorie! Was ik zo’n heethoofd? Snel liep ik richting uitgang. Chantal zat achter de desk in de hal van het gebouw. “Hé Kees… Carnaval is pas in Februari hoor!” Ik knipoogde. “Je kunt niet vroeg genoeg beginnen, Chantal! Tot morgen!”
Bij de auto trok ik m’n jasje uit; iets comfortabeler rijden zonder al dat blik aan m'n lijf. Ik draaide de A16 op, reed oostwaarts om drie kwartier later bij Renkum de A50 te verlaten en binnendoor, via Oosterbeek Arnhem in te rijden. Ik parkeerde op een parkeerplaats vlakbij de Eusebiuskerk, trok mijn jasje aan, zette mijn baret op en liep richting Paleis van Justitie. Voor de ingang wachtte ik op Ton; we hadden om 12:45 daar afgesproken. Exact op tijd kwam hij aanlopen. Het was de eerste keer dat ik hem in z’n DT zag; zag er ook prima uit, inclusief zijn onderscheidingen uit Afghanistan, gevechtsinsigne, speld voor schutter 1e klas op het geweer en de rode speld voor Zware Militaire Vaardigheid. “Hé makker… Goed je te zien. Kom, we gaan naar binnen, want we moeten door de scan. En met al dat blik aan ons lijf… dat duurt even.”
We liepen naar binnen en gingen door een detectiepoort. Die begon uiteraard meteen te gillen. Security kwam op ons af. “Heren, wilt u uw jasjes even uit doen? Meestal zit daar het meeste metaal in…” We moesten er twee keer doorheen, daarna werden we nog gefouilleerd. “Sorry, maar dit moet nu eenmaal.” We knikten. “Geen probleem. Waar moeten we zijn voor de zaak tegen de Rooij?” De man wees op een digitaal informatiebord. “Dáár staat alles op.” Even lezen leerde ons dat we in zaal 3 moesten zijn en de zaak om 13:15 zou beginnen. “Da’s mooi op tijd, Ton.” Hij knikte. “Laten we maar eens naar binnen gaan. Wie weet zitten de drie andere boefjes al in de zaal te wachten. Als het even kan wil ik vlak achter het verdachtenbankje gaan zitten. Voor de broodnodige verrassing, zeg maar.” Ik grinnikte.
We liepen naar binnen en konden inderdaad drie banken achter de verdachtentafel plaatsnemen. Ik keek om me heen en ontdekte de twee kleine verdachten. Beiden hadden zo te zien hun ouders bij zich. De opponent van Ton kwam even later binnen, samen met een vrouw die waarschijnlijk zijn moeder was. Ton’s ogen fikkerden gevaarlijk, toen hij hem in de gaten kreeg. Vijf minuten voordat de zitting zou beginnen ging er een zijdeur open en kwamen drie mensen binnen. Twee parketwachters met tussen hen in … Floris. Hij had een grote pleister op zijn voorhoofd en hij trok met zijn been. Hij ging pal voor ons zitten; had ons niet in de gaten. Een advocaat kwam naast hem zitten. Ik kon het niet laten. “Goedemiddag Floris… hoe is nu het met je?” Hij draaide zich moeizaam om, keek me aan, schrok en draaide meteen terug. Hij fluisterde iets tegen zijn advocaat, die zich ook omdraaide en mij bekeek. Ik knikte vriendelijk. “Goede middag.”
Op dat moment ging de deur open en werden we verzocht te gaan staan: de rechter kwam binnen. De verdachten moesten naar voren komen en de rechter gaf een korte samenvatting van de gebeurtenissen in Wageningen. Daarna gaf hij het woord aan de officier van justitie.
Die trok aardig van leer. Refereerde aan de aangiften die er voor het incident bij de studentenvereniging waren binnengekomen; vervolgens behandelde hij de aangiften die waren ingetrokken om uiteindelijk in te gaan op het incident zelf. “…Vier bijna volwassen kerels. Denken twee vrouwelijke medestudenten wel even mee te kunnen nemen. En waarvoor? Edelachtbare, gezien de aangiften van andere vrouwelijke studenten in Wageningen kan ik het wel raden. Om een van de verdachten maar eens te citeren: 'Twee nieuwe sletjes om plezier mee te hebben’. Gelukkig verliep dit incident anders dan waar de verdachten op gehoopt hadden, dankzij de reactie van de dames, hun vriend en hun broer Kortom: deze heren verdienen in de ogen van het Openbaar Ministerie een passende straf. Ik eis voor hen alle vier: zes maanden hechtenis, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar.”
De rechter knikte. “Dank u wel, meneer de officier. Het woord is aan de verdediging.”
De verdediging bestond uit twee advocaten: de ene verdedigde drie van de verdachten, de ander alleen Floris. De eerste advocaat had een nogal slap verhaal. Moeilijke jeugd, miskende talenten, uiteindelijk compensatie zoeken… Kortom: aan alles was te merken dat hij in feite kansloos was en dat wist hijzelf ook. De advocaat van Floris maakte er meer werk van. “Edelachtbare, voor u zit een slachtoffer. Floris de Rooij. Een slachtoffer van een tirannieke vader. Een slachtoffer van een gebroken jeugd: ouders gescheiden en vervolgens een stiefmoeder waarmee hij niet kon opschieten.. Geen fijne jeugd. Een slachtoffer van karaktermoord. Edelachtbare: Floris de Rooij werd meegezogen door zijn ‘vrienden’. Van huis uit kon hij niet anders; zijn vader had hem zo opgevoed. En toen hij zijn vrienden wilde verdedigen, werd hij vakkundig in elkaar geslagen door een van de twee militairen die nu achter hem zitten. En vervolgens, een aantal weken later bedreigd, gepest en gechanteerd door dezelfde man. En ja, dan verlies je wel eens je ze...”
De rechter onderbrak hem. “Ik wil de verdediging erop wijzen dat dit laatste niet relevant is voor deze zaak. Verdachte staat hier terecht voor meerdere aanrandingen poging daartoe en een geweldsdelict in Wageningen. Dat was de eerste keer dat verdachte en zijn opponent überhaupt met elkaar in aanraking kwamen. Wat er daarna gebeurde, gaat deze rechtbank zich in een later proces nog over buigen. Heeft de verdediging nog meer zaken aangaande deze zaak aan te voeren?” De advocaat zei nog dat de processen verbaal niet klopten, getuigen spraken elkaar tegen en uiteindelijk: “De dames hadden het zelf uitgelokt door hun kleding.” Ik keek Ton aan en hij mij en we schoten keihard in de lach. De rechter tikte met zijn hamer. "Stilte bij het publiek graag." Hij keek ons aan. “Mag ik aan de twee militaire heren vragen wat hier zo komisch aan is?”
Ton stond op en ik ook. “Edelachtbare, ik ben luitenant Ton Boogers. Hier naast mij staat sergeant buiten dienst Kees Jonkman. Ik ben de partner van Clara Jonkman, sergeant Jonkman haar broer Hij begeleidde de andere zus van hem. Wij waren op weg naar een feest. Een bal. Daar ga je niet heen in spijkerbroek, slobbertrui en op gympies. Op de uitnodiging stond letterlijk: 'Gala'. Dus ja: de dames Jonkman zagen er fantastisch uit. Beiden in een lange jurk, en mooi opgemaakt. Zoals vrijwel alle dames op dat feest, edelachtbare. Decorum, noemen we zoiets. En als de verdediging stelt dat de dames hun aanranding aan zichzelf te wijten hebben, dat er sprake is van uitlokking dan stel ik verdediging van verdachte de Rooij voor dat hij eens naar een bal van een studentenvereniging moet gaan. Voor wat research, zeg maar. Ik zal de laatste zin van zijn verdediging in het Engels samenvatten: Bullshit. Mijn excuses.” De rechter kneep zijn ogen samen. “Luitenant, gelieve uw taalgebruik in acht te nemen. Maar dank u voor de managements-samenvalling van het pleidooi van de verdediging. Ik schors de zitting voor tien minuten.”
Bám. Klap met de hamer, we moesten weer staan en de rechter verdween.
In de zaal klonk geroezemoes en de advocaat van Floris kwam op ons af. Hij bleek nogal kwaad te zijn. “Als u denkt dat u mijn pleidooi tot ‘bullshit’ kunt reduceren, heeft u de verkeerde voor, meneer.” Ton keek hem aan. “U heeft zes jaar moeten studeren om met zo’n slap kletsverhaal aan te komen? Er zijn vier andere dames geweest die aangifte hebben gedaan tegen deze klootzakjes. Origineel zelfs zeven, maar door de invloed van Pa de Rooij hebben zij hun aangifte ingetrokken. En u beweert met droge ogen dat de Rooij junior ‘slachtoffer’ is? In Wageningen was hij inderdaad slachtoffer. Van een confrontatie met de stoep, nadat hij struikelde. Waarschijnlijk over een losliggende tegel, dezelfde als waar mijn opponent over struikelde. Moet de gemeente Wageningen toch eens iets aan doen…”
De advocaat keek ons allebei nijdig aan. “Zie ze staan. Twee levensgrote beroepsmilitairen, helemaal volgehangen met lintjes, koorden en speldjes waarschijnlijk verdiend met bierzuipen in de kroeg. En wat doen de heren? Een paar studenten in elkaar meppen. Waarom? Omdat ze zelf waarschijnijk nooit gestudeerd hebben. Sjongejonge, wat een heldenmoed.”
Ik haalde een visitekaartje uit mijn zak. “Alstublieft meneer. Let vooral even op de letters die voor mijn naam staan. Ir. Ingenieur. Zes jaar studie aan de TU in Eindhoven. Mijn zwager hier naast me? Vier jaar Koninklijke Militaire Academie. Staat gelijk met Bachelor. Hoezo ‘niet gestudeerd’? En voor wat betreft die lintjes, koorden en speldjes: wij zijn allebei veteraan. Wij zijn op plaatsen geweest waar u het nog geen 5 minuten zou volhouden en dan zou het u dun door de toga lopen. . Doe je huiswerk en ga even na waar al die lintjes, koorden en speldjes voor zijn. Dit rode koord bijvoorbeeld: heb ik gekregen omdat ik in Bosnië een kind uit een mijnenveld heb gehaald. Als het je bedoeling was om ons over de jank te krijgen: dat gaat je niet lukken, meneer. Ga maar terug naar je cliënt. Die heeft je harder nodig dan ik, maar ik betwijfel of hij er baat bij heeft. Ik hoop voor hem dat hij bij zijn volgend proces een betere advocaat toegewezen krijgt."
Tijdens mijn toespraakje had Floris zich omgedraaid en onze blikken kruisten. Ik richtte me rechtstreeks tot hem. "Je hebt nu misschien een indruk wie je tegenover je hebt, Floris. Trek je conclusies, jongen." Hij zweeg en draaide zich weer om.
Even later moesten we weer staan; de rechter kwam binnen. “Hebben de verdachten nog behoefte aan een laatste woord?” De enige die dat had was Floris. Moeizaam ging hij staan. “Edelachtbare. Vanaf het begin hebben deze twee lui hier achter mij het op mij en mijn familie gemunt. Een paar weken na het incident in Wageningen…” De rechter onderbrak hem nogal bot. “Zoals ik net al zei: U staat hier terecht voor het incident in Wageningen. Dáár heeft u deze heren uitgedaagd en aangevallen zónder dat u ze kende. En dat is u slecht bekomen. Wat daarna gebeurde komt in andere zittingen ter sprake. Had u verder nog iets te zeggen?” Floris schudde zijn hoofd. “Dan verzoek ik alle verdachten te gaan staan... Het vonnis van deze rechtbank luidt: een gevangenisstraf van zes maanden.” Hij zweeg even. “Waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van vier jaar. Op uw huisadres krijgt u te zijner tijd de oproep om te verschijnen bij een penitiaire inrichting.” Hij keek Floris aan. “En in uw geval, meneer: zónder aftrek van voorarrest, want het voorarrest waar u nu in zit heeft te maken met een andere zaak. U gaat zo meteen weer terug naar het Huis van Bewaring, van daaruit rechtstreeks naar een gevangenis.” Weer een klap met de hamer.
“Als laatste geef ik de veroordeelden een goeie raad, buiten de zitting om. Probeer niet uw gram te halen op uw slachtoffers. Soms loopt dat verkeerd af. Het bewijs staat naast u." Opstaan en wachten tot de rechter verdwenen was. Langzaam liep de zaal leeg.
De opponent van Ton liep naar ons toe. “Meneer Boogers, ik wil m’n excuses aanbieden. Wij waren hartstikke fout. Dat kost mij m’n studie, ik heb nu een strafblad, maar dat heb ik verdiend. Ik hoop dat u mijn excuses wilt aanvaarden.” Ton keek hem strak aan. “Je excuses voor het feit dat je mij aanviel wil ik wel aanvaarden. Je excuses voor het feit dat je samen met je fijne vrienden een aantal mede-studenten hebt aangerand en dat je pogingen deed om mijn vriendin aan te randen… Nee, daar kan ik geen excuses voor aanvaarden.” Hij gaf hem geen hand. “Kom Kees, we gaan. Genoeg gezien hier.”
We liepen naar buiten en Ton keek me aan. “Pffff…. Kun je mij alsjeblieft een compliment geven voor m’n zelfbeheersing? Dan geef ik jou er ook eentje.” Ik klopte hem op zijn schouder. “Luitenant, mijn complimenten voor je zelfbeheersing. Je was goed bezig.” “Jij deed ’t ook prima, Kees. Kom, we gaan ergens iets drinken.” Een paar straten verderop was een koffietentje en we bestelden een Espresso. “Even een straf bakje koffie voordat we weer naar het zuiden toeren ten slotte zijn we familie van Rob… Rij jij nog langs Wageningen, Ton?”
Hij schudde zijn hoofd. “Nee. Claar en Mel zitten vlak voor een pittig tentamen. Als ik daar nu m’n neus laat zien, gaat dat ten koste van de studie." Hij grinnikte. "En dan hebben de zusjes wéér gillende ruzie, omdat Claar alleen maar met haar eierstokken denkt als ze mij ziet..." Ik keek hem verwijtend aan. “Foei luitenant. Niet zulke frivole gedachten over mijn oudste zus.”
Met de koffie op namen we afscheid; Ton had z’n auto ergens anders staan dan ik. En in gedachten verzonken reed ik richting Veldhoven…
Lees verder: Mini - 159
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10