Door: Keith
Datum: 01-02-2021 | Cijfer: 8.8 | Gelezen: 8933
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 39 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 39 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Gastvrouwen In Huis - 11
Dinsdagochtend. Aan de ontbijttafel lazen we een what’s appje van Ma. ‘Zo. Eerste dag achter de rug. Afgepeigerd. Nu in bed, slapen. Groet, Ma.’
“Tja… Had ze maar een vak moeten leren”, giechelde Gonnie. “Jaja… Hetzelfde vak als jij zeker, oversexte troela?” Annet gniffelde en vervolgde: “Oh, Rick… wij gaan vanavond naar de Club. Slapen daar ook. Het wordt een latertje. Een afscheidsfeestje van een van de collega’s.
Als het twee 's nachts uur wordt, is het vroeg. Dan zijn we rond half vier thuis. Morgen hebben we gelukkig pas om twee uur ’s middags college, en meteen daarna zijn we weer richting club en donderdagavond ook. Vrijdag geen college, dus vanuit de Veluwe gaan we rechtstreeks naar Born.”
“Dus… zo meteen gaan jullie pleite en zie ik jullie morgenmiddag even en daarna kan ik het uitzoeken?” Ik werd bijna kwaad. Gonnie legde haar hand op mijn arm. “Hé! Kalm aan, heethoofd! Dat van dat afscheidsfeestje lazen we vanmorgen pas. En jij hoeft helemaal ‘niks uit te zoeken’… We stellen voor dat jij rustig je rugzak inpakt en vanmorgen richting Born gaat. Ma was erop tegen om jou alleen te laten, maar of je nu hier zit of in thuis… alleen ben je toch. En thuis red je je prima. Bovendien kun je dan weer lekker zwemmen in je eigen badje.”
Ze glimlachte liefjes bij die laatste woorden en ik kon niet anders dan ook in de lach te schieten. “Oké… ik zal me wel weer naar de grillen van de dames schikken…”
Annet lachte net zo lief als haar zus. “We zien dat je er heel veel moeite mee hebt, Rick, maar zou je zo lief willen zijn om mee te werken? We zullen je vreselijk dankbaar zijn…” Ik grinnikte nog wat na. “Ja, die dankbaarheid van jullie ken ik ondertussen wel. Bevalt prima overigens. Maar goed… ik ga zo meteen m’n spullen wel pakken. Hoe laat moeten jullie weg?”
“Over een uurtje. We zetten je wel bij Utrecht Centraal af. Ben je met iets meer dan twee uur thuis. Oké?” Ik knikte. “En dan kun je vanmiddag nog even lekker zwemmen met je liefje”, vulde Annet aan. Ik bromde. “Het is m’n liefje nog niet, An. Maar dat zwemvoorstel is een goeie suggestie. Had ik nog niet aan gedacht”
“Maak dat de kat wijs, Rick. Je neus groeit zó hard dat hij bijna door de muur prikt.” Gonnie keek waarschuwend.
“Rick: nog een goeie raad van je zussen: doe rustig aan. Haar niet meteen uitnodigen om ‘gezellig mee naar huis te gaan’ of zo. Dat gaat zij niet leuk vinden. Wacht daarmee tot wij er weer zijn. Niet dat we 24/7 op jullie gaan letten, maar gewoon… Enfin, je begrijpt me wel, denk ik.” Ik keek ondeugend. “En wat moet ik dan doen als zij er achter komt dat jullie niet thuis zijn en voorstelt om ‘gezellig met mij mee naar huis te gaan’? Ik bedoel… Met mijn mega-aantrekkelijke persoonlijkheid is die kans niet ondenkbaar…” Verder kwam ik niet,
Annet gaf me een tik op mijn kop. “Wat ben jij een arrogante gast geworden, zeg. Je moet je kapot schamen!”
“Sorry… ik ben een broer van twee uiterst aantrekkelijke zussen. Zelfde genen en zo. Kan ik ook niks aan doen…” Gonnie lachte even. “Dank je wel voor het compliment, maar we menen het wel, jochie. Bovendien…” Ze dempte haar stem, “jouw privé-cursus is nog niet afgelopen. Je hebt nog een aantal lessen te gaan. En wij zijn jouw strenge docentes.”
Ik keek benauwd. “Daar gaat m’n nachtrust… Nou ja, de eerste drie nachten kan ik in ieder geval gewoon slapen, dat scheelt…” Wéér een tik, nu van Annet. “Rotjong. Ben je klaar met eten? Mooi. Dan nu je spullen pakken en klaarmaken voor vertrek.” Een half uur later stond mijn rugzak op de gang en zaten we nog even een kop koffie te drinken. Annet keek me aan. “Rick, we meenden wat we zeiden hé? Cora niet de aankomende twee dagen uitnodigen. Beloofd?” Ik knikte. “Beloofd. An, ik zou wel gek zijn om dat te doen. Jullie woedend, Ma pislink… wil ik niet en bovendien weet ik voorlopig niet hoe Cora in de wedstrijd staat. Ja, ze vind me blijkbaar leuk, maar meer weet ik niet.”
“Hou er maar rekening mee dat ze wel iets in je ziet, Rick. Je bent het laatste jaar enorm veranderd. Volwassen geworden. Je denkt na, je calculeert en neemt een beslissing. Héél rationeel allemaal, misschien wel té rationeel.” Ik dacht even na en kwam tot de conclusie dat het wel ongeveer klopte. Maar dat moest ook wel; als vlieger moet je rationeel beslissen. En niet op emotie. “Dank je wel An. En nogmaals: ik zal jullie niet teleurstellen.”
Ze knuffelde me even en ik voelde haar warme borsten tegen me aan. “En Rickie… Gon en ik hebben enorm met je genoten. Dat wilde ik je nog even zeggen.” Ze keek me lief aan. “Je bent een lekkere knul om mee te vrijen.” Ik kuste haar. “Dank jullie wel voor jullie wijze lessen, Annet.” “En Gonnie, potverdorie!” Gon was tijdens de zoen binnengekomen. “En Gonnie…” Ik stond op, omhelsde haar en kuste haar ook. Gon bewoog haar onderlichaam tegen me aan. “Lekker jong… Het is dat we weg moeten, anders had ik je weer het bed in getrokken!” We lachten even. “Kom zus… Wij moeten naar college en deze meneer heeft een trein te halen. Eruit!”
Een kwartier later stapte ik op het Jaarbeursplein uit de auto. “Dank voor het wegbrengen en tot ergens vrijdagochtend!” Met een tik op de claxon reden ze weg en liep ik de trappen op. Kaartje kopen… Ik had nog tien minuten, dus even Ma terug appen. En… wacht even: ook Cora appen of ze vanmiddag zou gaan zwemmen. Hoe laat thuis? Iets over één… Dan even spullen opruimen… Rond half drie kon ik bij het zwembad zijn.
Ik opende What’s-App. Eerst Ma.
‘Hallo ma! Als ik dit schrijf lig jij waarschijnlijk al lekker op één oor. Wel lekker genieten daar, hé? Niet alleen maar werken! Groet, Rick.’
Vervolgens Cora. ‘Hé judo-mevrouw…’
Pas na een kwartier kwam er antwoord. ‘Hé, een appje van zeehond!’
Ik typte: ‘Ga jij vanmiddag nog zwemmen?’
Een sip kijkende smiley. ‘Moet de honden bezighouden. Moeder moet vanmiddag weg.’
Ik dacht even na. ‘Hoe doe je dat dan?’
‘Een stuk wandelen richting een afgesloten weiland en ze daar een uurtje loslaten. Daarna zijn ze gesloopt.’
‘Mag ik meewandelen en slopen?’
Het antwoord duurde even, toen werden er vijf duimpjes zichtbaar. En een breed lachende smiley.
En vervolgens ging mijn telefoon.
“Waar ben jij nu dan? Thuis?”
“Nee, ik zit in een lang geel ding. Als het in je ogen krijgt, ben je dood. Ze noemen het ook wel ‘trein’. Nu tussen Utrecht en Den Bosch. Mijn zussen zijn tot vrijdagochtend druk met school; kan ik net zo goed thuis zitten.”
Even was het stil.
“Joepie!! Hoe laat ben je bij mij?”
Ik rekende even. “Tussen half drie en drie uur. Eerst even thuis m’n spullen neerzetten en kijken of er nog wat te eten in huis is. Zo niet, moet ik dat nog even halen.”
“Je kunt ook hier mee-eten hoor… En neem dan meteen je zwemspullen mee, dan gaan we na het eten nog even zwemmen!”
“Hohoho… rustig aan mevrouw. Na het eten moet je niet meteen het zwembad induiken. Daar krijg je last van. Minimaal een uur de maaltijd laten zakken.”
Ze giebelde. “Oh, da’s ook goed. Kunnen we dat uurtje mooi aan judo besteden.”
Ik zuchtte. “Ik wíst ‘t… Ehh… Je ziet me wel verschijnen, Cora. Wat is exact het adres?”
Ze gaf het me. “Oké! Ik ga het vinden. Tot straks!”
“Tot straks Rick. Fijn! En dat meen ik.” En ze hing op.
Ik keek in gedachten nog even op de app naar de vijf duimpjes. Zou ze écht…? En wat voelde ik voor haar? Ze was een knappe meid. En uiteindelijk lang niet zo hautain als iedereen dacht. Ze had ook emoties, dat was gebleken. Stiekem misschien toch kwetsbaar en dat diep verborgen onder een dikke laag arrogantie? Ze had gehuild toen ik haar de eerste keer in het zwembad haar zo bot beantwoordde. Maar in de andere gesprekken: goedlachs, niet om een antwoord verlegen.
En ze was knap, zonder meer. Dat had ik op school al meerdere keren gezien. Ongeveer van mijn lengte, slank, maar niet mager. Een prachtig figuur en houding. Mooie bruine krullen. En de paar keren dat ze een rok of jurk droeg had ik al gezien dat ze prachtige benen had. Maar ook in een broek kwamen die goed uit…
Al peinzend vloog de tijd voorbij en voor ik het wist stopte de trein in Sittard en moest ik overstappen op de bus.
Tien voor half drie opende ik thuis de achterdeur. De koelte kwam me tegemoet; bijna alle rolluiken waren dicht. Heerlijk! Tas uitpakken en het vuile goed in de wasmand. Hé? Een doosje wat ik niet kende, ingepakt in plastic. Helemaal onderin de rugzak. “Openen als je alleen bent” Het zat goed dichtgetaped, dus ik had een mesje nodig… Eenmaal open kwam een bekende geur met tegemoet… De nylons en de panty die beide zussen gedragen hadden tijdens onze laatste vrijpartij. En hun twee dunne slipjes! En een briefje er in: “Voor de eenzame momentjes…” Een hartje erbij en de letters ‘G’ en ‘A’. Ik snoof er aan en deed het doosje toen snel dicht. De geur bracht heerlijke herinneringen boven. Ik pakte mijn telefoon, opende what’s app, selecteerde Gon en An als ontvangers en typte: ‘Dank jullie wel!’ Meer niet, ze zouden het wel snappen. Het doosje legde ik op mijn kamer, onderin het nachtkastje.
Snel uitkleden, even afspoelen. Een kwartier later zat ik op de fiets. Het dorp door richting kanaal en dan zuidwaarts. Twee minuten voor drie fietste ik de oprit op. Pfoe…. Nét binnen de tijd! Toen ik het hekje opendeed piepte het een beetje. Meteen brak er een storm van geblaf los en bereidde me voor op een overval van tien woedende honden. De honden klopte, maar geen van allen waren ze woedend. Integendeel: er kwamen een stuk of veertien honden van allerlei formaat op me afgestoven, stuk voor stuk kwispelend.
Een grote Husky, een lobbes van een Berner Senner, een paar Labradors, een paar honden die ik niet direct kon definiëren… een teckeltje sloot de rij, maar maakte wel het meeste lawaai. Ik stapte af en bleef staan. Laat ze eerst maar even ruiken en kennismaken. Toen stak ik mijn handen uit: die werden nauwkeurig besnuffeld. Het blaffen was gestopt; er werd nu alleen maar gekwispeld, gelikt en gehijgd. Oké, ik was duidelijk erkend als ‘goed volk’.
Toen ik opkeek, keek ik recht in de lachende ogen van Cora. “Ik wist dat het goed zou komen. Een zeehond is ook een hond.” Ik grinnikte. “Fijne begroeting heb jij. Maar een leuk ontvangstcomité.” Ze deed een stap naar voren en gaf me een zoen op m’n wang. “Ik ben blij dat je er weer bent, meneer Anderson.” “Idem, mevrouw Amelink.” We keken elkaar aan en schoten in de lach. “Lekker formeel zo…” hikte ze. “Wil je nog wat drinken voordat we met de meute op stap gaan?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee hoor. Misschien een fles water mee, ook voor die dames en heren hier?” Ik wees op de honden. “Hoeft niet. Op het weiland staat een drinkbak. Wel water voor ons meenemen. Maar dat heb ik al klaar. Inclusief citroensap, speciaal voor jou, zuurpruim. Even afsluiten en dan kunnen we.”
Even later liepen we langs het kanaal. Cora met één hond aan de lijn: de Husky. “Sylvia, het alfa-vrouwtje. Waar zij loopt, volgt de rest. En Bernice zorgt ervoor dat iedereen bij elkaar blijft.” Ze wees op de teckel. “Dat kleintje?” Cora grinnikte. “Ja, dat kleintje. Bernice is snel en uiterst fel. Haal het als hond niet in je kop om iets te doen wat haar niet zint, want dan heb je een paar teckeltanden in je poot staan. Elke nieuwe hond die bij ons komt, heeft die ervaring. Alleen als de nieuweling écht denkt dat hij of zij gekke dingen denkt te kunnen doen komt Sylvia in actie. Meestal is een grauw voldoende.”
Na een paar honderd meter opende ze een hek van een weiland. De roedel bleef binnen het hek staan, totdat Cora de Husky had losgemaakt. “Sylvia: release!” De Husky stoof weg, de rest er achteraan. En even later rende alles door elkaar heen, al spelend, blaffend en stoeiend. “Kom, even zitten, Rick.” Ze ging op een boomstronk aan de rand van het weiland zitten, in de schaduw van een bomenrij. “Hoe was het in Utrecht?” Ik keek voor me uit. “Mijn zussen hebben daar een mooi appartement. En het was gezellig als ze er waren. Maar… midden in de stad. Een huizenzee. Om een stukje groen te zien moest je vijfhonderd meter lopen en dan stond je in een klein parkje. Dit weiland is groter. Dit…” ik wees om me heen, “dit heb ik gemist. Uitzicht, groen, de lucht van vers gemaaid gras...” Ik keek haar aan. “En leuk gezelschap, netjes voor de gelegenheid gekleed natuurlijk…”
Ze kleurde een beetje. “Werkkleding. Met honden om je heen weet je het nooit. Ik heb vanmiddag alle benches uitgemest. Letterlijk.” Ze droeg een oude spijkerbroek met vlekken en gaten, een T-shirt wat ook betere tijden had gekend en smerige laarzen. Van de normaal tot in de puntjes verzorgde Cora was niets meer te zien. Gelukkig waren haar bruine ogen dezelfde en haar haren ook.
“Het was hier ook saai zonder jou, Rick.” Ik wees naar de honden. “Saai? Met die meute om je heen?” Ze knikte. “Ja. Honden zijn prima, maar geen vervanging voor iemand waar je goed mee kunt kletsen. Maar ze geven wel liefde en kunnen je opbeuren als je in de shit zit. Dat heb ik de afgelopen weken gemerkt.” Ze wees op een van de Labradors, een bruine. “Zie je hem? Dat is Bowy.” Ze riep. “Booowy! Hier!” De hond kwam meteen kwispelend naar ons toegerend. “Mijn liefje. Bruine Labs zijn minder populair dan blonde of zwarte. Maar met Bowy heb ik een bijzondere band. Al jááren. Hij is nu een jaar of acht. Werd bij ons gebracht door iemand die ‘m in het bos had gevonden.” Haar ogen flikkerden. “Aan een boom vastgemaakt. Als ik degene ooit tegenkom die dat gedaan heeft, verzuip ik hem in het kanaal.”
De hond was ondertussen tegen haar aan komen zitten en terwijl ze hem streelde, vertelde Cora verder. “Ik was toen tien, het was vakantie en ik kwam op een middag thuis van een middagje spelen ergens. Zag een nieuwe hond in de kennel. Leuk! Dus deed ik het deurtje van de kennel open om kennis te maken. En voor dat ik het wist werd ik van boven tot onder afgelikt.
Vader kwam naar buiten en meteen stond Bowy tussen ons in, hevig blaffend en grommend. Hij wilde me beschermen. Moeder had het meteen door toen ze dat zag. “Cora, jij verzorgt hem. Hij accepteert jou; jij bent vanaf nu zijn baasje.” Ik mocht hem een naam geven en dat werd Bowy. Lekker stoer. Hij begon meteen te piepen als ik de kennel uit wilde. Toen aan moeder gevraagd of ik bij de honden kon slapen en na wat aarzelen vond ze het goed. Het was vakantie, dus geen probleem. Ik heb toen een week in de kennel van Bowy geslapen. En hij mocht daarna bij mij op de kamer, op het kleedje voor m’n bed slapen.”
Ze zweeg even en zei toen zachtjes: “Alleen als mijn ex-vriendje en ik wilden vrijen moest ze uit de slaapkamer. En dat vond Bowy niet leuk. Zat achter de deur zachtjes te grommen.” Ik keek haar aan. “Misschien wel de reden waarom je ex-vriendje weinig presteerde in bed…” Ze lachte flauwtjes. “Ik weet één ding: een eventueel volgend vriendje zal moeten accepteren dat Bowy bij me hoort. Gerard, zo heet hij, heeft dat nooit begrepen. Hij had niks met honden en vloekte het hele dorp bij elkaar als hij weer eens hondenpoep aan z’n dure schoenen had. En die kans is op het erf best groot.”
Ze aaide de hond nog een keer. “En ik heb de afgelopen weken heel vaak bij Bowy uit zitten huilen…” De hond keek op, kwispelde en gaf haar een lik. Cora knuffelde hem even. “Bowy… Release!” De hond liep rustig weg. “Hé, da’s grappig. Ik heb hier ook vaak met Gerard gezeten en dan bleef Bowy altijd bij ons… Zat het liefst tussen ons in. En nu loopt hij gewoon weg…” Ze keek nadenkend, weer rimpels op haar neus, zei niets meer. Ik stond op en liep de weide in. Pakte een stok en gooide die weg. De hele meute stoof er achteraan. En toen ik begon te rennen gingen ze blaffend achter me aan. En zij waren sneller dan ik, dus na een aantal meters struikelde ik over een hond die voor me liep en viel. In de modder. Meteen werd ik bestormd en van boven tot onder afgelikt.
Ik hoorde Cora lachen. “Kijk! Een natte zeehond!” Ik stond op en mopperde: “Ja, lach maar… Hoe kan ik me nu bij je ouders vertonen? Ik zie er niet uit!” Mijn broek zat onder de vlekken, T-shirt vies, schoenen smerig… Ze lachte. “En jij denkt dat ze dat een probleem vinden? Vaak lopen ze er zelf ook zo bij als ze even hier zijn geweest. Kom, dan gaan we terug, pak ik wel een korte broek en een shirt van mijn broer uit zijn kast en gooi ik dit spul even in de wasmachine… Sylvia! Hier!” De Husky kwam rennend naar haar toe en haar halsband ging om. De rest van de roedel volgde netjes toen we het weiland uitliepen. Het teckeltje hield alles goed in de gaten; rende om de roedel heen om iedereen bij elkaar te houden. Hier een blafje, daar een kef…
Ik moest lachen. Ik had een aantal boeken van Douglas Reeman in de kast staan over konvooien in de Tweede wereldoorlog. Grote vrachtschepen in strakke rijen, en als er eentje uit de koers ging, werd die onmiddellijk gecorrigeerd door een klein korvet wat om het konvooi heen voer… De teckel speelde de rol van het korvet.
Eenmaal op het erf, met het hek dicht kreeg de Husky weer het commando ‘Release’ en was de kudde vrij. “Zo, gore zeehond… Nu voor jou even schone kleren zoeken. Je stinkt nog nét niet naar rotte vis, dat scheelt…” Ze lachte me uit. Even later kwam ze terug met een afritsbroek en T-shirt. “Geef me je vieze kleren maar.” Ik keek om me heen. “Ehh… waar kan ik me omkleden?” Ze zuchtte. “Rick, ik heb me aangekleed waar jij bij stond, weet je nog?” Ze giechelde. “En je kaak viel nog nét niet op de grond. En ik heb jou ook in je zwembroek gezien. Dus: uit die vieze troep. Nu.” Ik haalde mijn schouders op. “Ik dacht jouw tere zieltje even te ontzien door je de blik op mijn onderbroek te besparen…” Ze keek me aan. “Ik ben wel wat gewend hoor…”
Ik ging er niet op door, maar trok m’n kleren uit. En natuurlijk, je zult het altijd zien: op het moment dat ik in m’n onderbroek stond, hoorde ik een vrouwenstem achter me. “Zóóóó… Dat ziet er best goed uit… Met wie heb ik het genoegen?” Inwendig vloekend trok ik de broek van Cora’s broer aan; die paste gelukkig. Toen pas draaide ik me om. Een slanke dame stond voor me met vrijwel hetzelfde haar als Cora, alleen hier en daar een streep grijs er doorheen. En dezelfde bruine ogen. Kon niet missen: Cora's moeder. Ik stak m’n hand uit. “Dag mevrouw Amelink. Ik ben Rick Anderson. Voormalig klasgenoot van uw dochter.” Ze schudde mijn hand. “Ik ken jou nog wel van de diploma-uitreiking. Je moest vlak voor na mijn dochter naar voren komen. En we hebben deze week het een ander over je vernomen…” Plotseling lachte ze. “En het is de eerste keer dat een ex-klasgenoot van Coor me de hand schut terwijl hij z’n gulp nog open heeft.” Cora gierde het uit en ik voelde me een kop als een boei krijgen. “Sorry… Ehh… mijn kleren…de honden…” Ik wees op het vuile hoopje naast Cora. Die redde mij gelukkig. “Hij maakte de fout om in het weiland even te gaan rennen, moeder. Brak bijna z’n nek over een van de honden. Enfin, de rest kun je raden. Ik heb even wat kleren van Hans gegeven; ik gooi zijn garderobe zo wel in een sopje.”
De moeder van Cora knikte. “Is prima, meisje. Eet jij mee, Rick?” “Ja!” klonk Cora’s stem achter me. “Oké. Dan gooi ik wat meer macaroni in de pan.” Ze liep naar binnen. Ik trok als de bliksem mijn T-shirt uit en het schone aan. “Hier, ook nog een paar slippers voor aan je flippers”, rijmde Cora. “Nou, bedankt hoor… Sla ik even een fijne flater tegenover je moeder.” Ze lachte me uit. “Kom, mee naar binnen. Kunt je meteen je handen wassen. En je gezicht. Zit nog modder op.” Ik bromde. “Ook dat nog, verdomme.”
Ze wees me de keuken en verdween naar boven, Bowy achter haar aan. “Volgens Cora kon ik hier m’n handen en m’n gezicht nog even wassen, mevrouw…” Even later was ik weer fris. “En by the way: ik heet Margriet.”
Ze grinnikte weer, ook met rimpeltjes op haar neus. “En je kleding vind ik geen probleem hoor. Liever onder de blubber, dan dat ik met je met je broek uit, zónder blubber, in Cora’s slaapkamer aantref.” Nu moest ik lachen. “U heeft een apart gevoel voor humor, mevr… ehh… Margriet.” Ze keek me kort aan. “Wij hebben deze week het een en ander over jou gehoord, jongeman. En dat was best wel positief.”
Ik kleurde wéér, en wist niets te zeggen. “Kun jij een beetje overweg met honden, Rick?” Ik knikte. “Ik denk het wel. Ze hebben me ten minste geaccepteerd als ‘goed volk’.” “Mooi. Als je hier vaker komt, zal dat wel moeten, want ons leven draait om honden. Coor’s vorige vriendje was geen hondenliefhebber.”
“Dat begreep ik al. Maar ik heb net genoten van al dat gekwispel om me heen. Wij hebben geen hond; mijn moeder werkt fulltime, mijn zussen studeren in Utrecht en ik…” “ga straks in Maastricht studeren, begreep ik. Je droom achterna?” Ik knikte. “Mooi. Maar nu moet ik me aan het eten wijden, anders breekt hier de hel los; mijn man en zoon hebben recht op goed voer. Loop maar door naar de kamer; Coor zal zo wel beneden komen.”
Ik liep de kamer in: ruim, een groot bankstel, paar fauteuils, tafel, veel planten en een enorme boekenkast, vol boeken. Ik liep er naar toe; ik las graag en was altijd benieuwd naar hetgeen anderen lazen. Heel veel boeken over DAF. Logisch; Nedcar was de uiteindelijke opvolger van de enige Nederlandse autofabrikant, DAF. Boeken over de eerste ‘Dafjes’: de 600, de 750 en de Daffodil. ‘Truttenschudders met jarretel-aandrijving’ was de bijnaam voor die eerste typen. Een licht motortje, wat een licht en klein autootje aandreef via een ingenieuze riem-overbrenging: de Variomatic automatische versnellingsbak. En nu werden er in Born Mini’s geproduceerd…
Een ander boek trok mijn aandacht: 'Bekende vliegtuigen van de wereld'. Die haalde ik van de plank. Ik bladerde door het boek heen en zat al gauw te lezen in de beschrijving van de Junkers 52. Het driemorige vracht- en passagiersvliegtuig van Nazi-Duitsland. Mooi van lelijkheid door het golfplaten uiterlijk. Tartte alle wetten van aerodynamica, maar overtrof alle limieten die ooit door de constructeurs op papier waren gezet.
Plotseling gleden er twee handen over mijn ogen. “Rara, wie ben ik?” hoorde ik zachtjes in mijn oor. “Even denken hoor… Je vader en je broer zijn er nog niet, je moeder is druk bezig met de macaroni dus blijft over: Cora de judo-duivel.” Een lachje klonk. “Maar niet in judopak vandaag.”
Ze trok haar handen weg en ik draaide me om. Een licht zomerjurkje aan en op schoentjes met hakken. Haar haren gekamd en ze had zich een beetje opgemaakt.
“Inderdaad niet in judopak. Als de Judobond dit soort kleren zou invoeren, zou ik onmiddellijk met judo beginnen.” Ze humde nadrukkelijk. Jaja… Nou meneer: jouw kleren hangen nu te drogen. Ik heb hard gewerkt terwijl jij hier zat te niksen.” “Niksen? Ik zit te studeren!” Ik liet het boek zien en ze snoof. “Studeren, zegt ‘ie. Een beetje plaatjes kijken van ouwe vliegtuigen…en ik maar werken: eerst wassen, nu tafel dekken.”
Ik zette het boek terug in de kast. “Kan ik helpen?” Cora pakte borden en bestek, ik verdeelde het netjes op tafel. Een kreet uit de keuken. “Coor! Kun jij even de sla afmaken?” Ze gniffelde. “Je eerste kooktest. Kun jij dat doen?” Ik keek haar aan. “Volgens mij hoef je sla niet te koken, maar ik ga je moeder wel even helpen, als je dat zo graag wilt.”
Ik liep de keuken in. “Welke krop sla moet geslacht worden?” Margriet keek verrast. “Wil jij dat doen? Dat is aardig.” “Ik eet hier mee, dan kan ik toch ook m’n handen uit de mouwen steken?” Ze wees twee kroppen sla aan. “Olie, zout en peper staan in die kast.” Ik keek even verder. “Heb je een paar eitjes? Mayonaise en curry? En wat atjar?” Ze wees. “In de koelkast.” Daar vond ik ook nog augurkjes en zilveruitjes en een potje Atjar. Twee eieren in een pannetje kokend water, uitjes en augurkjes kleinsnijden. Van een beetje mayo, wat curry, Atjar, zout, een beetje peper maakte ik een dressing. Azijn hoefde niet; het vocht van de Atjar was zoetzuur. Toen de nerven uit de sla halen, de sla wassen, uitschudden en vervolgens de hele handel in een grote slakom en omhusselen. Margriet keek af en toe verwonderd op mijn vingers. “Je maakt er wel iets bijzonders van, Rick.” “Ik kook al sinds m’n twaalfde. Moet wel als je moeder fulltime werkt en ’s avonds best wel moe thuiskomt.”
Ze was even stil. “Jouw ouders zijn gescheiden, begreep ik?” Ik knikte kort terwijl ik de eieren liet schrikken in koud water. “Ja. Maar we hebben het goed met elkaar: Ma en m’n zussen Gonnie en Annet. Zo mevrouw… Sla van de overkant van de A2. Nog verder iets van uw dienst?” Ze schudde haar hoofd. “Nee, dank je wel. Zeg maar tegen Cora dat we over vijf minuten kunnen eten. Mijn man en zoon kunnen elk moment binnenvallen en dan willen ze eten. En daarna zijn de honden aan de beurt, hoor maar.” Buiten klonk af en toe een piep of een blaf. Ik liep met de sla de kamer in en zette de schaal op tafel. Cora zat te lezen in het boek over vliegtuigen. “Zo mevrouw. Zit jij nou te niksen terwijl ik je moeder aan het helpen ben?” Ze keek op. “Niksen? Ik ben keihard aan het studeren!” “Op de Pabo heb je weinig aan de kennis dat een Ju-52 drie BMW negen-cylinder stermotoren heeft, hoor...”
Ze keek ondeugend. “Hoor je mij ergens zeggen dat ik voor de Pabo aan het studeren ben? Misschien studeer ik wel omdat ik me wil verdiepen in iemands interesses…”
Ik wilde wat terugzeggen, maar op dat moment hoorde ik de honden hevig blaffen en even later een mannenstem. “Lekker schat, macaroni. Heb ik zin in!” Cora veerde op. “Pa!” Ze rende de kamer uit en hoorde: “Héé, daar is de tweede liefde van mijn leven. Coortje, kom hier!” Dat deed even pijn. Zo had mijn pa mijn zussen nooit begroet. Ik liep de keuken in en stond tegenover een brede man van een jaar of veertig en een knul van rond de twintig. Cora wees. “Pap, dit is Rick over wie ik van de week vertelde. Voormalig klasgenoot en gediplomeerd zeehond.” Hij gaf me een hand. “Welkom. Ik ben Abe. En dit is onze zoon en mijn collega Hans.” Hans gaf me ook een hand en keek me aan. “En jij hebt een T-shirt en broek van mij aan?” Ik knikte. “Mag je zus vertellen.”
Cora vertelde giebelend het verhaal. “En Ma mag vertellen hoe hij haar begroette!” “Dan ga ik maar even weg, denk ik…” Ik draaide me om richting huiskamer, maar werd door Cora tegengehouden. “Hier jij of je ligt op de grond!” Margriet zei droogjes: “Toen ik uit de auto stapte, was het eerste wat ik zag deze jongeman in z’n onderbroek. Toen ik daar wat van zei, trok hij Hans z’n broek bliksemsnel aan, draaide zich om en gaf me netjes een hand. Met z’n gulp nog open…” Hans en Abe schoten in de lach.
“Prima intro, Rick”, zei Hans. “Maar ben jij het nieuwe vriendje van Coor?” Ik keek Cora aan die plotseling knalrood werd. “Wij zijn klasgenoten geweest. Van de week een paar keer gezwommen en aangezien ik momenteel helemaal alleen thuis zit, nodigde Cora me uit om eens met de honden kennis te maken. En dat heb ik geweten.” “En bemoei jij je met je eigen zaken!” Cora’s stem klonk zoals ik me haar herinnerde van school: vinnig.
“Wát hij ook is: hij maakt prima sla, daar kunnen jullie je zo meteen van overtuigen. Handen wassen en naar binnen! We gaan eten.” Margriet redde het moment. Abe kroelde even met zijn handen in Cora’s haren. De blik die ze daarbij wisselden straalde maar één ding uit: wederzijdse genegenheid. Ik werd even jaloers. Zo’n pa hebben… Eenmaal aan tafel ging de conversatie over het werk in de autofabriek, totdat Hans de sla opschepte. “Hé jij! Niet alle ei eruit bietsen! Ben jij bedonderd! Terug ermee!” Margriet was verontwaardigd en Hans keek teleurgesteld. “Verdorie…” Hij schepte zuinigjes wat sla op en proefde. “Ma! Dit is lekker! Waar het je dit recept vandaan? Zo wil ik wel elke dag sla eten!” Margriet wees naar mij. “Rick z’n sla. Complimenten graag die kant uit.”
“Jij mag blijven. Vriendje van Coor of niet. En vooruit: je mag mijn broek en T-shirt blijven dragen.” Ik moest lachen. “Graag. Ik heb geen zin om me nu weer uit te kleden. Bovendien is dat slecht voor jullie eetlust.” Abe en Hans schoten in de lach, Margriet keek zuinig en Cora boog zich over haar bord, wéér met een blos.
Abe zag het ook. “Hé dochterlief… Teveel in de zon gelegen vandaag? Moet je mee oppassen… Vertel eens: kan Rick een beetje met de honden opschieten?” De rest van de maaltijd ging het gesprek over honden. De geschiedenis van de diverse honden, wat anekdotes over logeerhonden… Veel te snel was het voorbij. Ik hield me vrij stil, luisterde vrijwel alleen maar, tenzij me rechtstreeks iets gevraagd werd. Na de maaltijd moest er afgewassen worden; Dat bleek een ‘taak voor de heren’ te zijn. Dus liep ik braaf mee naar de keuken, tot Cora me tegen hield.
“Nee, wij gaan nog even zwemmen, Rick. En jij hebt de sla gemaakt.” “Wij duiken niet nu meteen het zwembad in, dame. Krijg je gillend last van. Op z’n vroegst over een uur. Dus ik kan best even afdrogen. Als dank voor jullie prima macaroni en de gastvrijheid. En het dragen van Hans z’n broek en T-shirt natuurlijk.” Kortom: even later had ik een theedoek in m’n handen. Abe keek me aan en vroeg me op de man af: “Rick, wat is er tussen Coor en jou?” “Nog niks. We zijn oud-klasgenoten. Ik kwam er vorige week achter dat Cora niet zo’n bitch is als ze op school was.” Hans proestte het uit. “Wacht maar…” Abe legde hem met een handgebaar het zwijgen op. “Rick, ik heb haar vorige vriendje een paar dagen geleden van het erf gejaagd. Hij heeft haar zwaar bedonderd en kwam met hangende pootjes terug om te vragen of de verkering weer verder kon gaan. Toen Coor weigerde werd hij onaangenaam en heb ik ingegrepen.”
Ik knikte. “Ik weet ‘t. Ze belde me zondagavond op om het te vertellen. Ze zat aan de telefoon te huilen.” “Juist. Eén ding Rick: je bent een aardige knul, maar iemand die mijn dochter kwaad wil doen, krijgt mij tegenover zich. Goed begrepen?” Hij keek me strak aan. “Loud and clear, sir. En nee, ik heb geen plannen in die richting.” “Oké. Dan is het goed. En je bent hier welkom.”
Zijn blik werd anders. “Cora heeft een paar moeilijke weken doorgemaakt. In haar examenperiode kwam ze er achter dat haar ex-vriendje haar bedonderde; ze heeft, héél knap, haar emoties opgespaard voor ná het examen en dat rotjong er toen pas mee geconfronteerd en hem de deur gewezen. En toen pas kwamen de emoties er uit. Heeft twee dagen zitten janken en was daarna een aantal weken stil en teruggetrokken. De afgelopen dagen heeft ze voor het eerst weer voluit gelachen. Ben ik blij mee. En ze heeft deze week voor het eerst weer een aantal nachten goed geslapen. Ook een goed teken.”
Ik lachte. “Zal wel door het zwemmen komen. Ik heb haar aardig afgemat met wat oefeningetjes die we voor waterpolo doen.” “Haar afgemat? Dan moet je van goeden huize komen. Ze kan zwemmen als een waterrat…” Hans keek me aan en ik lachte een beetje gemeen. “Ze kan inderdaad prima zwemmen. Maar tien baantjes op snelheid, waarvan vijf onder water is redelijk vermoeiend. Zeker in het tempo waarop wij ze moeten kunnen zwemmen bij de training…” De afwas was gereed. “Rick, dank je wel. Drink je nog een kop koffie mee voor je Cora weer gaat afknijpen?” “Graag.” Abe deed de deur open. “Dan gaan we de dames eens aan het werk zetten… Cora, lieve dochter van me… Zou je ons het onuitsprekelijke genoegen willen doen door koffie te zetten? Daarna mag je je charmante hielen lichten en gaan zwemmen.”
Ze zuchtte demonstratief. “Ik dacht dat ik vakantie had. Lekker uitpuffen en zo. Nee, dan moet je de honden uitlaten, een of andere landloper in schone kleren helpen, wassen, tafeldekken, koffie maken en tot slot wordt je nog afgebeuld in het zwembad… Ik ga protesteren bij het LAKS.” Maar in het voorbijgaan kroelde zij op haar beurt door de haren van haar pa. “Oh, Rick: je eigen kleren zijn droog. Heb ik net even gecontroleerd.” Ze giechelde. “Je mag je hier omkleden als je wil. Als ik terug ben met de koffie.”
“Zal ik dat maar niet doen? Excuseer mij een momentje dame en heren…” Ik schoot met m’n eigen kleren de gang in en kwam even later opgelucht terug. “Zo… Waar wil jij je broek en T-shirt hebben, Hans?” Die wees. “Leg maar op de trap. Neem ik straks wel mee naar boven.” Cora keek teleurgesteld toen ze binnenkwam. “Ik had gezegd dat je moest wachten tot na de koffie, Rick!” “Jij kan hem zo meteen in zwembroek zien, zussie. Heb ik niet zo’n behoefte aan”, zei Hans droogjes. Een kwartier later zaten we op de fiets, op weg naar het zwembad.
“Tja… Had ze maar een vak moeten leren”, giechelde Gonnie. “Jaja… Hetzelfde vak als jij zeker, oversexte troela?” Annet gniffelde en vervolgde: “Oh, Rick… wij gaan vanavond naar de Club. Slapen daar ook. Het wordt een latertje. Een afscheidsfeestje van een van de collega’s.
Als het twee 's nachts uur wordt, is het vroeg. Dan zijn we rond half vier thuis. Morgen hebben we gelukkig pas om twee uur ’s middags college, en meteen daarna zijn we weer richting club en donderdagavond ook. Vrijdag geen college, dus vanuit de Veluwe gaan we rechtstreeks naar Born.”
“Dus… zo meteen gaan jullie pleite en zie ik jullie morgenmiddag even en daarna kan ik het uitzoeken?” Ik werd bijna kwaad. Gonnie legde haar hand op mijn arm. “Hé! Kalm aan, heethoofd! Dat van dat afscheidsfeestje lazen we vanmorgen pas. En jij hoeft helemaal ‘niks uit te zoeken’… We stellen voor dat jij rustig je rugzak inpakt en vanmorgen richting Born gaat. Ma was erop tegen om jou alleen te laten, maar of je nu hier zit of in thuis… alleen ben je toch. En thuis red je je prima. Bovendien kun je dan weer lekker zwemmen in je eigen badje.”
Ze glimlachte liefjes bij die laatste woorden en ik kon niet anders dan ook in de lach te schieten. “Oké… ik zal me wel weer naar de grillen van de dames schikken…”
Annet lachte net zo lief als haar zus. “We zien dat je er heel veel moeite mee hebt, Rick, maar zou je zo lief willen zijn om mee te werken? We zullen je vreselijk dankbaar zijn…” Ik grinnikte nog wat na. “Ja, die dankbaarheid van jullie ken ik ondertussen wel. Bevalt prima overigens. Maar goed… ik ga zo meteen m’n spullen wel pakken. Hoe laat moeten jullie weg?”
“Over een uurtje. We zetten je wel bij Utrecht Centraal af. Ben je met iets meer dan twee uur thuis. Oké?” Ik knikte. “En dan kun je vanmiddag nog even lekker zwemmen met je liefje”, vulde Annet aan. Ik bromde. “Het is m’n liefje nog niet, An. Maar dat zwemvoorstel is een goeie suggestie. Had ik nog niet aan gedacht”
“Maak dat de kat wijs, Rick. Je neus groeit zó hard dat hij bijna door de muur prikt.” Gonnie keek waarschuwend.
“Rick: nog een goeie raad van je zussen: doe rustig aan. Haar niet meteen uitnodigen om ‘gezellig mee naar huis te gaan’ of zo. Dat gaat zij niet leuk vinden. Wacht daarmee tot wij er weer zijn. Niet dat we 24/7 op jullie gaan letten, maar gewoon… Enfin, je begrijpt me wel, denk ik.” Ik keek ondeugend. “En wat moet ik dan doen als zij er achter komt dat jullie niet thuis zijn en voorstelt om ‘gezellig met mij mee naar huis te gaan’? Ik bedoel… Met mijn mega-aantrekkelijke persoonlijkheid is die kans niet ondenkbaar…” Verder kwam ik niet,
Annet gaf me een tik op mijn kop. “Wat ben jij een arrogante gast geworden, zeg. Je moet je kapot schamen!”
“Sorry… ik ben een broer van twee uiterst aantrekkelijke zussen. Zelfde genen en zo. Kan ik ook niks aan doen…” Gonnie lachte even. “Dank je wel voor het compliment, maar we menen het wel, jochie. Bovendien…” Ze dempte haar stem, “jouw privé-cursus is nog niet afgelopen. Je hebt nog een aantal lessen te gaan. En wij zijn jouw strenge docentes.”
Ik keek benauwd. “Daar gaat m’n nachtrust… Nou ja, de eerste drie nachten kan ik in ieder geval gewoon slapen, dat scheelt…” Wéér een tik, nu van Annet. “Rotjong. Ben je klaar met eten? Mooi. Dan nu je spullen pakken en klaarmaken voor vertrek.” Een half uur later stond mijn rugzak op de gang en zaten we nog even een kop koffie te drinken. Annet keek me aan. “Rick, we meenden wat we zeiden hé? Cora niet de aankomende twee dagen uitnodigen. Beloofd?” Ik knikte. “Beloofd. An, ik zou wel gek zijn om dat te doen. Jullie woedend, Ma pislink… wil ik niet en bovendien weet ik voorlopig niet hoe Cora in de wedstrijd staat. Ja, ze vind me blijkbaar leuk, maar meer weet ik niet.”
“Hou er maar rekening mee dat ze wel iets in je ziet, Rick. Je bent het laatste jaar enorm veranderd. Volwassen geworden. Je denkt na, je calculeert en neemt een beslissing. Héél rationeel allemaal, misschien wel té rationeel.” Ik dacht even na en kwam tot de conclusie dat het wel ongeveer klopte. Maar dat moest ook wel; als vlieger moet je rationeel beslissen. En niet op emotie. “Dank je wel An. En nogmaals: ik zal jullie niet teleurstellen.”
Ze knuffelde me even en ik voelde haar warme borsten tegen me aan. “En Rickie… Gon en ik hebben enorm met je genoten. Dat wilde ik je nog even zeggen.” Ze keek me lief aan. “Je bent een lekkere knul om mee te vrijen.” Ik kuste haar. “Dank jullie wel voor jullie wijze lessen, Annet.” “En Gonnie, potverdorie!” Gon was tijdens de zoen binnengekomen. “En Gonnie…” Ik stond op, omhelsde haar en kuste haar ook. Gon bewoog haar onderlichaam tegen me aan. “Lekker jong… Het is dat we weg moeten, anders had ik je weer het bed in getrokken!” We lachten even. “Kom zus… Wij moeten naar college en deze meneer heeft een trein te halen. Eruit!”
Een kwartier later stapte ik op het Jaarbeursplein uit de auto. “Dank voor het wegbrengen en tot ergens vrijdagochtend!” Met een tik op de claxon reden ze weg en liep ik de trappen op. Kaartje kopen… Ik had nog tien minuten, dus even Ma terug appen. En… wacht even: ook Cora appen of ze vanmiddag zou gaan zwemmen. Hoe laat thuis? Iets over één… Dan even spullen opruimen… Rond half drie kon ik bij het zwembad zijn.
Ik opende What’s-App. Eerst Ma.
‘Hallo ma! Als ik dit schrijf lig jij waarschijnlijk al lekker op één oor. Wel lekker genieten daar, hé? Niet alleen maar werken! Groet, Rick.’
Vervolgens Cora. ‘Hé judo-mevrouw…’
Pas na een kwartier kwam er antwoord. ‘Hé, een appje van zeehond!’
Ik typte: ‘Ga jij vanmiddag nog zwemmen?’
Een sip kijkende smiley. ‘Moet de honden bezighouden. Moeder moet vanmiddag weg.’
Ik dacht even na. ‘Hoe doe je dat dan?’
‘Een stuk wandelen richting een afgesloten weiland en ze daar een uurtje loslaten. Daarna zijn ze gesloopt.’
‘Mag ik meewandelen en slopen?’
Het antwoord duurde even, toen werden er vijf duimpjes zichtbaar. En een breed lachende smiley.
En vervolgens ging mijn telefoon.
“Waar ben jij nu dan? Thuis?”
“Nee, ik zit in een lang geel ding. Als het in je ogen krijgt, ben je dood. Ze noemen het ook wel ‘trein’. Nu tussen Utrecht en Den Bosch. Mijn zussen zijn tot vrijdagochtend druk met school; kan ik net zo goed thuis zitten.”
Even was het stil.
“Joepie!! Hoe laat ben je bij mij?”
Ik rekende even. “Tussen half drie en drie uur. Eerst even thuis m’n spullen neerzetten en kijken of er nog wat te eten in huis is. Zo niet, moet ik dat nog even halen.”
“Je kunt ook hier mee-eten hoor… En neem dan meteen je zwemspullen mee, dan gaan we na het eten nog even zwemmen!”
“Hohoho… rustig aan mevrouw. Na het eten moet je niet meteen het zwembad induiken. Daar krijg je last van. Minimaal een uur de maaltijd laten zakken.”
Ze giebelde. “Oh, da’s ook goed. Kunnen we dat uurtje mooi aan judo besteden.”
Ik zuchtte. “Ik wíst ‘t… Ehh… Je ziet me wel verschijnen, Cora. Wat is exact het adres?”
Ze gaf het me. “Oké! Ik ga het vinden. Tot straks!”
“Tot straks Rick. Fijn! En dat meen ik.” En ze hing op.
Ik keek in gedachten nog even op de app naar de vijf duimpjes. Zou ze écht…? En wat voelde ik voor haar? Ze was een knappe meid. En uiteindelijk lang niet zo hautain als iedereen dacht. Ze had ook emoties, dat was gebleken. Stiekem misschien toch kwetsbaar en dat diep verborgen onder een dikke laag arrogantie? Ze had gehuild toen ik haar de eerste keer in het zwembad haar zo bot beantwoordde. Maar in de andere gesprekken: goedlachs, niet om een antwoord verlegen.
En ze was knap, zonder meer. Dat had ik op school al meerdere keren gezien. Ongeveer van mijn lengte, slank, maar niet mager. Een prachtig figuur en houding. Mooie bruine krullen. En de paar keren dat ze een rok of jurk droeg had ik al gezien dat ze prachtige benen had. Maar ook in een broek kwamen die goed uit…
Al peinzend vloog de tijd voorbij en voor ik het wist stopte de trein in Sittard en moest ik overstappen op de bus.
Tien voor half drie opende ik thuis de achterdeur. De koelte kwam me tegemoet; bijna alle rolluiken waren dicht. Heerlijk! Tas uitpakken en het vuile goed in de wasmand. Hé? Een doosje wat ik niet kende, ingepakt in plastic. Helemaal onderin de rugzak. “Openen als je alleen bent” Het zat goed dichtgetaped, dus ik had een mesje nodig… Eenmaal open kwam een bekende geur met tegemoet… De nylons en de panty die beide zussen gedragen hadden tijdens onze laatste vrijpartij. En hun twee dunne slipjes! En een briefje er in: “Voor de eenzame momentjes…” Een hartje erbij en de letters ‘G’ en ‘A’. Ik snoof er aan en deed het doosje toen snel dicht. De geur bracht heerlijke herinneringen boven. Ik pakte mijn telefoon, opende what’s app, selecteerde Gon en An als ontvangers en typte: ‘Dank jullie wel!’ Meer niet, ze zouden het wel snappen. Het doosje legde ik op mijn kamer, onderin het nachtkastje.
Snel uitkleden, even afspoelen. Een kwartier later zat ik op de fiets. Het dorp door richting kanaal en dan zuidwaarts. Twee minuten voor drie fietste ik de oprit op. Pfoe…. Nét binnen de tijd! Toen ik het hekje opendeed piepte het een beetje. Meteen brak er een storm van geblaf los en bereidde me voor op een overval van tien woedende honden. De honden klopte, maar geen van allen waren ze woedend. Integendeel: er kwamen een stuk of veertien honden van allerlei formaat op me afgestoven, stuk voor stuk kwispelend.
Een grote Husky, een lobbes van een Berner Senner, een paar Labradors, een paar honden die ik niet direct kon definiëren… een teckeltje sloot de rij, maar maakte wel het meeste lawaai. Ik stapte af en bleef staan. Laat ze eerst maar even ruiken en kennismaken. Toen stak ik mijn handen uit: die werden nauwkeurig besnuffeld. Het blaffen was gestopt; er werd nu alleen maar gekwispeld, gelikt en gehijgd. Oké, ik was duidelijk erkend als ‘goed volk’.
Toen ik opkeek, keek ik recht in de lachende ogen van Cora. “Ik wist dat het goed zou komen. Een zeehond is ook een hond.” Ik grinnikte. “Fijne begroeting heb jij. Maar een leuk ontvangstcomité.” Ze deed een stap naar voren en gaf me een zoen op m’n wang. “Ik ben blij dat je er weer bent, meneer Anderson.” “Idem, mevrouw Amelink.” We keken elkaar aan en schoten in de lach. “Lekker formeel zo…” hikte ze. “Wil je nog wat drinken voordat we met de meute op stap gaan?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee hoor. Misschien een fles water mee, ook voor die dames en heren hier?” Ik wees op de honden. “Hoeft niet. Op het weiland staat een drinkbak. Wel water voor ons meenemen. Maar dat heb ik al klaar. Inclusief citroensap, speciaal voor jou, zuurpruim. Even afsluiten en dan kunnen we.”
Even later liepen we langs het kanaal. Cora met één hond aan de lijn: de Husky. “Sylvia, het alfa-vrouwtje. Waar zij loopt, volgt de rest. En Bernice zorgt ervoor dat iedereen bij elkaar blijft.” Ze wees op de teckel. “Dat kleintje?” Cora grinnikte. “Ja, dat kleintje. Bernice is snel en uiterst fel. Haal het als hond niet in je kop om iets te doen wat haar niet zint, want dan heb je een paar teckeltanden in je poot staan. Elke nieuwe hond die bij ons komt, heeft die ervaring. Alleen als de nieuweling écht denkt dat hij of zij gekke dingen denkt te kunnen doen komt Sylvia in actie. Meestal is een grauw voldoende.”
Na een paar honderd meter opende ze een hek van een weiland. De roedel bleef binnen het hek staan, totdat Cora de Husky had losgemaakt. “Sylvia: release!” De Husky stoof weg, de rest er achteraan. En even later rende alles door elkaar heen, al spelend, blaffend en stoeiend. “Kom, even zitten, Rick.” Ze ging op een boomstronk aan de rand van het weiland zitten, in de schaduw van een bomenrij. “Hoe was het in Utrecht?” Ik keek voor me uit. “Mijn zussen hebben daar een mooi appartement. En het was gezellig als ze er waren. Maar… midden in de stad. Een huizenzee. Om een stukje groen te zien moest je vijfhonderd meter lopen en dan stond je in een klein parkje. Dit weiland is groter. Dit…” ik wees om me heen, “dit heb ik gemist. Uitzicht, groen, de lucht van vers gemaaid gras...” Ik keek haar aan. “En leuk gezelschap, netjes voor de gelegenheid gekleed natuurlijk…”
Ze kleurde een beetje. “Werkkleding. Met honden om je heen weet je het nooit. Ik heb vanmiddag alle benches uitgemest. Letterlijk.” Ze droeg een oude spijkerbroek met vlekken en gaten, een T-shirt wat ook betere tijden had gekend en smerige laarzen. Van de normaal tot in de puntjes verzorgde Cora was niets meer te zien. Gelukkig waren haar bruine ogen dezelfde en haar haren ook.
“Het was hier ook saai zonder jou, Rick.” Ik wees naar de honden. “Saai? Met die meute om je heen?” Ze knikte. “Ja. Honden zijn prima, maar geen vervanging voor iemand waar je goed mee kunt kletsen. Maar ze geven wel liefde en kunnen je opbeuren als je in de shit zit. Dat heb ik de afgelopen weken gemerkt.” Ze wees op een van de Labradors, een bruine. “Zie je hem? Dat is Bowy.” Ze riep. “Booowy! Hier!” De hond kwam meteen kwispelend naar ons toegerend. “Mijn liefje. Bruine Labs zijn minder populair dan blonde of zwarte. Maar met Bowy heb ik een bijzondere band. Al jááren. Hij is nu een jaar of acht. Werd bij ons gebracht door iemand die ‘m in het bos had gevonden.” Haar ogen flikkerden. “Aan een boom vastgemaakt. Als ik degene ooit tegenkom die dat gedaan heeft, verzuip ik hem in het kanaal.”
De hond was ondertussen tegen haar aan komen zitten en terwijl ze hem streelde, vertelde Cora verder. “Ik was toen tien, het was vakantie en ik kwam op een middag thuis van een middagje spelen ergens. Zag een nieuwe hond in de kennel. Leuk! Dus deed ik het deurtje van de kennel open om kennis te maken. En voor dat ik het wist werd ik van boven tot onder afgelikt.
Vader kwam naar buiten en meteen stond Bowy tussen ons in, hevig blaffend en grommend. Hij wilde me beschermen. Moeder had het meteen door toen ze dat zag. “Cora, jij verzorgt hem. Hij accepteert jou; jij bent vanaf nu zijn baasje.” Ik mocht hem een naam geven en dat werd Bowy. Lekker stoer. Hij begon meteen te piepen als ik de kennel uit wilde. Toen aan moeder gevraagd of ik bij de honden kon slapen en na wat aarzelen vond ze het goed. Het was vakantie, dus geen probleem. Ik heb toen een week in de kennel van Bowy geslapen. En hij mocht daarna bij mij op de kamer, op het kleedje voor m’n bed slapen.”
Ze zweeg even en zei toen zachtjes: “Alleen als mijn ex-vriendje en ik wilden vrijen moest ze uit de slaapkamer. En dat vond Bowy niet leuk. Zat achter de deur zachtjes te grommen.” Ik keek haar aan. “Misschien wel de reden waarom je ex-vriendje weinig presteerde in bed…” Ze lachte flauwtjes. “Ik weet één ding: een eventueel volgend vriendje zal moeten accepteren dat Bowy bij me hoort. Gerard, zo heet hij, heeft dat nooit begrepen. Hij had niks met honden en vloekte het hele dorp bij elkaar als hij weer eens hondenpoep aan z’n dure schoenen had. En die kans is op het erf best groot.”
Ze aaide de hond nog een keer. “En ik heb de afgelopen weken heel vaak bij Bowy uit zitten huilen…” De hond keek op, kwispelde en gaf haar een lik. Cora knuffelde hem even. “Bowy… Release!” De hond liep rustig weg. “Hé, da’s grappig. Ik heb hier ook vaak met Gerard gezeten en dan bleef Bowy altijd bij ons… Zat het liefst tussen ons in. En nu loopt hij gewoon weg…” Ze keek nadenkend, weer rimpels op haar neus, zei niets meer. Ik stond op en liep de weide in. Pakte een stok en gooide die weg. De hele meute stoof er achteraan. En toen ik begon te rennen gingen ze blaffend achter me aan. En zij waren sneller dan ik, dus na een aantal meters struikelde ik over een hond die voor me liep en viel. In de modder. Meteen werd ik bestormd en van boven tot onder afgelikt.
Ik hoorde Cora lachen. “Kijk! Een natte zeehond!” Ik stond op en mopperde: “Ja, lach maar… Hoe kan ik me nu bij je ouders vertonen? Ik zie er niet uit!” Mijn broek zat onder de vlekken, T-shirt vies, schoenen smerig… Ze lachte. “En jij denkt dat ze dat een probleem vinden? Vaak lopen ze er zelf ook zo bij als ze even hier zijn geweest. Kom, dan gaan we terug, pak ik wel een korte broek en een shirt van mijn broer uit zijn kast en gooi ik dit spul even in de wasmachine… Sylvia! Hier!” De Husky kwam rennend naar haar toe en haar halsband ging om. De rest van de roedel volgde netjes toen we het weiland uitliepen. Het teckeltje hield alles goed in de gaten; rende om de roedel heen om iedereen bij elkaar te houden. Hier een blafje, daar een kef…
Ik moest lachen. Ik had een aantal boeken van Douglas Reeman in de kast staan over konvooien in de Tweede wereldoorlog. Grote vrachtschepen in strakke rijen, en als er eentje uit de koers ging, werd die onmiddellijk gecorrigeerd door een klein korvet wat om het konvooi heen voer… De teckel speelde de rol van het korvet.
Eenmaal op het erf, met het hek dicht kreeg de Husky weer het commando ‘Release’ en was de kudde vrij. “Zo, gore zeehond… Nu voor jou even schone kleren zoeken. Je stinkt nog nét niet naar rotte vis, dat scheelt…” Ze lachte me uit. Even later kwam ze terug met een afritsbroek en T-shirt. “Geef me je vieze kleren maar.” Ik keek om me heen. “Ehh… waar kan ik me omkleden?” Ze zuchtte. “Rick, ik heb me aangekleed waar jij bij stond, weet je nog?” Ze giechelde. “En je kaak viel nog nét niet op de grond. En ik heb jou ook in je zwembroek gezien. Dus: uit die vieze troep. Nu.” Ik haalde mijn schouders op. “Ik dacht jouw tere zieltje even te ontzien door je de blik op mijn onderbroek te besparen…” Ze keek me aan. “Ik ben wel wat gewend hoor…”
Ik ging er niet op door, maar trok m’n kleren uit. En natuurlijk, je zult het altijd zien: op het moment dat ik in m’n onderbroek stond, hoorde ik een vrouwenstem achter me. “Zóóóó… Dat ziet er best goed uit… Met wie heb ik het genoegen?” Inwendig vloekend trok ik de broek van Cora’s broer aan; die paste gelukkig. Toen pas draaide ik me om. Een slanke dame stond voor me met vrijwel hetzelfde haar als Cora, alleen hier en daar een streep grijs er doorheen. En dezelfde bruine ogen. Kon niet missen: Cora's moeder. Ik stak m’n hand uit. “Dag mevrouw Amelink. Ik ben Rick Anderson. Voormalig klasgenoot van uw dochter.” Ze schudde mijn hand. “Ik ken jou nog wel van de diploma-uitreiking. Je moest vlak voor na mijn dochter naar voren komen. En we hebben deze week het een ander over je vernomen…” Plotseling lachte ze. “En het is de eerste keer dat een ex-klasgenoot van Coor me de hand schut terwijl hij z’n gulp nog open heeft.” Cora gierde het uit en ik voelde me een kop als een boei krijgen. “Sorry… Ehh… mijn kleren…de honden…” Ik wees op het vuile hoopje naast Cora. Die redde mij gelukkig. “Hij maakte de fout om in het weiland even te gaan rennen, moeder. Brak bijna z’n nek over een van de honden. Enfin, de rest kun je raden. Ik heb even wat kleren van Hans gegeven; ik gooi zijn garderobe zo wel in een sopje.”
De moeder van Cora knikte. “Is prima, meisje. Eet jij mee, Rick?” “Ja!” klonk Cora’s stem achter me. “Oké. Dan gooi ik wat meer macaroni in de pan.” Ze liep naar binnen. Ik trok als de bliksem mijn T-shirt uit en het schone aan. “Hier, ook nog een paar slippers voor aan je flippers”, rijmde Cora. “Nou, bedankt hoor… Sla ik even een fijne flater tegenover je moeder.” Ze lachte me uit. “Kom, mee naar binnen. Kunt je meteen je handen wassen. En je gezicht. Zit nog modder op.” Ik bromde. “Ook dat nog, verdomme.”
Ze wees me de keuken en verdween naar boven, Bowy achter haar aan. “Volgens Cora kon ik hier m’n handen en m’n gezicht nog even wassen, mevrouw…” Even later was ik weer fris. “En by the way: ik heet Margriet.”
Ze grinnikte weer, ook met rimpeltjes op haar neus. “En je kleding vind ik geen probleem hoor. Liever onder de blubber, dan dat ik met je met je broek uit, zónder blubber, in Cora’s slaapkamer aantref.” Nu moest ik lachen. “U heeft een apart gevoel voor humor, mevr… ehh… Margriet.” Ze keek me kort aan. “Wij hebben deze week het een en ander over jou gehoord, jongeman. En dat was best wel positief.”
Ik kleurde wéér, en wist niets te zeggen. “Kun jij een beetje overweg met honden, Rick?” Ik knikte. “Ik denk het wel. Ze hebben me ten minste geaccepteerd als ‘goed volk’.” “Mooi. Als je hier vaker komt, zal dat wel moeten, want ons leven draait om honden. Coor’s vorige vriendje was geen hondenliefhebber.”
“Dat begreep ik al. Maar ik heb net genoten van al dat gekwispel om me heen. Wij hebben geen hond; mijn moeder werkt fulltime, mijn zussen studeren in Utrecht en ik…” “ga straks in Maastricht studeren, begreep ik. Je droom achterna?” Ik knikte. “Mooi. Maar nu moet ik me aan het eten wijden, anders breekt hier de hel los; mijn man en zoon hebben recht op goed voer. Loop maar door naar de kamer; Coor zal zo wel beneden komen.”
Ik liep de kamer in: ruim, een groot bankstel, paar fauteuils, tafel, veel planten en een enorme boekenkast, vol boeken. Ik liep er naar toe; ik las graag en was altijd benieuwd naar hetgeen anderen lazen. Heel veel boeken over DAF. Logisch; Nedcar was de uiteindelijke opvolger van de enige Nederlandse autofabrikant, DAF. Boeken over de eerste ‘Dafjes’: de 600, de 750 en de Daffodil. ‘Truttenschudders met jarretel-aandrijving’ was de bijnaam voor die eerste typen. Een licht motortje, wat een licht en klein autootje aandreef via een ingenieuze riem-overbrenging: de Variomatic automatische versnellingsbak. En nu werden er in Born Mini’s geproduceerd…
Een ander boek trok mijn aandacht: 'Bekende vliegtuigen van de wereld'. Die haalde ik van de plank. Ik bladerde door het boek heen en zat al gauw te lezen in de beschrijving van de Junkers 52. Het driemorige vracht- en passagiersvliegtuig van Nazi-Duitsland. Mooi van lelijkheid door het golfplaten uiterlijk. Tartte alle wetten van aerodynamica, maar overtrof alle limieten die ooit door de constructeurs op papier waren gezet.
Plotseling gleden er twee handen over mijn ogen. “Rara, wie ben ik?” hoorde ik zachtjes in mijn oor. “Even denken hoor… Je vader en je broer zijn er nog niet, je moeder is druk bezig met de macaroni dus blijft over: Cora de judo-duivel.” Een lachje klonk. “Maar niet in judopak vandaag.”
Ze trok haar handen weg en ik draaide me om. Een licht zomerjurkje aan en op schoentjes met hakken. Haar haren gekamd en ze had zich een beetje opgemaakt.
“Inderdaad niet in judopak. Als de Judobond dit soort kleren zou invoeren, zou ik onmiddellijk met judo beginnen.” Ze humde nadrukkelijk. Jaja… Nou meneer: jouw kleren hangen nu te drogen. Ik heb hard gewerkt terwijl jij hier zat te niksen.” “Niksen? Ik zit te studeren!” Ik liet het boek zien en ze snoof. “Studeren, zegt ‘ie. Een beetje plaatjes kijken van ouwe vliegtuigen…en ik maar werken: eerst wassen, nu tafel dekken.”
Ik zette het boek terug in de kast. “Kan ik helpen?” Cora pakte borden en bestek, ik verdeelde het netjes op tafel. Een kreet uit de keuken. “Coor! Kun jij even de sla afmaken?” Ze gniffelde. “Je eerste kooktest. Kun jij dat doen?” Ik keek haar aan. “Volgens mij hoef je sla niet te koken, maar ik ga je moeder wel even helpen, als je dat zo graag wilt.”
Ik liep de keuken in. “Welke krop sla moet geslacht worden?” Margriet keek verrast. “Wil jij dat doen? Dat is aardig.” “Ik eet hier mee, dan kan ik toch ook m’n handen uit de mouwen steken?” Ze wees twee kroppen sla aan. “Olie, zout en peper staan in die kast.” Ik keek even verder. “Heb je een paar eitjes? Mayonaise en curry? En wat atjar?” Ze wees. “In de koelkast.” Daar vond ik ook nog augurkjes en zilveruitjes en een potje Atjar. Twee eieren in een pannetje kokend water, uitjes en augurkjes kleinsnijden. Van een beetje mayo, wat curry, Atjar, zout, een beetje peper maakte ik een dressing. Azijn hoefde niet; het vocht van de Atjar was zoetzuur. Toen de nerven uit de sla halen, de sla wassen, uitschudden en vervolgens de hele handel in een grote slakom en omhusselen. Margriet keek af en toe verwonderd op mijn vingers. “Je maakt er wel iets bijzonders van, Rick.” “Ik kook al sinds m’n twaalfde. Moet wel als je moeder fulltime werkt en ’s avonds best wel moe thuiskomt.”
Ze was even stil. “Jouw ouders zijn gescheiden, begreep ik?” Ik knikte kort terwijl ik de eieren liet schrikken in koud water. “Ja. Maar we hebben het goed met elkaar: Ma en m’n zussen Gonnie en Annet. Zo mevrouw… Sla van de overkant van de A2. Nog verder iets van uw dienst?” Ze schudde haar hoofd. “Nee, dank je wel. Zeg maar tegen Cora dat we over vijf minuten kunnen eten. Mijn man en zoon kunnen elk moment binnenvallen en dan willen ze eten. En daarna zijn de honden aan de beurt, hoor maar.” Buiten klonk af en toe een piep of een blaf. Ik liep met de sla de kamer in en zette de schaal op tafel. Cora zat te lezen in het boek over vliegtuigen. “Zo mevrouw. Zit jij nou te niksen terwijl ik je moeder aan het helpen ben?” Ze keek op. “Niksen? Ik ben keihard aan het studeren!” “Op de Pabo heb je weinig aan de kennis dat een Ju-52 drie BMW negen-cylinder stermotoren heeft, hoor...”
Ze keek ondeugend. “Hoor je mij ergens zeggen dat ik voor de Pabo aan het studeren ben? Misschien studeer ik wel omdat ik me wil verdiepen in iemands interesses…”
Ik wilde wat terugzeggen, maar op dat moment hoorde ik de honden hevig blaffen en even later een mannenstem. “Lekker schat, macaroni. Heb ik zin in!” Cora veerde op. “Pa!” Ze rende de kamer uit en hoorde: “Héé, daar is de tweede liefde van mijn leven. Coortje, kom hier!” Dat deed even pijn. Zo had mijn pa mijn zussen nooit begroet. Ik liep de keuken in en stond tegenover een brede man van een jaar of veertig en een knul van rond de twintig. Cora wees. “Pap, dit is Rick over wie ik van de week vertelde. Voormalig klasgenoot en gediplomeerd zeehond.” Hij gaf me een hand. “Welkom. Ik ben Abe. En dit is onze zoon en mijn collega Hans.” Hans gaf me ook een hand en keek me aan. “En jij hebt een T-shirt en broek van mij aan?” Ik knikte. “Mag je zus vertellen.”
Cora vertelde giebelend het verhaal. “En Ma mag vertellen hoe hij haar begroette!” “Dan ga ik maar even weg, denk ik…” Ik draaide me om richting huiskamer, maar werd door Cora tegengehouden. “Hier jij of je ligt op de grond!” Margriet zei droogjes: “Toen ik uit de auto stapte, was het eerste wat ik zag deze jongeman in z’n onderbroek. Toen ik daar wat van zei, trok hij Hans z’n broek bliksemsnel aan, draaide zich om en gaf me netjes een hand. Met z’n gulp nog open…” Hans en Abe schoten in de lach.
“Prima intro, Rick”, zei Hans. “Maar ben jij het nieuwe vriendje van Coor?” Ik keek Cora aan die plotseling knalrood werd. “Wij zijn klasgenoten geweest. Van de week een paar keer gezwommen en aangezien ik momenteel helemaal alleen thuis zit, nodigde Cora me uit om eens met de honden kennis te maken. En dat heb ik geweten.” “En bemoei jij je met je eigen zaken!” Cora’s stem klonk zoals ik me haar herinnerde van school: vinnig.
“Wát hij ook is: hij maakt prima sla, daar kunnen jullie je zo meteen van overtuigen. Handen wassen en naar binnen! We gaan eten.” Margriet redde het moment. Abe kroelde even met zijn handen in Cora’s haren. De blik die ze daarbij wisselden straalde maar één ding uit: wederzijdse genegenheid. Ik werd even jaloers. Zo’n pa hebben… Eenmaal aan tafel ging de conversatie over het werk in de autofabriek, totdat Hans de sla opschepte. “Hé jij! Niet alle ei eruit bietsen! Ben jij bedonderd! Terug ermee!” Margriet was verontwaardigd en Hans keek teleurgesteld. “Verdorie…” Hij schepte zuinigjes wat sla op en proefde. “Ma! Dit is lekker! Waar het je dit recept vandaan? Zo wil ik wel elke dag sla eten!” Margriet wees naar mij. “Rick z’n sla. Complimenten graag die kant uit.”
“Jij mag blijven. Vriendje van Coor of niet. En vooruit: je mag mijn broek en T-shirt blijven dragen.” Ik moest lachen. “Graag. Ik heb geen zin om me nu weer uit te kleden. Bovendien is dat slecht voor jullie eetlust.” Abe en Hans schoten in de lach, Margriet keek zuinig en Cora boog zich over haar bord, wéér met een blos.
Abe zag het ook. “Hé dochterlief… Teveel in de zon gelegen vandaag? Moet je mee oppassen… Vertel eens: kan Rick een beetje met de honden opschieten?” De rest van de maaltijd ging het gesprek over honden. De geschiedenis van de diverse honden, wat anekdotes over logeerhonden… Veel te snel was het voorbij. Ik hield me vrij stil, luisterde vrijwel alleen maar, tenzij me rechtstreeks iets gevraagd werd. Na de maaltijd moest er afgewassen worden; Dat bleek een ‘taak voor de heren’ te zijn. Dus liep ik braaf mee naar de keuken, tot Cora me tegen hield.
“Nee, wij gaan nog even zwemmen, Rick. En jij hebt de sla gemaakt.” “Wij duiken niet nu meteen het zwembad in, dame. Krijg je gillend last van. Op z’n vroegst over een uur. Dus ik kan best even afdrogen. Als dank voor jullie prima macaroni en de gastvrijheid. En het dragen van Hans z’n broek en T-shirt natuurlijk.” Kortom: even later had ik een theedoek in m’n handen. Abe keek me aan en vroeg me op de man af: “Rick, wat is er tussen Coor en jou?” “Nog niks. We zijn oud-klasgenoten. Ik kwam er vorige week achter dat Cora niet zo’n bitch is als ze op school was.” Hans proestte het uit. “Wacht maar…” Abe legde hem met een handgebaar het zwijgen op. “Rick, ik heb haar vorige vriendje een paar dagen geleden van het erf gejaagd. Hij heeft haar zwaar bedonderd en kwam met hangende pootjes terug om te vragen of de verkering weer verder kon gaan. Toen Coor weigerde werd hij onaangenaam en heb ik ingegrepen.”
Ik knikte. “Ik weet ‘t. Ze belde me zondagavond op om het te vertellen. Ze zat aan de telefoon te huilen.” “Juist. Eén ding Rick: je bent een aardige knul, maar iemand die mijn dochter kwaad wil doen, krijgt mij tegenover zich. Goed begrepen?” Hij keek me strak aan. “Loud and clear, sir. En nee, ik heb geen plannen in die richting.” “Oké. Dan is het goed. En je bent hier welkom.”
Zijn blik werd anders. “Cora heeft een paar moeilijke weken doorgemaakt. In haar examenperiode kwam ze er achter dat haar ex-vriendje haar bedonderde; ze heeft, héél knap, haar emoties opgespaard voor ná het examen en dat rotjong er toen pas mee geconfronteerd en hem de deur gewezen. En toen pas kwamen de emoties er uit. Heeft twee dagen zitten janken en was daarna een aantal weken stil en teruggetrokken. De afgelopen dagen heeft ze voor het eerst weer voluit gelachen. Ben ik blij mee. En ze heeft deze week voor het eerst weer een aantal nachten goed geslapen. Ook een goed teken.”
Ik lachte. “Zal wel door het zwemmen komen. Ik heb haar aardig afgemat met wat oefeningetjes die we voor waterpolo doen.” “Haar afgemat? Dan moet je van goeden huize komen. Ze kan zwemmen als een waterrat…” Hans keek me aan en ik lachte een beetje gemeen. “Ze kan inderdaad prima zwemmen. Maar tien baantjes op snelheid, waarvan vijf onder water is redelijk vermoeiend. Zeker in het tempo waarop wij ze moeten kunnen zwemmen bij de training…” De afwas was gereed. “Rick, dank je wel. Drink je nog een kop koffie mee voor je Cora weer gaat afknijpen?” “Graag.” Abe deed de deur open. “Dan gaan we de dames eens aan het werk zetten… Cora, lieve dochter van me… Zou je ons het onuitsprekelijke genoegen willen doen door koffie te zetten? Daarna mag je je charmante hielen lichten en gaan zwemmen.”
Ze zuchtte demonstratief. “Ik dacht dat ik vakantie had. Lekker uitpuffen en zo. Nee, dan moet je de honden uitlaten, een of andere landloper in schone kleren helpen, wassen, tafeldekken, koffie maken en tot slot wordt je nog afgebeuld in het zwembad… Ik ga protesteren bij het LAKS.” Maar in het voorbijgaan kroelde zij op haar beurt door de haren van haar pa. “Oh, Rick: je eigen kleren zijn droog. Heb ik net even gecontroleerd.” Ze giechelde. “Je mag je hier omkleden als je wil. Als ik terug ben met de koffie.”
“Zal ik dat maar niet doen? Excuseer mij een momentje dame en heren…” Ik schoot met m’n eigen kleren de gang in en kwam even later opgelucht terug. “Zo… Waar wil jij je broek en T-shirt hebben, Hans?” Die wees. “Leg maar op de trap. Neem ik straks wel mee naar boven.” Cora keek teleurgesteld toen ze binnenkwam. “Ik had gezegd dat je moest wachten tot na de koffie, Rick!” “Jij kan hem zo meteen in zwembroek zien, zussie. Heb ik niet zo’n behoefte aan”, zei Hans droogjes. Een kwartier later zaten we op de fiets, op weg naar het zwembad.
Lees verder: Gastvrouwen In Huis - 13
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10