Door: Nicky96
Datum: 19-04-2022 | Cijfer: 9.1 | Gelezen: 2743
Lengte: Lang | Leestijd: 26 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Grote Borsten, Neuken, Prins, Sprookje,
Lengte: Lang | Leestijd: 26 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Grote Borsten, Neuken, Prins, Sprookje,
Vervolg op: Raponsje - 4: Het Bedrog
De Hereniging
Raponsje wordt in de grote toren in het bos gevonden door prins Floris. Helaas komt Clementia hier achter en ze verbant Raponsje naar een kleine oase, midden in de woestijn. Zonder hoop op redding zal Raponsje daar de rest van haar dagen slijten. Clementia heeft voor prins Floris de meest gruwelijke wraak in gedachte, maar eerst laat ze zich in een duistere nacht nog eens uitgebreid door hem neuken, zich voordoend als Raponsje. Waarom zaken en plezier immers niet met elkaar combineren? Gelukkig voor Floris wordt hij ’s ochtends als eerste wakker en kan hij vluchten. Wel ten koste van zware verwondingen.
Floris was na zijn val in de doornstruiken het bos in gerend. De doornen in zijn ogen hadden hem blind gemaakt en hij struikelde regelmatig over takken en stenen. Toen hij de stem van Clementia niet meer hoorde, trok hij snel zijn kleren aan. Daarna vluchtte hij verder. Hij moest hulp vinden! Uitzoeken waar Raponsje was gebleven en haar terugvinden! Maar eerst moest hij ontsnappen aan de heks. Blind geworden, kon hij echter zijn weg niet meer vinden. Bovendien begon het gif van de doornen ook langzaam zijn lichaam aan te tasten. De adrenaline die zijn lichaam nog een laatste beetje kracht had gegeven, was inmiddels ook wel uitgewerkt. Hij verdwaalde in het bos en op een gegeven moment kon hij niet meer doen dan wegkruipen in het dichte struikgewas, naast een kabbelend beekje. Zijn lichaam vocht een hevige strijd met het gif uit de doornen en langdurige koortsen verzwakten zijn lichaam verder. Hij kon af en toe water drinken uit het beekje, maar hij had niks te eten. Dagen en nachten gingen voorbij.
Vaak dacht hij de strijd te verliezen, maar dan dacht hij aan Raponsje. Hij moest en zou haar vinden, waar ze ook was, en hij zou haar redden en tot zijn prinses maken. Alleen deze gedachten zorgden ervoor dat hij het niet opgaf en uiteindelijk won hij de strijd tegen de dood en trok deze zich schielijk terug. Na weken van koortsen en hallucinaties was het gif eindelijk weer uit zijn lichaam verdwenen en kon hij beginnen aan het lichamelijke herstel. Hij was nog steeds blind, maar hij slaagde er wel in om eetbare wortels op te graven, en op de tast bessen en andere vruchten te vinden. Zijn uitgemergelde lichaam herstelde in ieder geval voldoende dat hij weer op de been kwam en kon proberen uit het bos te komen.
Helaas, wat Floris ook deed, hij kwam het bos niet meer uit. Jarenlang zwierf hij zo rond. Zichzelf in leven houdend van bessen en andere vruchten, eetbare wortels en paddenstoelen, die hij op het gevoel en de reuk leerde herkennen. Hij had geprobeerd het beekje stroomafwaarts te volgen, maar toen het beekje onder de grond verdween had hij dat moeten opgeven. Na meer dan twee jaar rondzwerven in het bos, zonder ook maar iemand tegen te komen, was hem de moed al lang in de schoenen gezonken. Zou hij hier ooit nog uitkomen? En zo ja, zou hij dan ooit Raponsje nog terugvinden? Weer die gedachten aan Raponsje! Dat was het enige wat er voor zorgde dat hij niet op gaf.
Op een dag bereikte Floris dan eindelijk de rand van het bos. Hij had het meteen door, omdat de zon vrij in zijn gezicht scheen, vrij van de schaduwen van de bomen en bladeren die altijd de zon blokkeerden, waar hij ook was. Hij had maar een globaal idee waar hij was. Op basis van de stand van de zon en het feit dat het ergens vroeg in de middag moest zijn, schatte hij in dat hij zich ergens aan de zuidkant van het bos bevond. Helaas, hij was daar nog nooit geweest en had ook geen idee wat daar was. Hij besloot om zoveel mogelijk in rechte lijn naar het zuiden te reizen. Ergens moest hij toch mensen tegenkomen? Ergens moest de beschaving toch weer beginnen? De warmte van de zon op zijn gezicht hielp hem globaal de richting te bepalen. ‘s ochtends hield hij de zon links van zich, rond de middag liet hij de zon zijn hele gezicht verwarmen en later op de dag voelde hij die alleen op zijn rechter wang.
Het verlaten van het bos had ook als gevolg dat hij nauwelijks nog eten en water kon vinden, zeker niet op de tast. Na een paar dagen vroeg hij zich af of hij hier wel goed aan had gedaan. Het land werd droger en warmer. Er was weinig beschutting voor de zon en ’s nachts werd het juist kouder en klammer. Elke dag dacht hij erover om het op te geven en om te keren. Terug naar het bos. Maar dat had hem in de afgelopen jaren ook niet geholpen. Hij moest doorzetten! Toen hij al zeven dagen onderweg was, wist hij dat hij geen keuze meer had. Hij was zodanig verzwakt dat hij de terugreis niet meer zou kunnen volbrengen. Er was nog maar één hoop en dat was dat hij verder in het zuiden weer ergens in de bewoonde wereld terecht zou komen, of dat hij een andere reiziger tegenkwam. Zonder dat hij het in de gaten had, liep hij inmiddels echter al een hele tijd in de woestijn. In dit tempo zou het hem zeker twee weken kosten om de overkant te halen. Twee weken die hij nooit of te nimmer zou overleven.
Op de twaalfde dag na zijn vertrek uit het bos, stortte Floris helemaal in. Hij kroop weg achter een rotsblok, wat hem nog een klein beetje bescherming tegen de zon bood. Hij was uitgedroogd en zijn lichaam was zodanig verzwakt dat hij niet meer verder kon. Hij wist dat het einde nabij was. Zijn leven flitste nog één keer aan hem voorbij. Nog één keer dacht hij aan Raponsje. Hij dacht dat hij haar weer hoorde zingen. Hallucinaties natuurlijk, dacht hij. Het zingen werd luider, alsof het dichter bij kwam. Dit moest het einde zijn, dacht hij. Sterven met het prachtige geluid van een zingende Raponsje. Het laatste wat hij dacht te horen was het stoppen van het gezang en een harde gil. Toen verloor hij zijn bewustzijn, met spijt in het hart dat hij zijn Raponsje niet had kunnen vinden en haar niet tot de zijne had kunnen maken. Dit was het einde.
Toen Floris zijn ogen weer opende, zag hij nog steeds niks. Maar hij voelde hoe zijn uitgedroogde lippen bevochtigd werden. Een nat doekje lag op zijn voorhoofd om hem af te koelen. Opnieuw hoorde hij Raponsje zingen. Zachtjes, maar wel dichtbij. Een zachte hand streelde zijn gezicht. Was hij dood? Was dit de hemel? Waarom kon hij dan nog steeds niet zien? In de hemel was je toch niet blind?
“Oh Floris, mijn lieve prins. Je leeft nog!”, hoorde hij Raponsje huilen.
Raponsje? Was zij de engel die hem hier in de hemel verzorgde? Was ze ook dood?
“Wat een geluk dat ik je vond, net buiten mijn oase, op sterven na dood”, huilde ze. “Hoe ben je hier gekomen, na al die jaren?”
Langzaam drong het besef bij Floris binnen dat hij nog leefde. Hij probeerde zich te bewegen, maar was te zwak, Toen hij probeerde te praten, merkte hij dat zijn keel en tong te droog waren om woorden te produceren. Hoe was het mogelijk dat hij hier, op deze plek, op dit moment, Raponsje had gevonden? Of eigenlijk had ze hem gevonden, besefte hij. Hij had helemaal niet geweten waar hij was. Ze had zijn leven gered, in ieder geval voor nu.
Weken lang werd Floris verzorgd door Raponsje. Bijna 24 uur per dag zorgde ze voor hem. Ze gaf hem voorzichtig te drinken, en gaf hem de hele dag kleine beetjes te eten. Langzaam herstelde zijn uitgemergelde en uitgedroogde lichaam. Ze waste hem, knipte zijn haren en scheerde zijn baard af. Hij begin er weer een beetje uit te zien als een jonge man. Na twee weken kon hij weer rechtop zitten en na nog een week scharrelde hij een beetje rond, aan de arm van Raponsje. Nog twee weken later kon hij weer zelfstandig lopen. Voorzichtig natuurlijk, want hij was nog steeds blind.
Raponsje en Floris hadden uitgebreide gesprekken gevoerd. Hij had haar uitgebreid verteld wat hij de afgelopen jaren allemaal had meegemaakt. Hij had eerlijk opgebiecht hoe Clementia hem had bedrogen en hoe hij haar uitgebreid geneukt had, denkende dat het Raponsje was. Raponsje vergaf het hem. Hij had het immers niet geweten. Zij vertelde op haar beurt hoe ze door Clementia in deze oase was gedropt en hoe ze hier de afgelopen jaren had geleefd. Er was niet veel geweest, maar van palmbladeren en takken had ze een klein hutje kunnen maken. Ze had zaden verzameld van de eetbare planten in de oase en daarmee een tuintje aangelegd waarmee ze inmiddels meer dan voldoende voedsel kon produceren. Maar ze had niet durven vertrekken uit de oase, noch waren er ooit reizigers in de buurt van de oase geweest. Ze was eenzaam en alleen en deze oase was een gevangenis, zoals ooit de toren haar gevangenis was geweest. Floris had het idee dat ze nog iets achterhield, maar drong niet aan. Als ze er aan toe was, zou ze het hem zeker vertellen.
Floris voelde zich steeds sterker. Weken lang was hij bezig geweest met overleven, maar nu kon hij weer denken aan de toekomst. Hij wilde bij Raponsje blijven. Ze zouden hier voorlopig samen kunnen leven. Het was haar immers ook gelukt om hier al die jaren in leven te blijven. Hij had haar inmiddels al vaak genoeg in zijn armen gehad om te voelen dat ze goed gevoed was. Haar lichaam was nog steeds prachtig en zacht. Ze leed geen honger en ze voelde goed aan. En haar borsten! Oh, die lekker tieten van haar! Groter dan hij zich kon herinneren. Steviger en boller. Hij had ze nog niet met zijn handen onderzocht, maar elke keer als ze over hem heen boog, voelde hij ze langs zijn lichaam schuren. Alleen het dunne stof van haar jurkje voorkwam direct contact. Hij stelde zich voor hoe zijn vingers elke vierkant centimeter van deze heerlijke tieten zouden aftasten. Hoe hij haar tepels hard zou maken en tussen zijn vingers zou laten rollen. Hoe hij zachtjes die harde tepels tussen zijn lippen zou nemen en naar binnen zou zuigen. Hij schrok ervan dat hij voor het eerst weer op deze manier aan haar dacht. Het betekende ongetwijfeld dat zijn lichaam weer voldoende hersteld was. Hij kon weer aan andere dingen denken dan alleen overleven!
Die avond waste Raponsje hem weer. Eigenlijk kon hij het zelf al wel weer, maar Raponsje was het gewend. Het was bovendien een moment waarop ze innig lichamelijk contact hadden. Raponsje had jarenlang aan de Floris gedacht. Hij was de enige man waarmee ze samen geweest was. Die haar had ontmaagd en die haar helemaal suf had geneukt op die éne dag die ze samen hadden gehad. De eerste tijd dat ze hier gevangen zat in deze oase was ze vooral bezig geweest met overleven. Het was hard werken geweest om voldoende voedsel en water te verzamelen, en om de hut te bouwen als beschutting. Maar toen ze na een paar maanden weer tijd overhield, was ze ook weer aan andere dingen gaan denken. Floris bijvoorbeeld, en hoe geweldig de seks was geweest. Ze werd al snel weer geil van de herinneringen. Haar lichaam stelde zich weer helemaal in op de seksuele behoeftes die ze jarenlang zelf had ingevuld. Met haar herinneringen en fantasieën over Floris begin ze zich steeds vaker zelf te bevredigen. Het waren de momentjes van de dag dat ze even in het paradijs verkeerde in plaats van in een kleine oase midden in de woestijn. Momenten van genot en vrijheid van de sleur van de dag. Al die jaren vingerde ze zich gemiddeld twee keer per dag naar een heerlijk hoogtepunt .
Sinds Floris er was, had ze zichzelf niet meer aangeraakt. Ze had er niet eens meer aan gedacht. Zelfs als ze hem waste en zijn slappe pik door haar handen liet glijden, was dat zonder seksuele gedachten geweest. Als haar tepels over zijn borstkas schuurden als ze zich over hem heen boog, waren ze geen enkele keer hard geworden. Maar nu, terwijl hij daar weer lag met een grotendeels hersteld lichaam, begon ze hem weer te zien als een man. Ze kon ook weer denken aan zichzelf, als een vrouw met behoeftes en wensen. Hij lag naakt op het bed van palmbladeren terwijl ze met een natte doek over zijn lichaam ging. Haar hand ging weer naar zijn pik, die ze stevig vasthield terwijl ze die ook schoonmaakte. Ze trok zijn voorhuid naar achteren om hem ook daaronder te reinigen. Ze stelde zich voor hoe die pik in haar gezeten had. Groot en hard. Hoe die haar kutje had gestreeld en haar kontje had opgerekt. En hoe hij haar helemaal had volgespoten met zijn zaad. Terwijl ze zijn pik nog beethad, meende ze te voelen hoe deze wat groter werd. Was het haar fantasie, of was het echt zo?
Floris had het wassen altijd gelaten ondergaan. Het was altijd een teken van onmacht geweest, iets wat hij zelf niet kon en waarvan hij afhankelijk was van anderen. Maar nu, voor het eerst, voelde hij meer. De warme hand van Raponsje rond zijn pik liet zijn gedachten teruggaan naar die ene dag van samenzijn met haar. Ze had zich helemaal niet gegeneerd voor haar seksuele wensen. Had gezegd dat ze met hem wilde neuken. Dat ze zijn pik in haar kutje en haar kontje wilde hebben. Hij had niet geaarzeld. Hij had haar meerdere keren bevredigd en had zijn zaad in haar lichaam gepompt. Hij begin er weer opgewonden van te worden. Zijn hart begin wat sneller te kloppen en zijn bloed stroomde naar zijn pik. Langzaam maar zeker voelde hij hoe die groter begon te worden.
Raponsje had slechts een dun jurkje aan, dat had Floris inmiddels wel in de gaten. Meer was er ook niet nodig in de warmte van de woestijn. Het was trouwens ook niet alsof ze een klerenkast had met veel keuze voor elke dag. Dit was het jurkje waarmee ze door Clementia hier was achtergelaten. Het hemdje en de onderrokken die daar bij hoorden, droeg ze al lang niet meer. Als Raponsje zich over hem heen bukte om hem te wassen, hingen haar tieten vaak op zijn lichaam. Ze waren zwaar en hoewel hij ze nog niet in zijn handen had gehad, had dat idee dat ze misschien nog wel groter waren dan toen hij haar voor het eerst ontmoette, vast verankerd in zijn hoofd. Hij legde zijn hand op haar blote been en schoof die langzaam omhoog, onder haar rokken.
Nee, het was geen fantasie geweest, dacht Raponsje. Zijn pik groeide in haar hand en drukte al snel haar vingers uit elkaar. Ze hing over hem heen. Haar tieten hingen zwaar naar beneden en drukten op zijn borstkas, ze voelde kriebels in haar buik. Ze keek hem aan, maar zag niets in zijn blinde ogen. Zijn hand op haar bovenbeen gaf echter een heel duidelijk signaal. Toen deze onder haar rokken gleed, verkrampte haar onderlichaam spontaan en stroomde haar kut vol met neukgeil. Ze wilde hem, en zo te zien wilde hij haar ook.
“Oh lieve Floris”, fluisterde ze. “Je bent weer bijna helemaal opgeknapt. Ik heb jaren aan je moeten denken. Ik wil je zo graag neuken!”
Floris had geen verder aanmoediging nodig. Hij trok het lichaam van Raponsje over zich heen en schoof haar rokken omhoog, tot rond haar middel. Een slipje droeg Raponsje ook al jaren niet meer en ze schoof haar hete schaamlippen tegen zijn inmiddels keiharde pik. Zachtjes bewoog ze op en neer met die harde paal in de lengte in haar spleet.
“Wat is hij lekker hard en groot”, fluisterde ze. “Wat heb ik die gemist!”
Raponsje kwam een beetje overeind en duwde zijn eikel tussen haar kletsnatte schaamlippen. Ook nu liet ze zich met een snelle beweging over hem heen glijden, precies zoals ze de eerste keer had gedaan. Nu ging het soepel en pijnloos. Hij gleed helemaal in haar en het topje van zijn pik raakte haar baarmoedermond.
“Oh god”, kreunde ze. “Wat lekker diep! Zo diep kon ik met mijn vingers nooit komen!”
Floris was ook helemaal in de zevende hemel. Die warme kut van Raponsje voelde als op maat gemaakt voor hem. Zo warm, strak en nat. Elke vierkante centimeter van zijn pik werd verwend. Langzaam begon Raponsje op en neer te bewegen.
“Oh Floris, wat is dit lekker”, huilde ze. “Ik ben zo blij dat je me gevonden hebt, en dat we weer samen zijn.”
Tranen van geluk stroomden over haar wangen en vielen in het gezicht van Floris. Meerdere grote tranen velen in zijn blinde ogen. Raponsje had het niet in de gaten, maar overal waar een traan in zijn ogen viel, leken die ogen, die er uit zagen als wit melkglas, enigszins op te klaren.
Floris lag met zijn ogen dicht te genieten van dat hete kutje van Raponsje dat zijn pik over de hele lengte streelde. Hij wilde haar in de ogen kijken en opende die van hem. Maar het was donker. Hij was immers blind en zag niets.
“Oh Floris, wat is dit lekker”, hoorde hij Raponsje zeggen.
Haar stem trilde en het leek alsof ze huilde. Hij voelde haar tranen in zijn gezicht en toen voelde hij ook dikke tranen in zijn ogen vallen. Hij knipperde een keer in een reflex, maar nog meer tranen vielen in zijn ogen. Was hij nou gek, of…, het leek wel lichter te worden, alsof de sterren achter de wolken vandaan komen en je langzaam in het weinige licht vormen in de omgeving begint te onderscheiden. Hij begon lichte en donkere vlekken te zien en even later dacht hij een gedaante te ontwaren die over hem heen gebogen hing.
Raponsje hield het niet meer. Ze was zo geil geweest dat ze nu snel op een orgasme afstormde. Haar tranen ten spijt sloot ze haar ogen om alleen nog te vertrouwen op haar gevoel. Een explosief orgasme breidde zich vanuit haar kut uit over haar hele lichaam, Haar gezicht begon te gloeien en haar hersenen zetten alle andere activiteiten even op non-actief. In het zelf gecreëerde duister voelde ze haar lichaam schokken en haar benen trillen. Ze bleef over die heerlijke pik op en neer schuiven om het orgasme zo lang mogelijk te rekken. Een heerlijke pik waar nu spontaan contractiegolven over heen trokken en waaruit hete stralen zaad tegen haar baarmoedermond aan spoten. Ze bewoog nog een paar keer op en neer, op het ritme van de zaadlozingen, voordat ze zich uitgeput op zijn borstkas liet vallen.
Floris begon net iets van een gedaante te onderscheiden, toen alles weer donker werd, Inwendig schreeuwde hij het uit.
“Nee! Nee!”, dacht hij.
Even was daar die illusie geweest dat hij weer zou kunnen zien, maar dat moment was weer voorbij. Dat was het moment dat hij ook zelf explodeerde. Het schokkende en trillende lichaam van Raponsje had hem de drempel over geholpen en een orgasme knalde door zijn lichaam. Zijn pik verkrampte en contractiegolven dreven zaad en andere vloeistoffen met hoge snelheid door zijn pik. Als een vulkaan begon hij Raponsje vol te spuiten met zijn zaad. Tegelijkertijd realiseerde hij zich dat hij zijn ogen had gesloten op het moment dat hij zijn hoogtepunt had bereikt. Hij voelde hoe Raponsje zich op zijn borst liet vallen. Hijgend en voldaan. Haar massieve tieten drukten op zijn lichaam. Hij opende zijn ogen en keek recht in het gezicht van Raponsje, op nog geen tien centimeter van zijn eigen gezicht.
“Raponsje”, fluisterde hij. “Ik kan je weer zien!”
Samen huilden ze, terwijl Floris om zich heen keek en alles in zich probeerde op te nemen. Hij bekeek natuurlijk vooral Raponsje eens goed, Ze was nog net zo mooi als hij zich haar al die jaren had voorgesteld. Hij was blij dat hij haar precies zo had onthouden als ze ook echt was. Alleen die tieten! Toen Raponsje overeind kwam, viel hem direct op dat haar tieten echt een stuk groter waren dan voorheen. Hij stak zijn handen uit en streelde ze. Haar huid voelde aan als fluweel, maar verder waren ze stevig en gespannen. Haar tepels wezen recht vooruit en waren al hard toen hij ze aanraakte. Hij trok haar weer naar zich toe en kuste haar tieten. Hij zette zijn lippen rond haar rechter tepel en liet zijn tong over de harde, onregelmatig gevormde knop glijden. Ja, haar tieten waren veel groter dan voorheen. Veel mooier, voller en steviger. Hij zoog haar tepel naar binnen en proefde toen de warme, zoete melk die in zijn mond spoot. Melk? Geschrokken liet hij de tepel los en uit zijn mond glijden. Een druppel melk viel op zijn borstkas en een tweede druppel bleef aan haar tepel hangen.
“Melk?”, zei hij nu hardop.
Raponsje kreeg een rood hoofd.
“Er is nog iets wat ik je moet vertellen”, fluisterde ze. “Ik heb je daar tot nu toe niet mee willen belasten, maar van die ene dag die we samen hebben doorgebracht, ben ik zwanger geworden. Hier in deze oase ben ik bevallen van de mooiste tweeling die er op deze wereld te vinden is. Twee meisjes, nu bijna anderhalf jaar oud. Ik heb niet alleen hard gewerkt voor mijn eigen leven, en de hoop jou weer ooit terug te zien, maar vooral ook voor hen.”
De tranen die over de wangen van Floris liepen, waren van geluk. Geluk dat hij zijn Raponsje weer had gevonden, geluk dat hij weer kon zien, het geluk van een fantastisch orgasme, maar bovenal het geluk van de tweeling die hij bleek te hebben. Twee kleine prinsesjes, wie had dat ooit kunnen denken?
In de maanden daarna knapte Floris steeds verder op, tot hij weer helemaal op krachten was. Het had misschien iets langer geduurd dan strikt noodzakelijk, want hij moest dagelijks ook de nodige tijd en energie steken in de bevrediging van zijn Raponsje. Niet dat hij daar nou echt problemen mee had, maar nu ze weer helemaal los gekomen waren, had het wel een behoorlijke impact op zijn verdere lichamelijke herstel. Inmiddels was ook duidelijk dat Raponsje opnieuw zwanger was. Ze stonden voor een moeilijke keuze. Moesten ze hier in deze oase blijven en er het beste van zien te maken, of gingen ze toch proberen om de bewoonde wereld weer te bereiken? Met alle risico’s die dat met zich mee zou brengen?
“Onze kinderen hebben hier geen toekomst”, zei Raponsje steeds.
Uiteindelijk was dat de reden dat ze het erop gingen wagen. Ze bereidden zich voor op een lange reis door de woestijn en op een dag vertrokken ze.
Raponsje werd nu nog niet gehinderd door haar nog jonge zwangerschap en elke dag legden ze een behoorlijke afstand af. Natuurlijk werd het steeds zwaarder, maar Floris wist ongeveer de richting en hij had ingeschat dat ze het in een dag of acht moesten kunnen doen. En zo geschiedde. Op dag zeven zagen ze in de verte de bosrand en toen ze nog wat dichter bij kwamen, was duidelijk dat het geen fata morgana was. In het bos konden ze weer wat aansterken, en na de nodige reizen kwamen ze eindelijk aan in het kasteel van de vader van Floris. Ze trouwden en kregen alles bij elkaar wel twaalf kinderen. Die luisterden vaak naar het verhaal hoe Floris en Raponsje elkaar hadden ontmoet en hoe ze er na lange omzwervingen in geslaagd waren het kasteel weer te bereiken. Dat daarbij bepaalde details achterwege gelaten werden, spreekt voor zich. En zoals het een goed sprookje betaamd, leefden ze nog allemaal lang en gelukkig!
En zo kwam er ook weer een einde aan dit sprookje. Wil jij van een ander sprookje lezen wat er tot nu toe altijd verzwegen werd? Vertel het me in de reacties en wie weet...
Floris was na zijn val in de doornstruiken het bos in gerend. De doornen in zijn ogen hadden hem blind gemaakt en hij struikelde regelmatig over takken en stenen. Toen hij de stem van Clementia niet meer hoorde, trok hij snel zijn kleren aan. Daarna vluchtte hij verder. Hij moest hulp vinden! Uitzoeken waar Raponsje was gebleven en haar terugvinden! Maar eerst moest hij ontsnappen aan de heks. Blind geworden, kon hij echter zijn weg niet meer vinden. Bovendien begon het gif van de doornen ook langzaam zijn lichaam aan te tasten. De adrenaline die zijn lichaam nog een laatste beetje kracht had gegeven, was inmiddels ook wel uitgewerkt. Hij verdwaalde in het bos en op een gegeven moment kon hij niet meer doen dan wegkruipen in het dichte struikgewas, naast een kabbelend beekje. Zijn lichaam vocht een hevige strijd met het gif uit de doornen en langdurige koortsen verzwakten zijn lichaam verder. Hij kon af en toe water drinken uit het beekje, maar hij had niks te eten. Dagen en nachten gingen voorbij.
Vaak dacht hij de strijd te verliezen, maar dan dacht hij aan Raponsje. Hij moest en zou haar vinden, waar ze ook was, en hij zou haar redden en tot zijn prinses maken. Alleen deze gedachten zorgden ervoor dat hij het niet opgaf en uiteindelijk won hij de strijd tegen de dood en trok deze zich schielijk terug. Na weken van koortsen en hallucinaties was het gif eindelijk weer uit zijn lichaam verdwenen en kon hij beginnen aan het lichamelijke herstel. Hij was nog steeds blind, maar hij slaagde er wel in om eetbare wortels op te graven, en op de tast bessen en andere vruchten te vinden. Zijn uitgemergelde lichaam herstelde in ieder geval voldoende dat hij weer op de been kwam en kon proberen uit het bos te komen.
Helaas, wat Floris ook deed, hij kwam het bos niet meer uit. Jarenlang zwierf hij zo rond. Zichzelf in leven houdend van bessen en andere vruchten, eetbare wortels en paddenstoelen, die hij op het gevoel en de reuk leerde herkennen. Hij had geprobeerd het beekje stroomafwaarts te volgen, maar toen het beekje onder de grond verdween had hij dat moeten opgeven. Na meer dan twee jaar rondzwerven in het bos, zonder ook maar iemand tegen te komen, was hem de moed al lang in de schoenen gezonken. Zou hij hier ooit nog uitkomen? En zo ja, zou hij dan ooit Raponsje nog terugvinden? Weer die gedachten aan Raponsje! Dat was het enige wat er voor zorgde dat hij niet op gaf.
Op een dag bereikte Floris dan eindelijk de rand van het bos. Hij had het meteen door, omdat de zon vrij in zijn gezicht scheen, vrij van de schaduwen van de bomen en bladeren die altijd de zon blokkeerden, waar hij ook was. Hij had maar een globaal idee waar hij was. Op basis van de stand van de zon en het feit dat het ergens vroeg in de middag moest zijn, schatte hij in dat hij zich ergens aan de zuidkant van het bos bevond. Helaas, hij was daar nog nooit geweest en had ook geen idee wat daar was. Hij besloot om zoveel mogelijk in rechte lijn naar het zuiden te reizen. Ergens moest hij toch mensen tegenkomen? Ergens moest de beschaving toch weer beginnen? De warmte van de zon op zijn gezicht hielp hem globaal de richting te bepalen. ‘s ochtends hield hij de zon links van zich, rond de middag liet hij de zon zijn hele gezicht verwarmen en later op de dag voelde hij die alleen op zijn rechter wang.
Het verlaten van het bos had ook als gevolg dat hij nauwelijks nog eten en water kon vinden, zeker niet op de tast. Na een paar dagen vroeg hij zich af of hij hier wel goed aan had gedaan. Het land werd droger en warmer. Er was weinig beschutting voor de zon en ’s nachts werd het juist kouder en klammer. Elke dag dacht hij erover om het op te geven en om te keren. Terug naar het bos. Maar dat had hem in de afgelopen jaren ook niet geholpen. Hij moest doorzetten! Toen hij al zeven dagen onderweg was, wist hij dat hij geen keuze meer had. Hij was zodanig verzwakt dat hij de terugreis niet meer zou kunnen volbrengen. Er was nog maar één hoop en dat was dat hij verder in het zuiden weer ergens in de bewoonde wereld terecht zou komen, of dat hij een andere reiziger tegenkwam. Zonder dat hij het in de gaten had, liep hij inmiddels echter al een hele tijd in de woestijn. In dit tempo zou het hem zeker twee weken kosten om de overkant te halen. Twee weken die hij nooit of te nimmer zou overleven.
Op de twaalfde dag na zijn vertrek uit het bos, stortte Floris helemaal in. Hij kroop weg achter een rotsblok, wat hem nog een klein beetje bescherming tegen de zon bood. Hij was uitgedroogd en zijn lichaam was zodanig verzwakt dat hij niet meer verder kon. Hij wist dat het einde nabij was. Zijn leven flitste nog één keer aan hem voorbij. Nog één keer dacht hij aan Raponsje. Hij dacht dat hij haar weer hoorde zingen. Hallucinaties natuurlijk, dacht hij. Het zingen werd luider, alsof het dichter bij kwam. Dit moest het einde zijn, dacht hij. Sterven met het prachtige geluid van een zingende Raponsje. Het laatste wat hij dacht te horen was het stoppen van het gezang en een harde gil. Toen verloor hij zijn bewustzijn, met spijt in het hart dat hij zijn Raponsje niet had kunnen vinden en haar niet tot de zijne had kunnen maken. Dit was het einde.
Toen Floris zijn ogen weer opende, zag hij nog steeds niks. Maar hij voelde hoe zijn uitgedroogde lippen bevochtigd werden. Een nat doekje lag op zijn voorhoofd om hem af te koelen. Opnieuw hoorde hij Raponsje zingen. Zachtjes, maar wel dichtbij. Een zachte hand streelde zijn gezicht. Was hij dood? Was dit de hemel? Waarom kon hij dan nog steeds niet zien? In de hemel was je toch niet blind?
“Oh Floris, mijn lieve prins. Je leeft nog!”, hoorde hij Raponsje huilen.
Raponsje? Was zij de engel die hem hier in de hemel verzorgde? Was ze ook dood?
“Wat een geluk dat ik je vond, net buiten mijn oase, op sterven na dood”, huilde ze. “Hoe ben je hier gekomen, na al die jaren?”
Langzaam drong het besef bij Floris binnen dat hij nog leefde. Hij probeerde zich te bewegen, maar was te zwak, Toen hij probeerde te praten, merkte hij dat zijn keel en tong te droog waren om woorden te produceren. Hoe was het mogelijk dat hij hier, op deze plek, op dit moment, Raponsje had gevonden? Of eigenlijk had ze hem gevonden, besefte hij. Hij had helemaal niet geweten waar hij was. Ze had zijn leven gered, in ieder geval voor nu.
Weken lang werd Floris verzorgd door Raponsje. Bijna 24 uur per dag zorgde ze voor hem. Ze gaf hem voorzichtig te drinken, en gaf hem de hele dag kleine beetjes te eten. Langzaam herstelde zijn uitgemergelde en uitgedroogde lichaam. Ze waste hem, knipte zijn haren en scheerde zijn baard af. Hij begin er weer een beetje uit te zien als een jonge man. Na twee weken kon hij weer rechtop zitten en na nog een week scharrelde hij een beetje rond, aan de arm van Raponsje. Nog twee weken later kon hij weer zelfstandig lopen. Voorzichtig natuurlijk, want hij was nog steeds blind.
Raponsje en Floris hadden uitgebreide gesprekken gevoerd. Hij had haar uitgebreid verteld wat hij de afgelopen jaren allemaal had meegemaakt. Hij had eerlijk opgebiecht hoe Clementia hem had bedrogen en hoe hij haar uitgebreid geneukt had, denkende dat het Raponsje was. Raponsje vergaf het hem. Hij had het immers niet geweten. Zij vertelde op haar beurt hoe ze door Clementia in deze oase was gedropt en hoe ze hier de afgelopen jaren had geleefd. Er was niet veel geweest, maar van palmbladeren en takken had ze een klein hutje kunnen maken. Ze had zaden verzameld van de eetbare planten in de oase en daarmee een tuintje aangelegd waarmee ze inmiddels meer dan voldoende voedsel kon produceren. Maar ze had niet durven vertrekken uit de oase, noch waren er ooit reizigers in de buurt van de oase geweest. Ze was eenzaam en alleen en deze oase was een gevangenis, zoals ooit de toren haar gevangenis was geweest. Floris had het idee dat ze nog iets achterhield, maar drong niet aan. Als ze er aan toe was, zou ze het hem zeker vertellen.
Floris voelde zich steeds sterker. Weken lang was hij bezig geweest met overleven, maar nu kon hij weer denken aan de toekomst. Hij wilde bij Raponsje blijven. Ze zouden hier voorlopig samen kunnen leven. Het was haar immers ook gelukt om hier al die jaren in leven te blijven. Hij had haar inmiddels al vaak genoeg in zijn armen gehad om te voelen dat ze goed gevoed was. Haar lichaam was nog steeds prachtig en zacht. Ze leed geen honger en ze voelde goed aan. En haar borsten! Oh, die lekker tieten van haar! Groter dan hij zich kon herinneren. Steviger en boller. Hij had ze nog niet met zijn handen onderzocht, maar elke keer als ze over hem heen boog, voelde hij ze langs zijn lichaam schuren. Alleen het dunne stof van haar jurkje voorkwam direct contact. Hij stelde zich voor hoe zijn vingers elke vierkant centimeter van deze heerlijke tieten zouden aftasten. Hoe hij haar tepels hard zou maken en tussen zijn vingers zou laten rollen. Hoe hij zachtjes die harde tepels tussen zijn lippen zou nemen en naar binnen zou zuigen. Hij schrok ervan dat hij voor het eerst weer op deze manier aan haar dacht. Het betekende ongetwijfeld dat zijn lichaam weer voldoende hersteld was. Hij kon weer aan andere dingen denken dan alleen overleven!
Die avond waste Raponsje hem weer. Eigenlijk kon hij het zelf al wel weer, maar Raponsje was het gewend. Het was bovendien een moment waarop ze innig lichamelijk contact hadden. Raponsje had jarenlang aan de Floris gedacht. Hij was de enige man waarmee ze samen geweest was. Die haar had ontmaagd en die haar helemaal suf had geneukt op die éne dag die ze samen hadden gehad. De eerste tijd dat ze hier gevangen zat in deze oase was ze vooral bezig geweest met overleven. Het was hard werken geweest om voldoende voedsel en water te verzamelen, en om de hut te bouwen als beschutting. Maar toen ze na een paar maanden weer tijd overhield, was ze ook weer aan andere dingen gaan denken. Floris bijvoorbeeld, en hoe geweldig de seks was geweest. Ze werd al snel weer geil van de herinneringen. Haar lichaam stelde zich weer helemaal in op de seksuele behoeftes die ze jarenlang zelf had ingevuld. Met haar herinneringen en fantasieën over Floris begin ze zich steeds vaker zelf te bevredigen. Het waren de momentjes van de dag dat ze even in het paradijs verkeerde in plaats van in een kleine oase midden in de woestijn. Momenten van genot en vrijheid van de sleur van de dag. Al die jaren vingerde ze zich gemiddeld twee keer per dag naar een heerlijk hoogtepunt .
Sinds Floris er was, had ze zichzelf niet meer aangeraakt. Ze had er niet eens meer aan gedacht. Zelfs als ze hem waste en zijn slappe pik door haar handen liet glijden, was dat zonder seksuele gedachten geweest. Als haar tepels over zijn borstkas schuurden als ze zich over hem heen boog, waren ze geen enkele keer hard geworden. Maar nu, terwijl hij daar weer lag met een grotendeels hersteld lichaam, begon ze hem weer te zien als een man. Ze kon ook weer denken aan zichzelf, als een vrouw met behoeftes en wensen. Hij lag naakt op het bed van palmbladeren terwijl ze met een natte doek over zijn lichaam ging. Haar hand ging weer naar zijn pik, die ze stevig vasthield terwijl ze die ook schoonmaakte. Ze trok zijn voorhuid naar achteren om hem ook daaronder te reinigen. Ze stelde zich voor hoe die pik in haar gezeten had. Groot en hard. Hoe die haar kutje had gestreeld en haar kontje had opgerekt. En hoe hij haar helemaal had volgespoten met zijn zaad. Terwijl ze zijn pik nog beethad, meende ze te voelen hoe deze wat groter werd. Was het haar fantasie, of was het echt zo?
Floris had het wassen altijd gelaten ondergaan. Het was altijd een teken van onmacht geweest, iets wat hij zelf niet kon en waarvan hij afhankelijk was van anderen. Maar nu, voor het eerst, voelde hij meer. De warme hand van Raponsje rond zijn pik liet zijn gedachten teruggaan naar die ene dag van samenzijn met haar. Ze had zich helemaal niet gegeneerd voor haar seksuele wensen. Had gezegd dat ze met hem wilde neuken. Dat ze zijn pik in haar kutje en haar kontje wilde hebben. Hij had niet geaarzeld. Hij had haar meerdere keren bevredigd en had zijn zaad in haar lichaam gepompt. Hij begin er weer opgewonden van te worden. Zijn hart begin wat sneller te kloppen en zijn bloed stroomde naar zijn pik. Langzaam maar zeker voelde hij hoe die groter begon te worden.
Raponsje had slechts een dun jurkje aan, dat had Floris inmiddels wel in de gaten. Meer was er ook niet nodig in de warmte van de woestijn. Het was trouwens ook niet alsof ze een klerenkast had met veel keuze voor elke dag. Dit was het jurkje waarmee ze door Clementia hier was achtergelaten. Het hemdje en de onderrokken die daar bij hoorden, droeg ze al lang niet meer. Als Raponsje zich over hem heen bukte om hem te wassen, hingen haar tieten vaak op zijn lichaam. Ze waren zwaar en hoewel hij ze nog niet in zijn handen had gehad, had dat idee dat ze misschien nog wel groter waren dan toen hij haar voor het eerst ontmoette, vast verankerd in zijn hoofd. Hij legde zijn hand op haar blote been en schoof die langzaam omhoog, onder haar rokken.
Nee, het was geen fantasie geweest, dacht Raponsje. Zijn pik groeide in haar hand en drukte al snel haar vingers uit elkaar. Ze hing over hem heen. Haar tieten hingen zwaar naar beneden en drukten op zijn borstkas, ze voelde kriebels in haar buik. Ze keek hem aan, maar zag niets in zijn blinde ogen. Zijn hand op haar bovenbeen gaf echter een heel duidelijk signaal. Toen deze onder haar rokken gleed, verkrampte haar onderlichaam spontaan en stroomde haar kut vol met neukgeil. Ze wilde hem, en zo te zien wilde hij haar ook.
“Oh lieve Floris”, fluisterde ze. “Je bent weer bijna helemaal opgeknapt. Ik heb jaren aan je moeten denken. Ik wil je zo graag neuken!”
Floris had geen verder aanmoediging nodig. Hij trok het lichaam van Raponsje over zich heen en schoof haar rokken omhoog, tot rond haar middel. Een slipje droeg Raponsje ook al jaren niet meer en ze schoof haar hete schaamlippen tegen zijn inmiddels keiharde pik. Zachtjes bewoog ze op en neer met die harde paal in de lengte in haar spleet.
“Wat is hij lekker hard en groot”, fluisterde ze. “Wat heb ik die gemist!”
Raponsje kwam een beetje overeind en duwde zijn eikel tussen haar kletsnatte schaamlippen. Ook nu liet ze zich met een snelle beweging over hem heen glijden, precies zoals ze de eerste keer had gedaan. Nu ging het soepel en pijnloos. Hij gleed helemaal in haar en het topje van zijn pik raakte haar baarmoedermond.
“Oh god”, kreunde ze. “Wat lekker diep! Zo diep kon ik met mijn vingers nooit komen!”
Floris was ook helemaal in de zevende hemel. Die warme kut van Raponsje voelde als op maat gemaakt voor hem. Zo warm, strak en nat. Elke vierkante centimeter van zijn pik werd verwend. Langzaam begon Raponsje op en neer te bewegen.
“Oh Floris, wat is dit lekker”, huilde ze. “Ik ben zo blij dat je me gevonden hebt, en dat we weer samen zijn.”
Tranen van geluk stroomden over haar wangen en vielen in het gezicht van Floris. Meerdere grote tranen velen in zijn blinde ogen. Raponsje had het niet in de gaten, maar overal waar een traan in zijn ogen viel, leken die ogen, die er uit zagen als wit melkglas, enigszins op te klaren.
Floris lag met zijn ogen dicht te genieten van dat hete kutje van Raponsje dat zijn pik over de hele lengte streelde. Hij wilde haar in de ogen kijken en opende die van hem. Maar het was donker. Hij was immers blind en zag niets.
“Oh Floris, wat is dit lekker”, hoorde hij Raponsje zeggen.
Haar stem trilde en het leek alsof ze huilde. Hij voelde haar tranen in zijn gezicht en toen voelde hij ook dikke tranen in zijn ogen vallen. Hij knipperde een keer in een reflex, maar nog meer tranen vielen in zijn ogen. Was hij nou gek, of…, het leek wel lichter te worden, alsof de sterren achter de wolken vandaan komen en je langzaam in het weinige licht vormen in de omgeving begint te onderscheiden. Hij begon lichte en donkere vlekken te zien en even later dacht hij een gedaante te ontwaren die over hem heen gebogen hing.
Raponsje hield het niet meer. Ze was zo geil geweest dat ze nu snel op een orgasme afstormde. Haar tranen ten spijt sloot ze haar ogen om alleen nog te vertrouwen op haar gevoel. Een explosief orgasme breidde zich vanuit haar kut uit over haar hele lichaam, Haar gezicht begon te gloeien en haar hersenen zetten alle andere activiteiten even op non-actief. In het zelf gecreëerde duister voelde ze haar lichaam schokken en haar benen trillen. Ze bleef over die heerlijke pik op en neer schuiven om het orgasme zo lang mogelijk te rekken. Een heerlijke pik waar nu spontaan contractiegolven over heen trokken en waaruit hete stralen zaad tegen haar baarmoedermond aan spoten. Ze bewoog nog een paar keer op en neer, op het ritme van de zaadlozingen, voordat ze zich uitgeput op zijn borstkas liet vallen.
Floris begon net iets van een gedaante te onderscheiden, toen alles weer donker werd, Inwendig schreeuwde hij het uit.
“Nee! Nee!”, dacht hij.
Even was daar die illusie geweest dat hij weer zou kunnen zien, maar dat moment was weer voorbij. Dat was het moment dat hij ook zelf explodeerde. Het schokkende en trillende lichaam van Raponsje had hem de drempel over geholpen en een orgasme knalde door zijn lichaam. Zijn pik verkrampte en contractiegolven dreven zaad en andere vloeistoffen met hoge snelheid door zijn pik. Als een vulkaan begon hij Raponsje vol te spuiten met zijn zaad. Tegelijkertijd realiseerde hij zich dat hij zijn ogen had gesloten op het moment dat hij zijn hoogtepunt had bereikt. Hij voelde hoe Raponsje zich op zijn borst liet vallen. Hijgend en voldaan. Haar massieve tieten drukten op zijn lichaam. Hij opende zijn ogen en keek recht in het gezicht van Raponsje, op nog geen tien centimeter van zijn eigen gezicht.
“Raponsje”, fluisterde hij. “Ik kan je weer zien!”
Samen huilden ze, terwijl Floris om zich heen keek en alles in zich probeerde op te nemen. Hij bekeek natuurlijk vooral Raponsje eens goed, Ze was nog net zo mooi als hij zich haar al die jaren had voorgesteld. Hij was blij dat hij haar precies zo had onthouden als ze ook echt was. Alleen die tieten! Toen Raponsje overeind kwam, viel hem direct op dat haar tieten echt een stuk groter waren dan voorheen. Hij stak zijn handen uit en streelde ze. Haar huid voelde aan als fluweel, maar verder waren ze stevig en gespannen. Haar tepels wezen recht vooruit en waren al hard toen hij ze aanraakte. Hij trok haar weer naar zich toe en kuste haar tieten. Hij zette zijn lippen rond haar rechter tepel en liet zijn tong over de harde, onregelmatig gevormde knop glijden. Ja, haar tieten waren veel groter dan voorheen. Veel mooier, voller en steviger. Hij zoog haar tepel naar binnen en proefde toen de warme, zoete melk die in zijn mond spoot. Melk? Geschrokken liet hij de tepel los en uit zijn mond glijden. Een druppel melk viel op zijn borstkas en een tweede druppel bleef aan haar tepel hangen.
“Melk?”, zei hij nu hardop.
Raponsje kreeg een rood hoofd.
“Er is nog iets wat ik je moet vertellen”, fluisterde ze. “Ik heb je daar tot nu toe niet mee willen belasten, maar van die ene dag die we samen hebben doorgebracht, ben ik zwanger geworden. Hier in deze oase ben ik bevallen van de mooiste tweeling die er op deze wereld te vinden is. Twee meisjes, nu bijna anderhalf jaar oud. Ik heb niet alleen hard gewerkt voor mijn eigen leven, en de hoop jou weer ooit terug te zien, maar vooral ook voor hen.”
De tranen die over de wangen van Floris liepen, waren van geluk. Geluk dat hij zijn Raponsje weer had gevonden, geluk dat hij weer kon zien, het geluk van een fantastisch orgasme, maar bovenal het geluk van de tweeling die hij bleek te hebben. Twee kleine prinsesjes, wie had dat ooit kunnen denken?
In de maanden daarna knapte Floris steeds verder op, tot hij weer helemaal op krachten was. Het had misschien iets langer geduurd dan strikt noodzakelijk, want hij moest dagelijks ook de nodige tijd en energie steken in de bevrediging van zijn Raponsje. Niet dat hij daar nou echt problemen mee had, maar nu ze weer helemaal los gekomen waren, had het wel een behoorlijke impact op zijn verdere lichamelijke herstel. Inmiddels was ook duidelijk dat Raponsje opnieuw zwanger was. Ze stonden voor een moeilijke keuze. Moesten ze hier in deze oase blijven en er het beste van zien te maken, of gingen ze toch proberen om de bewoonde wereld weer te bereiken? Met alle risico’s die dat met zich mee zou brengen?
“Onze kinderen hebben hier geen toekomst”, zei Raponsje steeds.
Uiteindelijk was dat de reden dat ze het erop gingen wagen. Ze bereidden zich voor op een lange reis door de woestijn en op een dag vertrokken ze.
Raponsje werd nu nog niet gehinderd door haar nog jonge zwangerschap en elke dag legden ze een behoorlijke afstand af. Natuurlijk werd het steeds zwaarder, maar Floris wist ongeveer de richting en hij had ingeschat dat ze het in een dag of acht moesten kunnen doen. En zo geschiedde. Op dag zeven zagen ze in de verte de bosrand en toen ze nog wat dichter bij kwamen, was duidelijk dat het geen fata morgana was. In het bos konden ze weer wat aansterken, en na de nodige reizen kwamen ze eindelijk aan in het kasteel van de vader van Floris. Ze trouwden en kregen alles bij elkaar wel twaalf kinderen. Die luisterden vaak naar het verhaal hoe Floris en Raponsje elkaar hadden ontmoet en hoe ze er na lange omzwervingen in geslaagd waren het kasteel weer te bereiken. Dat daarbij bepaalde details achterwege gelaten werden, spreekt voor zich. En zoals het een goed sprookje betaamd, leefden ze nog allemaal lang en gelukkig!
En zo kwam er ook weer een einde aan dit sprookje. Wil jij van een ander sprookje lezen wat er tot nu toe altijd verzwegen werd? Vertel het me in de reacties en wie weet...
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10