Door: Bookolos
Datum: 25-06-2022 | Cijfer: 7.3 | Gelezen: 2985
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 11 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Exhibitionisme, Natuur, Plas, Verkracht,
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 11 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Exhibitionisme, Natuur, Plas, Verkracht,
Nimfen En Satyrs
Mijn allerliefste Artemis zou gaan buurten bij haar lesbische vriendin, dus ik had de rest van de dag voor mijzelf. Artemis en ik neuken al sinds onze middelbare schooltijd, maar we zijn nooit exclusief geweest. (Eigenlijk deden we alles al eerder, daar mag ik hier niets over vertellen; mail me maar via mijn profielpagina als je een verhaal over onze kinder- en vroege tienertijd wilt lezen). Vanaf ons zestiende zetten we onze bezigheden ook op filmpjes en omdat we allemaal meededen was er geen sprake van sexting. Integendeel, een van ons had gevonden hoe je met deze tienerporno behoorlijk geld kon verdienen. Vanaf het eerste begin werden er namelijk vriendjes en vriendinnen bijgehaald en werden alle broekjes en rokjes uitgelaten. Want wat is er leuker voor pornokijkers dan neukende tieners. Later mocht dat pas vanaf achttien jaar, resp. 21, maar dit was nog de goede tijd. We verkochten de filmpjes via videotheken, want internet bestond nog niet.
Ik zette de auto op het parkeerterrein bij het dal van de moerbeibomen, dat aan één kant tegen een steile helling aanlag. Ik stapte uit en hoorde meteen de moerbeitoppen ruisen. Het leek net of de bomen bezield waren. Toefden er goden en godinnen? Niettemin, ik kleedde mij uit, want ik houd van naakte boswandelingen, en ging het bos in met alleen een paar sandalen aan. Normaal gesproken geniet ik van de zon en de wind op mijn blote huid en verder niets, mijn lul blijft bijvoorbeeld slap. Ik voel er ook geen opwinding bij, behalve wat ik zelf fantaseer. Maar de bezielde omgeving gaf mij deze keer een onbestemd gevoel waar ik een flinke stijve van kreeg. Dat ik er vanaf dat moment uitzag als een potloodventer kon me echt niet schelen, dus ik wandelde rustig een flink eind het bos in. Het leek wel of alle bomen en planten ogen hadden en op mij loerden. De bomen leken stemgeluiden te ruisen, maar ik kon ze niet verstaan. Ik zette het beklemde gevoel van mij af en besloot zo lang mogelijk te genieten van mijn brutale erectie. Misschien zou ik me op zeker moment toch wel aftrekken, maar dat stelde ik uit. Dan kon Artemis vanavond ook aan haar trekken komen, al zou ze zich vóór die tijd met de lesbische vriendin zeker uitleven.
Na een half uurtje het moerbeiwoud ingetrokken te zijn moest ik toch mijn blaas legen. Iedere man weet dat dat slecht gaat met een lul in erectie, ik zocht dus een mooie boom met wat onderbegroeiing uit om de druppels uit mijn staaf te persen. Normaal praat ik niet met bomen, laat staan dat ik ze omhels, maar om mijn lul wat naar beneden te laten hangen bukte ik me een stukje voorover en pakte met twee handen de moerbeiboom beet. Toen hoorde ik wat de boombladeren ruisten: “laat me gaan, laat me gaan”. Maar ik wilde mijn blaas legen en bleef met een stokstijve staan. Terwijl de druppels tegen de stam sproeiden en naar de grond lekten, leek de boomschors los te laten en zich om te vormen tot een volkomen naakt meisje. De boomwortels dijden uit tot benen en de takken verschrompelden tot armen en oren, en waar knoesten gezeten hadden tuitten een paar pittige tepels. ten minste, zo leek het, want achter het meisje bleef een volkomen kale, dode boomstam over.
Nu stond er een boomnimf tegenover mij, een dryade, en ze kon niet weglopen omdat haar voeten nog in de modder staken. En ik had haar bij de heupen beet en piste tegen haar knieën! “Laat me gaan, laat me gaan,” smeekte ze, maar iets dierlijks nam mij in bezit, ik trok haar naar mij toe, drukte haar door haar knieën zodat ze haar benen wijd deed als een kikker en plantte haar op mijn stijve lul. Zo spoot ik haar zonder pardon of wroeging vol. Dat ging zo in het oude Griekenland waar elke boom, elke berg, elke grot en elke bron zijn eigen nimf had, waartussen de bosgod Pan en satyrs en faunen zich amuseerden met achter de nimfen aan te zitten. Meestal slaagden die er bijtijds in zich in hun grot, boom of onder water terug te trekken, maar anders waren zij een onbetwiste prooi voor een gangbang van deze lelijke boswezens met bokkenhorens, mopsneuzen en bokken- of paardenpoten.
“Hoe heet je?” vroeg ik de nimf.
“Doet dat ertoe? Misbaksel, je bent niet eens een godheid.”
“Nee, gelukkig maar,” zei ik, “want de vrouwen van de echte goden nemen wraak op de slachtoffers, in plaats van hun mannen van de Olympus te donderen. Daar zijn helaas veel voorbeelden van, van nimfen of sterfelijke meisjes die na de seks met een god in een laurier, een koe (met horzel) of een ruisend riet veranderen.”
“Dan is er in 2000 jaar toch wat veranderd,” zei ze verontwaardigd, “maar het blijft verkrachting, zowel toen als nu.”
Haar voeten waren nu losgekomen van de grond. Maar toch klemde ze nu opnieuw haar dijbenen om mijn heupen om mijn ballen helemaal leeg te zuigen. Nam het lustgevoel haar over of was er wat anders aan de hand? Terwijl zij en ik tegelijk klaarkwamen voelde ik iets kriebelen bij mijn stuitbeentje, en ook hoorde ik de riempjes van mijn sandalen knappen.
“Dat is je straf!” riep de nimf, en ik zag dat ik een paar paardenpoten had gekregen en onder mijn oksel door zag ik een stevige paardenstaart. Onwillekeurig zwiepte ik die omhoog, want ik kreeg aandrang om te poepen. Drie dikke paardenvijgen rolden op de grond. Mijn lul was bovendien sterk gegroeid en bleef ondanks de lozing in de triomfstand staan. Maar de nimf verschrompelde nog verder, fladderde opeens in de gedaante van een vlinder tussen mijn handen vandaan en ging op een dode tak boven mijn hoofd zitten. Het patroon van haar vleugels was dat van grote, kwade ogen, die ze fanatiek naar me toe wapperde. “
“Ik heet Aglaïs, riep ze me nog toe.
Besluiteloos stond ik daar, wat moest ik nu? Wat zou Artemis ervan vinden? Die dikke lul zou, dacht ik, geen probleem zijn, en met de staart kon je lekker kietelen, maar paardenhoeven in bed? Maar de dag was nog niet ten einde.
De dampende paardenvijgen braken open als ganzeneieren, en na een paar minuten stonden daar tot mijn afgrijzen drie naakte satyrs, oerlelijk en hun lange lullen recht overeind. En ze waren nog kwaad ook.
“Je hebt onze nimf opgebruikt,” krijsten ze, “dat kost je je kontgat.”
“Jullie nimf?” vroeg ik brutaal, “hoezo?”
“Alle bosfruit is van ons, stommeling. Bukken!” Twee van de drie pakten me bij mijn bovenarm, en de derde stak zijn lul in mijn kontgat. Nu had ik wel eens een buttplug geprobeerd, dus op zich hoefde een echt dikke staaf niet onaangenaam te zijn, als ik me maar ontspande. Dat deed ik dus, en zo pompte de satyr zijn ballen leeg en mijn endeldarm vol. Toen wisselde hij van plaats met een van zijn maten en greep mij bij mijn paardenlul. Alle twee zijn maten spoten mij zo vol, en met een laatste ruk aan mijn lul verdwenen ze het bos in.
“Dat hadden ze anders met jou gedaan!” riep ik naar Aglaïs, maar die was ondertussen verdwenen.
Mijn anus voelde toch wat pijnlijk en bovendien lekte er kleverig bokkengeil uit. Onder aan de steile helling moet toch ergens een bron zijn waar ik me wat kan verschonen, dacht ik, en ik ging op zoek. Een paar honderd meter verder vond ik een modderig stuk grond en daarachter, aan de voet van de rotsige helling borrelde een bron wat water op, dat eerst een klein plasje vormde en daarna in de modder overging. Het water borrelde een naam, die klonk als Hippokrènè, paardenbron, vertaalde ik werktuigelijk. Met mijn paardenpoten kon ik daar prima doorheen, naar het heldere water en ik draaide mijn billen naar het frisse water toe om mijn kontgat schoon te spoelen. Ik perste er een beetje bij zodat er nog een paardendrol uit rolde, maar ook mijn darmen waren nu ten minste weer schoon. Natuurlijk kwam er weer een satyr uit de vijg, die achterdochtig om zich heen keen. Ik wilde nog wat drinken uit de bron en draaide mij dus om. Dat was best riskant, want de paardenbron zou mij ook van voorpoten en misschien wel pegasusvleugels kunnen voorzien. Daar was ik nog niet aan toe. Bovendien, wat was die satyr nog van plan? Die kon ik beter in de gaten houden.
Toen zag ik mijn spiegelbeeld in het plasje water, en ik schrok me rot, want ik had hoorntjes, een mopsneus en een raar baardje opgelopen als wraak van de dryade. Tegelijk hoorde ik de bron ruisen:
“Kom naar binnen, mijn kut is willig” ruiste de bron en opnieuw verscheen er een prachtige naakte meid tussen de stroompjes water die uit de rotsen vloeiden. Hippokrènè was niet allen een bron maar ook een najade, concludeerde ik, ze greep mij bij mijn hengstenlul en probeerde me de rotswand in te slepen. Ze was lomp sterk, want ze was natuurlijk een godin. Maar dankzij mijn paardenhoeven stond ik stevig op de grond.
“Ik wil neuken, niet verzuipen!” riep ik. En terwijl ik achteruit stapte, sleurde ik haar een paar meter mee, terwijl mijn sperma over haar haardos spoot. Toen liet ze los en schoot zij de rots weer in, als een zeeleeuw in een circusshow. Ze had een adembenemende paar billen, veel meer had ik jammer genoeg niet van haar kunnen zien. De satyr dook als een walrus achter haar aan, dus daar had ik ook geen last meer van.
Op mijn paardenhoeven kon ik snel naar de auto draven. Daar kleedde ik me weer min of meer aan, ten minste mijn bovenlijf. De broek paste niet meer en mijn sandalen was ik kwijt.
Ik zette de auto op het parkeerterrein bij het dal van de moerbeibomen, dat aan één kant tegen een steile helling aanlag. Ik stapte uit en hoorde meteen de moerbeitoppen ruisen. Het leek net of de bomen bezield waren. Toefden er goden en godinnen? Niettemin, ik kleedde mij uit, want ik houd van naakte boswandelingen, en ging het bos in met alleen een paar sandalen aan. Normaal gesproken geniet ik van de zon en de wind op mijn blote huid en verder niets, mijn lul blijft bijvoorbeeld slap. Ik voel er ook geen opwinding bij, behalve wat ik zelf fantaseer. Maar de bezielde omgeving gaf mij deze keer een onbestemd gevoel waar ik een flinke stijve van kreeg. Dat ik er vanaf dat moment uitzag als een potloodventer kon me echt niet schelen, dus ik wandelde rustig een flink eind het bos in. Het leek wel of alle bomen en planten ogen hadden en op mij loerden. De bomen leken stemgeluiden te ruisen, maar ik kon ze niet verstaan. Ik zette het beklemde gevoel van mij af en besloot zo lang mogelijk te genieten van mijn brutale erectie. Misschien zou ik me op zeker moment toch wel aftrekken, maar dat stelde ik uit. Dan kon Artemis vanavond ook aan haar trekken komen, al zou ze zich vóór die tijd met de lesbische vriendin zeker uitleven.
Na een half uurtje het moerbeiwoud ingetrokken te zijn moest ik toch mijn blaas legen. Iedere man weet dat dat slecht gaat met een lul in erectie, ik zocht dus een mooie boom met wat onderbegroeiing uit om de druppels uit mijn staaf te persen. Normaal praat ik niet met bomen, laat staan dat ik ze omhels, maar om mijn lul wat naar beneden te laten hangen bukte ik me een stukje voorover en pakte met twee handen de moerbeiboom beet. Toen hoorde ik wat de boombladeren ruisten: “laat me gaan, laat me gaan”. Maar ik wilde mijn blaas legen en bleef met een stokstijve staan. Terwijl de druppels tegen de stam sproeiden en naar de grond lekten, leek de boomschors los te laten en zich om te vormen tot een volkomen naakt meisje. De boomwortels dijden uit tot benen en de takken verschrompelden tot armen en oren, en waar knoesten gezeten hadden tuitten een paar pittige tepels. ten minste, zo leek het, want achter het meisje bleef een volkomen kale, dode boomstam over.
Nu stond er een boomnimf tegenover mij, een dryade, en ze kon niet weglopen omdat haar voeten nog in de modder staken. En ik had haar bij de heupen beet en piste tegen haar knieën! “Laat me gaan, laat me gaan,” smeekte ze, maar iets dierlijks nam mij in bezit, ik trok haar naar mij toe, drukte haar door haar knieën zodat ze haar benen wijd deed als een kikker en plantte haar op mijn stijve lul. Zo spoot ik haar zonder pardon of wroeging vol. Dat ging zo in het oude Griekenland waar elke boom, elke berg, elke grot en elke bron zijn eigen nimf had, waartussen de bosgod Pan en satyrs en faunen zich amuseerden met achter de nimfen aan te zitten. Meestal slaagden die er bijtijds in zich in hun grot, boom of onder water terug te trekken, maar anders waren zij een onbetwiste prooi voor een gangbang van deze lelijke boswezens met bokkenhorens, mopsneuzen en bokken- of paardenpoten.
“Hoe heet je?” vroeg ik de nimf.
“Doet dat ertoe? Misbaksel, je bent niet eens een godheid.”
“Nee, gelukkig maar,” zei ik, “want de vrouwen van de echte goden nemen wraak op de slachtoffers, in plaats van hun mannen van de Olympus te donderen. Daar zijn helaas veel voorbeelden van, van nimfen of sterfelijke meisjes die na de seks met een god in een laurier, een koe (met horzel) of een ruisend riet veranderen.”
“Dan is er in 2000 jaar toch wat veranderd,” zei ze verontwaardigd, “maar het blijft verkrachting, zowel toen als nu.”
Haar voeten waren nu losgekomen van de grond. Maar toch klemde ze nu opnieuw haar dijbenen om mijn heupen om mijn ballen helemaal leeg te zuigen. Nam het lustgevoel haar over of was er wat anders aan de hand? Terwijl zij en ik tegelijk klaarkwamen voelde ik iets kriebelen bij mijn stuitbeentje, en ook hoorde ik de riempjes van mijn sandalen knappen.
“Dat is je straf!” riep de nimf, en ik zag dat ik een paar paardenpoten had gekregen en onder mijn oksel door zag ik een stevige paardenstaart. Onwillekeurig zwiepte ik die omhoog, want ik kreeg aandrang om te poepen. Drie dikke paardenvijgen rolden op de grond. Mijn lul was bovendien sterk gegroeid en bleef ondanks de lozing in de triomfstand staan. Maar de nimf verschrompelde nog verder, fladderde opeens in de gedaante van een vlinder tussen mijn handen vandaan en ging op een dode tak boven mijn hoofd zitten. Het patroon van haar vleugels was dat van grote, kwade ogen, die ze fanatiek naar me toe wapperde. “
“Ik heet Aglaïs, riep ze me nog toe.
Besluiteloos stond ik daar, wat moest ik nu? Wat zou Artemis ervan vinden? Die dikke lul zou, dacht ik, geen probleem zijn, en met de staart kon je lekker kietelen, maar paardenhoeven in bed? Maar de dag was nog niet ten einde.
De dampende paardenvijgen braken open als ganzeneieren, en na een paar minuten stonden daar tot mijn afgrijzen drie naakte satyrs, oerlelijk en hun lange lullen recht overeind. En ze waren nog kwaad ook.
“Je hebt onze nimf opgebruikt,” krijsten ze, “dat kost je je kontgat.”
“Jullie nimf?” vroeg ik brutaal, “hoezo?”
“Alle bosfruit is van ons, stommeling. Bukken!” Twee van de drie pakten me bij mijn bovenarm, en de derde stak zijn lul in mijn kontgat. Nu had ik wel eens een buttplug geprobeerd, dus op zich hoefde een echt dikke staaf niet onaangenaam te zijn, als ik me maar ontspande. Dat deed ik dus, en zo pompte de satyr zijn ballen leeg en mijn endeldarm vol. Toen wisselde hij van plaats met een van zijn maten en greep mij bij mijn paardenlul. Alle twee zijn maten spoten mij zo vol, en met een laatste ruk aan mijn lul verdwenen ze het bos in.
“Dat hadden ze anders met jou gedaan!” riep ik naar Aglaïs, maar die was ondertussen verdwenen.
Mijn anus voelde toch wat pijnlijk en bovendien lekte er kleverig bokkengeil uit. Onder aan de steile helling moet toch ergens een bron zijn waar ik me wat kan verschonen, dacht ik, en ik ging op zoek. Een paar honderd meter verder vond ik een modderig stuk grond en daarachter, aan de voet van de rotsige helling borrelde een bron wat water op, dat eerst een klein plasje vormde en daarna in de modder overging. Het water borrelde een naam, die klonk als Hippokrènè, paardenbron, vertaalde ik werktuigelijk. Met mijn paardenpoten kon ik daar prima doorheen, naar het heldere water en ik draaide mijn billen naar het frisse water toe om mijn kontgat schoon te spoelen. Ik perste er een beetje bij zodat er nog een paardendrol uit rolde, maar ook mijn darmen waren nu ten minste weer schoon. Natuurlijk kwam er weer een satyr uit de vijg, die achterdochtig om zich heen keen. Ik wilde nog wat drinken uit de bron en draaide mij dus om. Dat was best riskant, want de paardenbron zou mij ook van voorpoten en misschien wel pegasusvleugels kunnen voorzien. Daar was ik nog niet aan toe. Bovendien, wat was die satyr nog van plan? Die kon ik beter in de gaten houden.
Toen zag ik mijn spiegelbeeld in het plasje water, en ik schrok me rot, want ik had hoorntjes, een mopsneus en een raar baardje opgelopen als wraak van de dryade. Tegelijk hoorde ik de bron ruisen:
“Kom naar binnen, mijn kut is willig” ruiste de bron en opnieuw verscheen er een prachtige naakte meid tussen de stroompjes water die uit de rotsen vloeiden. Hippokrènè was niet allen een bron maar ook een najade, concludeerde ik, ze greep mij bij mijn hengstenlul en probeerde me de rotswand in te slepen. Ze was lomp sterk, want ze was natuurlijk een godin. Maar dankzij mijn paardenhoeven stond ik stevig op de grond.
“Ik wil neuken, niet verzuipen!” riep ik. En terwijl ik achteruit stapte, sleurde ik haar een paar meter mee, terwijl mijn sperma over haar haardos spoot. Toen liet ze los en schoot zij de rots weer in, als een zeeleeuw in een circusshow. Ze had een adembenemende paar billen, veel meer had ik jammer genoeg niet van haar kunnen zien. De satyr dook als een walrus achter haar aan, dus daar had ik ook geen last meer van.
Op mijn paardenhoeven kon ik snel naar de auto draven. Daar kleedde ik me weer min of meer aan, ten minste mijn bovenlijf. De broek paste niet meer en mijn sandalen was ik kwijt.
Lees verder: Dryaden - 3: De Paardenbron
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10