Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Zazie
Datum: 03-06-2023 | Cijfer: 9.7 | Gelezen: 13247
Lengte: Lang | Leestijd: 21 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Coming Of Age, Maagd, Neuken, Sprookje,
Sprookje 16.1
VERTELSTER

Dit is de 'coming of age' story van het parmantige meisje Katinka.

Ik heb het geschreven als eerbetoon aan mijn lieve oma Greetje, een paar jaar terug overleed ze en tot toen kwam ik heel graag iedere week een keertje bij haar. Regelmatig vertelde ze me dan over de jaren zestig, dat dat háar jaren waren. Ze werd aan het begin van de tweede wereldoorlog geboren, groeide op in de jaren vijftig en noemde die tijd ‘muf, zoals de geur van kokend wasgoed en van spruitjes’. Niks kon, niks mocht, iedereen hield elkaar van achter de gordijntjes of met spionnetjes in de gaten en toen de jaren zestig aanbraken zou dat állemaal gaan veranderen.

Sindsdien is er inderdaad veel veranderd, maar we weten inmiddels ook dat welváart niet hetzelfde is als welzíjn. De vrijheid die er is gekomen heeft veel gebracht maar wordt helaas ook niet altijd goed gebruikt, de nieuwe social media zijn samen misschien nog wel giftiger dan de vroegere sociale controle. Maar goed, eind jaren vijftig begin jaren zestig was er dus die hoopvolle beweging dat alles anders zou worden en in ieder geval was het volgens oma een leuke tijd, toen dat benauwde elkaar in de gaten houden minder werd en de mensen meer vrijheid kregen. Ze konden zich gaan kleden zoals ze wilden, de jeugdcultuur en de popmuziek kwamen op en velen gingen ijverig experimenteren met nieuwe vormen van liefde, seks en samenwonen.

Over die tijd gaat deze story en hoofdpersoon is dus Katinka, dat kittige meisje uit ‘Kleine Kokette Katinka’, het Nederlandse songfestivalliedje uit negentientweeënzestig. Dat liedje was namelijk een ándere liefde van mijn oma, ze was er gek op, hoe vaak hebben we het op YouTube niet samen zitten bekijken, net zo lang tot ik het ook mooi vond, het maakte me vooral vrolijk. Toen dat liedje dit jaar in de aanloop naar het Europese songfestival weer eens op de radio was, deed het me dus aan mijn oma denken en inspireerde het mij tot dit verhaal over haar geliefde jaren zestig.

“Elke morgen om half negen,
Komen wij Katinka tegen
Rode muts en blonde lok,
Hel geel truitje, blauwe rok
Maar ze trippelt zwijgend naast haar ma,
Daarom zingen alle jongens haar verlangend na...

Kleine kokette Katinka,
Kijk nou eens een keertje om
Stiekempjes over je schouder,
Je ma ziet het toch niet dus kom
Kleine kokette Katinka,
Ben je verlegen misschien
We willen zo graag nog heel even,
Een glimp van je wipneusje zien!”
(De Spelbrekers)


Geketend aan Ma

Gék word ik van die jongens, ik heb geen idee waarom ze altijd maar weer mij moeten hebben. Het is al erg genoeg dat iedere morgen mijn mama me zo nodig naar de bushalte moet brengen, alsof ik een klein kind ben. Hallo zeg, ik ben vijftien, hoe vaak heb ik al niet gezegd dat ik liever op de fiets zou gaan, samen met al die andere dorpsmeisjes die ook in de stad op de Huishoudschool zitten. Maar ik ben enig kind en volgens mijn moeder erg fragiel en daardoor erg kwetsbaar, ze vertrouwt het echt niet om mij alleen op de fiets te laten gaan. En dus zit ik voorlopig nog aan haar vast als ze iedere morgen naast me loopt naar de bushalte.

Maar eigenlijk denk ik dus dat ze het zo alleen nog maar erger maakt. In plaats van dat ik anoniem in een groep meiden meefiets word ik nu eindeloos nageroepen, nagefloten en nagejouwd door schooljongens en boerenjongens en bakkersjongens en timmermansjongens en metseljongens en tuinjongens en melkboerjongens en alle andere jongens die zo vroeg al rondlopen, fietsen, werken of niksnutten. Ik heb geleerd me er niks van aan te trekken, ik moet wel. Volgens mama kan ik maar het beste doen of ik het niet hoor en dus steek ik mijn wipneus een beetje in de lucht en loop ik door alsof ik niks zie of hoor. Maar ondertussen voel ik me verlegen en zwaar bekeken.

VERTELSTER

Eerlijk gezegd heeft de moeder van Katinka wel een beetje gelijk. Katinka is een bijzondere schoonheid aan het worden, met haar frêle figuurtje en haar prille boezem. Het lijkt wel of ze met haar goudblonde haren en felblauwe ogen de aandacht van alle jongens naar zich toe trekt, zoals motten worden aangetrokken door een felle lamp. Daar komt nog eens bij dat Katinka als een van de eerste meisjes haar rokjes in het geniep steeds nét ietsje korter maakt. Ook is zij een van de eerste meisjes dat niet meer haar haren hoog toupeert om er dan een strik omheen te doen, maar ze juist lang laat groeien en ze licht krullend langs haar gezichtje laat hangen, waardoor ze er nog meer als een engeltje uitziet.

Haar papa en mama hebben elkaar in Wageningen leren kennen, waar haar papa aardappel-veredeling studeerde, waarna hij een functie aangeboden kreeg bij een groot bedrijf in een Brabants boerendorp, niet ver van Den Bosch. Maar een landelijk dorp in Brabant is wel even wat anders dan het toch wat meer mondaine Wageningen met al die studenten van de Landbouwuniversiteit en Bakkershogeschool, dus toen Katinka enkele jaren terug haar intrede deed in het dorp werden alle jongens zo ongeveer helemaal gek. En de meiden werden natuurlijk jaloers, als tegenhanger, dat hoort erbij. Kortom, die toch wat mondaine kokette Katinka moest echt spitsroeden lopen in de dorpsgemeenschap en nooit werd ze helemaal geaccepteerd.

Wat ook al niet hielp was dat iedereen in het dorp in een boerderij of een ‘normaal burgerhuis’ woonde, terwijl de ouders van Katinka als een van de eersten in het bos een bungalow bouwden. Ze waren daardoor ‘rijke stinkers’, ook omdat ze als een van de eersten een auto en een telefoon hadden. En wat écht niet hielp was dat Katinka gitaar speelde, want wie deed er nou zo iets nutteloos als gitaar spelen, wat had je daar nou aan in het leven. Kortom, Katinka was in alles anders en dan lag je er in het dorp al sowieso uit. En omdat Katinka ook nog eens een ‘cadeautje’ was, ze kwam pas nadat haar ouders na jaren van proberen de hoop op een kindje al hadden opgegeven, had dit alles tot gevolg dat haar mama over-beschermend werd.

“Elke morgen, zon of regen,
Komen wij Katinka tegen
Hakjes tik-tak op de stoep,
Korte rok met nauwe coup
Maar haar blik verraadt geen nee of ja,
Daarom zingen alle jongens haar verlangend na…”


De boerenbus

De ergste van die dagelijkse ritten is wat ik ‘de Boerenbus’ noem. Die rijdt iedere woensdagmorgen, de dag waar ik van alle dagen de meeste hekel aan heb. Het is de dag waarop het veemarkt is in Den Bosch en de bus stampvol met boeren en hun zonen zit, op weg daar naartoe, ik geloof dat ze het als een soort uitje zien. Maar zich opdoffen ho maar, volgens mij lopen ze zo ongeveer recht van onder de koeien de bus in, met de stront vaak nog aan hun broekspijpen en klompen. Eenmaal in de bus gaan de petten af, de sigaren aan en groeit de boerenpraot al snel uit naar orkaankracht. Zo gaat het altijd, tot ík instapt. Dan vallen de gesprekken stil en zitten alle boeren en hun zonen totaal verstild en zwijgend alleen maar naar mij te staren, alsof ze nog nooit een meisje met blonde lange haren zagen. En waren het nou maar altijd dezelfde boeren en hun zonen, dan zouden ze ooit wel wennen, maar helaas zijn het iedere week ándere boeren en hun zonen, en dus herhaalt het ritueel zich ook iedere week.

De bus is nog zo’n oud model waarvan de motor tot ver in de cabine reikt en die omkleed is met een soort deken van leer, om het lawaai wat tegen te gaan. Daarop staan dan het machientje voor de kaartjes en het bakje met het wisselgeld. Verder is er een kussentje gemonteerd als plekje waar vroeger de conducteur kon zitten, tot die functie werd afgeschaft en de chauffeur de kaartjes ging verkopen. Iedere morgen rijdt dezelfde man de bus en iedere morgen mag ik naast hem op de motor komen zitten. Hij ziet me graag en ik houd hem graag gezelschap. Een paar keer zag hij hoe ik een vrij bankje vond en er dan zo’n man naast me kwam zitten die me vervolgens behoorlijk klem zette, sindsdien mag ik dus bij hem zitten.

Vandaag is het weer zo’n woensdag, en dan ook nog zo een dat het pijpenstelen regent. Alle boeren klimmen dan met natte kleding de bus in, waar ze natuurlijk niks aan kunnen doen, maar het gevolg is wel dat de koeienstank vandaag echt niet te harden is. Ik ga haast van mijn stokje als ik de bus instap, maar als de chauffeur me met een verontschuldigende grijns aankijkt moet ik toch even lachen, want hij kan er natuurlijk ook niks aan doen. Als ik naast hem zit kletsen we wat, maar al snel heeft hij alle aandacht nodig voor de natte keitjesweg en ga ik een beetje zitten mijmeren. Want sinds vanmorgen is alles anders geworden, ik ga verhúizen en ik zou daardoor vandaag zelfs al die starende boeren en hun zonen best wel aardig kunnen vinden.

Vrijheid!

Een paar weken terug hielp ik mama door op een oude krant van papa de aardappelen te schillen toen ik een advertentie zag staan, een oproep om verpleegster te worden in een zwakzinnigeninrichting vlakbij Nijmegen. Ik knipte hem uit want dat leek me wel wat, een kans om hier weg te komen. Je moet voor de opleiding namelijk eerst twee jaren intern wonen, en diezelfde avond vroeg ik mama en papa of ik daar naartoe mag gaan. Mama wil me nog niet missen en zag het dus niet zo zitten maar papa reageerde gelukkig anders, hij weet dat ik het hier in het dorp moeilijk heb en hij beloofde dat ze het er over zouden hebben. Bij het ontbijt vanmorgen was het dan zover, ze waren het eens geworden en hebben me aangemeld, volgende week al kan ik beginnen!

De inrichting stuurde een brief waarin staat dat ik in de verpleegstersflat een kleine eigen kamer krijg en de hele week houd ik me bezig met wat ik allemaal mee kan nemen, of eigenlijk vooral wat ik níet mee kan nemen, want veel ruimte is er niet volgens de brief. Maar het maakt niet uit, het wordt mijn eerste ‘eigen huisje’, als mijn gitaar en mijn kleren maar mee kunnen ga ik er vast gelukkig worden. En eindelijk is het zover, mama en papa brachten me, bij het afscheid moest mama bijna van me worden losgerukt en hier zit ik dan.

Vandaag ben ik samen met een hele groep andere nieuwelingen rondgeleid door een mentrix en het is gróot hier. Het hoofdgebouw ziet er een beetje ouderwets en somber uit maar overal op het terrein staan best wel gezellige kleinere paviljoens waar de zwakzinnigen wonen. Het zal nog wel even wennen worden want sommigen laten wel een heel vreemd gedrag zien, er zijn er zelfs die een helm dragen omdat ze zich anders verwonden. Verder blijken er een heleboel regels te zijn waar we ons aan moeten houden. Zo mogen we de eerste drie maanden niet van het terrein af en altijd maar dan ook áltijd is het in onze kamertjes binnenlaten van jongens ten strengste verboden. Keer op keer waarschuwt de mentrix ons dat vooral de nozems die speciaal uit de stad op hun brommers naar dit ‘meisjesparadijs’ komen heel brutaal zijn en al herhaaldelijk in een meisjesbed zijn betrapt. Volgens de mentrix betekent nozem ‘Nederlandse Onderdanen Zonder Enige Moraal’, ze hangen volgens haar maar een beetje doelloos rond op hun brommers en wie met hen omgaat wordt in dat foute gedrag aangestoken. Kortom, een meisje dat met zo’n jongen omgaat is daarna niet meer geschikt als verpleegster en gaat onherroepelijk naar huis…

Ik snap nu wel waarom we die eerste drie maanden op het terrein moeten blijven want het is echt zwaar. We moeten veel leren en moeten onder begeleiding ook al vier hele dagen per week werken. En het is echt niet alleen maar de zwakzinnigen verzorgen, er komt ook veel sjouwwerk en poetsen en nog veel meer bij kijken. Bijna iedere avond ben ik bekaf, liefst zou ik dan vroeg gaan slapen maar er is altijd wel iets waar ik op moet studeren en dan is er natuurlijk ook nog mijn gitaar. Meestal vind ik ook nog wel een half uurtje om te pingelen op de liedjes van Elvis, Roy, Ricky of Cliff, terwijl ik naar hun liedjes luister op mijn platenspelertje. Ik wil leren hoe ze hun akkoorden hebben bedacht en hoe je die kan toepassen. Ook puzzel ik uit welke teksten ik goed vind en wat daarbij hun geheim is, want ooit wil ik ook zelf liedjes kunnen schrijven.

Nozems

Inmiddels ben ik wel heel nieuwsgierig geworden naar die nozems en als de drie maanden voorbij zijn sta ik strak van de zenuwen als we voor het eerst met een hele groep meisjes uit gaan naar Nijmegen. De mentrix heeft ons opnieuw helemaal bang gemaakt voor ze, langzamerhand heb ik het gevoel gekregen dat alleen al naar ze kijken leidt tot de zondeval, zoals die volgens mama in de bijbel beschreven staat.

We gaan naar een enorme dancing aan de rand van het centrum en het is een openbaring zoals het daar aan toe gaat, hordes meisjes die giechelend kletsen en samenklitten, allemaal in afwachting van een jongen die ons komt vragen. Maar diezelfde jongens staan ook maar wat bij elkaar te hangen en stoer te doen, maar ondertussen loeren ze schichtig rond waardoor het lijkt alsof ze ons niet durven te vragen. Maar later op de avond komt het dan toch op gang en gelukkig blijk ik goed in trek te zijn, ik krijg daarna geen moment van rust meer. Aan het einde van de avond heb ik als we rennend nog net de laatste bus weten te halen het gevoel dat ik geen voeten meer over heb.

Dat van die nozems vond ik wel érg meevallen, volgens mij maakt iedereen er meer van dan wat het echt is. Wat ik vooral zie zijn jongens die met vettigheid hun haren hoog opkammen en een beetje stoer bijna op hun buik liggend op hun brommers rondrijden of wat bij elkaar hangen, ik kan niet zeggen dat het me erg opwindt. Hoewel, we gaan zo’n beetje ieder weekend dansen en éen keer heb ik me door zo’n jongen terug laten brengen. Dat was eerlijk gezegd wel heel opwindend, tegen de rug van die jongen liggend, mijn armen strak om hem heen, mijn benen om zijn heupen geklemd met als gevolg dat mijn rokje erg hoog opkroop, het voelde bijna alsof ik in mijn onderbroekje voor iedereen te kijk rondreed.

Het meest opwindende was eigenlijk het trillen van het zadel tussen mijn benen, wat nogal werd versterkt door dat warme lichaam van die jongen waar ik strak tegen aan lag en die ik klemvast tussen mijn benen had. Ik kan nu wel begrijpen dat er meisjes zijn die zo’n jongen daarna in hun kamertje smokkelen om samen nog wat meer opwindende verkenningen uit te voeren. Maar ik doe daar niet aan mee, de jongen is wel aardig maar nou ook weer niet zó aardig dat ik me om hem zou laten wegsturen.

Klaar komen

Toch is er achter op die brommer wél iets met me gebeurd, eenmaal terug op mijn kamertje voel ik me erg onrustig. Dankzij de Sextant die we hier stiekem aan elkaar doorgeven weet ik hoe het daar beneden bij mij allemaal werkt, dat ik als meisje een ‘vagina’ heb waar de ‘penis’ van een jongen in past en dat daar ‘een zekere opwinding’ aan vooraf gaat.

Als er geen penis beschikbaar is kun je er iets aan doen door te ‘masturberen’ en dat ben ik dan ook ijverig gaan oefenen, inmiddels beheers ik die kunst al behoorlijk goed. Ik verheug me er op mijn nieuwe vaardigheden zo meteen weer in de praktijk te brengen, maar eerst even douchen. Douches bestaan nog niet zo lang, thuis hebben we er een en het is heerlijk dat we die hier ook al tot onze beschikking hebben, al is het wel een gezamenlijke en staan we vaak met meerdere meisjes tegelijk eronder. Zo ook nu, na het dansen is iedereen bezweet en is het heerlijk om je nog even af te spoelen, dus is het een drukte van belang van blote kwebbelende en gillende meisjes, allemaal nog opgewonden van het uitgaan.

Ik kleed me uit in de gezamenlijke kleedruimte en voor de grote spiegels bekijk ik mezelf kritisch. Eerlijk gezegd ben ik niet ontevreden over wat ik zie, mijn borsten zijn gelukkig nog ietsje gaan groeien en hoewel ze nog steeds niet heel groot zijn mogen ze er nu best zijn, ze staan als ronde bolletjes stevig op mijn lichaam en zijn getooid met kleine roze tepels, die nu erg hard zijn. Over het bosje haar tussen mijn benen ben ik ook tevreden, gelukkig is het niet zo’n oerwoud geworden als bij sommige andere meisjes, het bedekt heel beschaafd mijn gleufje en heeft dezelfde blonde kleur als de haren op mijn hoofd. Ik heb inmiddels serieus lange haren, wat veel andere meisjes nog steeds heel vreemd vinden omdat zij het nog altijd touperen, maar dat vind ik dus echt niks meer, zo’n toeter van haar op je hoofd.

Eenmaal onder de douches kan ik het niet laten en vergelijk ik me met de andere meisjes, terwijl ik wel zie dat zij dat natuurlijk ook doen want ik word veelvuldig bekeken. Ik kan maar niet begrijpen dat er zoveel verschillen zijn, vergeleken met de meeste meisjes ben ik vrij tenger en smalletjes, terwijl sommigen rondingen hebben waar ik wel eens jaloers op kan worden. Terug op mijn kamer ga ik bloot op mijn bed liggen en terwijl ik met mijn ene hand mijn borsten streel, breng ik mijn andere hand tussen mijn gespreide benen, precies zoals de instructies in de Sextant beschrijven.

Aan de bovenzijde van het gleufje dat bij mij naar binnen leidt zit een bultje en dat is bijzonder gevoelig voor mijn aanrakingen. Als ik dat beroer lig ik door mijn bekken op en neer te bewegen al snel heftig tegen mijn hand op te wrijven, net zolang tot dat heerlijke gevoel weer opkomt. Heel voorzicht steek ik ook mijn middelvinger in mijn gleufje naar binnen en als ik die in mijn vagina wat open neer schuif voelt het helemáal heerlijk. Volgens de Nvsh is dat ook wat een jongen met een penis in je doet en als je dan dat fijne gevoel krijgt heet dat een ‘orgasme’ of ‘klaarkomen’.

'Klaarkomen' als benaming van deze fijne activiteit vind ik geloof ik wel het meest kloppen, het klinkt leuker en je bent daarna ook inderdaad wel echt kláar. Met een rozig gevoel val ik uitgeput in slaap.



Fijn dat je dit sprookje leest, ThnX! Zazie
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...