Door: Keith
Datum: 13-08-2023 | Cijfer: 9.4 | Gelezen: 5456
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 57 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 57 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 268
Zondagochtend… Wakker worden, aankleden, ontbijten… En om kwart over negen controleerde ik de bugel en even erna reden we richting kerk. Joline en de zussen bleven in de hal, ik liep door naar binnen, de galerij op waar Greet al bezig was. “Goeiemorgen Greet!” “Hoi Kees. Ben je er klaar voor?” Ik knikte. “Maar even die Trumpet Tune samen doornemen, oké?”
Ze knikte en even later schalde het orgel en de bugel samen door de kerk. Vijf minuten later gaf ze me nog twee aanwijzingen, die ik meteen in praktijk moest brengen. Daarna knikte ze tevreden. “Gaat lekker zo, Kees. Kom nog even wat drinken, over tien minuten moet ik aan de bak.” We liepen omlaag, de kerkzaal uit en de hal in. Greet liep nog even langs de predikant. Ondertussen wist ik dat ze dat altijd deed om zeker te weten dat er geen veranderingen in de dienst waren. Toen ze terugkwam zag ik aan haar gezicht dat er iets loos was.
Ze trok me mee, een hoekje in. “Er is een gemeentelid overleden. Zijn naam wordt genoemd in de afkondigingen voor de dienst. En het is hier gebruik dat ik dan iets toepasselijks speel. En dit gemeentelid was liefhebber van Engelse orgelmuziek. Kun jij me helpen met het spelen van de Trumpet Tune van David German? Jij alleen het intro en de culminatie aan het einde; dat is exact hetzelfde als het intro. We hebben het vaker gespeeld, in het begin toen je lessen begonnen… Je kúnt het.” Ze wees de passages aan die ik moest spelen; inderdaad niet moeilijk. “En de kerk in blazen, Kees. Hij zou ervan genoten hebben.” “Oké, Greet. Dan nu naar boven, je moet aan de slag.”
Ze knikte. “Voor de dienst improviseer ik wat. Ik wil niet het stuk spelen wat ik in gedachten had; ik weet dat hij dat niet mooi vond. Té modern. Kóm.” We gingen naar boven en Greet ging op de orgelbank zitten, drukte een aantal registers weg en begon zachtjes te spelen. Eerst een bekende melodie, daarna improviseerde ze er omheen. Geen muziek voor haar neus; ze keek naar de orgelpijpen boven haar, niet naar de toetsen of naar haar voeten. Uiteindelijk maakte ze er een fuga van: steeds weer hetzelfde thema, wat telkens ‘weggedrukt’ werd door een nieuwe stem die weer het thema liet horen, terwijl de vorige stem de begeleiding overnam en uiteindelijk in de achtergrond verdween. Knáp. Om tien uur liep de ouderling naar voren en Greet sloot haar improvisatie netjes af. Zonder aarzelen liet ze de fuga overgaan in de laatste regels van de melodie die ze mooi afsloot. Vakwerk!
De ouderling deed een stap richting microfoon en begon met de gebruikelijke mededelingen: wie de voorganger was, de organiste, het thema van de dienst en wat mededelingen over vergaderingen. Hij besloot met: “Gemeente, ik verzoek u te gaan staan in verband met een overlijdensbericht.” Geroezemoes. Toen ging hij verder. “De afgelopen week is plotseling overleden ons gemeentelid… in de leeftijd van slechts 49 jaar. De uitvaartdienst zal aanstaande woensdag plaatsvinden in deze kerk, om twee uur ‘s middags…”
Mijn gedachten gingen even op de loop. 49 jaar? En plotseling overleden? Joline en ik maakten regelmatig geintjes over wat we zouden doen in het bejaardenhuis als we beiden in de tachtig zouden zijn… Deze man had dat dus niet gehaald. Bij lange na niet. Sjonge… Ondertussen was het stil in de kerk. Greet keek me aan en knikte. Ik stond op, zette de bugel aan de mond en op een knik van Greet zetten we het stuk in. Ik moest zachtjes blazen en daardoor kon ik ook alle gevoel in de muziek leggen. Ik had het er best moeilijk mee. Na één keer het thema gespeeld te hebben liet ik de bugel zakken; Greet ging solo verder tot vlak voor het einde. Dat gaf mij de tijd om snel een zakdoek te pakken en m’n ogen droog te deppen. De muziek en de reden waarom greep me meer aan dan ik dacht! Toen kwam het thema terug. Ik zag dat Greet snel wat registers uittrok en de laatste keer het thema ging wat forser, tot we het afsloten met een aanhoudende toon die langzaam wegstierf. Greet voelde feilloos aan toen ik bijna geen lucht meer had; ze haalde haar handen van de toetsen zodat de bugel de laatste kwart seconde solo door de kerk klonk. Poehee… Dat hakte er even in!
Even was het stil, toen gaf de ouderling een hand aan Johan, de dominee en begon de feitelijke dienst. Doordat ik tijdens de dienst niets te doen had gingen mijn gedachten met me op de loop. Ja, ik had de dood een aantal keren van dichtbij gezien; kogels langs me heen horen suizen, in de grond vlak bij me zien inslaan en granaten dichtbij horen exploderen… En ik wist hoe de dood er uit zag; ik had het meerdere keren door mijn kijker van de Accuracy gezien. En tijdens de geïmproviseerde begrafenis van de Talibs die onze groep ’s nachts wilden overvallen… Dat jochie de baret van de Russische para’s nog op z’n hoofd… Missiegebieden. Je wist dat het daar gewelddadig was en dat je kon sneuvelen.
Maar net als de meeste militairen had ik die gedachten verdrongen. Gewond raken of sneuvelen? Dat overkwam alleen anderen. Mij niet. Kees Jonkman was onkwetsbaar. Was ik bang geweest? In Bosnië een paar keer, onder andere tijdens die reddingsactie voor dat jochie in het mijnenveld. En dan nog niet eens zozeer voor mezelf, maar nog meer voor mijn groepscommandant, sergeant Loermans. Dié zat op de achterklep toen we het mijnenveld in reden… Ik zat redelijk veilig voorin, achter de stuursticks van het YPR. En later in Afghanistan had ik nauwelijks de tijd om bang te zijn; daar was ik de groepscommandant.
Elke seconde moest ik beslissingen nemen, mijn kerels leiden en ondertussen zelf ook vechten. Bang was ik pas een paar dagen later, als ik de acties overdacht. Meestal ’s nachts. Maar dat je in Nederland óók plotseling uit het leven weggerukt kon worden… Daar stond je niet bij stil.
Wat zou de doodsoorzaak geweest zijn? Een verkeersongeluk? Hartinfarct? Beroerte? Hoe dan ook, de familie bleef achter met een lege plek. Een echtgenoot, een vader die er plotseling niet meer was… Voordat ik het wist was de dienst bijna ten einde. Ik kreeg een por van Greet. “Opletten! Na het slotlied de zegen en na de zegen meteen inzetten!” Ik knikte en stond op. Johan sprak de zegen uit en na het ‘Amen’ wachtte Greet één seconde en knikte met haar hoofd. Samen zetten we een mooie Trumpet Tune in.
Ik speelde rechtstreeks de kerk in. Als de overledene zoveel van Engelse muziek hield, had hij dit ook wel gewaardeerd… Tijdens het spelen zag ik dat Johan, de predikant, achter de liturgische tafel was blijven staan. Vreemd. Normaal liep hij naar opzij, richting uitgang, om gemeenteleden de hand te schudden. De laatste noot klonk en op een handgebaar van Greet sloten we af. Heel even was het stil, toen knikte Johan naar ons. Meer niet. En liep hij naar de deur.
Greet en ik keken we elkaar aan. “We hebben net een dijk van een compliment gekregen, Kees.” Ze keek ernstig en ik knikte. “Ik zag het, Greet. En het was fijn om dit met jou te doen.” “Eensgelijks.” Ze keek even voor zich uit en draaide toen een kwartslag op de orgelbank, naar mij toe. “Kees… Kun jij me aanstaande woensdag helpen? Tijdens de uitvaartdienst?” Ik keek haar aan; ze meende het!
“Greet… Wat spelen we dan? Het is krap-an qua tijd, weet je…” Ze haalde haar schouders op. “Weet ik nog niet. Johan spreekt de afscheidsdienst vanmiddag met de familie door. Vanavond weet ik het. Maar gezien de muzikale voorkeur van de overledene ik denk dat je het kunt, Kees.” Ik knikte. “Oké Greet. Ik ga een dag verlof lospeuteren bij m’n baas. En nu naar beneden; ik heb behoefte aan een glas water.” Ze knikte, zette het orgel uit en pakte haar muziek bij elkaar.
Eenmaal beneden gaven we Johan als laatsten een hand. Hij keek ernstig. “Greet… Kees… dank jullie wel. Prachtig gespeeld samen. Kees… Kun jij woensdag ook spelen?” Ik wees naar Greet. “Had zij ook al gevraagd, Johan. En ik ga proberen een dag verlof te regelen.” Hij knikte. “Dan zou heel mooi zijn. Zoals zijn vrouw gisteren tegen me zei: “Ik wil geen droevige toestanden in de kerk. We maken er samen een dankdienst van. Een dankdienst voor zijn leven.” Ik floot zachtjes. “Als je op die manier afscheid kunt nemen van je man…”
Ik liep naar Joline. “Hoi schat…” Ze keek me peilend aan. “Er is iets, Kees.” Ik knikte. “Ja. Greet en Johan vroegen of ik hen kon ondersteunen bij de uitvaartdienst, woensdag. De overledene was enorm liefhebber van Engelse muziek. En ik ga het doen.” Ze knikte. “Prima. Dan bel je vanmiddag Derk op en vraagt hem of hij ook meedoet. Jullie samen klinken prima.” Mijn kaak zakte een centimeter. “Jij bent écht goed… Maar ik vraag eerst even of Greet en Johan dat ook zien zitten. En de familie. Even wachten, schat.” Bij Greet was het geen probleem, die knikte meteen. Johan keek nadenkend, toen Greet dit voorstel deed. “Ik zal het vanmiddag aan de familie voorleggen, Greet. Vanavond hoor je meer.” Ze knikte. “Oké. Dan zal ik straks mijn sympathieke zwager even bellen met een waarschuwingsbevel.”
Ik schoot in de lach en Johan keek vragend. “De mededeling dat hij zich gereed moet houden om iets te doen, Johan. Dienstterm, sorry.” We kletsten nog wat met Greet over háár vakantie. “En waar is Anita trouwens?” “Thuis, Joline. Die heeft de dienst bekeken op ‘Kerkdienst gemist punt nl’. Vond zich nog niet in staat om hier naar toe te komen.” Joline keek verwonderd. “Maar… jullie zijn ondertussen ook op vakantie geweest. En dan nog niet hersteld?” Greet schudde haar hoofd. “Ze is nog best slap. We hebben in Garderen elke dag gewandeld… de eerste dag een kilometer, de tweede dag ietsjes verder, de derde dag weer een stukje meer… Uiteindelijk, op de dag voor vertrek hebben we een wandeling gemaakt van 8 kilometer. Toen we terugkwamen was ze compleet kapot. Conditie als een natte krant. Die moet ze eerst weer een beetje terugkrijgen, eerder mag ze van mij niet aan ’t werk!”
Joline knikte begrijpend. “Ja… als je een week in het ziekenhuis ligt én geopereerd wordt, is je conditie in één klap compleet verdwenen… Arme meid. Doe haar sowieso de groeten en wens haar sterkte!” Greet knikte. “Zal ik doen.” Joline liep naar de zussen en Greet keek mij aan: “Wat sta jij gemeen te grijnzen, majoor?”
Ik lachte nu voluit. “Als Anita haar conditie snel in orde wil hebben: ze is op de dinsdagavond welkom bij ons hardloopgroepje, Greet.” Ze keek misprijzend. “Over dat groepje heb ik wel eens iets gehoord, ja. Onder andere van Jackie Moes. Coach schijnt ene Jonkman te zijn. Met als plaatsvervanger ene mevrouw Jonkman – Boogers. Je gaat er fit heen en komt gesloopt terug. En daar moet ik mijn liefje aan toevertrouwen? Echt niet, Kees.”
Ik keek serieus. “Greet, de komende weken heeft het loopgroepje van Jonkman vakantie. Ja, Joline, de zussen en ik gaan wel op dinsdag lopen, maar we kunnen Anita best een paar weken onder onze hoede nemen. Dan doen we het wat rustiger aan. Als ze acht kilometer kon wandelen, kan ze ook een stukje rustig rennen. En als je denkt dat ik mijn niet geringe charmes op haar ga botvieren: Joline en de zussen zijn erbij en ach, je mag zelf ook wel meelopen, hoor. Kan ik jou eens coachen. Wel zo leuk, voor de afwisseling.”
Greet dacht na. En tot mijn verbazing zei ze: “Is goed! Wij komen dinsdag naar jouw loopgroepje. Mits je kalm aan doet. Beloofd, Kees?” Ik knikte. “Ja. Ik ga niet iemand helemaal de vernieling in lopen die een paar weken terug nog in het ziekenhuis lag. En na het lopen bij ons douchen en blijven eten. Nemen we dan de dienst van woensdag nog even door, oké? Tenminste… als de familie ermee akkoord gaat.” Ze bromde instemmend. “Prima. Hoeven we ten minste niet te koken.” Toen keek ze op haar horloge. “Ik ga naar Anita toe. Die heeft de koffie ondertussen wel gezet. Dank je wel, Kees. Zowel voor je ondersteuning woensdag, maar ook voor je loop-coaching dinsdag.” “We maken er wat moois van, Greet.”
Met een klap op mijn schouder nam ze afscheid en ik liep naar Joline, Margot en Charlotte. Die stonden te praten met Willem en Jackie Moes, de ouders van Ben. Zo te zien was dat gezellig. “Hé Kees… Ook weer neergedaald uit den hoge?” Ik trok een wenkbrauw op. “Uit den hoge?” “Van de orgelgalerij, sukkel!” Jackie lachte me uit. “Aha… Ja, ik moest wel. Daar is geen kraan. En Greet wordt furieus als je met een of ander drankje binnen een straal van drie meter van ‘haar’ orgel komt. Heb ik één keer meegemaakt tijdens een les, dat was voldoende, thank you.”
Willem moest lachen. “Oh, je kent haar ondertussen een beetje?” “Na negen maanden bugelles te hebben gehad mag dat ook wel, Willem…” Ik keek Joline aan en meteen begrepen we elkaar. “Willem, Jackie… Een aantal weken terug hebben jullie ons op koffie getrakteerd. Bij jullie thuis. Mogen we jullie nu bij ons uitnodigen?” Ze keken elkaar aan. “Graag! Ons brave zoontje zit toch niet op ons te wachten; die is schandalig vakantie aan het vieren in de Schotse Hooglanden.” Kortom: even later reden we achter elkaar naar Veldhoven.
In de lift zei Jackie: “Waarom lopen jullie niet naar boven? Jullie hadden toch zo’n uitstekende conditie?” Joline zei kattig: “Dat doen we ook regelmatig, maar we willen onze gasten graag laten genieten van een goeie bak koffie. We vinden het niet zo leuk en het staat ook niet zo gastvrij als we onze gasten, als ze eenmaal boven zijn, meteen de weg te wijzen naar onze beide toiletten zodat ze hun ontbijtje en de kerk-koffie daarin kunnen lozen. Maar als jullie een trap-training nodig hebben: kom dan maar eens op dinsdagavond met Ben mee.” Willem keek smerig. “Nee dank je wel, Joline. Iets teveel verhalen gehoord over de dinsdagavonden hier…”
Eenmaal binnen dirigeerde Joline mij naar een stoel. “Zitten jij. Weliswaar heb je niet zoveel geblazen, maar ik kon bij dat eerste stuk horen dat je best geëmotioneerd was.” Ik keek haar vol verbazing aan. “Horen?” Ze knikte. “Ja. Je trilde bij de eerste keer dat het thema speelde. En toen Greet verder ging, heb ik even omgekeken; je wreef je ogen uit met je zakdoek.” Ik knikte. “Het vloog me aan, schat…”
Ik keek naar Willem en Jackie. “Wij zitten elkaar regelmatig te pesten over de Bingo die we in het bejaardentehuis gaan spelen als ik 84 ben en Joline nog een jonge blom van 79 is. En hoe we elkaars rollators gaan saboteren en zo. Vandaag vloog het me aan dat dit niet vanzelfsprekend is. Dat je door ziekte of een ongeluk pats-boem uit het leven weggerukt kan worden… Dat vloog me op die orgelgalerij aan en daar heb ik vrijwel de hele dienst over zitten denken. Ik heb van de Boodschap van vandaag daarom niet zoveel meegekregen. Spijtig voor Johan.”
“Dan beluister je de dienst nog maar een keer op Internet, Kees. Onze dominee had écht wel wat zinnigs te zeggen vandaag.” Willem keek me serieus aan. We raakten verder aan de praat en het was prima om met deze mensen van gedachten te kunnen wisselen. En hún motivatie om actief te zijn in een kerk aan te horen. En bij hen konden wij ook kwijt waarom wij in hun kerk verzeild waren. Ik vertelde het verhaal van de bugel, kerstnachtdienst, het concert en besloot met: “…en toen deze dames bij ons kwamen wonen wilden zij op zondagochtend naar de kerk. Ik heb hen toen meegesleurd naar jullie kerk, waar we ons ondertussen een beetje thuis begonnen te voelen. En nou ja, de rest weten jullie…”
Jackie knikte bedachtzaam. “Ja, die weten we. Van Johan, maar ook van Ben. Die is ook aardig op de hoogte van jullie situatie.” Even zweeg ze, toen keek ze naar Lot. “En hij was behoorlijk van slag toen jij hem vertelde dat het allemaal een beetje te snel ging, Charlotte. Heeft een avond lang zitten kletsen en z’n hart gelucht. Maar gelukkig hebben we hem ervan kunnen overtuigen dat liefde van twee kanten moet komen. En dat hij zijn eigen glazen ingooit als hij je gaat pushen. De dag erna kwam hij naar me toe en zei dat hij ging hiken in Schotland. “Goed nadenken, moeder. Als ik terugkom, heb ik een beslissing genomen. Een dag later was zijn rugzak gepakt en ’s avonds zat hij op de boot naar Hull.”
Ze lachte even. “Gisteren kregen we een appje van hem met een foto… Hij stond aan de oever van Loch Ness. ‘Geen monster te zien hier. Behalve ’s ochtends in de spiegel!’ was het onderschrift. Hij blijft nog twee weken weg; bevalt hem prima.” Na een tweede kop koffie stond Willem op. “Kom dame. Wij gaan de andere kant van Veldhoven eens onveilig maken. Ik hoorde dat Kees woensdag wellicht aan de bak moet, dus moet hij oefenen. Daar is tijd voor nodig.” We namen afscheid en Lot liep nog even mee richting lift. Tien minuten later kwam ze terug, haar gezicht opgewekt.
“Jackie en Willem zijn ook schatten. Begrijpen me prima.” Joline knikte. “Dat dachten we al, Lot. Wees er blij mee.” We aten een lichte lunch, daarna ging ik alvast wat blazen, in afwachting van een telefoontje van Johan of Greet. Dat kwam om vier uur: Johan. “Hoi Kees. De familie vindt het een prima plan als jij en Derk ons ondersteunen. Ze weten hoe jullie spelen; zijn regelmatige kerkgangers. We maken er een mooie afscheidsdienst van. Greet heeft de orde van dienst al en de familie heeft één stuk uitgekozen wat jullie sowieso moeten spelen; de rest mogen jullie zelf invullen.” “Ik zal Greet zo even bellen, Johan. Dank je wel.” “Tot woensdag, Kees.”
Joline keek me vragend aan. “En?” “Ik ga Greet bellen; Derk en ik ondersteunen. De familie vond het een goed plan.” Ze knikte. “Dat gaat goedkomen, Kees.” Ik tikte het nummer van Greet in. “Hoi Kees. Jij hebt Johan gesproken?” “Ja. Je zit straks weer met je twee meest briljante leerlingen opgescheept, wachtmeester.” Ze zuchtte even. “Soms is het leven best wel moeilijk… Ik stuur je zo dadelijk de orde van dienst, Kees. Daarin zet ik wel wat Derk moet ondersteunen en wanneer jij aan de beurt komt. Of jullie samen. En ik wil geen fouten horen!” “Lag niet in m’n bedoeling, Greet. Dit moet een waardig afscheid worden.” In gedachten zag ik haar knikken. “Precies. Doe je best. En dinsdag gaan we samen lopen. Anita heeft gezegd dat het haar wel wat leek.” “Prima, Greet. We doen kalm aan, anders kun jij woensdag niet spelen omdat je benen te stijf zijn.” Een brom klonk. “Haal het niet in je hersens om ons kapot te trainen, majoor!” Ze verbrak de verbinding voordat ik iets terug kon zeggen.
Even later een piepje op mijn laptop: mail. Van Greet, ook aan Derk: de orde van dienst. Snel scande ik het papier: geen liederen of stukken die ik niet kende, gelukkig. Het intochtslied was lied 150A, vers 1 en 2. Met de regels ‘…laat juub’len het orgel, laat harp en trompet…’ Wauw… Als je dát wil laten zingen op de begrafenis van je man… Een paar mooie trompetstukken van Purchell en Stanley… Al met al leek het wel een concert in plaats van een uitvaartdienst. Als slotlied “Nearer my God to Thee”, het lied wat volgens de overlevering het laatste lied was dat de scheepskapel van de Titanic had gespeeld, vlak voor het schip in tweeën brak en zonk.
Waarschijnlijk onzin; volgens de overlevenden was het laatste stuk wat men gespeeld had “Autumn”, een in 1912 populair jazzy nummer. Maar dit lied was wel toepasselijk. Maar ook emotioneel beladen. Ik hoopte dat ik het goed uit de bugel kon krijgen… Anders moest Derk het spelen. Een mailtje terug naar Greet en Derk. “Dit gaat lukken!” Joline en de zussen keken het geheel ook door. “Dit is inderdaad een ‘dankdienst voor iemands leven’… Poeh…” Margot keek ons aan. “Als je dit kunt wanneer je man of vader zó uit het leven is weggerukt…” Ik knikte. “Ja, dan sta je wel stevig in je geloofsschoenen, Margot. Ik neem dit alvast door, in de studeerkamer.” Joline knikte. “Prima, Kees. En rond vijf uur gaan we eten. Hoef jij niks aan te doen, wij maken de nasi wel.”
Ze giebelde.
“Iets minder pittig. Wel zo veilig hier.” Ik knipoogde. “Lief.” Ik verdween met de bugel en de muziek in de studeerkamer en even later klonk daar het ‘Trumpet Menuet’, gevolgd door wat andere stukken. De liederen kende ik wel, daar hoefde ik niet zo hard op te studeren. Afwachten wat Greet er voor variaties in zou aanbrengen… Voor ik het wist was het vijf uur en kwam Lot me halen. “Kom je eten, Kees?” Ik maakte de bugel even schoon en vijf minuten erna gleed de eerste hap nasi door mijn keel. “Lekker, dames. Deze nasi zou Nadia wel kunnen waarderen, denk ik. Iets minder blusmiddel nodig.” “Ja. En je proef nu ten minste wat er in zit, Kees. Nu denk je ten minste niet meteen dat er een pyromaan z’n hobby in je keel zit te praktiseren.”
Margot keek plagend. “En het scheelt bier”, vulde Joline droogjes aan. Na de nasi volgde een lekkere sorbet. Joline wees naar Margot. “Háár specialiteit.” Margot knikte. “Afgekeken van een zekere ijssalon hier in Veldhoven. Goed opgelet wat daar in zat en vervolgens schaamteloos gekopieerd.” Ik smulde ervan. “Dame, dit wordt een aanvulling in het receptenboek! Heerlijk!” Enigszins vol ploften we op de bank en de stoelen in de kamer.
“Gaat ’t lukken met die uitvaartdienst, Kees?” Joline keek me opmerkzaam aan. Ik knikte. “Ik denk het wel. Mooie muziek, mooie liederen. Alleen…” “Vertel het maar, Kees.” “Het slotlied, Jolien. Ik hoop dat ik dat fatsoenlijk kan spelen.” Ze neuriede de melodie en ik knikte. “Ja, dat dus.” “Ik heb de film ‘Titanic’ gezien, Kees. En tijdens dit lied zat ik ook te snotteren…” Ik schudde mijn hoofd. “Ik heb de film niét gezien, maar deze melodie tijdens herdenkingen een paar keer horen spelen. En toen hakte hij er hard in. Nogmaals: ik hoop dat het lukt. Greet heeft het makkelijker: zij hoeft haar adem niet te gebruiken tijdens het spelen. Derk en ik wél en als je dan geëmotioneerd wordt, hoor je het onmiddellijk.” Joline knikte. “Ja. Net als vanochtend. Is dat erg? Nee, Kees. Je bent mens. Met emoties. En soms hoor je dat en dat mag. Anders kan men net zo goed een CD opzetten. Een CD waarbij de dames en heren musici een stuk helemaal kapot hebben gerepeteerd. Zo lang en zo vaak dat de emotie bij heb al lang verleden tijd is.” Ze keek me strak aan.
“Jolien, ik wil dat stuk perfect spelen. En niet halverwege beginnen te trillen.” Margot brak in. “Kees… Je bent geen muziek-automaat. Jouw emotie mag te horen zijn. En ondanks, wát zeg ik? Misschien wel dankzij jouw emoties maak je er wat moois van. Net als vanochtend, het stuk voor de dienst. Samen met Greet en Derk.” Ze keek me strak aan. “Duidelijk?” Twee grijze ogen hielden de mijne vast. Ik knikte. “Dank je wel, Margot. Voor dit lesje. Ik hoop dat Greet het er mee eens is.” Ze glimlachte. “Zo niet, dan komt jouw strenge bugeljuf maar eens bij Margootje uitleggen wat er mis is met emotie tijdens het maken van mooie muziek. Ik hoop dat ze zakdoeken genoeg bij zich heeft.”
Nu zaten we alle vier met een smile op ons gezicht. Joline stond op. “Kom, we gaan een stukje wandelen. Even een frisse neus halen buiten.” Het wandelingetje deed me goed. Inderdaad even frisse lucht opsnuiven, de wind in je haren. Toen we na een half uurtje weer binnen waren, werd ik naar de bank verbannen. “Jij gaat even liggen, Kees. Je bent hard bezig geweest. Ontspannen nu.” Joline gaf me een snelle zoen. “Wil je Balou bij je hebben, Kees?” Lot klonk pesterig. “Dan kunnen jullie ‘als kerels onder elkaar’ wat dingen bespreken…” “Kan ik het arme beest niet aandoen, Lot. Voor je het weet kletst hij z’n berenneus voorbij en wordt hij gewurgd met een panty of nylonkous.” “Of gevild met een bot aardappelschilmesje”, zei Joline strijdlustig. Ik wees. “Dát dus, Lot.” Ze giebelde. “Lief van je dat je je het lot van die beer zo aantrekt, Kees. En nu even lekker dommelen. We zullen zachtjes doen en het brandalarm niet af laten gaan.” “Fijn, dames…”
Ik ging op m’n zij liggen met één arm over mijn oor. Zo had ik het minste last van geluiden van de dames. Langzaam doezelde ik weg, terwijl mijn gedachten alle kanten opfladderden… “Kees! Wordt eens wakker. Even een dutje is prima, maar als we je nog langer laten liggen slaap je vannacht niet. Overeind; we hebben koffie gezet.” “Lekker Jolien. Even m’n ogen uitspoelen.” Tijdens de koffie bespraken we de komende week. Morgen met alle teamleiders, de zussen, Angelique en Fred om tafel zitten om Theo weer op de hoogte te brengen; daarna mocht ik weer bij de Piraten aansluiten om me weer in m’n eigen werk te storten. Dinsdag met Rob z’n club mee naar Damen; daar moesten een paar knopen doorgehakt worden en wilden ze er mij bij hebben. Woensdagochtend m’n eigen werk, ’s middags die rouwdienst, donderdag en vrijdag geen bijzonderheden, behalve dat ik Henk moest influiten voor onze week vakantie. Dat zou nog wel eens wat commentaar kunnen opleveren trouwen…
Joline snoof toen ik dat zei. “Henk moet niet piepen. Bovendien hoeft hij maar drie man in toom te houden; de rest is op vakantie. Dus…” Joline keek me aan. “En jij gaat het deze week een beetje rustig aan doen, Kees. Niet ‘nog even iets afmaken voordat we een week weggaan’, want dan heb je een probleem. En dat probleem heet Joline Jonkman – Boogers.” “Dat probleem heb ik al ruim een jaar, schat. En ik heb een enorm probleem-oplossend vermogen…” Misprijzend keek ze me aan. “Je bent af en toe een nare vent, meneer Jonkman.” Gniffelend gaf ze me een zoen, terwijl ze me aankeek. “Maar ik meen het wel, Kees. Deze weken hebben er aardig ingehakt bij jou.” Ik knikte. “Ja. Ik zal hartstikke blij zijn als Theo morgen weer het heft in handen heeft. Voelt bijna als vakantie. Lekker tekenen…” Margot en Charlotte maakten een minachtend geluidje en we moesten alle vier lachen.
“Kom Kees, we gaan naar bed. Morgen loopt de wekker weer om 05:30 af. En het staat nogal slordig als jij tijdens die bespreking met Theo zit te gapen. Húp, in de benen, deze tent afsluiten en dan in bed komen.” Lot zei droogjes: “Ik mis een woord, Joline… ‘klaar’.” Ze keek Charlotte boos aan. “Wil jij mijn echtgenoot niet op vulgaire gedachten brengen, mevrouw? Voor de buitenwereld staat hij nog steeds bekend als ‘Kees de IJsberg’, denk er aan.” “Voor de buitenwereld wel, Jolien. Wij weten ondertussen wel beter…” Margot knipoogde en Joline zuchtte. “Kom majoor. Actie!” Ik stond op, trok Lot en Mar overeind. “Jullie zijn mooie troela’s. Met goeie humor. Dank je wel daarvoor. Welterusten, dames.” We knuffelden elkaar even, Joline net zo goed, toen liep ik m’n rondje. Alles uit en dicht… En dat om negen uur al! Maar Joline had wel gelijk gehad; deze weken hadden hun tol geëist. Lekker slapen… Tien minuten later lagen we in bed, Joline lekker dicht tegen me aan. “Kun je wel slapen, Kees?” klonk het in het donker. “Ja hoor. Ondanks dat dutje van daarstraks gaat het slapen wel lukken.” “Jammer…” giebelde ze. “Ik had zo gehoopt dat ik je nog een slaapmiddeltje moest toedienen…” “Laat Kees lekker slapen, krols kind”, bromde ‘Balou’. “Hij heeft het nodig. Als jij nog lekker wil kroelen, kom ik wel bij je, oké?” “Gaan we niet doen Beer. Dan lig jij lekker met je kop tussen mijn borsten, wordt Kees wakker en die maakt er weer foto’s van. En dan schaam jij je week kapot als we die foto’s laten zien.” “Hmmm… Misschien heb je gelijk Jolientje. Doen we wel een keertje als Kees op een of ander booreiland zit.” “Da’s goed Beer. Net als vroeger… Nu slapen!” “Welterusten Jolientje, maf ze, Kees.” Slaap lekker, brombeer. Geen natte dromen krijgen van de belofte van Jolientje hé? Dan wordt je zaagsel nat…” De beer hulde zich in beledigd stilzwijgen; Joline giechelde zachtjes; ik voelde haar schudden. En dat was meteen het laatste wat ik voelde…
De volgende ochtend was routine: opstaan, ontbijten en samen naar Gorinchem rijden. Bij de koffieautomaat werd Theo een beetje geplaagd met drie weken afwezigheid en Angelique werd na binnenkomst uitgebreid gefeliciteerd met het behalen van haar bul. “Zo kleintje… Ben je er weer? Dat kost de firma weer een extra pak directiekoekjes.” Fred natuurlijk weer. “Die koekjes heb ik de afgelopen weken vaak uit het keukenkastje in Arkel gegapt, Fred. Daar stonden nog een paar pakken.” “Zal wel een laag kastje geweest zijn dan”, bromde hij en Angelique snoof. “Kees! Hou die bud van je in toom!” Ik haalde mijn schouders op. “Mag ik niet meer, An. Die taak is sinds een paar weken overgenomen door ene mevrouw Wilma van Laar. Met name onder de douche.” “Ja, en ik wil jou daar niet meer aantreffen, Kees. Met je vuile zweetpoten als we terugkwamen van patrouille…”
We grinnikten, toen draaide ik me naar Angelique toe. “Ik weet nog steeds niet waarom jij tijdens de receptie ging gymnastieken, An… Vertel!” Ze glimlachte en keek naar Theo. Die knikte. “Theo en Gertie deelden me mede dat mijn salaris per direct dat van teamleider was. En daarom…” Ze verhief haar stem, “…is er bij de lunch meteen een stuk cake. Ná het lopen dus, anders liggen jullie alleen maar voor pampus!” Gejoel, zodanig dat Chantal van de receptie kwam kijken. “Kan het hier een beetje rustiger? Zelfs met de koptelefoon op kan ik nauwelijks telefoneren!” Toen ze hoorde wat de reden was, feliciteerde ze Angelique uitgebreid en verdween toen weer naar haar desk. En even later ging iedereen aan het werk.
Ik ging het hok van de Piraten in: daar zaten alleen maar Gerben, Frits en Henk. “Wat een rust en ruimte hier, heren… Lekker hoor, zo drie weken rust in de keet.” Frits knikte. “Ja, en over twee weken mogen jullie het vier weken zonder Frits proberen. Dan rijdt deze jongen door Scandinavië.” Snel nam Henk de lopende projecten door. Dat waren er gelukkig niet veel meer; de meesten hadden ze vorige week al weggekopt.
En om vijf voor negen tapte ik nog een bak koffie en liep Theo z’n bureau in. Joline, Angelique, Fred en de zussen zaten er al, evenals Miranda, Rob en Klaas. “Zo, dames en heren… Laat maar eens horen wat júllie de afgelopen weken hebben uitgespookt…” Het volgende uurtje werd hij snel op de hoogte gebracht, met behulp van de rapportages die alle teamleiders hadden opgesteld. Aan het eind keek Theo ons aan. “Prima werk, dames en heren. Iets anders kan ik er niet van maken. Jullie hebben de tent keurig draaiend gehouden. Enfin, Gertie en ik hadden niets anders verwacht. Nog meer dingen die ik moet weten?”
Fred gromde even en vertelde daarna het verhaal over Luna van den Akker en hoe hij haar in de val wilde lokken. “Prima, Fred. Doen. Iemand die wil spioneren naar wat wij doen en waarom DT zo succesvol is, mag keihard op zijn of haar bek gaan. Ik hoor het resultaat wel. Kees, jij had een akkefietje met die toko in Amsterdam die ons die opdracht in Bosnië door de neus wil boren… Hoe staat het daarmee?” “Nog geen nieuws, Theo. Amsterdam houdt zich stil en ook op het Ministerie van Buitenlandse zaken heerst radiostilte. Ik zal vanmiddag eens bellen naar die kennis van ons.” Theo knikte. “Doen. Ben ik wel benieuwd naar. En jij had een aanvulling op het Piratenteam binnengehaald, begreep ik? Is dat die Gerben, die op de vrijdag voor mijn vakantie bij ons onder de douche stond?” Ik knikte. “Mooi, dan loop ik zo even met je mee om hem welkom te heten en hem te waarschuwen voor zijn teamleider.” Theo grinnikte gemeen en keek op z’n horloge. “Dat doe ik nu maar meteen, anders heeft hij natuurlijk geen adem meer over, het arme jong…”
Angelique zei vinnig: “Dat zou wel eens mee kunnen vallen, Theo. Gerben heeft een prima conditie, hou daar maar rekening mee.” En Fred vulde aan: “En jij hebt de afgelopen weken de binnenkant van jullie vakantie-optrekje bekeken, dus je conditie zal wel weer die van een natte krant zijn…” Theo stoof op. “Niks ervan, meneer van Laar! Gertie en ik hebben behoorlijk gewandeld, ja, zelfs hardgelopen!” Joline giechelde: “Jaja… Gertie voor je uit rennend en jij er achteraan zeker? Zal wel een kort loopje geweest zijn… van de badkamer naar de slaapkamer zeker?” Ze lachte liefjes en wij schoten in de lach. “Rotmeid!” gromde Theo en smeet een gummetje naar haar toe. “Er uit! En om 12 uur in sporttenue buiten!” Grinnikend gingen we het kantoor uit,
Theo liep met me mee richting Piraten. Daar was het nogal stil. Henk, Frits en Gerben zaten, achter hun beeldschermen gebogen, geconcentreerd te werken. “Zo… En is dit die nieuwe Piraat? Welkom Gerben. Loop even met me mee, dan maken we even kennis.” Hij loodste Gerben mee en ik verdween in m’n eigen kantoor. Eerst maar eens met Bas van Leeuwen bellen… Ik toetste zijn mobiele nummer in. “Van Leeuwen”, klonk het kort. “Bas, goedemorgen, Kees Jonkman hier. Mag ik je even storen?” “Vertel het maar, Kees.” “Weten jullie al waar het lek zit?” Een brom klonk. “Je had gelijk. Meneer de Quaay. Politie heeft hem gisteren opgepakt. Telefoon en computer uitgelezen en daar kwam eerst een mail en daarna een kort gesprek met jouw vrienden uit Amsterdam op voor. Tijdens dat gesprek is er een afspraak gemaakt die ‘toevallig’ exact overeenkwam met het tijdstip waarop hun hoofd juridische zaken meneer de Quaay in Amsterdam tegen het lijf liep. Waterdicht bewijs dus, en dat zal meneer nog lang heugen.”
“Mooi, Bas. Dat soort lui…” “Ja. Overigens heb ik een kort gesprekje gehad met de directeur van die tent in Amsterdam. Hij kwam weer met dat verhaal dat DT voorkennis had en dat hij zou gaan procederen als DT die opdracht in Bosnië zou krijgen en meer van die onzin… Toen heb ik ‘m maar verteld wat ik wist van het bezoekje van meneer de Quaay aan zijn toko en dat ik er alles aan zal doen om te voorkomen dat zijn bedrijf een verzoek tot een offerte krijgt. Omdat chantage in het bedrijfsleven niet wenselijk is en bij de overheid al helemaal niet. Hij sputterde nog wat, maar enig vuur zat er niet meer in.”
Ik bromde: “Mooi. Dank je wel. Ik hoop geen last meer te hebben van die zak hooi.” “Die kans is vrij klein, in ieder geval voor het project in Bosnië. Of jullie verder nog in elkaars vaarwater komen, bij andere projecten, tja… daar heb ik geen invloed op natuurlijk.” “Dan sla ik ze wel om de oren met onze ontwerpen, Bas. Die wérken ten minste.” Hij grinnikte. “Dat had ik al links en rechts vernomen. Bij Damen en bij Neddrill onder andere.”
Mijn kaak viel weer eens open. “Bas, waar heb jij géén connecties? Telkens verras je me weer met een of andere opmerking…” De grinnik werd luider. “Kees, ik ben chefje van een nogal grote afdeling. Ik heb een aantal bureau’s en een van die bureau’s doet aan data-informatie. Het bureauhoofd zou zo maar eens een studiegenoot van Fred kunnen zijn. Alleen dan met een kilo of dertig minder aan z’n lijf. Maar toen ik aan hem vroeg of hij eens wilde gaan spitten naar ene Jonkman en van Laar, kreeg ik de volgende dag een rapport op mijn bureau van een stuk of tien pagina’s.”
Hij zweeg even. “Interessante kost overigens. En een paar hele mooie foto’s van twee knappe bruidsparen.” “Dan hoop ik dat je niet alleen naar onze bruiden hebt zitten kijken, Bas.” Hij lachte nu voluit. “Wel de moeite van het bekijken waard. Maar mooi dat jullie je Veteranenspeld op je pak hadden. Maar sorry, ik moet zo een vergadering in, Kees. Binnenkort hoop ik eens langs te komen bij DT. Kletsen we even écht met elkaar. Groeten aan Fred!” En de verbinding was verbroken. Ik staarde nog even naar mijn telefoon. Die vent wist wel héél veel…
Om twaalf uur gingen we, onder leiding van Fred, een stukje lopen. Niks bijzonders, gewoon twee en een halve kilometer in een redelijk tempo. “Tenslotte moet de directie van DT vanmiddag nog wel in staat zijn om iets nuttigs te doen!” En na de lunch weer aan het werk… Nu gelukkig met wat eigen projectjes, zonder ‘directiegedoe’. Dat scheelde veel tijd! En om half vijf stonden Joline en de zussen aan de deur. “Kom, Kees. Naar huis. Eten, daarna mag jij nog even studeren, samen met Greet.” En om zeven uur stond Greet voor de deur. “Zo… Nu kan ik de akoestiek van Huize Jonkman eens testen.” Na een kop thee studeerden we samen; Greet op haar bugel ik op de mijne. En wéér stond ik bewonderend te luisteren wat zij uit haar bugel wist te halen. Ze speelde een paar passages van ‘Nearer my God to Thee’ zachtjes voor, loepzuiver. En ik wist dat het moeilijk was om zo zachtjes en tegelijk zo zuiver te spelen.
Joline en de zussen zaten stil op de bank te luisteren. “Wauw… Greet, als je dit woensdag ook zo speelt…” Ze schudde haar hoofd. “Nee Kees. Woensdag speel jij dat zo. Ik zit achter het orgel. Eén register, de holpijp 8 voet. Geen pedaal. Unisolo, oftewel geen alt, tenor of baspartij. Tijdens het eerste couplet alleen de melodie. Met het tweede couplet valt Derk in en trek ik er de roerfluit bij en het derde couplet doen we meerstemmig: jullie de sopraan, ik de begeleiding. En die mag dan wat forser.” Ik keek bedenkelijk. “Dat eerste en tweede couplet zijn dan wel erg kwetsbaar, Greet…”
Ze knikte. “Ja. Maar jullie kunnen het. Morgen komt Derk ook naar Veldhoven, dan repeteren we het. Samen.” Even later nam ze afscheid. “Gaat goedkomen, Kees. Een beetje vertrouwen in je eigen kunnen.” Joline en de zussen bevestigden dat even later, waardoor ik wat opgemonterd werd. Het was tien uur toen we naar bed gingen. Joline kroop tegen me aan. “Nu even geen spannende spelletjes, schat”, weerde ik haar af.
Ze bleef echter tegen me aanliggen en streelde mijn gezicht. “Liefje… Ik heb naar je zitten kijken toen je speelde. Ademloos. Je ogen drukten uit wat je dacht, wat je voelde… En op dat moment voelde ik alleen maar liefde. Liefde voor jou. Mijn man, die o zo stoere Kees Jonkman. Techneut, fitnessbeul, kok, reserve majoor… Maar die, als het erop aan komt, een héél gevoelig mens blijkt te zijn. En die vent wil ik altijd bij me hebben.” Een zachte zoen volgde. “Ik hou van jou, Kees. Meer dan ik ooit gedacht had van iemand te kunnen houden. Dát, schatje, wilde ik even gezegd hebben. En nu lekker slapen, oké?” Ik streelde haar gezicht. “Dank je wel, Jolien. En jij bent degene die het beste in mij naar boven haalt. Daarom hou ik van jou, schat.”
Een giecheltje volgde. “Jaja… ‘het beste in mij naar boven haalt’… Met panty’s en sexy lingerie zeker?” Ik zuchtte maar eens. “Ja. Onder andere. Maar of dan het beste in mij naar boven komt? Ik vraag het me af.” Ze kuste me vluchtig. “Dat zien we wel als onze twee drielingen geboren worden, schatje. Of de drie tweelingen, dat weet ik nog niet. En nu lekker slapen, Kees. Anders worden het toch nog spannende spelletjes…” “Oh nee hé”, bromde ‘Balou’. “Snel slapen, Kees, anders kom ik ook niet aan m’n 23 uur slaap per etmaal toe.” Een aai over mijn gezicht volgde, toen draaide Joline zich om en kroop tegen me aan. En het duurde niet zo lang of ik voelde me wegzakken…
De dinsdag ging snel. Bij DT kon ik gelukkig mijn aandacht aan de techniek wijden in plaats van allerlei commerciële zaken. ’s Middags rond half vier uur dreunde Fred echter met een brede grijns mijn kantoortje binnen en plofte in een fauteuil. Die kraakte een beetje onder dat geweld. “En wat heb jij op je lever, meneer van Laar?” De grijns werd breder. “Iemand zit nu naar haar computer te kijken en zich wanhopig af te vragen wat er aan de hand is. En ergens in China kijken een paar lui net zo appelig en vragen zich af wanneer ze gearresteerd worden.”
“Mevrouw van den Akker?” Hij knikte. “Ik duwde die stick in een stand-alone laptop en binnen drie seconden had ik bezoek. Eerst vanuit Nederland, mevrouw dus, een paar tellen later uit China. In China heb ik die server overgenomen en het ding zichzelf laten opblazen.” Ik keek blijkbaar ongelovig, want Fred knikte. “Ja, dat kan ik. Een van de trucjes die ik bij Defensie heb geleerd. Dat ding compleet overbelasten, veiligheden uitschakelen en tien seconden erna was hij uit de lucht. En ik weet zeker dat hij nu nog steeds in de fik staat.” Weer grijnsde hij. “En het mooie is: niemand kan achterhalen hoe dat kon. Alle date zijn pleite. Letterlijk in rook opgegaan. Want een back-up server ondergaat exact hetzelfde lot. Met een beetje mazzel staat er nu een compleet Chinees datacentrum in de fik. Want die jongens zijn wat minder goed in brandpreventie als we hier in Nederland zijn…” Even zweeg hij.
“En bij mevrouw van den Akker, Fred?” “Bij die dame staat het logo van ‘Anonymus’ op het beeldscherm. En dat krijgt ze er niet meer af. Alle data op haar PC zijn veiliggesteld op een losse harde schijf. En die ligt op mijn bureau. Net met Theo overlegd; DT doet aangifte tegen haar wegens grootschalige bedrijfsspionage. Want DT is niet het enige bedrijf waar ze haar vergiftigde datasticks heeft achtergelaten. De vuile trut.” Ik leunde achterover. “Zóóó… Jij bent wel van de actie, meneer.”
Fred grinnikte; het bekende bulldozergeluid klonk door het bureau. “Ik laat je weer alleen, Kees. Kun je je weer helemaal concentreren op de techniek. Lekker hé, geen managersgezeik aan je kop?” Hij dreunde weg. Zo… mevrouw van den Akker buitenspel, een stel Chinezen diep in de shit… Ik kon er niet mee zitten. Verder met werk, Kees! Een uur lang was ik nog geconcentreerd aan het werk, toen vond ik het welletjes. Bijna half vijf; tijd om naar huis te gaan. Wat eten, loopgroep en dan met Greet en Derk repeteren…
Joline reed, de zussen kookten, dus kon ik nog even repeteren. Daarna een bescheiden bordje pasta en omkleden. Vijf voor half acht stonden Greet en Anita beneden. “Wij komen er aan dames! Dan hoeven jullie niet naar boven te klimmen!” Het lopen deed ik bewust kalm aan. De enige andere loper was de manager van Philips, en die was blij met het tempo. “Héhé, eindelijk eens een kalme training. Had je veel eerder moeten doen, Kees!” Ik wees achter me, waar Greet en Anita liepen. “Die donkerharige dame moet haar conditie een beetje terugkrijgen. Heeft recent in het ziekenhuis gelegen, dus vandaar mijn 65+ - tempo.” “Die hoorde ik, meneer Jonkman!” Antita keek strijdlustig en Greet ook. “Mooi dames. Probeer me dan maar eens te pakken te krijgen, daarna mogen jullie kiezen: óf Kees in mootjes snijden en op de bakplaat leggen, of héél langzaam vierendelen en vervolgens de stukken vlees in Safaripark 'De Beekse Bergen' uit de auto flikkeren zodat de leeuwen ook een lekker brokje krijgen. Maar dan zullen jullie wel bij me moeten komen!”
Ik verhoogde het tempo. Dat lukte hen niet en hijgend en blazend renden ze achter me aan. Na vier rondjes vond ik het welletjes. “Zo dames en heer, we breien er een eind aan. Ik had beloofd de dames niet helemaal kapot te lopen, dus…” Met een zwaai nam hij afscheid en wij dribbelden kalm richting huis.
Daar pakten Greet en Anita hun weekendtassen en Greet haar koffer met bugel uit de auto. Eenmaal binnen wees Joline hen de douche. Margot en Charlotte doken hun kamers in en Joline en ik zaten even op het terras met een sapje. “Zo. Heb ik toch maar even mooi mijn bugeljuf gecoacht. En haar vriendinnetje. Het viel me trouwens niet tegen hoe zij liepen.” Joline knikte. “Op zich een redelijk tempo. Alleen Anita had het de laatste 500 meter best moeilijk. Maar ze hield vol. Netjes. En dat moet je haar straks ook even duidelijk maken, Kees.” Ik knikte. “Was ik al van plan, schat.”
Greet kwam het terras op. “Joline, Kees, jullie kunnen je gang gaan!” Joline trok een ondeugend gezicht en antwoordde: “Mogen wij onze gang gaan? Lief van jullie. De pasta hoeft alleen maar opgewarmd te worden, die is al gaar. Eet smakelijk dan maar, want het kan even duren als wij ‘onze gang gaan’…” Anita werd wat rood, Greet zei: “Wil jij mijn liefje niet zo in verlegenheid brengen, mevrouw Jonkman? Ook zij denkt in plaatjes.” “Ik ook”, vulde ik aan. “En ik heb nu een heel leuk plaatje in gedachten, schatje…”
Greet keek nu ronduit smerig, maar Anita giechelde.
Joline trok me de slaapkamer in. “Mee jij. Je arme bugeljuf en haar liefje zó in verlegenheid brengen… Je bent een vunzig mannetje, Kees Jonkman!” We douchten snel; de pasta opwarmen duurde niet zo lang en het eten ging er daarna goed in.
En om acht uur stond ook Derk voor de deur met zijn trompet. Joline verbande ons vervolgens naar de studeerkamer. “Wij wassen wel af, dame en heren!” Het repeteren ging redelijk goed. Natuurlijk had Greet de nodige opmerkingen, maar die gingen niet zozeer over fouten of uitglijers, maar meer over het gevoel wat we in de muziek moesten leggen. Geintjes maakten we nauwelijks; we waren alle drie geconcentreerd bezig.
En om half tien zei Greet: “Derk, Kees… Jullie zijn er klaar voor. Morgen om twaalf uur in de kerk zijn; de uitvaartdienst begint om
twee uur. Dan hebben we nog even de tijd om ons warm te spelen, voordat er mensen de kerk binnen lopen, oké?” We knikten. “We maken er samen iets moois van, Greet.” Derk zei het serieus en ik knikte. We liepen de kamer in, waar Anita, Lot, Mar en Joline zaten te praten. “Wat we hoorden klonk goed, Greet!” Anita gaf haar vriendin een korte kus. En in tegenstelling tot wat ze normaal zou doen, maakte Greet geen spottende opmerking. Ze zei: “Deze twee maken er morgen een mooie dienst van.” Derk zei zachtjes: “Niet alleen, Greet. Jullie predikant, Johan en jijzelf ook.”
Ik knikte en Greet glimlachte. “Dank je wel Derk. Ook ik doe m’n best, reken daar maar op.” Joline schonk bekers thee in en terwijl we die opdronken keek Greet me onderzoekend aan. “Heb ik iets van je aan, wachtmeester?” Anita schoot in de lach. “Dat zou wel eens een beetje strak kunnen zitten, Kees. Jij bent best wel breed. Behalve voor Greet’s maat BH. Daarvoor heb jij toch echt te weinig borsten…” Greet keek verwijtend naar Anita. “Zit jij een van mijn beste leerlingen in de maling te nemen, schat? Niet doen hé, want die vent zorgt ook voor het beleg op joúw boterham!”
Joline giechelde. “Eten jullie dan voor vijfenzeventig euro per week aan pindakaas? Getverderrie…” Greet keek haar laatdunkend aan. “De kaviaar is nogal wat duurder, Jolien. En voor vijfenzeventig euro heb je slechts een piepklein potje van dat zwarte goud… Maar daarom keek ik niet naar Kees; ik heb een vraag aan je en ik hoef niet meteen antwoord. Kees wil jij eens een keertje meespelen met de Fanfare Bereden Wapens? Over twee maanden geven we een concert in de St. Jan in Den Bosch. En we hebben nog twee solisten nodig. Eén op bugel en…” Ze keek naar Derk, “…één op trompet. Denk er over na. En daarvoor zul je een paar keer in Vught moeten komen om te repeteren. Op de woendagavond.”
Derk knikte al. “Leuk, Greet.” Hij keek me aan. “Doén, Kees. Het is een mooie club om mee te spelen. En je leert er vreselijk veel van. En de St. Jan in Den Bosch… Een heerlijke kerk om mooie muziek te maken.” Ik keek Joline aan en die knikte bijna onzichtbaar. “Ik hou het nog even in beraad, Greet. Even overleggen. Donderdag hoor je het, oké?” “Prima, Kees. Er is geen bloedspoed bij; we hebben nog even. Alvast dank je wel dat er in ieder geval over nadenkt.” Even later stonden Anita, Greet en Derk op. “Wij gaan richting huis. Dank voor de verzorging; we zien elkaar morgen om twaalf uur in de kerk.” Even later waren ze vertrokken en keken de zussen, Joline en ik elkaar aan. “Zo dames… We ruimen dit spul even snel op en duiken dan onze bedjes in. Genoeg emotie voor vandaag en morgen zal het niet veel anders zijn. En jullie moeten morgen weer aan de bak in Gorinchem, dames; Joline en ik kunnen schandalig lang uitslapen.”
Charlotte snoof. “Daar geloof ik niks van. Zodra wij onze hielen hebben gelicht zijn er twee opties: of jullie duiken heb bed in voor leuke dingen, of de majoor Jonkman staat in de studeerkamer te repeteren.” Joline glimlachte lief. “Ik weet zeker dat het optie twee is, Lot. Vlak voor een begrafenis nog snel een wipje maken? Waar zie je ons voor aan, tutje?” “Voor een stel oversexte pubers natuurlijk”, vulde Margot droogjes aan. “Net getrouwd, nog in hun wittebroodsweken… Nou dan weet je het wel!”
Ik gromde: “Ik dacht dat jullie ons ondertussen wel een beetje zouden kennen, dames.” We stonden op en Lot liep naar me toe. “Ja, we kennen jullie ondertussen wel een beetje. En dat bevalt prima.” Met haar ogen dicht bij de mijne zei ze zachtjes: “Maak er wat moois van, Kees.” “Zeker weten, Lot. Dank je wel.” Een zachte zoen op mijn wang volgde, en daarna eentje van Margot. Snel ruimden we de kamer op en een kwartier later lagen we in bed.
“Zie je er tegenop, Kees?” hoorde ik naast me. “Nee schat. Ik weet dat ik het kan en dat het mooi zal klinken. Greet en Derk helpen me en als het nodig is help ik hén.” “Goed zo, schatje. Dan nu lekker slapen; die ‘snelle wip’ komt binnenkort nog wel een keertje. En die hoeft niet persé ‘snel’ te zijn. Ik verlang er naar Kees. Véél te lang geleden.” Een zoen volgde en ik trok Joline even op me. “Schatje, dank je wel dat ik dit mag doen. Dat je me daarvoor de vrijheid geeft. En voor het feit dat je morgen meegaat. Jij bent mijn muze, weet je nog?” In het halfduister zag ik haar glimlachen. “Een taak die ik graag op me neem, Kees.” Wéér en zoen en toen liet ik haar los. “Lekker slapen, schat. En Balou.” De beer was al (of nog steeds) in dromenland; hij gaf niet zijn gebruikelijke commentaar. En het duurde niet zo lang of ik viel ook in slaap…
Ze knikte en even later schalde het orgel en de bugel samen door de kerk. Vijf minuten later gaf ze me nog twee aanwijzingen, die ik meteen in praktijk moest brengen. Daarna knikte ze tevreden. “Gaat lekker zo, Kees. Kom nog even wat drinken, over tien minuten moet ik aan de bak.” We liepen omlaag, de kerkzaal uit en de hal in. Greet liep nog even langs de predikant. Ondertussen wist ik dat ze dat altijd deed om zeker te weten dat er geen veranderingen in de dienst waren. Toen ze terugkwam zag ik aan haar gezicht dat er iets loos was.
Ze trok me mee, een hoekje in. “Er is een gemeentelid overleden. Zijn naam wordt genoemd in de afkondigingen voor de dienst. En het is hier gebruik dat ik dan iets toepasselijks speel. En dit gemeentelid was liefhebber van Engelse orgelmuziek. Kun jij me helpen met het spelen van de Trumpet Tune van David German? Jij alleen het intro en de culminatie aan het einde; dat is exact hetzelfde als het intro. We hebben het vaker gespeeld, in het begin toen je lessen begonnen… Je kúnt het.” Ze wees de passages aan die ik moest spelen; inderdaad niet moeilijk. “En de kerk in blazen, Kees. Hij zou ervan genoten hebben.” “Oké, Greet. Dan nu naar boven, je moet aan de slag.”
Ze knikte. “Voor de dienst improviseer ik wat. Ik wil niet het stuk spelen wat ik in gedachten had; ik weet dat hij dat niet mooi vond. Té modern. Kóm.” We gingen naar boven en Greet ging op de orgelbank zitten, drukte een aantal registers weg en begon zachtjes te spelen. Eerst een bekende melodie, daarna improviseerde ze er omheen. Geen muziek voor haar neus; ze keek naar de orgelpijpen boven haar, niet naar de toetsen of naar haar voeten. Uiteindelijk maakte ze er een fuga van: steeds weer hetzelfde thema, wat telkens ‘weggedrukt’ werd door een nieuwe stem die weer het thema liet horen, terwijl de vorige stem de begeleiding overnam en uiteindelijk in de achtergrond verdween. Knáp. Om tien uur liep de ouderling naar voren en Greet sloot haar improvisatie netjes af. Zonder aarzelen liet ze de fuga overgaan in de laatste regels van de melodie die ze mooi afsloot. Vakwerk!
De ouderling deed een stap richting microfoon en begon met de gebruikelijke mededelingen: wie de voorganger was, de organiste, het thema van de dienst en wat mededelingen over vergaderingen. Hij besloot met: “Gemeente, ik verzoek u te gaan staan in verband met een overlijdensbericht.” Geroezemoes. Toen ging hij verder. “De afgelopen week is plotseling overleden ons gemeentelid… in de leeftijd van slechts 49 jaar. De uitvaartdienst zal aanstaande woensdag plaatsvinden in deze kerk, om twee uur ‘s middags…”
Mijn gedachten gingen even op de loop. 49 jaar? En plotseling overleden? Joline en ik maakten regelmatig geintjes over wat we zouden doen in het bejaardenhuis als we beiden in de tachtig zouden zijn… Deze man had dat dus niet gehaald. Bij lange na niet. Sjonge… Ondertussen was het stil in de kerk. Greet keek me aan en knikte. Ik stond op, zette de bugel aan de mond en op een knik van Greet zetten we het stuk in. Ik moest zachtjes blazen en daardoor kon ik ook alle gevoel in de muziek leggen. Ik had het er best moeilijk mee. Na één keer het thema gespeeld te hebben liet ik de bugel zakken; Greet ging solo verder tot vlak voor het einde. Dat gaf mij de tijd om snel een zakdoek te pakken en m’n ogen droog te deppen. De muziek en de reden waarom greep me meer aan dan ik dacht! Toen kwam het thema terug. Ik zag dat Greet snel wat registers uittrok en de laatste keer het thema ging wat forser, tot we het afsloten met een aanhoudende toon die langzaam wegstierf. Greet voelde feilloos aan toen ik bijna geen lucht meer had; ze haalde haar handen van de toetsen zodat de bugel de laatste kwart seconde solo door de kerk klonk. Poehee… Dat hakte er even in!
Even was het stil, toen gaf de ouderling een hand aan Johan, de dominee en begon de feitelijke dienst. Doordat ik tijdens de dienst niets te doen had gingen mijn gedachten met me op de loop. Ja, ik had de dood een aantal keren van dichtbij gezien; kogels langs me heen horen suizen, in de grond vlak bij me zien inslaan en granaten dichtbij horen exploderen… En ik wist hoe de dood er uit zag; ik had het meerdere keren door mijn kijker van de Accuracy gezien. En tijdens de geïmproviseerde begrafenis van de Talibs die onze groep ’s nachts wilden overvallen… Dat jochie de baret van de Russische para’s nog op z’n hoofd… Missiegebieden. Je wist dat het daar gewelddadig was en dat je kon sneuvelen.
Maar net als de meeste militairen had ik die gedachten verdrongen. Gewond raken of sneuvelen? Dat overkwam alleen anderen. Mij niet. Kees Jonkman was onkwetsbaar. Was ik bang geweest? In Bosnië een paar keer, onder andere tijdens die reddingsactie voor dat jochie in het mijnenveld. En dan nog niet eens zozeer voor mezelf, maar nog meer voor mijn groepscommandant, sergeant Loermans. Dié zat op de achterklep toen we het mijnenveld in reden… Ik zat redelijk veilig voorin, achter de stuursticks van het YPR. En later in Afghanistan had ik nauwelijks de tijd om bang te zijn; daar was ik de groepscommandant.
Elke seconde moest ik beslissingen nemen, mijn kerels leiden en ondertussen zelf ook vechten. Bang was ik pas een paar dagen later, als ik de acties overdacht. Meestal ’s nachts. Maar dat je in Nederland óók plotseling uit het leven weggerukt kon worden… Daar stond je niet bij stil.
Wat zou de doodsoorzaak geweest zijn? Een verkeersongeluk? Hartinfarct? Beroerte? Hoe dan ook, de familie bleef achter met een lege plek. Een echtgenoot, een vader die er plotseling niet meer was… Voordat ik het wist was de dienst bijna ten einde. Ik kreeg een por van Greet. “Opletten! Na het slotlied de zegen en na de zegen meteen inzetten!” Ik knikte en stond op. Johan sprak de zegen uit en na het ‘Amen’ wachtte Greet één seconde en knikte met haar hoofd. Samen zetten we een mooie Trumpet Tune in.
Ik speelde rechtstreeks de kerk in. Als de overledene zoveel van Engelse muziek hield, had hij dit ook wel gewaardeerd… Tijdens het spelen zag ik dat Johan, de predikant, achter de liturgische tafel was blijven staan. Vreemd. Normaal liep hij naar opzij, richting uitgang, om gemeenteleden de hand te schudden. De laatste noot klonk en op een handgebaar van Greet sloten we af. Heel even was het stil, toen knikte Johan naar ons. Meer niet. En liep hij naar de deur.
Greet en ik keken we elkaar aan. “We hebben net een dijk van een compliment gekregen, Kees.” Ze keek ernstig en ik knikte. “Ik zag het, Greet. En het was fijn om dit met jou te doen.” “Eensgelijks.” Ze keek even voor zich uit en draaide toen een kwartslag op de orgelbank, naar mij toe. “Kees… Kun jij me aanstaande woensdag helpen? Tijdens de uitvaartdienst?” Ik keek haar aan; ze meende het!
“Greet… Wat spelen we dan? Het is krap-an qua tijd, weet je…” Ze haalde haar schouders op. “Weet ik nog niet. Johan spreekt de afscheidsdienst vanmiddag met de familie door. Vanavond weet ik het. Maar gezien de muzikale voorkeur van de overledene ik denk dat je het kunt, Kees.” Ik knikte. “Oké Greet. Ik ga een dag verlof lospeuteren bij m’n baas. En nu naar beneden; ik heb behoefte aan een glas water.” Ze knikte, zette het orgel uit en pakte haar muziek bij elkaar.
Eenmaal beneden gaven we Johan als laatsten een hand. Hij keek ernstig. “Greet… Kees… dank jullie wel. Prachtig gespeeld samen. Kees… Kun jij woensdag ook spelen?” Ik wees naar Greet. “Had zij ook al gevraagd, Johan. En ik ga proberen een dag verlof te regelen.” Hij knikte. “Dan zou heel mooi zijn. Zoals zijn vrouw gisteren tegen me zei: “Ik wil geen droevige toestanden in de kerk. We maken er samen een dankdienst van. Een dankdienst voor zijn leven.” Ik floot zachtjes. “Als je op die manier afscheid kunt nemen van je man…”
Ik liep naar Joline. “Hoi schat…” Ze keek me peilend aan. “Er is iets, Kees.” Ik knikte. “Ja. Greet en Johan vroegen of ik hen kon ondersteunen bij de uitvaartdienst, woensdag. De overledene was enorm liefhebber van Engelse muziek. En ik ga het doen.” Ze knikte. “Prima. Dan bel je vanmiddag Derk op en vraagt hem of hij ook meedoet. Jullie samen klinken prima.” Mijn kaak zakte een centimeter. “Jij bent écht goed… Maar ik vraag eerst even of Greet en Johan dat ook zien zitten. En de familie. Even wachten, schat.” Bij Greet was het geen probleem, die knikte meteen. Johan keek nadenkend, toen Greet dit voorstel deed. “Ik zal het vanmiddag aan de familie voorleggen, Greet. Vanavond hoor je meer.” Ze knikte. “Oké. Dan zal ik straks mijn sympathieke zwager even bellen met een waarschuwingsbevel.”
Ik schoot in de lach en Johan keek vragend. “De mededeling dat hij zich gereed moet houden om iets te doen, Johan. Dienstterm, sorry.” We kletsten nog wat met Greet over háár vakantie. “En waar is Anita trouwens?” “Thuis, Joline. Die heeft de dienst bekeken op ‘Kerkdienst gemist punt nl’. Vond zich nog niet in staat om hier naar toe te komen.” Joline keek verwonderd. “Maar… jullie zijn ondertussen ook op vakantie geweest. En dan nog niet hersteld?” Greet schudde haar hoofd. “Ze is nog best slap. We hebben in Garderen elke dag gewandeld… de eerste dag een kilometer, de tweede dag ietsjes verder, de derde dag weer een stukje meer… Uiteindelijk, op de dag voor vertrek hebben we een wandeling gemaakt van 8 kilometer. Toen we terugkwamen was ze compleet kapot. Conditie als een natte krant. Die moet ze eerst weer een beetje terugkrijgen, eerder mag ze van mij niet aan ’t werk!”
Joline knikte begrijpend. “Ja… als je een week in het ziekenhuis ligt én geopereerd wordt, is je conditie in één klap compleet verdwenen… Arme meid. Doe haar sowieso de groeten en wens haar sterkte!” Greet knikte. “Zal ik doen.” Joline liep naar de zussen en Greet keek mij aan: “Wat sta jij gemeen te grijnzen, majoor?”
Ik lachte nu voluit. “Als Anita haar conditie snel in orde wil hebben: ze is op de dinsdagavond welkom bij ons hardloopgroepje, Greet.” Ze keek misprijzend. “Over dat groepje heb ik wel eens iets gehoord, ja. Onder andere van Jackie Moes. Coach schijnt ene Jonkman te zijn. Met als plaatsvervanger ene mevrouw Jonkman – Boogers. Je gaat er fit heen en komt gesloopt terug. En daar moet ik mijn liefje aan toevertrouwen? Echt niet, Kees.”
Ik keek serieus. “Greet, de komende weken heeft het loopgroepje van Jonkman vakantie. Ja, Joline, de zussen en ik gaan wel op dinsdag lopen, maar we kunnen Anita best een paar weken onder onze hoede nemen. Dan doen we het wat rustiger aan. Als ze acht kilometer kon wandelen, kan ze ook een stukje rustig rennen. En als je denkt dat ik mijn niet geringe charmes op haar ga botvieren: Joline en de zussen zijn erbij en ach, je mag zelf ook wel meelopen, hoor. Kan ik jou eens coachen. Wel zo leuk, voor de afwisseling.”
Greet dacht na. En tot mijn verbazing zei ze: “Is goed! Wij komen dinsdag naar jouw loopgroepje. Mits je kalm aan doet. Beloofd, Kees?” Ik knikte. “Ja. Ik ga niet iemand helemaal de vernieling in lopen die een paar weken terug nog in het ziekenhuis lag. En na het lopen bij ons douchen en blijven eten. Nemen we dan de dienst van woensdag nog even door, oké? Tenminste… als de familie ermee akkoord gaat.” Ze bromde instemmend. “Prima. Hoeven we ten minste niet te koken.” Toen keek ze op haar horloge. “Ik ga naar Anita toe. Die heeft de koffie ondertussen wel gezet. Dank je wel, Kees. Zowel voor je ondersteuning woensdag, maar ook voor je loop-coaching dinsdag.” “We maken er wat moois van, Greet.”
Met een klap op mijn schouder nam ze afscheid en ik liep naar Joline, Margot en Charlotte. Die stonden te praten met Willem en Jackie Moes, de ouders van Ben. Zo te zien was dat gezellig. “Hé Kees… Ook weer neergedaald uit den hoge?” Ik trok een wenkbrauw op. “Uit den hoge?” “Van de orgelgalerij, sukkel!” Jackie lachte me uit. “Aha… Ja, ik moest wel. Daar is geen kraan. En Greet wordt furieus als je met een of ander drankje binnen een straal van drie meter van ‘haar’ orgel komt. Heb ik één keer meegemaakt tijdens een les, dat was voldoende, thank you.”
Willem moest lachen. “Oh, je kent haar ondertussen een beetje?” “Na negen maanden bugelles te hebben gehad mag dat ook wel, Willem…” Ik keek Joline aan en meteen begrepen we elkaar. “Willem, Jackie… Een aantal weken terug hebben jullie ons op koffie getrakteerd. Bij jullie thuis. Mogen we jullie nu bij ons uitnodigen?” Ze keken elkaar aan. “Graag! Ons brave zoontje zit toch niet op ons te wachten; die is schandalig vakantie aan het vieren in de Schotse Hooglanden.” Kortom: even later reden we achter elkaar naar Veldhoven.
In de lift zei Jackie: “Waarom lopen jullie niet naar boven? Jullie hadden toch zo’n uitstekende conditie?” Joline zei kattig: “Dat doen we ook regelmatig, maar we willen onze gasten graag laten genieten van een goeie bak koffie. We vinden het niet zo leuk en het staat ook niet zo gastvrij als we onze gasten, als ze eenmaal boven zijn, meteen de weg te wijzen naar onze beide toiletten zodat ze hun ontbijtje en de kerk-koffie daarin kunnen lozen. Maar als jullie een trap-training nodig hebben: kom dan maar eens op dinsdagavond met Ben mee.” Willem keek smerig. “Nee dank je wel, Joline. Iets teveel verhalen gehoord over de dinsdagavonden hier…”
Eenmaal binnen dirigeerde Joline mij naar een stoel. “Zitten jij. Weliswaar heb je niet zoveel geblazen, maar ik kon bij dat eerste stuk horen dat je best geëmotioneerd was.” Ik keek haar vol verbazing aan. “Horen?” Ze knikte. “Ja. Je trilde bij de eerste keer dat het thema speelde. En toen Greet verder ging, heb ik even omgekeken; je wreef je ogen uit met je zakdoek.” Ik knikte. “Het vloog me aan, schat…”
Ik keek naar Willem en Jackie. “Wij zitten elkaar regelmatig te pesten over de Bingo die we in het bejaardentehuis gaan spelen als ik 84 ben en Joline nog een jonge blom van 79 is. En hoe we elkaars rollators gaan saboteren en zo. Vandaag vloog het me aan dat dit niet vanzelfsprekend is. Dat je door ziekte of een ongeluk pats-boem uit het leven weggerukt kan worden… Dat vloog me op die orgelgalerij aan en daar heb ik vrijwel de hele dienst over zitten denken. Ik heb van de Boodschap van vandaag daarom niet zoveel meegekregen. Spijtig voor Johan.”
“Dan beluister je de dienst nog maar een keer op Internet, Kees. Onze dominee had écht wel wat zinnigs te zeggen vandaag.” Willem keek me serieus aan. We raakten verder aan de praat en het was prima om met deze mensen van gedachten te kunnen wisselen. En hún motivatie om actief te zijn in een kerk aan te horen. En bij hen konden wij ook kwijt waarom wij in hun kerk verzeild waren. Ik vertelde het verhaal van de bugel, kerstnachtdienst, het concert en besloot met: “…en toen deze dames bij ons kwamen wonen wilden zij op zondagochtend naar de kerk. Ik heb hen toen meegesleurd naar jullie kerk, waar we ons ondertussen een beetje thuis begonnen te voelen. En nou ja, de rest weten jullie…”
Jackie knikte bedachtzaam. “Ja, die weten we. Van Johan, maar ook van Ben. Die is ook aardig op de hoogte van jullie situatie.” Even zweeg ze, toen keek ze naar Lot. “En hij was behoorlijk van slag toen jij hem vertelde dat het allemaal een beetje te snel ging, Charlotte. Heeft een avond lang zitten kletsen en z’n hart gelucht. Maar gelukkig hebben we hem ervan kunnen overtuigen dat liefde van twee kanten moet komen. En dat hij zijn eigen glazen ingooit als hij je gaat pushen. De dag erna kwam hij naar me toe en zei dat hij ging hiken in Schotland. “Goed nadenken, moeder. Als ik terugkom, heb ik een beslissing genomen. Een dag later was zijn rugzak gepakt en ’s avonds zat hij op de boot naar Hull.”
Ze lachte even. “Gisteren kregen we een appje van hem met een foto… Hij stond aan de oever van Loch Ness. ‘Geen monster te zien hier. Behalve ’s ochtends in de spiegel!’ was het onderschrift. Hij blijft nog twee weken weg; bevalt hem prima.” Na een tweede kop koffie stond Willem op. “Kom dame. Wij gaan de andere kant van Veldhoven eens onveilig maken. Ik hoorde dat Kees woensdag wellicht aan de bak moet, dus moet hij oefenen. Daar is tijd voor nodig.” We namen afscheid en Lot liep nog even mee richting lift. Tien minuten later kwam ze terug, haar gezicht opgewekt.
“Jackie en Willem zijn ook schatten. Begrijpen me prima.” Joline knikte. “Dat dachten we al, Lot. Wees er blij mee.” We aten een lichte lunch, daarna ging ik alvast wat blazen, in afwachting van een telefoontje van Johan of Greet. Dat kwam om vier uur: Johan. “Hoi Kees. De familie vindt het een prima plan als jij en Derk ons ondersteunen. Ze weten hoe jullie spelen; zijn regelmatige kerkgangers. We maken er een mooie afscheidsdienst van. Greet heeft de orde van dienst al en de familie heeft één stuk uitgekozen wat jullie sowieso moeten spelen; de rest mogen jullie zelf invullen.” “Ik zal Greet zo even bellen, Johan. Dank je wel.” “Tot woensdag, Kees.”
Joline keek me vragend aan. “En?” “Ik ga Greet bellen; Derk en ik ondersteunen. De familie vond het een goed plan.” Ze knikte. “Dat gaat goedkomen, Kees.” Ik tikte het nummer van Greet in. “Hoi Kees. Jij hebt Johan gesproken?” “Ja. Je zit straks weer met je twee meest briljante leerlingen opgescheept, wachtmeester.” Ze zuchtte even. “Soms is het leven best wel moeilijk… Ik stuur je zo dadelijk de orde van dienst, Kees. Daarin zet ik wel wat Derk moet ondersteunen en wanneer jij aan de beurt komt. Of jullie samen. En ik wil geen fouten horen!” “Lag niet in m’n bedoeling, Greet. Dit moet een waardig afscheid worden.” In gedachten zag ik haar knikken. “Precies. Doe je best. En dinsdag gaan we samen lopen. Anita heeft gezegd dat het haar wel wat leek.” “Prima, Greet. We doen kalm aan, anders kun jij woensdag niet spelen omdat je benen te stijf zijn.” Een brom klonk. “Haal het niet in je hersens om ons kapot te trainen, majoor!” Ze verbrak de verbinding voordat ik iets terug kon zeggen.
Even later een piepje op mijn laptop: mail. Van Greet, ook aan Derk: de orde van dienst. Snel scande ik het papier: geen liederen of stukken die ik niet kende, gelukkig. Het intochtslied was lied 150A, vers 1 en 2. Met de regels ‘…laat juub’len het orgel, laat harp en trompet…’ Wauw… Als je dát wil laten zingen op de begrafenis van je man… Een paar mooie trompetstukken van Purchell en Stanley… Al met al leek het wel een concert in plaats van een uitvaartdienst. Als slotlied “Nearer my God to Thee”, het lied wat volgens de overlevering het laatste lied was dat de scheepskapel van de Titanic had gespeeld, vlak voor het schip in tweeën brak en zonk.
Waarschijnlijk onzin; volgens de overlevenden was het laatste stuk wat men gespeeld had “Autumn”, een in 1912 populair jazzy nummer. Maar dit lied was wel toepasselijk. Maar ook emotioneel beladen. Ik hoopte dat ik het goed uit de bugel kon krijgen… Anders moest Derk het spelen. Een mailtje terug naar Greet en Derk. “Dit gaat lukken!” Joline en de zussen keken het geheel ook door. “Dit is inderdaad een ‘dankdienst voor iemands leven’… Poeh…” Margot keek ons aan. “Als je dit kunt wanneer je man of vader zó uit het leven is weggerukt…” Ik knikte. “Ja, dan sta je wel stevig in je geloofsschoenen, Margot. Ik neem dit alvast door, in de studeerkamer.” Joline knikte. “Prima, Kees. En rond vijf uur gaan we eten. Hoef jij niks aan te doen, wij maken de nasi wel.”
Ze giebelde.
“Iets minder pittig. Wel zo veilig hier.” Ik knipoogde. “Lief.” Ik verdween met de bugel en de muziek in de studeerkamer en even later klonk daar het ‘Trumpet Menuet’, gevolgd door wat andere stukken. De liederen kende ik wel, daar hoefde ik niet zo hard op te studeren. Afwachten wat Greet er voor variaties in zou aanbrengen… Voor ik het wist was het vijf uur en kwam Lot me halen. “Kom je eten, Kees?” Ik maakte de bugel even schoon en vijf minuten erna gleed de eerste hap nasi door mijn keel. “Lekker, dames. Deze nasi zou Nadia wel kunnen waarderen, denk ik. Iets minder blusmiddel nodig.” “Ja. En je proef nu ten minste wat er in zit, Kees. Nu denk je ten minste niet meteen dat er een pyromaan z’n hobby in je keel zit te praktiseren.”
Margot keek plagend. “En het scheelt bier”, vulde Joline droogjes aan. Na de nasi volgde een lekkere sorbet. Joline wees naar Margot. “Háár specialiteit.” Margot knikte. “Afgekeken van een zekere ijssalon hier in Veldhoven. Goed opgelet wat daar in zat en vervolgens schaamteloos gekopieerd.” Ik smulde ervan. “Dame, dit wordt een aanvulling in het receptenboek! Heerlijk!” Enigszins vol ploften we op de bank en de stoelen in de kamer.
“Gaat ’t lukken met die uitvaartdienst, Kees?” Joline keek me opmerkzaam aan. Ik knikte. “Ik denk het wel. Mooie muziek, mooie liederen. Alleen…” “Vertel het maar, Kees.” “Het slotlied, Jolien. Ik hoop dat ik dat fatsoenlijk kan spelen.” Ze neuriede de melodie en ik knikte. “Ja, dat dus.” “Ik heb de film ‘Titanic’ gezien, Kees. En tijdens dit lied zat ik ook te snotteren…” Ik schudde mijn hoofd. “Ik heb de film niét gezien, maar deze melodie tijdens herdenkingen een paar keer horen spelen. En toen hakte hij er hard in. Nogmaals: ik hoop dat het lukt. Greet heeft het makkelijker: zij hoeft haar adem niet te gebruiken tijdens het spelen. Derk en ik wél en als je dan geëmotioneerd wordt, hoor je het onmiddellijk.” Joline knikte. “Ja. Net als vanochtend. Is dat erg? Nee, Kees. Je bent mens. Met emoties. En soms hoor je dat en dat mag. Anders kan men net zo goed een CD opzetten. Een CD waarbij de dames en heren musici een stuk helemaal kapot hebben gerepeteerd. Zo lang en zo vaak dat de emotie bij heb al lang verleden tijd is.” Ze keek me strak aan.
“Jolien, ik wil dat stuk perfect spelen. En niet halverwege beginnen te trillen.” Margot brak in. “Kees… Je bent geen muziek-automaat. Jouw emotie mag te horen zijn. En ondanks, wát zeg ik? Misschien wel dankzij jouw emoties maak je er wat moois van. Net als vanochtend, het stuk voor de dienst. Samen met Greet en Derk.” Ze keek me strak aan. “Duidelijk?” Twee grijze ogen hielden de mijne vast. Ik knikte. “Dank je wel, Margot. Voor dit lesje. Ik hoop dat Greet het er mee eens is.” Ze glimlachte. “Zo niet, dan komt jouw strenge bugeljuf maar eens bij Margootje uitleggen wat er mis is met emotie tijdens het maken van mooie muziek. Ik hoop dat ze zakdoeken genoeg bij zich heeft.”
Nu zaten we alle vier met een smile op ons gezicht. Joline stond op. “Kom, we gaan een stukje wandelen. Even een frisse neus halen buiten.” Het wandelingetje deed me goed. Inderdaad even frisse lucht opsnuiven, de wind in je haren. Toen we na een half uurtje weer binnen waren, werd ik naar de bank verbannen. “Jij gaat even liggen, Kees. Je bent hard bezig geweest. Ontspannen nu.” Joline gaf me een snelle zoen. “Wil je Balou bij je hebben, Kees?” Lot klonk pesterig. “Dan kunnen jullie ‘als kerels onder elkaar’ wat dingen bespreken…” “Kan ik het arme beest niet aandoen, Lot. Voor je het weet kletst hij z’n berenneus voorbij en wordt hij gewurgd met een panty of nylonkous.” “Of gevild met een bot aardappelschilmesje”, zei Joline strijdlustig. Ik wees. “Dát dus, Lot.” Ze giebelde. “Lief van je dat je je het lot van die beer zo aantrekt, Kees. En nu even lekker dommelen. We zullen zachtjes doen en het brandalarm niet af laten gaan.” “Fijn, dames…”
Ik ging op m’n zij liggen met één arm over mijn oor. Zo had ik het minste last van geluiden van de dames. Langzaam doezelde ik weg, terwijl mijn gedachten alle kanten opfladderden… “Kees! Wordt eens wakker. Even een dutje is prima, maar als we je nog langer laten liggen slaap je vannacht niet. Overeind; we hebben koffie gezet.” “Lekker Jolien. Even m’n ogen uitspoelen.” Tijdens de koffie bespraken we de komende week. Morgen met alle teamleiders, de zussen, Angelique en Fred om tafel zitten om Theo weer op de hoogte te brengen; daarna mocht ik weer bij de Piraten aansluiten om me weer in m’n eigen werk te storten. Dinsdag met Rob z’n club mee naar Damen; daar moesten een paar knopen doorgehakt worden en wilden ze er mij bij hebben. Woensdagochtend m’n eigen werk, ’s middags die rouwdienst, donderdag en vrijdag geen bijzonderheden, behalve dat ik Henk moest influiten voor onze week vakantie. Dat zou nog wel eens wat commentaar kunnen opleveren trouwen…
Joline snoof toen ik dat zei. “Henk moet niet piepen. Bovendien hoeft hij maar drie man in toom te houden; de rest is op vakantie. Dus…” Joline keek me aan. “En jij gaat het deze week een beetje rustig aan doen, Kees. Niet ‘nog even iets afmaken voordat we een week weggaan’, want dan heb je een probleem. En dat probleem heet Joline Jonkman – Boogers.” “Dat probleem heb ik al ruim een jaar, schat. En ik heb een enorm probleem-oplossend vermogen…” Misprijzend keek ze me aan. “Je bent af en toe een nare vent, meneer Jonkman.” Gniffelend gaf ze me een zoen, terwijl ze me aankeek. “Maar ik meen het wel, Kees. Deze weken hebben er aardig ingehakt bij jou.” Ik knikte. “Ja. Ik zal hartstikke blij zijn als Theo morgen weer het heft in handen heeft. Voelt bijna als vakantie. Lekker tekenen…” Margot en Charlotte maakten een minachtend geluidje en we moesten alle vier lachen.
“Kom Kees, we gaan naar bed. Morgen loopt de wekker weer om 05:30 af. En het staat nogal slordig als jij tijdens die bespreking met Theo zit te gapen. Húp, in de benen, deze tent afsluiten en dan in bed komen.” Lot zei droogjes: “Ik mis een woord, Joline… ‘klaar’.” Ze keek Charlotte boos aan. “Wil jij mijn echtgenoot niet op vulgaire gedachten brengen, mevrouw? Voor de buitenwereld staat hij nog steeds bekend als ‘Kees de IJsberg’, denk er aan.” “Voor de buitenwereld wel, Jolien. Wij weten ondertussen wel beter…” Margot knipoogde en Joline zuchtte. “Kom majoor. Actie!” Ik stond op, trok Lot en Mar overeind. “Jullie zijn mooie troela’s. Met goeie humor. Dank je wel daarvoor. Welterusten, dames.” We knuffelden elkaar even, Joline net zo goed, toen liep ik m’n rondje. Alles uit en dicht… En dat om negen uur al! Maar Joline had wel gelijk gehad; deze weken hadden hun tol geëist. Lekker slapen… Tien minuten later lagen we in bed, Joline lekker dicht tegen me aan. “Kun je wel slapen, Kees?” klonk het in het donker. “Ja hoor. Ondanks dat dutje van daarstraks gaat het slapen wel lukken.” “Jammer…” giebelde ze. “Ik had zo gehoopt dat ik je nog een slaapmiddeltje moest toedienen…” “Laat Kees lekker slapen, krols kind”, bromde ‘Balou’. “Hij heeft het nodig. Als jij nog lekker wil kroelen, kom ik wel bij je, oké?” “Gaan we niet doen Beer. Dan lig jij lekker met je kop tussen mijn borsten, wordt Kees wakker en die maakt er weer foto’s van. En dan schaam jij je week kapot als we die foto’s laten zien.” “Hmmm… Misschien heb je gelijk Jolientje. Doen we wel een keertje als Kees op een of ander booreiland zit.” “Da’s goed Beer. Net als vroeger… Nu slapen!” “Welterusten Jolientje, maf ze, Kees.” Slaap lekker, brombeer. Geen natte dromen krijgen van de belofte van Jolientje hé? Dan wordt je zaagsel nat…” De beer hulde zich in beledigd stilzwijgen; Joline giechelde zachtjes; ik voelde haar schudden. En dat was meteen het laatste wat ik voelde…
De volgende ochtend was routine: opstaan, ontbijten en samen naar Gorinchem rijden. Bij de koffieautomaat werd Theo een beetje geplaagd met drie weken afwezigheid en Angelique werd na binnenkomst uitgebreid gefeliciteerd met het behalen van haar bul. “Zo kleintje… Ben je er weer? Dat kost de firma weer een extra pak directiekoekjes.” Fred natuurlijk weer. “Die koekjes heb ik de afgelopen weken vaak uit het keukenkastje in Arkel gegapt, Fred. Daar stonden nog een paar pakken.” “Zal wel een laag kastje geweest zijn dan”, bromde hij en Angelique snoof. “Kees! Hou die bud van je in toom!” Ik haalde mijn schouders op. “Mag ik niet meer, An. Die taak is sinds een paar weken overgenomen door ene mevrouw Wilma van Laar. Met name onder de douche.” “Ja, en ik wil jou daar niet meer aantreffen, Kees. Met je vuile zweetpoten als we terugkwamen van patrouille…”
We grinnikten, toen draaide ik me naar Angelique toe. “Ik weet nog steeds niet waarom jij tijdens de receptie ging gymnastieken, An… Vertel!” Ze glimlachte en keek naar Theo. Die knikte. “Theo en Gertie deelden me mede dat mijn salaris per direct dat van teamleider was. En daarom…” Ze verhief haar stem, “…is er bij de lunch meteen een stuk cake. Ná het lopen dus, anders liggen jullie alleen maar voor pampus!” Gejoel, zodanig dat Chantal van de receptie kwam kijken. “Kan het hier een beetje rustiger? Zelfs met de koptelefoon op kan ik nauwelijks telefoneren!” Toen ze hoorde wat de reden was, feliciteerde ze Angelique uitgebreid en verdween toen weer naar haar desk. En even later ging iedereen aan het werk.
Ik ging het hok van de Piraten in: daar zaten alleen maar Gerben, Frits en Henk. “Wat een rust en ruimte hier, heren… Lekker hoor, zo drie weken rust in de keet.” Frits knikte. “Ja, en over twee weken mogen jullie het vier weken zonder Frits proberen. Dan rijdt deze jongen door Scandinavië.” Snel nam Henk de lopende projecten door. Dat waren er gelukkig niet veel meer; de meesten hadden ze vorige week al weggekopt.
En om vijf voor negen tapte ik nog een bak koffie en liep Theo z’n bureau in. Joline, Angelique, Fred en de zussen zaten er al, evenals Miranda, Rob en Klaas. “Zo, dames en heren… Laat maar eens horen wat júllie de afgelopen weken hebben uitgespookt…” Het volgende uurtje werd hij snel op de hoogte gebracht, met behulp van de rapportages die alle teamleiders hadden opgesteld. Aan het eind keek Theo ons aan. “Prima werk, dames en heren. Iets anders kan ik er niet van maken. Jullie hebben de tent keurig draaiend gehouden. Enfin, Gertie en ik hadden niets anders verwacht. Nog meer dingen die ik moet weten?”
Fred gromde even en vertelde daarna het verhaal over Luna van den Akker en hoe hij haar in de val wilde lokken. “Prima, Fred. Doen. Iemand die wil spioneren naar wat wij doen en waarom DT zo succesvol is, mag keihard op zijn of haar bek gaan. Ik hoor het resultaat wel. Kees, jij had een akkefietje met die toko in Amsterdam die ons die opdracht in Bosnië door de neus wil boren… Hoe staat het daarmee?” “Nog geen nieuws, Theo. Amsterdam houdt zich stil en ook op het Ministerie van Buitenlandse zaken heerst radiostilte. Ik zal vanmiddag eens bellen naar die kennis van ons.” Theo knikte. “Doen. Ben ik wel benieuwd naar. En jij had een aanvulling op het Piratenteam binnengehaald, begreep ik? Is dat die Gerben, die op de vrijdag voor mijn vakantie bij ons onder de douche stond?” Ik knikte. “Mooi, dan loop ik zo even met je mee om hem welkom te heten en hem te waarschuwen voor zijn teamleider.” Theo grinnikte gemeen en keek op z’n horloge. “Dat doe ik nu maar meteen, anders heeft hij natuurlijk geen adem meer over, het arme jong…”
Angelique zei vinnig: “Dat zou wel eens mee kunnen vallen, Theo. Gerben heeft een prima conditie, hou daar maar rekening mee.” En Fred vulde aan: “En jij hebt de afgelopen weken de binnenkant van jullie vakantie-optrekje bekeken, dus je conditie zal wel weer die van een natte krant zijn…” Theo stoof op. “Niks ervan, meneer van Laar! Gertie en ik hebben behoorlijk gewandeld, ja, zelfs hardgelopen!” Joline giechelde: “Jaja… Gertie voor je uit rennend en jij er achteraan zeker? Zal wel een kort loopje geweest zijn… van de badkamer naar de slaapkamer zeker?” Ze lachte liefjes en wij schoten in de lach. “Rotmeid!” gromde Theo en smeet een gummetje naar haar toe. “Er uit! En om 12 uur in sporttenue buiten!” Grinnikend gingen we het kantoor uit,
Theo liep met me mee richting Piraten. Daar was het nogal stil. Henk, Frits en Gerben zaten, achter hun beeldschermen gebogen, geconcentreerd te werken. “Zo… En is dit die nieuwe Piraat? Welkom Gerben. Loop even met me mee, dan maken we even kennis.” Hij loodste Gerben mee en ik verdween in m’n eigen kantoor. Eerst maar eens met Bas van Leeuwen bellen… Ik toetste zijn mobiele nummer in. “Van Leeuwen”, klonk het kort. “Bas, goedemorgen, Kees Jonkman hier. Mag ik je even storen?” “Vertel het maar, Kees.” “Weten jullie al waar het lek zit?” Een brom klonk. “Je had gelijk. Meneer de Quaay. Politie heeft hem gisteren opgepakt. Telefoon en computer uitgelezen en daar kwam eerst een mail en daarna een kort gesprek met jouw vrienden uit Amsterdam op voor. Tijdens dat gesprek is er een afspraak gemaakt die ‘toevallig’ exact overeenkwam met het tijdstip waarop hun hoofd juridische zaken meneer de Quaay in Amsterdam tegen het lijf liep. Waterdicht bewijs dus, en dat zal meneer nog lang heugen.”
“Mooi, Bas. Dat soort lui…” “Ja. Overigens heb ik een kort gesprekje gehad met de directeur van die tent in Amsterdam. Hij kwam weer met dat verhaal dat DT voorkennis had en dat hij zou gaan procederen als DT die opdracht in Bosnië zou krijgen en meer van die onzin… Toen heb ik ‘m maar verteld wat ik wist van het bezoekje van meneer de Quaay aan zijn toko en dat ik er alles aan zal doen om te voorkomen dat zijn bedrijf een verzoek tot een offerte krijgt. Omdat chantage in het bedrijfsleven niet wenselijk is en bij de overheid al helemaal niet. Hij sputterde nog wat, maar enig vuur zat er niet meer in.”
Ik bromde: “Mooi. Dank je wel. Ik hoop geen last meer te hebben van die zak hooi.” “Die kans is vrij klein, in ieder geval voor het project in Bosnië. Of jullie verder nog in elkaars vaarwater komen, bij andere projecten, tja… daar heb ik geen invloed op natuurlijk.” “Dan sla ik ze wel om de oren met onze ontwerpen, Bas. Die wérken ten minste.” Hij grinnikte. “Dat had ik al links en rechts vernomen. Bij Damen en bij Neddrill onder andere.”
Mijn kaak viel weer eens open. “Bas, waar heb jij géén connecties? Telkens verras je me weer met een of andere opmerking…” De grinnik werd luider. “Kees, ik ben chefje van een nogal grote afdeling. Ik heb een aantal bureau’s en een van die bureau’s doet aan data-informatie. Het bureauhoofd zou zo maar eens een studiegenoot van Fred kunnen zijn. Alleen dan met een kilo of dertig minder aan z’n lijf. Maar toen ik aan hem vroeg of hij eens wilde gaan spitten naar ene Jonkman en van Laar, kreeg ik de volgende dag een rapport op mijn bureau van een stuk of tien pagina’s.”
Hij zweeg even. “Interessante kost overigens. En een paar hele mooie foto’s van twee knappe bruidsparen.” “Dan hoop ik dat je niet alleen naar onze bruiden hebt zitten kijken, Bas.” Hij lachte nu voluit. “Wel de moeite van het bekijken waard. Maar mooi dat jullie je Veteranenspeld op je pak hadden. Maar sorry, ik moet zo een vergadering in, Kees. Binnenkort hoop ik eens langs te komen bij DT. Kletsen we even écht met elkaar. Groeten aan Fred!” En de verbinding was verbroken. Ik staarde nog even naar mijn telefoon. Die vent wist wel héél veel…
Om twaalf uur gingen we, onder leiding van Fred, een stukje lopen. Niks bijzonders, gewoon twee en een halve kilometer in een redelijk tempo. “Tenslotte moet de directie van DT vanmiddag nog wel in staat zijn om iets nuttigs te doen!” En na de lunch weer aan het werk… Nu gelukkig met wat eigen projectjes, zonder ‘directiegedoe’. Dat scheelde veel tijd! En om half vijf stonden Joline en de zussen aan de deur. “Kom, Kees. Naar huis. Eten, daarna mag jij nog even studeren, samen met Greet.” En om zeven uur stond Greet voor de deur. “Zo… Nu kan ik de akoestiek van Huize Jonkman eens testen.” Na een kop thee studeerden we samen; Greet op haar bugel ik op de mijne. En wéér stond ik bewonderend te luisteren wat zij uit haar bugel wist te halen. Ze speelde een paar passages van ‘Nearer my God to Thee’ zachtjes voor, loepzuiver. En ik wist dat het moeilijk was om zo zachtjes en tegelijk zo zuiver te spelen.
Joline en de zussen zaten stil op de bank te luisteren. “Wauw… Greet, als je dit woensdag ook zo speelt…” Ze schudde haar hoofd. “Nee Kees. Woensdag speel jij dat zo. Ik zit achter het orgel. Eén register, de holpijp 8 voet. Geen pedaal. Unisolo, oftewel geen alt, tenor of baspartij. Tijdens het eerste couplet alleen de melodie. Met het tweede couplet valt Derk in en trek ik er de roerfluit bij en het derde couplet doen we meerstemmig: jullie de sopraan, ik de begeleiding. En die mag dan wat forser.” Ik keek bedenkelijk. “Dat eerste en tweede couplet zijn dan wel erg kwetsbaar, Greet…”
Ze knikte. “Ja. Maar jullie kunnen het. Morgen komt Derk ook naar Veldhoven, dan repeteren we het. Samen.” Even later nam ze afscheid. “Gaat goedkomen, Kees. Een beetje vertrouwen in je eigen kunnen.” Joline en de zussen bevestigden dat even later, waardoor ik wat opgemonterd werd. Het was tien uur toen we naar bed gingen. Joline kroop tegen me aan. “Nu even geen spannende spelletjes, schat”, weerde ik haar af.
Ze bleef echter tegen me aanliggen en streelde mijn gezicht. “Liefje… Ik heb naar je zitten kijken toen je speelde. Ademloos. Je ogen drukten uit wat je dacht, wat je voelde… En op dat moment voelde ik alleen maar liefde. Liefde voor jou. Mijn man, die o zo stoere Kees Jonkman. Techneut, fitnessbeul, kok, reserve majoor… Maar die, als het erop aan komt, een héél gevoelig mens blijkt te zijn. En die vent wil ik altijd bij me hebben.” Een zachte zoen volgde. “Ik hou van jou, Kees. Meer dan ik ooit gedacht had van iemand te kunnen houden. Dát, schatje, wilde ik even gezegd hebben. En nu lekker slapen, oké?” Ik streelde haar gezicht. “Dank je wel, Jolien. En jij bent degene die het beste in mij naar boven haalt. Daarom hou ik van jou, schat.”
Een giecheltje volgde. “Jaja… ‘het beste in mij naar boven haalt’… Met panty’s en sexy lingerie zeker?” Ik zuchtte maar eens. “Ja. Onder andere. Maar of dan het beste in mij naar boven komt? Ik vraag het me af.” Ze kuste me vluchtig. “Dat zien we wel als onze twee drielingen geboren worden, schatje. Of de drie tweelingen, dat weet ik nog niet. En nu lekker slapen, Kees. Anders worden het toch nog spannende spelletjes…” “Oh nee hé”, bromde ‘Balou’. “Snel slapen, Kees, anders kom ik ook niet aan m’n 23 uur slaap per etmaal toe.” Een aai over mijn gezicht volgde, toen draaide Joline zich om en kroop tegen me aan. En het duurde niet zo lang of ik voelde me wegzakken…
De dinsdag ging snel. Bij DT kon ik gelukkig mijn aandacht aan de techniek wijden in plaats van allerlei commerciële zaken. ’s Middags rond half vier uur dreunde Fred echter met een brede grijns mijn kantoortje binnen en plofte in een fauteuil. Die kraakte een beetje onder dat geweld. “En wat heb jij op je lever, meneer van Laar?” De grijns werd breder. “Iemand zit nu naar haar computer te kijken en zich wanhopig af te vragen wat er aan de hand is. En ergens in China kijken een paar lui net zo appelig en vragen zich af wanneer ze gearresteerd worden.”
“Mevrouw van den Akker?” Hij knikte. “Ik duwde die stick in een stand-alone laptop en binnen drie seconden had ik bezoek. Eerst vanuit Nederland, mevrouw dus, een paar tellen later uit China. In China heb ik die server overgenomen en het ding zichzelf laten opblazen.” Ik keek blijkbaar ongelovig, want Fred knikte. “Ja, dat kan ik. Een van de trucjes die ik bij Defensie heb geleerd. Dat ding compleet overbelasten, veiligheden uitschakelen en tien seconden erna was hij uit de lucht. En ik weet zeker dat hij nu nog steeds in de fik staat.” Weer grijnsde hij. “En het mooie is: niemand kan achterhalen hoe dat kon. Alle date zijn pleite. Letterlijk in rook opgegaan. Want een back-up server ondergaat exact hetzelfde lot. Met een beetje mazzel staat er nu een compleet Chinees datacentrum in de fik. Want die jongens zijn wat minder goed in brandpreventie als we hier in Nederland zijn…” Even zweeg hij.
“En bij mevrouw van den Akker, Fred?” “Bij die dame staat het logo van ‘Anonymus’ op het beeldscherm. En dat krijgt ze er niet meer af. Alle data op haar PC zijn veiliggesteld op een losse harde schijf. En die ligt op mijn bureau. Net met Theo overlegd; DT doet aangifte tegen haar wegens grootschalige bedrijfsspionage. Want DT is niet het enige bedrijf waar ze haar vergiftigde datasticks heeft achtergelaten. De vuile trut.” Ik leunde achterover. “Zóóó… Jij bent wel van de actie, meneer.”
Fred grinnikte; het bekende bulldozergeluid klonk door het bureau. “Ik laat je weer alleen, Kees. Kun je je weer helemaal concentreren op de techniek. Lekker hé, geen managersgezeik aan je kop?” Hij dreunde weg. Zo… mevrouw van den Akker buitenspel, een stel Chinezen diep in de shit… Ik kon er niet mee zitten. Verder met werk, Kees! Een uur lang was ik nog geconcentreerd aan het werk, toen vond ik het welletjes. Bijna half vijf; tijd om naar huis te gaan. Wat eten, loopgroep en dan met Greet en Derk repeteren…
Joline reed, de zussen kookten, dus kon ik nog even repeteren. Daarna een bescheiden bordje pasta en omkleden. Vijf voor half acht stonden Greet en Anita beneden. “Wij komen er aan dames! Dan hoeven jullie niet naar boven te klimmen!” Het lopen deed ik bewust kalm aan. De enige andere loper was de manager van Philips, en die was blij met het tempo. “Héhé, eindelijk eens een kalme training. Had je veel eerder moeten doen, Kees!” Ik wees achter me, waar Greet en Anita liepen. “Die donkerharige dame moet haar conditie een beetje terugkrijgen. Heeft recent in het ziekenhuis gelegen, dus vandaar mijn 65+ - tempo.” “Die hoorde ik, meneer Jonkman!” Antita keek strijdlustig en Greet ook. “Mooi dames. Probeer me dan maar eens te pakken te krijgen, daarna mogen jullie kiezen: óf Kees in mootjes snijden en op de bakplaat leggen, of héél langzaam vierendelen en vervolgens de stukken vlees in Safaripark 'De Beekse Bergen' uit de auto flikkeren zodat de leeuwen ook een lekker brokje krijgen. Maar dan zullen jullie wel bij me moeten komen!”
Ik verhoogde het tempo. Dat lukte hen niet en hijgend en blazend renden ze achter me aan. Na vier rondjes vond ik het welletjes. “Zo dames en heer, we breien er een eind aan. Ik had beloofd de dames niet helemaal kapot te lopen, dus…” Met een zwaai nam hij afscheid en wij dribbelden kalm richting huis.
Daar pakten Greet en Anita hun weekendtassen en Greet haar koffer met bugel uit de auto. Eenmaal binnen wees Joline hen de douche. Margot en Charlotte doken hun kamers in en Joline en ik zaten even op het terras met een sapje. “Zo. Heb ik toch maar even mooi mijn bugeljuf gecoacht. En haar vriendinnetje. Het viel me trouwens niet tegen hoe zij liepen.” Joline knikte. “Op zich een redelijk tempo. Alleen Anita had het de laatste 500 meter best moeilijk. Maar ze hield vol. Netjes. En dat moet je haar straks ook even duidelijk maken, Kees.” Ik knikte. “Was ik al van plan, schat.”
Greet kwam het terras op. “Joline, Kees, jullie kunnen je gang gaan!” Joline trok een ondeugend gezicht en antwoordde: “Mogen wij onze gang gaan? Lief van jullie. De pasta hoeft alleen maar opgewarmd te worden, die is al gaar. Eet smakelijk dan maar, want het kan even duren als wij ‘onze gang gaan’…” Anita werd wat rood, Greet zei: “Wil jij mijn liefje niet zo in verlegenheid brengen, mevrouw Jonkman? Ook zij denkt in plaatjes.” “Ik ook”, vulde ik aan. “En ik heb nu een heel leuk plaatje in gedachten, schatje…”
Greet keek nu ronduit smerig, maar Anita giechelde.
Joline trok me de slaapkamer in. “Mee jij. Je arme bugeljuf en haar liefje zó in verlegenheid brengen… Je bent een vunzig mannetje, Kees Jonkman!” We douchten snel; de pasta opwarmen duurde niet zo lang en het eten ging er daarna goed in.
En om acht uur stond ook Derk voor de deur met zijn trompet. Joline verbande ons vervolgens naar de studeerkamer. “Wij wassen wel af, dame en heren!” Het repeteren ging redelijk goed. Natuurlijk had Greet de nodige opmerkingen, maar die gingen niet zozeer over fouten of uitglijers, maar meer over het gevoel wat we in de muziek moesten leggen. Geintjes maakten we nauwelijks; we waren alle drie geconcentreerd bezig.
En om half tien zei Greet: “Derk, Kees… Jullie zijn er klaar voor. Morgen om twaalf uur in de kerk zijn; de uitvaartdienst begint om
twee uur. Dan hebben we nog even de tijd om ons warm te spelen, voordat er mensen de kerk binnen lopen, oké?” We knikten. “We maken er samen iets moois van, Greet.” Derk zei het serieus en ik knikte. We liepen de kamer in, waar Anita, Lot, Mar en Joline zaten te praten. “Wat we hoorden klonk goed, Greet!” Anita gaf haar vriendin een korte kus. En in tegenstelling tot wat ze normaal zou doen, maakte Greet geen spottende opmerking. Ze zei: “Deze twee maken er morgen een mooie dienst van.” Derk zei zachtjes: “Niet alleen, Greet. Jullie predikant, Johan en jijzelf ook.”
Ik knikte en Greet glimlachte. “Dank je wel Derk. Ook ik doe m’n best, reken daar maar op.” Joline schonk bekers thee in en terwijl we die opdronken keek Greet me onderzoekend aan. “Heb ik iets van je aan, wachtmeester?” Anita schoot in de lach. “Dat zou wel eens een beetje strak kunnen zitten, Kees. Jij bent best wel breed. Behalve voor Greet’s maat BH. Daarvoor heb jij toch echt te weinig borsten…” Greet keek verwijtend naar Anita. “Zit jij een van mijn beste leerlingen in de maling te nemen, schat? Niet doen hé, want die vent zorgt ook voor het beleg op joúw boterham!”
Joline giechelde. “Eten jullie dan voor vijfenzeventig euro per week aan pindakaas? Getverderrie…” Greet keek haar laatdunkend aan. “De kaviaar is nogal wat duurder, Jolien. En voor vijfenzeventig euro heb je slechts een piepklein potje van dat zwarte goud… Maar daarom keek ik niet naar Kees; ik heb een vraag aan je en ik hoef niet meteen antwoord. Kees wil jij eens een keertje meespelen met de Fanfare Bereden Wapens? Over twee maanden geven we een concert in de St. Jan in Den Bosch. En we hebben nog twee solisten nodig. Eén op bugel en…” Ze keek naar Derk, “…één op trompet. Denk er over na. En daarvoor zul je een paar keer in Vught moeten komen om te repeteren. Op de woendagavond.”
Derk knikte al. “Leuk, Greet.” Hij keek me aan. “Doén, Kees. Het is een mooie club om mee te spelen. En je leert er vreselijk veel van. En de St. Jan in Den Bosch… Een heerlijke kerk om mooie muziek te maken.” Ik keek Joline aan en die knikte bijna onzichtbaar. “Ik hou het nog even in beraad, Greet. Even overleggen. Donderdag hoor je het, oké?” “Prima, Kees. Er is geen bloedspoed bij; we hebben nog even. Alvast dank je wel dat er in ieder geval over nadenkt.” Even later stonden Anita, Greet en Derk op. “Wij gaan richting huis. Dank voor de verzorging; we zien elkaar morgen om twaalf uur in de kerk.” Even later waren ze vertrokken en keken de zussen, Joline en ik elkaar aan. “Zo dames… We ruimen dit spul even snel op en duiken dan onze bedjes in. Genoeg emotie voor vandaag en morgen zal het niet veel anders zijn. En jullie moeten morgen weer aan de bak in Gorinchem, dames; Joline en ik kunnen schandalig lang uitslapen.”
Charlotte snoof. “Daar geloof ik niks van. Zodra wij onze hielen hebben gelicht zijn er twee opties: of jullie duiken heb bed in voor leuke dingen, of de majoor Jonkman staat in de studeerkamer te repeteren.” Joline glimlachte lief. “Ik weet zeker dat het optie twee is, Lot. Vlak voor een begrafenis nog snel een wipje maken? Waar zie je ons voor aan, tutje?” “Voor een stel oversexte pubers natuurlijk”, vulde Margot droogjes aan. “Net getrouwd, nog in hun wittebroodsweken… Nou dan weet je het wel!”
Ik gromde: “Ik dacht dat jullie ons ondertussen wel een beetje zouden kennen, dames.” We stonden op en Lot liep naar me toe. “Ja, we kennen jullie ondertussen wel een beetje. En dat bevalt prima.” Met haar ogen dicht bij de mijne zei ze zachtjes: “Maak er wat moois van, Kees.” “Zeker weten, Lot. Dank je wel.” Een zachte zoen op mijn wang volgde, en daarna eentje van Margot. Snel ruimden we de kamer op en een kwartier later lagen we in bed.
“Zie je er tegenop, Kees?” hoorde ik naast me. “Nee schat. Ik weet dat ik het kan en dat het mooi zal klinken. Greet en Derk helpen me en als het nodig is help ik hén.” “Goed zo, schatje. Dan nu lekker slapen; die ‘snelle wip’ komt binnenkort nog wel een keertje. En die hoeft niet persé ‘snel’ te zijn. Ik verlang er naar Kees. Véél te lang geleden.” Een zoen volgde en ik trok Joline even op me. “Schatje, dank je wel dat ik dit mag doen. Dat je me daarvoor de vrijheid geeft. En voor het feit dat je morgen meegaat. Jij bent mijn muze, weet je nog?” In het halfduister zag ik haar glimlachen. “Een taak die ik graag op me neem, Kees.” Wéér en zoen en toen liet ik haar los. “Lekker slapen, schat. En Balou.” De beer was al (of nog steeds) in dromenland; hij gaf niet zijn gebruikelijke commentaar. En het duurde niet zo lang of ik viel ook in slaap…
Lees verder: Mini - 270
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10