Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Keith
Datum: 14-09-2023 | Cijfer: 9.8 | Gelezen: 6037
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 55 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 272
We konden de camper op een bewaakte parkeerplaats achterlaten aan de rand van ‘Die Altstadt’. De man die de kaartjes verkocht wees Margot een plekje aan waar ze de camper achteruit moest in rijden, maar zo kon ze wel in één rechte lijn naar de uitgang rijden.
Hij wilde nog gidsen, maar dat vond Margot niet nodig. En dat bleek, want zonder aarzeling reed ze de camper keurig in één streep naar achteren om hem op vijf centimeter van een muur te laten stoppen. “Netjes, Margot! Ik had het je niet nagedaan!” Joline knikte waarderend. Margot en Charlotte lachten zachtjes.
Ook van de Duitser kreeg ze een compliment. “Sie fahren und manoeuvrieren fabelhaft, Fraulein!” Daarop kleurde ze even. “Danke Schön.” Toen we wegliepen vroeg Joline zich hardop af: “Waarom moeten Duitsers altijd zo’n pet op hebben? Ik bedoel… Het is een parkeerwachter, maar hij heeft zo’n typisch Duitse pet op. Doet me denken aan de uniformen van de Duitsers uit de oorlog. Die hadden ook zo’n ‘halleluja-pet’ op.”
Charlotte lachte weer. “Dat komt waarschijnlijk omdat de Duitsers altijd een hoge pet van zichzelf op hebben, Jolien. Maar deze meneer was best aardig, moet ik zeggen.” “Leuke woordspeling, Lot”, zei ik. “Heb je vanochtend weer eens bijdehandjes gegeten?” “Nee, Duitse harde broodjes. Die nu op zijn omdat mevrouw Jonkman – Boogers zo nodig twee Engelse knullen van de hongerdood moest redden.” Joline snoof. “We komen nog wel een broodjeszaak tegen hoor, rupsje nooitgenoeg.” “En anders wel een Döner-Kebab”, vulde Margot pesterig aan.
We liepen de Altstadt binnen en Joline leerde de zussen de les van Anne in Bergen: “Omhoog kijken! Niet in de etalages blijven gluren, maar kijk naar de gevels. Veel mooier.” Het gevolg was dat Margot even later tegen een paaltje aan ramde en even moest gaan zitten.
“Precies in m’n kruis, verdorie…” Handen, vingers en een heftig nee-schuddende Margot. “Vakantie! Jullie drukken je ook niet op!” Ik keek snel om me heen: geen potentiële afluisteraars binnen een straal van 20 meter. Mooi. “Margot, ik begrijp dat je vannacht wellicht wat te kort bent gekomen, maar dat kun je ook gewoon tegen me zeggen hoor. Of ’s nachts jullie vriendje op batterijen pakken…” Joline en Lot gierden het uit, Margot keek me zuchtend aan. “Arrogante, zelf-ingenomen eikel…”
“Ja, die heeft hij ook, Mar”, reageerde Joline. “Maar die laat Kees nu maar even binnenboord. Ik wil wel van de rest van dit stadje genieten graag.” Margot stond weer op. “Ik hoor het alweer. Enig medegevoel zit er weer niet in vandaag.” Charlotte zei zachtjes: “Nou, misschien vanavond wel, zusje. Al je jezelf nu eens leuk aankleedt…”

Ze kreeg een por. En zo liepen we verder door het oude deel van de stad, tot we bij de Marktkirche uitkwamen. Een markant gebouw: een grote muur tussen twee hoge torens, waarvan de ene een iets andere top had dan de ander. Joline fronste haar voorhoofd toen ze de kerk bekeek. “Was ist los, Joline?”
Ze bleef het antwoord even schuldig en zei toen: “Deze kerk lijkt heel erg op een kerk ergens in Limburg… We zijn daar eens op vakantie geweest toen ik een jaar of twaalf of zo was. Ook binnen geweest… Waar was dat? Ik kan er niet opkomen…” Plotseling klaarde haar gezicht op. “Maastricht! Je zag die kerk op de achtergrond bij de concerten van André Rieu! En nu wil ik het weten ook…”
Ze pakte haar telefoon, was even bezig en toen volgde een triomfantelijk: “Gevonden! De Basiliek van Onze-Lieve-Vrouw-Tenhemelopneming. Kijk maar…” Een foto van inderdaad een zelfde soort kerk. Twee torens, een brede muur er tussen, de ene toren nét iets anders dan de andere… “Het zouden tweelingbroers kunnen zijn, Jolien. Goed opgemerkt!” Ze keek zelfvoldaan. “Jolientje is niet helemaal achterlijk.” “Dat niet, maar wel blond…” Charlotte zei het nét niet zacht genoeg en Joline draaide zich bliksemsnel om, haar hand geheven.
“Kees… Mág ik?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee schat, want dan moet je zo meteen écht bij meneer pastoor in het biechthokje komen. En ik twijfel er aan of jouw Duitse woordenschat voldoende is om al je zonden te belijden.” Nu keek ze echt boos. “Rotzakken zijn jullie! Kees: jij en Lot gaan vannacht maar in het hefbed slapen! Dan vlijen Margot en ik ons moede hoofd wel achter in de camper neer. Lekker de ruimte om onkuise dingen te doen, nietwaar Margot?”
Lot giechelde. “Na die aanvaring van Margot met dat paaltje? Ik twijfel er aan of zij nog zin heeft vannacht.” Margot keek nuffig. “Laat mij er even buiten a.u.b. Ik ben een onschuldig jong ding. Paal genoeg gevoeld vandaag.” Joline zuchtte diep. “Ik hoor het alweer. Kom, naar binnen en even genieten van de rust. Geen rare grappen, maar even tot bezinning komen.” Ik wees op Bengel. “Ik wacht wel even buiten met onze brave waakhond. Ik ga na jullie wel naar binnen.” Lot schudde haar hoofd. “Dan wacht ik samen met jou, Kees.” Joline knikte. “Prima, Lot. Tot straks.”

Een luchtkusje volgde en beide dames verdwenen naar binnen. Ik keek Lot aan. “Loop je even met me mee?” Ik stak de straat over, de richting waar we vandaan waren gekomen en wees op een terras. “Terwijl jouw zusje en mijn echtgenote hun zonden belijden, kunnen wij net zo goed iets drinken, Lot. Kan wel even gaan duren, die twee zo inschattend…” Ze keek ondeugend. “Dan kunnen zij wel gaan lunchen als wij… Je weet de helft nog niet wat Mar en ik hebben uitgespookt, Kees.”
“Ik wil het niet weten, Lot. Of dat nou in Groot-Ammers was of Veldhoven: hou het maar voor je. Zeker hier in dit mooie Duitse stadje.” De ondeugende trek op haar gezicht bleef. “We vertellen het wel eens als we in bed lekker tegen elkaar aan liggen. Met bijpassende kleding. Wedden dat je in de stemming komt?” Ik schudde mijn hoofd. “Boefje. En nu even stoppen met dit soort praat; je weet nooit of er een Nederlander binnen gehoorsafstand zit. Wat wil je drinken?”
Het duurde drie kwartier voordat ik een appje kreeg van Joline. “Waar zitten jullie?” “Kerk uit, links af, honderd meter, terras rechts.” Even daarna kwamen ze in beeld. “Zo. Jullie beurt Kees. Wij houden het hier wel even uit, nietwaar Mar?” Die knikte. “Eens kijken of men hier sorbets verkoopt…” Lot trok me overeind. “Kom. Als mijn zusje aan de sorbets gaat…” We liepen weg en na een meter of twintig draaide ik me om en riep: “Oh, ehhh… We hebben nog niet betaald, Jolien! Succes!” Twee boze blikken waren mijn beloning, toen sloegen we een hoek om.

In de kerk was het koel en stil. “Wát een beelden, Kees…” Het was inderdaad nogal overdadig. Een groot altaar voorin… Halverwege de kerk draaide ik me om. “Wél een mooi orgel, Lot.” Een moderne orgelkast, in feite niet zo passend in dit romaanse interieur, maar wel mooi… Rustig liepen we, los van elkaar door de kerk en toen ik op een bankje achterin ging zitten kwam Lot erbij. “Even stil zijn, Kees.”
Ik knikte en we zaten rustig in de bank. Mijn gedachten gingen eerst alle kanten uit, maar na een tijdje voelde ik me rustiger worden. Ontspannen, Kees. Je bent op vakantie. Even geen DT, geen Defensie, geen advocatenkantoor op de zuid-as of PR-dames die spioneren… Rust in je donder en genieten van deze paar dagen met je vrouw en die twee lieve meiden… Na een tijdje pakte Lot mijn hand. Ze zei niets, keek me niet aan, maar het voelde prima.
Plotseling hoorde ik gestommel achter ons. Een deur die piepend open en dicht ging, even later een bons boven ons, geschuif van hout op hout… en zacht suizen. Het orgel werd aangezet! Een paar nootjes klonken door de kerk, even later weer, met een ander register… En het pedaal: laag. Een 16-voets register, schatte ik. Mooie klank!
Even was het stil en toen klonken bekende klanken door de kerk. Bach! Of… was het wel Bach? En anders een tijdgenoot; barokke klanken klonken door de kerk. Ik groef diep in mijn geheugen. Toen de prelude even daarna overging in een lichte fuga wist ik het: Prelude and Fuga in A Mineur, BWV 559.
Een stuk wat weliswaar aan Johann Sebastian Bach werd toegeschreven, maar waarschijnlijk door een van leerlingen was gecomponeerd. Johann Ludwig Krebs. En omdat de grote meester Bach hem waarschijnlijk had geholpen bij het componeren of in ieder gecoacht had, kreeg het stuk een BWV-nummer. De fuga was ondertussen afgelopen en behalve wat geluiden vanaf de orgelgalerij was het weer stil in de kerk.
Toen startte de organist met een van de vroege-orgelwerken van Bach: Sonate nummer 1 in E-mineur, BWV 525. Een lekker ‘licht’ werk, wat ik wel kon waarderen. Bach had het geschreven voor een van zijn zoons; welke wist ik niet meer, maar als dit stuk bedoeld was om het muzikale genie in de jongen wakker te schudden: dat zou zo maar eens gelukt kunnen zijn. En de organist speelde het ook ‘licht’; in gedachten zag ik zijn vingers over de toetsen dansen.
Verdikkeme… een bugel was een mooi instrument en ik kon er ondertussen veel mee, maar… Zó op een orgel te kunnen spelen! Gewoon in je uppie een compleet orkest vormen met al die pijpen, trompetten en fluiten… Met het stuk ten einde stootte Lot me aan. “Kom. We gaan de anderen eens opzoeken.”
“Momentje, Lot.” Ik liep een stukje naar voren, de kerk in. Boven de balustrade zag ik de organist zitten: hij was bezig een nieuwe partituur op de lessenaar te zetten. “Danke sehr! Sie spielen fabelhaft!” Hij draaide zijn hoofd om. Een jonge knul, zo’n jaar of 20, schatte ik. Hij knikte met zijn hoofd. “Danke! Toen draaide hij zich weer naar de muziek. Bij de deur deed ik een donatie in de collectebus die daar stond. Zo’n kerk én het orgel moeten ook onderhouden worden… Kost veel geld.

Op het terras zaten Margot en Joline inderdaad achter een sorbet en wij bestelden er ook maar eentje. Toen die op waren liepen we het stadje verder in. Heel veel vakwerkhuizen, een prachtig marktplein met een imposant stadhuis… We keken vaak naar boven, naar de gevels. “In feite zou je deze stad liggend moeten bekijken”, zei Margot. “Scheelt best wel pijn in je nek.” “Ik wil je wel even tegen deze klinkers slaan, Margot… Maar of je daarna nog interesse in die gevels hebt, weet ik niet.” Ik keek haar plagend aan en ze zuchtte.
Na een uur of twee hadden we ‘die Altstadt’ wel gezien en liepen we richting camper. Het werd ook wat drukker met andere toeristen. Eenmaal in de camper gingen we even beraadslagen wat de volgende stop was. We waren het er snel over eens: dinsdag zouden we naar de Brocken gaan. Met de stoomtrein. We zouden naar Drei Annen Hohne rijden, daar de camper ergens neerzetten en ons naar de Brocken laten rijden. Daar rondwandelen, genieten van het uitzicht, wellicht wat eten en ’s middags weer terug met de trein. “Daarna zien we wel weer verder, meiden!” Joline was enthousiast, dat was duidelijk.
“Oké… het wordt dus Drei Annen Hohne. Wie rijdt?” Lot stak haar vinger op. “Laat mij maar weer eens rijden. Lijkt me wel leuk, al dat geslinger door de heuvels. Te weinig gedaan.” Margot spotte: “Ja. Zelfs de hellingproef bij de veerstoep vond je al eng, zusje.” “Kréng!” antwoordde Lot fel en Joline zei: “Ach Lot… Ik ken iemand die sinds een tijdje bijzonder slechte herinneringen heeft aan het veer bij Schoonhoven.” Ik moest grinniken, Lot trok een smerig gezicht, maar stapte achter het stuur. Margot klom op de bijrijdersplaats, dus Joline en ik gingen op het bankje achter Lot zitten, Bengel tussen onze voeten.

“We zijn er klaar voor Lot. Rijden met die slee en gas op de lolly!” Margot typte het adres in de navigatie en dankzij de goede zorgen van de parkeerwachter kon Lot rechtdoor de parkeerplaats af rijden. “Heb ik toch maar goed voor je geregeld, zussie!” klonk Margot pesterig. Droogjes zei Lot: “Ja. Dank je wel lieve zus. Ik zal je vanavond gepast belonen.” Even zweeg ze en vervolgde toen: “Als we zeker weten dat Kees en Jo diep in slaap zijn.”
“Met dit vooruitzicht begrijp je natuurlijk wel dat dat tijdstip wat later dan normaal is, hé lieve Charlotte?” Joline klonk pesterig en ik vulde aan: “…want mevrouw Jonkman wil wellicht ook door mij bezig gehouden worden.” Een zucht klonk van achter het stuur. “Dat doen jullie nu dan maar. Ik zal de binnenspiegel naar boven draaien. En nu even stil graag; dit meisje moet zich concentreren op het verkeer.”
“Kom Kees. Als die twee zich met het verkeer bezig houden, kunnen wij elkaar wel even bezig houden.” Joline keek ondeugend en leunde tegen me aan. Even daarna zaten we heerlijk te zoenen. En onder de tafel streelde zij tussen mijn benen. “Lekker hé? Dat kon tijdens onze huwelijksreis niet…” hoorde ik in mijn oor. Ik moest lachen en ook mijn hand verdween onder het tafelblad, op weg naar een warm plekje tussen Joline’s benen. “Hmmm… Dat voelt veelbelovend, Kees. Vanavond goedmaaksex? Ik verzin wel iets waardoor we ruzie krijgen.”
Haar ogen keken veelbelovend. “Prima, schatje. Die twee voorin hadden ook plannen in die richting… Als Lot nu een leuk, eenzaam plekje opzoekt. Moet hier toch kunnen, dacht ik.”
Plotseling voelde ik een hondenneus die mijn hand wegduwde van Joline’s broek. Bengel begon zich ermee te bemoeien: óf hij wilde Joline beschermen tegen mijn grijpgrage vingers, óf hij kwam op de geur af.
Hoe dan ook, ik trok mijn hand terug, maar dat had Joline nog niet door. Ik hoorde héél zachtjes: “Lekker, Kees… Ga eens door!” Ze keek me geil aan, totdat ik beide handen boven het tafelblad bracht. “Waarmee, Jolien?” Een kwart seconde keek ze onnozel, toen greep ze onder tafel. “BENGEL! Smerige hond!”
Ik kwam niet mee bij van het lachen en Margot keek om. “Wat…” Ik hikte: “Ik zat mijn lieve echtgenote onder tafel even te verwennen. Bengel vond daar wat van en duwde mijn hand weg. En een seconde erna zegt mijn liefje zachtjes: ‘Lekker… Doorgaan!’ Totdat ze er achter kwam dat niet mijn hand, maar Bengels neus haar lekker aan het verwennen was…” Lot en Margot schoten ook in de lach. “Was je broek al los, Jolien, of was Kees nog niet zover? Is misschien wel lekker, zo’n lange hondentong over je poesje…” Joline snauwde: “Káppen! Nú! Zijn jullie helemaal… Bengel is een nette hond!”
“Jaja… En jij bent een net meisje, nietwaar Joline Jonkman – Boogers?” Lot keek me in de spiegel aan, een brede lach op haar gezicht. “Let je even op de weg, Charlotte? Geen zin dat Jolien met een open gulp in een Duits ziekenhuis belandt. Wellicht ligt daar die Engelsman nog. Da’s me te link.” “Kees! Ophouden nou! Die goedmaaksex kun je vergeten vanavond!” Joline keek me nijdig aan. “Kees misschien wel, maar hoe zit ’t met Bengel, Joline?” Margot keek haar plagend aan.
“Lot, zet die camper op een geschikt plekje eens aan de kant. Daarna moet je wellicht wat EHBO aan je zus verlenen.” “Doe ik niet aan mee, mevrouw. U laat mijn zus maar mooi met rust. Wat u met Bengel doet, moet u zelf weten, als wij er vannacht maar geen last van hebben.” Joline zuchtte, “Jullie zijn een stel pestkoppen! Alledrie! Ik slaap vannacht wel op het hefbed. Celibatair. Geen last van Kees, geen last van Bengel… Heerlijk!”
Margot draaide zich weer om en keek me aan. “Dat opent perspectieven, Kees… Ze is erbij, dus het mag…” Ik schudde mijn hoofd. “Nee dames. Ik ga geen goedmaaksex bij jullie halen. Dan weet ik zeker dat de goedmaaksex met mevrouw Jonkman – Boogers wel van een héél bijzondere kwaliteit moet zijn. Geen zin in. En nu stoppen met flauwe grappen; jullie zitten mijn echtgenote onbehoorlijk te pesten. Iemand anders had ik al lang een trap voor zijn of haar reet gegeven en de camper uitgestampt. En het zou me weinig boeien of de camper tachtig reed en langs een ravijn aan de rechterkant reed. Dus… Dimmen!”
“Ik ga Bengel vanavond wel uithoren…” merkte Charlotte ondeugend op. “Lot, ik zei net: ‘dimmen’! En dat meende ik.” Ze keek weer in de spiegel en zag dat ik serieus was. “Sorry Kees. Sorry Jolien…” “Het valt me tegen dat je niet ‘Sorry meneer en mevrouw Jonkman’ zegt, Lot. Maar goed, voor deze keer…” Joline giebelde weer. Gelukkig.

Ik keek onder tafel. Bengel lag weer met haar kop op Balou te dutten. Ook op dat front bleef het rustig. “Genieten van de omgeving, meiden!” “Dat doe ik al een hele tijd, Jolien”, zei Margot. “Het is hier prachtig!” “Morgen wordt het nog veel spectaculairder. Als we met de stoomtrein de Brocken op gaan. Fototoestellen mee, want dan heb je soms uitzichten…” De omgeving was prachtig. Soms mooie uitzichten, op andere momenten reden we door uitgestrekte dennenbossen, dan weer door kleine dorpjes…
Tegen zeven uur uur kwamen we bij Drei Annen Hohne. In feite niets anders dan een kruising van wegen, een stationnetje, een hotel en een paar huisjes. En een grote parkeerplaats voor lui met dezelfde plannen als wij hadden: met de stoomtrein de Brocken op.
We stapten even uit. “Ik vind dit niks, Kees. Kunnen we niet ergens een bospaadje in rijden en dáár gaan staan?” Ik aarzelde even. “Wildkamperen mag in Duitsland niet, schat. Op deze parkeerplaats overnachten, dat wordt waarschijnlijk wel getolereerd, maar zoals in Noorwegen een bos in rijden en daar overnachten… Nee.”
Ze keek teleurgesteld en die blik kon ik niet weerstaan. “Nou vooruit met de geit. We gaan eens zoeken. Instijgen dames.” Ik ging achter het stuur zitten. Een blik op de navigatie liet me zien dat iets naar het oosten een open stuk was met … Ja, wat? Google maps. Een soort steengroeve? Daar maar eens gaan kijken.

Ik startte de camper en even later reed ik een gravelpad naar beneden in. Geen steengroeve, maar een plek waar men gekapt hout op vrachtwagens laadde. Zo te zien al een tijdje niet in gebruik. Vanuit de open vlakte liepen er een paar paden het bos in. “Even verkennen, dames.”
Ik wipte de camper uit en liep het meest belovende pad in. Na twee bochten een open plekje, naast een beekje. Daar kon de camper prima staan en ik kon er ook keren zonder schade aan te richten; de bodem was ook gravel en iets verderop gras. En het was tussen de bomen, vanaf de groeve of de weg er achter absoluut niet zichtbaar. Mooi. En het was schoon. En zo moesten we het ook achterlaten! Even later keerde ik de camper en reed achteruit het pad in. Even later stonden we netjes op het gravel.
Joline wilde met de luifel aan de slag gaan, maar ik hield haar tegen. “Niet doen, schat. Geen luifel. Tuinstoelen en tafeltje: prima, maar die gaan, als we gaan maffen weer achterin. Als er een Duitse boswachter komt, wil ik meteen kunnen vertrekken, zonder nog allerlei dingen te moeten doen. En ik wil dit plekje brandschoon achterlaten. Geen snipper papier, laat staan plastic of andere troep. Zelfs de grote boodschap van Bengel gaat bij ons in het toilet.” Margot keek smerig, maar ik knikte. “Ja Mar. Kostte wat kost wil ik voorkomen dat men ons hier betrapt op het verontreinigen van de natuur.”
Charlotte zuchtte. “Kees, we zijn net langs die houtverwerking gereden. Een fors litteken op de aardkorst. En jij gaat pietlutten over een papiersnipper?” “Ja Lot. Sowieso vind ik dat recreanten de troep achter hun kont moeten opruimen, maar als wij morgen wegrijden wil ik dat niemand kan zien of ruiken dat hier een paar lui hebben overnacht.” Ze knikte zuchtend. “Oké, oké… We zullen ons gedragen.”
“Mooi dames. En ook genieten van dit mooie plekje tussen de bomen. Ondanks dat honderd meter hiervandaan zo’n lelijk litteken in de aardkorst is gemaakt. Kom: stoelen en tafel uit de berging, jullie gaan lekker zitten en ontspannen, zussies; Joline en Kees koken vanavond.” Joline ontfermde zich over een forse maaltijdsalade, ik smeerde boterhammen en maakte koffie. “Een slap bakje Kees. We gaan er vroeg in.”
En na het eten wasten de zussen af en kleedden zich om. Ook Joline trok ‘iets makkelijks’ aan, zoals ze met een lachje zei. Toen ze uit de camper kwamen hadden de dames redelijk korte rokjes aan en ruimvallende blouses. “Tenslotte moeten we wel onze charmes in kunnen zetten als hier plotseling een boswachter voor onze neus staat, Kees.” Ik grinnikte; De boswachter in kwestie zou wel van ijs moeten zijn als hij bestand zou zijn tegen de charmes van deze drie meiden. Of homo natuurlijk…

Daarna zaten we op de stoelen voor de camper, Bengel aan de riem naast Joline. Het lampje bij de deur deed ik uit, zodat we in het pikkedonker onder de dichte dennen zaten. Het bos zorgde dat het niet te fris werd. De dames namen een glas wijn en ik deed voor de verandering maar mee. Zo was er ten minste weinig commentaar op eventuele lucht van Jägermeister tijdens een zoentje. Zachtjes zei Margot: “Heerlijk zo… Stilte, lekkere boslucht, goed gezelschap, lekkere wijn… Hier kan ik weken van genieten!”
“Gaat ‘m niet worden, Mar. Volgende week moeten we weer stevig aan de bak in Gorinchem. En in het weekend wellicht in Arkel, maar dat horen we vrijdag of zaterdag wel.” Er klonk een teleurgesteld kreuntje waarop Joline zei: “Nou vooruit, omdat ik beroerdste niet ben: vanavond mogen jullie samen met Kees en mij in één bedje liggen. Maar… Ook dan moeten jullie stevig aan de bak, meiden!” Ze giechelde zachtjes.

De dames kletsten nog een tijdje over economische dingen bij DT. Daar kon ik toch weinig zinnigs aan bijdragen, dus keek ik op Internet wanneer de eerste trein vanuit Drei Annen Hohne richting Brocken vertrok. Dat was om 09:32 en hij kwam een uur later op de Brocken aan. Terugreis…17:07 en rond 18:00 in Drei Annen Hohne. Prima. Dan hoefden we morgenochtend niet vreselijk vroeg het bed uit, maar waren we wél weg voordat er hier eventueel werklui kwamen. Hoewel die kans klein leek; de open plek, waar het hout waarschijnlijk op vrachtwagens werd geladen, lag er verlaten bij…
Even backwardplanning doen: 09:32 vertrok de trein. We moesten nog kaartjes kopen, de camper ergens neerzetten, dus om 09:10 op de parkeerplaats., Dat hield in om 08:55 hier vertrekken. Opruimen, camper in orde maken, ontbijten duurde bij elkaar een uurtje, dus rond 07:50 uiterlijk het bed uit.
Met mededeling kon ik de dames verblijden. “Da’s bijna uitslapen, Kees! Wat een luxe!” Charlotte keek me vrolijk aan. “”Ja. En daarom, dames: het is nu 21:40, ongeacht wie er morgen rijdt, kunnen we nog wel deze fles leegmaken. Zonde als die wijn verder in de fles heen en weer ligt te klotsen. Niet goed voor het bouquet, de afdronk en zo.” Joline keek me spottend aan. “Hoor dat... Meneer de sommelier himself. In de leer geweest bij mijn lieve Pa, Kees?”
Ik knikte. “Ja. Meer dan een jaar. Intensieve lessen overigens, die niet alleen over wijn gingen, maar ook hoe je een mooie vrouw moet plezieren.” De zussen schoten in de lach. “Praktijk of theorie, Kees?” Nu was het mijn beurt om met de mond vol tanden te staan, maar gelukkig redde Joline me. “Hij doet het best aardig, meiden. En volgens mij hebben jullie daar ook iets van meegekregen. Of niet?” Een dubbele giebel was het antwoord. “Dat dacht ik al. Hebben jullie je wijntje op? Mooi, dan stel ik voor dat we de stoelen en tafel opbergen en ons gereedmaken voor de nacht.”
Tien minuten later kwam ik als laatste de douche uit. Bengel lag al zachtjes te snurken op haar kleedje. “Zo. Lekker opgefrist, dames. Mag ik, als er nog plaats is, mij naast u op dit best wel lekkere bedje neervlijen?” Joline sloeg het dekbed aan haar kant open. “Kom maar bij me, lekkere vent. Dan gaan we die lessen van mijn pa nog eens doornemen.” Toen ik lag, rolde ze zich op me. “Zo. Jij bent nu van mij. Margot en Charlotte gaan zich even met elkaar bezig houden.”
“Zijn we erg goed in, Jolien”, hoorde ik vanaf de andere kant van het bed. “Ga jij maar eens verder met de dingetjes die je deed voordat Bengel je wegjoeg.” Langzaam gleden mijn handen over haar rug, over een dunne nachtpon. Over haar billen en verder naar beneden. Ik voelde boorden van nylons. “Jolientje…”
Ze lachte zachtjes in mijn oor. “Lekker? Voor mij ook Kees. Streel me! Voel me, betast me! Lekker over mijn gladde kutje strelen…” Haar hand gleed langzaam over mijn paal ; héél langzaam trok ze me af. “Wat wil je, Kees? Zeg het maar, dan doe ik het.” Haar stem klonk fluisterzacht in mijn oor. “Lekker mee doorgaan schatje… Maar dan gaat het wel heel snel.”
“Geeft niet. Als jij het lekker vindt, is het voor mij ook fijn. Streel maar lekker tussen mijn benen, daar geniet ik van!” Ze trok één been op; haar poesje was nu maximaal bereikbaar en daar maakte ik graag gebruik van. Joline kronkelde een beetje, ook als ik met rust liet. “Hé lekkere meid… Waar heb je last van?” Ze giechelde een beetje. “Ik heb een beetje last van mijn eitje, Kees. Trilt zo lekker.”
Ik viel even stil. “Ondeugd! Heb je aan mij niet genoeg?”
Een lachje klonk van de andere kant van het bed. “Laten we het maar op houden dat een en ander complementair is, Kees. En beter dan je elektrische tandenborstel, hebben wij sinds kort gemerkt. Wij hebben allebei een wat nieuwe versie in; die kun je met je mobiel besturen.”
Joline zoende me. “Verrast, schatje?” Ik dacht even na. “Wel een beetje, Jolien.” Een volgende kus volgde. “Wij meiden kletsen wel eens met elkaar. En Claar, Mel en ik moeten die twee hiernaast toch een beetje wegwijs maken? Dat hebben ze in Groot-Ammers verzaakt. En ga jij eens door waar je mee bezig was, meneertje! Dat voelde best lekker.” Een minuut later waren we hevig aan het vrijen: Joline genoot van haar tril-eitje, ik genoot van haar mooie benen en zoog aan haar tepels.
En naast ons hoorden we ook erotische geluiden; de zussen genoten duidelijk ook van elkaar. “Kees…” Joline hijgde. “Sla me! Sla op mijn geile kut! Zó lekker…” Ik aarzelde, met de zussen naast ons. “Toe nou! Doe het!” Oké, als Joline het verantwoorde vond…
Een tik op haar kut volgde en Joline hijgde nu hevig. “Oh… Zo lekker… Meer Kees! En harder! Heerlijk!” Weer een tik, nu rechtstreeks op haar clit.
“Is Jolientje weer stout geweest, Kees?” “Ja dames. En ze krijgt nu haar straf.”
“Wacht even, Kees. Wij zullen dat stoute meisje eens vasthouden, dan kun jij haar straffen. En wij doen wel mee.”
Beide zussen trokken Joline’s benen uit elkaar. “Zo, Jolientje ligt er klaar voor. Straf haar, Kees!”
“Jaaahhhh….” hoorde ik naast me.
Een volgende klap volgde, nu vlak naast haar poesje. En eentje aan de andere kant. Margot legde een dubbelgevouwen handdoek onder Joline’s billen. “Straks gaat ze kliedernat klaarkomen en dan moeten we…” Péts! Rechtstreeks op Joline’s poes. Vocht spatte er van af: ze was al behoorlijk nat. Charlotte was ondertussen hevig met Jolien aan het tongen en Margot kneep in haar tepels. Dit ging niet lang duren…
Weer een klap en Joline begon hevig te trillen. Toen kwam ze kreunend klaar: vocht sijpelde uit haar poesje en ze lag te shaken. Om haar te plagen zette ik de afstandsbediening van het tril-ei op 5. “Nééé!!! Dat is zó… Ohhh…” Joline’s verdere kreten werden door Lot gesmoord: die zoende haar hevig.
En toen haalde ik het eitje uit Joline’s poes. Een teleurgestelde kreun volgde. “Op je knieën, meisje! Ik ga je iets anders laten voelen!” Margot en Lot lieten los en Joline draaide zich op haar buik. Haar poesje stond open, druipend. Ik zette mijn paal er tegenaan en drong bij haar binnen.
Een langgerekt ‘Ahhhh’ klonk en ze klemde mijn paal meteen vast. “Neuk haar, Kees! Spuit haar vol! Zó geil…” Lot keek me aan. Plotseling kreunde ze hevig. “Oh, zus… Lekker!” Margot zat iets met haar telefoon te doen. “Margot… zit je naar Wageningen te appen?” Ze schoot in de lach. “Nee, echt niet! Ik zit mijn zusje te verwennen. Kijk maar.” Ze draaide met haar vinger cirkeltjes op het beeldscherm van haar telefoon en dat had duidelijk gevolgen in Lot’s poesje. Haar ogen draaiden weg en ze greep naar een handdoek, die ze tussen haar benen klemde. Schokkend kwam ze klaar.
Joline zag het ook. “Ohhh Lotje… Is het zo lekker?” Lekker geil klaarkomen, schatje? Laat me je poesje likken… Lekker je natte kutje proeven…” Lot trok het trilding uit haar poes, kroop naar Joline toe en liet zich verwennen: Joline likte haar poes en Margot streelde haar tepels. Dat was zo’n opwindend gezicht dat ik vrijwel meteen ook klaar kwam: harde stralen spoot ik in Joline’s natte, knijpende kut.
“Ik wordt lekker volgespoten, schatjes… KEES! Heerlijk! Nog meer!” Ik zakte een beetje over haar heen en zei: “Sorry schatje… Drie cc, meer zit er niet in…” Joline giebelde. “Arme kerel. Na drie cc al helemaal uitgewrongen. Watje.” We lachten samen en ik kroop van Joline af.
“Even uitpuffen, schatten.” We lagen een paar minuten dicht tegen elkaar aan. Zachtjes strelen, wat zoentjes, genieten van elkaar. Totdat Margot de verstandigste was. “Lieve dames en Kees. Zullen we dit bedje eens gereed maken voor zijn primaire functie? Namelijk slapen? En voor degenen die zich willen opfrissen: er is nog een beetje warm water. Hoop ik.” De volgende vijf minuten waren we even aan het werk: handdoekjes in de waszak, even bepaalde intiemere plaatsjes schoonmaken, de dames trokken hun lingerie uit en pyama’s aan en de speeltjes werden schoongemaakt. Daarna kropen we weer in bed.

“Hé ridder… Heb jij een beetje genoten van al dat paardrijden?” Joline’s ogen lachten. “Jazeker freule! In het begin was het beestje wel wat wild, maar dankzij de dressuur van Lot werd ze gauw een stuk rustiger. Dank je wel, Lot.” Die giebelde. “Graag gedaan, Kees. En Joline. En dank je wel, zusje, voor je ondersteuning via Wifi.”
Ook Margot moest lachen. “Het lijkt me wel wat, Lot. Als jij in de collegezaal zit en ik lig ziek thuis… Dan doe je dat ding in en kan ik je op afstand verwennen. Of jij mij natuurlijk.”
Lot bromde: “Dat zou professor van Weenen wel willen. Lotje op de voorste rij collegebanken die plotseling onderuitzakt en luid kreunend kletsnat klaarkomt…” Joline schoot in de lach. “Wél goed voor z’n ego natuurlijk!” Ze gaf me een zoen. “Welterusten Kees”. “Gaat lukken meisje. Welterusten dames.” “Slaap lekker. Ik ga jullie geen zoen meer geven… lig net zo lekker tegen Lot aan.” “Da’s goed Margot. Lekker slapen.” Joline draaide zich om en nestelde zich ruggelings tegen me aan. En ik legde een hand tussen haar benen, op haar slipje. “Lekker plekje Freule.” “Gedraag je James!” Daarna werd het snel stil in de camper.

Dinsdagochtend, half acht. Ik werd wakker van het geluid van een vrachtauto die nogal lomp terugschakelde. Hé? Oh, wacht even… Vandaag zouden we met de trein de Brocken op gaan. Mooi! Even lag ik nog te doezelen en gisteravond kwam voorbij. Heerlijk om met Joline te vrijen met Margot en Lot erbij!
Die twee konden Joline ook heerlijk bevredigen. En vice versa… Ik kon er niets aan doen, maar kreeg weer een erectie. En dat voelde Joline ook; ik lag nog steeds dicht tegen haar rug aan. “Wat voel ik daar voor ondeugends, Kees?” “Sorry schat… Ik lig met drie heerlijke vrouwen in één bed. Dan gebeurt er wel eens wat.”
Joline bromde. “Om te voorkomen dat het weer eens uit de hand loopt: ga er maar uit en maak maar eens een bakje thee voor die drie heerlijke vrouwen in je bed, Kees Jonkman.” “Goed schat. Natuurlijk schat. Heb je lekker geslapen, schat?” Narrig klonk het: “Ja. Totdat ik wakker werd met iets hards tegen m’n billen. En nu er uit, Kees.”
Ik gehoorzaamde braaf. En terwijl het water op het gas stond, keek ik naar het bed. Twee bruine krullekoppen lagen aan weerszijden van een blond hoofd. Met de armen om elkaar heen lagen ze lekker te zoenen. Niet erotisch, maar zachtjes en teder. Met grote glimlach draaide ik me weer richting theewater. Die meiden hielden echt van elkaar...
Een ondeugende gedachte schoot door me heen. Wat als mijn lieve zusjes er ook bij kwamen? Dan was het helemaal feest op bed, denk ik. Hoewel… Ik had Melissa en Clara nooit betrapt als ze met elkaar aan het vrijen waren. Maar afgaande op de verhalen van Joline, Mar en Lot kon het er wel stevig aan toe gaan… Kom op Kees, dat zou jij niet bij kunnen houden. Elke avond als we met z’n drieën naar bed waren geweest was je maar bij twee van de drie klaargekomen. En met m’n zussen… Ja, ik hield veel van die meiden, maar met het vrijen? Dan zou ik dikke problemen met Ton en Rob krijgen, dat wist ik zeker. Had ik er niet voor over. Ik schudde mijn hoofd. Nee.
Thee voor de dames! En terwijl we de thee dronken maakten we even een plannetje. Zo dadelijk even wassen en aankleden, ontbijten, de boel in de camper laden, camper iets verplaatsen, het plekje nakijken we of alles achterlieten zoals we het aantroffen en dan naar Drei Annen Hohne rijden. Camper netjes wegzetten, kaartjes kopen en instappen. En met de op een na laatste trein terug. Het plan werd geaccepteerd.
En na de thee stonden we op. Ik liet Bengel uit; die poepte diep in het bos. Hoefde ik niet op te ruimen. Ze kreeg even later haar brokken en ik nam een zakje met extra brokken voor haar mee. En water; een flesje verdween in m’n rugzak. Koeken voor onderweg, EHBO-setje inclusief tekentang, een paar repen en m’n dunne windjack. Eén voor een verdwenen de dames in de douche om er even later fris en vooral mooi uit te komen. Alle drie in een leuk rokje, stevige schoenen, blouse met een T-shirt er onder. “Neem straks ook een jas mee, meiden", waarschuwde Joline. "De top van de Brocken ligt op 1.800 meter en is zo kaal als wat. Geen beschutting. Het zou zo maar eens een graad of tien koeler kunnen zijn dan hier.” Lot giechelde. “Dan neem ik ook wel een panty mee. Met stipjes, zodat Kees m’n benen op kan warmen als het nodig is.”
Ze lachte gemeen. “Die opmerking gaat je vandaag achtervolgen mevrouw Charlotte! Als jij vandaag ergens die panty aantrekt, komt Kees meteen in actie! En of dat nou op het terras op de Brocken is of in de trein waar iedereen me op de vingers zit te kijken, het zal me een biet zijn!” Ik keek waarschuwend.
“Ach Lot, da;s pure bluf. Kees is nog steeds de verlegen, vrouw-onvriendelijke hork van een jaar geleden. En omdat hij te verlegen is, vraag je een willekeurige andere vent om je benen even op te warmen. Wedden dat ze met tientallen tegelijk aan je mooie benen zitten?” Lot keek twijfelend.
“Nou, dan maar een ‘gewone’ panty zonder stipjes. Geen zin dat de halve mannelijke populatie van de Harz en eventuele toeristen onder mijn rokje zit te rotzooien. Kees is al genoeg…” Ze greep in het kastje waar ze haar kleding in opborg en gooide me een doosje toe. “Hier Kees… Geniet ervan!” “Ik geniet er meer van als je die panty aan hebt, mooie Charlotte.”
Ze kleurde zowaar. Joline en Margot deden ook een panty in de rugzak en pesterig zei Joline: “Als jij op die berg verongelukt, Kees… En over tien jaar vindt men jouw half-verteerde lijk met die rugzak nog om in een of andere diepe kloof… Men zal zich wel gaan afvragen wat drie panty’s in jouw rugzak doen.” “Nou schatje… Als ze jou vragen om de identificatie te doen, en wellicht deze twee knappe zussen ook, is die vraag snel beantwoord. Zelfs na mijn dood krijg ik dan geen rode kaken, hoor.”
Joline snoof. “Ik wel, denk ik. Tien jaar na je dood jou nog even identificeren… Getverderrie!” Kortom: de rugzak zat redelijk vol. Na het ontbijt reed ik de camper een paar meter vooruit: Niets meer te zien van een verblijf. “Kom dames, instijgen; we gaan rijden. Een klein stukje met deze mooie camper; die ruilen we straks in voor een heuse stoomtrein.”

Rustig reed ik het terrein af; nog steeds leeg. Op de verharde weg draaide ik naar links richting Drei Annen Hohne. Om daar na vijf minuten aan te komen. De parkeerplaats was, op twee auto’s na, nog leeg. Ik parkeerde de camper ‘paraat’, dus met de neus naar de uitgang. Wel in het zicht van het hotel. Gordijntjes dicht, gaskraan dicht, alle luiken afgesloten… En vanmiddag zou de camper in de schaduw staan, dus niet bloedheet zijn van de zon.
Want het was weer heerlijk weer: het zou vandaag zo’n graad of 25 worden. Bengel kreeg de riem om en liep rustig met ons mee. Op het station kocht Joline de kaartjes en we wachtten op de trein. Overigens liep het nog niet storm; drie andere mensen stonden samen met ons te wachten.
Na tien minuten hoorden we in de verte een stoomfluit. En nog eens… en nog eens. Steeds dichterbij. En uiteindelijk zagen we een witte wolk boven de bomen en een zwarte locomotief kwam sissend en bonkend dichterbij. “Dat heeft toch wel wat, zo’n stoomloc. Veel imposanter dan de intercity naar Utrecht…” mompelde Margot.
Aan de voorzijde van de loc het nummer 99 7222. De loc trok vier wagons. Met een boel gesis en gepiep van remmen kwam de trein tot stilstand. Ik bekeek de lok even. Gedrongen. De cabine ingeperst tussen de kolenopslag en de ketel. Wateropslag links en rechts van de ketel, allerlei leidingen aan de buitenzijde van de ketel. Zo kon je ook Duitse stoomlocs onderscheiden van Engelse locs: bij de Engesel zaten alle leidingen en hulptoestellen 'verstopt'. Deze loc zag er uit als een straatvechter: niet zo groot, maar hij straalde pure power uit. Echt een krachtpatser voor smalspoor. Natuurlijk gitzwart, met aan de onderzijde rode wielen en accenten. Hij zag er picobello uit.
Een fluit klonk, we konden instappen. Elke wagon had voor en achter een open balkon, dat was wel leuk. We namen in de voorste wagon plaats, vlak achter de tender. Ehhh… tender? Nee, deze loc had geen tender. Hij nam het water en de steenkool zelf mee. Een kort fluitsignaal en de trein begon te rijden. Joline keek omhoog. “Ondanks dat ik dit een mooi gezicht vind Kees, ben ik blij dat we hier niet wonen.” Ze wees op de was achter een huis. “Als de wind verkeerd staat en je hebt nét je schone was buiten, kun je het hele spulletje mee naar binnen nemen en opnieuw beginnen als er een trein langs is gekomen…” Ze keek smerig.

“Daarom heeft meneer Siemens dan ook de wasdroger uitgevonden, schat. Mevrouw Siemens klaagde hier ook al over en gaf haar echtgenoot opdracht daar iets voor uit te vinden. Een jaar later was de wasdroger een feit.” Ze keek me aan en zag dat ik mijn lachen moest inhouden.
“Kees Jonkman, je bent een enorme leugenaar. Dit verzin jij ter plekke.” Ik knikte. “Maar het zou zo maar gekund hebben, Jolien.” Ze snoof. “Bengel, zeg jij er eens wat van!” Bengel keek op, maar toen er niets eetbaars viel te bespeuren legde hij zijn kop weer op de voorpoten. Mooi beest… Ondanks dat dit de eerste keer in zijn hondenleven was dat hij met een stoomtrein te maken had, boeide het hem weinig. Bij de eerste keer dat hij de fluit hoorde, had hij z’n oren gespitst, toen de trein zichtbaar was, was hij opgestaan, maar blijkbaar vond hij dat hij er niet van onder de indruk moest raken; Joline, Kees en de zussen vonden het ook niet angstwekkend? Dan hij ook niet.

Margot kwam naar buiten, op het balkon. “Jolien… Kaartjescontrole! Jij hebt de kaartjes.” We liepen naar binnen, waar een aardige mevrouw de kaartjes knipte. Ze knielde even bij Bengel en die snuffelde even. Mevrouw bleek in de smaak te vallen, want Bengel likte haar hand braaf. De staart kwispelde. “Sie sind genehmigt worden, gnädige Frau.” Ze lachte en gaf Bengel nog een paar aaitjes. “Das ist ein wunderschöner Hund. Wie heißt er?” Joline antwoordde. “Sie heißt Bengel.” De vertaling gaf ze er niet bij. Misschien maar beter ook; ‘Arschloch’ of iets in die richting klinkt niet zo lekker. De dame liep naar de andere drie ‘Fahrgäste’ en ging toen op een bankje zitten.
Margot raakte met haar aan de praat en ik ving wat dingen op. Ze deed dit werk als hobby, net zoals een heleboel lui uit de omgeving. En de bemanningen van de locs moesten voor dag en dauw uit hun bed; het opstoken en gereedmaken van de loc die deze trein trok duurde 5 uren! Een tijdje later vertraagde de loc en floot weer een keer. Het volgende station: Schierke. Hier zou de trein zo’n zeven minuten wachten, dus ik klom even naar buiten en maakte wat foto’s van de loc.
De bemanning leunde ontspannen in de deur en door een raampje. “Sie sind heute sehr früh aufgestanden, verstehe ich?” Een van de twee knikte. “Stimmt. Ein Uhr Heutenacht. Zum Glück bin ich im Ruhestand.”
Aha, een pensionado. De man had er ook de leeftijd wel voor.
Hij vervolgde: “Ich war Lokführer bei der Bundesbahn. Intercity-Züge. Von Frankfurt nach Amsterdam und zurück oder von Bonn nach Brussel. Glücklicherweise ist dies etwas leiser, obwohl Sie hart arbeiten müssen.”
Zijn maat, duidelijk wat jonger, lachte.
“Arbeiten? Du? Du bist Maschinist. drückt einige Knöpfe. Ich bin der Heizer und muss dieses Biest mit einer Tonne Kohle füttern, wenn wir den Hang hinauffahren.”
Hij gaf de machinist een stomp en ze lachten.
Ik grinnikte mee. “Ich verstehe, dass du zu kämpfen hast. Wenn ich Ihnen helfen kann, werde ich gerne davon hören.”
Ze keken elkaar aan en de machinist knikte. “Kommen sie rein.” “Ein moment mal… Meine Ehefrau…” I
k wees op Joline, die ook op het perron stond te fotograferen.
Ik riep: “Jolien! Tot de Brocken heeft deze mooie trein een extra stoker. Kees heet hij!”
Ze liep naar me toe en keek naar de bemanning. “Pass einfach auf diesen Kerl auf… Er ist faul.”
Ik trok een gezicht en gaf haar een kus. “Tot straks, schatje.”

Ik klom in de cabine, de ‘bok’ zoals dat bij de NS heette. En gaf de machinist en de stoker een hand. “Ich bin Kees.” De machinist heette Paul, de stoker Ulrich.
Paul wees op Joline. “Deine Ehefrau?” Ik knikte.
“Ich verstehe, dass du sie lieber als Heizerin hättest, aber ihr Kleid wäre schmutzig geworden…”
Hij schoot in de lach, keek toen op zijn horloge en trok aan een koord in de cabine.
De fluit klonk, de rem werd gelost en hij tikte tegen een grote hefboom die boven de stookplaats was bevestigd. Stoom spoot opzij uit uitlaten bij de cylinders en de trein kwam in beweging. De stoomwolken bij de cylinders stopten en nu hoorde ik heel goed de zuigers hun werk doen: ‘Tjoek – tjoek – tjoek…’
Langzaam startend en steeds iets sneller. Ulrich pakte de kolenschop. “Passen Sie auf!” hij laadde de schep vol, draaide zich om, trapte op een pedaal en de vuurhaard ging open. Allemachtig, wat kwam daar een hitte van af! Met een zwieper werden de kolen in de vuurhaard gegooid en de klep ging dicht.
Een nieuwe schep: vuurhaard open, die lading ging links achterin.
Nieuwe schep: rechts achterin. De volgende twee scheppen gingen links en rechts voorin.
Ulrich gaf me de schep en wees. Kolen uit de opslag - draaien - vuurhaard open - schep achterin – vuurhaard dicht. Volgende schep: middenin. Toen weer rechts en links achterin.
Ulrich riep: “Genug!” Mooi… dit was best inspannend en ik begreep waarom de crew graag uit het raam leunde: even verkoeling. Machinist Paul wees me op de rook uit de schoorsteen: die moest lichtgrijs zijn, dan brandde het vuur het best. “Doch nun, den Hang hinauf, muss Ulrich hart arbeiten!”
Die wees me alweer op de vuurdeur. “An die Arbeit, Kees!” Voor de vorm mopperde ik een beetje, maar stiekem vond ik het leuk.
Ja, fysiek zwaar, maar je had wel resultaat van je werk. Ulrich was met een aantal hefbomen aan het werk: de injector, de pomp die water in de ketel pompte. Iets wat ik nooit begrepen had: In de ketel heerste een druk van… de rode streep op de manometer stond op 14 Bar. En tegen die druk in moest er regelmatig water in de ketel. En dat deed je met… diezelfde stoomdruk! Hoe dan? Toch eens vragen… als we boven waren, want nu moest ik hard aan de bak!
De trein reed nu op het steilste stuk van het traject en je kon meteen merken als de druk lager werd. Ook slingerde het spoor hier nogal, wat ook weer weerstand gaf, te horen aan het constante gepiep van de wielen in de bochten… Ulrich hield het vuur goed in de gaten en gaf me aan waar ik de kolen moest laten landen. Meestal lukte dat, soms ging een schep verkeerd. En na een inspannend half uurtje weken de bomen wat en kwam er wat meer licht door de ramen.
Ulrich sloot de vuurhaard. “Ruhe! Wit sind da!” Ik ging uit het raam hangen. Koele lucht langs mijn voorhoofd… Heerlijk! Met een scherpe bocht reden we uit de bomen en schuin voor me zag ik de mast die bovenop de Brocken stond. Vroeger een Russische luisterpost die alles afluisterde wat de NATO de ether inslingerde. Paul vertraagde al. Een stoot op de hoorn bij de laatste oversteekplaats voor voetgangers (we waren we al een behoorlijk aantal gepasseerd) en rustig reed de trein langs het perron en kwam piepend tot stilstand.
“Vielen Dank. Ich bin mir sicher, dass ich jetzt kein Heizer sein werde!” Ulrich grinnikte. “Sie haben jetzt fast eine Tonne Kohle geschleppt. Danke, Kees!” Ik gaf beiden een hand. En dat hun handen zwart waren boeide niet; dat waren de mijne ook. Rustig klom ik van de loc af en genoot van de frisse lucht op de kale bergtop.

“Kéés! Wat heb je gedaan? Je ziet er niet uit! Moet je je broek eens zien…” Joline keek me aan alsof ik een geest was; de zussen keken ook nogal meewarig. “Getverderrie… Heb je in het kolenhok geslapen of zo?” “Nee schat. Ik heb bijna een ton kolen in dat ding gegooid en de stoker, Ulrich, een makkelijk ritje bezorgd.” Hangend uit de cabine wees machinist Paul ons naar een gebouw. “Dort gibt es Toiletten. Und einen Wasserhahn mit sauberem Wasser. Genießen!” En Ulrich vulde aan: “Er sollte ein guter Heizer werden… Mit drie Jahre ausbildung!” We lachten.
Joline trok me naar het grote gebouw, wat een restaurant bleek te zijn. Inderdaad hadden ze daar toiletten, maar ook een ruimte waar je baby’s kon verschonen en zo. Warm water, zeep… Ik keek in de spiegel: kolengruis rond mijn ogen, zwarte vegen op m’n gezicht met witte strepen er doorheen; daar was wat zweet naar beneden gedruppeld. Gitzwarte handen en m’n broek was ook niet geheel grijs meer. Gelukkig had ik een zwart T-shirt aan gehad; m’n overhemd zat veilig in de rugzak.
“Eerst een paar foto’s van stoker Jonkman maken, Kees!” Margot keek plagend. “Kom Jolien, lekker zoenend samen op de foto…” Ze ontplofte. “Ben je gek of zo, Kees Jonkman? Je denkt toch zeker niet dat dit mooie jurkje ontsiert gaat worden door een stel zwarte klauwen? Ga je eerst maar wassen, daarna praten we eens verder!”
Margot en Lot lagen in een deuk van het lachen. “Nou dames, er uit; deze jongeman moet zich even opfrissen. Daar kunnen jullie niet bij zijn, anders komen er praatjes in de wereld.” Joline nam de zussen mee naar buiten. “We wachten wel op je, Kees! Tien minuten en je zorgt maar dat je weer toonbaar bent. Zwarte Piet is er niks bij!”
Oké… T-shirt uit en onder de kraan. Gezicht wassen, handen en armen wassen… Het gootsteentje werd zwarter en zwarter. En vet! Uiteindelijk stak ik m’n kop onder de kraan, maakte m’n haren kletsnat en waste ze met de zeep uit zo’n dispenser. Het water wat er af kwam was gitzwart. Het T-shirt werd ook met dezelfde zeep gewassen, uitgespoeld, uitgewrongen en toen ging het onder in een apart vakje van m’n rugzak. Het overhemd kwam ervoor in de plaats. Ja, dat was wat frisjes, maar het zij zo.
Een blik in de spiegel leerde me dat Kees Jonkman weer bijna zichzelf was. Alleen m’n neus zat nog vol en m’n keel schuurde. Warm water in m’n neus en snuiten. Gitzwart. Warm water in m’n keel, rochelen en ook er uit: iets minder zwart, maar toch… Hoe moest je er uit zien als je een hele dag had gestookt? Arme vrouw van Ulrich…
Enigszins opgefrist kwam ik het gebouw uit en zag de dames op een bankje zitten. “Zo. Stoker Kees is opgefrist en wil wel een zoen.” Joline bekeek me even. “Het ziet er inderdaad wat minder smerig uit dan een kwartier geleden. Kom hier, gék!” Ze omarmde me, gaf me een lange zoen en zei: “Stiekem ben ik best wel trots op je. Iemand anders had voor de eer bedankt en jij doet het gewoon. Bikkel!” Daar kon ik weer even mee vooruit. "Je broer Rob is nu helemaal jaloers op me, Jolien. Machinist geweest op een reddingsboot en nu ook stoker. Weliswaar op een trein, maar toch... Dat heeft hij niet op z'n CV staan!"
Een wat smalend lachje was de reactie...
Lees verder: Mini - 274
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...