Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Keith
Datum: 23-10-2023 | Cijfer: 9.8 | Gelezen: 5417
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 52 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 279
De donderdag bij DT ging snel voorbij. Drukdrukdruk, gekkenhuis! Ik had woensdag een mail naar het tweede lasbedrijf gestuurd met het aanbod om mijn voorlopige ontwerp te bekijken; donderdagochtend zat er al een mail in mijn inbox dat ze het geheel gezien hadden en me uitnodigden om, ‘als het op zo’n korte termijn ten minste kan!’ donderdagmiddag het geheel te presenteren. De directiesecretaresse schreef: ‘Sorry voor de haast, maar volgende week is het bedrijf voor drie weken dicht en meneer Zwanenburg wil dat we directie er voor de vakantie een beslissing over neemt.’ Ik keek naar het tijdstip van verzenden: woensdag om 23:21u. Toen lag Kees Jonkman al lang op één oor…
Ik liep naar Henk en Gerben. “Sorry jongens, maar ik moet even alles laten vallen en me concentreren op de presentatie voor dat metaalbedrijf Zwanenburg. Die willen dat ik vanmiddag om 14:00 op kom draven.” Henk keek nogal ‘zuunig’ op z’n horloge. “Red je dat?” Ik knikte. “Ik kan delen van de presentatie voor dat metaalbedrijf in Eindhoven gebruiken. Een beetje knippen en plakken dus. Maar ik zou het op prijs stellen dat jullie er ook even naar kijken voordat ik de deur uitga. Elf uur, is dat oké? En Gerben: als Henk je los kan laten: kun jij meekomen? Van sommige zaken heb jij meer verstand.”
Hij keek me vragend aan en ik knikte. “Ja, ik meen het. Jij hebt in Eindhoven ook een paar verbeteringen voorgesteld en die sneden wel hout. Bovendien kun je kunst eens afkijken hoe Kees Jonkman zijn potentiële klanten inpakt.” Henk zei honend: “Jaja. Kees die zijn klanten inpakt. Met een nogal pittig loopje zeker, Kees?” “Ik neem nooit een loopje met klanten, Henk. Uiteindelijk zorgen die ons salaris, dat wordt me thuis regelmatig ingewreven. Maar nu ga ik als de bliksem een presentatie voorbereiden, heren. Moeilijke vragen graag opsparen voor na 16:00.”

De koffiepauze sloeg ik over, maar ik merkte wel dat er aan me gedacht werd; om tien uur werd er op de deur geklopt en kwam Irene binnen met een mok koffie in de hand. En zoals ik ‘m het liefste had: zwart met suiker. “Ik hoorde dat je met een presentatie bezig was; een kop koffie is dan wel lekker… Kees.” “Dank je wel Irene. Nog even die aarzeling wegpoetsen voor je mijn naam uitspreekt, en dan lijkt het alsof je hier al jáááren werkt.” Ze kleurde. “En jouw koffie, Irene?” “Drink ik niet, Kees. Veel te bitter. Thee is lekkerder en die staat nu hiernaast.”
“Nou, haal die thee van je op, dan drinken we even samen. Gezelliger. Want momenteel zijn An en Marion ergens anders?” Ze knikte. Angelique zit bij Theo. ‘Directiekoekjes snoepen’, zei ze toen ze de gang overstak. En Marion zit bij mevr… bij Joline.” “Nou, neem je thee hierheen. Als op de receptie de telefoon gaat, hoor je dat hier ook.” Ze kwam terug met een snoerloze telefoon. Ik zuchtte. “Oh ja, dat is waar ook, die dingen hebben ze hiernaast. Oh, en Irene: laat de deur van mijn bureau open. Dat houdt in dat iedereen kan en mag binnenvallen en dat we geen belangrijke gesprekken voeren.” Ze knikte.

“Heb je het een beetje naar je zin hier?” Weer een knik. “Héél anders dan bij mevrouw van den Akker. Daar waren we sowieso met z’n tweeën, maar ze zat bijna altijd op haar bureau. Weinig aanspraak. En ik moest stomme dingen doen: papieren sorteren, stofzuigen, plantjes water geven, dat soort dingen. Niet hetgeen waar ik voor geleerd had.” Ze keek op. “Hier is dat heel anders! Ik heb gisteren al een paar administratieve dingen moeten uitzoeken: leuk! En Marion en Angelique zijn heel lief voor me, behandelen me gewoon als collega. En meneer Koudstaal kwam vanochtend de receptie binnen en zei: ‘Ha, mijn nieuwste steun en toeverlaat! Gaat het goed, Irene?’ En voor ik kon antwoorden snauwde Angelique bijna: ‘Hé directeur, je laat dat arme kind een beetje met rust, anders krijg je met mij en Marion te maken!’ En toen lachte hij en antwoordde: ‘Ja, Meester Jacobs, zeker Meester Jacobs… Irene, sterkte met dat roodharige duveltje hier!’ En toen vluchtte hij, want Angelique stond op…”
Ze keek peinzend. “En waarom zei meneer Koudstaal nou ‘Meester Jacobs’? Is Angelique onderwijzeres of zo, Kees?” “Wat is de functie van An, Irene?” Ze dacht na, schudde toen haar hoofd. “Kijk eens op het naambordje van de receptie…” Toen ze terugkwam gaf ze het antwoord. “Juridische zaken…” Ik knikte. “Angelique is een paar weken terug geslaagd voor haar rechtenstudie. Ze is ‘Meester in de Rechtsgeleerdheid’.”
Het was even stil. “Ohhh… Maar… Ze doet zo gewoon. Is een hele leuke meid, Kees. Net als Marion. Ik dacht altijd dat die gestudeerde lui… Nou ja, laat maar.” Tijd voor een lesje fatsoensnormen.
“Irene… Op ééntje na zijn alle mensen bij DT ‘gestudeerde lui’. En wie die enige uitzondering is, laat ik nog even in het midden. Oh, wacht even: het zijn er nu twee, met jou erbij. Bijna alle medewerkers van DT hebben HBO. Vier jaar Hoger Beroeps Onderwijs. Zijn Ingenieur of Bachelor. De teamleiders en hun plaatsvervangers hebben zes jaar Technische Universiteit achter de kiezen. En vertel me eens eerlijk: heb jij in je anderhalve dag hier iemand gezien die zich daarvoor op de borst liep te slaan?” Ze schudde haar hoofd. “Nee. Iedereen doet gewoon.”
“Nou dan. In dit bedrijf is iedereen belangrijk. De ontwerpers, want die brengen het geld binnen. Backoffice, want die zorgen dat dat geld goed besteed en verantwoord wordt. Mijn buddy Fred, want die zorgt dat onze computers goed blijven draaien en dat spam en dergelijke ellende buiten de deur blijft. Ingrid, die zorgt dat we allemaal volgens een bepaalde manier werken en dat we veilig werken en het milieu niet teveel belasten. En jij, omdat je bezoekers netjes te woord staat, telefoontjes doorschakelt en voor mij een bak koffie haalt… En Theo, omdat die ons salaris betaalt. DT is één team, Irene. En degene die denkt dat hij of zij meer is dan een ander, ligt er in dit bedrijf snel uit. In mijn jaar bij DT is dat één keer voorgekomen, maar dat hoor je ooit wel eens. En nu mevrouw van den Hurk: heb je je thee op? Mooi. Ga dan de receptie maar weer opfleuren.”

Ze giechelde. “Je mag jezelf vijf keer opdrukken…” Ik keek haar stomverbaasd aan. “Wát?” “ Mevrouw van den Hurk…” “Krijg de hik jij. Ik zal je nog eens uitnodigen om samen thee te drinken…” Ik dook op de grond en drukte me netjes op; Irene telde hardop. En terwijl ik bezig was ging de deur van de groepsruimte open. “Wat is dit? Kon Kees zich weer eens niet beheersen, Irene?” Ik stond op en Henk keek me breed grijnzend aan. “Hij zei ‘mevrouw van den Hurk’ tegen me. En gisteren zei hij dat ik me, als ik nog één keer ‘meneer Jonkman’ tegen hem zou zeggen, vijf keer moest opdrukken…” Irene blééf giechelen en Henk lachte breeduit. “Prima, Irene! Laat je niet op je kop zitten! Kees, ik dacht dat jij zo druk was? Wij mochten je niet storen…” “Voor een knappe jongedame maak ik wel een uitzondering, Henk. Altijd beter dan een vent van veertig met een kale kop.” Hij keek Irene aan. “Dit lijkt op discriminatie. Wat vind jij ervan, Irene?” “Hij heeft wel gelijk… vooral dat ‘knappe jongedame’ sprak me wel aan.” Ze draaide zich snel om en verdween, nog steeds giechelend, richting receptie.

“Nou, tot zover jouw presentatie, mooie vrouwenverslinder. Moeten we het maar een halfuurtje later plannen?” Niks ervan, Henk. Om elf uur heb ik het spul klaar.” Ik ging weer voor mijn beeldscherm zitten en binnen no time was ik weer verdiept in terugslagkleppen, warmtewisselaars, ventilatoren en elektronische schakelsystemen. En om kwart voor elf had ik de presentatie klaar, op de opsomming van de componenten na. Die zette ik apart op twee sheets, met de leveranciers, de prijs én de geschatte levertijden erbij. Toen beveiligde ik de powerpoint, sloeg hem op in mijn laptop en nam die mee naar de presentatieruimte. Vijf voor elk kwamen Gerben en Henk binnen.
Meteen een testje uitvoeren… “Gerben, kun jij die presentatie even openen? Ik wil testen of hij goed beveiligd is.” Gerben keek me vragend aan en ik knikte. “Ja, je hoorde me goed. In verkenner, mijn documenten, directory ‘presentaties’ en dan staat hij onder de datum van vandaag.” Gerben ging aan de slag. Powerpoint opende normaal, maar zonder het wachtwoord kwam een enorme warboel aan strepen en kleuren op het beeldscherm. “Hier kan ik niks mee, Kees.” “Mooi, da’s ook de bedoeling, Gerben. Je moet ‘m ‘openen als’ en dan het wachtwoord invoeren.” Snel tikte ik het wachtwoord in en nu kwam er een begrijpelijk beeld op het scherm.
“Waarom zo, Kees?” Henk antwoordde. “Omdat er nog wel eens bedrijven zijn die er met onze ontwerpen vandoor willen gaan, Gerben. Dan hoor je: “Laat u die presentatie maar hier, meneer”, en vervolgens willen ze er zelf mee aan de haal gaan. Hebben we al een paar keer meegemaakt. Pas als er een contract ligt, kunnen ze de ontwerpen krijgen. Niet eerder.” Gerben knikte nadenkend en ondertussen had ik de eerste dia op de beamer staan.

“Bent u zover, heren? U wilt een klimaatbeheersingssysteem voor uw bedrijfsruimten wat minder energie gebruikt. DT kan dat voor u ontwerpen. Dit is een voorlopig ontwerp, gebaseerd op wat gegevens die ik van uw administratie kreeg: de bouwtekeningen van uw bedrijf, ligging, indeling van het gebouw en nog wat algemene zaken. De exacte tekeningen kan ik pas maken als ik het bedrijf goed bekeken heb, dus vergeef me wat onnauwkeurigheden; er zit een marge in van ongeveer tien procent. Als u DT een complete offerte laat uitvoeren, krijgt u een nauwkeuriger ontwerp. Tot nu toe is deze presentatie vrijblijvend; kost u niets. Als u besluit een ander bedrijf de opdracht te gunnen, dan is dat jammer voor DT, maar u bent er geen geld aan kwijt. Tot zover het financiële verhaaltje over de offerte. Nu de techniek…”
In een vlot tempo ging ik door de sheets heen; Henk en Gerben konden deze snel doorzien. Bij de feitelijke presentatie zou het langer duren omdat ik de functie van de diverse componenten vaak moest uitleggen en de werking van het systeem ook. Na een drie kwartier sloot ik af met de bekende kreet: “Zijn er nog vragen?” Die waren er niet. Gerben zei: “Ik zie dat je die terugslagklep in het ontwerp hebt laten terugkomen, Kees. Mooi.” Ik knikte. “Het was dan ook een prima idee van je, makker. Ik zal hem vanmiddag aanduiden als ‘de klep van Gerben’, oké?” Een zucht volgde.
“Vanmiddag iets minder tempo maken, Kees. Voor het zelfde geld zit er een economisch directeur bij of een boekhouder. Die snappen het allemaal niet zo snel.” “Voor die lui zijn alleen de laatste twee sheets van belang, Henk. En het bedrag wat uiteindelijk onder de streep staat.” Hij knikte, keek toen op z’n horloge. “Kom, we gaan alvast naar buiten. De rest zal zo ook wel komen. Ik heb wat brood bij me voor de paardjes.”

De wandeling verliep rustig; de paarden waren weer blij met ons. Margot en Charlotte keken even in hun stal en kwamen tevreden terug. “De eigenaar zorgt goed voor deze bejaarde dames. Vers stro in de stal, voldoende water… En hij heeft recent het hok wat meer winddicht gemaakt. Er zitten nieuwe planken in en de kieren zijn dicht. Prima.”
Joline keek hen aan. “Jullie hebben toch ook paard gereden, meiden? Wellicht kun je dat in Arkel weer gaan doen. In Hoogblokland zit een manege, zag ik op Internet. Op nog geen twee kilometer bij jullie toekomstige optrekje vandaan.” Beide meiden keken verrast. “Dat zou heerlijk zijn. Deze paardjes zijn schatten, maar weer rijden…” Margot glunderde.
“Er zijn momenten waarop ik wel eens paard zou willen zijn, Kees”, zei Fred zachtjes tegen me. Niet zacht genoeg; Joline hoorde het en stuurde een vernietigende blik richting Fred. En richting mij. En in die blik stond te lezen: ‘Géén schunnige opmerkingen nu, Kees Jonkman!’. Ik trok een onschuldig gezicht, keek Fred even aan en haalde m’n schouders op. Eenmaal terug bij DT pakte ik m’n laptop, liep naar Joline en zei: “Even afscheid nemen van mijn schatje… Ik ben om een uur of vier wel weer terug, Joline.” “Goed, Kees. Doe je best!” een kort zoentje volgde en ik pikte Gerben op.

“Kom ouwe. Instijgen. Eens kijken of we wat mensen blij kunnen maken.” In de bebouwde kom was het stil, maar op de snelweg hoorde ik: “Kees, mag ik je wat persoonlijks vragen? Is Margot daadwerkelijk op zoek naar een relatie?” “Weet ik niet. Wat ik wel weet is dat Charlotte nu een serieuze relatie heeft; het zou best eens kunnen dat de eierstokken van Margot ook beginnen te klotsen.”
Hij proestte het uit. “Mooie manier van communiceren heb jij…” “Gerben: zoals ik recent al tegen je zei: als jij zo verkikkerd bent op Margot: vraag haar gewoon op de vrouw af een avondje uit. Je bent niet achterlijk, je bent minder lelijk dan ik en gelukkig ben je ook geen Don Juan. Je hebt je deze weken niet of nauwelijks met Margot bemoeid en dat is in mijn optiek prima. Ze heeft aan één ding absoluut géén behoefte en dat is een rokkenjager. Maar haar netjes benaderen, zeggen dat ze op jou een behoorlijke indruk maakt en haar mee uit vragen… De meeste vrouwen stellen dat wel op prijs. Tussen Joline en mij ging het niet helemaal ‘standaard’, dat is geen maatstaf, maar vriend Henry zat met hetzelfde probleem toen hij Angelique ontmoette. Uiteindelijk heeft hij haar mee uitgevraagd terwijl hij de inhoud van de papierversnipperaar net over haar heen had uitgestrooid…”
Ik grinnikte om de herinnering en Gerben keek alsof hij water zag branden. “Hij heeft wát??” Beknopt vertelde ik het verhaal van die bewuste ‘eindeweekschoonmaak’. “Het vervolg moet je aan Henry vragen. Was ik niet bij. En nee, ik ga geen lans voor je breken bij Margot. Ik heet geen Yvon Jaspers en DT is geen decor van ‘Boer zoekt vrouw’. Dan zou het programma een andere naam moeten krijgen: ‘Techneut zoekt rekenwonder’ of zo, maar dat bekt niet zo lekker. Je zoekt het maar lekker uit.”

De conversatie tijdens rest van de rit bleef beperkt tot puur technische zaken en na een half uurtje stonden we voor de deur van Lasbedrijf Zwanenburg. We gingen naar binnen, werden netjes door een medewerker ontvangen en begeleid naar een presentatieruimte, ik hing mijn laptop aan de beamer en testte of alles werkte. Check. Ondertussen was er voor koffie gezorgd en om vijf voor twee waren we gereed om ons verhaal te doen. Exact om twee uur kwam een klein gezelschap binnen: de directeur, een paar managers, het onvermijdelijke hoofd boekhouding en een directiesecretaresse. We schudden handen, ik stelde Gerben voor als ‘één van mijn teamleden die meer ervaring met deze systemen had dan ik’ en ik kon beginnen. Tijdens mijn verhaal werden een paar scherpe vragen gesteld. Twee daarvan moest ik doorsluizen naar Gerben; daar had ik pasklaar antwoord op. Aan het einde de twee dia’s met het kostenplaatje. Daar begon de boekhouder me over door te zagen. Tot het irritante aan toe.

En na vier van zijn nogal zuigende vragen was ik er klaar mee. “Meneer, mag ik u een wedervraag stellen? Ken u de Engelse uitdrukking ‘Pennywise and poundfoolish’? Die kant gaat u op. Ik begrijp dat het uw werk is om verantwoord met het geld van uw bedrijf om te gaan en dat wordt vast bijzonder op prijs gesteld, maar ik ga niet beknibbelen op kwaliteit. Lasbedrijf Zwanenburg heeft aan Developing Technics gevraagd om een ontwerp voor een klimaatbeheersingssysteem; dat heb ik zojuist laten zien. En ja, daar zitten een aantal dure componenten in: de warmtewisselaars. En juist die zijn essentieel voor dit systeem meneer. En ja, die dingen zijn duur. In China maakt men ook warmtewisselaars, maar kwalitatief en qua rendement staan deze Duitse apparaten
bijzonder eenzaam aan de top.”
Ik zweeg even en keek de man toen recht aan. “Het is mijn vak, meneer.” Hij pruttelde nog wat, maar zei toen: “Geen vragen verder.” Óok de rest van het gezelschap had niets meer te vragen. “Dame, heren: Tot zover. Dit kan DT voor uw bedrijf betekenen, als u met ons in zee gaat. Dit nogal globale praatje was gratis; komt er een formele offerteaanvraag, dan wordt die wél in rekening gebracht. Ik hoop dat u ons daar iets meer tijd voor geeft, want dit was voor mij even behoorlijk aanpoten. Daarom had ik niet direct een pasklaar antwoord op sommige vragen; Gerben gelukkig wel, waarvoor dank, Gerben. Aan u de keuze of u wel of niet met DT verder gaat."

Meneer Zwanenburg zei: “Dank voor uw tijd, meneer Jonkman en ja, wij gaan met DT verder. Dit is de derde presentatie over zo’n systeem; uw verhaal steekt er met kop en schouders boven uit.” Hij keek zijn personeel aan. “Ja, het is het duurste systeem, maar het heeft wel de kortste terugverdientijd. En het is solide. We gaan het doen, meneer Jonkman. Er gaat, vanmiddag nog, een verzoek richting DT om dit voor ons te ontwerpen. En welk installatiebedrijf raad u ons aan?” Gerben antwoordde.
“Hetzelfde bedrijf wat de installatie in Eindhoven, bij uw branchegenoot, heeft geïnstalleerd, meneer. En een advies: vraag of de heer van Meel de leiding op zich neemt. Ik heb met hem en zijn mensen in Eindhoven samengewerkt; een prima club met dezelfde insteek als DT: Build to last.” Meneer Zwanenburg knikte. “Gaan we doen. Heren, dank voor uw tijd, wij gaan morgen drie weken dicht; vakantie. Dus meneer Jonkman, u heeft even de tijd om een en ander verder uit te werken. Over een week of vijf nodigen wij u uit om het bedrijf van boven tot onder te bekijken; daarna kunt u het systeem tailormade maken.” “Ik zie er naar uit, meneer.”

Handjes schudden, nog wat kleine dingen afspreken en we zaten weer in de auto. “Zo, weer een opdracht binnen, Kees. Prima verhaal had je. Maar één bescheiden advies: hou je blik in toom als je tegengas krijgt.” Gerben keek me van opzij aan. “Ik zag je ogen toen die boekhouder of procuratiehouden begon door te zagen; daar lag een nogal onheilspellende blik in.” “Ik hou er niet zo van als een of andere cijfergoeroe mijn werk op technisch gebied begint af te breken, Gerben. Laat dat soort lui zich vooral met de cijfertjes bezig houden; het échte werk doen wij wel.”
Even was het stil, toen begon hij te lachen. Ik keek snel opzij. “Wát?” “Dit durf jij thuis niet te zeggen, Kees. Ik ken Joline en de zussen Bongers nog niet zo goed, maar volgens mij krijg je dan van drie kanten ongenadig op je donder en kun je een week in een schuurtje slapen…” Ik grinnikte. “Misschien heb je gelijk. Enfin… we hebben weer wat brood op de plank, denk ik. En dank voor je hulp; ik stond bij een van die vragen echt even met m’n bek vol tanden. Gelieve dit niet door te geven aan mijn lieftallige echtgenote; die denkt nog steeds dat Kees Jonkman alles, maar dan ook alles weet…” Hij schoot in de lach. “Volgens mij denkt Joline daar héél anders over.”

Terug bij DT was het bijna half vijf. Theo trok net zijn jas aan. “Lasbedrijf Zwanenburg is binnen, Theo. Vandaag of morgen komt de bevestiging via de mail.” Hij stak zijn duim op. “Mooi Kees, dank je wel. Dit is een nogal toonaangevend bedrijf in die branche. Het zou zomaar kunnen dat hier meer uit voortkomt.” “Goed om te horen. Als je Gerben vandaag of morgen spreekt: Steek hem een dikke veer in z’n achterwerk. Ik werd nogal kritisch bevraagd door een van hun mensen en had op een paar vragen geen pasklaar antwoord. Ik stond op het punt om het meest laffe antwoord te geven wat er is: ‘Dat zoek ik voor u uit’, en toen brak Gerben in met een uitstekend antwoord en redde de show.” Theo fronste. “Jij had geen pasklaar antwoord? Da’s nogal zeldzaam, meneertje.” Ik haalde m’n schouders op. “Ik had ook niet zo gek veel voorbereidingstijd hé? Enfin, ik ga richting huis, vanavond naar Vught, dáár blazen.” “Vught? Waarom daar?” “Ik ben door Greet gevraagd om mee te spelen met de Regimentsfanfare ‘Bereden Wapenen’. Die hebben over een paar weken een concert in de St. Jan in Den Bosch. En de wachtmeester vindt dat ik nogal aardig toeter, dus…” “Ik koop te zijner tijd de CD wel, Kees. Naar huis jij!”

Ik pikte Joline en Bengel op; de zussen waren al vertrokken. Bengel sprong tegen me op. “Hoi mooi beest… Ja, ik heb jou ook gemist hoor.” Ik knielde even bij haar en aaide haar. Een lik over mijn gezicht was de beloning. Joline pakte haar tasje. “Bengel… Side!” De hond liep netjes naast haar mee, ik aan de andere kant. Uit het kantoor van Miranda kwam een spottende stem. “Kijk nou eens… Mevrouw Jonkman met haar twee lijfwachten.”
Joline keek me kort aan, en draaide zich om. “Miranda, als jij vanavond nou eens een paar fatsoenlijke sportschoenen koopt… Dan hoeft André je niet steeds uit een sloot te vissen en is Fred ook weer blij.” “Ik ga een uitspraak van je echtgenoot gebruiken, mevrouw Jonkman. Trutje…” We lachten even. “Fijne avond, Mir.” “Jullie ook, Joline. Tot morgen.”
We zetten Bengel achterin en reden weg. “Zo. Even wat eten en dan ga ik als de bliksem naar Vught, schat.” “Hmmm… Dan had je vanochtend beter je bugel meteen in de auto kunnen leggen, Kees. Had een omweg gescheeld.” “En jij dan?” Ze keek ondeugend. “Er zit in Vught vast wel een leuk restaurantje ergens. Nee hoor, jij gaat lekker blazen, ik vermaak me thuis wel. Een beetje binchwatchen op de bank. En anders vroeg naar bed, smachtend wachtend op mijn minnaar…” Ik hoonde: “Jaja… En ondertussen op je telefoon naar vrouwvriendelijke porno kijken zeker? Foei, meisje Jonkman!” “Je brengt me op ideeën, Kees…”
Thuis gekomen ging Joline meteen koken. Ik keek ondertussen de bugel na en legde hem in de koffer. We aten aardappels, snijboontjes met spekjes erdoor en een bakje vla als toetje. “Lekker schat. Jij weet van iets simpels toch altijd weer een lekker feestje te maken.”
Joline wees op de receptenklapper. “Recept van oma Sietske. Uit 1949. Ging er bij ons thuis ook altijd goed in. Na het eten kleedde ik me om in gevechtspak en daarna dirigeerde Joline me op de bank en ging op schoot zitten. “Hé echtgenoot… de kleintjes zijn niet thuis. Zullen wij vanavond een feestje gaan bouwen? Want je ziet er weer bijzonder stoer uit, majoor… Ik ga je opvreten!” Ze zoende in m’n nek en ik voelde dat ze begon te zuigen.
“Hé boefje! Geen dikke zuigzoenen! Dan moet ik vanavond allemaal vragen beantwoorden en daar heb ik geen zin in! Als ik terugkom mag je je helemaal uitleven; dan draag ik morgen wel een coltrui.” Ondeugend lachend liet Joline me los. “Dat ga je weten, Kees. Als jij terugkomt gaan wij leuke dingen doen. In de slaapkamer, hier op de bank, desnoods in de douche van Lot en Mar, maar vannacht ben je voor mij!” Ik kuste haar intiem, tong over tong. “Ik heb er zin in, schat. Met de mooiste en liefste vrouw van Veldhoven, tevens de blonde feeks van Gorinchem vrijen…”
Even later duwde ze zich van me af. “Zo, dat was een lekker voorafje. Het hoofdgerecht komt vannacht, Kees. Ik weet niet of ik morgen in Gorinchem een beetje helder ben, maar dat heb ik er wel voor over, schatje. En nu: richting Vught. Geniet ervan, doe de groeten aan Greet en doe je best, Kees.” “Ja schat. Als ik terugkom zal ik m’n best doen, schat…” Een uitgestoken tong was het laatste wat ik zag voor ik de hal in liep. Bugel mee… Fluitend stond ik in de lift. Zin in!

Tijdens de rit naar Vught had ik een playlist met trompetmuziek opstaan. Mooie stukken, uitgevoerd door muzikanten van naam. Zo gleed de weg snel onder de banden langs en voor ik het wist reed ik Vught binnen. Onder het spoorviaduct door en vrij plotseling rij je dan in de bebouwde kom. Ergens hier moest ik rechtsaf… Ha, daar is de kruising. Slingerdeslinger een woonwijk door en langs het recreatiegebied ‘De IJzeren Man’ en weer rechts, de Lunettenlaan op. Links en rechts kazernes, maar ik moest de linker hebben. Bij de poort de smartcard voor de lezer houden… de poort ging open. Mooi. En volgens Greet moest ik dan om het sportveld heenrijden, richting een sporthal… Aha, daar stond een truck met het opschrift ‘Regimentsfanfare Bereden Wapenen’. Voor een sporthal. Bingo.

Ik parkeerde de auto naast een aantal andere voertuigen en liep om de hal heen naar de ingang. Daar stonden wat militairen te roken. “Heren… en dames…Goede avond. Moet ik hier zijn voor de RFBW?”
Men knikte. “Goede avond majoor Jonkman. Welkom, Greet heeft al over u verteld. Koffie?” Ik knikte. “Lekker…” Achter een korporaal liep ik naar binnen en tapte een bak koffie uit de bekende Defensie-automaat.
“Kijk nou… De lelijkste majoor van de NATO en verre omstreken… Welkom, Kees!”
Greet klonk spottend en ik draaide me om. “Wil jij een beetje aardig zijn voor je leerling, mevrouw Zwart? Anders kom je nogal kreupel thuis bij je liefje…” Ik keek dreigend.
“Hé majoor, wilt u dan ook een beetje aardig doen tegen mijn enige bugelist?” Een luitenant van een jaar of vijftig stond achter me. Greet wees. “Onze dirigent, Klaas Spoel. Klaas, dit is Kees.” We schudden handen. “Welkom! En ben jij echt zo goed als Greet beweert?”
Ik keek Greet van opzij aan. “Ik heb je een beetje gepromoot, Kees…” Ze kleurde en ik keek Klaas weer aan. “Ik weet niet wat mevrouw Zwart hier allemaal over mij verteld heeft, maar… Ik heb nu zo’n negen maanden les van haar en mijn spel is wel erop vooruitgegaan, luitenant.” “We gaan het zo meteen horen, Kees. By the way: ongeacht rang of stand: we werken hier met voornamen. Ik heet Klaas.” Ik lachte. “Wel zo prettig.”
Ik keek om me heen. Vrijwel allemaal korporaals, een paar onderofficieren en een aantal soldaten. Wel allemaal musici… Vreemd. De meesten hadden conservatorium. Wetenschappelijke opleiding. En dan toch korporaal of soldaat? Eens naar vragen hoe dat zat… Om vijf voor half acht liep men de sportzaal in. Doeken aan de zijkant, stoelen en lessenaars in concert-opstelling, een aantal kasten halverwege… “Dit is onze permanente repetitieruimte, Kees. Qua akoestiek een van de betere. De Koninklijke Militaire Kapel moet zich behelpen met een voormalige onderhoudsloods in Assen.” Klaas wees. “Die plaats hadden we voor jou in gedachten; naast Greet, om je een beetje op je gemak te stellen. En wil je jezelf zo even voorstellen met een kort praatje?”
Ik knikte. “Naast Greet? Dat heeft wat risico’s, hoor…” Klaas grinnikte. “We temmen haar wel een beetje. Willen aardig zijn voor onze gasten.” Hij liep naar ‘de bok’, zijn dirigentenverhoging.
“Dames… Heren ook; voor we gaan beginnen: we hebben in Den Bosch naast Wendy en Hendrik nóg een gastspeler; op de bugel Kees Jonkman, een leerling van Greet. Kees kun je jezelf even introduceren?” Wendy? Hendrik? Wat zullen we nou beleven? Enfin… Ik liep naar voren.

“Goede avond allemaal. Ik weet niet wat Greet allemaal over mij geroepen heeft, maar in het kort: Ik heet Kees, sinds twee maanden getrouwd met de liefste vrouw van Veldhoven. In het dagelijks leven werk ik als teamleider bij een Ingenieursbureau in Gorinchem. Gespecialiseerd in het ontwerpen van elektrotechnische installaties voor de offshore, maar ook voor walbedrijven.
Zo'n elf jaar geleden in dienst gekomen, als infanterie korporaal YPR-chauffeur op missie geweest naar Bosnië. Een jaar later weer op missie, toen naar Afghanistan als plaatsvervangend groepscommandant. Tijdens ons eerste vuurgevecht werd mijn groepscommandant zwaargewond en een week later had ik zijn strepen op mijn schouders. Na terugkomst in Nederland vrij snel afgezwaaid, gaan studeren aan de TU Eindhoven en na mijn studie daar nog twee jaar les gegeven. En ruim een jaar geleden verkast naar mijn huidige baan. Enorm naar m’n zin, niet in het minst omdat mijn echtgenote daar ook werkt. Zij is de strenge commandant van ons Backoffice…” Gelach.
“Een half jaar geleden hoorde Derk, jullie welbekend, mij spelen tijdens een kerstnachtdienst in Eindhoven. Enfin, Greet kon haar mond weer eens niet houden, vertelde wat over ene Kees Jonkman én over mijn bud uit Afghanistan, Fred van Laar. Het gevolg was dat ik, samen met mijn bud, een paar maanden geleden werd aangesteld bij het reservepersoneel van de KL, maar nu in de rang van majoor. Ondertussen al weer een keer terug geweest naar Bosnië, om een technische verkenning uit te voeren voor een mogelijke waterkrachtcentrale bij Travnik.
En ja, ik heb een balk en ster op m’n schouder, maar de kreet ‘Majoor Jonkman!” zit nog niet in m’n systeem.” Ik keek zielig. “Behalve als Greet me zo aanspreekt, dan weet ik dat ik op m’n kop ga krijgen…” Men schoot weer in de lach en Klaas zei: “Dank je wel, Kees. Ga zitten, we spelen even rustig wat in, en daarna gaan we aan de slag met de stukken voor het concert. Als je mee wilt spelen: leef je uit.” “Daarvoor schijn ik hier te zijn, Klaas. Niet om Greet in bedwang te houden, dat doen jullie maar lekker zelf…”
Er kwam een priemende blik mijn kant uit. “Kijk je een beetje uit… Majóór?” Ik wees. “Kijk, dat bedoelde ik zojuist.” Een lachsalvo volgde, daarna stemden we instrumenten.

“Oké mensen, om Kees een beetje te laten wennen: de Onderofficiersmars.” Greet schoof haar lessenaar wat naar mij toe. “Niet moeilijk, Kees. Gewoon meedoen.” Dat klopte: een vrij simpel thema, twee keer gespeeld, daarna een couplet. Collega’s die niet speelden zongen de tekst mee, en hij stond ook op de partituur. Degene die die tekst had geschreven, was nou niet bepaald poëtisch begaafd. Wát een flauwe onzin… Enfin, ik hoefde niet mee te zingen. Na het couplet een slotakkoord en klaar. Ik moest me wel op de noten concentreren en kon minder op de dirigent letten. Nou ja… het was voor het eerst dat ik dit stuk speelde. Maar ik genoot wél van het samenspel! Dit was toch wat anders dan met een orgel…
Met het stuk ten einde had Klaas nog wat aanwijzingen voor bepaalde instrumenten. Daarna keek hij mij aan. “Gaat ’t lekker, Kees?” Ik knikte. “Een paar maanden geleden was ik nog onderofficier Klaas, dus de muziek spreekt me wel aan. Over de tekst ben ik… ahum… wat minder enthousiast.”
Het tweede stuk was de mars uit de film ‘Bridge over the river Kwai’. Drie maal het thema, de eerste keer de hele fanfare fluitend met als ondersteuning de ‘lichte’ trommels, de volgende keren steeds meer begeleiding er bij. Degenen die niet speelden bleven fluiten. Dan het middelste deel: het hele orkest, waarbij de trompetten erbovenuit kwamen. Daarna het thema weer twee keer herhaald, vervolgens één noot naar boven transponeren, wéér het thema instrumentaal en uiteindelijk weer fluitend, afgesloten met een drumsolo. Poeh…
Niet moeilijk, maar wel een enorme oorwurm. Als dit het laatste stuk van een concert zou zijn, zou je die muziek de hele nacht in je oren hebben… En Klaas was niet tevreden; hij had nogal wat opmerkingen. “Nog een keer!” Oké het fluiten ging wel, maar de bugelpartij was wel pittig. En wéér negen keer het thema… Nou ja, dat had als voordeel dat ik het nu wel iets meer in de vingers had.
Volgende stuk: Greet pakte andere bladmuziek. Hé, leuk! De Radetzskimars! Ik moest lachen, maar dat werd niet op prijs gesteld: Klaas stuurde een bestraffende blik mijn kant uit. Een korte drumsolo en daarna het thema: forte! Ik voelde de trombones achter me meer dan ik ze hoorde…

Al repeterend ging de tijd snel en om negen uur zei Klaas: “Oké dames en heren: 20 minuten pauze; tien voor negen zitten we er weer. Dan zijn Hendrik en Wendy hier ook en kunnen we samen met hen repeteren.” Ik keek Greet aan. “Hendrik? Wendy? Wat gaan we doen, wachtmeester?”
Ze pakte een andere partituur. ‘Sound the trumpet’. “Wat dacht je hiervan, Kees? Hendrik op klavecimbel, Wendy zang en twee bugels de koperpartij. De rest doet maar een beetje op de achtergrond mee.” “Je zet me weer eens voor het blok, Greet. En je weet hoe ik daar over denk!” Ze grijnsde gemeen. “Had je liever dat ik mijn zwager uit de mottenballen haal? Je hoeft het maar te zeggen, hoor…” “Trút!”
Ze pakte mijn arm. “Kom, koffie of thee. Klaas houdt niet van treuzelaars; 20:50 moeten we zitten.” We sloten in de rij voor de koffiemachine aan. Een van de klarinettisten draaide zich naar me om. “Lukt het een beetje met die strenge wachtmeester naast je?” Ik knikte. “Ze moet zich nu inhouden, omdat jullie er allemaal bij zijn. Als ik les van haar heb en er met de pet naar heb gegooid, krijg ik ongezouten op m’n sodemieter…”
“En soms heb jij dat hard nodig… majóór!” Greet keek me strak aan. “Kijk uit, Kees. Een tijdje geleden stond ze hier een levensgrote overste uit te foeteren…” “Ja, die ken ik ook. Goeie vent. Jammer dat hij trompet speelt…”
De koffie ging er goed in. Daarna nog een glas water. “Volgende keer een flesje meenemen, Kees. Beter voor tijdens het spelen.” Hendrik en Wendy kwamen binnen en werden begroet. Ze zagen mij niet, liepen meteen door de zaal in. En om 20:48 zaten we weer.

“Goed mensen… We zijn compleet, Wendy en Hendrik zijn er ook. Welkom! Liet de wacht jullie netjes door?” “Ik moest even mijn charmes in de strijd gooien om Hendrik ook door de poort te krijgen, Klaas.” Wendy wiebelde even met haar heupen en we lachten. “Tot zover de beveiliging van deze kazerne… Nou dame en heer, nu jullie er toch zijn: we hebben een bekende van jullie kunnen strikken voor ‘Sound the trumpet’. Greet, Kees, front and center please!”
Klaas zette ons schuin tegenover Wendy. “Het eerste couplet niet helemaal vol gas, Wendy. Dat bewaar je maar voor het laatst, oké?” Ze knikte. Hendrik kreeg het teken om te beginnen en de klavecimbel speelde de eerste maten, toen viel Wendy in. En meteen daarna Greet en ik. Wéér genoot ik van dit stuk, van Greet naast me, van Wendy’s loepzuivere stem en als kers op de taart Hendrik lekker pittig op de klavecimbel. Een hobo en een tenorsax speelden de begeleiding op de achtergrond. Muziek had ik nu niet nodig; ik ging óp in de muziek. Zelfs Klaas zag ik nauwelijks meer; wij vormden met z’n vieren één instrument… Heerlijk! En na twee en een halve minuut klonk het laatste akkoord: één lange noot van Wendy, Hendrik, Greet en mij. Ik kon niet anders dan glimlachen; dit was perfect gespeeld en gezongen.
“Ik vraag me af waarvoor ik hier nog sta, mensen”, zei Klaas. “Ik ben maar opgehouden te dirigeren; verspilde energie. Jullie gaan dit over vier weken zonder mij uitvoeren; ik ga wel een borrel drinken in de coulissen als jullie dit spelen. Dit klonk prima zo. Het is te horen dat jullie vaker gespeeld hebben.” Een aantal andere leden van de fanfare knikten en Wendy knipoogde.

“Oké, de rest heeft even kunnen ontspannen, nu is het jullie beurt… Een aantal bekende marsen volgden; daar hoefde ik niet aan mee te doen; was meer voor trompet, trombone en tuba. En om tien uur zei Klaas: “Oké, afsluiting mensen; het Wilhelmus.” Greet pakte haar bugel en de muziek. We speelden de 2e stem en dat was ook even wennen. Maar ondanks dat het ‘slechts’ een repetitie was, klonk het Wilhelmus niet als een ‘verplicht nummertje’. De andere musici hadden dit waarschijnlijk al honderden keren gespeeld; ik op de muziekschool een paar keer, maar dan altijd de melodie. Moest ik dus stevig op oefenen, want er zaten een paar geniepige loopjes in…
Daarna pakten we onze instrumenten en muziek in en kletsten nog even na. Greet keek me aan. “En… lijkt het je wat?” Ik knikte. “Ja. Dit is mooi. Waarschijnlijk zal ik over vier weken bloednerveus zijn, maar dan houd ik in ieder geval m’n kop erbij.” “Dat is je geraaien, Kees! Laat ik niet merken dat je een uitglijer maakt tijdens ‘Sound the Trumpet’, want dan vraag ik Joline of ze je een paar weken in de berging laat slapen!” Wendy keek me dreigend aan. “Dat houdt ze niet vol, Wendy. Als ik mijn charmes in de strijd ga gooien…”
Een minachtend “Opschepper!” was de reactie en Greet vulde aan: “De charmes van de majoor der Infanterie Jonkman… Nou dat zal wat zijn… Maak me gek!” “Nee, dat doe ik maar niet, Greet. Krijg ik ruzie met Anita. Hoe is het trouwens met haar? Weer een beetje opgeknapt?” Ze knikte. “Volgende week gaat ze weer aan het werk. Halve dagen. Ze wilde meteen voor de volle mep gaan, maar dat heeft de bedrijfsarts verboden. Slimme vent.”
Ik knikte. “Ja, je conditie moet weer terug komen… Maar dame, ik ga je verlaten; thuis wacht er een knappe vrouw op me. Volgende week zorg ik dat ik wat eerder ben; kan ik iets beter acclimatiseren. Nu rende ik vanuit de auto in één streep naar binnen. Niet zo fijn. En Greet: ik heb genoten, dat mag je best weten.” Ze knipoogde. “Fijn om te horen. Oh, en als ik je zondag nodig heb, laat ik het je uiterlijk morgen weten, oké?” Ik stak een duim op, zwaaide nog even naar Klaas en liep naar de auto.

Zo… Dat was een goed bestede avond. Nu op weg naar een mooie vrouw… Op de snelweg belde ik Joline. “Ik rij nu nét Vught uit, schat. Over een half uurtje thuis.” “Oké Kees. Wil je straks nog wat drinken?” “Een glas warme melk zou lekker zijn.” “Staat straks voor je klaar! Rij voorzichtig!” Ze hing op.
In Veldhoven aangekomen deed ik de deur open. “Hoi, schat!” Voordeur afsluiten, alarm er op en even de bugel in de studeerkamer leggen… En toen stond Joline in de deuropening. Mooi opgemaakt, een zwarte blouse met rouches, een kort, wit rokje bestaande uit allemaal laagjes, haar prachtige lange benen in een huidkleurige panty en zwarte lakschoentjes. “Wauw… Wat zie jij er weer prachtig en sexy uit, mooie vrouw!”
Ze liep naar me toe trok me tegen zich aan en zei: “Ja. Want ik wil lekker met je vrijen. Met mijn knappe man. Onszelf helemaal laten gaan.” Ze keek me van vlakbij aan, haar blauwe ogen glinsterend. “Ik ben helemaal van jou, Kees. Laat me genieten.” Ik kuste haar. Langzaam en aandachtig, tongen langs elkaar strelend… Na een minuut liet ze los en pakte mijn hand. “Kom mee, lover. Anders sta ik hier in de hal te soppen. Daar weet ik veel betere plekjes voor.” Ze trok me mee naar de slaapkamer. Daar was het schemerdonker; de zonwering was dicht en er brandden wat waxinelichtjes op tafel. Twee bekers melk stonden klaar en naast elkaar gezeten dronken we die op, armen om elkaar heen. Ik genoot van haar geur; ze had een heerlijk parfum op.

“Joline… Zeg het eens. Wat wil jij?” Ze keek me aan. “Bind me vast, Kees. Néém me! Ik wil helemaal van jou zijn. Jouw geile meisje… En straf me als ik iets verkeerd doe… Ik verlang er zo naar…” Ze had haar hoofd op mijn schouder gelegd. Dat hoofd tilde ik op. “Alleen… als ik te ver ga, moet je het aangeven, schatje. Dát wil ik zeker weten.” Ze knikte. “Oké meisje. Het stopwoord is ‘paperclip’. En als je niet kunt praten: drie keer nee schudden.” Ze knikte. “Ik denk niet dat ik het zal gebruiken… meester. Vertel me wat ik moet doen!” “
Pak maar een stel nylons of panty’s uit je lade. Daarmee ga ik je vastbinden, zodat je niet meer tegen kan spartelen. Ze stond op en liep naar haar kast. Toen ze bukte, wiegde ze met haar heupen. Haar rokje wiegde sexy mee en haar benen werden wat meer zichtbaar. “Je ben een vreselijk sexy meisje, Jolientje. En dat sexy meisje ga ik vannacht gebruiken.” Ze kwam overeind. “Lekker, meneer. Als u dat zo zegt, voel ik dat in mijn poesje.”
“Kom hier dan, geile meid! Ik ga je vastbinden en dan… Ga op bed liggen! Op je buik, armen naar voren!” Snel knoopte ik een stel nylons om haar polsen en maakte die vast aan de bovenkant van het bed. “Knielen!” Ze kreunde, maar gehoorzaamde langzaam. Ik bond haar benen aan de zijkant van het bed; nu knielde ze wijdbeens. Ik voelde even tussen haar benen. “Meneer, dat is niet netjes!” Ze probeerde haar benen te sluiten. Een tik tussen haar benen. “Ohhh…” “Benen uit elkaar! Nú, meisje!” Langzaam gehoorzaamde ze. Een zwarte panty ging over haar ogen. “Zo. Nu kun je niks meer zien. Alleen nog maar voelen, horen en ruiken. En ik wil je niet horen, behalve als ik je iets vraag, begrepen?” Ze knikte.
“En nu ga ik jou eens bekijken. Want zo’n geil sletje op mijn bed… Wat ben je?” “Een geil sletje, meneer. Een hoerig, geil sletje met een nat kutje…” “Juist. En dat sletje ga ik eens gebruiken. Nadat ik me heb uitgekleed.”
Laarzen uit, gevechtspak uit, T-shirt, sokken en boxer uit… Ik knielde achter haar. “Zo. Nu ben ik lekker naakt. En ik wil jou voelen. Overal waar ik wil. En ga niet tegenstribbelen of piepen, daar krijg je spijt van!” Ze trilde toen ik langzaam met mijn handen onder haar armen richting haar borsten gleed.
Onder haar dunne blouse voelde ik haar tepels: keihard. “Zo… Is dit meisje opgewonden? Ik voel hier twee hele harde tepels. Hoe komt dat?” “Dat komt omdat ik geil ben, meneer. Ik voel u tegen me aan…” Ik rolde de harde knopjes tussen duim en wijsvinger en Joline kreunde weer.
“Ohhh… Dat voel ik overal… Maar vooral diep in mijn kutje… Zó lekker!” Eén hand gleed onder haar rokje. Ik voelde haar heerlijke bovenbenen, toen tastte ik tussen haar billen en gleed naar voren. Haar slipje was vochtig. “Zo, is dit sletje nat tussen haar benen? Wie zei dat dat mocht?” Ze zweeg.
Klets! Een harde tik op haar rechterbil en meteen eentje op de linker. “Ahh… Ze hief haar billen op. “Hier word ik nog veel natter van…” Ik voelde weer en haar slipje was nu doorweekt. “Je bent een vreselijk geil meisje. Ik ga je straffen! Tel mee!” Een tik op haar linkerbil.
“Eén, meneer.” Rechts, en wat harder. “Ahh… Twee, meneer.” Tussen haar gespreide benen: “Hmmm… Drie, meneer…”
En nog eentje, op dezelfde plek. Haar slipje was nu kletsnat. “Ahhh… Ik kan het…” Kléts! Weer een tik tussen haar benen. “Menéér! Ik kan niet stoppen! Zo geil…”
Ze schokte hevig nu en ik bevoelde haar slipje: warm en steeds natter. “Is het zo lekker, meisje?” Ze knikte hevig, tussen het schokken door. “Ik… ik… kan niet…stoppen… Zo lekker…” Ik maakte haar benen los en trok haar slipje uit. “Ruik maar eens goed, meisje… Je eigen geil!”
Ik hield haar slipje tegen haar neus en ze snoof hevig. Tegelijk streelde ik haar poesje zachtjes, door haar panty heen. “Ohhh, da’s zo lekker, Kees…” Ik glimlachte in mezelf. Nu was ze blijkbaar over haar onderdanige bui heen. Ik boog me over haar heen. “Genieten, schat. Ik geniet ook van jou.” ‘
Ze probeerde wat overeind te komen om me te zoenen, maar dat lukte niet met haar vastgebonden armen. Dus die maakte ik los en deed meteen haar blinddoek af. Ze knipperde even en keek me toen aan. “Je hebt me helemaal ‘klaar’ gemaakt, lieve Kees. Zo heftig…”

Ze trok me tegen zich aan, sloeg haar armen om me heen en kuste me passioneel. Toen liet ze me los. “En nu jij. Want jij hebt alleen maar mij verwend.” Ik schudde mijn hoofd. “Nee schat. Ik heb ook genoten. Van mijn eigen vrouw die zich helemaal aan me geeft en die knallend klaarkomt… En ik mag het allemaal zien. En voelen. En ruiken…” Ze pakte haar slipje en duwde dat onder mijn neus. “En proeven, Kees… Kom, ik wil je neuken. En lekker samen dit geile slipje uitlikken…”
Bliksemsnel trok ze haar rokje uit, toen haar panty en haar blouse. “Ga liggen, Kees. Nu ben je van mij. Ik ga je helemaal uitmelken…” Ze duwde me op mijn rug en ging op me zitten. Toen pakte ze mijn paal. “Die is van mij! En langzaam liet ze zich er overheen zakken. Toen ik helemaal in haar zat, begon ze in een rustig tempo te knijpen. Met haar spiertjes masseerde ze me en toen kwam ze op me liggen. “Kus me, lieve Kees. Geef me je tong… Diep in m’n mond…”
Meer kon ze niet zeggen, want mijn tong gleed over de hare. Mijn handen streelde haar billen en ik begon te stoten. “Niet doen, Kees… Ik doe nu het werk. Jij mag alleen genieten.” Ze giechelde even. “En in me spuiten. Ik wil het voelen.”
Dat zou niet zo gek lang meer duren; Joline masseerde mijn paal geraffineerd. “Schatje… Ik kom zó klaar… Je bent zo lekker…” Een hevig bewegende tong was haar antwoord. Ze spande haar spiertjes aan en mijn paal zat nu klem. En toen begon ze op en neer te gaan. Héle kleine bewegingen, maar precies op de goeie plek.
“Kom maar, Kees. Lekker klaarkomen in je eigen geile meisje…” En dat deed ik dan ook: alsof ik een week had drooggestaan! En Joline bleef me melken; telkens kwam er nog een beetje, tot ik compleet uitgeteld onder haar lag. Ze gaf kusjes op mijn schouders, in mijn nek, op mijn mond…

En toen keek ze me aan. “Lieve man van me… Jij hebt mij heerlijk laten genieten, nu was het jouw beurt.” Plaaglichtjes kwamen in haar ogen. “En ik geloof dat je wel genoten hebt, is het niet?” Ik kuste haar. “Genoten is nu een understatement, Joline. Je hebt me compleet uitgewrongen, schat. Dank je wel.”
Een tijdje lagen we nog tegen elkaar. Zachtjes strelen, een beetje zoenen… Genieten van elkaars nabijheid. “Schatje, ik weet dat het nu heel nuchter klinkt en zo, maar zullen we dit lekkere bedje even opruimen en dan gaan douchen? En dan lekker tegen elkaar aan gaan slapen?” Ik zuchtte. “Ja, da’s wel bijzonder nuchter. Maar goed, om nu het dekbed over ons heen te trekken… Dan worden we morgenochtend niet zo fris wakker.” Een kwartiertje later lagen we weer lekker in bed. Joline kroop tegen me aan. “Het was heerlijk, Kees. Dank je wel.” Ik kuste haar. “Daar ben ik het helemaal mee eens, schat. En nu lekker in slaap vallen, goed?” “Soms heb jij prima ideeën, Kees. Welterusten, schatje.”
Ik hoorde Bengel zich omdraaien in zijn mand in de kamer: bonk, bonk. Subtiel was anders Arme Balou…
En ik donderde in slaap.
Lees verder: Mini - 281
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...