Door: Keith
Datum: 28-12-2023 | Cijfer: 9.7 | Gelezen: 4734
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 56 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 56 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 289
En toen was het weer maandag. “Nieuwe week, nieuwe kansen, Kees!” Joline keek me tijdens het ontbijt lachend aan en voor de vorm mopperde ik: “Jaja, nieuwe kansen, zegt mevrouw. En waarop? Nóg meer werk?” Ze knikte. “Ja. Dan kun jij nog even doorgaan met tekenen, ouwe zeurpiet. Zo dadelijk sportspullen mee; lekker rennen onder de leiding van jouw bud.” “Nou, ’t zal me benieuwen… Ik hoop dat hij ons geen marathon laat lopen, want het is rotweer.” Buiten striemde de regen op de ramen en buienradar gaf aan dat een weersverbetering er nog even niet in zat.
Eenmaal op de weg was het ook niet ontspannen rijden. Ondanks het vroege uur was de A15 tussen Deil en Gorinchem al aardig druk: veel vrachtwagens die richting Rotterdam reden. We passeerden een wagen van Koops uit Zeewolde, wat me op een idee bracht. “Vandaag vriend John maar eens bellen. Kijken of hij zin heeft in Veldhovense koffie of een broodje kroket zonder boter.” Joline knikte. “Goed plan! Wel even afstemmen met de zussen, want daar zal hij wel mee willen kletsen.”
Op de parkeerplaats van DT gaven we elkaar een zoen. “Weet je dat je er weer heerlijk uitziet, schat?” Ze had een strakke spijkerbroek aan met een witte blouse en een vestje er overheen. Haar lange benen kwamen in die broek prachtig uit. “Vanavond trek ik wel iets anders aan, Kees. Voor jou alleen.” Haar ogen schitterden. Eenmaal in Gorinchem begon de werkdag met een bespreking met de Piraten. Kort, want Henk zou rond negen uur Rogier ontvangen, dus om kwart voor negen verdween ik in m’n eigen kantoortje.
In de deuropening zei ik nog: “Henk, jij bepaalt of hij welkom is of niet!” Hij knikte. “Het oordeel van de rest weegt ook mee, Kees. Net als altijd. Ik kom wel langs als we klaar zijn. Ik haal Miranda er ook wel even bij.” Hij knipoogde en sloot de deur. Miranda erbij? Dan zou vriend Rogier het niet makkelijk krijgen… Miranda kennende, die ging tot het gaatje. Enfin, misschien juist goed. Als Rogier aangenomen werd, zou ten minste niemand kunnen zeggen dat we hem gematst hadden…
Rond kwart over tien werd er op de deur geklopt: Irene. “Drink jij geen koffie met de Piraten, Kees?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee, en dat heeft een reden, Irene…” Kort legde ik haar de situatie uit. “Poeh! Ik heb nu al medelijden met hem. Maar: heb je al koffie gehad?” Ik schudde mijn hoofd. “Zal ik die even halen?” “Dat doen we wel samen, Irene. Mag ik die bij jou opdrinken? Gezelliger.” Ze knikte en even later zaten we samen in de receptie aan de koffie en de thee. “Waar heb je Marion gelaten?” “Die is naar Gonnie. Moest nog wat calculaties doornemen.” Ik knikte. Marion deed nu steeds meer commerciële dingen en daar was ze steengoed in. De receptie was nu vrijwel helemaal het domein van Irene en dat deed zij prima, had ik al van Joline gehoord.
“Kees… Ik heb een probleempje.” Ze keek aarzelend. “Voor specifieke dames-problemen moet je op het Backoffice zijn, Irene. Tenminste… Als Fred er even niet is.” Ze lachte. “Dat geloof ik, ja. Maar dit probleem heeft te maken met mevrouw van den Akker. Misschien kan jij me helpen… Ik heb daar drie weken gewerkt, maar ik heb daar geen salaris voor ontvangen. En de maand is al voorbij, dus dat geld had ik al lang moeten krijgen.” Ik fronste. “Heeft die trut je gewoon laten barsten?” Ze knikte. “Mijn moeder heeft haar een keer gebeld, maar toen ze hoorde waar het over ging, verbrak mevrouw van den Akker de verbinding. En dat is ruim een week geleden. Scheelt me ruim negenhonderd euro.” Ze keek sip. “Kun jij daar iets aan doen?” Ik dacht even na. “Je bedoelt dat Fred en ik weer die kant uit gaan? Dat doen we alleen als het écht nodig is, Irene. Voor dit soort akkefietjes hebben we Angelique. Die is meester in de rechten. Kan een net mailtje opstellen waarin ze eist dat jij jouw salaris ontvangt… Even wachten.”
Ik stak de gang over, naar het oude kantoor van Adema, waar Angelique nu verbleef. “An, mag ik je even storen? Irene zit met een probleempje.” Snel legde ik de situatie uit en An liep mee. “Wat hoor ik Irene? Wordt jij bedonderd? Heb je een kopie van je arbeidsovereenkomst? Dan laat ik mevrouw even weten dat ze héél snel over de brug moet komen, anders krijgt ze wat probleempjes…” Irene was bezig met haar telefoon. “Hier heb ik ‘m, Angelique. Ik print ‘m even voor je uit.” Even later zat Angelique te lezen. “Nou, da’s wel een nogal uiterst karig salaris wat je daar verdiende, Irene. Da’s nog niet eens minimum loon. Mevrouw gaat sowieso daarmee al buiten haar boekje…”
Ze keek Irene aan. “Ik maak hier werk van, schat. Vanmiddag gaat er een mail die kant uit; ze krijgt een week de tijd om jou achterstallig salaris over te maken. Is ze te laat, dan gaat ze spijt krijgen.” Even giebelde Angelique. “Dan vraag ik of de knokploeg van DT even die kant uit gaat. Ene van Laar en een zekere Jonkman…”
Ik zuchtte. “Ja hoor, het is weer zover. Zorg jij nou maar dat jouw briefje een beetje effectief is, Meester Jacobs, dan kan ik lekker blijven tekenen en Fred kan met z’n poten op het bureau op knopjes duwen en interessant kijken.” Irene lachte zachtjes. “Ja, dat kan hij wel goed, geloof ik… Dank je wel alvast, Angelique!” Die stond op. “Hé, jij bent een collega van ons. En collega’s laat je niet in de shit zitten!” Met een knipoog liep ze weer de gang in.
“Wát een lieverd…” zuchtte Irene. “Ja, dat is ze. Een vreselijk lieve meid. En razend slim. Een hele goeie vriendin van Joline en van mij.” Op dat moment hoorden we een boel kabaal uit de groepsruimte van de Piraten komen. “Oh, het is weer zover… De heren gaan weer eens uit hun dak! En dat zónder dat jij erbij bent, Kees…” Ik grinnikte. “Ik denk dat ik de reden wel weet, Irene. Jij hebt vanochtend toch een zekere meneer van der Vlist naar Henk gebracht? Zo te horen gaat meneer van der Vlist binnenkort deel uitmaken van de Piraten.”
Ze keek even nadenkend. “Ja, maar… Charlotte liep arm in arm met hem… Hoe zit dat?” “Charlotte is sinds een paar weken de vriendin van meneer van der Vlist. Of Rogier, zoals we hem noemen. Ze leerden elkaar kennen tijdens de week vakantie die de zussen met Joline en mij hadden en binnen een paar uur hadden ze verkering. Rogier is ondertussen een paar keer bij ons geweest; een leuke vent. En hij had wel belangstelling voor een baan bij DT. Hij is ook ingenieur. Maar Ik mocht me niet met de sollicitatie bemoeien; dat zou niet netjes zijn, vond Theo. Dus moest Henk het doen. En zo te horen heeft Henk hem goedgekeurd, maar dat zal ik even checken. Moment.”
Ik liep de gang in, naar de groepsruimte. Theo kwam ook net z’n bureau uit. “Eens kijken wat er aan de hand is bij dat zootje ongeregeld van jou, Kees…” Hij deed de deur open en donderde: “Kunnen de heren potdomme eens wat minder kabaal en meer productie leveren?” Zes grijnzende koppen keken zijn kant uit en diverse vingers gingen omlaag. “Vijf keer, meneer de directeur. En wel nú!” Zuchtend ging hij liggen en drukte zich vijf keer op. Toen hij weer stond duwde Henk Rogier naar voren. “Zie hier: een nieuwe piraat, Theo. Méér dan goedgekeurd door Miranda, de club in dit hok en ondergetekende. Kan op één september beginnen.”
Theo grijnsde, stak zijn hand uit en zei: “Welkom Rogier. Als jij door Miranda en Henk bent goedgekeurd…” Rogier bleek niet op zijn mondje gevallen. “Er is nóg iemand die me heeft goedgekeurd, meneer Koudstaal. Maar die werkt op het backoffice heb ik begrepen.” Theo knikte. “Ja. En daar ben ik best blij mee. Welkom bij DT, Rogier.” Even wachtte hij, toen vervolgde hij droog: “En veel sterkte met je teamleider. Die ook nog eens een soort van schoonvader is…” Ik gromde zachtjes en Theo draaide zich naar me om. “Toch, Kees?” “Ik ben niet de pa van Lot, Theo. Vraag maar aan Gerben.” Hij zag dat ik het meende. “Sorry. Verkeerde grap. Hoe dan ook: welkom Rogier. En nog één keer ‘meneer Koudstaal en je mag je meteen vijf keer opdrukken, gesnopen?” Met een grijns verliet Theo de groepsruimte.
“Gefeliciteerd, makker. Heb je je meissie al op de hoogte gesteld van dit goeie nieuws?” Hoofdschudden. “Doe dat dan als de bliksem. Die zal ook wel in spanning zitten. En om twaalf uur aantreden in sporttenue, denk eraan!” Hij verdween richting Bakoffice. “Die vent is op zijn gebied goud waard, Kees. De ‘kleine techniek’ beheerst hij feilloos. Hebben wij wat te weinig expertise in. Zelfs Miranda stond even met haar mond vol tanden.” “Mooi, makker. Dan zijn de Piraten weer op volle sterkte. Tijd om Gonnie weer eens aan het tekenen te zetten!”
Uit de richting van Backoffice klonk ook een gil. Gerben grijnsde. “Volgens mij wordt daar nu ook een klein feestje gevierd…” Even later stonden we in de hal in sportkleren. Ook Rogier, in een gloednieuw trainingspak, de vouwen er nog in. “Hé, meneer van der Vlist… Dat pak heeft nog niet zoveel zweet geabsorbeerd, zo te zien. Dat gaat hier snel veranderen, denk er aan!” Hij lachte. “Ik heb deze week maar een nieuw trainingspak gekocht. Het oude was bijna doorzichtig, zo oud was het.”
Joline zei met een stalen gezicht: “Ik ken iemand die dat helemaal niet zo erg zou vinden, denk ik…” Meteen kreeg ze een por van Charlotte. “Kijk jij een beetje uit? Ik ben nog niet zo goed met oorvijgen, maar een schop voor je kont komt hard aan!” We gniffelden totdat Fred zei: “Goed lui, het is baggerweer, dus we gaan er hard tegenaan. Even warmlopen naar de paardenwei, daarna een kilometer sprint en dan weer terug. Eens kijken of jullie Joline ondertussen kunnen inhalen. Die is nu een bezadigde getrouwde mevrouw, dus niet meer die jonge blom die ze een paar maanden geleden nog was. Ik zie kansen…”
Twee felle blauwe ogen keken hem aan. “Kijk jij een beetje uit, meneer van Laar? Ik denk dat die bezadigde getrouwde mevrouw je het snot voor de ogen rent, ben jij gek geworden…” Er kwamen een paar sarcastische opmerkingen, totdat Fred riep: “Naar buiten jullie!” In een rustig drafje liepen we richting de paardjes.
Daar hield hij kort halt.
“Sprint! Vanaf hier naar het paaltje aan het eind van het pad, daar omdraaien en terug. En rechts houden, zodat je niet tegen elkaar knalt. Klaar? Gó!” Zo’n 22 mensen sprintten er vandoor. Ik startte weer als laatste, maar kon al snel een aantal mensen inhalen. Bij het paaltje had ik nog vijf lui voor me: Uiteraard Joline, maar vlak achter haar Lot en Margot, Henry en … Rogier! Die liep behoorlijk snel, zo’n vier meter achter Joline aan. Wel potverdorie, ik moest echt alle zeilen bijzetten om bij te trekken… Honderd meter voor de finish haalde ik Lot en Margot in en vlak voor de finish klopte ik Rogier. Henry en Joline renden samen over de eindstreep, daar zat geen meter tussen. Ik kwam als derde, vier meter achter Joline en Henry. “Zo… jij hebt… ook even… de sprint getraind… Henry?” Hij keek me aan, hijgend met de handen op de knieën. “Niet zo moeilijk… om een… gezapig getrouwde vent… voor te blijven, hoor…” Joline stak haar duim op. “Prima… Henry!”
Ondertussen kwam de rest ook binnen, Gonnie als laatste. Maar er zat slechts tien seconden verschil tussen de eerste en de laatste, en dat was wel eens anders geweest. “Goed mensen, rustig uitlopen richting DT. In de hal evaluatie.” De terugweg was koud! Harde wind en regen recht in je gezicht… Ik was blij toen we tussen de bedrijven liepen: iets meer beschutting.
In de hal, onder de toeziende ogen van Chantal en Anneke, zei Fred: “Prima gewerkt, lui. Tussen de aankomst van Joline en Henry en de aankomst van Gonnie zaten nét tien seconden. Dat houdt in dat jullie sprintconditie behoorlijk vooruit is gegaan, de afgelopen maanden. Complimenten.” En Joline vulde aan: “En de eerste de beste die denkt dat hij mij voor een gezapige ouwe taart kan uitmaken, moet z’n sprintconditie voor die tijd maar eens gaan opvijzelen… Dat zal hij of zij hard nodig hebben!”
Een lachsalvo volgde. “Kom lui, toiletspullen pakken en douchen. Daarna lekker eten in het piratenhok.” Gerben nam Rogier mee naar de douches en ik liep mee. In de douche keek Rogier om zich heen. “Geen aparte douchecabines?” Ik kleedde me ondertussen uit. “Nee. Jammer joh, maar als je gewaagde tatouages hebt op je billen, krijg je er nu spijt van.” Hij haalde z’n schouders op. “Even wat anders dan in het ziekenhuis…”
We douchten snel en tijdens het afdrogen zei Gerben: “En jij loopt behoorlijk hard, makker. Complimenten!” “Moet wel, om al die verpleegkundigen voor te blijven… Ik loop in het ziekenhuis ook regelmatig een rondje door het bos. Lekker als je de hele dag binnen hebt gezeten.” “En daarom doen we dat hier ook, Rogier. Maandag, woensdag en vrijdag sporten, dinsdag en donderdag een beschaafd stukje wandelen naar de paardenwei en weer terug. En één van de drie keer sporten is naar de fitness. Daar word je afgebeuld door onze persoonlijke yoga- en fitnessgoeroe Mariëtte. Een half uurtje maar, maar daarna ligt je tong op je schoenen.” Hij keek gespeeld somber. “En ik maar denken dat ik bij een beschaafd ingenieursbureau zou komen werken…”
Eenmaal terug in het piratenhok kwam Charlotte binnen. “Hé, een knappe vrouw… Die ga ik eens uitgebreid zoenen!” Hij kwam niet verder dan één zoentje, toen duwde Lot hem weg. “Opdonderen jij. We gaan elkaar hier niet uitgebreid staan aflebberen. Eten! Ik heb vanmorgen je brood niet voor niets gesmeerd.” Dat hoorde André. “Jij hebt het brood voor meneer hier gesmeerd, Lot? Goed zeg… Zover heb ik Marion nog niet eens gekregen!” “Ik kijk wel uit, meneer Krips! Met die pindakaas van je, zeker? Echt niet!” Marion stak haar neus nuffig in de lucht.
Lot giebelde. “Meneer was nogal nerveus vanochtend. Dus ik heb ‘m een beetje verwend met koffie op bed en een gesmeerd lunchpakket.” En met een strenge blik op Rogier: “Maar dat was een éénmalige actie, meneer van der Vlist!” Hij knikte braaf. “Ja mevrouw. Dank u wel mevrouw. Ik zal u niet meer in het openbaar aflebberen, mevrouw…” Charlotte lachte naar Joline. “Hij heeft wel wat van Kees geleerd tijdens de vakantie.” Rogier keek haar nogal nadrukkelijk aan en Lot stak haar tong uit.
“Zeg medewerkers… Zouden jullie niet eens aan het werk gaan? Anders gaat de winst van dit mooie bedrijf in rook op en moet ik mijn compagnons teleurstellen!” Theo stond op en Marion giebelde: “Nou, één compagnon is anders heel tevreden over DT, hoor Theo. Maar dat heeft niets met winst te maken maar meer met het feit dat DT zijn dochter getemd heeft.” Ze sloeg een arm om André heen. “Nou ja, en een beetje Mr. Calvé pindakaas hier.”
Angelique deed ook een pesterige duit in het zakje. “En vergeet Fred niet, op het kouwe dak. En Kees, met een nogal uitgebreide vloekpartij op de gang. En niet te vergeten je vriendje de HUET-instructeur, met z’n: ‘Niet goed is opnieuw. En opnieuw. En opnieuw. En opnieuw…” Marion keek nu ronduit sip. “Ja, wrijf het er nog maar een keertje in… Ze stond op, lachte en gaf An een knuffel. “Zo, de lucht is weer geklaard!” Toen keek ze om zich heen. “Nou waarom zitten jullie hier nog, stelletje luiwammessen? Aan het werk!”
Grinnikend verspreidde de meute zich over de diverse bureau’s. De piraten bleven (uiteraard) zitten en ik bleef er bij. “Rogier, waar heeft Henk je over doorgezaagd?” Hij pakte zijn tas. “Hierover. Noodstroominstallatie van mijn huidige werkgever. Op zich een goed systeem, behalve dat een aantal componenten waardeloos zijn…” Hij liet een tekening zien. “Kijk, en daarvoor hadden we recent een bespreking met het ontwerpbureau. We wilden dat die componenten vervangen werden door kwaliteits-spul. Met name de generatoren. Die kwamen uit China. Rotzooi. Onregelmatige toerentallen, dusdanig dat de gelijkrichters het niet aan konden en de gevoelige apparatuur op tilt sloeg. We hebben al een Röntgen-apparaat naar de sloop kunnen brengen na een calamiteiten-oefening… Wat sta jij te lachen, meneer Jonkman?”
Ik wees op de tekening. “Dit komt uit Amsterdam hé?” Hij knikte en wees op de colofon, rechts onder op de tekening. “Precies. En weet je wie dit mooie systeem ontworpen heeft?” Rogier keek nieuwsgierig. “Nou…?” “Ene Kees Jonkman. Zo’n 4 jaar geleden. Mijn afstudeerproject. Bij die toko in Amsterdam. Die fijne club van meneer Duyvestein. Alleen… Ik had er wél kwaliteitscomponenten in zitten en geen Chinese rotzooi. En ik zie zo links en rechts nog wat andere wijzigingen die mij onbekend voorkomen…” Rogier keek me aan. “Dus… jij ként dit systeem?”
Ik knikte. “Ja. Ik zal me misschien weer een beetje moeten verdiepen in de materie, want het is even geleden, maar ik heb het ontworpen. Ik kan je de originele tekeningen thuis wel laten zien…” Hij kwam overeind. “Dan ga ik morgen voorstellen om DT een offerte te laten uitbrengen voor een update van dit systeem. Die klootzakken in Amsterdam waren schreeuwend duur en wilden de oorzaak niet aanpakken: de generatoren. Duyvestein werd witheet tijdens een vergadering… Enfin, dat heb ik verteld. Oh man, als dat lukt… Het ziekenhuis een goed functionerend noodstroomsysteem en die klootzakken in Amsterdam een tik op hun neus, Duyvestein voorop.”
Henk grinnikte. “En da’s de tweede harde tik die ze van DT krijgen…” Rogier keek verwonderd. “De eerste was dat ze waarschijnlijk geen offerte mogen uitbrengen op een waterkrachtcentrale in centraal-Bosnië”, vertelde Henk. “Daar heeft Kees, samen met Fred, ook een handje in gehad.” Rogier keek mij aan. “Lang verhaal. Vertel ik nog wel eens. De samenvatting is dat Duyvestein en ik geen vriendjes zijn. Hij kan m’n bloed wel zuipen en zijn receptioniste denkt nog steeds dat ik met een verrekijker in het kantoor van Duyvestein kan kijken. Ik grinnikte. “Ik had een telefoongesprek gehad met zijn hoofd Juridische zaken. Een aardige en redelijke vent overigens die zich schaamde voor de boodschap die hij moest overbrengen. Enfin, ik hield m’n poot stijf en hij zei dat hij dit met Duyvestein ging overleggen. Maar ik wilde Duyvestein zélf ook nog even vertellen hoe ik over hem dacht; hij chanteerde DT.
Dus ik bel zijn bedrijf op, krijg de receptioniste aan de lijn en vertel dat ik meneer de directeur himself wil spreken. ‘Die is net een bespreking ingegaan, meneer Jonkman”, kreeg ik als antwoord. En ik zeg: ‘Dat weet ik. Met zijn hoofd juridische zaken.’ Even was het stil en toen kwam uiterst verbaasd de vraag: ‘Hoe weet u dat meneer?’ En gemeen als ik ben, zei ik toen: ‘Als u in het kantoor van meneer Duyvestein staat en u kijkt naar het zuidwesten, weet u hoe, mevrouw. En wilt u me nu doorverbinden? Dank u wel.’ Dus die is waarschijnlijk héél schichtig als ze op het kantoor van de baas moet zijn…”
Rogier grinnikte. “Misschien is meneer zelf ook van kantoor veranderd, Kees. Hoe dan ook: ik ga morgen eens kletsen met mijn chef.” Hij blééf grinniken. “Dat moet ik toch al, want ik ga ‘m zeggen dat ik over een dikke maand weg ben. Maar goed, als troostprijs kan ik hem vertellen dat hij maar eens contact met jullie op moet nemen. Lijkt me wel aardig.” Ik gaf hem een dreun op zijn schouder. “Eerst maar eens zien of men in Nijmegen wel met Gorinchem zaken wil gaan doen. En als dat het geval is, dan gaan wij hier samen aan werken, meneer! Dat lijkt mij ook wel aardig. Kan ik je een beetje op de vingers kijken en zo.”
Rogier keek twijfelend. “Jaja… Meneer de teamleider gaat mij op de vingers kijken. Ik weet niet of ik daar zo vrolijk van word, Kees! Jij hebt ten slotte dat systeem ontworpen…” Ik keek hem aan. “Dat klopt. Maar Duyvestein en z’n arrogante clubje, en met name hun boekhouders, hebben het systeem bijna naar de gallemiezen geholpen. En dat wil ik, samen met jou, recht gaan trekken. En ja, ik ken het systeem grotendeels, maar jij kent de plaatselijke situatie. En dat geeft ons een enorm voordeel. En dat, meneer, vertaalt zich weer in geld. Geld wat men in Nijmegen minder hoeft uit te geven, omdat we sneller en efficiënter kunnen werken.” Rogier was nog niet overtuigd, maar hield zich in.
Henk zei op zijn bekende Groningse manier: “Rogier, als ze in Nijmegen niet met ons in zee willen: dan lopen we een klant mis. Is dat jammer? Ja, want we krijgen dan geen voet aan de grond bij andere ziekenhuizen. Aan de andere kant: we hebben voorlopig werk zat. Hou er rekening mee dat ‘overwerk’ hier nogal structureel is. En nee, dat komt niet omdat we overdag lopen te lanterfanten. En over lanterfanten gesproken: deze jongen gaat weer aan het werk. Genoeg gekletst.” Henk ging aan z’n bureau zitten.
“Gerben, heb jij iets wat met bloedspoed af moet?” Die schudde zijn hoofd. “Mooi. Kun jij je aanstaande zwager een beetje wegwijs maken in onze systemen en ‘m wat projecten laten zien?” Hij knikte. “Mooi, dank je wel. Dan kan ik me weer gaan wijden aan m’n eigen werk. Tenzij dat… Rogier, sorry, had jij nog andere plannen?” “Nee Kees. Ik had vrij vandaag, weet je nog?” “Mooi. Dan stel ik voor dat je achter ons aan rijdt richting Veldhoven en mee eet. En om Gerben niet jaloers te laten zijn: jij mag ook mee. Maken we er nog een leuke avond van voor we jullie de deur uit trappen.” Ik liep even later naar Joline. “Schat, vind je het goed al we vanavond twee eters meer hebben? Ene van Wiers en ene van der Vlist.” Joline knikte. “Had ik al rekening mee gehouden, Kees. Op de terugweg wel even langs de supermarkt. Ik vertel het wel tegen de meiden. Goed nieuws moet ten slotte door de direct leidinggevende gebracht worden, las ik in een of ander duf managementsboek…” Haar ogen lachten. Mooi, ook geregeld, terug naar m’n eigen hok...
“Kees!” Angelique riep. “Kun je even komen? Ik heb een briefje klaar voor mevrouw van den Akker. Lees even.” “Hé dame, jij bent toch expert kleine lettertjes?” Ze giechelde. “Klopt. Maar jij bent, samen met Fred, gecertificeerd boeman. Als mijn briefje niet helpt, krijgt ze jullie op haar dak. Lezen!” Ik keek op het beeldscherm. ‘Geachte mevrouw van den Akker. Vanaf 01-08 tot en met 21-08 jl. heeft u Mw. Irene van den Hurk als receptioniste in dienst gehad. Vandaag beklaagde zij zich er over dat u tot op heden geen salaris heeft overgemaakt. Ik verzoek u om vóór a.s. woensdag 954,85 euro over te maken naar de bankrekening van Mw. Van den Hurk. Anders laat ik passende maatregelen volgen. Met vriendelijke groet, Mr. A. Jacobs.’ “Prima, An. Ze heeft twee dagen de tijd. Best wel soepel in feite.”
Angelique gniffelde. “Dit is het eerste mailtje wat ik met mijn titel onderteken, Kees. Staat wel goed, vind ik.” “Vind ik ook, meester Jacobs. Verzenden, mars.” “Ik stuur ‘m in BCC ook nog even naar Irene. Dan weet die er ook van.” “Ik licht haar wel even in. Kom er toch langs.” Ik keek om de hoek van de deur van de receptie. Irene was verdiept in paperassen, diep gebogen over haar bureau. “Zo mevrouw… waar zit u zo hard op te studeren?” Ze schrok. “Kéés! Kom gewoon binnen! Je jaagt me de stuipen op het lijf!” Ik grinnikte. “Dan kun je alvast wennen. Als Fred een geintje met je wil uithalen hoor je hem pas als hij op tien centimeter afstand van je staat. Blijf dus maar op je hoede. Maar waar ik voor kwam…”
Snel vertelde ik van de mail van Angelique. “Hij is ook aan jou gestuurd, op je DT-mail.” Ze las de mail en rende even later richting Angelique. Ik grinnikte. Wéér iemand blij gemaakt. En als Luna van den Akker zou ‘vergeten’ om te betalen, zouden Kees en Fred wel even langs gaan… Ik liep weer naar mijn eigen kantoortje. Genoeg gelummeld; aan het werk, Kees! Om half vijf sloot ik de computer af en liep de groepsruimte binnen. “Heren… mag ik u een prettige avond wensen? Deze jongen gaat richting Veldhoven. Gerben, Rogier: gaan jullie mee?” Frits keek op. “Nou, dan wens ik jullie veel sterkte, in plaats van ‘prettige avond’, heren! Het zal nog wel een paar keer voorligsteun worden…”
Rogier grinnikte. “Daar staan wat andere, prettiger zaken tegenover, Frits. Meer zeg ik er maar niet over.” Gerben lachte. “Ik sluit me helemaal bij je aan, Rogier. Heren… Tot morgen!” We liepen richting Backoffice. Margot en Charlotte waren al bezig met opruimen; Joline nog niet. “Schat, afsluiten die handel, we gaan lekker naar huis.” Ze keek op en toen op haar horloge. “Verhip, is het al zó laat? Ik kom er aan Kees. Even nog een berekening afsluiten…”
Ik liep het Backoffice weer in. “Zo, meneer van Laar… Ben jij vandaag een beetje aardig geweest tegen die lieve dames hier?” Ingrid keek op. “Behalve tijdens het lopen ging het wel, Kees.” “Goed bezig, Fred. Ik wil geen klachten krijgen!” Hij gromde. “Bemoei jij je maar met die Piratenbende van je, meneer Jonkman. Heb je je handen vol aan. Ik hou de dames hier wel in toom.” Hij draaide zich om. “En dames: morgen gaan we verhuizen! Dus… Geen frivole rokjes aan, maar een ouwe kleren. Morgenmiddag wil ik het hele Backoffice verhuisd hebben.” Hij keek doordringend naar Marion. “En dat geldt speciaal voor jou, juffie! Anders gaan we weer een keer het dak op; het is er prima weer voor!” Marion giebelde. “Jawel, meneer van Laar. Ik zal morgen een oud frivool rokje aan doen, meneer van Laar.”
We gniffelden. “Fijne avond allemaal!” Joline stond achter me. “Kom, ridder. Richting Veldhoven. Jij kookt.” Ik keek naar Rogier. “Heb je nog een routebeschrijving nodig?” Hij trok Lot tegen zich aan. “Ik heb een persoonlijk navigatiesysteem. Gaat lukken, Kees.” Joline keek Lot indringend aan. “En niet ‘verdwalen’ richting een of ander verlaten landweggetje, Charlotte… We houden je in de gaten!” “Nee mevrouw Jonkman – Boogers. Ik ben een net meisje.” “Ja, dat was je ooit”, donderde Fred. “Nu is daar bijzonder weinig meer van over.” Ik gaf Fred een ‘high-dive’ en toen liepen we de deur uit.
Margot en Charlotte stapten respectievelijk bij Gerben en Rogier in en we reden weg. Op de snelweg zei ik: “Zo, mevrouw Jonkman… Geen oogjes op de achterbank, dus…” Met een snelle beweging trok ik Joline’s rokje wat omhoog. “Maar menéér! Wat zijn dit voor manieren?” Ze keek gespeeld verontwaardigd. “Ik heb zin in u, mevrouw. Zin om u vanavond vreselijk te beminnen. Véél te lang geleden.” Joline glimlachte. “Dat vind ik ook. Maar gisteren waren we daar niet zo voor in de stemming, Kees. En dat was maar goed ook. En vanavond? We schoppen het bezoek om een uur of tien de deur uit, doen de ramen dicht en gaan genieten van elkaar, schatje.” Twee blauwe ogen raakten de mijne héél even. Toen trok Joline haar rokje weer wat naar beneden. “Gerben en Rogier zouden zich kunnen afvragen wat er in de Volvo aan de hand is als jij zo slingert, Kees.” Ik haalde m’n schouders op. “Die twee hebben jou gezien en kunnen prima één en één bij elkaar optellen, schat.” “Dat doen ze dan maar bij Lot en Mar. Niet bij mij!”
Het klonk vinnig en ik moest lachen. “Oh, Kees: Margot heeft vandaag John gebeld met de vraag wanneer hij langs kon komen. Woensdag heeft hij een rit naar België; op de terugweg stopt hij een uurtje in Veldhoven, zei Margot. Rond een uur of zes is hij bij ons.” Ik knikte. “Mooi. Dan eet hij meteen mee. Dat wordt brood met kroket, woensdag!” Joline schudde haar hoofd. “Niks ervan. Geen vette hap voor John. Woensdag wordt er ‘gewoon’ gegeten. Je maakt je biefstukje maar. En gewone piepers, wat groenten en sla. En een lekker dessert. Gaan we zo meteen ook inkopen voor doen, dan hoeft dat woensdag niet.” “Je bent weer lekker economisch bezig, Jolientje…”
Even was het stil en toen klonk een onschuldig stemmetje naast me: “Ja meneer. Ik vind dat wel leuk. Net als stipjes tellen op m’n panty… Héél economisch…” Ik schoot in de lach. “Rare muts. Doe dat maar niet waar Gerben of Rogier bij is.” Ze lachte mee. “Nee, die zouden dan een hele vreemde indruk kunnen krijgen van mevrouw Joline Jonkman – Boogers…” Al kletsend verdwenen de kilometers snel onder de banden door. In Veldhoven reden Lot en Mar met hun heren door richting huis; Joline en ik liepen de supermarkt in en laadden een karretje vol boodschappen. Voor vanavond, morgen en overmorgen. Met twee grote dozen kwamen we er uit. “Zo. Tot woensdag hoeven we geen honger te lijden, Jolien.”
Ze snoof. “Na woensdag ook niet, hoor. Er zit eten voor drie weken in de diverse kasten, de koelkast en de vriezer…” Het spul ging de auto in en we reden de laatste 900 meter naar huis. En eenmaal boven deed ik de deur open en de deur van de huiskamer.
“Wel, dames… Dit hadden we een maand of drie geleden niet gedacht!” Charlot en Margot zaten naast elkaar op de schoot van Rogier en Gerben. “Nee, wij ook niet…” was het droge commentaar van Gerben en we moesten grinniken. “Goed… lieve dames: sorry dat wij een gezellig momentje hebben verstoord, maar: kunnen jullie even meehelpen dit spul op te bergen waar het hoort? Behalve de aardappelen en het gehakt, dat hebben we vanavond nodig.” “Moeten er piepers geschild worden, Kees? Geef maar aan mij.” Gerben stond op. “Kijk… dát zijn geluiden die ik graag hoor! Neem er een voorbeeld aan, Margot!” Die keek me even aan. “Ik denk dat ik genoeg aardappelen geschild heb in m’n leven, Kees.”
Ik voelde me rood worden en liep naar haar toe. “Sorry Margot. Verkeerde opmerking.” Ze lachte even. “Van jou kan ik het hebben.” En ze draaide zich om naar Gerben. “En jij bent lief.” Een luchtkusje ging naar hem toe. Rogier zat het aan te kijken, kwam overeind en zei: “Nou, dan zal ik ook maar m’n handen uit de mouwen steken. Misschien dat ik ook nog een zoentje scoor vandaag.” Charlotte draaide zich bliksemsnel om, een vinger geheven. “Jij moet niet klagen, meneertje! Vandaag heb jij méér dan genoeg zoentje gescoord!”
Ik keek Joline aan en zij mij. We knipoogden en Joline zei liefjes: “Zeg Rogier… Vertel eens over die zoentjes? Heb ik vandaag niks van gezien. En het lijkt me sterk dat jullie in de auto hebben zitten zoenen… Dat is toch wat link als je honderd op de snelweg rijdt. Dus?” Hij keek Lot aan en die lachte. “Toe maar. Weinig geheimen voor die twee.” Rogier keek Joline aan. “Ik zal netjes blijven. Laat ik het zó zeggen: vannacht zeiden we om een uur of twee tegen elkaar dat we toch maar moesten gaan slapen.” Lot knikte waarderend. “Netjes! Laat ze de rest maar bij elkaar fantaseren.” En Margot giebelde: “Ja, dat kunnen ze vast wel, de smeerlappen. Overigens was het bij ons wat later, maar ja Gerben hoefde geen sollicitatiegesprek te voeren. Dat scheelt.”
Ik keek Joline aan. “Wat zijn wij dan netjes, schat.” Joline snoof. “Ik vind het wel meevallen. Toen wij net een relatie hadden waren er ook wat nachten… Nou ja, laat maar.” Ze keek rond. “En waarom zijn de aardappelen nog niet geschild, meneer van Wiers? En kun jij een goeie gehaktbal draaien Rogier? Ja? Mooi. Dáár ligt het gehakt, eieren staan in de koelkast, paneermeel in de kast er boven, net als de kruiden. Leef je uit en maak er wat moois van. Kees: jij bent chef dessert vandaag. Lot, Margot: jullie dekken de tafel. Ik zal het algemene toezicht op me nemen en vooruit: de doperwten uit het blik halen en in een pannetje gooien. En Bengel van voer voorzien. Zo doet iedereen wat.”
Ze keek hooghartig. “Kijk nou… De blonde feeks van Gorinchem. Helemaal in haar element!” Charlotte lachte Joline uit en die zei nuffig: “Ja, en dat is maar goed ook, anders maken jullie er een zootje van.” Kortom: het was even druk, maar een half uur later konden we aan de bar aanschuiven, ieder met een bord eten voor zich. En na het dessert ruimden we samen op en maakte Joline koffie. “Zo. Nu even lekker uitbuiken jongens en meiden. En voor de duidelijkheid: om tien uur schoppen we de heren er uit. Morgen weer een drukke dag bij DT. En ’s avonds bij de loopgroep.”
“Ja, en in het ziekenhuis… vanaf morgen tot zondag weer bereikbare dienst”, bromde Rogier. “Dan kom ik je vrijdag na de dansles toch lekker afleiden?” Lot kroop dicht tegen Rogier aan. Ik keek hen plagend aan. “Ehh… Doe maar niet Lot. Dan heb jij die arme kerel van je helemaal uitgeput en zijn jullie nét in slaap gevallen, zo tegen een uur of drie ’s nachts en dan gaat de telefoon. Of meneer van der Vlist als de bliksem naar het ziekenhuis wil komen, want er ligt een patiënt klemvast in de CT-scan. De brancard in dat ding wil niet meer voor- of achteruit en de patiënt begint claustrofobisch te worden. En dat moet meneer hier met z’n duffe kop oplossen? Ik denk dat de patiënt dan, met CT-scanner en al, na vijf dagen onder de grond verdwijnt.”
Rogier keek somber. “Dat moet dan wel een héél groot en diep gat zijn, Kees. Die krengen hebben een doorsnede van een meter of twee. En dan heb ik het alleen nog maar over de scanner zelf, niet eens alle randapparatuur. En de familie van de overledene betaalt zich dan helemaal krom aan grafrechten.” Joline keek van de een naar de ander. “Zeg heren… kap eens met die opbeurende praatjes. Ik heb een heel ander onderwerp. Voor de dames."
Ze zweeg even en keek de zussen aan. "Wat zouden jullie er van zeggen om eens een auto te kopen? Jullie mogen best de Mini gebruiken als het kan, maar soms kan het gewoon niet. Dan moet Kees naar een of ander project en heb ik de Mini nodig voor woon-werkverkeer. Kijk, voor Margot en Gerben is het niet zo’n probleem; Waardenburg – Veldhoven is nog wel te behappen. Maar voor Lot: richting Nijmegen is nogal een omweg. Echt meiden, jullie hebben een auto voor jezelf nodig.” Ze keken aarzelend. “Maar da’s hartstikke duur, Jolien!” Die knikte. “Ja, dat klopt. Als je een nieuwe auto koopt, ja. Maar een goeie occasion… hoeft niet de wereld te kosten hoor. Binnenkort komt er wéér een niet-zo-vrijwillige donatie uit Groot-Ammers binnen; de tweede in de reeks. Da’s bij elkaar al 60.000 euro die dan op jullie rekening staat. Over een maand de volgende en hup, weer 30.000 euro erbij. En daar komt bij het smartegeld wat jullie lieve tante of haar collega’s uit Groot-Ammers los gaat peuteren; ik denk dat dat nog wat meer is dan 120.000 euro. Kortom: jullie kunnen je best een fatsoenlijke auto veroorloven. En daarnaast hebben jullie beiden een meer dan modaal salaris.”
Ze keken elkaar aan, toen Gerben en Rogier. “Hoe denken jullie daar over?” Gerben schudde zijn hoofd. “Nee Margot, daar moeten jullie zelf uit zien te komen.” En Rogier knikte. “Hier idem dito. Op één dingetje na: het moet een veilige auto zijn. Geen, pardon voor de term, ‘dames-koekblik’. Dus geen Daihatsu Cuore, een Nissan Micra of en of ander klein ding. Met een kreukelzone die tot aan de achterbumper reikt.”
Joline keek hem onderzoekend aan. “Zit jij nu mijn mooie Mini af te kraken, meneer van der Vlist? Zo ja, dan moet je heel goed uitkijken!” Hij hief zijn handen op. “Zei ik iets over ‘stubborn English cars’, mylady? Echt niet, ik kijk wel uit… Bovendien: ik heb me laten vertellen dat die het ’s avonds rond een uur of tien niet meer zo goed doen…” Joline zuchtte. “Ik begrijp dat jij het verhaal hoe Kees en ik bij elkaar zijn gekomen ondertussen kent. Rotzakje.” Hij grijnsde en keek Lot aan. “Dank je wel voor de info, schat. Altijd handig om te gebruiken.” Ze gaven elkaar een ‘high-five’.
Ik stond op. “Mee jullie, naar de studeerkamer. Dan gaan we achter die grote beeldschermen eens wat dingen bekijken. Neem een kruk mee van achter de bar.” Even later had ik de computer gestart. “Goed… Wat zijn de specificaties waar aan een voertuig voor jullie moet voldoen?” Een paar discussies later stonden de volgende eisen in een Word-document: stationcar, diesel of hybride, niet ouder dan 5 jaar of minder dan 120.000 km, aankoopkeuring moest onderdeel zijn van de koop, geen import-auto, geen schade-auto. “Nou, da’s duidelijk. Dat gaan we eens even invoeren…”
Ik tikte op de site van Bovag en bracht de gegevens in. 21 potentiële kandidaten. Vijf Opels, vijf Mazda’s, één Opel en de rest… Volvo’s. V60 en V70. De zussen keken elkaar aan. “Volvo’s, Kees. Hebben we leren waarderen deze maanden.” “Oké… de andere merken streepte ik weg en er bleven 11 Volvo’s staan. Na wat discussie bleef er eentje over: een zilvergrijze V60 D6 plug-in hybrid. Zes jaar oud, 1e eigenaar, onderhoudsboekje compleet, steeds bij dezelfde dealer in onderhoud geweest en iets meer dan 80.000 kilometer op de teller. Prijs: 27.990 euro. Rogier keek waarderend. “Als dit ding geen gebreken heeft, is dat een prima keuze, dames.” Ik was het er mee eens.
De wagen stond te koop bij een handelaar in Son. “Da’s ook mooi in de buurt. Wat dachten de dames ervan? Morgen maar eens gaan kijken?” Joline schudde haar hoofd. “Loopgroep, Kees.” Nu was het mijn beurt om m’n hoofd te schudden. “Volgende week gaan we pas weer ‘officieel’ lopen, schat. Morgen kan het.” Ik keek Rogier en Gerben aan. “Gaan jullie mee?” Rogier schudde zijn hoofd. “Nee. Bereikbare dienst, weet je nog? Een vent die vast zit in een CT-scanner.” “Oh ja… Gerben?” Die knikte. “Ik rij wel mee. Lijkt me leuk.” Joline zei: Dan nú die aanvraag voor een proefrit invullen, dames. Dan staat het ding morgen ten minste klaar. En… vragen of ze de accu willen opladen. Dan kunnen we die ook testen.”
Rogier floot. “Jij bent bij de pinken, mevrouw Jonkman!” Ze giebelde. “Recent een recensie gelezen over een stel wat ook een hybride auto kocht. En na aankoop bleek dat de tractieaccu zo goed als dood was. Dat gaat deze meiden niet gebeuren!” Vlot vulde Margot het formulier in en drukte op ‘verzenden’. Vrijwel meteen kwam een berichtje terug dat de aanvraag in goede orde was ontvangen. “Zo… die zijn snel!” Gerben keek waarderend. “Hmmm… Da’s gewoon een automatisch gegenereerd berichtje hoor. Morgen wordt onze aanvraag pas door mensenogen gelezen.” Charlotte keek hem aan. Ik sloeg de gegevens van de auto op, zette ze in een Word-document en printte ze uit, evenals de foto’s van de auto.
“Morgen meenemen, dames. En alle bijzonderheden en accessoires checken. Sommige dealers zetten een hele lijst aan accessoires op zo’n site en dan blijkt dat een aantal ervan nét niet op deze auto zitten. En als de koper daar overheen gelezen heeft, koopt hij stiekem een kat in de zak. En als de koper het wél doorheeft, is dat een prima uitgangspunt om eens over de prijs te onderhandelen…”
Lot keek benauwd. “Onderhandelen? Moet dat?” Joline knikte. “Met een auto? Jazeker. De prijs die op die site staat is de prijs die de verkoper er graag voor wil hebben. Maar als jij goed onderhandelt, kan het zo maar zijn dat er tweeduizend euro van de prijs af gaat. En dan verdient hij nog steeds genoeg hoor, wees maar niet bang. Maar als jij er niet zeker van bent, mag je het onderhandelen wel aan Kees en mij overlaten, hoor.” Ze grinnikte. “Kees voor het technische deel, ik neem het economisch deel wel voor m’n rekening.”
Toen keek ze op haar horloge. “Heren… en dames ook: ik wil niet zeuren, maar wél op tijd in m’n mandje liggen. Als jullie nu eens lief afscheid van elkaar nemen en de heren dan richting Nijmegen en Waardenburg rijden?” Gerben keek haar aan. “Geldt dat ook voor Kees?” Joline schudde haar hoofd en zei liefjes: “Beste Gerben. Kees is nou nét degene die ik naast me in m’n mandje wil hebben.” “Dank je wel, schat. Ben ik erg blij mee. Maar ik ga eerst die mooie hond nog even uitlaten, dan kan die ook in haar mandje. Samen met haar beer. Heren, als jullie al pleite zijn voor ik terug ben: welterusten voor straks. De wens ‘sweet dreams’ zal ik jullie besparen, dat gaat wel goedkomen denk ik. Bengel! Ga je mee?” “Even afscheid nemen van die mooie hond, Kees…” Rogier knielde bij Bengel. “Brave hond, Bengel. Goed op Lot passen deze week, oké?”
Bengel kwispelde en gaf een lik over Rogiers hand. Gerben zei: “Ik zie je morgen wel weer, Kees. En hondenbeest.” Ik nam Bengel mee en liet haar nog even poepen, plassen en rennen. Toen ik beneden de hal in liep, kwamen Rogier en Gerben nét uit de lift. “Hé jongens, het was gezellig vanavond. Dank jullie wel.” “Jij ook bedankt, Kees. Voor zo dadelijk: welterusten.” En Rogier vulde aan: “In Joline d’r mandje…” Ik grinnikte en stapte de lift in.
Boven gekomen zaten de dames nog gebogen over de specificaties van hun potentiële nieuwe voertuig. Lot keek op. “Kees, dit ding heeft zo ongeveer álles… Tot en met stoelverwarming aan toe!” “Ja, dat zag ik. Lekker als je eens met een kort rokje aan naast Rogier zit. Krijg je ten minste geen kouwe kont, Lotje.” Ze snoof. “Die krijg ik toch niet als ik naast hem zit…” Ik ging zitten en vroeg belangstellend: “Oh? Vertel eens?” Er vloog een onderzetter naar me toe. “Náárling!” Joline stond op. “Dames, heer… Het is bijna tien uur. Morgenochtend moeten we er weer vroeg uit. Naar bedje toe.” We gaven Lot en Margot een knuffel. “Lekker slapen, dames. En niet teveel over een mooie Volvo dromen.” Ze giebelden. “Wij dromen wel over lekkere kerels, Kees.” “Nou als ik vannacht iets voel kriebelen, weet ik dan ten minste dat jullie over mij dromen.” Een stomp was mijn beloning. “Kom Don Juan, mee jij.” Joline trok me richting slaapkamer. “En ik heb het nog niet over ‘dromen’ gehad. Welterusten, meiden! En Bengel. En Balou…”
Joline sloot de slaapkamerdeur achter zich. “Jij voelt vannacht zeker iets kriebelen, meneer. En nee, dat komt niet door Margot of Charlotte, maar dat komt door je eigen heks. Uitkleden jij.” Ze zoende me snel, liet me daarna weer los en bleef staan. “En jij dan Joline?” Ze glimlachte. “Ik kijk even naar jou. Even genieten. En daarna mag jij genieten, als ik me uitkleed. En weer aan.” Mijn kleren verdwenen bliksemsnel, op mijn boxer na. “Ook je boxer uit, Kees. Helemaal naakt. Voor mij.” Ze duwde me daarna op bed. “Kijken jij. En niet met jezelf spelen; dat is allemaal voor mij.” Ze ging voor me staan. “Vanavond ga ik je een echte lapdance geven, Kees. Maar daarvoor moet ik me even omkleden. En jij mag kijken.” Ze bukte zich en kuste me. “Vanavond ben je van mij.” Langzaam en erotisch trok ze haar vest uit, toen haar blouse. Toen gleden haar handen langzaam over haar BH naar beneden, richting haar broek. Het knoopje ging los, de rits ging open en langzaam stroopte ze haar broek uit. Haar schoenen vlogen in een hoek en even daarna stond ze voor me: een lange, slanke vrouw met blonde haren alleen gekleed in een zwart slipje en een bijpassende BH.
“Je bent prachtig zo, schat…” Ik moest mijn keel schrapen. Joline glimlachte. “Het wordt nog veel prachtiger, schatje. Wil je even mijn BH losmaken?” Ze draaide zich om en ik frunnikte even met de sluiting. Joline giechelde. “Je moet meer oefenen, Kees. In films zie je dat de kerels het BHtje van de vrouw zeer geroutineerd met één hand openmaken en tegelijk haar borsten strelen… Lijkt me wel wat.” “Is goed hoor. Dan stel ik voor dat we elke avond repeteren. Minimaal een uur. Misschien dat ik het dan over een jaar of vijftig goed kan. In huize Levensavond.” Ik voelde haar lachen. “Ik geloof het graag. Met jouw leercurve…”
Toen draaide ze zich om. “Mooie vent van me.” Ze liep naar haar kast en haalde er een kort onderjurkje uit. “Mag ik deze aantrekken?” Ik knikte alleen maar; kon niets zeggen omdat ik een droge keel had gekregen. Sierlijk gleed het dunne kledingstuk over haar slanke lichaam. Toen deed ze haar slipje uit en pakte een paar dunne, witte nylons. “Ik zal je maar niet vragen of ik deze mag aantrekken, schatje…” Een klein, plagend glimlachje speelde over haar lippen. Langzaam trok ze de nylons een voor een langs haar benen omhoog. Ze kwamen bijna tot haar poesje. Toen stond Joline op en draaide snel een rondje. Haar jurkje woei op en ik genoot van het uitzicht. “Je bent prachtig, schat. Mijn prachtige vrouw.”
Langzaam deed ze een stap naar me toe. “En die prachtige vrouw is jóuw vrouw, Kees. Die met jou naar bed wil. Die jou gaat verwennen en klaar laat komen.” Ze pakte mijn hand en trok me tegen zich aan. Twee zachte ogen keken me van dichtbij aan. “Omdat ik van je houd. En helemaal gek op je ben.” Ze zoende me zachtjes, haar tong gleed over mijn lippen. “Ga maar op bed liggen, Kees. Op je rug. Dan zal jouw eigen vrouw jou verwennen.” Ik gehoorzaamde. Joline hurkte boven me, de rand van haar onderjurkje streelde mijn borst. Ze pakte mijn polsen en legde mijn armen boven mijn hoofd. “Zo. Die blijven voorlopig daar liggen, schatje. Mij niet strelen of voelen; voor je het weet ben ik dan weer afgeleid omdat jij lekkere dingen met die handjes van je doet. En dat is vanavond niet de bedoeling; Jolientje heeft vanavond de leiding.” Ze keek me aan en kuste me, nu erotischer. En toen ze losliet hoorde ik zachtjes: “Genieten, Kees.”
Toen zakte ze langzaam op me; haar haren gleden om mijn hoofd, haar warme lichaam gleed langzaam over me heen en met haar benen streelde ze de mijne. “Dit is heerlijk, Joline… Kan ik enorm van genieten!” Ik voelde haar borsten trillen; Joline gniffelde. “Ik voel dat het ‘enorm’ is, Kees. En daar ga ik van genieten.” Ze trok haar onderjurkje iets omhoog en haar poesje gleed over m’n paal heen. In mijn oor hoorde ik: “Lekker… Ik ga jou in me laten komen, Kees. En dan ga ik je helemaal uitmelken. Jouw harde paal in me voelen spuiten, je lekkere sperma diep in me… Ahhh!” Ze liet zich langzaam zakken en ik voelde de warmte en zachtheid van haar poesje om mijn paal heen komen. “Jolien! Zo lekker…” Ze fluisterde: “Voor mij ook, schatje… Ik voel je langzaam steeds dieper in me komen. En jij mag dat. Lekker met je harde pik in mijn natte kut… Oh!” Ze schokte even. “Op je lekkerste plekje, schatje?”
Joline kreunde. “Jaaahhh… Zo lekker…” “Mag ik mijn handen gebruiken, liefje? Dan wordt het nog lekkerder.” Ze kreunde. “Dat kan… niet…” Héél langzaam masseerde haar poesje nu mijn paal: een millimeter omhoog, een millimeter omlaag… en weer omhoog… Joline hijgde in mijn oor. Langzaam gleden mijn handen over haar rug. De gladde stof van haar onderjurkje voelde heerlijk, met haar warme lichaam er in. “Schatje, ik ga zo komen… Mag dat?” Ik streelde nu haar bovenbenen. “Natuurlijk, geile meid van me. En als jij klaar komt, kom ik ook; ik ben er héél dichtbij.”
Ze kreunde. “Lekker… Lekker samen klaarkomen, schatje… Jouw spuitende pik in mijn natte… Kéés! Já, nu diep! In één keer…” Ik trok haar onderlichaam tegen me aan en duwde mezelf omhoog. “Voel je m’n harde pik diep in die natte spleet van je?” “Jaaahhhh… Zo lekker…” Ze begon te schokken. “Ik kóm… ik kóm… Zo lekker met…” Haar zachte poesje was een nat, warm en knijpend universum geworden en ik kon niet anders dan klaarkomen. “Jolien! Ik… kom….ook!” Hevig trillend begon ik te spuiten en twee warme lippen gleden over de mijne, een tong die er tussen door kwam en die diep in mijn mond drong…
Even later ontspanden we een beetje. Joline legde haar hoofd naast het mijne op het kussen en hijgde nog na. Ik trouwens ook. Langzaam streelde ik haar warme rug en haar billen. “Mag ik mijn handjes weer gebruiken, Freule?” Ze giechelde. “Alleen op mijn rug en mijn billen, ridder. Andere plaatsjes zouden wel een hele erotische gevolgen kunnen hebben.” Toen drukte ze haar lippen weer op de mijne. En toen ze losliet hoorde ik zachtjes: “Ik wilde jou lekker klaar laten komen, Kees. Jou laten genieten. En in plaats daarvan heb je mij…”
Ik onderbrak haar. “… laten genieten. En dat mag ik. Want ik ben jouw vent en jij mijn vrouw. Mijn heerlijke, sexy vrouw. Die me helemaal kent en daar op inspeelt. En even voor de duidelijkheid en de statistieken, Freule Jonkman: Daar geniet deze ridder gigantisch van.” “Mooi, schatje. Dan zijn we het daar over eens. En even praktisch, Kees: geef me even een handdoekje aan, want als ik van je af ga, zou het wel eens heel vochtig kunnen worden.” Ik voldeed aan haar verzoek en langzaam gleed ze van me af. “Gaan we ons nog even opfrissen?”
“Wel zo verstandig hé? Anders krijgen we morgen vragen…” Een snelle, warme douche volgde en een paar minuten later kropen we weer in bed. Joline kroelde tegen me aan. “Ik ben helemaal rozig, Kees. En dat zonder kouwe plens…” “Lekker, meisje. Dan stel ik voor dat we die kouwe plens vervangen door zo’n heerlijk potje vrijen. Lijkt me een goeie deal.” Ze snoof. “Elke avond? Dan wordt het sleur, lekkere vent. En ondanks dat ik vanavond vreselijk genoten heb, gaan we dat niet doen.” Ze kuste me. “Lekker slapen, vrijer van me. Morgen is het weer vroeg dag.” Ze giebelde. “En even geen loopgroep, maar samen met de meiden een auto kopen. Weer eens wat anders…”
Er volgde nog een zachte zoen, toen ging ze liggen. “Welterusten, Kees.” “Lekker slapen, Jolien. En dank je wel, schat.” Een aai over mijn rug was het laatste wat ik voelde…
Eenmaal op de weg was het ook niet ontspannen rijden. Ondanks het vroege uur was de A15 tussen Deil en Gorinchem al aardig druk: veel vrachtwagens die richting Rotterdam reden. We passeerden een wagen van Koops uit Zeewolde, wat me op een idee bracht. “Vandaag vriend John maar eens bellen. Kijken of hij zin heeft in Veldhovense koffie of een broodje kroket zonder boter.” Joline knikte. “Goed plan! Wel even afstemmen met de zussen, want daar zal hij wel mee willen kletsen.”
Op de parkeerplaats van DT gaven we elkaar een zoen. “Weet je dat je er weer heerlijk uitziet, schat?” Ze had een strakke spijkerbroek aan met een witte blouse en een vestje er overheen. Haar lange benen kwamen in die broek prachtig uit. “Vanavond trek ik wel iets anders aan, Kees. Voor jou alleen.” Haar ogen schitterden. Eenmaal in Gorinchem begon de werkdag met een bespreking met de Piraten. Kort, want Henk zou rond negen uur Rogier ontvangen, dus om kwart voor negen verdween ik in m’n eigen kantoortje.
In de deuropening zei ik nog: “Henk, jij bepaalt of hij welkom is of niet!” Hij knikte. “Het oordeel van de rest weegt ook mee, Kees. Net als altijd. Ik kom wel langs als we klaar zijn. Ik haal Miranda er ook wel even bij.” Hij knipoogde en sloot de deur. Miranda erbij? Dan zou vriend Rogier het niet makkelijk krijgen… Miranda kennende, die ging tot het gaatje. Enfin, misschien juist goed. Als Rogier aangenomen werd, zou ten minste niemand kunnen zeggen dat we hem gematst hadden…
Rond kwart over tien werd er op de deur geklopt: Irene. “Drink jij geen koffie met de Piraten, Kees?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee, en dat heeft een reden, Irene…” Kort legde ik haar de situatie uit. “Poeh! Ik heb nu al medelijden met hem. Maar: heb je al koffie gehad?” Ik schudde mijn hoofd. “Zal ik die even halen?” “Dat doen we wel samen, Irene. Mag ik die bij jou opdrinken? Gezelliger.” Ze knikte en even later zaten we samen in de receptie aan de koffie en de thee. “Waar heb je Marion gelaten?” “Die is naar Gonnie. Moest nog wat calculaties doornemen.” Ik knikte. Marion deed nu steeds meer commerciële dingen en daar was ze steengoed in. De receptie was nu vrijwel helemaal het domein van Irene en dat deed zij prima, had ik al van Joline gehoord.
“Kees… Ik heb een probleempje.” Ze keek aarzelend. “Voor specifieke dames-problemen moet je op het Backoffice zijn, Irene. Tenminste… Als Fred er even niet is.” Ze lachte. “Dat geloof ik, ja. Maar dit probleem heeft te maken met mevrouw van den Akker. Misschien kan jij me helpen… Ik heb daar drie weken gewerkt, maar ik heb daar geen salaris voor ontvangen. En de maand is al voorbij, dus dat geld had ik al lang moeten krijgen.” Ik fronste. “Heeft die trut je gewoon laten barsten?” Ze knikte. “Mijn moeder heeft haar een keer gebeld, maar toen ze hoorde waar het over ging, verbrak mevrouw van den Akker de verbinding. En dat is ruim een week geleden. Scheelt me ruim negenhonderd euro.” Ze keek sip. “Kun jij daar iets aan doen?” Ik dacht even na. “Je bedoelt dat Fred en ik weer die kant uit gaan? Dat doen we alleen als het écht nodig is, Irene. Voor dit soort akkefietjes hebben we Angelique. Die is meester in de rechten. Kan een net mailtje opstellen waarin ze eist dat jij jouw salaris ontvangt… Even wachten.”
Ik stak de gang over, naar het oude kantoor van Adema, waar Angelique nu verbleef. “An, mag ik je even storen? Irene zit met een probleempje.” Snel legde ik de situatie uit en An liep mee. “Wat hoor ik Irene? Wordt jij bedonderd? Heb je een kopie van je arbeidsovereenkomst? Dan laat ik mevrouw even weten dat ze héél snel over de brug moet komen, anders krijgt ze wat probleempjes…” Irene was bezig met haar telefoon. “Hier heb ik ‘m, Angelique. Ik print ‘m even voor je uit.” Even later zat Angelique te lezen. “Nou, da’s wel een nogal uiterst karig salaris wat je daar verdiende, Irene. Da’s nog niet eens minimum loon. Mevrouw gaat sowieso daarmee al buiten haar boekje…”
Ze keek Irene aan. “Ik maak hier werk van, schat. Vanmiddag gaat er een mail die kant uit; ze krijgt een week de tijd om jou achterstallig salaris over te maken. Is ze te laat, dan gaat ze spijt krijgen.” Even giebelde Angelique. “Dan vraag ik of de knokploeg van DT even die kant uit gaat. Ene van Laar en een zekere Jonkman…”
Ik zuchtte. “Ja hoor, het is weer zover. Zorg jij nou maar dat jouw briefje een beetje effectief is, Meester Jacobs, dan kan ik lekker blijven tekenen en Fred kan met z’n poten op het bureau op knopjes duwen en interessant kijken.” Irene lachte zachtjes. “Ja, dat kan hij wel goed, geloof ik… Dank je wel alvast, Angelique!” Die stond op. “Hé, jij bent een collega van ons. En collega’s laat je niet in de shit zitten!” Met een knipoog liep ze weer de gang in.
“Wát een lieverd…” zuchtte Irene. “Ja, dat is ze. Een vreselijk lieve meid. En razend slim. Een hele goeie vriendin van Joline en van mij.” Op dat moment hoorden we een boel kabaal uit de groepsruimte van de Piraten komen. “Oh, het is weer zover… De heren gaan weer eens uit hun dak! En dat zónder dat jij erbij bent, Kees…” Ik grinnikte. “Ik denk dat ik de reden wel weet, Irene. Jij hebt vanochtend toch een zekere meneer van der Vlist naar Henk gebracht? Zo te horen gaat meneer van der Vlist binnenkort deel uitmaken van de Piraten.”
Ze keek even nadenkend. “Ja, maar… Charlotte liep arm in arm met hem… Hoe zit dat?” “Charlotte is sinds een paar weken de vriendin van meneer van der Vlist. Of Rogier, zoals we hem noemen. Ze leerden elkaar kennen tijdens de week vakantie die de zussen met Joline en mij hadden en binnen een paar uur hadden ze verkering. Rogier is ondertussen een paar keer bij ons geweest; een leuke vent. En hij had wel belangstelling voor een baan bij DT. Hij is ook ingenieur. Maar Ik mocht me niet met de sollicitatie bemoeien; dat zou niet netjes zijn, vond Theo. Dus moest Henk het doen. En zo te horen heeft Henk hem goedgekeurd, maar dat zal ik even checken. Moment.”
Ik liep de gang in, naar de groepsruimte. Theo kwam ook net z’n bureau uit. “Eens kijken wat er aan de hand is bij dat zootje ongeregeld van jou, Kees…” Hij deed de deur open en donderde: “Kunnen de heren potdomme eens wat minder kabaal en meer productie leveren?” Zes grijnzende koppen keken zijn kant uit en diverse vingers gingen omlaag. “Vijf keer, meneer de directeur. En wel nú!” Zuchtend ging hij liggen en drukte zich vijf keer op. Toen hij weer stond duwde Henk Rogier naar voren. “Zie hier: een nieuwe piraat, Theo. Méér dan goedgekeurd door Miranda, de club in dit hok en ondergetekende. Kan op één september beginnen.”
Theo grijnsde, stak zijn hand uit en zei: “Welkom Rogier. Als jij door Miranda en Henk bent goedgekeurd…” Rogier bleek niet op zijn mondje gevallen. “Er is nóg iemand die me heeft goedgekeurd, meneer Koudstaal. Maar die werkt op het backoffice heb ik begrepen.” Theo knikte. “Ja. En daar ben ik best blij mee. Welkom bij DT, Rogier.” Even wachtte hij, toen vervolgde hij droog: “En veel sterkte met je teamleider. Die ook nog eens een soort van schoonvader is…” Ik gromde zachtjes en Theo draaide zich naar me om. “Toch, Kees?” “Ik ben niet de pa van Lot, Theo. Vraag maar aan Gerben.” Hij zag dat ik het meende. “Sorry. Verkeerde grap. Hoe dan ook: welkom Rogier. En nog één keer ‘meneer Koudstaal en je mag je meteen vijf keer opdrukken, gesnopen?” Met een grijns verliet Theo de groepsruimte.
“Gefeliciteerd, makker. Heb je je meissie al op de hoogte gesteld van dit goeie nieuws?” Hoofdschudden. “Doe dat dan als de bliksem. Die zal ook wel in spanning zitten. En om twaalf uur aantreden in sporttenue, denk eraan!” Hij verdween richting Bakoffice. “Die vent is op zijn gebied goud waard, Kees. De ‘kleine techniek’ beheerst hij feilloos. Hebben wij wat te weinig expertise in. Zelfs Miranda stond even met haar mond vol tanden.” “Mooi, makker. Dan zijn de Piraten weer op volle sterkte. Tijd om Gonnie weer eens aan het tekenen te zetten!”
Uit de richting van Backoffice klonk ook een gil. Gerben grijnsde. “Volgens mij wordt daar nu ook een klein feestje gevierd…” Even later stonden we in de hal in sportkleren. Ook Rogier, in een gloednieuw trainingspak, de vouwen er nog in. “Hé, meneer van der Vlist… Dat pak heeft nog niet zoveel zweet geabsorbeerd, zo te zien. Dat gaat hier snel veranderen, denk er aan!” Hij lachte. “Ik heb deze week maar een nieuw trainingspak gekocht. Het oude was bijna doorzichtig, zo oud was het.”
Joline zei met een stalen gezicht: “Ik ken iemand die dat helemaal niet zo erg zou vinden, denk ik…” Meteen kreeg ze een por van Charlotte. “Kijk jij een beetje uit? Ik ben nog niet zo goed met oorvijgen, maar een schop voor je kont komt hard aan!” We gniffelden totdat Fred zei: “Goed lui, het is baggerweer, dus we gaan er hard tegenaan. Even warmlopen naar de paardenwei, daarna een kilometer sprint en dan weer terug. Eens kijken of jullie Joline ondertussen kunnen inhalen. Die is nu een bezadigde getrouwde mevrouw, dus niet meer die jonge blom die ze een paar maanden geleden nog was. Ik zie kansen…”
Twee felle blauwe ogen keken hem aan. “Kijk jij een beetje uit, meneer van Laar? Ik denk dat die bezadigde getrouwde mevrouw je het snot voor de ogen rent, ben jij gek geworden…” Er kwamen een paar sarcastische opmerkingen, totdat Fred riep: “Naar buiten jullie!” In een rustig drafje liepen we richting de paardjes.
Daar hield hij kort halt.
“Sprint! Vanaf hier naar het paaltje aan het eind van het pad, daar omdraaien en terug. En rechts houden, zodat je niet tegen elkaar knalt. Klaar? Gó!” Zo’n 22 mensen sprintten er vandoor. Ik startte weer als laatste, maar kon al snel een aantal mensen inhalen. Bij het paaltje had ik nog vijf lui voor me: Uiteraard Joline, maar vlak achter haar Lot en Margot, Henry en … Rogier! Die liep behoorlijk snel, zo’n vier meter achter Joline aan. Wel potverdorie, ik moest echt alle zeilen bijzetten om bij te trekken… Honderd meter voor de finish haalde ik Lot en Margot in en vlak voor de finish klopte ik Rogier. Henry en Joline renden samen over de eindstreep, daar zat geen meter tussen. Ik kwam als derde, vier meter achter Joline en Henry. “Zo… jij hebt… ook even… de sprint getraind… Henry?” Hij keek me aan, hijgend met de handen op de knieën. “Niet zo moeilijk… om een… gezapig getrouwde vent… voor te blijven, hoor…” Joline stak haar duim op. “Prima… Henry!”
Ondertussen kwam de rest ook binnen, Gonnie als laatste. Maar er zat slechts tien seconden verschil tussen de eerste en de laatste, en dat was wel eens anders geweest. “Goed mensen, rustig uitlopen richting DT. In de hal evaluatie.” De terugweg was koud! Harde wind en regen recht in je gezicht… Ik was blij toen we tussen de bedrijven liepen: iets meer beschutting.
In de hal, onder de toeziende ogen van Chantal en Anneke, zei Fred: “Prima gewerkt, lui. Tussen de aankomst van Joline en Henry en de aankomst van Gonnie zaten nét tien seconden. Dat houdt in dat jullie sprintconditie behoorlijk vooruit is gegaan, de afgelopen maanden. Complimenten.” En Joline vulde aan: “En de eerste de beste die denkt dat hij mij voor een gezapige ouwe taart kan uitmaken, moet z’n sprintconditie voor die tijd maar eens gaan opvijzelen… Dat zal hij of zij hard nodig hebben!”
Een lachsalvo volgde. “Kom lui, toiletspullen pakken en douchen. Daarna lekker eten in het piratenhok.” Gerben nam Rogier mee naar de douches en ik liep mee. In de douche keek Rogier om zich heen. “Geen aparte douchecabines?” Ik kleedde me ondertussen uit. “Nee. Jammer joh, maar als je gewaagde tatouages hebt op je billen, krijg je er nu spijt van.” Hij haalde z’n schouders op. “Even wat anders dan in het ziekenhuis…”
We douchten snel en tijdens het afdrogen zei Gerben: “En jij loopt behoorlijk hard, makker. Complimenten!” “Moet wel, om al die verpleegkundigen voor te blijven… Ik loop in het ziekenhuis ook regelmatig een rondje door het bos. Lekker als je de hele dag binnen hebt gezeten.” “En daarom doen we dat hier ook, Rogier. Maandag, woensdag en vrijdag sporten, dinsdag en donderdag een beschaafd stukje wandelen naar de paardenwei en weer terug. En één van de drie keer sporten is naar de fitness. Daar word je afgebeuld door onze persoonlijke yoga- en fitnessgoeroe Mariëtte. Een half uurtje maar, maar daarna ligt je tong op je schoenen.” Hij keek gespeeld somber. “En ik maar denken dat ik bij een beschaafd ingenieursbureau zou komen werken…”
Eenmaal terug in het piratenhok kwam Charlotte binnen. “Hé, een knappe vrouw… Die ga ik eens uitgebreid zoenen!” Hij kwam niet verder dan één zoentje, toen duwde Lot hem weg. “Opdonderen jij. We gaan elkaar hier niet uitgebreid staan aflebberen. Eten! Ik heb vanmorgen je brood niet voor niets gesmeerd.” Dat hoorde André. “Jij hebt het brood voor meneer hier gesmeerd, Lot? Goed zeg… Zover heb ik Marion nog niet eens gekregen!” “Ik kijk wel uit, meneer Krips! Met die pindakaas van je, zeker? Echt niet!” Marion stak haar neus nuffig in de lucht.
Lot giebelde. “Meneer was nogal nerveus vanochtend. Dus ik heb ‘m een beetje verwend met koffie op bed en een gesmeerd lunchpakket.” En met een strenge blik op Rogier: “Maar dat was een éénmalige actie, meneer van der Vlist!” Hij knikte braaf. “Ja mevrouw. Dank u wel mevrouw. Ik zal u niet meer in het openbaar aflebberen, mevrouw…” Charlotte lachte naar Joline. “Hij heeft wel wat van Kees geleerd tijdens de vakantie.” Rogier keek haar nogal nadrukkelijk aan en Lot stak haar tong uit.
“Zeg medewerkers… Zouden jullie niet eens aan het werk gaan? Anders gaat de winst van dit mooie bedrijf in rook op en moet ik mijn compagnons teleurstellen!” Theo stond op en Marion giebelde: “Nou, één compagnon is anders heel tevreden over DT, hoor Theo. Maar dat heeft niets met winst te maken maar meer met het feit dat DT zijn dochter getemd heeft.” Ze sloeg een arm om André heen. “Nou ja, en een beetje Mr. Calvé pindakaas hier.”
Angelique deed ook een pesterige duit in het zakje. “En vergeet Fred niet, op het kouwe dak. En Kees, met een nogal uitgebreide vloekpartij op de gang. En niet te vergeten je vriendje de HUET-instructeur, met z’n: ‘Niet goed is opnieuw. En opnieuw. En opnieuw. En opnieuw…” Marion keek nu ronduit sip. “Ja, wrijf het er nog maar een keertje in… Ze stond op, lachte en gaf An een knuffel. “Zo, de lucht is weer geklaard!” Toen keek ze om zich heen. “Nou waarom zitten jullie hier nog, stelletje luiwammessen? Aan het werk!”
Grinnikend verspreidde de meute zich over de diverse bureau’s. De piraten bleven (uiteraard) zitten en ik bleef er bij. “Rogier, waar heeft Henk je over doorgezaagd?” Hij pakte zijn tas. “Hierover. Noodstroominstallatie van mijn huidige werkgever. Op zich een goed systeem, behalve dat een aantal componenten waardeloos zijn…” Hij liet een tekening zien. “Kijk, en daarvoor hadden we recent een bespreking met het ontwerpbureau. We wilden dat die componenten vervangen werden door kwaliteits-spul. Met name de generatoren. Die kwamen uit China. Rotzooi. Onregelmatige toerentallen, dusdanig dat de gelijkrichters het niet aan konden en de gevoelige apparatuur op tilt sloeg. We hebben al een Röntgen-apparaat naar de sloop kunnen brengen na een calamiteiten-oefening… Wat sta jij te lachen, meneer Jonkman?”
Ik wees op de tekening. “Dit komt uit Amsterdam hé?” Hij knikte en wees op de colofon, rechts onder op de tekening. “Precies. En weet je wie dit mooie systeem ontworpen heeft?” Rogier keek nieuwsgierig. “Nou…?” “Ene Kees Jonkman. Zo’n 4 jaar geleden. Mijn afstudeerproject. Bij die toko in Amsterdam. Die fijne club van meneer Duyvestein. Alleen… Ik had er wél kwaliteitscomponenten in zitten en geen Chinese rotzooi. En ik zie zo links en rechts nog wat andere wijzigingen die mij onbekend voorkomen…” Rogier keek me aan. “Dus… jij ként dit systeem?”
Ik knikte. “Ja. Ik zal me misschien weer een beetje moeten verdiepen in de materie, want het is even geleden, maar ik heb het ontworpen. Ik kan je de originele tekeningen thuis wel laten zien…” Hij kwam overeind. “Dan ga ik morgen voorstellen om DT een offerte te laten uitbrengen voor een update van dit systeem. Die klootzakken in Amsterdam waren schreeuwend duur en wilden de oorzaak niet aanpakken: de generatoren. Duyvestein werd witheet tijdens een vergadering… Enfin, dat heb ik verteld. Oh man, als dat lukt… Het ziekenhuis een goed functionerend noodstroomsysteem en die klootzakken in Amsterdam een tik op hun neus, Duyvestein voorop.”
Henk grinnikte. “En da’s de tweede harde tik die ze van DT krijgen…” Rogier keek verwonderd. “De eerste was dat ze waarschijnlijk geen offerte mogen uitbrengen op een waterkrachtcentrale in centraal-Bosnië”, vertelde Henk. “Daar heeft Kees, samen met Fred, ook een handje in gehad.” Rogier keek mij aan. “Lang verhaal. Vertel ik nog wel eens. De samenvatting is dat Duyvestein en ik geen vriendjes zijn. Hij kan m’n bloed wel zuipen en zijn receptioniste denkt nog steeds dat ik met een verrekijker in het kantoor van Duyvestein kan kijken. Ik grinnikte. “Ik had een telefoongesprek gehad met zijn hoofd Juridische zaken. Een aardige en redelijke vent overigens die zich schaamde voor de boodschap die hij moest overbrengen. Enfin, ik hield m’n poot stijf en hij zei dat hij dit met Duyvestein ging overleggen. Maar ik wilde Duyvestein zélf ook nog even vertellen hoe ik over hem dacht; hij chanteerde DT.
Dus ik bel zijn bedrijf op, krijg de receptioniste aan de lijn en vertel dat ik meneer de directeur himself wil spreken. ‘Die is net een bespreking ingegaan, meneer Jonkman”, kreeg ik als antwoord. En ik zeg: ‘Dat weet ik. Met zijn hoofd juridische zaken.’ Even was het stil en toen kwam uiterst verbaasd de vraag: ‘Hoe weet u dat meneer?’ En gemeen als ik ben, zei ik toen: ‘Als u in het kantoor van meneer Duyvestein staat en u kijkt naar het zuidwesten, weet u hoe, mevrouw. En wilt u me nu doorverbinden? Dank u wel.’ Dus die is waarschijnlijk héél schichtig als ze op het kantoor van de baas moet zijn…”
Rogier grinnikte. “Misschien is meneer zelf ook van kantoor veranderd, Kees. Hoe dan ook: ik ga morgen eens kletsen met mijn chef.” Hij blééf grinniken. “Dat moet ik toch al, want ik ga ‘m zeggen dat ik over een dikke maand weg ben. Maar goed, als troostprijs kan ik hem vertellen dat hij maar eens contact met jullie op moet nemen. Lijkt me wel aardig.” Ik gaf hem een dreun op zijn schouder. “Eerst maar eens zien of men in Nijmegen wel met Gorinchem zaken wil gaan doen. En als dat het geval is, dan gaan wij hier samen aan werken, meneer! Dat lijkt mij ook wel aardig. Kan ik je een beetje op de vingers kijken en zo.”
Rogier keek twijfelend. “Jaja… Meneer de teamleider gaat mij op de vingers kijken. Ik weet niet of ik daar zo vrolijk van word, Kees! Jij hebt ten slotte dat systeem ontworpen…” Ik keek hem aan. “Dat klopt. Maar Duyvestein en z’n arrogante clubje, en met name hun boekhouders, hebben het systeem bijna naar de gallemiezen geholpen. En dat wil ik, samen met jou, recht gaan trekken. En ja, ik ken het systeem grotendeels, maar jij kent de plaatselijke situatie. En dat geeft ons een enorm voordeel. En dat, meneer, vertaalt zich weer in geld. Geld wat men in Nijmegen minder hoeft uit te geven, omdat we sneller en efficiënter kunnen werken.” Rogier was nog niet overtuigd, maar hield zich in.
Henk zei op zijn bekende Groningse manier: “Rogier, als ze in Nijmegen niet met ons in zee willen: dan lopen we een klant mis. Is dat jammer? Ja, want we krijgen dan geen voet aan de grond bij andere ziekenhuizen. Aan de andere kant: we hebben voorlopig werk zat. Hou er rekening mee dat ‘overwerk’ hier nogal structureel is. En nee, dat komt niet omdat we overdag lopen te lanterfanten. En over lanterfanten gesproken: deze jongen gaat weer aan het werk. Genoeg gekletst.” Henk ging aan z’n bureau zitten.
“Gerben, heb jij iets wat met bloedspoed af moet?” Die schudde zijn hoofd. “Mooi. Kun jij je aanstaande zwager een beetje wegwijs maken in onze systemen en ‘m wat projecten laten zien?” Hij knikte. “Mooi, dank je wel. Dan kan ik me weer gaan wijden aan m’n eigen werk. Tenzij dat… Rogier, sorry, had jij nog andere plannen?” “Nee Kees. Ik had vrij vandaag, weet je nog?” “Mooi. Dan stel ik voor dat je achter ons aan rijdt richting Veldhoven en mee eet. En om Gerben niet jaloers te laten zijn: jij mag ook mee. Maken we er nog een leuke avond van voor we jullie de deur uit trappen.” Ik liep even later naar Joline. “Schat, vind je het goed al we vanavond twee eters meer hebben? Ene van Wiers en ene van der Vlist.” Joline knikte. “Had ik al rekening mee gehouden, Kees. Op de terugweg wel even langs de supermarkt. Ik vertel het wel tegen de meiden. Goed nieuws moet ten slotte door de direct leidinggevende gebracht worden, las ik in een of ander duf managementsboek…” Haar ogen lachten. Mooi, ook geregeld, terug naar m’n eigen hok...
“Kees!” Angelique riep. “Kun je even komen? Ik heb een briefje klaar voor mevrouw van den Akker. Lees even.” “Hé dame, jij bent toch expert kleine lettertjes?” Ze giechelde. “Klopt. Maar jij bent, samen met Fred, gecertificeerd boeman. Als mijn briefje niet helpt, krijgt ze jullie op haar dak. Lezen!” Ik keek op het beeldscherm. ‘Geachte mevrouw van den Akker. Vanaf 01-08 tot en met 21-08 jl. heeft u Mw. Irene van den Hurk als receptioniste in dienst gehad. Vandaag beklaagde zij zich er over dat u tot op heden geen salaris heeft overgemaakt. Ik verzoek u om vóór a.s. woensdag 954,85 euro over te maken naar de bankrekening van Mw. Van den Hurk. Anders laat ik passende maatregelen volgen. Met vriendelijke groet, Mr. A. Jacobs.’ “Prima, An. Ze heeft twee dagen de tijd. Best wel soepel in feite.”
Angelique gniffelde. “Dit is het eerste mailtje wat ik met mijn titel onderteken, Kees. Staat wel goed, vind ik.” “Vind ik ook, meester Jacobs. Verzenden, mars.” “Ik stuur ‘m in BCC ook nog even naar Irene. Dan weet die er ook van.” “Ik licht haar wel even in. Kom er toch langs.” Ik keek om de hoek van de deur van de receptie. Irene was verdiept in paperassen, diep gebogen over haar bureau. “Zo mevrouw… waar zit u zo hard op te studeren?” Ze schrok. “Kéés! Kom gewoon binnen! Je jaagt me de stuipen op het lijf!” Ik grinnikte. “Dan kun je alvast wennen. Als Fred een geintje met je wil uithalen hoor je hem pas als hij op tien centimeter afstand van je staat. Blijf dus maar op je hoede. Maar waar ik voor kwam…”
Snel vertelde ik van de mail van Angelique. “Hij is ook aan jou gestuurd, op je DT-mail.” Ze las de mail en rende even later richting Angelique. Ik grinnikte. Wéér iemand blij gemaakt. En als Luna van den Akker zou ‘vergeten’ om te betalen, zouden Kees en Fred wel even langs gaan… Ik liep weer naar mijn eigen kantoortje. Genoeg gelummeld; aan het werk, Kees! Om half vijf sloot ik de computer af en liep de groepsruimte binnen. “Heren… mag ik u een prettige avond wensen? Deze jongen gaat richting Veldhoven. Gerben, Rogier: gaan jullie mee?” Frits keek op. “Nou, dan wens ik jullie veel sterkte, in plaats van ‘prettige avond’, heren! Het zal nog wel een paar keer voorligsteun worden…”
Rogier grinnikte. “Daar staan wat andere, prettiger zaken tegenover, Frits. Meer zeg ik er maar niet over.” Gerben lachte. “Ik sluit me helemaal bij je aan, Rogier. Heren… Tot morgen!” We liepen richting Backoffice. Margot en Charlotte waren al bezig met opruimen; Joline nog niet. “Schat, afsluiten die handel, we gaan lekker naar huis.” Ze keek op en toen op haar horloge. “Verhip, is het al zó laat? Ik kom er aan Kees. Even nog een berekening afsluiten…”
Ik liep het Backoffice weer in. “Zo, meneer van Laar… Ben jij vandaag een beetje aardig geweest tegen die lieve dames hier?” Ingrid keek op. “Behalve tijdens het lopen ging het wel, Kees.” “Goed bezig, Fred. Ik wil geen klachten krijgen!” Hij gromde. “Bemoei jij je maar met die Piratenbende van je, meneer Jonkman. Heb je je handen vol aan. Ik hou de dames hier wel in toom.” Hij draaide zich om. “En dames: morgen gaan we verhuizen! Dus… Geen frivole rokjes aan, maar een ouwe kleren. Morgenmiddag wil ik het hele Backoffice verhuisd hebben.” Hij keek doordringend naar Marion. “En dat geldt speciaal voor jou, juffie! Anders gaan we weer een keer het dak op; het is er prima weer voor!” Marion giebelde. “Jawel, meneer van Laar. Ik zal morgen een oud frivool rokje aan doen, meneer van Laar.”
We gniffelden. “Fijne avond allemaal!” Joline stond achter me. “Kom, ridder. Richting Veldhoven. Jij kookt.” Ik keek naar Rogier. “Heb je nog een routebeschrijving nodig?” Hij trok Lot tegen zich aan. “Ik heb een persoonlijk navigatiesysteem. Gaat lukken, Kees.” Joline keek Lot indringend aan. “En niet ‘verdwalen’ richting een of ander verlaten landweggetje, Charlotte… We houden je in de gaten!” “Nee mevrouw Jonkman – Boogers. Ik ben een net meisje.” “Ja, dat was je ooit”, donderde Fred. “Nu is daar bijzonder weinig meer van over.” Ik gaf Fred een ‘high-dive’ en toen liepen we de deur uit.
Margot en Charlotte stapten respectievelijk bij Gerben en Rogier in en we reden weg. Op de snelweg zei ik: “Zo, mevrouw Jonkman… Geen oogjes op de achterbank, dus…” Met een snelle beweging trok ik Joline’s rokje wat omhoog. “Maar menéér! Wat zijn dit voor manieren?” Ze keek gespeeld verontwaardigd. “Ik heb zin in u, mevrouw. Zin om u vanavond vreselijk te beminnen. Véél te lang geleden.” Joline glimlachte. “Dat vind ik ook. Maar gisteren waren we daar niet zo voor in de stemming, Kees. En dat was maar goed ook. En vanavond? We schoppen het bezoek om een uur of tien de deur uit, doen de ramen dicht en gaan genieten van elkaar, schatje.” Twee blauwe ogen raakten de mijne héél even. Toen trok Joline haar rokje weer wat naar beneden. “Gerben en Rogier zouden zich kunnen afvragen wat er in de Volvo aan de hand is als jij zo slingert, Kees.” Ik haalde m’n schouders op. “Die twee hebben jou gezien en kunnen prima één en één bij elkaar optellen, schat.” “Dat doen ze dan maar bij Lot en Mar. Niet bij mij!”
Het klonk vinnig en ik moest lachen. “Oh, Kees: Margot heeft vandaag John gebeld met de vraag wanneer hij langs kon komen. Woensdag heeft hij een rit naar België; op de terugweg stopt hij een uurtje in Veldhoven, zei Margot. Rond een uur of zes is hij bij ons.” Ik knikte. “Mooi. Dan eet hij meteen mee. Dat wordt brood met kroket, woensdag!” Joline schudde haar hoofd. “Niks ervan. Geen vette hap voor John. Woensdag wordt er ‘gewoon’ gegeten. Je maakt je biefstukje maar. En gewone piepers, wat groenten en sla. En een lekker dessert. Gaan we zo meteen ook inkopen voor doen, dan hoeft dat woensdag niet.” “Je bent weer lekker economisch bezig, Jolientje…”
Even was het stil en toen klonk een onschuldig stemmetje naast me: “Ja meneer. Ik vind dat wel leuk. Net als stipjes tellen op m’n panty… Héél economisch…” Ik schoot in de lach. “Rare muts. Doe dat maar niet waar Gerben of Rogier bij is.” Ze lachte mee. “Nee, die zouden dan een hele vreemde indruk kunnen krijgen van mevrouw Joline Jonkman – Boogers…” Al kletsend verdwenen de kilometers snel onder de banden door. In Veldhoven reden Lot en Mar met hun heren door richting huis; Joline en ik liepen de supermarkt in en laadden een karretje vol boodschappen. Voor vanavond, morgen en overmorgen. Met twee grote dozen kwamen we er uit. “Zo. Tot woensdag hoeven we geen honger te lijden, Jolien.”
Ze snoof. “Na woensdag ook niet, hoor. Er zit eten voor drie weken in de diverse kasten, de koelkast en de vriezer…” Het spul ging de auto in en we reden de laatste 900 meter naar huis. En eenmaal boven deed ik de deur open en de deur van de huiskamer.
“Wel, dames… Dit hadden we een maand of drie geleden niet gedacht!” Charlot en Margot zaten naast elkaar op de schoot van Rogier en Gerben. “Nee, wij ook niet…” was het droge commentaar van Gerben en we moesten grinniken. “Goed… lieve dames: sorry dat wij een gezellig momentje hebben verstoord, maar: kunnen jullie even meehelpen dit spul op te bergen waar het hoort? Behalve de aardappelen en het gehakt, dat hebben we vanavond nodig.” “Moeten er piepers geschild worden, Kees? Geef maar aan mij.” Gerben stond op. “Kijk… dát zijn geluiden die ik graag hoor! Neem er een voorbeeld aan, Margot!” Die keek me even aan. “Ik denk dat ik genoeg aardappelen geschild heb in m’n leven, Kees.”
Ik voelde me rood worden en liep naar haar toe. “Sorry Margot. Verkeerde opmerking.” Ze lachte even. “Van jou kan ik het hebben.” En ze draaide zich om naar Gerben. “En jij bent lief.” Een luchtkusje ging naar hem toe. Rogier zat het aan te kijken, kwam overeind en zei: “Nou, dan zal ik ook maar m’n handen uit de mouwen steken. Misschien dat ik ook nog een zoentje scoor vandaag.” Charlotte draaide zich bliksemsnel om, een vinger geheven. “Jij moet niet klagen, meneertje! Vandaag heb jij méér dan genoeg zoentje gescoord!”
Ik keek Joline aan en zij mij. We knipoogden en Joline zei liefjes: “Zeg Rogier… Vertel eens over die zoentjes? Heb ik vandaag niks van gezien. En het lijkt me sterk dat jullie in de auto hebben zitten zoenen… Dat is toch wat link als je honderd op de snelweg rijdt. Dus?” Hij keek Lot aan en die lachte. “Toe maar. Weinig geheimen voor die twee.” Rogier keek Joline aan. “Ik zal netjes blijven. Laat ik het zó zeggen: vannacht zeiden we om een uur of twee tegen elkaar dat we toch maar moesten gaan slapen.” Lot knikte waarderend. “Netjes! Laat ze de rest maar bij elkaar fantaseren.” En Margot giebelde: “Ja, dat kunnen ze vast wel, de smeerlappen. Overigens was het bij ons wat later, maar ja Gerben hoefde geen sollicitatiegesprek te voeren. Dat scheelt.”
Ik keek Joline aan. “Wat zijn wij dan netjes, schat.” Joline snoof. “Ik vind het wel meevallen. Toen wij net een relatie hadden waren er ook wat nachten… Nou ja, laat maar.” Ze keek rond. “En waarom zijn de aardappelen nog niet geschild, meneer van Wiers? En kun jij een goeie gehaktbal draaien Rogier? Ja? Mooi. Dáár ligt het gehakt, eieren staan in de koelkast, paneermeel in de kast er boven, net als de kruiden. Leef je uit en maak er wat moois van. Kees: jij bent chef dessert vandaag. Lot, Margot: jullie dekken de tafel. Ik zal het algemene toezicht op me nemen en vooruit: de doperwten uit het blik halen en in een pannetje gooien. En Bengel van voer voorzien. Zo doet iedereen wat.”
Ze keek hooghartig. “Kijk nou… De blonde feeks van Gorinchem. Helemaal in haar element!” Charlotte lachte Joline uit en die zei nuffig: “Ja, en dat is maar goed ook, anders maken jullie er een zootje van.” Kortom: het was even druk, maar een half uur later konden we aan de bar aanschuiven, ieder met een bord eten voor zich. En na het dessert ruimden we samen op en maakte Joline koffie. “Zo. Nu even lekker uitbuiken jongens en meiden. En voor de duidelijkheid: om tien uur schoppen we de heren er uit. Morgen weer een drukke dag bij DT. En ’s avonds bij de loopgroep.”
“Ja, en in het ziekenhuis… vanaf morgen tot zondag weer bereikbare dienst”, bromde Rogier. “Dan kom ik je vrijdag na de dansles toch lekker afleiden?” Lot kroop dicht tegen Rogier aan. Ik keek hen plagend aan. “Ehh… Doe maar niet Lot. Dan heb jij die arme kerel van je helemaal uitgeput en zijn jullie nét in slaap gevallen, zo tegen een uur of drie ’s nachts en dan gaat de telefoon. Of meneer van der Vlist als de bliksem naar het ziekenhuis wil komen, want er ligt een patiënt klemvast in de CT-scan. De brancard in dat ding wil niet meer voor- of achteruit en de patiënt begint claustrofobisch te worden. En dat moet meneer hier met z’n duffe kop oplossen? Ik denk dat de patiënt dan, met CT-scanner en al, na vijf dagen onder de grond verdwijnt.”
Rogier keek somber. “Dat moet dan wel een héél groot en diep gat zijn, Kees. Die krengen hebben een doorsnede van een meter of twee. En dan heb ik het alleen nog maar over de scanner zelf, niet eens alle randapparatuur. En de familie van de overledene betaalt zich dan helemaal krom aan grafrechten.” Joline keek van de een naar de ander. “Zeg heren… kap eens met die opbeurende praatjes. Ik heb een heel ander onderwerp. Voor de dames."
Ze zweeg even en keek de zussen aan. "Wat zouden jullie er van zeggen om eens een auto te kopen? Jullie mogen best de Mini gebruiken als het kan, maar soms kan het gewoon niet. Dan moet Kees naar een of ander project en heb ik de Mini nodig voor woon-werkverkeer. Kijk, voor Margot en Gerben is het niet zo’n probleem; Waardenburg – Veldhoven is nog wel te behappen. Maar voor Lot: richting Nijmegen is nogal een omweg. Echt meiden, jullie hebben een auto voor jezelf nodig.” Ze keken aarzelend. “Maar da’s hartstikke duur, Jolien!” Die knikte. “Ja, dat klopt. Als je een nieuwe auto koopt, ja. Maar een goeie occasion… hoeft niet de wereld te kosten hoor. Binnenkort komt er wéér een niet-zo-vrijwillige donatie uit Groot-Ammers binnen; de tweede in de reeks. Da’s bij elkaar al 60.000 euro die dan op jullie rekening staat. Over een maand de volgende en hup, weer 30.000 euro erbij. En daar komt bij het smartegeld wat jullie lieve tante of haar collega’s uit Groot-Ammers los gaat peuteren; ik denk dat dat nog wat meer is dan 120.000 euro. Kortom: jullie kunnen je best een fatsoenlijke auto veroorloven. En daarnaast hebben jullie beiden een meer dan modaal salaris.”
Ze keken elkaar aan, toen Gerben en Rogier. “Hoe denken jullie daar over?” Gerben schudde zijn hoofd. “Nee Margot, daar moeten jullie zelf uit zien te komen.” En Rogier knikte. “Hier idem dito. Op één dingetje na: het moet een veilige auto zijn. Geen, pardon voor de term, ‘dames-koekblik’. Dus geen Daihatsu Cuore, een Nissan Micra of en of ander klein ding. Met een kreukelzone die tot aan de achterbumper reikt.”
Joline keek hem onderzoekend aan. “Zit jij nu mijn mooie Mini af te kraken, meneer van der Vlist? Zo ja, dan moet je heel goed uitkijken!” Hij hief zijn handen op. “Zei ik iets over ‘stubborn English cars’, mylady? Echt niet, ik kijk wel uit… Bovendien: ik heb me laten vertellen dat die het ’s avonds rond een uur of tien niet meer zo goed doen…” Joline zuchtte. “Ik begrijp dat jij het verhaal hoe Kees en ik bij elkaar zijn gekomen ondertussen kent. Rotzakje.” Hij grijnsde en keek Lot aan. “Dank je wel voor de info, schat. Altijd handig om te gebruiken.” Ze gaven elkaar een ‘high-five’.
Ik stond op. “Mee jullie, naar de studeerkamer. Dan gaan we achter die grote beeldschermen eens wat dingen bekijken. Neem een kruk mee van achter de bar.” Even later had ik de computer gestart. “Goed… Wat zijn de specificaties waar aan een voertuig voor jullie moet voldoen?” Een paar discussies later stonden de volgende eisen in een Word-document: stationcar, diesel of hybride, niet ouder dan 5 jaar of minder dan 120.000 km, aankoopkeuring moest onderdeel zijn van de koop, geen import-auto, geen schade-auto. “Nou, da’s duidelijk. Dat gaan we eens even invoeren…”
Ik tikte op de site van Bovag en bracht de gegevens in. 21 potentiële kandidaten. Vijf Opels, vijf Mazda’s, één Opel en de rest… Volvo’s. V60 en V70. De zussen keken elkaar aan. “Volvo’s, Kees. Hebben we leren waarderen deze maanden.” “Oké… de andere merken streepte ik weg en er bleven 11 Volvo’s staan. Na wat discussie bleef er eentje over: een zilvergrijze V60 D6 plug-in hybrid. Zes jaar oud, 1e eigenaar, onderhoudsboekje compleet, steeds bij dezelfde dealer in onderhoud geweest en iets meer dan 80.000 kilometer op de teller. Prijs: 27.990 euro. Rogier keek waarderend. “Als dit ding geen gebreken heeft, is dat een prima keuze, dames.” Ik was het er mee eens.
De wagen stond te koop bij een handelaar in Son. “Da’s ook mooi in de buurt. Wat dachten de dames ervan? Morgen maar eens gaan kijken?” Joline schudde haar hoofd. “Loopgroep, Kees.” Nu was het mijn beurt om m’n hoofd te schudden. “Volgende week gaan we pas weer ‘officieel’ lopen, schat. Morgen kan het.” Ik keek Rogier en Gerben aan. “Gaan jullie mee?” Rogier schudde zijn hoofd. “Nee. Bereikbare dienst, weet je nog? Een vent die vast zit in een CT-scanner.” “Oh ja… Gerben?” Die knikte. “Ik rij wel mee. Lijkt me leuk.” Joline zei: Dan nú die aanvraag voor een proefrit invullen, dames. Dan staat het ding morgen ten minste klaar. En… vragen of ze de accu willen opladen. Dan kunnen we die ook testen.”
Rogier floot. “Jij bent bij de pinken, mevrouw Jonkman!” Ze giebelde. “Recent een recensie gelezen over een stel wat ook een hybride auto kocht. En na aankoop bleek dat de tractieaccu zo goed als dood was. Dat gaat deze meiden niet gebeuren!” Vlot vulde Margot het formulier in en drukte op ‘verzenden’. Vrijwel meteen kwam een berichtje terug dat de aanvraag in goede orde was ontvangen. “Zo… die zijn snel!” Gerben keek waarderend. “Hmmm… Da’s gewoon een automatisch gegenereerd berichtje hoor. Morgen wordt onze aanvraag pas door mensenogen gelezen.” Charlotte keek hem aan. Ik sloeg de gegevens van de auto op, zette ze in een Word-document en printte ze uit, evenals de foto’s van de auto.
“Morgen meenemen, dames. En alle bijzonderheden en accessoires checken. Sommige dealers zetten een hele lijst aan accessoires op zo’n site en dan blijkt dat een aantal ervan nét niet op deze auto zitten. En als de koper daar overheen gelezen heeft, koopt hij stiekem een kat in de zak. En als de koper het wél doorheeft, is dat een prima uitgangspunt om eens over de prijs te onderhandelen…”
Lot keek benauwd. “Onderhandelen? Moet dat?” Joline knikte. “Met een auto? Jazeker. De prijs die op die site staat is de prijs die de verkoper er graag voor wil hebben. Maar als jij goed onderhandelt, kan het zo maar zijn dat er tweeduizend euro van de prijs af gaat. En dan verdient hij nog steeds genoeg hoor, wees maar niet bang. Maar als jij er niet zeker van bent, mag je het onderhandelen wel aan Kees en mij overlaten, hoor.” Ze grinnikte. “Kees voor het technische deel, ik neem het economisch deel wel voor m’n rekening.”
Toen keek ze op haar horloge. “Heren… en dames ook: ik wil niet zeuren, maar wél op tijd in m’n mandje liggen. Als jullie nu eens lief afscheid van elkaar nemen en de heren dan richting Nijmegen en Waardenburg rijden?” Gerben keek haar aan. “Geldt dat ook voor Kees?” Joline schudde haar hoofd en zei liefjes: “Beste Gerben. Kees is nou nét degene die ik naast me in m’n mandje wil hebben.” “Dank je wel, schat. Ben ik erg blij mee. Maar ik ga eerst die mooie hond nog even uitlaten, dan kan die ook in haar mandje. Samen met haar beer. Heren, als jullie al pleite zijn voor ik terug ben: welterusten voor straks. De wens ‘sweet dreams’ zal ik jullie besparen, dat gaat wel goedkomen denk ik. Bengel! Ga je mee?” “Even afscheid nemen van die mooie hond, Kees…” Rogier knielde bij Bengel. “Brave hond, Bengel. Goed op Lot passen deze week, oké?”
Bengel kwispelde en gaf een lik over Rogiers hand. Gerben zei: “Ik zie je morgen wel weer, Kees. En hondenbeest.” Ik nam Bengel mee en liet haar nog even poepen, plassen en rennen. Toen ik beneden de hal in liep, kwamen Rogier en Gerben nét uit de lift. “Hé jongens, het was gezellig vanavond. Dank jullie wel.” “Jij ook bedankt, Kees. Voor zo dadelijk: welterusten.” En Rogier vulde aan: “In Joline d’r mandje…” Ik grinnikte en stapte de lift in.
Boven gekomen zaten de dames nog gebogen over de specificaties van hun potentiële nieuwe voertuig. Lot keek op. “Kees, dit ding heeft zo ongeveer álles… Tot en met stoelverwarming aan toe!” “Ja, dat zag ik. Lekker als je eens met een kort rokje aan naast Rogier zit. Krijg je ten minste geen kouwe kont, Lotje.” Ze snoof. “Die krijg ik toch niet als ik naast hem zit…” Ik ging zitten en vroeg belangstellend: “Oh? Vertel eens?” Er vloog een onderzetter naar me toe. “Náárling!” Joline stond op. “Dames, heer… Het is bijna tien uur. Morgenochtend moeten we er weer vroeg uit. Naar bedje toe.” We gaven Lot en Margot een knuffel. “Lekker slapen, dames. En niet teveel over een mooie Volvo dromen.” Ze giebelden. “Wij dromen wel over lekkere kerels, Kees.” “Nou als ik vannacht iets voel kriebelen, weet ik dan ten minste dat jullie over mij dromen.” Een stomp was mijn beloning. “Kom Don Juan, mee jij.” Joline trok me richting slaapkamer. “En ik heb het nog niet over ‘dromen’ gehad. Welterusten, meiden! En Bengel. En Balou…”
Joline sloot de slaapkamerdeur achter zich. “Jij voelt vannacht zeker iets kriebelen, meneer. En nee, dat komt niet door Margot of Charlotte, maar dat komt door je eigen heks. Uitkleden jij.” Ze zoende me snel, liet me daarna weer los en bleef staan. “En jij dan Joline?” Ze glimlachte. “Ik kijk even naar jou. Even genieten. En daarna mag jij genieten, als ik me uitkleed. En weer aan.” Mijn kleren verdwenen bliksemsnel, op mijn boxer na. “Ook je boxer uit, Kees. Helemaal naakt. Voor mij.” Ze duwde me daarna op bed. “Kijken jij. En niet met jezelf spelen; dat is allemaal voor mij.” Ze ging voor me staan. “Vanavond ga ik je een echte lapdance geven, Kees. Maar daarvoor moet ik me even omkleden. En jij mag kijken.” Ze bukte zich en kuste me. “Vanavond ben je van mij.” Langzaam en erotisch trok ze haar vest uit, toen haar blouse. Toen gleden haar handen langzaam over haar BH naar beneden, richting haar broek. Het knoopje ging los, de rits ging open en langzaam stroopte ze haar broek uit. Haar schoenen vlogen in een hoek en even daarna stond ze voor me: een lange, slanke vrouw met blonde haren alleen gekleed in een zwart slipje en een bijpassende BH.
“Je bent prachtig zo, schat…” Ik moest mijn keel schrapen. Joline glimlachte. “Het wordt nog veel prachtiger, schatje. Wil je even mijn BH losmaken?” Ze draaide zich om en ik frunnikte even met de sluiting. Joline giechelde. “Je moet meer oefenen, Kees. In films zie je dat de kerels het BHtje van de vrouw zeer geroutineerd met één hand openmaken en tegelijk haar borsten strelen… Lijkt me wel wat.” “Is goed hoor. Dan stel ik voor dat we elke avond repeteren. Minimaal een uur. Misschien dat ik het dan over een jaar of vijftig goed kan. In huize Levensavond.” Ik voelde haar lachen. “Ik geloof het graag. Met jouw leercurve…”
Toen draaide ze zich om. “Mooie vent van me.” Ze liep naar haar kast en haalde er een kort onderjurkje uit. “Mag ik deze aantrekken?” Ik knikte alleen maar; kon niets zeggen omdat ik een droge keel had gekregen. Sierlijk gleed het dunne kledingstuk over haar slanke lichaam. Toen deed ze haar slipje uit en pakte een paar dunne, witte nylons. “Ik zal je maar niet vragen of ik deze mag aantrekken, schatje…” Een klein, plagend glimlachje speelde over haar lippen. Langzaam trok ze de nylons een voor een langs haar benen omhoog. Ze kwamen bijna tot haar poesje. Toen stond Joline op en draaide snel een rondje. Haar jurkje woei op en ik genoot van het uitzicht. “Je bent prachtig, schat. Mijn prachtige vrouw.”
Langzaam deed ze een stap naar me toe. “En die prachtige vrouw is jóuw vrouw, Kees. Die met jou naar bed wil. Die jou gaat verwennen en klaar laat komen.” Ze pakte mijn hand en trok me tegen zich aan. Twee zachte ogen keken me van dichtbij aan. “Omdat ik van je houd. En helemaal gek op je ben.” Ze zoende me zachtjes, haar tong gleed over mijn lippen. “Ga maar op bed liggen, Kees. Op je rug. Dan zal jouw eigen vrouw jou verwennen.” Ik gehoorzaamde. Joline hurkte boven me, de rand van haar onderjurkje streelde mijn borst. Ze pakte mijn polsen en legde mijn armen boven mijn hoofd. “Zo. Die blijven voorlopig daar liggen, schatje. Mij niet strelen of voelen; voor je het weet ben ik dan weer afgeleid omdat jij lekkere dingen met die handjes van je doet. En dat is vanavond niet de bedoeling; Jolientje heeft vanavond de leiding.” Ze keek me aan en kuste me, nu erotischer. En toen ze losliet hoorde ik zachtjes: “Genieten, Kees.”
Toen zakte ze langzaam op me; haar haren gleden om mijn hoofd, haar warme lichaam gleed langzaam over me heen en met haar benen streelde ze de mijne. “Dit is heerlijk, Joline… Kan ik enorm van genieten!” Ik voelde haar borsten trillen; Joline gniffelde. “Ik voel dat het ‘enorm’ is, Kees. En daar ga ik van genieten.” Ze trok haar onderjurkje iets omhoog en haar poesje gleed over m’n paal heen. In mijn oor hoorde ik: “Lekker… Ik ga jou in me laten komen, Kees. En dan ga ik je helemaal uitmelken. Jouw harde paal in me voelen spuiten, je lekkere sperma diep in me… Ahhh!” Ze liet zich langzaam zakken en ik voelde de warmte en zachtheid van haar poesje om mijn paal heen komen. “Jolien! Zo lekker…” Ze fluisterde: “Voor mij ook, schatje… Ik voel je langzaam steeds dieper in me komen. En jij mag dat. Lekker met je harde pik in mijn natte kut… Oh!” Ze schokte even. “Op je lekkerste plekje, schatje?”
Joline kreunde. “Jaaahhh… Zo lekker…” “Mag ik mijn handen gebruiken, liefje? Dan wordt het nog lekkerder.” Ze kreunde. “Dat kan… niet…” Héél langzaam masseerde haar poesje nu mijn paal: een millimeter omhoog, een millimeter omlaag… en weer omhoog… Joline hijgde in mijn oor. Langzaam gleden mijn handen over haar rug. De gladde stof van haar onderjurkje voelde heerlijk, met haar warme lichaam er in. “Schatje, ik ga zo komen… Mag dat?” Ik streelde nu haar bovenbenen. “Natuurlijk, geile meid van me. En als jij klaar komt, kom ik ook; ik ben er héél dichtbij.”
Ze kreunde. “Lekker… Lekker samen klaarkomen, schatje… Jouw spuitende pik in mijn natte… Kéés! Já, nu diep! In één keer…” Ik trok haar onderlichaam tegen me aan en duwde mezelf omhoog. “Voel je m’n harde pik diep in die natte spleet van je?” “Jaaahhhh… Zo lekker…” Ze begon te schokken. “Ik kóm… ik kóm… Zo lekker met…” Haar zachte poesje was een nat, warm en knijpend universum geworden en ik kon niet anders dan klaarkomen. “Jolien! Ik… kom….ook!” Hevig trillend begon ik te spuiten en twee warme lippen gleden over de mijne, een tong die er tussen door kwam en die diep in mijn mond drong…
Even later ontspanden we een beetje. Joline legde haar hoofd naast het mijne op het kussen en hijgde nog na. Ik trouwens ook. Langzaam streelde ik haar warme rug en haar billen. “Mag ik mijn handjes weer gebruiken, Freule?” Ze giechelde. “Alleen op mijn rug en mijn billen, ridder. Andere plaatsjes zouden wel een hele erotische gevolgen kunnen hebben.” Toen drukte ze haar lippen weer op de mijne. En toen ze losliet hoorde ik zachtjes: “Ik wilde jou lekker klaar laten komen, Kees. Jou laten genieten. En in plaats daarvan heb je mij…”
Ik onderbrak haar. “… laten genieten. En dat mag ik. Want ik ben jouw vent en jij mijn vrouw. Mijn heerlijke, sexy vrouw. Die me helemaal kent en daar op inspeelt. En even voor de duidelijkheid en de statistieken, Freule Jonkman: Daar geniet deze ridder gigantisch van.” “Mooi, schatje. Dan zijn we het daar over eens. En even praktisch, Kees: geef me even een handdoekje aan, want als ik van je af ga, zou het wel eens heel vochtig kunnen worden.” Ik voldeed aan haar verzoek en langzaam gleed ze van me af. “Gaan we ons nog even opfrissen?”
“Wel zo verstandig hé? Anders krijgen we morgen vragen…” Een snelle, warme douche volgde en een paar minuten later kropen we weer in bed. Joline kroelde tegen me aan. “Ik ben helemaal rozig, Kees. En dat zonder kouwe plens…” “Lekker, meisje. Dan stel ik voor dat we die kouwe plens vervangen door zo’n heerlijk potje vrijen. Lijkt me een goeie deal.” Ze snoof. “Elke avond? Dan wordt het sleur, lekkere vent. En ondanks dat ik vanavond vreselijk genoten heb, gaan we dat niet doen.” Ze kuste me. “Lekker slapen, vrijer van me. Morgen is het weer vroeg dag.” Ze giebelde. “En even geen loopgroep, maar samen met de meiden een auto kopen. Weer eens wat anders…”
Er volgde nog een zachte zoen, toen ging ze liggen. “Welterusten, Kees.” “Lekker slapen, Jolien. En dank je wel, schat.” Een aai over mijn rug was het laatste wat ik voelde…
Lees verder: Mini - 291
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10