Door: De Muze
Datum: 31-05-2024 | Cijfer: 9.3 | Gelezen: 3240
Lengte: Lang | Leestijd: 21 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Broer, Masturberen, Zus,
Lengte: Lang | Leestijd: 21 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Broer, Masturberen, Zus,
Vonk
Het knakken van enkele twijgjes doorbreekt de natuurlijke vrede van het stilleven waarin ik me verborgen houd tussen het struweel. Met mijn opgerichte vlezige zwaard in mijn ene hand verloor ik net mijn evenwicht bij het aanschouwen van de naaktheid van Hadewych. Mijn andere hand was te laat om mijn val geluidloos te breken.
Niet alleen echoot het geluid van de takjes tussen de bomen, ook schieten enkele vogels rondom mij de lucht in, mijn schuilplaats vrijgevend aan mijn zus die onmiddellijk haar borsten met haar handen bedekt. Als ze mij nu zo in deze opgewonden toestand ziet staan, zal haar furie nog krachtiger zijn dan tijdens de avondmaaltijd. Samen met haar rode haren erfde ze dit van mama.
---
“Wat moet er van je worden? Denk je dat je met zulk gedrag een aantrekkelijke huwbare vrouw zult zijn?” Mama’s stem schalde door de ridderzaal.
Papa en ik keken stil naar het broodbord voor onze neus. Doorheen de jaren hadden we geleerd om op momenten als dit de razernij over ons heen te laten gaan. Zodra de twee dames in onze familie de rede weer gevonden hadden, zou papa bedaard zijn wijze woorden laten gelden. Nu ingrijpen zou geen oplossing bieden.
Hadewych schoot overeind. “Of mij dat wat kan schelen! Of ik een huwbare... Laat me niet lachen.” Met die woorden stormde ze de zaal uit. Van enige hoofsheid was geen spoor bij de anders lieflijke Hadewych. Soms kon ik niet geloven dat we kinderen waren van dezelfde ouders, laat staan dat we een tweeling waren.
Het feit dat zij een kwartier eerder geboren was, gaf haar ook de kracht om zich tegen de wereld te verzetten als ze zich benadeeld voelde. Vaak had ik het gevoel dat ze beter als jongen was geboren. Het zou alles eenvoudiger maken. Ze zou haar eerstgeboorterecht kunnen gebruiken om zich voor te bereiden op een leven aan de leiding van onze heerlijkheid. Nu wachtte haar een leven aan het hoofd van een huishouden.
Net dat was de reden voor dit opstootje. Mama had Hadewych aangemaand haar rol als aanstaande burchtvrouw serieus te nemen. Nog te veel schaarde ze zich volgens haar aan mijn zijde tijdens mijn zwaardvechtlessen en de verkenning van het grondgebied bij onze burcht Maupertuus. Dat hoort bij mijn taak als schildknaap. Vaak heb ik het gevoel dat ook zij schildknaap zou willen zijn. Dat kan niet. Dat weet ze. En dat frustreert haar.
“Hendrik, ik had gehoopt dat je mij zou steunen in het bijzijn van Hadewych! We hadden dit toch...”
Papa kuchte luid. Mama keek hem boos aan. Zelden had ik haar zo tegen hem horen praten. Ik probeerde me nog onzichtbaarder te maken dan ik al was.
“Arnoud, jongen, zou je even naar de stalmeester willen gaan en hem vragen of alles in gereedheid is gebracht voor de aankomst morgen van de deelnemers aan ons toernooi?”
Het was duidelijk. Ze wilden niet dat ik verder nog getuige was van het gesprek dat zou volgen. “Natuurlijk, vader!” Gedwee stond ik recht en verliet de zaal via de grote, versierde deur. Ik liet de deur openstaan en bleef erachter wachten.
“Je ontziet haar teveel! Ik snap niet waarom je haar grillen zo vaak door de vingers ziet. Je weet net als ik dat ze enkel een aantrekkelijke bruid kan zijn als ze weet hoe ze de hofhouding van een burcht moet bestieren. De tijd raakt op. De meeste meisjes zijn voor hun zestiende al aan een ander beloofd. Binnenkort wordt ze achttien!” De woordenvloed van mama stokte.
Ik kon niet zien wat de reden was, maar na een korte stilte nam papa met zijn immer serene stem het woord. “Ik heb reeds contacten gelegd, Elisabeth. Nicolaas zoekt een nieuwe vrouw voor zijn zoon Diederik nadat Adelheid op het kraambed is komen te gaan. Hij is nog steeds ontroostbaar, maar Nicolaas hoopt dat een nieuwe vrouw zijn hart kan doen heropleven.”
“Diederik? Je weet toch wat ze over hem zeggen?”
“Als we het verbondschap tussen onze rijken kunnen bestendigen, zal onze welvaart toenemen. Daarenboven weet je dat ik niet van roddels houd. Ik stel voor dat we hen uitnodigen om te kijken wat er van al die achterklap waar is.”
“Goed! Ik zal een uitnodiging laten opstellen voor een feestelijk maal als het toernooi afgelopen is.”
Diederik? Ik zag de onuitwisbare grijns op het gezicht van Diederik voor me. Ontelbare keren had hij op toernooien zijn kansen met achterbakse listen in zijn voordeel weten te keren. Ik wist niet wat het was, maar ik kreeg steeds de kriebels van hem. Ik niet alleen. Ook Hadewych...
Hadewych! Ik moest haar waarschuwen. Ook zij moest absoluut niets van Diederik weten. De verhalen die ze over hem vertelden, beloofden niet veel goeds.
Ik draaide me om en spurtte naar Hadewychs kamer, waar ze meer dan waarschijnlijk naartoe was gelopen.
“Jonkheer Arnoud, gelieve niet te rennen op de trappen.” Petrus, de kamerheer, sprak me vermanend toe nog voor ik één stap in de trappenhal had gezet. “U weet dat uw ouders graag rust in huis hebben.” Hij wees met zijn wijsvinger naar zijn onderlip.
Ik snapte zijn waarschuwing. Als kleine jongen was ik op de trappen gevallen tijdens het wegrennen toen ik tikkertje speelde met Hadewych. Net onder mijn onderlip was nog steeds een heel fijn litteken te zien.
Ik vertraagde mijn stap en overdreven langzaam en stil schreed ik de trap op.
Mocht ik toch naar boven hebben gerend, dan zou ik nooit de hijgende ademhaling hebben gehoord die me plots deed stilstaan. Ik was bijna boven. Was het Hadewych? Normaal gezien zou ik direct de volgende draai van de wenteltrap hebben genomen om te kijken of ze gevallen was, maar iets hield me tegen. Het klonk niet als het gehijg van iemand die buiten adem was of pijn had. Het was eerder de opgewonden ademhaling die ik reeds kende van mijn ontmoetingen met enkele dienstmeiden in het kasteel. Het idee dat ook mijn zus dit geluid voortbracht, verraste me. Hadewych was een deel van mij. Ze was mijn andere helft. Nooit had ik haar echter bekeken met de ogen waarmee ik andere vrouwen bekijk.
Behoedzaam klom ik enkele treden verder. Op de vensterbank van een nis zag ik Hadewych zitten. Ze zat voorovergebogen en keek uit het raam naar beneden. Het was wel degelijk haar ademhaling die ik hoorde.
Zelf hield ik even mijn adem in toen ik zag hoe ze plots doorheen haar tuniek haar borsten begon te kneden. Dus toch? Had mijn vurige en tegelijk onschuldige zus de geneugten van de zinnelijkheid ontdekt? Wanneer was dit gebeurd? We vertelden elkaar immers alles.
Hoewel... Mijn eigen lichamelijke zoektocht had ik ook voor haar verzwegen. Het leek me ongepast. Ze leek de vroomheid waar pater Hieronimus elke zondag vanaf de kansel om leek te preken, hoog in het vaandel te dragen. Wat zou ze ervan denken dat haar eigen broertje zich op het zondige pad had begeven?
Zelf zat ik hierom in gewetensnood. In mijn hoofd klopte het niet wat de pater zei. Kan iets wat zo mooi, zo intiem en zo heerlijk is, slecht zijn? Het genot dat het voortbracht, kon toch moeilijk worden afgekeurd door God. Of waren mijn gedachten door de duivel ingegeven, zoals de Hieronimus ons steeds voorhield?
De pater en de duivel vervaagden uit mijn gedachten toen ik Hadewych het rijgsnoer zag losrukken dat haar kleding samenhield bij haar borsten. Ik leunde naar voren om beter te kunnen zien. Ze keek weer naar buiten, koortsachtig zoekend. Blijkbaar vond ze niet wat ze zocht, want na een diepe zucht leunde ze tegen de muur. Twee naakte borsten hingen uit haar kleding.
Het was niet dat ik niet wist hoe borsten eruitzagen. Het was echter de eerste keer dat ik die van Hadewych zag. Of beter: de eerste keer dat ik ze zag als de volle bolvormige verleidingsinstrumenten van een vrouw in volle opwinding. De tepels die haar blanke huid tooiden, waren hard en stijf. Het had niets van de natuurlijke reactie die tepels konden hebben bij koude. Iets of iemand had mijn zus naar de toestand geloodst die het vuur van haar passie deed ontbranden. Ik wist niet wie het was, maar hij mocht er zeker van zijn dat ik hem goed in het oog zou houden als ik zijn identiteit ontdekte.
Voorlopig waren mijn ogen op Hadewychs heerlijke borsten gericht, die weer zachtjes door haar handen werden bevoeld.
Ik kon er niets aan doen. De lust werd ook in mij veel te groot. Mijn roede richtte zich op en zocht zijn weg doorheen mijn kleding, waardoor hij langzaam in de richting begon te wijzen van de oorzaak van mijn opwinding.
Mijn hand omklemde de hardheid die in de stof zichtbaar werd. Het voelde goed. De druk in mijn lid werd een beetje getemperd.
“Oooohhh, Heere God, neemt de duivel bezit van me?” Omdat het stil was, klonk het gefluister van mijn zus toch luid.
Haar vraag deed het vermoeden rijzen dat dit de eerste keer was dat ze door dit gevoel van zaligheid werd bevangen. Ik wilde naar haar toestappen, haar omhelzen en haar geruststellen. Mijn verschijning zou bij haar echter tot grote schaamte leiden. Dat wou ik niet.
“Maar ik wil het...” Smekend klonk het uit haar mond. Haar hand zakte van haar borst naar het plaatsje waar haar benen samenkomen. Het plekje waar het vuur steeds het felst is. Haar benen schoven uit elkaar.
‘Ze wil het. Ze wil het. Nee, ík wil het.’ Een bliksemschicht sloeg in mijn hoofd in. Ik besefte dat ik naar Hadewych verlangde. Ik wilde haar hete schoot blussen. In gedachten hield ik haar naakte lichaam in mijn armen en duwde ik mijn harde zwaard in haar schede.
Was de duivel er toch mee gemoeid? Ik hunkerde naar gemeenschap met mijn zus. Was het hele minnespel dan toch een manier van de duivel om mensen naar het duister te lokken? Uit verwarring verplaatste ik mijn voet. De lichte schuring over de trede klonk luid. Zonder aarzeling maakte ik dat ik wegkwam. Hadewych mocht me niet zien. Ze mocht niet weten dat ik haar had bespied in haar intieme moment.
Op mijn kamer smeet ik de deur achter me toe. Ik leunde ertegen opdat ze op slot zou lijken mocht Hadewych mijn kamer willen binnenkomen. Ik sloot mijn ogen en probeerde het beeld van de prachtige borsten van Hadewych uit mijn hoofd te verdrijven. Het haalde niets uit. Steeds weer nam mijn fantasie het over en zag ik mezelf tussen haar open benen om bezit te nemen van haar grootste schat. Steeds weer hoorde ik haar stem door mijn hoofd galmen. ‘Ik wil het... ik wil het... ik wil het...’
“Neem me niet kwalijk, jonkheer Arnoud, ik ben bijna klaar.”
De stem deed me opschrikken. Ik keek recht in het open gezicht van Clara. De kamermeid keek me vriendelijk met een lichte toets van bezorgdheid aan.
“Ik was uw kamer aan het klaarmaken voor de nacht. Is alles goed met u?”
Normaal gezien zou ik met een onschuldige smoes mijn waarschijnlijk bizarre gedrag vergoelijkt hebben. Clara keek echter ostentatief naar mijn nog steeds aanwezige opgewonden knuppel die zich niet verborgen hield ondanks enkele lagen stof. Daardoor besefte ik dat haar vraag niets van doen had met de manier waarop ik de deur van mijn kamer blokkeerde.
Ik kon haar niet vertellen over de zondige gedachten die mijn hoofd in de ban hielden. Niet dat ze geschokt zou zijn door de seksuele context.
Zij was immers degene die voor de eerste keer de lust in me opwekte toen ik haar billen heen en weer zag schudden bij het boenen van de vloer van mijn kamer. Zij leerde me op de meest tedere manier hoe ik in tijden van nood de constante stuwing van lust naar mijn dappere strijder een halt kon toeroepen. Maar vooral was zij het die me leerde hoe ik met mijn wapentuig een vrouw kon laten kirren en knorren van genot.
Ik kon haar niet vertellen dat mijn eigen zus in mijn hoofd was gekropen op de meest verleidelijke manier. Dat ik dingen voelde die een broer niet voor zijn zus zou mogen voelen. Dat ik haar begeerde en wilde beminnen.
Zou dit de verliefdheid zijn waar de minstreel het in zijn liederen over had? De allesoverheersende kracht die hoofd en hart overwoekerde met verlangen? Dat zou ik zeker niet tegen Clara mogen zeggen. Stel dat ze het in Hadewychs oor fluisterde.
Clara keek me met zachte ogen aan. Toch drongen ze naar binnen. Het leek of ze in mijn hoofd, mijn hart en mijn ziel kon kijken.
“Het is iemand nieuw, is het niet?” Ze zette een stap dichterbij. Haar hand legde zich op de hardheid tussen mijn benen. Zachtjes streelden haar vingers op en neer. Ik voelde het door mijn kleren heen tintelen.
“Het is een tijdje geleden dat uw degen nog zo paraat stond.” Clara kon een korte giechel niet onderdrukken. “Het doet me denken aan de eerste keer dat ik uw opwinding boven het bed zag uitsteken omdat mijn billen uw ogen uitstaken.” Haar vrolijkheid sloeg plots om. Ernst nam de plaats in. Toch bleven haar vingers me onverminderd prikkelen. “Ik zie schaamte. Waarom? U hebt nog nooit schroom getoond als het om dit soort aangelegenheden gaat. Wie hebt u gezien? Net zag ik u nog de donjon oplopen naar...”
Mijn pik maakte een schokje nog voor ze Hadewychs naam kon uitspreken. Mijn lichaam verraadde me. Maar het maakte niet uit. Ik zag vuurvliegjes in Clara’s ogen rondzwermen die haar plezier in mijn net ontdekte geheim prijsgaven.
Het verwarde me. Was ze dan niet geschokt door het feit dat mijn geilheid niet werd gehinderd door de bloedband die het zondig maakte?
Ik kreeg geen tijd om mijn bezorgdheid te uiten, want Clara zocht met haar hand haar weg doorheen mijn kleren naar mijn naakte vlaggenstok en haalde hem tevoorschijn. De aanraking van haar koude vingers op mijn hete huid veroorzaakte een rilling die ik via mijn rug naar mijn hoofd voelde gaan.
De vingers sloten zich om mijn pik en de vuist maakte trage op- en neergaande bewegingen. Ze zorgden voor een pauze in mijn koortsachtige gedachten rond lust en zonde.
“U hoeft zich niet schuldig te voelen.” Clara’s hoofd bevond zich net naast mijn oor. Ze fluisterde haar woorden met een geruststellende stem. “Hadewych is een mooie vrouw. Dat is mij ook al opgevallen. Het zou vreemd zijn mocht u niet geprikkeld geraken door haar vrouwelijke verschijning. Ook bij mij tintelde het al eens tussen mijn benen door je tweelingzusje.”
De duim van Clara veegde wat van het slijmerige vocht dat uit mijn plasgaatje kwam over mijn eikel. Ze behandelde me met de grootste zorgzaamheid, waardoor ik niet enkel tintelingen in mijn pik voelde, maar ook in mijn ballen die samenkrompen als voorteken dat mijn wapen geladen werd.
Clara’s handen versnelden niet. Ze hielden de druk in mijn lichaam constant. Toch steeg de spanning door de woorden die ze onafgebroken als een wervelwind tijdens een storm in mijn hoofd blies. En die storm woedde fel in mij.
“Kwam het door de sprankeltjes in haar groene ogen die als zonnestralen door het gebladerte van het dichte woud priemen? Werkte de rode kleur van haar krullende lokken op je gemoed in? Of was het nog mooier? Ontdekte je voor het eerst de glooiing van haar heuveltjes die steeds meer en meer boven haar golvende landschap beginnen uit te steken?”
In mijn hoofd verschenen de beelden van Hadewychs lichaam zoals ze, als een natuurpracht, door Clara werden voorgesteld. Mijn ademhaling werd sneller en luider, gelijkmatig opgaand met de opwinding die ze bij mij teweegbracht.
“Is het nog beter dan dat? Mochten uw ogen de wegen van haar lange benen volgen naar de kruising waar haar oase van lust op u wacht? Leek haar heerlijkheid op die van mij?”
Ik hoorde hoe haar andere hand haar rok naar boven trok. Mijn ogen gingen vanzelf naar onder. Ik keek naar de blonde haartjes waaronder ik van lust glinsterende lipjes zag uitsteken. Heel even liet ze mijn pik los. Ze pakte mijn hand en duwde die in de vochtige hitte van haar kutje. Mijn hand reageerde als vanzelf en begon haar daar te strelen. Ze kreunde ter goedkeuring en hervatte haar spel met mijn pik.
“Wat hebt u gezien? Wat heeft u zoveel geilheid bezorgd dat u ervan wegliep?”
Volzinnen waren aan mij niet meer besteed. Ik stamelde in losstaande woorden wat me was overkomen. Maar Clara begreep ze desalniettemin heel goed. Naarmate mijn verhaal vorderde en mijn hand haar clitje vaker beroerde, ging haar hand ook sneller op en neer.
“Heet... mijn voet... lawaai... per ongeluk... bijna betrapt... weg... naar hier... en nu...”
“En nu mag je gewoon genieten, jonkheer Arnoud. Doet u maar. Het mag. Pleng uw offer aan de opwindende schoonheid van Hadewych!”
Clara’s hand begon nu volop door te rukken. Lang duurde het niet. De druk was zo hoog dat dit slechts het laatste duwtje was om mijn zaad als een fontein in enkele stralen tussen ons in de lucht in te laten spuiten. Nadien belandde het op de grond. Op dat moment kneep Clara haar benen tegen elkaar met mijn hand ertussen gedrukt. Ook zij kende een hoogtepunt.
Heel even stonden we versteend. Nagenietend.
Toen kwam ze dichterbij en drukte haar lippen zacht tegen de mijne. Haar kus was teder. Ik liet me er met graagte in meevoeren. Steeds weer lijkt het alsof vrouwen in hun lippen een elixer bewaren dat zich via een zoen doorheen het lichaam van een man verplaatst en zijn hoofd licht en ijl maakt.
“Denk eraan. Geen schuldgevoel.” Met deze woorden wendde Clara zich af. Ze nam een doek en veegde de sporen van mijn offer van de vloer. Daarna liet ze me alleen achter.
Ik wist niet wat ik moest denken. Dat wat pater Hieronimus demoniseerde, werd door Clara vergoddelijkt. Wie had er gelijk?
Plots herinnerde ik me de vraag van papa om bij de stalmeester na te gaan of alles klaar was voor het ontvangen van onze gasten voor het toernooi. Het toernooi. Een nieuwe kans voor mij om op te klimmen van schildknaap naar ridder. Ik haastte me naar de stallen.
We waren bijna klaar met het overlopen van alle gedane voorbereidingen toen ik mama hoorde roepen. “HADEWYCH, niets daarvan!” Ik draaide me om en zag hoe Hadewych op haar paard Walewein sprong en er opgejaagd in volle galop vandoor ging. Het scheelde niet veel of de staljongen was onder de voorpoten van Walewein beland.
“HADEWYCH!” Weer riep mama haar na.
Ik snelde op de staljongen af en hielp hem recht. Hij zag lijkbleek. Gelukkig kwam hij er slechts met de schrik vanaf. Wat bezielde Hadewych om op deze manier uit de stal weg te vluchten? Zo kende ik haar niet.
“Gaat het, Johannes?”
De staljongen veegde het stof van zijn kleren en keek me ontdaan aan. “Jawel, mijn heer.”
“Weet jij waar je zus naartoe is, Arnoud?” Mama was razend. “In plaats van naar ons toe te komen, gaat ze er zomaar vandoor.”
“Ik zal haar zoeken, mama.” Ik liet Johannes mijn paard Storm optuigen. Eigenlijk hoefde ik haar niet te zoeken. Ik wist waar Hadewych was. Ik ken de plaats waar ze naartoe gaat als ze even alleen wil zijn. Het is de plaats waar ze als kind altijd het gelukkigst was.
---
Hadewych bedekt haar borsten met haar handen. Haar kutje bevindt zich net onder het wateroppervlak. Ze strekt haar hals terwijl ze in mijn richting kijkt. De richting van de brekende takjes en de vluchtende vogels.
Ondanks de plotse stress blijft mijn pik meedogenloos de lucht in wijzen.
“Kom tevoorschijn. Ik weet dat je daar bent!”
Lees verder: Opgejaagd! Arnoud - 2: Vuur
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10