Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: De Muze
Datum: 07-06-2024 | Cijfer: 9.3 | Gelezen: 3497
Lengte: Lang | Lezers Online: 1
Dit is het vervolg op: Opgejaagd! Hadewych - 1: Vonk
Vuur
'Kom tevoorschijn. Ik weet dat je daar bent!' roep ik. Er zit iemand achter de varens en struiken tussen de bomen van het bos.
Ik kijk om me heen. Steeds dieper het water in lopend met beide handen voor mijn borsten. Of zou het een zwijntje of een hert zijn? Of is het …
'Wie ben je? Maak jezelf kenbaar!' roep ik met een krachtige stem, om mijn onzekerheid te verbergen. Het heldere donkere water reikt tot vlak onder mijn borsten. Ik laat me verder zakken. Mijn naaktheid is nu geheel verborgen onder de waterspiegel. Het water voelt plots koud aan.

Ingespannen tuur ik naar de bosrand. Zal degene die zich in het groen heeft verstopt zich bekend maken? Of heb ik me toch vergist? Dan zie ik varens en takken bewegen en komt mijn broertje uit het struweel.
'Arnoud, wat doe jij hier?' stamel ik verbaasd. Of ook weer niet. Als één iemand weet waar ik gezocht zou moeten worden dan is hij het wel!
'Ik moest je van mama zoeken. Ze is boos. Heel erg boos. Ik hoopte dat je naar hier zou komen.'
Ik zucht. Ik zucht van opluchting dat hij het is en uit ergernis. Waarom moet hij zich met me bemoeien?
'Ik moest even weg. Er is iets... Ik moet iets uitzoeken. Dat kan niet binnen de muren van de burcht. Maar wel binnen mijn eigen muren. Ik... Waarom zat je eigenlijk tussen de struiken?'
Ik doe een paar stappen naar voren waardoor het water tot mijn navel komt. Ik zie zijn ogen gericht op mijn borsten. Een vluchtige glimlach trekt over mijn gezicht. Blijkbaar vindt hij dat interessant... meisjes met blote borsten.

Gek eigenlijk, net of ik na mijn eerste maandstonden mij schaamde voor mijn lichaam. Vroeger hadden we nooit schaamte naar elkaar. Hoe zou zijn… Mijn ogen dwalen af naar zijn middel. Zijn broek staat strak.
Allerlei gedachten schieten als zwaluwen aan mij voorbij. Is zijn opwinding het gevolg van mijn naaktheid? Zat hij mij stiekem te bespieden? Ik zou het moeten afkeuren, maar ik doe het niet. Ik zou hem naakt willen zien, mijn broer. Ik zou... Zondige gedachten! Het zou bloedschande zijn... maar toch!

'Ga maar terug en kondig mijn thuiskomst aan,' zeg ik feller dan ik het bedoel.
Bedeesd draait Arnoud zich half om. Dan bedenkt hij zich en zegt: 'Ik moet je waarschuwen. Ik weet waarom papa en mama je willen spreken.'
'Is mama haar toorn nog niet geluwd omdat ik de leiding niet wil nemen over het huishouden?'
'Het is erger dan dat.'
'Erger dan mama’s gramschap?'
Arnoud kijkt mij ernstig aan. Ernstiger dan anders. Er is wat aan de hand en het is geen goed nieuws. Weer zet ik een stap naar voren om op hem toe te lopen, maar ik bedenk me.

'Kom je bij mij in het water?'
Even denk ik dat Arnoud geen gehoor wil geven aan mijn vraag en zich terug het bos in wil begeven. Weer die blik van hem. Serieus en niet zeker van hemzelf. Ik snap hem wel. Hij weet zijn opwinding over zijn naakte zus niet te verbergen. Dat moet ik dan toch rekenen tot een voordeel voor vrouwen dat het makkelijk is onze lust te verbergen.

Arnoud staat met de rug naar mij gekeerd en kleedt zich uit, eerst zijn tuniek en daarna zijn broek. Hij draait zich om en loopt naar de waterrand. Ik houd mijn adem in. Ook hij is veranderd en in deze staat is hij op zijn minst... indrukwekkend.
Het koude water zorgt voor een dempende werking op mijn opgewondenheid. Maar toch voel ik de kriebels. Zijn pik is hard en zwiept als het zwaard van een ridder in een tweegevecht. Ik glimlach. Mijn broertje is een man geworden.

'Wat is er aan de hand?' vraag ik hem als hij vlak bij me is in het water. Ik kijk hem recht aan en geef hem niet de kans zijn blik te laten dwalen. Hoe graag hij dat ook zou willen.
'Ik hoorde papa tegen mama zeggen dat hij je wil uithuwelijken.'
Als mokerslagen dringen de woorden mijn hoofd binnen. Papa en mama willen mij uithuwelijken? Uithuwelijken!? Het wordt licht in mijn hoofd en het lijkt of het bos rond het ven draait. Ik sluit mijn ogen voordat ik mijn evenwicht verlies en zucht eens diep. Het lijkt te helpen. 'Is het zover?' Ik kijk hem uitdrukkingsloos aan.
'Aan Diederik!'

Aan Diederik galmt het in mijn hoofd!
'Vieze Diederik? Dat meen je niet! Is papa gek geworden? Weet hij dan niet wat voor een schoft dat is?'
'Dat zei mama ook, maar papa wil hem een kans geven. Een verbond met de heerlijkheid van zijn vader Nicolaas zou ons geen windeieren leggen. Hij denkt dat de verhalen over Diederik niet waar zijn, en dat hij gebukt gaat onder het verdriet om de dood van Adelheid.'
'Huh! Verdriet? De enige reden waarom hij ooit verdriet zou hebben, is als iemand zijn schurftige lul afhakt, zodat hij de eerbaarheid van weerloze meisjes niet meer kan de afgrond in helpen. Je hebt toch zelf gezien hoe hij zich na de begrafenis van zijn beklagenswaardige vrouw, God hebbe haar ziel, probeerde op te dringen aan een van de kamermeisjes van zijn eigen nicht. Als zijn vader niet net was binnengekomen, dan waren de gevolgen niet te overzien geweest. En papa wil...'

Ik val stil. De gevolgen voor mijn leven, voor mijn geluk, dringen plotseling tot mij door. Ik voel tranen opwellen. Ik kijk Arnoud aan die zich duidelijk geen raad weet met de situatie. Hij maakt een beweging dat hij mij wil troosten, maar realiseert zich waarschijnlijk dat het in onze naaktheid misschien niet gepast is. Toch val ik in zijn armen en druk ik me tegen hem aan. Tranen komen en ik voel de koelte van het water van het ven in mij trekken. Ik leg mijn hoofd tegen het zijne en laat mijn tranen vloeien. In stilte.
Arnoud fluistert woorden in mijn oor, woorden die me een beetje kalmeren. Niet alles is verloren. We geven ons niet zomaar gewonnen. Hij laat weten dat ik niet alleen sta. Ik druk me harder tegen hem aan. Huid tegen huid.

Gek dat ik naar een man verlang en dat het nu mijn broer is waar ik me tegen aandruk en bescherming bij zoek. Ik voel een beetje van zijn warmte. Zijn borstkas is hoekig en sterk, ik voel me veilig. Zijn handen strelen mijn bleke huid. Over mijn rug en daarna lager. Ik laat hem zijn gang gaan.

Ik sluit mijn ogen en voel Arnoud zijn steeds harder wordende pik tussen ons in omhoog kruipen. Net als ik mijn hand tussen ons in wil laten op zoek naar zijn mannelijkheid, maakt Arnoud zich los.
'Kom, we haasten ons naar huis om papa zijn vreselijke plan uit het hoofd te praten.'
Tersluiks kijk ik naar zijn mast, recht omhoog wijzend. Maar meer wordt mij niet gegund want Arnoud draait zich om naar de oever. Door het ondieper wordende water waad ik achter hem aan.

Zijn sterke lichaam is aantrekkelijk. Ik weet dat verschillende dienstmeisjes in het kasteel hun nek draaien als hij voorbijloopt. Ik ben nu volledig uit het water en eigenlijk hoop ik dat Arnoud zich naar mij omdraait. Maar hij zal te verlegen zijn en mij niet in verlegenheid willen brengen. Op de oever aangekomen lopen we beiden naar onze stapel met kleren. Walewein staat trouw op me te wachten. Ze stapt op me toe en haar hoofd raakt even mijn borst. Ik aai haar over de neus. Daarna kleed ik me snel aan. Ik neem niet de moeite om me af te drogen, daar zal de rijwind wel voor zorgen. De kleding voelt vreemd aan mijn nog natte huid. Ik pak de teugels van Walewein en spring snel op haar rug. Arnoud is ook klaar.

We geven onze paarden de sporen en vliegen in galop door het woud in de richting van Maupertuus, het kasteel van onze ouders. De avond valt en de ondergaande zon zorgt ervoor dat het lijkt alsof het bos in het westen in vuur en vlam staat. Ik geef Walewein nog eens extra de sporen. Even kijk ik achterom om te kijken of hij Arnaud in mijn sporen blijft. Hij rijdt achter me aan, we doen niet voor elkaar onder als het om paardrijden gaat.

In de verte komt de toegangspoort in zicht. Arnoud haalt me in doordat ik bij Walewein de teugels wat aantrek. Alles in me zegt dat ik wil omdraaien en vluchten voor wat er komen gaat. Ik recht mijn rug en rijd achter mijn broertje aan. We rijden de poort door over de binnenplaats in de richting van de stallen. De stalknaap is nergens te bekennen. Zou ik hem toch hebben bezeerd toen ik een paar uur geleden wegstoof? Ik stap af, neem Walewein bij de teugels en loop in de richting van de staldeur. Net als ik naar binnen wil gaan, komt de stalmeester naar buiten. ‘Ik denk dat u best even naar binnen gaat om verschoning te vragen bij de stalknaap. Hij is nogal geschrokken.’ fluistert hij me toe.

Even wil ik in protest gaan, maar ik kan mijn opkomende boosheid onderdrukken. Ik kijk beschaamd naar de grond en zucht eens diep. Waarom is alles zo ingewikkeld? Heel even kijk ik Arnoud aan. Hij heeft niets gehoord van wat er in mijn oor werd gefluisterd en ik laat het zo. De stalmeester neemt de teugels over. Arnoud stijgt af en samen lopen we de duisternis van de stal in.

De gang naar de tuigkamer is verlicht door fakkels en die zetten de ruimte in een onheilspellend licht. De flakkeringen zorgen voor dansende schaduwen. Ik weet de nabijheid van Arnoud, maar anders zou ik me niet op mijn gemak voelen.

Ik ga voor de deuropening staan. In de kamer zit Johannes, de staljongen, met een of andere meid om zijn nek. De rijgveters van haar bovenstukje zijn los. Snel trekt Johannes zijn hand terug.
Zit de staljongen nu alweer te foezelfooien met die keukenmeid?
Ik zucht diep en zoek woorden om te zeggen. Ik weet dat ik fout zat vanmiddag. Dat ik te fel was en dat mijn roekeloze gedrag bijna voor een ongeluk had gezorgd.

'Heb je even?'
'Ik luister!' zegt Johannes uit de hoogte.
Hmmm, die toon bevalt me niet. Ik kijk hem scherp aan. 'Luister je? Dat is goed!' Mijn stem klinkt scherp als een zwaard. 'Luister dan maar heel goed. Niet alles wat jij uitspookt, blijft verborgen!'
Even kijkt hij mij verward aan. Zijn mond valt open om iets te zeggen, maar ik ben hem voor. 'Weet je wel dat je boven op de hooimijt niet voor iedereen onzichtbaar bent?'

Achter me hoor ik geschuifel en gestommel en voor me maakt het meisje zich van de stalknaap los en loopt mij met een kort knikje voorbij.
Heel even volg ik haar met mijn blik. 'Mijn heer, zou ik uw hulp mogen vragen bij een klein geschil dat ik heb met mijn zus? U weet dat ze heel koppig kan zijn, en ze praat steeds vol lof over uw grote... eh...' Ze loopt met Arnoud de tuigkamer uit. Domme, domme gans, denk ik. Van de ene jongen naar de andere.

De stemmen achter me verstommen. Ik ben alleen met de stalknaap. 'Wat dacht je zelf...’ Ik zet een stap in zijn richting. Zijn gezicht loopt rood aan. We staan nu vlak voor elkaar. Even zie ik de beelden voor me. Hoe het meisje zijn mannelijkheid in haar mond nam. Zijn stijve...

Ik sluit mijn ogen en schud het beeld van me af. 'Hoe jij haar nam en je harde mannelijkheid in haar heerlijkheid duwde!'
'Ja maar...'
'Wat, ja maar?'
Hard knijp ik hem in zijn kruis. Niets van zijn hardheid is nog te voelen. Zachtjes blijf ik zijn slappe wapen kneden. Hij slikt hoorbaar en zijn ogen zijn groot.
'Dat neemt niet weg dat ik me onbehoorlijk heb gedragen. Niet zoals een eerbiedwaardige jonkvrouw zich zou moeten gedragen. Waar ik ook mijn spijt voor wil betuigen.' Onder mijn handen voel ik hem harder worden. 'Ik stel voor dat ik dit voor één keer niet aan de stalmeester zal vertellen.' Ik geef hem een knipoog. Heftig schudt hij zijn hoofd ten teken dat we elkaar begrijpen.

Door het dunne linnen van zijn broek voel ik de duidelijke contouren van zijn pik. Ik merk dat mijn ademhaling versnelt, net als die van hem. Hij zet een half stapje vooruit terwijl ik mijn ogen sluit. Ik kan bijna de warmte voelen van zijn lichaam. Voor de tweede keer voel ik een pik en verlang ik naar het moment dat ik genomen word door een man. Dat hij me vrouw laat zijn...

Dan laat ik hem los en draai me om zonder hem nog een blik waardig te gunnen. Niet nu en niet door hem! Ik loop door de deuropening de gang in, in de richting van de poort die toegang geeft tot de binnenplaats. Weer voel ik dat kolkende gevoel in mijn lijf. Johannes die vlak voor me stond en de drang in me om hem vast te pakken en zijn kloppende mannelijkheid te pakken. Dat gevoel waar ik geen weerstand aan wil bieden, het gevoel dat ik niet negeren wil en steeds sterker wordt.

In de verte hoor ik de lichte stem van het meisje. Ik houd mijn pas iets in en probeer met lichte voeten hun kant op te lopen. Ik vang woorden op uit hun gesprek. Ik vang de naam Johannes op. En het gaat over zingen? Wie zingt?
Ik spits beter mijn oren.
'...dat klopt, mijn heer, maar hij zingt steeds hetzelfde liedje. Het is wel fijn, maar volgens Jutte kent u een leuker wijsje, met meer aandacht voor de stem van het meisje.'
'Ik wil Johannes niet voor het hoofd stoten,' hoor ik Arnouds stem.
'Oh, maar hij zingt met zovele meisjes, mijn heer. Hij is heel erg bedreven in het zoeken naar de vrouw met de mooiste stem. Ik zing enkel omdat ik het graag doe. Maar ik zing liever een duet.'

Het begint me te dagen... Langzaam sluip ik naderbij tot aan de hoek waarachter Arnoud en het meisje staan. Voorzichtig steek ik mijn hoofd om de muur. Ik blijf in de schaduw verborgen. De jonge deerne staat met de rug naar me toe. Arnoud bekijkt haar en heeft geen oog voor wat achter haar gebeurt. Ik zie hoe ze haar lijf streelt.

'Wilt u met mij zingen? Samen?'
Zingen... herhaal ik in mijn hoofd. Hij moet haar laten zingen. Zou Arnoud zich al eens op een meisje hebben gestort? Blijkbaar dienen ze zichzelf bij hem aan.

Ik stap de hoek om en doorbreek hun moment. 'Ik heb geen idee waarom je met hem zou willen zingen. Ik heb het al gehoord, en veel plezier zal je er niet aan beleven.'
De ogen van Arnoud vangen die van mij. Er is schrik te lezen, maar mijn glimlach doet hem ontspannen.

'Kom, minstreel, we hebben nog een dringende taak te volbrengen.' Ik loop het meisje voorbij en knijp haar terloops zacht in haar bil. Ze geeft geen krimp. Arnoud volgt me de binnenplaats over in de richting van het hoofdgebouw. Hij loopt naast me. Ik zou hem willen vragen of ik die dubbelzinnige woorden goed begrijp en of hij werkelijk al eens een meisje heeft bemind. Maar daar is het moment niet naar. Ik moet me richten op de confrontatie. We lopen de trap op richting de ridderzaal.
Ik zwaai de deur open en stap de ruimte binnen. Het is er aangenaam. Een groot vuur in de schouw verlicht en verwarmt de ruimte. Mama staat op uit haar stoel en kijkt me aan. Wat ze ziet, bevalt haar duidelijk niet. Mijn haren zitten in de war en aan de haarpunten nog nat van het water van het ven. Mijn rok is kreukelig.

'Daar ben je dan! Waar was je naartoe? Hadden we je niet...'
'Ik moest weg! Ik moest mijn hoofd leegmaken. Hier lukte het niet. Ik voel me net een gevangene die vanuit de kerker toekijkt op het binnenplein waar de beul al klaarstaat om me aan de galg te…'
'Jongedame, stop met die kletspraat. We willen alleen dat je je eindelijk volwassen gaat gedragen en je taak ernstig neemt. Je moet...'
'Taak? Welke taak? Tegen de kok zeggen welke maaltijd hij moet bereiden? Tegen de meid zeggen dat ze niet mag vergeten de bedden te verschonen? Of is het mijn taak om me door jullie in het ongeluk te laten storten door met vieze Diederik te trouwen?'

Naast me hoor ik Arnoud zijn adem inhouden. Ook papa komt uit zijn stoel overeind. Hij kijkt mij niet aan maar Arnoud, zijn blik is streng.
'Arnoud, heb jij zitten luistervinken?'
Ik voel Arnouds ongemak. Hij staat hier door mij. Hij weet hoe ik me voel en wil mij helpen.
'En dat is precies de reden dat we hier zijn. Jullie kunnen...'
Mama onderbreekt mijn woorden. 'Jij bent geen man, Hadewych! Je bent een vrouw. Stop met te doen alsof je ooit een ridder zal kunnen worden. Gedaan met die kinderspelletjes!'

Het is stil. Alleen het knetteren van het vuur en het schrapen van de voet van Arnoud doorbreken de stilte.

De woede neemt bezit van me. De onmacht die ik voel, vreet me op van binnenuit. Ik voel het bloed opgejaagd naar mijn hoofd stijgen...
Ik bal mijn vuisten, klaar om mijn volgende zinnen als kanonskogels naar buiten te vuren. Voor ik mijn mond open, hoor ik de stem van Arnoud. 'Mama, mag ik je even apart spreken?'
Verbaasd kijk ik naast me. Arnoud kijkt naar mama, die zonder tegenspraak zijn kant op loopt. Even kijkt mama mij aan. Haar blik is eerder bezorgd dan boos. Misschien pas ik ook niet in haar denkbeeld van jonkvrouw zijn.

Stil blijf ik bij de deur staan. Niet wetend wat ik moet zeggen. Mijn woorden die net nog vlot kwamen, zijn verdwenen.
'Kom, Hadewych. Ga zitten!'
Ik loop op papa toe en ga op de stoel van mama zitten. We kijken elkaar aan.
'Je haren zijn nat en het regent niet!'
'Ik heb gezwommen in het bosmeertje, daar heeft Arnoud me gevonden!'
'Daar was je vroeger ook altijd te vinden, met de kinderen van de boeren uit het dorp.' Ik knik. 'Maar dat was vroeger, Hadewych. Je wordt volwassen en er liggen taken op je te wachten.'
'Alleen maar dingen die ik niet wil!' mijn stem slaat over.
'Dat geloof ik niet! Maar ik weet dat jij veeleisend bent naar jezelf. Soms kun je zelf invloed uitoefenen op je eigen leven. Maar soms ook niet. Dan wordt het leven bepaald door het lot. Het lot heeft je hier gebracht, Hadewych. Dat je opgroeit in weelde en niet in armoede.'

Papa laat een stilte vallen. Ik laat de woorden op me inwerken. Ik herhaal één zin een paar keer alsof het een spreuk is uitgesproken door de pater. Soms kun je zelf invloed uitoefenen op je leven.

'Tot nu toe speelde je leven zich tussen de muren van Maupertuus af, dat heeft de voorzienigheid bepaald. Wees daar dankbaar om!'
Ik zucht. 'En nu mag ik naar Vieze Diederik!' zeg ik met overslaande stem.
Papa kijkt me streng aan. 'Spreek niet zo over hem! Hij is een trouw vazal van de koning!'
Ik kijk hem schamper aan. 'Misschien trouw aan de koning, maar niet aan zijn vrouw. Alle verhalen die over hem rond…'
'Verhalen, precies! Roddel en achterklap zul je bedoelen. Wees voorzichtig, Hadewych. Laat je niet meeslepen door zwartmakerijen van anderen!'
Ik staar in het vuur om de blik van papa te ontwijken. Ik weet dat Diederik niet deugt. Ik heb het zelf gezien. Meerdere keren. Ik durf het niet te zeggen. Niet nu. Papa zal zeggen dat ik overdrijf, dat ik hem een kans moet geven. Maar ik kan niet niets doen.

'Maar ik wil zelf mijn man kiezen! Ik wil niet huwen met iemand omdat het beter is voor hem of voor onze heerlijkheid!' roep ik papa toe. 'Ik wil zelf kiezen!'
'Je bestemming is anders, je kiest voor het land en voor je volk, dat zijn we aan hen verplicht. Het gaat om hun welvaart en veiligheid. Je kiest niet voor jezelf, dat zou egoïstisch en gevaarlijk zijn! Kijk naar jezelf, Hadewych. Je staat bekend als weerspannig en eigenwijs.'
'Nou, dat is beter dan volgzaam en onderdanig!' Ik zucht en heb niets meer te zeggen.
'Ga morgen met de pater praten, die heeft misschien wijze woorden voor je!' Ik knik. 'En daarna ga je je nuttig maken. Er moet nog veel gebeuren om alle gasten voor het grote toernooi te ontvangen! Vergeet niet dat het een volksfeest wordt, met minstrelen en vaganten. Alle horigen en edellieden kijken naar deze dag uit. Laat je zien, Hadewych, in al je schoonheid!'
'Ik doe het voor jullie, niet voor die vieze...'
'En later die dag kun je aan de avonddis echt kennis maken met Diederik.'
'Vieze Diederik' zeg ik scherp.
'Laat ik dat in dit huis niet nog een keer horen!' Papa's stem klinkt bars.
Ik kijk hem aan. Hij ziet er moe uit. Ik geef hem een kus op zijn voorhoofd en er verschijnt een flauw glimlachje rond zijn mond. Daarna draai ik me om en verlaat de ridderzaal. Mijn ogen vullen zich met tranen. Als het aan mijn ouders ligt, is dit mijn fatum.

Ik loop in de richting van de trap naar de slaapvertrekken. Daar hoor ik mama's stem: 'Ik heb beloofd om Diederik en zijn vader uit te nodigen voor een maaltijd. Vertrouw op je vader. Hij heeft mensenkennis en zal niets ondoordacht beslissen. Als Diederik echt niet deugt, doorziet hij dat wel.'

'Sorry!'
Mama ziet me staan, ik wil mijn tranen wegwrijven maar ze is me voor. 'Ach, meid toch!' Ze geeft me een knuffel en wenst ons een goede nachtrust.
Met mijn hand wrijf ik mijn vochtige ogen droog. Ik voel een arm om mijn schouder. Arnoud neemt me mee naar de verdieping met de slaapvertrekken.
Daarboven in de hal staat Clara met een kaars te wachten op ons, of misschien wel op mij. Ze gunt Arnoud geen blik waardig. Wel leest ze het leed in mijn ogen en ze streelt mijn wang. In mijn oor fluistert ze woorden die mijn ogen doen sperren. 'Onder je kussen ligt iets voor je klaar, ter lering en vermaak.' Ze geeft me een kus. 'Het is hard en zal je in extase brengen...' Haar blik is ondeugend.
'Dank je voor je hulp, broertje. Slaapwel!' Snel ren ik naar mijn kamer.

Ik sluit de deur achter me en vergrendel die. Even leun ik met mijn rug tegen het zware hout en kijk de kamer rond. Clara heeft kaarsen aangestoken en op mijn bed liggen rozenblaadjes. Het nare gevoel vloeit weg uit mijn lichaam. Hier in de cocon van mijn eigen kamer kan ik mezelf zijn. Ik maak me los van de deur en loop naar het bed. Mijn hand reikt naar het kussen en draai deze om.

Op het linnen ligt een donker houten voorwerp. Ik pak het in mijn hand. Ik herken de vorm... Ik zag het bij Arnoud toen hij het water in rende. Het hout voelt hard en glad aan. De kop is iets breder dan de schacht, in de vorm van de eikel van een man. Een siddering trekt door mij heen, de warmte in me begint weer te stromen. Ik breng het naar mijn gezicht. Ik ruik eraan en de geur is prettig. Ik lik aan de top zoals ik dat meisje bij Johannes zag doen.

Koortsachtig maak ik de rijgveter van mijn tuniek los, net als mijn rok die van mijn heupen glijdt. Het stuk rondhout duw ik over mijn onderrok tegen mijn kutje aan. Langzaam schuif ik hem heen en weer. De top van de paal drukt tegen dat gevoelige plekje. Steeds meer ontdek ik mijn lichaam, mijn heerlijkheid. Ik trek mijn tuniek uit en kruip het bed op. Mijn borsten hangen naar beneden. Ik leg mijn hoofd op het kussen en steek mijn billen omhoog. Langzaam schuif ik hem tussen mijn benen heen en weer. Ik noem hem "hem". In gedachten zie ik de harde pik van Arnoud. Mijn naakte aanwezigheid deed hem stijf worden. Mijn lippen wijken, mijn kutje is nat. Wat zag hij bij het vennetje in het bos? Zag hij zijn zus of ging het verder dan dat? Zag hij een vrouw die hij zou willen beminnen?

Voorzichtig duw ik “hem” tussen mijn kutlipjes. 'Hmmm' kreun ik. Steeds verder en dieper tot ik weerstand ondervind en niet verder kan. Nu is het moment. Ik richt mezelf op en steun op mijn knieën. De pik zet ik klem tussen mijn kutje en de matras van het bed. In gedachten zie ik Arnoud liggen, met zijn stijve pik klaar en zijn hand grijpend naar mijn borst.

Het is niet zijn hand, maar mijn eigen hand die de zachte welving vastgrijpt en begint te kneden. Mijn tepels zijn hard. 'Ooowww!' De druk op mijn kutje wordt groter. Ik streel met mijn vingers mijn schoot, mijn heerlijkheid. De haartjes rond mijn lipjes voelen nat en alles is gevoelig. Ik beweeg voorzichtig op en neer op “hem”. Steeds meer de druk opvoerend. Steeds een beetje verder.

Dan, onaangekondigd, voel ik een snijdende pijn en zak ik over de harde paal heen. Ik snak naar adem en voel me duizelig worden. Mijn hart bonst in mijn keel. Mijn vingers beroeren het puntje waar de lippen van mijn spleetje bij elkaar komen en zoveel genot geven. 'Oooowww' zucht ik. De pijn maakt plaats voor lust. Heel voorzichtig begin ik mijn billen weer op en neer te bewegen over “hem”. Ik voel me gevuld en geil. Weer denk ik aan Arnoud. Zou hij het gevoel kennen dat een hij een meisje vult? Net zoals mijn kutje wordt gevuld.

In en uit glijdt de paal. Steeds sneller. Het is een nieuw gevoel... Intens en diep. Ik verbaas me erover hoe diep het rondhout in mij verdwijnt. 'Hmmm' Mijn borsten schudden op en neer terwijl mijn schoot over “hem” glijdt. Mijn kutje vult zich met dat heerlijke sap. Ik laat me achterover zakken op het bed en spreid mijn benen zo wijd mogelijk. Ik verspreid het sap over mijn kutje en mijn haartjes die mijn kutje verbergen. In en uit beweeg ik de pik. Het overweldigende gevoel van enorme opwinding en geilheid stroomt door mijn aderen. Zweet parelt van mijn voorhoofd en mijn wangen zijn rood. Mijn ademhaling is snel en onregelmatig. Steeds harder duw ik “hem” naar binnen. Mijn vingers masseren mijn clitje.

'Aaaawww!' Alle vlinders die zich in mijn buik hebben verzameld en daar kriebelen, vliegen naar één punt. Alle spieren van mijn lichaam verkrampen. Rond mijn kutje trekken mijn spieren samen, ritmisch, pulserend tot het ik het geile hoogtepunt bereik. Het is de hemel, hier op aarde. Wat zou er fijner kunnen zijn dan dit?

Mijn benen ontspannen. Ik heb ze nog steeds wijd uiteen. Voorzichtig trek ik ”hem” terug uit me. Het voelt vreemd en leeg, maar ook voel ik me voldaan en moe. Heel moe. Ik trek de deken over me heen omdat ik ril. Ik sluit mijn ogen en val bijna gelijk in een diepe slaap.
Trefwoorden bij dit verhaal: Broer, Dildo, Met Familie, Ontmaagd, Ontmaagding, Verlangen, Zus, Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...