Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Keith
Datum: 13-12-2018 | Cijfer: 9.5 | Gelezen: 19625
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 34 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 2
Zondagochtend. De zon brak aarzelend door het dunne wolkendek. Buienradar gaf aan: windkracht 2 en 23 graden. Uitstekend weer dus voor een mooie wandeling en een terrasje. Rustig ontbijten, koffie en dan de zaterdagkrant, in de zon, op het terras. In tegenstelling tot andere zondagen kon ik me moeilijk concentreren op hetgeen ik las. Mijn gedachten draaiden rond een lange jongedame met blond haar...
Rond een uur of elf kleedde ik me aan, haalde nog een keer een borstel over mijn schoenen zodat ze écht glommen en keek mijn colbert even na of dat geen plotselinge gebreken vertoonde. Alles in de hand. Geen stropdas vandaag.
En rond twaalf uur startte ik de auto. Eerder dan verwacht reed ik een parkeergarage in Den Bosch in. Ik parkeerde mijn auto zoals altijd met de neus in de wegrijrichting. Vanuit de auto kon ik op die manier meteen goed zien wie de garage binnenreed. Waarschijnlijk zou Joline hier ook parkeren; zo niet, was ik binnen ee paar minuten bij het restaurant.
En jawel: om tien voor een kwam er een Mini de helling af en in het licht van de lampen bij de ingang zag ik lang blond haar achter het stuur. Toen ze haar kaartje uit de automaat had getrokken seinde ik kort met de koplampen. Een zwaai gaf aan dat ze me gezien had en soepel parkeerde ze haar auto naast de mijne.

Toen ze de motor uitzette, hield ik haar portier open en zei met een geaffecteerd accent: “Goedemiddag Freule… U bent zoals gewoonlijk mooi op tijd.”
Ze antwoordde op dezelfde bekakte manier: “Dank je wel James. Staat de sherry al koel?” Om vervolgens uit te stappen. Ze had haar haren in een losse staart gebonden, haar gezicht subtiel opgemaakt, een witte blouse met shawl en een wijde, lichtrode rok met een huidkleurige panty. Open schoenen met een hakje completeerden haar outfit. “Lentekoningin”, dacht ik meteen.
Ze gaf ze me een snelle zoen op m’n wang. “Blij dat je kon vandaag; we maken er een gezellige middag van! Kom, ik weet de weg.” Al lopend viel het me op dat ze hetzelfde looptempo had als ik. “Loop jij nu niet een beetje geforceerd snel?” vroeg ik. Joline schudde het hoofd. “Ik heb heel veel gewandeld. Maar als we vanmiddag nog gaan wandelen, doe ik wel andere schoenen aan. Hier ga ik de Vierdaagse niet mee redden, vrees ik.”
Lachend zei ik: “Ach, er zouden genoeg kerels zijn die je desnoods vanaf de brug bij Cuyk tot en met de finish op de Wedren willen dragen. Zeker in deze outfit. Je ziet er uit als een lenteschilderij.”
Ze keek me even aan. “Jij kent de Vierdaagse? Zelf gelopen?”

Ik knikte. “De eerste keer in dienst, vlak voordat ik afzwaaide. Consequentie van een verloren weddenschap. Ik dacht dat ik een hele bink was. 4 x 40 kilometer met bepakking… Eitje toch? Heel dom van me. Wel uitgelopen. Knock-out gegaan op Kamp Heumensoord na terugkomst, toen ik twee biertjes achterover had geslagen. Compleet van de wereld gegaan. De volgende ochtend op de baard van mijn tante gezworen het nooit meer te doen… En een jaar later liep ik weer, nu met een paar mede-studenten uit Eindhoven. Vorig jaar was het de zevende keer. Maar hallo mevrouw… Ik gaf je net een poëtisch compliment. Weet je wel hoeveel moeite een botte techneut als ik moet doen om zoiets te verzinnen en het vervolgens over zijn lippen te krijgen? En jij gaat gewoon door over iets platvloers als de Vierdaagse…”

Ik keek verontwaardigd en ze moest hard lachen. “Ja, dank je wel voor het compliment. Jij ziet er ook goed uit: netjes, maar niet overdressed. En je woordspelingen zijn ook leuk. De Vierdaagse als platvloers onderwerp. Goed gevonden Zou je niet verwachten bij een botte techneut…”
Ze sloeg plotseling rechtsaf. “Hier moeten we zijn. Ik zal even vragen waar we mogen zitten.” Een tafeltje voor twee achteraf op het terras bleek voor ons te zijn. “Hoe wil je zitten?” vroeg ze, “met je gezicht naar het plein of niet?” “Het maakt me weinig uit. Ik kreeg opdracht om vanmiddag mensen te gaan kijken en dat ga ik dus doen ook. Eén uiterst charmant vrouwelijk exemplaar in het bijzonder.”
Ik kreeg een fraaie glimlach als reactie. “Gekke vent. Kom naast me op de bank zitten. Kunnen we, als we niets meer te zeggen hebben, mooi de voorbijgangers taxeren.” Tegen het “naast haar zitten” had ik absoluut geen bezwaar; de voorbijgangers interesseerden me geen moer. “Even voor de goeie orde: ik trakteer. Jij hebt me een heleboel geld bespaard en bent een heel eind omgereden voor me; dat is het minste wat ik terug kan doen.”
Hmmm… in mijn optiek mocht ze heel wat meer terugdoen, maar zover waren we nog niet. Héél kalm aan doen, Kees… hardlopers zijn doodlopers. We kozen een gezonde lunch: bruin brood, magere gerookte kip in een lichte marinade. “De saladebar staat binnen, daar kunt u ook gebruik van maken!” zei de serveerster.

Toen ze weg was mopperde ik: ”Zie ik eruit als een konijn? Die vreten sla. Een beetje vent wil calorieën en eiwitten.” Joline keek me spottend aan. “De Mc Donalds is hier 5 minuten rijden vandaan, als je calorieën wilt. Bekijk eerst even het gemiddelde publiek daar en denk dan even na, vóór je iets bestelt. En als je eiwitten wilt: loop dan als een echte vent deze grot uit, zoek een mammoet, dood hem met blote handen, sleep ‘m naar de grot, maak vuur, vil hem en snij het beest in hapklare brokjes, dan zal ik ‘m wel braden. En als dat teveel moeite is: hou dan je commentaar voor je, eet braaf je sla en geniet van de kip. ’t Is weliswaar geen mammoet, maar het is best te eten hier.” Ze giechelde even.

“En zit niet steeds naar m’n benen te kijken! Die heb je vrijdag in de auto al kunnen zien. En een stuk meer dan nu!”
Ik keek haar even recht in de ogen. “Het feit dat ik een simpele en botte techneut ben, wil niet zeggen dat ik geen oog heb voor de wonderen der schepping… Jouw mooie benen maken daar deel van uit, net als de IJsvogel, de Walvishaai of het jachtluipaard.”
Ze bloosde en trok haar rok iets omlaag. “Ik heb te gespierde benen voor een vrouw. Geen benen die je in modebladen ziet.” Ik keek even om me heen om te kijken of niemand ons kon horen. Het enige stel wat ook op het terras zat, zat in de andere hoek. Daarna keek ik haar strak aan en zei zachtjes:
“Luister goed, mevrouw Boogers. Naast je zit een autodidactisch deskundoloog op het gebied van damesbenen. En wat ik tot nu toe van jouw benen gezien heb: er is niets om je voor te schamen.
Gespierd? Ja. Is dat erg? Nee.
Dan kun je harder tegen bepaalde lichaamsdelen trappen van iedereen die je te na komt of sneller rennen om je uit de voeten te maken.

Sierlijk? Nou en of. Bambi zou een minderwaardigheidscomplex krijgen als ze jouw benen zag.
Die meiden in modebladen zijn over het algemeen tieners die tegen de anorexia aan zitten, als ze het al niet hebben. Geen grammetje vet, net genoeg spieren om hun vedergewicht overeind te houden. Eén keer stevig blazen en ze liggen om. Geen wonder dat ze op de catwalk altijd zo chagrijnig kijken. Die meiden zijn net Labradors: ze hebben chronische honger.
Jij daarentegen: jij bent mooi. Helemaal, van goudblonde top tot roodgelakte teen. Je haren, je ogen, je gezicht, je hals, je figuur en ja, ook je benen. Onthoudt dat goed en vergeet dat pas als je tachtig bent en in het bejaardentehuis aan de bingo zit, begrepen?”

Joline keek me even stomverwonderd aan en begon toen te schateren. “Autodidactisch deskundoloog… Hoe verzin je het? Vertel eens: hoe heb je die expertise verkregen? Heb je daar papieren van? Zijn daar diploma’s voor? Getuigschriften van je vorige liefdes?” Ze sloeg haar hand voor haar mond. “Oh, sorry, dat had ik misschien beter niet kunnen zeggen…”

Ik grinnikte. “Allereerst heb ik twee jongere zussen. Allebei een irritant stuk knapper dan ik met hun rossige haren en groene ogen, en dat weten ze donders goed. Als een van beiden ook maar meer dan twee seconden naar dezelfde jongen keek, was betrokkene al verkocht.
Beiden gezegend met een onderstel waar Enzio Ferrari en Ferdinand Porsche alleen maar van konden dromen. En dat wisten de krengetjes donders goed; ze maakten er regelmatig misbruik van.
Diverse mannelijke klasgenoten hebben hun schoolcarrière op het spel gezet om in de gunst van één van de twee zusjes Jonkman te komen. En ik was vaak hun persoonlijke fysieke beoordelaar voordat ze gingen stappen. ‘Kees, hoe zie ik eruit?’ was de zin die zaterdagsavonds frequent klonk, voordat ze het nachtleven van Amersfoort in doken.
En regelmatig leverde ik commentaar op net iets te veel open knoopjes, net iets te korte rokjes enzovoort. Ze kwamen bij mij omdat mijn oordeel waarschijnlijk milder was dan dat van m’n ouders. Niet dat ze er zich iets van aantrokken; volgens mij deden ze het om hun saaie vrijgezelle broer te pesten, maar goed.
En bij terugkomst van de dames fungeerde ik naar keuze als uithuilbureau, zielenknijper, crisismanager, advocaat van de dames richting onze ouders, EHBO-er en soms als uitsmijter als een van de talloze vriendjes “nog even wilde napraten” op de kamer van de zusjes of elders in huis.
Ik heb zo’n doodsbang, zweterig pubertje ooit eens uit de meterkast gehaald en ‘m buiten de deur gezet. Levensgevaarlijk; één verkeerde beweging en hij zou geëlektrocuteerd zijn. Dus ja, ik heb enig verstand en benul van vrouwelijke charme.
Als ik echter getuigschriften van vorige liefdes moet tonen: sorry, die wall of fame is nog steeds leeg. Die zijn er niet. Althans: geen beantwoordde liefdes. Autodidact, ik zei het toch? In mijn diensttijd ben ik een paar keer wezen stappen met de maten, en toen heb ik de aanwezige dames in de diverse kroegen alleen maar uit de verte kunnen observeren.
En de dames in kwestie waren niet van mijn kaliber. Meestal met een IQ omgekeerd evenredig aan de maat BH. En tijdens mijn studie: ach, je zag wel eens iemand, maar in een technische studie hebben de dames het voor het uitkiezen… de minder charismatische heren hebben het nakijken.
En als docent paste ik wel op om ook maar iets te laten blijken aan de schaarse vrouwelijke studentes; dat is namelijk de meest effectieve manier om je baan kwijt te raken en je goeie reputatie om zeep te helpen.
En nu, bij DT, zit ik in een uiterst technische omgeving; behalve de drie degelijk getrouwde dames van onze administratie bestaat het bedrijf louter en alleen uit heren. Botte techneuten, net als ik. Praten liever in bits en bytes of met machines dan met een vrouw.
Kortom: ik heb nog nooit een relatie gehad, en ben meestal nogal teruggetrokken in vrouwelijk gezelschap, niet zijnde mijn zussen. De managements-samenvatting: dames zijn eng. Andere, moeilijk te begrijpen, wezens. Komen van Venus. Machines spreken je niet tegen en doen gewoon dom wat er tegen hen gezegd wordt. Da’s lekker veilig. Bovendien kopen ze geen schoenen.”
Ik klopte op mijn borst. “Zie hier: de maagd twee punt nul, mannelijke versie. Uiterst zeldzaam, zeker op mijn leeftijd, dus vreselijk voorzichtig mee omgaan.”

Joline keek me lang aan en ik verdronk in haar blauwe ogen. “Van die verlegenheid merk ik anders heel weinig, Kees Jonkman.” Ik haalde m’n schouders op. “Bij jou voel ik me op m’n gemak. Jij accepteert me blijkbaar zoals ik ben en dat voelt prima. Ik hoef me niet spannender voor te doen dan ik ben, want je wéét wie ik ben en wat ik doe. Dat stelt gerust. Wij kunnen kletsen, woordgrappen maken, stiltes laten vallen, het maakt niet uit. En daarom durf ik opmerkingen over jouw uiterlijk te maken en er regelmatig naar kijken zonder me betrapt te voelen. Zo, dat is er uit. En dat binnen 36 uur…”
Ze legde haar hand op mijn knie. “Lieve Kees, jij hoeft je niet betrapt te voelen als je naar me kijkt. Ik word warm als ik zie hoe je naar me kijkt. Maar pas op: onder een leuk uiterlijk kan ook een vreselijk valse heks schuilgaan.” Ik zweeg even. “Ja, of een klein meisje verbergen wat meer dan eens teleurgesteld is in het leven… Die heks geloof ik in jouw geval niet.”
Ik pakte haar hand en trok haar overeind. “Kom, voordat we elkaars ellendige levensgeschiedenis gaan delen en we hier snotterend natte zakdoeken zitten uit te wisselen: laten we eerst die saladebar eens bekijken. Als we dan toch hete tranen gaan storten, kunnen we dat ten minste doen onder het genot van een bordje konijnenvoer en hebben we meteen het zout erbij.”
De saladebar was best wel uitgebreid en bevatte niet alleen konijnenvoer. Diverse salades, pittige en zoete sausjes, kortom: alleen hier al kon je je buikje rond eten. Even later kwam ook het hoofdgerecht en zaten we lekker te eten en zachtjes commentaar te leveren op de diverse voorbijgangers. Joline had een leuke kijk op mensen en vertelde bij elke wat apart ogende voorbijganger zijn of haar fictieve levensverhaal, wat ze natuurlijk ter plekke uit haar duim zoog.

Veel te snel was het eten op. Joline keek me vragend aan. “Wat doen we? Nemen we nog een toetje of gaan we een stukje lopen?” “Een stukje lopen”, zei ik. “Of, beter nog: wat dacht je van een rondvaart door de grachten? Den Bosch van onderaf? Heb ik een aantal jaren geleden gedaan met familie. De rondvaart begint hier vlakbij, duurt een uurtje en is best leuk. Je zit met een aantal mensen in een boot en de roerganger is tevens gids en vertelt je allerlei dingen over de stad.”
“Doen we! Kan ik deze schoentjes ten minste aanhouden.” Ik grinnikte. “Daar had ik al op gehoopt… Je hebt mooie voeten.” Joline keek me even diep in de ogen. “Je bent een doortrapte schurk, Kees Jonkman.” Ze rekende af en we liepen in een paar minuten naar het startpunt van de tour. Daar moesten we een kwartier wachten, maar dat kon al in de boot. Geen straf, want ik zat nu recht tegenover haar. Regelmatig kruisten onze blikken elkaar tijdens het gesprek en meer dan eens betrapte ze me erop dat ik naar haar zat te staren.

“Kijk je niet al het moois er af?” vroeg ze opeens zachtjes, maar met een brede glimlach. “Sorry, maar heb ik je al eerder gezegd dat je prachtig bent?” fluisterde ik. “Als heks is het mijn roeping om mannelijke maagden te verleiden met mijn mooie benen…” zei ze zwoel terug.
En meteen sloeg ze haar benen demonstratief langzaam over elkaar.
“Oh? En, als ik vragen mag, wat is uw succespercentage in procenten, mevrouw de heks?” vroeg ik.

Ze bleef me het antwoord schuldig, want er kwamen andere gasten aan boord. We moesten nu naast elkaar gaan zitten. De boot vertrok een paar minuten later en de gids had een goed en humoristisch verhaal. Tijdens een van de donkere passages onder huizen door pakte Joline mijn hand en legde die op haar knie. “Tot nu toe honderd!” fluisterde ze in mijn oor. Haar warme been voelde heerlijk aan en ik begon haar voorzichtig te strelen.
Ze reageerde door mijn hand iets naar boven te schuiven, tegen de zoom van haar rok aan. Helaas kwam het einde van het donkere deel in zicht en moest ik mijn hand terugtrekken. Zij dacht daar duidelijk anders over; ze pakte mijn hand weer en legde die weer op haar benen. “Hier blijven jij!” fluisterde ze in mijn oor. Een volgende donkere passage kwam in zicht, ze keek me snel aan en knipoogde.
Eenmaal in het duister voelde ik plotseling twee armen om mijn nek, haar lippen op de mijne en een tong die snel over mijn lippen flitste. Dat duurde misschien een paar seconden, maar voor mijn gevoel een eeuwigheid. Toen liet ze los en zei zachtjes: “Sorry… Ik kon het niet laten. Je bent veel te lief.” Wat de gids de rest van de tour allemaal vertelde ging totaal aan me voorbij; ik voelde alleen maar haar warme been onder mijn hand en de smaak van haar lippen op de mijne. Ik was totaal overrompeld.

Aan het einde van de tocht stapten we uit en, na een paar meter gelopen te hebben, keek ik haar aan. “Wat doen we? Eten we nog ergens een toetje of…?” Een flauwe glimlach kwam op haar lippen. “Toetje? Ik heb net een hapje voorgerecht gehad… Kom, we lopen naar de auto’s, ik wil nog even met je praten zonder anderen erbij.” In het schemerduister van de parkeergarage vroeg ik: “Jouw auto of de mijne?”
“Die van jou. Ik heb een leen-exemplaar bij me, en die van jou zal ruimer zijn.” Ze stapte achterin en ik ging naast haar zitten. “En nu? Je wilde nog even praten…?” vroeg ik.

Ze keek omlaag, friemelde met haar handen en zei zachtjes: “En nu… moet ik wat opbiechten… Kees…. Sinds vrijdagavond ben ik smoorverliefd op je… Ik heb de hele rit naar huis naar je zitten kijken.”
Ik trok een wenkbrauw op. “Dus ook toen ik stopte en je jas over je benen legde?” Ze bloosde en knikte. “Dat heb ik helemaal meegekregen. Ik lag op dat moment lekker te doezelen, maar toen je die parkeerplaats opreed, werd ik wakker. En was ik in eerste instantie teleurgesteld. Ik dacht: “Hij zal toch niet…” En toen haalde je mijn jas van de achterbank en spreidde die over mijn benen… Ik had nog nooit zo’n lief gebaar gezien… Lieve, lieve Kees… Ik… ”

Ze zweeg en keek weer omlaag. De zelfverzekerde jonge vrouw was veranderd in een onzeker meisje wat niet omhoog durfde kijken. Ik pakte haar gezicht tussen mijn handen en dwong haar om me aan te kijken. In haar helblauwe ogen stonden vraagtekens.
“Lieve Joline, ik heb vrijdagavond een hele tijd stilgestaan voordat ik naar huis reed en mezelf de vraag gesteld wat ik moest doen ten opzichte van jou. Ik kwam er niet uit. Wilde heel veel, maar was bang om veel te snel te gaan en je daardoor af te stoten. Gisteren ben je vrijwel geen minuut uit m’n gedachten geweest. Niet alleen om je prachtige uiterlijk, maar om wie je bent. Een humoristische, ontwikkelde vrouw die blijkbaar het nodige heeft meegemaakt maar daar sterker uit is gekomen. Zojuist in die boot… Na jouw zoen heb ik niets meer van het verhaal meegekregen. Ik voel, nu nog steeds, alleen nog maar jouw lippen op de mijne. Als jij het aandurft om het samen met deze botte techneut te proberen…”
Ze sloeg haar armen om me heen en trok zich dicht naar me toe. “JA, dat durf ik wel! En ik wil het heel graag!” hoorde ik in mijn oor. Ik snoof de geur van haar haren op en waande me in de hemel. Zo zaten een paar minuten dicht tegen elkaar. Telkens kwamen er auto’s de parkeergarage binnenrijden die de cabine even verlichtten. Gelukkig had de Volvo brede hoofdsteunen op de voorstoelen, zodat we niet meteen in de schijnwerpers werden gezet.
Even later hoorde ik zachtjes in mijn oor: “Meende je dat, van die mooie benen?” Ik duwde haar iets van me af en keek haar aan. “Als ik als voormalig vrijgezel, autodidactisch deskundoloog, tevens broer van twee knappe zussen daarvoor punten zou moeten geven: 120 op een schaal van 1 tot 100. En je panty maakt ze alleen maar opwindender.
Het liefst zou ik je rok omhoog schuiven en mezelf begraven tussen je benen. Maar dat doe je niet op een eerste afspraakje, en bovendien weet ik comfortabeler plekken dan op de achterbank van een Volvo, hoe praktisch deze auto ook is. Ik zal me beperken tot het liefdevol strelen van het zichtbare deel van je benen.” “Hmmmm…. Misschien moet ik mijn rok dan maar eens wat omhoog trekken…”

Ik maakte me wat los uit haar omarming. “Lieve schat, hoe graag ik dat zou willen, laten we dat niet doen. Deze dag is té kostbaar om meteen… Nou ja, je begrijpt me wel. Bovendien… Ik heb geen lor ervaring met vrijen, noch met vrouwen, dus ik zou er waarschijnlijk een hopeloze bende van maken. Maagd twee punt nul, weet je nog?”
Ze bleef me aankijken met die mooie ogen en langzaam kwam er een glimlach om haar mond.
“Kijk… en dat is nu exact waarom ik verliefd op je ben, Kees Jonkman. Bijna elke andere kerel had me eergisteravond met m’n rok omhoog laten zitten om daar ge- of misbruik van te maken: jij dekt me toe.
Bijna elke andere vent had, toen ik op de leuning van de bank was gaan zitten, zijn hand semi-nonchalant over mijn been laten glijden: jij staat op en gaat vliegtuigen kijken.
Bijna elke andere vent had nu al met zijn handen tussen m’n benen gezeten en had na twee minuten m’n rok omhoog en m’n panty en broekje omlaag getrokken. Jij niet, ondanks dat je in een behoorlijke staat van opwinding bent.”

Ze keek naar mijn broek. Ik kreunde: “Het nadeel van een nette pantalon… In een spijkerbroek valt het een stuk minder op!” Ze grinnikte. “Reden waarom heren geen spijkerbroek zouden mogen dragen… Dan weet je als vrouw ten minste waar je aan toe bent!” Ik knikte. “Joline, even zonder dollen: Wíl jij serieus met mij verder?” Ze keek me ernstig aan. Haar ogen lieten de mijne niet los.
“Ja, Kees. Ik wil met jou verder. Ik weet nog vrijwel niets van je, maar dat komt nog wel; wat ik wél van je weet maakt me heel warm van binnen. Je bent een echte man, geen macho spierbundel. Je laat mensen in hun waarde, je bent hoffelijk, hebt humor en zelfspot, en je bent een knappe kerel… Zo, dat is er uit. En dat binnen 36 uur…”
Met een brede lach herhaalde ze exact mijn woorden van een uur daarvoor en ik schoot in de lach. “En we zijn allebei gezegend met dezelfde humor, en daar ben ik dolblij om! Lieve Joline: de eerste keer dat ik je zag zitten achter je desk in Gorinchem dacht ik al: wauw… wat een vrouw! Kun je nagaan: toen had ik nog niet eens je benen gezien. En elke keer als je me zo vreselijk correct ‘U ook een goede avond meneer!’ wenste, en een collega achter me bij zijn voornaam noemde deed het een beetje pijn.”

Ze legde haar hand op de mijne. “Waarom kwam je dan niet bij me om jezelf even voor te stellen?” Ik schudde mijn hoofd. “Noem het trots, eigenwijsheid of wat dan ook… Ik heb diverse keren collega’s naar jou toe zien lopen met een dusdanig zwakke rotsmoes, dat ik dacht: ‘Sjongejonge…Vraag dan recht-voor-z’n-raap of ze met je naar bed wil!’ Ik had mezelf voorgenomen: dat dus nooit! Daarom ben ik de firma Rover eeuwig dankbaar dat ze een maandagochtend-startmotor in jouw Mini hebben gebouwd, zodat je eergisteravond scheldend en stampvoetend op de parkeerplaats stond.”
“En me vervolgens de stuipen op het lijf joeg door in het Engels een kulverhaal op te hangen over ‘stubborn English cars’… Ik schrok me kapot van die stem plotseling achter me!”
Ik moest lachen. “Dat zag ik… Je keek me aan alsof je me ter plekke wilde neerschieten!”

Ze keek me weer aan, nu met hele andere, verliefde ogen. En die ogen waren vlak bij me. “Je kunt het goedmaken Kees… Door me nu te kussen en me ervan te overtuigen dat je samen met mij verder wilt!” “Ik wil niets liever!”, zei ik en drukte mijn lippen op de hare. Langzaam en genietend zoenden en streelden we elkaar, tot Joline losliet. “Wát wil je niets liever Kees? Mij kussen of samen met mij verder?” Haar ogen lachten.

“Samen met jou verder, schoonheid! Met als bijkomend voordeel dat ik je steeds mag kussen en …” Verder kwam ik niet. Ze drukte haar lippen weer op de mijne en zoende me hartstochtelijk. Ik voelde haar tong over mijn lippen glijden, net als op de boot. Alleen duurde dit geen paar seconden maar minuten. Minuten waarin we elkaar streelden.
Joline was minder terughoudend dan ik: ik voelde haar handen overal. Toen ik haar handen over mijn bovenbenen voelde strelen, was ik bang ter plekke klaar te komen. “Kees… Je bent een hele knappe man, weet je dat?” Ze fluisterde het in mijn oor. “Dat heeft nog nooit iemand tegen me gezegd. Maar ik blij dat de liefste heks die ik ken het nu zegt.”
Ze streelde over mijn broek. “Een heks heeft een bezemsteel nodig. Volgens mij heb ik er één gevonden!” Ik pakte haar hand. “Lieverd, kijk uit, anders gaat hij exploderen… en dat geeft zo’n rommel.” Ze keek me aan. “Misschien heb je gelijk. De achterbank van een auto is meer iets voor pubers of slechte Amerikaanse films uit de jaren ‘60.” Ik knikte. “Het is al een hele tijd geleden dat ik voor het laatst een puistje heb uitgeknepen, dus… puber ben ik niet meer.”
“Getverderrie! Dááág, romantiek!” Ze trok een vies gezicht maar lachte even snel weer. “Kom… zoenen! Streel me maar lekker, ik wil je voelen!” Ze legde haar benen over de mijne en nestelde zich tegen me aan. Langzaam liet ik mijn handen over haar benen glijden.

Genietend zaten we tegen elkaar aan; elkaar kussend en strelend. Na een tijdje zei ze: “Wat dacht je ervan? Zullen we nog een stukje wandelen? Daarvoor kwamen we ten slotte naar Den Bosch…”
Ik knikte. “De achterbank van een auto biedt op den duur toch wat weinig beenruimte…” Joline moest lachen. “Ik vond het wel meevallen hoor. Met mijn benen op jouw schoot was het prima uit te houden.” “Je blijft een valse heks. Kom, eruit. Lopen met dat fraaie onderstel van je!” We liepen even later weer in het zonnetje, ditmaal met de armen om elkaar heen. Dat was even wennen. Gelukkig had Joline een lange pas, zodat we prima synchroon konden lopen.
“Mevrouw, laat mij u de wallen van Den Bosch tonen. En nee, dat zijn niet de werkplekken van de dames van lichte zeden, maar de oude verdedigingswerken van deze veel omstreden stad.” Gedurende meer dan een uur liepen we rustig over de stadwallen, door kleine steegjes en door het park van de stad.
Gelukkig kon ik Joline een beetje vertellen over de historie van Den Bosch; een studiegenoot kwam uit de deze stad en had me een aantal keren meegenomen. Daar plukte ik nu de vruchten van. Dusdanig dat Joline op een gegeven moment zei:
“Hé semi-archeoloog. Als stadgids zou je het niet slecht doen hier! Maar ik begin dorst te krijgen, en het wordt tijd om weer eens iets te eten.” Ik moest me even oriënteren, maar toen leidde ik haar naar een klein Turks restaurantje niet al te ver van de St. Jan. Het was binnen relatief rustig; de meeste klanten zaten op het terras, dus wij gingen naar binnen. We bestelden shoarma.
Joline stelde wat vragen over mijn werk en ik over het hare. Toen bleek dat het meeste werk het beheren van de diverse bedrijfsarchieven was. Onder andere het archief van Developing Technics, in de wandeling DT genoemd. Zo had ze meerdere keren met collega’s van mij moeten samenwerken en kende ze het werk van DT, zij het oppervlakkig.
Na een uurtje ontspannen kletsen zei ze, met een blik op haar horloge: “Laten we maar eens langzaam terug lopen naar onze auto’s. Want morgen moeten we beiden weer aan de slag. Nog even jouw achterbank uittesten en daarna jij naar het zuiden en ik helaas naar het noorden…”
Ik knikte. “Je hebt gelijk. En jij moet een stuk langer rijden dan ik.” “Maar ik hoef morgen pas om één uur te beginnen, dat scheelt weer.” Ze lachte. “Ik kan dus lekker uitslapen!” Even later waren we bij de auto’s.

“Testfase twee van de achterbank van een Volvo…” Joline stapte grinnikend in en ik kroop naast haar. Meteen toen de deuren dicht waren begon ze te zoenen. En niet terughoudend. Haar tong draaide rondjes in mijn mond, en ik beantwoordde haar. We streelden elkaar; haar handen waren overal, en ik voelde me ook vrijer worden om Joline’s prachtige lichaam te strelen. Ik betastte haar borsten en voelde haar tepels hard worden onder mijn vingers. Ze kreunde zachtjes. “Da’s heerlijk Kees… Knijp er maar zachtjes in, dat voel ik héél goed… Jááááhh…. Lekker…” Ze legde haar benen op de mijne, haar rok kroop op. “Kun je m’n benen goed zien? Vind je ze écht zo mooi?”
Als antwoord streelde ik haar benen intensief, maar nog steeds tot de rand van haar rok. “Ze zijn heerlijk Joline. Je hebt heerlijke benen en een prachtige panty. Dat windt me vreselijk op…” “Kom met je handen onder mijn rok! Streel mijn hele benen, geniet ervan! Ik geniet van jouw lekkere vingers!” Ik genoot en Joline ook.

Tot ze weer op haar horloge keek. “Kom ridder, laten we onze kledij enigszins fatsoeneren en afscheid nemen. Dan sluiten we deze mooie dag hier af, met het vooruitzicht dat we elkaar morgen weer zien. Met één restrictie: op het werk geen contact, ook niet via de telefoon of sociale media. Als ik ergens een bloedhekel aan heb, zijn dat lui die om de drie seconden hun telefoon checken of er nog iets “belangrijks” in staat. Bovendien: in ons bedrijfsgebouw hebben de muren oren en op sommige plekken ook ogen. Na werktijd: prima, graag zelfs!”
Ik kuste haar nog een keer. “Ik zal tijdens werktijd geen SMS-jes met hartjes versturen. Maar… wanneer zien wij elkaar buiten werktijd weer?” Ze aarzelde even. “Ik heb m’n agenda niet bij me, dus kan ik niet uit m’n hoofd zeggen wanneer ik kan. Morgen heb ik sowieso late dienst. Geef me je mailadres maar, dan mail ik het wel. Vind ik prettiger dan per SMS of what’s app.” Ik haalde een visitekaartje uit mijn portefeuille en gaf het haar. “En jouw mailadres dan?”
Ze lachte. “Niet nodig. Vanavond heb je mail van me, daarna kun je me maximaal spammen. En als je geen mail van me krijgt, heb ik me misschien wel bedacht…” Ik gromde. “Je bent een echte heks! Nou, m’n auto uit, anders…” Ze lachte, haar mooie witte tanden bloot. Toen boog ze zich voorover naar me toe. “Dááág, ridder op het witte paard! Rij je voorzichtig? Ik wil je nog heel lang voor mezelf hebben…”
Ze kuste me zachtjes, haar tong streelde mijn lippen. Nog één keer streelde ik haar blonde haren, toen stapte ze uit. “Tot morgen!” Even later reden we achter elkaar de parkeergarage uit, waarna zij rechts- en ik linksaf sloeg. Op de snelweg vlogen mijn gedachten alle kanten uit, en reed ik op de automatische piloot.

Wát een vrouw!
Lees verder: Mini - 4
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...