Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Jefferson
Datum: 08-11-2017 | Cijfer: 6.9 | Gelezen: 5052
Lengte: Lang | Leestijd: 30 minuten | Lezers Online: 1
Ook bij dit verhaal in het kort een toelichting op Tumblr.

-

De les van de ijzeren tak.

Ik werd wakker met een koude rilling over m’n rug. M’n hoofd deed zeer en toen ik overeind wilde komen, koste dat moeite. Ik nam heel even de tijd door om me heen te kijken. Het leek wel alsof ik terug in de tijd was gegaan. Het kwam me bekend voor, maar waar ik precies was, wist ik niet. Ik stond op een heuvel. Achter me een diepe klif met de zee als bodem. Voor me zag ik iets wat ik nog nooit gezien had. Zo mooi. Zo schoon. Ik herkende meteen de Chinese bouwstructuren, die ik thuis nauwelijks nog zag. Ik was misschien wel echt terug in de tijd gegaan. Ik keek uit over een grote vallei waarin het midden tegen een berg een grote tempel stond. Misschien wel 20 kilometer verderop, maar zo groot, dat het net leek of ik al voor de deur stond. Judasbomen en Lariksbomen tot zover ik kon kijken. Ik voelde me thuis. Al wist ik niet echt waarom. Het feit dat het leek alsof ik in het oude China was beland, betekende alles behalve dat het op thuis leek. Ik merkte dat ik erg moe was, en dat de zon vrij fel scheen. Al was het tegelijkertijd ook fris. Er leek iets niet te kloppen. Ik leunde niet veel later tegen een torenhoge Judasboom om even op adem te komen. Achter de boom lag een klein pleintje met een kleine tempel. Er was geen ziel te bekennen, en zover ik kon zien in de verte, was het daar net zo eenzaam. Naast de tempel stond een houtenbankje, met daarop wel een paar dikke oude stoffige boeken en een emmertje gemaakt van bamboe. Nee, het was een drinkbeker. Wel leeg, maar er zaten nog restjes in, toen ik wat meer op onderzoek ging. Er is hier dus wel iemand geweest. ,,Ah, daar ben je.’’ Hoorde ik toen zacht. De stem doordrong echter m’n lichaam en ik verstijfde. Ik zag dan ook niet waar die stem vandaan kwam, en door de ijle lucht en het luchtledige van de omgeving leek het overal vandaan te kunnen komen. Maar hij zat gewoon voor me. Al die tijd al. Stil en geruisloos had hij al die tijd al daar gezeten. Op een ander bankje. Tegenover de kleine gedenkplaats. Met zijn rug naar me toe, en dat hield hij ook zo. Ik keek met schrik naar zijn verschijning. Hij was geen mens… Voor me bevond zich een silhouet. Naast hem een staf met een gloeiende oranje lampion. Op zijn hoofd een nón lá van stro. Platter kon haast niet. Zijn rug en schouders waren breed en rond. Er zat een bolletje voor me. En hij had een klein… staartje? Ik wist niet of hij me ook echt gezien had en sluipende liep ik naar achteren, weg van hem. ,,Pas op.’’ Hoorde ik hem dan alleen zacht spreken, en hoorde achter me wat losse steentjes naar beneden tuimelen op de rand van de klif. ,,Waar ben ik?’’ Vroeg ik toen maar, en merkte de paniek in m’n eigen stem. Ik was het aan het verliezen. ,,Je kan beter vragen; Wie ben je?’’ Sprak hij toen. Roerloos bleef hij zitten, met zijn rug dus naar me toe. ,,Nee, wie ben jij? Of wat ben jij?’’ Vroeg ik hem dan snel. Hij reageerde niet, los van een gulle lach die hij voornamelijk voor zichzelf probeerde te houden. ,,Welkom thuis Jing.’’ Zei hij na een korte stilte. Hij wist m’n naam. ,,Hoe weet u m’n naam?’’ Vroeg ik hem dan ook gelijk. En ik zei blijkbaar ‘’u’’ tegen hem. Het was de manier waarop hij sprak. Hij klopte met zijn hand, wat geen hand bleek te zijn, op de bank naast hem. Hij had klauwen, die hij al die tijd nog voor zich had gehouden in zijn weide mouwen. IJzingwekkend was de korte blik die hij me gaf toen hij over z’n schouder keek. Dit was geen mens. ,,Kom nou maar, ik heb een hoop uit te leggen. En jij hebt nog een hoop te doen.’’ Zijn rust werkte in op me, en ik stapte zowaar dichterbij, al was het nog zo voorzichtig. ,,We zien niet zo veel mensen hier. Dus de meesten zullen net zo gek kijken als jij nu doet.’’ Sprak hij dan behoedend. Ik bleef schuin-achter hem staan en aarzelde nog altijd. Wat lomp schoof hij opzij en liet hij me zien dat er meer dan genoeg ruimte was op het houten bankje. Maar nu ik dicht op hem stond zag ik niet alleen dat het geen mens was, maar dat hij ook een stuk groter dan me was. ,,Jing? Kom even zitten, alsjeblieft.’’ Hij schoof na zijn woorden zijn rieten hoedje naar achteren die op zijn brede schouders bleef liggen, en draaide nu zijn hoofd naar me toe. Hij had een zwarte sik en een zwart draad snorretje die bijna net zo lang was, maar daarbij waren de vergelijkingen met een normale man ook wel gelijk gesteld. ,,Een panda?’’ Vroeg ik stom geslagen en starende keek ik naar het figuur wat voor me zat, en zag hem naar me lachen. Om me lachen. Hij droeg een lange traditionele robe en had alles weg van een oude meester zoals ik over ze geleerd had in school. Ik durfde zelfs te wedden dat wij in het klaslokaal een schilderij hebben hangen van hem als figuur. Maar dan niet in pandavorm. Ik slikte, en voelde me licht in m’n hoofd worden. ,,Nee, niet een panda. Een Pandaren.’’ Sprak hij toen, en probeerde iets uit te leggen. Hij pakte met zijn grote zwarte poot mijn pols vast, en nog voordat ik het echt verloor en ter aarde stortte, trok hij me naast hem op het bankje. Naast zijn knie stond een groot vat waaruit hij een drankje schonk en overhandigde dat aan mij. Ik keek hem nog even aarzelend aan, maar er was eigenlijk niets aan zijn uitstraling wat mij ongemakkelijk maakte. slechts zijn uiterlijk. ,,Suikerwater.’’ Zei hij dan ook, en even later proefde ik het. Ik werd er wat rustiger van en na een diepe zucht durfde ik wat meer op me heen te kijken terwijl ik naast een geklede panda op een houten bankje zat. Ergens… waar ik niet wist waar dat was.

-

,,Jing. We hebben op je gewacht.’’ Sprak hij me toen toe. ,,Ik weet dat je een hoop vragen hebt, en die zullen allemaal beantwoord worden. Geef het wat tijd.’’ Ging hij rustig door. Het was een grappig gezicht. Zijn voeten konden niet bij de grond komen. Ik had het idee dat hij ook een stuk ouder was, dan dat ik was. Echt veel ouder. Mijn lange benen reikten wel zover. Maar voor de rest was ik op alle fronten kleiner. Zijn handen waren vier keer zo groot, en mijn slanke taille paste net zo vaak in de zijne. Hij had een dikke vacht, maar vond het blijkbaar toch nodig om zich nog te kleden verder. En dan dat kleine zwarte staartje aan de achterkant, wat door een gaatje in zijn robe tevoorschijn kwam. Het had iets schattigs. Angstig voelde ik me al niet meer. De lampion brandde rustig door en gaf een fijne soort warmte af, en met een zucht en na een slokje van het suikerwater, luisterde ik zowaar rustig naar de oude panda. ,,Dit eiland is in gevaar. Er dreigt een probleem voor ons volk, en als we dit niet oplossen, kunnen dit onze laatste weken hier zijn. Daarom ben ik zo blij dat je hier bent. Want jij kan ons redden.’’ Hij wond er geen doekjes om. Ik gniffelde er voorzichtig om. ,,Ik? Ik weet niet eens waar ik ben, en wie u bent…’’ ,,Shen-Zin Su.’’ Zei hij dan kordaat en onderbrak me. Zijn stem klonk opeens ernstig. ,,Daar ben je.’’ Hij keek me scherp aan, en ook al had hij me gezegd waar ik was, wist niet veel meer dan zojuist. Zijn gele beestachtige ogen deden me doen slikken. Ik was hier dus niet voor niets. ,,Er is nog zoveel werk te doen. En ik weet niet eens of je het wel aan kan. Je bent ongeduldig.’’ Zei hij me daarna, veroordelend. ,,Hallo… Ik weet ook niet of ik het wel kan. Wat het dan ook is wat je van me vraagt…’’ Reageerde ik dan zomaar verontwaardigd. ,,Zie je.’’ Zei hij dan alleen. Ik draaide met m’n ogen. ,,Loop met me mee.’’ Met een hupje verliet hij het bankje en voorzichtig wandelde hij vooruit, zoals inderdaad een oude man dat zou doen. Maar ik volgde hem, en we liepen een paadje af naar beneden. ,,Ik ben Shang Xi, en dit is mijn huis. En hier train ik jongelingen.’’ Sprak hij terwijl we een grote en hoge rots voorbij liepen en we opeens voor een groter open plein stonden waar meer van dit soort figuren de leegte vulden. Hij loog niet. Ik bleef achter terwijl ik hem over het plein zag bewegen en daar zijn leerlingen zag groeten. Ik verstopte me automatisch achter de rotsen. Ze waren allemaal zoals hem. Minder oud misschien. Maar wel panda’s. En gekleed allemaal. Ook meisjes panda’s, als ik het goed zag en begreep. Het waren dan ook geen panda’s. Hij noemde zichzelf net een Pandaren. De verschillen waren nu wel wat duidelijker. Lopende op benen en het feit dat ze konden praten, lieten mij beseffen dat het hier niet zomaar om een nog niet ontdekte panda soort ging. Ze waren allemaal aan het trainen. Aan het vechten. Kung Fu, zo te zien. En dat kon ik ook! ,,Jing!’’ Hij riep. Fuck. Ik kwam achter de rotsen vandaan en zag dat iedereen zich achter hem had verzameld. Ik werd denk ik wel door een dertig paar ogen aangestaard nu. Ze keken allemaal zo wonderlijk. Zo had ik net waarschijnlijk ook gekeken. Het was een soort academie. Zo leek het dan. Bijna iedereen droeg dezelfde kleding. Sommigen hadden geen shirt aan. Misschien te warm. Dan zag je de vacht pas goed. De onderliggende spieren en toch ook wel wat dikkige buik, zoals je dat ook verwacht bij een panda. Of een Pandaren… wat dan ook. Ik stapte dichterbij en voelde me ongemakkelijk. Ik werd bekeken alsof ik iets was, wat ze nog nooit hadden gezien. Maar dat bleek ook zo te zijn. ,,Er komen hier nooit mensen. Sterker nog. Je bent de eerste. Vergeef ze hun ongeloof… en hun slechte manier van staren.’’ Legde hij uit en eindige hij wat strenger waardoor iedereen wakker leek te schrikken. ,,Ze is mooi…’’ ,,Zo slank…’’ ,,Die benen…’’ ,,Haar huid…’’ Het was gefluisterd. Gerumoer. Maar ik hoorde het goed, als wist ik niet wie het zei. Ze leken het allemaal te denken. Het ongemak groeide dan ook. Ik kneep m’n vuisten samen, en sloot m’n ogen. Het was misschien gewoon een droom. De oude man liet de rest ook zo fluisteren, terwijl het best wel kwetsend was op een bepaalde manier. Zo kwam het over dan. ja, ik was anders. Maar hun toch ook… De meisjes waren nog wel het gemeenst. Die bedoelde het ook echt gemeen, waarbij ik bij de heren meer ongeloof bespeurde in het algemeen. De meester liet het maar zo. Hij keek naar me, nadat ik m’n ogen had geopend en zag dat ik niet droomde, en zag hem glimlachen. Daarbij kwamen zijn hoektanden bloot te liggen, en al met al, voorspelde het toch niet heel veel goeds allemaal. Hij nam me echter weer mee terug, en beval iedereen door te gaan en scherp te blijven.

-

,,Jij bent geen Pandaren.’’ Zei hij me toen. Geen verrassing daar. ,,Normaal gesproken zou ik je laten mee trainen met de rest. Zodat je sterker wordt. Maar zij zijn veel sterker. Groter. Zwaarder gebouwd. Het zou niet eerlijk zijn.’’ Ging hij daarna door. Ik voelde me lichtelijk gekrenkt in m’n eer. ,,Ik kan dat hoor.’’ Zei ik dan ook, ver voor m’n beurt. Hij gromde even bedachtzaam. ,,Jouw weg loopt anders.’’ Voegde hij er alleen aan toe. ,,Pff, ik kan ze allemaal wel hebben. Ik ben kampioen van mijn staat geworden. Een beertje hier of daar schrikt mij niet af.’’ Ik zei het voordat ik het door had. En ik schrok dan ook van mezelf. Van m’n brutaliteit. Hij keek me niet aan, maar geërgerd over me heen. Ik bedacht me net dat dit niet de goeie plek en de juiste tijd was om vijanden te maken. Ik wist niet waar ik was, en hoe ik weer thuis kon komen. Als dat nog kon, ten minste. Maar hij floot toen. Lang en hard. Het galmde door m’n lijf heen. Hij keek over het plein, waar de rest gewoon doorging, maar waar hij net als ik een enkeling onze kant op zag komen. Het individu naderde ons. ,,Dit is Lam.’’ Zei hij me toen, en stelde me voor als Jing. ,,Hoi.’’ Zei ik toen. Zachtjes en van mijn grote mond was geen spoor meer te bekennen. ,,Hij… praat niet. We noemen hem ook wel ‘stille’ Lam. Maar hij is alles behalve lam, en dat gaat hij je bewijzen.’’ Hij knikte naar Lam die meteen een houding aannam, en bij mij begon de adrenaline nu ook te stromen. Nu stond ik opeens tegenover zo’n pandakerel en moest ik het maar laten zien. ,,Gebruik alleen je ‘tijgerpalm’, we willen wel dat ze heel blijft.’’ Het intimideren was begonnen, zoals ik dat ook kende uit de sport. Al had ik nog nooit van de ‘’tijgerpalm’’ gehoord… Maar ik voelde hem wel. Zo stil als dat hij was in woorden, was hij ook in bewegen. En met een hele snelle stoot had hij me op m’n schouder geraakt, en tuimelde ik meteen naar de grond en moest ik echt even op zoek naar adem. ,,Okay…’’ Kreunde ik dan meteen al. ,,Jullie zijn sterker.’’ Ik gaf niet snel op, maar dit was ongekend. Dit had ik nog nooit gezien. En hij moest dan nog maar een leerling zijn. ,,Dankje, Lam.’’ En de twee knikten naar elkaar en Lam ging weer terug het plein om. Er werd omgekeken door anderen die mij zagen ploeteren op de grond. Ik krabbelde snel overeind. Er zat een scheurtje in m’n broek en m’n pols was geschaafd. ,,Auw…’’ Jammerde ik enkel, waarop de Pandaren op me af stapte, en met zijn grote klauw de pols pakte. ,,Auw!’’ Zei ik dan nog een keer hard. Hij had z’n ogen gesloten en liet niet los. Een blauwige mist trok uit zijn hand en ik voelde een verkoeling die de pijn liet wegtrekken. Toen hij zijn hand weghaalde was de schaafwond dicht. Weg zelfs. Ik was met stomheid geslagen en wist niet wat ik moest zeggen. ,,Hoe… Hoe dan?’’ Vroeg ik hem uiteindelijk. Er volgde een korte preek, waarbij ik zijn respect weer had teruggewonnen door me vanaf dat moment meer ingetogen te gedragen. ,,Hier spelen meerdere krachten een rol...’’ Had hij onder andere gezegd. ,,Krachten als Chi en Mana...’’ Zo vertelde hij me. Het zei me niets. Chi wel, natuurlijk. Ik had ooit een lesje Grieks gevolgd, maar nog veel meer vanwege mijn achtergrond. Chi stond voor innerlijke rust in mijn cultuur. Iets wat we in China hoog probeerde te houden. Iets wat steeds minder lukte. Hij ging er verder niet op in. Het was ergens wel duidelijk. Deze wezens, wonderlijk in uiterlijk en innerlijk dus. Blijkbaar. ,,Er zijn andere manieren. Voor jou is er een andere manier.’’ Waren zijn laatste woorden, waarna het pas echt begon.

-

De les van de zanderige vuist.

Ik wilde wel naar huis, maar het leek niet zo’n haast te hebben. Het was even wennen, maar ik voelde me al snel thuis. Ik was de discipline gewend van thuis, en qua omgeving was het niet zo heel anders. Geen stinkende auto’s hier. Daar leken ze geen aandacht voor te hebben, voor geen enkele vorm van technologie. Op zware trainigszakken mocht ik oefenen en probeerde ik ook echt wel indruk te maken. Maar die indruk bleek al snel ver te zoeken te zijn. Al had ik wel vaak toeschouwers. Met name jongens. De gemiddelde leeftijd was net iets hoger dan die van mij, denk ik. Echt gesproken met een ander had ik nog niet na een aantal dagen. Ze leken ook wel een beetje bang voor me te zijn. Behalve die Lam. Tijdens elke maaltijd kwam hij naast me zitten. Stil. Hij zei echt nooit wat. Eerst was het raar, maar ook hij wendde al snel, en het werd steeds meer een ritueel. Hij knikte altijd voordat hij ging eten, en meer ook niet. Ik verwonderde me aan alles. Het huis van de meester was een tempel. Groot met meerdere verdiepingen. Beneden een ring en daarboven de slaapvertrekken. Het was een hard leven, maar het leek allemaal ontzettend eerlijk en puur. Chi. Op het plein werden de trainingen geleid door twee instructeurs. Binnen was een hele andere groep bezig, waar niemand van buiten zich mee leek te bemoeien. Ook ik was geadviseerd hun niet te storen. Hun waren een klas verder, of zo. Na een week werd ik benaderd door Shang Xi, de oude meester, zal ik maar zeggen en de andere twee die de klas leidden op het plein voor/achter zijn huis; Mosdoorn en Qun. Mosdoorn altijd in het diepe blauw gekleed en zo liet hij weten dat hij boven de rest stond. Qun was meer een met zijn leerlingen en ‘verlaagde’ zich tot hun niveau, had ik Mordoorn wel eens horen zeggen. Zo zag ik het niet. Qun was een fijne instructeur om die reden alleen al. Ik nam m’n bestaan hier, zoals je misschien al merkt, vrij snel serieus. Het voelde gewoon allemaal goed. Al kwam daar wel snel verandering in nu. Shang sprak tot me: ,,Iedere student krijgt zijn eerste wapen van ons; twee stukjes linnen die om de handen gebonden moeten worden. Vechten met onze vuisten.’’ Begon hij dan. ,,Die heb jij nooit gekregen.’’ Ging hij door. Ik keek naar m’n handen. Die waren ook zo glad als nooit te voren. Alsof ik niet elke dag op hangende zakken heb staan inslaan. ,,Echter; jouw wapens zijn wel jouw handen. Onder andere.’’ Ik keek hem verbaast aan. Hij zuchtte wat ontmoedigd en ook de andere twee keken wat ongemakkelijk. ,,Wat we van je gaan vragen is niet makkelijk. Maar het loopt samen met alles waar we voor staan. We gebruiken liever geen geweld.’’ Ik slikte meteen en vroeg me nu toch echt af of ik er nog goed van af zou komen. Maar meester Shang Xi zag de schrik in mijn ogen, en stelde me gerust. ,,Nee, we doen je niets. Zo bedoel ik het niet…’’ En toch was er weer aarzeling aan het einde van zijn stem. ,,Ik kan dit beter alleen doen.’’ Zei hij toen tegen de andere, die ons ook meteen alleen lieten nadat ze ons een eerbiedig knikje gegeven hadden. ,,Wat is er allemaal aan de hand? Ik hoopte dat het niet nog gekker zou worden.’’ Lachte ik maar ongemakkelijk, terwijl hij me meenam naar het heuveltje achter de rotsen waar ik hem voor het eerste ontmoette. Hij kwam dicht op me staan, en pakte met elk een klauw, elk een pols en lichtte mijn handen op voor zijn gezicht. Hij zuchtte nogmaals ontmoedigd. ,,Ik haat dit.’’ Hij ploeterde overduidelijk met iets. De laatste dagen had hij me alles gegeven hier, en ik vond het vervelend om hem zo te zien. ,,Ik heb je verteld over het einde van Shen-Zin Su. Het nadert. Sneller dan ik dacht.’’ Zuchtte hij dan. ,,Je moet ons helpen. Ons herenigen… op jouw manier.’’ Ik proefde wanhoop in zijn stem, en keek hem bezorgd aan. Ik had niet veel om te strijden, maar voelde me op de een of andere manier ontzettend verbonden met dit land, deze plek en de personen die ik zover ontmoet had. ,,Meester? Wat is het wat u van me moet vragen?’’ Vroeg ik hem eerbiedig en glipte uit zijn klauwen en knielde zelfs voor hem. Deze ouderwetste tradities bleken me enorm te liggen. Al had ik te laat door, dat ik het te makkelijk voor hem maakte. Ik keek naar de grond waar net onder zijn robe zijn grote tenen tevoorschijn kwamen en zag daarna de zware stof lichtten. Verbaast en verrast keek ik omhoog en volgde ik de stof die niet veel later tot over zijn buik kwam te liggen. ,,Meester…?’’ Vroeg ik hem meteen benauwd. Want onder zijn robe droeg hij helemaal niets. Voor een oude man maakte hij nog een fitte en zeer ‘potente’ indruk. ‘Zeer protent’… ,,Luister Jing…’’ Begon hij toen, bijna moedeloos. Ik keek voor me uit. Ter hoogte van mijn gezicht begon een pulserend lichaamsdeel van de oude meester tot leven te komen. Bungelend had het voor me gehangen in een dikte en lengte die ik me al niet kon voorstellen, en nu zag ik het zich rechten en richten en moest ik iets naar achteren leunen om het de ruimte te geven. ,,Jou handen zijn jouw wapen. Jouw lichaam… is jouw wapen.’’ Zuchtte hij dan, al een stuk minder ontmoedigd. ,,Je zal niet handelen in Chi of Mana, maar in een veel sterkere kracht. Een kracht die word gevormd door lust en verlangen die met de juiste toepassing de allergrootste obstakels kan overkomen. En jij moet ons redden. Op jouw manier.’’ Hij sprak zo rustig en zo waar. Maar hij had het gewoon over seks. Of wat daar gelijk aan kon zijn. Mijn lichaam gebruiken om m’n doelen te bereiken. Ik zat nog altijd voor hem. Ik had op kunnen staan en weglopen. Maar dat deed ik niet. Dat had ik elke dag al kunnen doen, maar net als dat ik elke dat ervaarde dat ik hier op m’n plek was en dat me dat een levendig gevoel gaf, gebeurde dat nu ook. Ik zat hier op m’n plek. Dit voelde goed. Zijn donkere vacht vormde een schril contrast met het ontblote lichaamsdeel wat machtig en ferm uitstak. Ik kon het bijna met m’n neus aanraken. Ik kon het al ruiken. De druppel voorvocht die er uit sijpelde, liet me bijna zwichten. Ik keek naar hem op, en zag dat hij al die tijd al op me neer had gekeken. M’n mond stond open en ik ademde ook al wat zwaarder door die mond. Met grote ogen keek ik hem aan. ,,Je zal getraind worden. Je hebt je wapens. Je energie… Ik zou graag willen zien dat je je hervonden wapens gebruikt, mijn jonge leerling. Zo weet ik wat je kan, en wat je nog moet leren.’’ Zei hij me dan zomaar. En ik knikte. Zomaar. ,,Je bent nog nieuw?’’ Vroeg hij me wel, waar ik ook meteen op knikte. Ik was nog maagd, bedoelde hij denk ik.

-

Ik slikte en keek weer voor me. Ik had er nog nooit een gezien. Maar ik stelde ze me wel altijd zo voor. Ook al stond er nu niet een normale man voor me maar een soort pandabeer… Des al niet te min plaatste ik zonder aarzelen mijn wapens op die van hem… Mijn handen leken samen te smelten met de warme maar harde en strak gespannen huid van zijn geslacht en langzaam begon ik ze heen en weer te bewegen alsof ik dit al een duizend keer gedaan had. Ik hoorde de oude beer meteen goedkeurend mee brommen, en een glimlach kon ik niet meer onderdrukken. Het was nog een hele inspanning om dat hele eind af te trekken, en bijtende op m’n lip gaf ik dan ook m’n alles. Ik zag mijn vingers bollen over de ronde schacht heen. Ik had beide handen nodig om een keurige koker te vormen die mijn meester liet sidderen van genot. Het lekkerste vond ik zelf, dat wanneer ik bij zijn eikel was en daar door mijn toedoen een dikke druppel voorvocht uitrolde, ik dat kon gebruiken en al smerende hem kon blijven verwennen. Met elke haal smeerde zijn pik steeds soepeler in mijn handen. Hij had zijn staf met de eeuwig brandende lampion bij zich en ik zag dat hij die gebruikte om op te steunen. Zijn benen trilden helemaal. Ik deed het goed. Hij keek niet op me neer, maar juist naar boven. Zijn lichaam werden door spasmes geregeerd en dit waren de krachten die ik dus uitoefende. Genot als wapen. Ik had het me niet kunnen voorstellen. Zeker niet in de lijn der verwachting kunnen plaatsen. Ik voelde me niet minder door het feit dat ik hier dan misschien alleen maar was voor mijn lichaam. Shang Xi Richtte zich plots op, en terwijl ik wat verloren was geraakt in mijn gedachten had ik niet door dat hij met elke haal zijn eikel dikker kneep tot het punt waar we nu aangekomen waren. Hij hield overduidelijk zijn gegrom binnen zijn mond, en met zijn volle gewicht leunde hij op de staf die lichtelijk doorboog, en kwam hij… klaar. Ik werd compleet verrast en door mijn positie en de korte afstand zat ik midden in de baan van zijn schot. Mijn lichaam begon te hijgen toen ik het zag en voelde. Hoe het kletterde in mijn gezicht en op mijn hals. Hoe snel de natte vlekken gevormd werden op mijn truitje en hoe de man weer langzaam terug op aarde kwam nadat het laatste van zijn ‘potentie’ niet zozeer meer spurtte, maar langzaam uit zijn kloppende lid stroomde. Hijgend hield ik zijn harde geslacht nog vast en keek ik naar hem op. Nu keek hij wel op me neer. Maar alles, behalve minachting, vond ik in zijn blik terug. Hij glimlachte naar me. Dankbaar op een manier. Alles, behalve een grijns. Ik voelde zijn dikke spul zich verplaatsen over mijn wangen en lippen nu de zwaartekracht zijn werk begon in te zetten. Ik kon het niet laten om mijn gehijg door te zetten waardoor een stroompje langzaam mijn mond ingleed en me daar verrijkte met de smaak van lust en opwinding, of hoe noemde hij het ook alweer?; ‘’Een kracht die word gevormd door lust en verlangen die met de juiste toepassing de allergrootste obstakels kan overkomen.’’ Ik wilde het bepaald niet een obstakel noemen, maar groot was het wel. En ik had het overwonnen. Hij liet zijn robe zakken en als een gordijn naast een podiumoptreden stond een van de sterren weer achter de coulissen. De ander, misschien wel het publiek, zat besmeurd op de grond. Ik kwam overeind en richtte me op. Ik voelde me herboren. Hij keek me aan. Zeer tevreden, kon ik wel zeggen. ,,Niet slecht, Jing.’’ Zuchtte hij dan. ,,Ik denk dat we de goeie weg in zijn geslagen met jouw komende training.’’ Merkte hij daarna wat dubbelzinnig op. ,,Maar we moeten door gaan. En los van Mosdoorn en Qun weet niemand dit. En dat wil ik zo houden graag.’’ Vertelde hij me nog wel. Niet dat ik me schaamde voor wat ik zojuist zomaar gedaan had, maar ik vond het zelf ook een fijn idee om nu niet door een volle academie te lopen met allemaal van dit soort beertjes die dan zouden weten wat ik met hun kon doen. En wat ik vanaf dit moment ook wilde doen… ,,Ik heb een pandabeer afgetrokken…’’ Zuchtte ik nog mededelend naar de meester met een wat geheime maar zeer gulle lach. Het was ongelofelijk.
Lees verder: Jing Tian - 2
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...