Door: Keith
Datum: 28-06-2019 | Cijfer: 9.7 | Gelezen: 15305
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 36 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 36 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 71
Dinsdagochtend. Opstaan en ontbijten in goed gezelschap is altijd prettig. Joline was in een goed humeur en was de hele tijd met de muziek mee aan ’t neurien. “En waarom is mijn geliefde zo vrolijk?” vroeg ik haar. Ze knipoogde. “Vanwege het vooruitzicht dat jij straks een weekje weg bent en ik hier dan vreselijk de beest kan uithangen natuurlijk…”
Terwijl ik een boterham smeerde zei ik: “Houdt de Commandant Backoffice er wel rekening mee dat ze eerst door de rijstebrijberg van twee weken vakantie met ondergetekende heen moet? En dat ze in de week dat ik in Maleisie werk, de loopgroep onder de duim moet houden?” Joline keek me aan. “De loopgroep? Die geef je dan toch een weekje vakantie?” “Nee dame, dat doe ik niet. De loopgroep gaat ook in onze vakantieweken door. Als je dat laat versloffen, valt de groep straks uit elkaar. Continuiteit is het sleutelwoord. Ik ga Linda vragen of zij voor mij de honneurs waarneemt.”
“Linda… Linda… Help me even, Kees.” Ik grinnikte. “Linda is die dame van een jaar of vijftig die aan het opkrabbelen is van haar knieblessure. Vroeger marathons gelopen. Zij klopte Marion met twee rondjes, waardoor Marion nu een minderwaardigheidscomplex heeft opgelopen.” Joline knikte. “Oh ja, nu weet ik het weer. Klein, uiterst pezig, zegt heel weinig, maar als ze iets zegt is dat met een Rotterdams accent waar je van omrolt.”
“Juist. Ze heeft een aantal maanden geleden een knie-operatie ondergaan en is nu weer terug in vorm aan het komen. Die vorm heeft ze al lang, maar ze vindt het gewoon gezellig en leuk bij ons clubje. Maar geen zorgen: ik vraag haar vanavond of zij ook tijdens mijn weekje Maleisie de coaching voor haar rekening neemt. Ze heeft alle technieken in huis, alleen…” “ …kan ze nogal bot uit de hoek komen.” vulde Joline lachend aan. “Precies. Ze heeft soms de tact van een boa constrictor met kiespijn. Maar het is onder dat harde uiterlijk een hartikke aardige vrouw. Dus: de week na onze vakantie ga je vreselijk afzien.”
Joline keek me aan. “ Ik denk dat ik me dan ziek meld, Kees.” Ik schudde mijn hoofd. “Niks ervan, dame. Die tien kilo die je aan gaat komen tijdens onze vakantie moeten er wel af.” Ze stoof op. “Tien kilo? Jij denkt dat ik in twee weken vakantietijd tien kilo ga aankomen? Hoe wil je dat gaan doen, meneer Jonkman?”
Ik grinnikte. “Simpel. Je vastbinden in de camper en helemaal vetmesten met lekker eten uit het kookboek van Kees. Geen fysieke activiteiten, behalve ’s avonds het verplichte nummertje met de camper op steuntjes om de vering van de achteras niet te laten piepen. En de volgende ochtend een ontbijtje met een driedubbele boerenomelet. ’s Middags standaard een Big Mac en ’s avonds kook ik volgens de schijf van de vijf V’s.” Joline keek nieuwsgierig. “De schijf van vijf ken ik. De schijf van de vijf V’s? Vertel!” “Veul en Vet Vreten bij Van de Valk”.
Ze schoot in de lach. “Jaja… met als enige vitamines het schaaltje appelmoes met de kers erop. Nou, ik denk dat onze voeding er heel anders uitziet, meneer. Mager, niet al te veel vlees, veel groente en qua lichaamsbeweging: lekker veel wandelen.” Ik keek somber. “Hmm… En dat ‘lekker veel wandelen’ vertaal jij natuurlijk met ‘lekker veel winkelen’. En ik ben je PPE oftewel je Persoonlijke PakEzel.” Haar ogen twinkelden. “Je brengt me op ideeën. En dat ‘ezel’ klopt wel ongeveer…AU!” Ik trok aan haar vlecht. “Mevrouw Boogers, als jij het in je hoofd haalt om in elke stad te gaan shoppen, ga je wat beleven. Wij gaan cultuur snuiven, van de natuur genieten, links en rechts wat sportieve dingen doen en vooral veel van elkaar genieten…”
“Hmm… Met de steuntjes onder de camper uitgeklapt zeker. In hetzelfde bed waar je zussen met mijn broers hebben liggen rommelen.” “En jouw ouders met elkaar. Vergeet die twee niet.” Joline trok een vies gezicht. “Getver. Bejaardensex. Kees, ik wil het niet voor me zien!” Ik keek haar streng aan. “Dame, jouw ouders zijn… ergens halverwege de vijftig?” “ Pa is achtenvijftig, Ma is twee jaar jonger.” “ Dan is er formeel geen sprake van ‘bejaardensex’. Bovendien is jouw moeder nog steeds een uiterst aantrekkelijke vrouw. Over je Pa kan ik niet oordelen, maar ook hij ziet er nog steeds goed uit. Dus kan ik mij voorstellen dat ook zij met volle teugen van elkaar genieten.”
Joline grinnikte. “Dat weet ik wel zeker. Ze zijn daar nooit geheimzinnig in geweest. Ik heb ze een keer overlopen toen ik zonder te kloppen hun slaapkamer binnenliep, een aantal jaren geleden. Ik schrok me dood: Ma zat bovenop Pa, met haar rug naar me toe. Pa had me in de gaten en zei droog: ‘Lieve dochter, je mag kijken als je wilt, maar niet meedoen.’ Ik ben nog nooit zo snel de deur uitgevlogen. Een uur later zaten we te ontbijten en toen hebben we het er heel open en eerlijk over gehad. Ze waren er simpel over: sex is geweldig. En alles mag, zolang beide partners het leuk of lekker vinden…”
“Prima uitgangspunt, schat. Volgens mij klinkt dat ons bekend in de oren.” Joline knikte en keek me lief aan. “Gelukkig wel…” Ondertussen waren we klaar met het ontbijt en de boterhammen voor de lunch gesmeerd. “Kom, overeind meneer.” Joline trok me overeind. “Spullen opruimen, dan ga ik nog even de laatste hand aan m’n uiterlijk leggen.” En om kwart over zeven reden we de parkeerplaats op. Ik zette de motor uit en zoals gewoonlijk gaven we elkaar nog een iets uitgebreidere zoen dan we in gezelschap zouden doen.
Uit een ooghoek zag ik beweging naast het gebouw en stootte Joline aan. “Er staan er nog twee van elkaar te genieten, schat…” Ze keek. Angelique en Henry stonden in een hoekje naast de deur, buiten het zicht van de beveiligingscamera, hevig te zoenen. Mijn hand ging richting het stuur. “Je láát het, Kees! Je gaat niet claxonneren. Zou jij ook niet op prijs stellen!” Twee blauwe ogen in de stand ‘laatste waarschuwing’ keken me aan. “Laat die twee lekker van elkaar genieten… Wij wachten wel even tot ze klaar zijn.” Na vijf minuten waren ze nog bezig. “Sjongejonge… Dit gaat me te lang duren, Kees. Ik zal ze wel even laten weten dat dit gebouw geen afwerkplek is.” Joline deed het portier open. “Kunnen jullie een seintje geven als jullie gereed zijn? Dan kunnen wij met een gerust geweten naar binnen…”
Henry en Angelique lieten elkaar meteen los. Beiden kregen een rood hoofd. “Allemaal leuk en aardig dat jullie van elkaar houden en zo, maar dat moet je niet zo duidelijk hiér demonstreren…” Joline en ik liepen grinnikend naar hen toe. “Henry, d’r zit lippenstift op je wang…” Ik tikte tegen zijn wang. Hij schrok en begon te poetsen. “Klets niet, Kees”, zei Angelique bits, “ik gebruik door de week geen lippenstift.” “Blijkbaar wist Piraat Henry dat nog niet…” grijnsde ik. “Pestkoppen”, gromde Henry, “ben je nét gewend aan het feit dat je een knappe vrouw mag zoenen, komen er weer lui de zaak bederven…” Joline keek hem aan. “Mag ik jullie één wijze raad geven: als je echt een lekker potje wil zoenen, doe dat vooral niet op je werk. Af en toe een kusje stelen: prima, maar uitgebreide tongzoensessies… Krijg je alleen maar gedonder van. Tot zover de levenslessen van een ervaren vrouw.” Ze keek ondeugend. “En nou naar binnen. Koffie.”
Met een beker koffie in de hand liep ik naar m’n bureau en vroeg Henk en Henry even mee te komen. Ik legde hen het probleem voor waar ik mee geconfronteerd werd: de projectmanager van Damen. “Hebben jullie een idee hoe ik dat tactisch in het vat giet?” Henry haalde z’n schouders op. “Da’s simpel. Bel de technisch directeur. Met hem doe je in eerste instantie zaken, niet met die projectmanager. Vertel hem dat je bereid bent om mee te gaan, mits jouw ouwe stagebegeleider, als technisch verantwoordelijk Ingenieur, óók mee gaat. Als hij niet meegaat, heeft jouw aanwezigheid weinig meerwaarde en mogen ze zelf hun verhaal in Maleisië verkopen.”
Hij grinnikte gemeen. “Je hebt toch niet álle specificaties verteld, Kees? Nog een paar troeven achter de hand gehouden, hoop ik?” Ik knikte. “Als die projectmanager die Excelsheet één op één overneemt tijdens een presentatie, komt hij van een kouwe kermis thuis. Hij opent alleen maar op de juiste manier via mijn computer. Als hij op een andere computer geopend wordt, worden alle data door elkaar gehusseld. Dan staat er bijvoorbeeld plotseling een 35cm kanon in een tweelingtoren op de boeg van dat scheepje… Advies van Fred.”
Henry knikte en dacht even na. “Het zou me niks verwonderen als meneer de projectmanager daar nu al achter is gekomen, maar goed… Hij kan dus niks zonder jou. Sterkte met je telefoontje, Kees!” Henk zei droogjes: “Je zal misschien nu al, maar straks helemaal, wat minder populair bij de projectmanager zijn. Ik kan alleen maar een kreet van Fred overnemen: “Watch your six!’ Hij zou je wel eens een streek kunnen gaan leveren. Wil je dan één van ons erbij is?” Ik knikte. “Graag. Allebei. Dan kan ik even ruggenspraak houden als het nodig is.”
Om exact 07:55 belde ik de technisch directeur. “Charles, Kees Jonkman hier.” “Hallo Kees, vertel het eens…” Ik haalde diep adem. “Charles, ik ben bereid om met jullie mee te gaan. Echter: op één voorwaarde. Dat Allard meegaat. Zonder hem, als technisch verantwoordelijke, heeft mijn aanwezigheid weinig zin.” Het was even stil aan de andere kant. “Kees, het is niet gebruikelijk dat de technisch verantwoordelijke meegaat tijdens dit soort besprekingen. De projectmanager is de eerst aangewezen functionaris.”
Ik liet bewust een korte pauze vallen. “Charles, ik ben niet de figuur die jullie gaat vertellen hoe jullie procedures in elkaar moeten zitten. Maar als jullie je projectmanager meesturen en Allard thuislaten… Dan blijf ik in Gorinchem. En nee, dat is géén één-tweetje tussen Allard en mij; hij weet niets van dit besluit. Reden: Allard en ik spreken één taal. Jullie projectmanager spreekt die taal niet. Hij is, wat zijn titel ook aangeeft: manager. En daar zal hij vreselijk goed in zijn, ongetwijfeld, maar in dit stadium heb je techneuten nodig om de Maleisiërs te overtuigen. En mensen die verstand hebben van bewapening. Allard en ik zijn dat. En voor de duidelijkheid: het is niet óf je projectmanager óf Allard… als ze beiden meegaan vind ik het ook prima. Maar als Allard in Gorinchem blijft, blijf ik ook hier.”
Het was even stil. “Ik ga even overleggen, Kees. Ben jij op dit toestel bereikbaar?” “Ja.” “Mooi. Ik bel je terug.” Hij verbrak de verbinding. Henk stak een duim op. “Heb je netjes gezegd. Iedereen in z’n waarde gelaten, maar je wens duidelijk op tafel gelegd.” Henry knikte. “Mee eens. Nu maar kijken wat het resultaat is. Weet Theo hiervan?” Ik knikte. “Is het roerend met me eens. Zijn eerste reactie op die projectmanager was: ‘Waar kan ik m'n handen wassen? Wat een glibber..’ Letterlijke tekst. Ik zal ‘m meteen informeren. Jongens, dank voor de back-up.” Ik liep naar Theo en bracht hem op de hoogte. Hij keek me aan. “Kees, als ze hierom niet met ons in zee gaan, hoef jij je niet schuldig te voelen. Dan zijn ze geen knip voor de neus waard.” Rond negen uur ging mijn telefoon. “Kees Jonkman.” “Hoi Kees, Charles hier. Allard gaat mee. Hij neemt contact met je op voor de bijzonderheden.” “Goed om te horen, Charles.”
Ik hoorde hem grinniken. “Oh ja, Kees nog iets: als jij weer een Excelsheet voor een potentiële klant in elkaar zet, wil je die dan niet meer zo creatief beveiligen?” Ik hield me van de domme. “Hoezo?” De grinnik werd duidelijker. “Onze projectmanager wilde die sheet vanochtend nog een keer gebruiken om te laten zien dat hij de klant ook wel zou kunnen overtuigen: plotseling was het abacadabra geworden…” Ik grijnsde breed. “Charles, ik mag dan wellicht nog een jonkie zijn, maar ik ben niet naïef.” Zijn stem klonk nu serieus. “Kees, je populariteit is bij één van onze medewerkers nu tot onder nul gedaald. Hou daar rekening mee.” Ik antwoordde even serieus. “Charles, laat me raden. Jullie projectmanager? Man en paard graag.” “Correct.” “Goed. Dan wil ik graag weten: onder wiens verantwoording val ik, op het moment dat ik met jullie in zee ga?” Het was even stil. “Het lijkt me het beste als je rechtstreeks aan mij rapporteert. Da’s niet gebruikelijk, maar gezien de omstandigheden…”
Hij was even stil. “Kees, begrijp me goed: als deze order doorgaat, gaan er niet alleen zes schepen voor Maleisië gebouwd worden, maar is de kans groot dat andere landen ook aanhaken. Dat hebben we vaker gezien. Dus…” Ik vulde hem aan. “Dus wil jij dat er niemand een spaak in een wiel steekt. Logisch. Ik zie graag een overeenkomst op papier de kant van Theo uitkomen waarin staat wat mijn rol is in dit project en onder wiens verantwoording ik val. We hebben zojuist een afspraak gemaakt; ik neem aan dat die er ook in staat.” “Zeker weten, Kees.” “Mooi Charles, we zien ‘m wel komen. Ik zie uit naar de samenwerking!” Een grinnik volgde. “Ik ook, vriend. Ik had destijds al een goeie indruk van je, die is alleen maar beter geworden.” “Dank je wel voor het compliment.” “Tot ziens, Kees.”
Hij hing op en ik veegde even mijn zweethanden aan mijn broek af voordat ik naar Theo ging. Zijn reactie was, zoals gewoonlijk, vrij laconiek. “Ik ken Charles. Die houdt vanaf de zijlijn wel een oogje in het zeil. Maak je niet dik, doe gewoon waar je goed in bent, Kees.” Enigszins gerustgesteld ging ik weer aan het werk.
Om half tien: weer telefoon. “Kees Jonkman.” “Meneer Jonkman, u spreekt met de projectmanager patrouilleschepen Maleisië.” Geen naam. Hmmm. “Goeiemorgen. Waarmee kan ik u helpen?” “Ik wil van u antwoord op twee vragen. Vraag één: vanochtend wilde ik uw Excelsheet nog eens bekijken, en die bleek vercijferd te zijn. Ik wil de code om hem te ontcijferen. Vraag twee: waarom wilt u persé Allard mee naar Maleisië?” Ik moest inwendig grijnzen. “Om met vraag twee te beginnen, meneer: Allard en ik spreken één taal. Ik heb advies gegeven over de consequenties van de bewapening die Maleisië op die scheepjes wil hebben. Allard begrijpt dat met een half woord en kan dat binnen no time vertalen in de daadwerkelijke consequenties voor het ontwerp. Als hij niet bij de besprekingen zit, moet dat eerst via Gorinchem. Dat duurt te lang, komt niet geloofwaardig over bij uw klant en loopt Damen de kans de order mis te lopen. Dat gaat de firma Damen niet zo leuk vinden, schat ik zo in.”
Het was even stil. “Meneer Jonkman, zit u mij nu te bedreigen?” “Dat is wat u er zelf van maakt, meneer. Ik heb uw technisch directeur ervan overtuigd dat Allard en ik niet stiekem een deal hebben gesloten en dat is het laatste wat ik er over zeg. En om op uw vraag één terug te komen: ik ben niet naïef. Als ik ergens een presentatie geef, is die presentatie nóóit onbeveiligd. Er ligt nog geen contract tussen uw firma en de mijne; het risico is dus aanwezig dat iemand probeert zonder mij die sheet te gebruiken voor eigen doeleinden.” Ik liet een pauze vallen, maar hij hapte niet. Oké, dan zelf de knuppel maar in het hoenderhok gegooid. “En uit betrouwbare bron heb ik gehoord dat u dat zelf was, meneer.”
Een lange stilte was de reactie. “Ik zal dit maar opvatten als ‘Wie zwijgt stemt toe’. En u wilde uw technisch directeur demonstreren dat, wat die Jonkman kon, u ook wel zou kunnen. Correct?”
Wederom stilte. Ik begon zo langzamerhand kwaad te worden.
“Meneer, uw technisch directeur wil mij dolgraag aan boord hebben. Gedurende dit gesprek begin ik de neiging te krijgen om de verbinding te verbreken, uw technisch directeur op te bellen en hem mede te delen dat ik uit het project stap. U bent in de gelegenheid om mij nú ervan te overtuigen dat ik dat beter niet kan doen. Doe uw best…”
Even stilte en toen was de reactie: “Ik ben je straks terug!”
Ik beet terug: “Néé meneer, dat doet u niet. U gaat nú open kaart met mij spelen, anders mag u het een en ander gaan uitleggen bij uw directie.”
Wederom was het stil. Hij had niet opgehangen.
Na dertig seconden vroeg ik: “Ga ik het vandaag nog horen, meneer, of…”
“Godverdomme, Jonkman! Jij bent er de oorzaak van dat ik op een zijspoor ben gezet. Je vriendje Allard is in feite projectmanager geworden. Begint er iets te dagen?”
Aha… de aap was uit de mouw.
“Dát, meneer, is een beslissing van uw directie geweest. Ik heb uw directie niét voor de keuze gesteld óf U óf Allard. In die positie verkeer ik niet. De enige voorwaarde die ik gesteld heb is: Allard gaat mee, anders haak ik af. En nee, Allard wist daar niets van.”
“Maak dat de kat wijs, Jonkman. Daar geloof ik geen zak van; jullie zijn twee handen op één buik, dat zag ik meteen al.”
Dat was de druppel, ik was het zat.
“Meneer, ik ben er klaar mee. U mag mij aanspreken met 'meneer Jonkman'. Alleen maar de achternaam gebruiken is hoogst onbeleefd. Dat doet u maar binnen uw eigen firma; ik ben daar niet van gediend.
Maar da's nog tot daar aan toe. Vervolgens maakt U mij uit voor leugenaar en dáár trek ik de streep. Ik weet één ding zeker meneer: U en ik zitten niet in één vliegtuig richting Maleisië. Ik neem nú contact op met uw technisch directeur. Gegroet, meneer.”
Ik smeet de hoorn op de haak. “Wát een ongelooflijk achterbakse klootzak!” riep ik keihard door het bureau. De deur ging open en Theo stak zijn hoofd om de hoek. “Jij bent over de jank. Laat me raden: je bent gebeld door meneer de projectmanager…”
Ik knikte. “De klootzak. Maakt me gewoon voor leugenaar uit… Ik ben in staat om naar Damen te rijden en die vent over z’n bureau heen te trekken.” Theo keek me aan. “Ik zie het je doen. Maar geef je directeur eerst even de kans om wat plooitjes glad te strijken, meneer heethoofd. Ga maar even voor geestelijke nazorg naar Commandant Backoffice, dan ga ik even bellen met Charles. Hij maakte jou voor leugenaar uit, zei je?” Ik knikte. “Geloofde me niet toen ik zei dat ik geen contact met Allard heb gehad over die reis naar Maleisië. En hij wilde dat ik die Excelsheet van de beveiliging afhaalde… Over m’n lijk! Hij is gewoon pislink, Theo, want Allard is in feite nu projectmanager gemaakt. En ik krijg de schuld van meneer...”
Theo keek me aan. “Als iemand mijn personeel onterecht voor leugenaar uitmaakt, Kees, ben ik in staat om een hele dikke streep te trekken door de samenwerking met zo’n bedrijf. Dát ga ik Charles vertellen. Ik kom je zo meteen wel even opzoeken bij Joline. En neem een bak koffie voor me mee!” Hij verdween zijn kantoor in, en ik liep naar de koffiecorner. Twee bekers koffie mee…
Toen ik bij Joline naar binnenstapte keek ze op. “Hé knappe vent…” ze onderbrak zichzelf. “Kees! Wat is er met jou aan de hand?” Ik deed de deur dicht. “Damen. Projectmanager. Klootzak…” In het kort vertelde ik over de contacten tussen mij, de technisch directeur en de projectmanager. Aan het eind van het verhaal zei ze droogjes: “En wat ga je nu doen? Stel, Theo kan de gemoederen sussen… Ga je dan toch met Damen in zee?” Ik keek grimmig.
“Dan mag meneer héél uitgebreid zijn excuses gaan maken en mijn voeten schoonlikken. Nadat ik een uur in de varkensstront heb rondgelopen, potdomme. Héél misschien ga ik er daarna eens over denken. Damen wil mij hebben, daar ben ik vreselijk trots op, want het is een prachtbedrijf. Dat meneer het er niet mee eens is, is zijn probleem…”
Joline stond op. “Hé schat, we hebben werk zat. Kunnen we het erbij doen? Ja, want het is voornamelijk tekenwerk. Ontwerpen. Zijn jullie goed in. Er komt voor ons geen hardware bij kijken. En wat zou het opleveren? Een miljoen? Eenmalig? En samenwerking met Damen. Het laatste is wellicht het belangrijkste. Die miljoen kunnen we als bedrijf best wel missen…”
Ze omarmde me. “Als mensen jou niet op waarde kunnen schatten, Kees…. Ik wel!” Ze gaf me een lange zoen.
En alsof de duvel ermee speelde: tijdens die zoen kwam Theo binnen. “Oh, de nazorg is hier goed voor elkaar, zie ik wel… Mag ik jullie intieme samenzijn even ruw verstoren?” In tegenstelling tot de vorige keer hield Joline me tegen zich aangedrukt. “Sorry meneer de directeur, de sessie is nog niet afgelopen…”
Met een brede glimlach zoende ze me nog een keer en liet me toen los. Ondanks alles moest ik ook lachen. Theo keek me aan. “Zo te zien heeft die nazorgsessie goed geholpen. Ik ga ook eens met problemen naar Hoofd Backoffice, denk ik…” Joline snoof. “U heeft uw persoonlijke nazorginstantie thuis, meneer de directeur. Ga daar uw therapie maar halen.” Ze grinnikte. “In uw schortje…”
We schoten alle drie in de lach, toen werd Theo serieus. “Oké mensen, ik heb even met Charles gesproken. Die vindt dit een bijzonder onverkwikkelijke situatie. Ja, hij heeft de beslissing genomen om Allard mee te sturen naar Maleisië omdat hij de synergie tussen jou, Kees en Allard op waarde kon schatten. Gevolg is dat Allard nu in feite projectmanager is geworden. Meneer de ex-projectmanager was daar pislink over. Dát was ook de reden waarom hij die Excelsheet wilde gebruiken: om Charles te laten zien dat hij het trucje van Kees ook kon uitvoeren. Het feit dat meneer de ex-projectmanager jou voor leugenaar uitmaakte, Kees, kost hem z’n baan als projectmanager. Hij is met onmiddellijke ingang van dit project afgehaald en gaat over vijf minuten verder door het leven als manager interne bedrijfsvoering of zoiets. Charles is daar vrij rücksichtlos in.”
Ik floot. “Zoooo… Da’s inderdaad lik-op-stuk-beleid…” Theo keek grimmig. “Ik moet eerlijk zijn: ik heb ‘m een handje geholpen bij die beslissing. Ik heb ‘m verteld dat er geen keuze was: óf deze meneer wordt compleet en helemaal van het project patrouilleboten gehaald, óf DT doet niet mee. Toen was het klaar. Dus, Kees… de beslissing ligt bij jou.”
Ik keek Theo aan. “Je jokt, meneer de directeur. Jij hebt die beslissing al voor mij genomen. Nu heb ik er zin in.” Hij grijnsde gemeen. “Dat dacht ik al. Je mag Charles zelf opbellen. Goed, ik heb mijn bijdrage aan de therapie geleverd; mevrouw de therapeute, u kunt weer verder gaan.”
Joline giechelde. “Dank u, collega-therapeut. Dit zal de behandeling wel ten goede komen…” Met een ondeugende gniffel sloot Theo de deur achter zich. Joline keek me aan. “En? Tevreden?” Ik haalde m’n schouders op. “Ja, aan de ene kant héél tevreden; Allard mee, die achterbakse hufter niet. Aan de andere kant: triest dat iemand zich tot zoiets verlaagt. Zegt ook iets over de figuur zelf.”
Joline ging zitten. “Die uitspraak zegt ook iets over jou, Kees. Ondanks dat je tien minuten geleden pislink op die vent was, trek je het je ook aan dat hij nu een douw heeft opgelopen… Bedenk even wat voor schade zo iemand zou kunnen veroorzaken in een hoge positie.”
“Hmm… met die levensles sloot de therapeute de sessie. Dank u mevrouw. Ik neem aan dat de rekening op de gebruikelijke wijze voldaan kan worden?” Er kwamen pretlichtjes in Jolines ogen. “Ehhh…. Nou… Daar zegt u wat. Ik had het plan om de rekening over veertien dagen uit te smeren. Elke dag mag u mij koffie of thee op bed komen brengen, mijn persoonlijke pakezel zijn als ik in den vreemde ga shoppen en me in nog wat dingetjes ter wille zijn, waar ik zo snel niet op kan komen…”
Zij knipoogde en ik gromde. “Ik vind dit een wel héél erg royale vergoeding voor een sessie van ongeveer tien minuten, mevrouw. Maar vooruit, omdat ik het in termijnen kan betalen… Accoord.” “Uw geestelijke nood was héél hoog, meneer. Tja, dan hanteer ik het hoge tarief.” Ik omarmde haar. “Ik zal u alvast een aanbetaling doen…”
Ik omarmde haar, gaf haar een lange kus die overging in een tongzoen. Terwijl ik dat deed, gleed mijn hand over haar billen omlaag en ging onder haar rokje. Ze probeerde me af te weren, maar dat liet ik niet toe: ik trok haar rokje op tot vlak onder haar billen en fluisterde in haar oor: “Wat een heerlijke benen… Daar ga ik binnenkort eens uitgebreid van genieten, mevrouw.”
Toen liet ik haar los. In haar ogen zag ik twijfel tussen lachen en boosheid. “Kees! We hadden iets afgesproken over vrijen op het werk!” Haar stem was zacht, maar serieus. “Stel dat Angelique of Henry was binnengekomen…” Ik grijnsde gemeen. “Of Frits…” Haar ogen spoten vuur. “Ja, of Frits, verdorie. En dan sta ik daar in m’n slipje omdat meneer de opperpiraat zo nodig mijn bovenbenen wil strelen… Doe dit niet meer!” Ze was nu serieus kwaad. Ik legde een hand op haar schouder. “Sorry, schat. En nee, ik heb geen excuses, behalve dat ik van je hou en je vreselijk mooi vindt.”
Ze bromde zachtjes: “Die bewaar je maar voor thuis, gek. En je handelingen om dat te bewijzen óók. En nou eruit. Ga Damen maar bellen.” Ze gaf me nog een snelle zoen. “En ik hou ook van jou. Maffe techneut van me…” Haar ogen twinkelden weer. Gelukkig. Ik ging haar bureau uit en liep naar de groepsruimte van de Piraten. “Henk, Henry, hebben jullie nog even?” We liepen mijn bureau in en ik vertelde wat er gebeurd was. Henk keek me aan. “Nou, dan bel je nú Damen op en zeg dat je aan boord bent. Je kunt de klant ten slotte niet zo lang laten wachten…” Ik pakte mijn telefoon. “Charles, met Kees Jonkman. Bel ik gelegen?” “Zeg het maar, Kees.” “Ik heb zojuist van Theo het een en ander gehoord; ik stap aan boord.” “Mooi man! Welkom. Fijn om te horen. Er gaat binnen een uur een contract richting Theo over jouw deelname aan dit project. Bijzonderheden krijg je van Allard, daar ga ik je mee doorverbinden. Nogmaals: fijn dat je meedoet. We zien elkaar binnenkort!”
Ik kreeg een wachtmuziekje te horen en even later: “Zo, meneer de voormalig stagiair…
Voordat je verder gaat: ik loop even naar buiten.” Een paar seonden later: “Ben ik weer. Jij bent een fraaie, zeg. Je laat hier één keer je neus zien en er is meteen gierende hommeles en ondergetekende krijgt de verantwoording over een grote order. Bedankt, hoor…”
De ironie droop uit zijn stem. “Dat kan jij toch wel hebben, Allard? Je hebt ten slotte een loopbaan als stagebegeleider van hele lastige lui achter de rug…” Hij grinnikte. “Ja, breek me de bek niet open. Met name ene Jonkman.” Hij ging serieus verder. “Kees, kunnen wij ergens op neutraal terrein even met elkaar praten? Vandaag nog, als het kan?”
Ik dacht even na. “Dat zal overdag moeten, want vanavond coach ik een loopgroep.” “Is prima. Wat dacht van een zakenlunch op de markt?” Hij noemde de naam van een lunchroom. “Prima. Ik zorg dat er om twaalf uur ben.” “Oké, fijn, man. En oh ja: ik betaal. Schrijf ik wel af op de projectkosten.” “Niks ervan, meneer. Je gaat me niet trakteren op vette frikadellen. Da’s niet integer.” Een grinnik was het antwoord en hij hing op.
Ik keek Henk en Henry aan. “Nou, dan zullen jullie zonder mij moeten lopen…” “Héél vervelend, Kees. Wij passen wel op Joline als jij vette frikadellen naar binnen zit te proppen…” Henry grinnikte.
Om vijf voor twaalf liep ik de lunchroom in. Allard zat er al en gaf me een hand. “Zo, Kees, dat hadden we een aantal jaren geleden niet gedacht hé?”
Ik keek hem aan. “Allereerst: sorry dat dit op deze manier moest lopen. Was niet mijn bedoeling, maar meneer de ex-projectmanager heeft het er zelf naar gemaakt.” Allard knikte. “Hij werkt nu drie maanden bij ons en in die drie maanden heeft hij al naam gemaakt. En geen positieve naam, kan ik je vertellen.” Hij snoof.
“Kantoorpikkie. Heel veel blabla, maar substantieel iets bijdragen: ho maar. Mijn kerels kunnen hem wel schieten. Enfin, hij zit sinds een kwartier mooi opgeborgen binnen Interne Bedrijfsvoering. Kan zich bezig houden met de dresscode voor de secretaresses en meer van die belangrijke zaken. Je hebt van hem geen last meer; ik hoorde van Charles dat hij opdracht heeft gekregen om zich absoluut niet meer met welk project dan ook te bemoeien. Bovendien zit meneer nog in z'n proeftijd. En ik ken onze directie: die is streng doch rechtvaardig, zoals dat zo mooi heet. Trek je conclusies. Maar goed… Wat zullen we eten?”
Tijdens de lunch vertelde hij dat er binnen twee weken een boel zaken geregeld moesten worden. “Maar da’s ons probleem, Kees. Als jij een geldig paspoort hebt, stap je over twee en halve week aan boord van een A380 van Singepore Airlines. Business class. Wij verzorgen de tickets, ik moet alleen een scan van je paspoort hebben. In Maleisië mag jij je kunstje met je excelsheet nog een keer vertonen en die lui overtuigen van het nut en belang van een ander wapensysteem.” “Dat gaat lukken, Allard. Als we die Excel nu eens gaan uitbreiden met nog een aantal parameters: de verschillen tussen de systemen en hun invloed op de grootte, diepgang, snelheid enzovoorts van het schip? Dáár weten jullie alles van. Die heb ik niet meegenomen in de Excel, behave een paar hele grove schattingen.”
Hij keek me aan. “Da’s geen gek idee, Kees. Maar… Dan moet ik die sheet wel hebben…” Hij keek me glimlachend aan. “En niet beveiligd.” “Zodra ik het contract voor onze samenwerking heb gezien, krijg jij die sheet. Beveiligd, maar van mij krijg je het wachtwoord. Dat mag je aan één van jouw mensen doorgeven, maar niet meer. Jij kunt ‘m aanvullen met alle parameters die je maar wilt, tot en met de kleur van de snor van de schipper aan toe. Dan hebben we een document waar in feite alles op staat met betrekking tot de verschillen van beide wapensystemen. Knappe jongen die dáár iets tegenin kan brengen.”
Hij knikte. “Prima. Heb jij zin in een stukkie varen? Het prototype ligt bij ons in de haven… Morgen maakt ze een proefvaart voor een systeemtest.” Ik dacht snel na. “Moet ik even overleggen met mijn directeur. En…ik wil dat mijn team dan ook meegaat.” Hij keek verwonderd. “Je team? Hoeveel man?” “Acht, inclusief mezelf. Ook zij gaan hiermee te maken krijgen, Allard. En ik wil bij elk project graag dat ze weten waar het over gaat. Een stukje intrinsieke motivatie, zeg maar.” Ik grinnikte. “En de naam van mijn team is nog toepasselijk ook: Ik ben teamleider team drie van DT, bijgenaamd “De Piraten”.
Hij keek me aan. “Dat je een rare snippenschieter was, wist ik al. Maar hoezo die naam?” Ik vertelde hem in het kort de historie en liet hem een foto zien van de tekeningen van Gonnie. Van het team, van Joline en van mij. Hij gniffelde. “Maar dan moet mevrouw de Piraat ook mee…” Ik keek twijfelend. “Niet flauw doen, Kees. Ze gaat mee. Ik wil wel eens een één op één gesprek met jouw echtgenote.”
“Hohoho, meneer. Ze is mijn echtgenote niet. Nóg niet. We wonen sinds een paar maanden samen en zijn dolgelukkig met elkaar, maar hebben een stilzwijgende overeenkomst om dingen niet te overhaasten. Dus: Joline is mijn partner, mijn vriendin, mijn buddy, soulmate, maar niet mijn vrouw. Maar wat niet is gaat zeer zeker komen, want ik laat deze dame niet ontsnappen!”
“Als zij er net zo uitziet als op die tekening, is ze welkom aan boord.” “Kijk zelf maar…” zei ik, en pakte mijn telefoon. Ik liet hem de foto zien die ook bij mij op het bureau stond. Hij keek me aan. “Tering… Hoe komt zo’n lelijke vent als jij aan zo’n knappe vriendin?” “Dat vertel ik niet. Bedrijfsgeheim. Laten we het maar op mijn charismatische persoonlijkheid houden.”
Allard schoot in de lach. “Laten we maar gaan verder gaan met eten, anders vertel je nog meer onwaarschijnlijke leugens. En vertel ondertussen maar wat je in de afgelopen jaren hebt uitgespookt…”
Terwijl ik een boterham smeerde zei ik: “Houdt de Commandant Backoffice er wel rekening mee dat ze eerst door de rijstebrijberg van twee weken vakantie met ondergetekende heen moet? En dat ze in de week dat ik in Maleisie werk, de loopgroep onder de duim moet houden?” Joline keek me aan. “De loopgroep? Die geef je dan toch een weekje vakantie?” “Nee dame, dat doe ik niet. De loopgroep gaat ook in onze vakantieweken door. Als je dat laat versloffen, valt de groep straks uit elkaar. Continuiteit is het sleutelwoord. Ik ga Linda vragen of zij voor mij de honneurs waarneemt.”
“Linda… Linda… Help me even, Kees.” Ik grinnikte. “Linda is die dame van een jaar of vijftig die aan het opkrabbelen is van haar knieblessure. Vroeger marathons gelopen. Zij klopte Marion met twee rondjes, waardoor Marion nu een minderwaardigheidscomplex heeft opgelopen.” Joline knikte. “Oh ja, nu weet ik het weer. Klein, uiterst pezig, zegt heel weinig, maar als ze iets zegt is dat met een Rotterdams accent waar je van omrolt.”
“Juist. Ze heeft een aantal maanden geleden een knie-operatie ondergaan en is nu weer terug in vorm aan het komen. Die vorm heeft ze al lang, maar ze vindt het gewoon gezellig en leuk bij ons clubje. Maar geen zorgen: ik vraag haar vanavond of zij ook tijdens mijn weekje Maleisie de coaching voor haar rekening neemt. Ze heeft alle technieken in huis, alleen…” “ …kan ze nogal bot uit de hoek komen.” vulde Joline lachend aan. “Precies. Ze heeft soms de tact van een boa constrictor met kiespijn. Maar het is onder dat harde uiterlijk een hartikke aardige vrouw. Dus: de week na onze vakantie ga je vreselijk afzien.”
Joline keek me aan. “ Ik denk dat ik me dan ziek meld, Kees.” Ik schudde mijn hoofd. “Niks ervan, dame. Die tien kilo die je aan gaat komen tijdens onze vakantie moeten er wel af.” Ze stoof op. “Tien kilo? Jij denkt dat ik in twee weken vakantietijd tien kilo ga aankomen? Hoe wil je dat gaan doen, meneer Jonkman?”
Ik grinnikte. “Simpel. Je vastbinden in de camper en helemaal vetmesten met lekker eten uit het kookboek van Kees. Geen fysieke activiteiten, behalve ’s avonds het verplichte nummertje met de camper op steuntjes om de vering van de achteras niet te laten piepen. En de volgende ochtend een ontbijtje met een driedubbele boerenomelet. ’s Middags standaard een Big Mac en ’s avonds kook ik volgens de schijf van de vijf V’s.” Joline keek nieuwsgierig. “De schijf van vijf ken ik. De schijf van de vijf V’s? Vertel!” “Veul en Vet Vreten bij Van de Valk”.
Ze schoot in de lach. “Jaja… met als enige vitamines het schaaltje appelmoes met de kers erop. Nou, ik denk dat onze voeding er heel anders uitziet, meneer. Mager, niet al te veel vlees, veel groente en qua lichaamsbeweging: lekker veel wandelen.” Ik keek somber. “Hmm… En dat ‘lekker veel wandelen’ vertaal jij natuurlijk met ‘lekker veel winkelen’. En ik ben je PPE oftewel je Persoonlijke PakEzel.” Haar ogen twinkelden. “Je brengt me op ideeën. En dat ‘ezel’ klopt wel ongeveer…AU!” Ik trok aan haar vlecht. “Mevrouw Boogers, als jij het in je hoofd haalt om in elke stad te gaan shoppen, ga je wat beleven. Wij gaan cultuur snuiven, van de natuur genieten, links en rechts wat sportieve dingen doen en vooral veel van elkaar genieten…”
“Hmm… Met de steuntjes onder de camper uitgeklapt zeker. In hetzelfde bed waar je zussen met mijn broers hebben liggen rommelen.” “En jouw ouders met elkaar. Vergeet die twee niet.” Joline trok een vies gezicht. “Getver. Bejaardensex. Kees, ik wil het niet voor me zien!” Ik keek haar streng aan. “Dame, jouw ouders zijn… ergens halverwege de vijftig?” “ Pa is achtenvijftig, Ma is twee jaar jonger.” “ Dan is er formeel geen sprake van ‘bejaardensex’. Bovendien is jouw moeder nog steeds een uiterst aantrekkelijke vrouw. Over je Pa kan ik niet oordelen, maar ook hij ziet er nog steeds goed uit. Dus kan ik mij voorstellen dat ook zij met volle teugen van elkaar genieten.”
Joline grinnikte. “Dat weet ik wel zeker. Ze zijn daar nooit geheimzinnig in geweest. Ik heb ze een keer overlopen toen ik zonder te kloppen hun slaapkamer binnenliep, een aantal jaren geleden. Ik schrok me dood: Ma zat bovenop Pa, met haar rug naar me toe. Pa had me in de gaten en zei droog: ‘Lieve dochter, je mag kijken als je wilt, maar niet meedoen.’ Ik ben nog nooit zo snel de deur uitgevlogen. Een uur later zaten we te ontbijten en toen hebben we het er heel open en eerlijk over gehad. Ze waren er simpel over: sex is geweldig. En alles mag, zolang beide partners het leuk of lekker vinden…”
“Prima uitgangspunt, schat. Volgens mij klinkt dat ons bekend in de oren.” Joline knikte en keek me lief aan. “Gelukkig wel…” Ondertussen waren we klaar met het ontbijt en de boterhammen voor de lunch gesmeerd. “Kom, overeind meneer.” Joline trok me overeind. “Spullen opruimen, dan ga ik nog even de laatste hand aan m’n uiterlijk leggen.” En om kwart over zeven reden we de parkeerplaats op. Ik zette de motor uit en zoals gewoonlijk gaven we elkaar nog een iets uitgebreidere zoen dan we in gezelschap zouden doen.
Uit een ooghoek zag ik beweging naast het gebouw en stootte Joline aan. “Er staan er nog twee van elkaar te genieten, schat…” Ze keek. Angelique en Henry stonden in een hoekje naast de deur, buiten het zicht van de beveiligingscamera, hevig te zoenen. Mijn hand ging richting het stuur. “Je láát het, Kees! Je gaat niet claxonneren. Zou jij ook niet op prijs stellen!” Twee blauwe ogen in de stand ‘laatste waarschuwing’ keken me aan. “Laat die twee lekker van elkaar genieten… Wij wachten wel even tot ze klaar zijn.” Na vijf minuten waren ze nog bezig. “Sjongejonge… Dit gaat me te lang duren, Kees. Ik zal ze wel even laten weten dat dit gebouw geen afwerkplek is.” Joline deed het portier open. “Kunnen jullie een seintje geven als jullie gereed zijn? Dan kunnen wij met een gerust geweten naar binnen…”
Henry en Angelique lieten elkaar meteen los. Beiden kregen een rood hoofd. “Allemaal leuk en aardig dat jullie van elkaar houden en zo, maar dat moet je niet zo duidelijk hiér demonstreren…” Joline en ik liepen grinnikend naar hen toe. “Henry, d’r zit lippenstift op je wang…” Ik tikte tegen zijn wang. Hij schrok en begon te poetsen. “Klets niet, Kees”, zei Angelique bits, “ik gebruik door de week geen lippenstift.” “Blijkbaar wist Piraat Henry dat nog niet…” grijnsde ik. “Pestkoppen”, gromde Henry, “ben je nét gewend aan het feit dat je een knappe vrouw mag zoenen, komen er weer lui de zaak bederven…” Joline keek hem aan. “Mag ik jullie één wijze raad geven: als je echt een lekker potje wil zoenen, doe dat vooral niet op je werk. Af en toe een kusje stelen: prima, maar uitgebreide tongzoensessies… Krijg je alleen maar gedonder van. Tot zover de levenslessen van een ervaren vrouw.” Ze keek ondeugend. “En nou naar binnen. Koffie.”
Met een beker koffie in de hand liep ik naar m’n bureau en vroeg Henk en Henry even mee te komen. Ik legde hen het probleem voor waar ik mee geconfronteerd werd: de projectmanager van Damen. “Hebben jullie een idee hoe ik dat tactisch in het vat giet?” Henry haalde z’n schouders op. “Da’s simpel. Bel de technisch directeur. Met hem doe je in eerste instantie zaken, niet met die projectmanager. Vertel hem dat je bereid bent om mee te gaan, mits jouw ouwe stagebegeleider, als technisch verantwoordelijk Ingenieur, óók mee gaat. Als hij niet meegaat, heeft jouw aanwezigheid weinig meerwaarde en mogen ze zelf hun verhaal in Maleisië verkopen.”
Hij grinnikte gemeen. “Je hebt toch niet álle specificaties verteld, Kees? Nog een paar troeven achter de hand gehouden, hoop ik?” Ik knikte. “Als die projectmanager die Excelsheet één op één overneemt tijdens een presentatie, komt hij van een kouwe kermis thuis. Hij opent alleen maar op de juiste manier via mijn computer. Als hij op een andere computer geopend wordt, worden alle data door elkaar gehusseld. Dan staat er bijvoorbeeld plotseling een 35cm kanon in een tweelingtoren op de boeg van dat scheepje… Advies van Fred.”
Henry knikte en dacht even na. “Het zou me niks verwonderen als meneer de projectmanager daar nu al achter is gekomen, maar goed… Hij kan dus niks zonder jou. Sterkte met je telefoontje, Kees!” Henk zei droogjes: “Je zal misschien nu al, maar straks helemaal, wat minder populair bij de projectmanager zijn. Ik kan alleen maar een kreet van Fred overnemen: “Watch your six!’ Hij zou je wel eens een streek kunnen gaan leveren. Wil je dan één van ons erbij is?” Ik knikte. “Graag. Allebei. Dan kan ik even ruggenspraak houden als het nodig is.”
Om exact 07:55 belde ik de technisch directeur. “Charles, Kees Jonkman hier.” “Hallo Kees, vertel het eens…” Ik haalde diep adem. “Charles, ik ben bereid om met jullie mee te gaan. Echter: op één voorwaarde. Dat Allard meegaat. Zonder hem, als technisch verantwoordelijke, heeft mijn aanwezigheid weinig zin.” Het was even stil aan de andere kant. “Kees, het is niet gebruikelijk dat de technisch verantwoordelijke meegaat tijdens dit soort besprekingen. De projectmanager is de eerst aangewezen functionaris.”
Ik liet bewust een korte pauze vallen. “Charles, ik ben niet de figuur die jullie gaat vertellen hoe jullie procedures in elkaar moeten zitten. Maar als jullie je projectmanager meesturen en Allard thuislaten… Dan blijf ik in Gorinchem. En nee, dat is géén één-tweetje tussen Allard en mij; hij weet niets van dit besluit. Reden: Allard en ik spreken één taal. Jullie projectmanager spreekt die taal niet. Hij is, wat zijn titel ook aangeeft: manager. En daar zal hij vreselijk goed in zijn, ongetwijfeld, maar in dit stadium heb je techneuten nodig om de Maleisiërs te overtuigen. En mensen die verstand hebben van bewapening. Allard en ik zijn dat. En voor de duidelijkheid: het is niet óf je projectmanager óf Allard… als ze beiden meegaan vind ik het ook prima. Maar als Allard in Gorinchem blijft, blijf ik ook hier.”
Het was even stil. “Ik ga even overleggen, Kees. Ben jij op dit toestel bereikbaar?” “Ja.” “Mooi. Ik bel je terug.” Hij verbrak de verbinding. Henk stak een duim op. “Heb je netjes gezegd. Iedereen in z’n waarde gelaten, maar je wens duidelijk op tafel gelegd.” Henry knikte. “Mee eens. Nu maar kijken wat het resultaat is. Weet Theo hiervan?” Ik knikte. “Is het roerend met me eens. Zijn eerste reactie op die projectmanager was: ‘Waar kan ik m'n handen wassen? Wat een glibber..’ Letterlijke tekst. Ik zal ‘m meteen informeren. Jongens, dank voor de back-up.” Ik liep naar Theo en bracht hem op de hoogte. Hij keek me aan. “Kees, als ze hierom niet met ons in zee gaan, hoef jij je niet schuldig te voelen. Dan zijn ze geen knip voor de neus waard.” Rond negen uur ging mijn telefoon. “Kees Jonkman.” “Hoi Kees, Charles hier. Allard gaat mee. Hij neemt contact met je op voor de bijzonderheden.” “Goed om te horen, Charles.”
Ik hoorde hem grinniken. “Oh ja, Kees nog iets: als jij weer een Excelsheet voor een potentiële klant in elkaar zet, wil je die dan niet meer zo creatief beveiligen?” Ik hield me van de domme. “Hoezo?” De grinnik werd duidelijker. “Onze projectmanager wilde die sheet vanochtend nog een keer gebruiken om te laten zien dat hij de klant ook wel zou kunnen overtuigen: plotseling was het abacadabra geworden…” Ik grijnsde breed. “Charles, ik mag dan wellicht nog een jonkie zijn, maar ik ben niet naïef.” Zijn stem klonk nu serieus. “Kees, je populariteit is bij één van onze medewerkers nu tot onder nul gedaald. Hou daar rekening mee.” Ik antwoordde even serieus. “Charles, laat me raden. Jullie projectmanager? Man en paard graag.” “Correct.” “Goed. Dan wil ik graag weten: onder wiens verantwoording val ik, op het moment dat ik met jullie in zee ga?” Het was even stil. “Het lijkt me het beste als je rechtstreeks aan mij rapporteert. Da’s niet gebruikelijk, maar gezien de omstandigheden…”
Hij was even stil. “Kees, begrijp me goed: als deze order doorgaat, gaan er niet alleen zes schepen voor Maleisië gebouwd worden, maar is de kans groot dat andere landen ook aanhaken. Dat hebben we vaker gezien. Dus…” Ik vulde hem aan. “Dus wil jij dat er niemand een spaak in een wiel steekt. Logisch. Ik zie graag een overeenkomst op papier de kant van Theo uitkomen waarin staat wat mijn rol is in dit project en onder wiens verantwoording ik val. We hebben zojuist een afspraak gemaakt; ik neem aan dat die er ook in staat.” “Zeker weten, Kees.” “Mooi Charles, we zien ‘m wel komen. Ik zie uit naar de samenwerking!” Een grinnik volgde. “Ik ook, vriend. Ik had destijds al een goeie indruk van je, die is alleen maar beter geworden.” “Dank je wel voor het compliment.” “Tot ziens, Kees.”
Hij hing op en ik veegde even mijn zweethanden aan mijn broek af voordat ik naar Theo ging. Zijn reactie was, zoals gewoonlijk, vrij laconiek. “Ik ken Charles. Die houdt vanaf de zijlijn wel een oogje in het zeil. Maak je niet dik, doe gewoon waar je goed in bent, Kees.” Enigszins gerustgesteld ging ik weer aan het werk.
Om half tien: weer telefoon. “Kees Jonkman.” “Meneer Jonkman, u spreekt met de projectmanager patrouilleschepen Maleisië.” Geen naam. Hmmm. “Goeiemorgen. Waarmee kan ik u helpen?” “Ik wil van u antwoord op twee vragen. Vraag één: vanochtend wilde ik uw Excelsheet nog eens bekijken, en die bleek vercijferd te zijn. Ik wil de code om hem te ontcijferen. Vraag twee: waarom wilt u persé Allard mee naar Maleisië?” Ik moest inwendig grijnzen. “Om met vraag twee te beginnen, meneer: Allard en ik spreken één taal. Ik heb advies gegeven over de consequenties van de bewapening die Maleisië op die scheepjes wil hebben. Allard begrijpt dat met een half woord en kan dat binnen no time vertalen in de daadwerkelijke consequenties voor het ontwerp. Als hij niet bij de besprekingen zit, moet dat eerst via Gorinchem. Dat duurt te lang, komt niet geloofwaardig over bij uw klant en loopt Damen de kans de order mis te lopen. Dat gaat de firma Damen niet zo leuk vinden, schat ik zo in.”
Het was even stil. “Meneer Jonkman, zit u mij nu te bedreigen?” “Dat is wat u er zelf van maakt, meneer. Ik heb uw technisch directeur ervan overtuigd dat Allard en ik niet stiekem een deal hebben gesloten en dat is het laatste wat ik er over zeg. En om op uw vraag één terug te komen: ik ben niet naïef. Als ik ergens een presentatie geef, is die presentatie nóóit onbeveiligd. Er ligt nog geen contract tussen uw firma en de mijne; het risico is dus aanwezig dat iemand probeert zonder mij die sheet te gebruiken voor eigen doeleinden.” Ik liet een pauze vallen, maar hij hapte niet. Oké, dan zelf de knuppel maar in het hoenderhok gegooid. “En uit betrouwbare bron heb ik gehoord dat u dat zelf was, meneer.”
Een lange stilte was de reactie. “Ik zal dit maar opvatten als ‘Wie zwijgt stemt toe’. En u wilde uw technisch directeur demonstreren dat, wat die Jonkman kon, u ook wel zou kunnen. Correct?”
Wederom stilte. Ik begon zo langzamerhand kwaad te worden.
“Meneer, uw technisch directeur wil mij dolgraag aan boord hebben. Gedurende dit gesprek begin ik de neiging te krijgen om de verbinding te verbreken, uw technisch directeur op te bellen en hem mede te delen dat ik uit het project stap. U bent in de gelegenheid om mij nú ervan te overtuigen dat ik dat beter niet kan doen. Doe uw best…”
Even stilte en toen was de reactie: “Ik ben je straks terug!”
Ik beet terug: “Néé meneer, dat doet u niet. U gaat nú open kaart met mij spelen, anders mag u het een en ander gaan uitleggen bij uw directie.”
Wederom was het stil. Hij had niet opgehangen.
Na dertig seconden vroeg ik: “Ga ik het vandaag nog horen, meneer, of…”
“Godverdomme, Jonkman! Jij bent er de oorzaak van dat ik op een zijspoor ben gezet. Je vriendje Allard is in feite projectmanager geworden. Begint er iets te dagen?”
Aha… de aap was uit de mouw.
“Dát, meneer, is een beslissing van uw directie geweest. Ik heb uw directie niét voor de keuze gesteld óf U óf Allard. In die positie verkeer ik niet. De enige voorwaarde die ik gesteld heb is: Allard gaat mee, anders haak ik af. En nee, Allard wist daar niets van.”
“Maak dat de kat wijs, Jonkman. Daar geloof ik geen zak van; jullie zijn twee handen op één buik, dat zag ik meteen al.”
Dat was de druppel, ik was het zat.
“Meneer, ik ben er klaar mee. U mag mij aanspreken met 'meneer Jonkman'. Alleen maar de achternaam gebruiken is hoogst onbeleefd. Dat doet u maar binnen uw eigen firma; ik ben daar niet van gediend.
Maar da's nog tot daar aan toe. Vervolgens maakt U mij uit voor leugenaar en dáár trek ik de streep. Ik weet één ding zeker meneer: U en ik zitten niet in één vliegtuig richting Maleisië. Ik neem nú contact op met uw technisch directeur. Gegroet, meneer.”
Ik smeet de hoorn op de haak. “Wát een ongelooflijk achterbakse klootzak!” riep ik keihard door het bureau. De deur ging open en Theo stak zijn hoofd om de hoek. “Jij bent over de jank. Laat me raden: je bent gebeld door meneer de projectmanager…”
Ik knikte. “De klootzak. Maakt me gewoon voor leugenaar uit… Ik ben in staat om naar Damen te rijden en die vent over z’n bureau heen te trekken.” Theo keek me aan. “Ik zie het je doen. Maar geef je directeur eerst even de kans om wat plooitjes glad te strijken, meneer heethoofd. Ga maar even voor geestelijke nazorg naar Commandant Backoffice, dan ga ik even bellen met Charles. Hij maakte jou voor leugenaar uit, zei je?” Ik knikte. “Geloofde me niet toen ik zei dat ik geen contact met Allard heb gehad over die reis naar Maleisië. En hij wilde dat ik die Excelsheet van de beveiliging afhaalde… Over m’n lijk! Hij is gewoon pislink, Theo, want Allard is in feite nu projectmanager gemaakt. En ik krijg de schuld van meneer...”
Theo keek me aan. “Als iemand mijn personeel onterecht voor leugenaar uitmaakt, Kees, ben ik in staat om een hele dikke streep te trekken door de samenwerking met zo’n bedrijf. Dát ga ik Charles vertellen. Ik kom je zo meteen wel even opzoeken bij Joline. En neem een bak koffie voor me mee!” Hij verdween zijn kantoor in, en ik liep naar de koffiecorner. Twee bekers koffie mee…
Toen ik bij Joline naar binnenstapte keek ze op. “Hé knappe vent…” ze onderbrak zichzelf. “Kees! Wat is er met jou aan de hand?” Ik deed de deur dicht. “Damen. Projectmanager. Klootzak…” In het kort vertelde ik over de contacten tussen mij, de technisch directeur en de projectmanager. Aan het eind van het verhaal zei ze droogjes: “En wat ga je nu doen? Stel, Theo kan de gemoederen sussen… Ga je dan toch met Damen in zee?” Ik keek grimmig.
“Dan mag meneer héél uitgebreid zijn excuses gaan maken en mijn voeten schoonlikken. Nadat ik een uur in de varkensstront heb rondgelopen, potdomme. Héél misschien ga ik er daarna eens over denken. Damen wil mij hebben, daar ben ik vreselijk trots op, want het is een prachtbedrijf. Dat meneer het er niet mee eens is, is zijn probleem…”
Joline stond op. “Hé schat, we hebben werk zat. Kunnen we het erbij doen? Ja, want het is voornamelijk tekenwerk. Ontwerpen. Zijn jullie goed in. Er komt voor ons geen hardware bij kijken. En wat zou het opleveren? Een miljoen? Eenmalig? En samenwerking met Damen. Het laatste is wellicht het belangrijkste. Die miljoen kunnen we als bedrijf best wel missen…”
Ze omarmde me. “Als mensen jou niet op waarde kunnen schatten, Kees…. Ik wel!” Ze gaf me een lange zoen.
En alsof de duvel ermee speelde: tijdens die zoen kwam Theo binnen. “Oh, de nazorg is hier goed voor elkaar, zie ik wel… Mag ik jullie intieme samenzijn even ruw verstoren?” In tegenstelling tot de vorige keer hield Joline me tegen zich aangedrukt. “Sorry meneer de directeur, de sessie is nog niet afgelopen…”
Met een brede glimlach zoende ze me nog een keer en liet me toen los. Ondanks alles moest ik ook lachen. Theo keek me aan. “Zo te zien heeft die nazorgsessie goed geholpen. Ik ga ook eens met problemen naar Hoofd Backoffice, denk ik…” Joline snoof. “U heeft uw persoonlijke nazorginstantie thuis, meneer de directeur. Ga daar uw therapie maar halen.” Ze grinnikte. “In uw schortje…”
We schoten alle drie in de lach, toen werd Theo serieus. “Oké mensen, ik heb even met Charles gesproken. Die vindt dit een bijzonder onverkwikkelijke situatie. Ja, hij heeft de beslissing genomen om Allard mee te sturen naar Maleisië omdat hij de synergie tussen jou, Kees en Allard op waarde kon schatten. Gevolg is dat Allard nu in feite projectmanager is geworden. Meneer de ex-projectmanager was daar pislink over. Dát was ook de reden waarom hij die Excelsheet wilde gebruiken: om Charles te laten zien dat hij het trucje van Kees ook kon uitvoeren. Het feit dat meneer de ex-projectmanager jou voor leugenaar uitmaakte, Kees, kost hem z’n baan als projectmanager. Hij is met onmiddellijke ingang van dit project afgehaald en gaat over vijf minuten verder door het leven als manager interne bedrijfsvoering of zoiets. Charles is daar vrij rücksichtlos in.”
Ik floot. “Zoooo… Da’s inderdaad lik-op-stuk-beleid…” Theo keek grimmig. “Ik moet eerlijk zijn: ik heb ‘m een handje geholpen bij die beslissing. Ik heb ‘m verteld dat er geen keuze was: óf deze meneer wordt compleet en helemaal van het project patrouilleboten gehaald, óf DT doet niet mee. Toen was het klaar. Dus, Kees… de beslissing ligt bij jou.”
Ik keek Theo aan. “Je jokt, meneer de directeur. Jij hebt die beslissing al voor mij genomen. Nu heb ik er zin in.” Hij grijnsde gemeen. “Dat dacht ik al. Je mag Charles zelf opbellen. Goed, ik heb mijn bijdrage aan de therapie geleverd; mevrouw de therapeute, u kunt weer verder gaan.”
Joline giechelde. “Dank u, collega-therapeut. Dit zal de behandeling wel ten goede komen…” Met een ondeugende gniffel sloot Theo de deur achter zich. Joline keek me aan. “En? Tevreden?” Ik haalde m’n schouders op. “Ja, aan de ene kant héél tevreden; Allard mee, die achterbakse hufter niet. Aan de andere kant: triest dat iemand zich tot zoiets verlaagt. Zegt ook iets over de figuur zelf.”
Joline ging zitten. “Die uitspraak zegt ook iets over jou, Kees. Ondanks dat je tien minuten geleden pislink op die vent was, trek je het je ook aan dat hij nu een douw heeft opgelopen… Bedenk even wat voor schade zo iemand zou kunnen veroorzaken in een hoge positie.”
“Hmm… met die levensles sloot de therapeute de sessie. Dank u mevrouw. Ik neem aan dat de rekening op de gebruikelijke wijze voldaan kan worden?” Er kwamen pretlichtjes in Jolines ogen. “Ehhh…. Nou… Daar zegt u wat. Ik had het plan om de rekening over veertien dagen uit te smeren. Elke dag mag u mij koffie of thee op bed komen brengen, mijn persoonlijke pakezel zijn als ik in den vreemde ga shoppen en me in nog wat dingetjes ter wille zijn, waar ik zo snel niet op kan komen…”
Zij knipoogde en ik gromde. “Ik vind dit een wel héél erg royale vergoeding voor een sessie van ongeveer tien minuten, mevrouw. Maar vooruit, omdat ik het in termijnen kan betalen… Accoord.” “Uw geestelijke nood was héél hoog, meneer. Tja, dan hanteer ik het hoge tarief.” Ik omarmde haar. “Ik zal u alvast een aanbetaling doen…”
Ik omarmde haar, gaf haar een lange kus die overging in een tongzoen. Terwijl ik dat deed, gleed mijn hand over haar billen omlaag en ging onder haar rokje. Ze probeerde me af te weren, maar dat liet ik niet toe: ik trok haar rokje op tot vlak onder haar billen en fluisterde in haar oor: “Wat een heerlijke benen… Daar ga ik binnenkort eens uitgebreid van genieten, mevrouw.”
Toen liet ik haar los. In haar ogen zag ik twijfel tussen lachen en boosheid. “Kees! We hadden iets afgesproken over vrijen op het werk!” Haar stem was zacht, maar serieus. “Stel dat Angelique of Henry was binnengekomen…” Ik grijnsde gemeen. “Of Frits…” Haar ogen spoten vuur. “Ja, of Frits, verdorie. En dan sta ik daar in m’n slipje omdat meneer de opperpiraat zo nodig mijn bovenbenen wil strelen… Doe dit niet meer!” Ze was nu serieus kwaad. Ik legde een hand op haar schouder. “Sorry, schat. En nee, ik heb geen excuses, behalve dat ik van je hou en je vreselijk mooi vindt.”
Ze bromde zachtjes: “Die bewaar je maar voor thuis, gek. En je handelingen om dat te bewijzen óók. En nou eruit. Ga Damen maar bellen.” Ze gaf me nog een snelle zoen. “En ik hou ook van jou. Maffe techneut van me…” Haar ogen twinkelden weer. Gelukkig. Ik ging haar bureau uit en liep naar de groepsruimte van de Piraten. “Henk, Henry, hebben jullie nog even?” We liepen mijn bureau in en ik vertelde wat er gebeurd was. Henk keek me aan. “Nou, dan bel je nú Damen op en zeg dat je aan boord bent. Je kunt de klant ten slotte niet zo lang laten wachten…” Ik pakte mijn telefoon. “Charles, met Kees Jonkman. Bel ik gelegen?” “Zeg het maar, Kees.” “Ik heb zojuist van Theo het een en ander gehoord; ik stap aan boord.” “Mooi man! Welkom. Fijn om te horen. Er gaat binnen een uur een contract richting Theo over jouw deelname aan dit project. Bijzonderheden krijg je van Allard, daar ga ik je mee doorverbinden. Nogmaals: fijn dat je meedoet. We zien elkaar binnenkort!”
Ik kreeg een wachtmuziekje te horen en even later: “Zo, meneer de voormalig stagiair…
Voordat je verder gaat: ik loop even naar buiten.” Een paar seonden later: “Ben ik weer. Jij bent een fraaie, zeg. Je laat hier één keer je neus zien en er is meteen gierende hommeles en ondergetekende krijgt de verantwoording over een grote order. Bedankt, hoor…”
De ironie droop uit zijn stem. “Dat kan jij toch wel hebben, Allard? Je hebt ten slotte een loopbaan als stagebegeleider van hele lastige lui achter de rug…” Hij grinnikte. “Ja, breek me de bek niet open. Met name ene Jonkman.” Hij ging serieus verder. “Kees, kunnen wij ergens op neutraal terrein even met elkaar praten? Vandaag nog, als het kan?”
Ik dacht even na. “Dat zal overdag moeten, want vanavond coach ik een loopgroep.” “Is prima. Wat dacht van een zakenlunch op de markt?” Hij noemde de naam van een lunchroom. “Prima. Ik zorg dat er om twaalf uur ben.” “Oké, fijn, man. En oh ja: ik betaal. Schrijf ik wel af op de projectkosten.” “Niks ervan, meneer. Je gaat me niet trakteren op vette frikadellen. Da’s niet integer.” Een grinnik was het antwoord en hij hing op.
Ik keek Henk en Henry aan. “Nou, dan zullen jullie zonder mij moeten lopen…” “Héél vervelend, Kees. Wij passen wel op Joline als jij vette frikadellen naar binnen zit te proppen…” Henry grinnikte.
Om vijf voor twaalf liep ik de lunchroom in. Allard zat er al en gaf me een hand. “Zo, Kees, dat hadden we een aantal jaren geleden niet gedacht hé?”
Ik keek hem aan. “Allereerst: sorry dat dit op deze manier moest lopen. Was niet mijn bedoeling, maar meneer de ex-projectmanager heeft het er zelf naar gemaakt.” Allard knikte. “Hij werkt nu drie maanden bij ons en in die drie maanden heeft hij al naam gemaakt. En geen positieve naam, kan ik je vertellen.” Hij snoof.
“Kantoorpikkie. Heel veel blabla, maar substantieel iets bijdragen: ho maar. Mijn kerels kunnen hem wel schieten. Enfin, hij zit sinds een kwartier mooi opgeborgen binnen Interne Bedrijfsvoering. Kan zich bezig houden met de dresscode voor de secretaresses en meer van die belangrijke zaken. Je hebt van hem geen last meer; ik hoorde van Charles dat hij opdracht heeft gekregen om zich absoluut niet meer met welk project dan ook te bemoeien. Bovendien zit meneer nog in z'n proeftijd. En ik ken onze directie: die is streng doch rechtvaardig, zoals dat zo mooi heet. Trek je conclusies. Maar goed… Wat zullen we eten?”
Tijdens de lunch vertelde hij dat er binnen twee weken een boel zaken geregeld moesten worden. “Maar da’s ons probleem, Kees. Als jij een geldig paspoort hebt, stap je over twee en halve week aan boord van een A380 van Singepore Airlines. Business class. Wij verzorgen de tickets, ik moet alleen een scan van je paspoort hebben. In Maleisië mag jij je kunstje met je excelsheet nog een keer vertonen en die lui overtuigen van het nut en belang van een ander wapensysteem.” “Dat gaat lukken, Allard. Als we die Excel nu eens gaan uitbreiden met nog een aantal parameters: de verschillen tussen de systemen en hun invloed op de grootte, diepgang, snelheid enzovoorts van het schip? Dáár weten jullie alles van. Die heb ik niet meegenomen in de Excel, behave een paar hele grove schattingen.”
Hij keek me aan. “Da’s geen gek idee, Kees. Maar… Dan moet ik die sheet wel hebben…” Hij keek me glimlachend aan. “En niet beveiligd.” “Zodra ik het contract voor onze samenwerking heb gezien, krijg jij die sheet. Beveiligd, maar van mij krijg je het wachtwoord. Dat mag je aan één van jouw mensen doorgeven, maar niet meer. Jij kunt ‘m aanvullen met alle parameters die je maar wilt, tot en met de kleur van de snor van de schipper aan toe. Dan hebben we een document waar in feite alles op staat met betrekking tot de verschillen van beide wapensystemen. Knappe jongen die dáár iets tegenin kan brengen.”
Hij knikte. “Prima. Heb jij zin in een stukkie varen? Het prototype ligt bij ons in de haven… Morgen maakt ze een proefvaart voor een systeemtest.” Ik dacht snel na. “Moet ik even overleggen met mijn directeur. En…ik wil dat mijn team dan ook meegaat.” Hij keek verwonderd. “Je team? Hoeveel man?” “Acht, inclusief mezelf. Ook zij gaan hiermee te maken krijgen, Allard. En ik wil bij elk project graag dat ze weten waar het over gaat. Een stukje intrinsieke motivatie, zeg maar.” Ik grinnikte. “En de naam van mijn team is nog toepasselijk ook: Ik ben teamleider team drie van DT, bijgenaamd “De Piraten”.
Hij keek me aan. “Dat je een rare snippenschieter was, wist ik al. Maar hoezo die naam?” Ik vertelde hem in het kort de historie en liet hem een foto zien van de tekeningen van Gonnie. Van het team, van Joline en van mij. Hij gniffelde. “Maar dan moet mevrouw de Piraat ook mee…” Ik keek twijfelend. “Niet flauw doen, Kees. Ze gaat mee. Ik wil wel eens een één op één gesprek met jouw echtgenote.”
“Hohoho, meneer. Ze is mijn echtgenote niet. Nóg niet. We wonen sinds een paar maanden samen en zijn dolgelukkig met elkaar, maar hebben een stilzwijgende overeenkomst om dingen niet te overhaasten. Dus: Joline is mijn partner, mijn vriendin, mijn buddy, soulmate, maar niet mijn vrouw. Maar wat niet is gaat zeer zeker komen, want ik laat deze dame niet ontsnappen!”
“Als zij er net zo uitziet als op die tekening, is ze welkom aan boord.” “Kijk zelf maar…” zei ik, en pakte mijn telefoon. Ik liet hem de foto zien die ook bij mij op het bureau stond. Hij keek me aan. “Tering… Hoe komt zo’n lelijke vent als jij aan zo’n knappe vriendin?” “Dat vertel ik niet. Bedrijfsgeheim. Laten we het maar op mijn charismatische persoonlijkheid houden.”
Allard schoot in de lach. “Laten we maar gaan verder gaan met eten, anders vertel je nog meer onwaarschijnlijke leugens. En vertel ondertussen maar wat je in de afgelopen jaren hebt uitgespookt…”
Lees verder: Mini - 73
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10