Door: Keith
Datum: 29-06-2019 | Cijfer: 9.7 | Gelezen: 15063
Lengte: Lang | Leestijd: 15 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Lang | Leestijd: 15 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 72
Tijdens het eten vertelde ik over het laatste jaar aan de TH als student en de twee jaren als docent. Ik besloot met: … en via een headhunter kreeg ik een uitnodiging van DT ‘om eens een goed gesprek te hebben.’ Ik werd nieuwsgierig naar het bedrijf, liep een dagje mee om sfeer op te snuiven en twee maanden daarna was ik binnen.”
Allard keek me aan. “Dan heb jij wel héél rap carrière gemaakt, vriend. Binnen drie jaar teamleider bij DT, een bedrijfje wat in feite véél te grote orders binnenhaalt voor zo weinig mensen… Jullie hebben een paar weken terug nog een order gekregen voor een aantal offshore-installaties, klopt dat?” Ik knikte. “Mijn team heeft daar twee maanden voorbereidingstijd aan besteed. En zonder te weten of we die order zouden krijgen of niet. Toen we ‘m binnen hadden gesleept, trakteerde mijn baas Theo op taart. Kon er wel af, met een order van veertig miljoen…”
Allard floot. “En dat voor een bedrijf van… dertig man?” “Momenteel iets meer; we zijn aan het uitbreiden met een extra ontwerpteam. En we hebben sinds een week of twee een heus ‘backoffice’ waar Joline, mijn vriendin, streng de scepter zwaait.” “Mooi man… Je hebt het dus naar je zin?”
Ik boog me naar hem toe. “Allard, ik heb het nog nooit zo naar m’n zin gehad. Theo gelooft in zelfsturende teams. Kortgeleden kwam een ex-collega van de TH op een oriënterend gesprek. Theo zei vrijwel letterlijk: ‘Mevrouw, DT is een mooi bedrijf met hele goeie mensen. Voor die mensen heb ik leiders nodig met een hoofdletter L. Inspirators met een grote I. U bent hier welkom als u uw team kan inspireren tot mooie dingen.’ Daarna zei het nog wat leuke dingen over mij, maar die laat ik maar achterwege.
Mijn Piratenteam bestond bij mijn aantreden uit een stel super-eigenwijze individuen, die als het hen uitkwam iets deden wat uit de verte op ‘samenwerking’ leek. Nu, na vier maanden is het een heel hecht team geworden. Dat heeft een aantal gesprekken gekost en een gezellige avond bij mij thuis, maar nu is het één hechte club. Mijn plaatsvervanger werd door Theo gevraagd als teamleider voor het nieuw op te richten team; hij weigerde, ondanks dat hij weet dat hem dat 800 euro netto per maand scheelt. Er werd een vrijwilliger gezocht als plaatsvervanger voor het nieuwe team; geen van de piraten stak z’n hand op. Scheelt 400 euro netto per maand. Ik ben een zeer bevoorrecht mens dat ik aan die club leiding mag geven. Nou ja, leiding… Ze hebben aan een half woord genoeg.”
Allard keek me aan. “En dan heb je je partner ook nog werken daar…” Ik grinnikte. “Ja, maar is pas sinds kort. Ze was receptioniste van het gebouw, door stom toeval kon ik haar op een gegeven moment naar huis brengen; haar auto vertikte het om tien uur ’s avonds. Toen is het balletje gaan rollen en drie dagen later hadden we een relatie. Vervolgens zit ze, weer door stom toeval, bij een oefening voor een klantpresentatie en stelt daar hele scherpe vragen… En een paar dagen later wordt ze door Theo gevraagd voor de functie van Hoofd Backoffice. Ze is bachelor economie; beauty and brains.” “Dat is te zien op die foto vriend…”
Hij gaf me een vriendschappelijk por. “Je hebt je zaken goed voor elkaar! Ben ik blij om. En nu even spijkers met koppen: Morgenochtend om 09:00 varen we uit. Rustig aan de Merwede af, via Sliedrecht, Puttershoek en Hoogvliet, Rozenburg de Nieuwe Waterweg af, de Noordzee op. We doen een aantal proeven op de Noordzee: snelheid, gedrag, verbruik… en daarna via de Waterweg weer retour. Rond een uur of drie zijn we weer terug.” Ik grijnsde. “Lijkt me een leuk tochtje Allard. Bezwaar als ik Theo even bel?” Hij schudde zijn hoofd. “Als hij problemen maakt, geef ‘m maar aan mij.” “Theo maakt nooit problemen Hij zegt ‘ja’ of hij zegt ‘nee’. En soms legt hij uit waarom...”
Met een knipoog belde ik Theo. “Hoi Theo, Kees hier. Mag ik je even storen?” “Je bent al gestoord, dus..” “Zojuist zijn de Piraten inclusief Joline uitgenodigd voor een proefvaart met het prototype patrouilleboot voor Maleisië. Ik wil graag even weten of het oké is als we morgen om 08:15 richting Damen gaan, daar aan boord stappen en rond 15:30 retour zijn.” “Och help… de Piraten op schoolreisje? Meneer Jonkman, weet je wel hoeveel productieve uren me dat gaat kosten?” Hij gniffelde. “We zullen maar zeggen dat het de motivatie van de Piraten bevordert… Maar waarom Joline ook mee?” “Iemand moet toch de koffie zetten, chef…”
Hij schoot in de lach. “Kees, dat durf jij niet recht in haar gezicht te zeggen. Nou, we zullen maar zeggen dat haar aanwezigheid goed is voor jouw motivatie… Zorg je dat er niemand overboord dondert? Geniet er morgen van met je hele piratenbende, ik verreken het wel met Damen…” Hij verbrak de verbinding en ik keek Allard aan. “Jullie krijgen binnenkort een gepeperde rekening, vriend… acht ingenieurs en een Hoofd Backoffice een dagje van hun werk houden, dat kost serieus geld…”
Hij had een gemeen lachje op zijn gezicht. “Dan heeft ons gloednieuwe hoofd Interne Bedrijfsvoering iets om zijn tanden in te zetten…” Mijn gezicht verstrakte. “Kijk je uit voor die vent? Hij is in staat om een heel lang mes in je rug te planten…” Allard keek me aan. “Hij heeft ongenadig onder uit de zak gekregen van onze technisch directeur. Waar ik bij was. Niet netjes. Maar meneer was daarna muisstil.” “Misschien des te meer een reden om goed op te passen. Dit soort lui zijn net als de Taliban: Je denkt ze verslagen te hebben, het is een hele tijd rustig en plotseling zijn ze er weer. In Afghanistan hebben ze daar een heel mooi spreekwoord voor: ‘Jullie hebben horloges, maar wij hebben de tijd.’
Hij keek me serieus aan. “Dank voor de waarschuwing Kees. Gelukkig is het gros van het personeel van Damen van het type: niet lullen, maar poetsen en hebben ze bloedhekel aan kouwe kak.” Hij stond op. “Ik ga even betalen. Ja, ook voor jou en waag het me niet tegen te spreken! Je koopt in Maleisië maar een biertje voor me.” Even later namen we afscheid. “Om 08:30 staan we voor de poort van Damen, maat.” Hij grinnikte. “Proefvaart met een stel Piraten… Het moet niet veel gekker worden! Leuk man!”
Op de terugweg reed ik even het centrum van Gorinchem in en stopte bij een feestartikelenwinkel. “Hebben jullie ook een hele grote piratenvlag? Je weet wel, zo’n doodshoofd met twee gekruiste beenderen er onder?” Het meisje achter de toonbank keek twijfelend. “Ga ik even voor u opzoeken, meneer… We hebben ons hele assortiment in de computer staan, dus…” Ze was aan het zoeken, maar kwam even later overeind. Hoofdschuddend. “Ik heb op piratenvlag gezocht… niks. Sorry!” Ik kreeg een brainwave. “Zoek eens op ‘Jolly Roger”. Dat is de Engelse naam voor zo’n vlag.” Ze typte. “Bingo! Hoe groot moet hij zijn, meneer?” De kleinste is 30 x 40 cm, de grootste 1,50 x 2,00 meter.” Ik grijnsde breed. “De grootste. Hoeveel kost die?” Ze keek zuinig. “Hij is niet goedkoop… Vijf en vijftig Euro.” “Boeit niet. Ik ben van plan heel veel schepen te kapen…”
Ze kwam even later met een doos terug, opende die en een schedel keek me tegemoet. “Prima! Die vaart morgenochtend over de Merwede!” Ze keek nieuwsgierig. “Oh? Op welk schip dan? Ik woon aan de Merwede… Werkendam.” “Morgenochtend vaart er om negen uur een patrouilleboot van Damen richting Hoek van Holland. Ik zorg dat deze vlag in de top van de mast hangt!” Ze lachte. “Ik zal rond kwart over negen op de uitkijk staan. Met fototoestel. Ben benieuwd…” “Dan kom ik van de week nog een keertje langs voor de foto’s! Oh, wacht…” Ik gaf haar mijn visitekaartje. “Als je wilt, stuur maar naar mijn emailadres.” Ze knikte en gaf me de doos met de vlag. “Veel plezier ermee!” “Ehhh… Zal ik ‘m eerst nog even betalen? Ik mag dan wel piraat zijn, maar…”
Even later liep ik met een brede lach de winkel uit. Tijd voor een PR-stunt. Voor alle zekerheid Marion een opdracht geven… Een kwartier later liep ik DT binnen en meteen door naar Joline. Nog voor ik iets kon zeggen zei ze: “Jij voert iets je schild, meneer. Ik zie het aan je ogen; jij hebt binnenpretjes! Vertel op!” Ik deed de deur dicht. “Tenue voor morgen: stevige broek, trui, stevige schoenen, wind- en waterdichte jas en muts mee.” “Hmm… da’s iets anders dan ik gewend ben van jou. Wat ga ik in die stevige outfit doen?” “Wij gaan een boottochtje maken. Vanaf Damen naar zee. En weer terug. Op het prototype van zo’n patrouilleboot.” “Jij en ik samen?” Ze glunderde en ik schudde mijn hoofd. “Nee. Alle Piraten. En aangezien jij ook Piraat bent… En ik ga Marion een opdracht geven, met jouw welnemen.”
Joline keek nieuwsgierig en ik liet haar de piratenvlag zien. “Ik wil deze morgen in de mast van die patrouilleboot hijsen. Marion mag vanaf de wal fotos maken als we langsvaren. In Werkendam staat nóg een fotografe: de verkoopster van de winkel waar ik dit ding gekocht heb. Maar ik wil niet op één paard wedden.” Joline keek naar de vlag. “Hoe groot is dat ding wel niet?” “Anderhalf maal twee meter.” “Dat wordt een stunt… En Theo?” “Theo heeft al toestemming gegeven. Had weer in z’n managementsboek gelezen dat zo’n schoolreisje de productie ten goede komt en jouw aanwezigheid goed is voor mijn welzijn, dus…” Ze keek zuinig. “Ik wist niet dat ik in zijn managementsboeken voorkwam. Maar goed, morgen zitten we dus op de rivier. Leuk!” “En op zee, schat. Ik ga het weerbericht voor morgen eens bekijken…”
Ik liep de groepsruimte van Team Drie in. “Heren, ik heb een paar mededelingen.” Het werd stil. “Uw tenue is morgen: wind- en waterdichte kleding. Een muts is geen overbodige luxe. Stevige schoenen.” Zeven paar ogen keken vragend. “We gaan een boottochtje maken met het prototype patrouilleboot voor de Maleisische marine. Vanaf Gorinchem neer zee, daar een paar beproevingen doen en terug. Morgenochtend normale tijd hier, koffiedrinken en om acht uur gereed voor vertrek. Joline gaat ook mee.” Ik maakte de doos met de vlag open. “En deze, mijne heren, wappert in de mast!” Een gebrul was de reactie. Zodanig dat Angelique kwam kijken. Toen ze hoorde wat we gingen doen, zei ze: “Poe… Ben ik even blij dat ik geen ingenieur ben… Ik word al zeeziek als ik een badeentje zie. Veel plezier, en denk eraan: met de wind mee kotsen!” Henry lachte. “Ik zal m’n kleren schoonhouden, liefje.” “Dat is je geraaien, want morgenavond zitten we met Moeder bij die Opperpiraat van je!” Goed dat ze het zei… Ik was het bijna vergeten.
Marion kwam even later mijn bureau binnen. “Kees, ik hoorde dat ik morgen een klusje voor je moest doen?” Ik knikte. “Hoe goed ben jij in fotografie en heb je een camera?” “Ik kan redelijk goed fotograferen en ik heb een Canon EOS met een aantal lenzen. Hoezo?” “Dan zorg je dat je morgenochtend vanaf 09:00 bij jou op de dijk staat met camera. Iets over negen vaart er een patrouilleboot van Damen over de Merwede richting zee. Met team drie en Joline aan boord. Met deze vlag in de mast.” Ik wees. “Ik had daar graag een aantal mooie foto’s van.” Ze glimlachte. “Dat gaat lukken. Ik zal dan aan de zuidoever van de Merwede staan. Toestel op statief, dan krijg je betere foto’s. Wil je er nog iets mee doen voor PR of zo?” Ik schudde mijn hoofd. “Ik denk het niet. ’t Is gewoon een geintje. Misschien moeten we die vlag meteen weer laten zakken, ik weet het niet.” Ze knikte. “Gaan we regelen. Veel plezier morgen!” Ze liep weg. Van haar geaffecteerde toontje was niets meer over, ze deed nu gewoon leuk mee en Joline was positief over haar. Het bleek uiteindelijk best een leuke meid te zijn die ook gevoel voor humor had. De donderbuien van Fred, de gesprekken met haar vader én de zielenknijperij van Joline en mij hadden succes gehad.
Om vijf uur stapten Joline en ik met een goed gevoel in de auto. Thuisgekomen het bekende ritueel van de dinsdagavond: een paar boterhammen en om zeven uur stonden we in het bos met de loopgroep. Ik had een intervaltraining op het programma staan. Korte sprints, afgewisseld met rustige dribbels, maar zonder pauze er tussendoor. Ik sloot af met een speedmars van 3 kilometer: één minuut gewoon lopen, twee minuten looppas. De groep deed dat in 21 minuten, wat helemaal niet slecht was. Zeker omdat de minst goeie lopers nog niet zo’n daverende conditie hadden.
Met een goed gevoel sloot ik af, en sprak Linda nog even aan. Zij had er geen problemen mee om de groep de volgende drie weken onder haar hoede te nemen. Mooi, ook geregeld. Toen we naar huis liepen vroeg Joline wat ik wilde eten. “Spaghetti, lieverd. Die maak jij prima.” Ze keek me aan. “En daarna douchen, nog even lezen en om half tien lig ik op bed, meneer. En nee, we gaan dan niet meer van een uitgebreide vrijpartij genieten: je hebt ons aardig gesloopt. Als cooling down nog even een speedmars van drie kilometer… Ik ben weinig afgekoeld!” Ik keek haar aan. “Ik wil je zo meteen wel even masseren hoor…” “Jaja… En daarna zeker weer een happy ending… Voor jou. Niks ervan! Douchen, eten, lezen, slapen.” Ze gaf me een tik op mijn schouder. “En morgen zeebenen kweken. Ik ben benieuwd…” Ruim een uur later lagen we al in bed. Aan lezen waren we niet eens toegekomen…
Allard keek me aan. “Dan heb jij wel héél rap carrière gemaakt, vriend. Binnen drie jaar teamleider bij DT, een bedrijfje wat in feite véél te grote orders binnenhaalt voor zo weinig mensen… Jullie hebben een paar weken terug nog een order gekregen voor een aantal offshore-installaties, klopt dat?” Ik knikte. “Mijn team heeft daar twee maanden voorbereidingstijd aan besteed. En zonder te weten of we die order zouden krijgen of niet. Toen we ‘m binnen hadden gesleept, trakteerde mijn baas Theo op taart. Kon er wel af, met een order van veertig miljoen…”
Allard floot. “En dat voor een bedrijf van… dertig man?” “Momenteel iets meer; we zijn aan het uitbreiden met een extra ontwerpteam. En we hebben sinds een week of twee een heus ‘backoffice’ waar Joline, mijn vriendin, streng de scepter zwaait.” “Mooi man… Je hebt het dus naar je zin?”
Ik boog me naar hem toe. “Allard, ik heb het nog nooit zo naar m’n zin gehad. Theo gelooft in zelfsturende teams. Kortgeleden kwam een ex-collega van de TH op een oriënterend gesprek. Theo zei vrijwel letterlijk: ‘Mevrouw, DT is een mooi bedrijf met hele goeie mensen. Voor die mensen heb ik leiders nodig met een hoofdletter L. Inspirators met een grote I. U bent hier welkom als u uw team kan inspireren tot mooie dingen.’ Daarna zei het nog wat leuke dingen over mij, maar die laat ik maar achterwege.
Mijn Piratenteam bestond bij mijn aantreden uit een stel super-eigenwijze individuen, die als het hen uitkwam iets deden wat uit de verte op ‘samenwerking’ leek. Nu, na vier maanden is het een heel hecht team geworden. Dat heeft een aantal gesprekken gekost en een gezellige avond bij mij thuis, maar nu is het één hechte club. Mijn plaatsvervanger werd door Theo gevraagd als teamleider voor het nieuw op te richten team; hij weigerde, ondanks dat hij weet dat hem dat 800 euro netto per maand scheelt. Er werd een vrijwilliger gezocht als plaatsvervanger voor het nieuwe team; geen van de piraten stak z’n hand op. Scheelt 400 euro netto per maand. Ik ben een zeer bevoorrecht mens dat ik aan die club leiding mag geven. Nou ja, leiding… Ze hebben aan een half woord genoeg.”
Allard keek me aan. “En dan heb je je partner ook nog werken daar…” Ik grinnikte. “Ja, maar is pas sinds kort. Ze was receptioniste van het gebouw, door stom toeval kon ik haar op een gegeven moment naar huis brengen; haar auto vertikte het om tien uur ’s avonds. Toen is het balletje gaan rollen en drie dagen later hadden we een relatie. Vervolgens zit ze, weer door stom toeval, bij een oefening voor een klantpresentatie en stelt daar hele scherpe vragen… En een paar dagen later wordt ze door Theo gevraagd voor de functie van Hoofd Backoffice. Ze is bachelor economie; beauty and brains.” “Dat is te zien op die foto vriend…”
Hij gaf me een vriendschappelijk por. “Je hebt je zaken goed voor elkaar! Ben ik blij om. En nu even spijkers met koppen: Morgenochtend om 09:00 varen we uit. Rustig aan de Merwede af, via Sliedrecht, Puttershoek en Hoogvliet, Rozenburg de Nieuwe Waterweg af, de Noordzee op. We doen een aantal proeven op de Noordzee: snelheid, gedrag, verbruik… en daarna via de Waterweg weer retour. Rond een uur of drie zijn we weer terug.” Ik grijnsde. “Lijkt me een leuk tochtje Allard. Bezwaar als ik Theo even bel?” Hij schudde zijn hoofd. “Als hij problemen maakt, geef ‘m maar aan mij.” “Theo maakt nooit problemen Hij zegt ‘ja’ of hij zegt ‘nee’. En soms legt hij uit waarom...”
Met een knipoog belde ik Theo. “Hoi Theo, Kees hier. Mag ik je even storen?” “Je bent al gestoord, dus..” “Zojuist zijn de Piraten inclusief Joline uitgenodigd voor een proefvaart met het prototype patrouilleboot voor Maleisië. Ik wil graag even weten of het oké is als we morgen om 08:15 richting Damen gaan, daar aan boord stappen en rond 15:30 retour zijn.” “Och help… de Piraten op schoolreisje? Meneer Jonkman, weet je wel hoeveel productieve uren me dat gaat kosten?” Hij gniffelde. “We zullen maar zeggen dat het de motivatie van de Piraten bevordert… Maar waarom Joline ook mee?” “Iemand moet toch de koffie zetten, chef…”
Hij schoot in de lach. “Kees, dat durf jij niet recht in haar gezicht te zeggen. Nou, we zullen maar zeggen dat haar aanwezigheid goed is voor jouw motivatie… Zorg je dat er niemand overboord dondert? Geniet er morgen van met je hele piratenbende, ik verreken het wel met Damen…” Hij verbrak de verbinding en ik keek Allard aan. “Jullie krijgen binnenkort een gepeperde rekening, vriend… acht ingenieurs en een Hoofd Backoffice een dagje van hun werk houden, dat kost serieus geld…”
Hij had een gemeen lachje op zijn gezicht. “Dan heeft ons gloednieuwe hoofd Interne Bedrijfsvoering iets om zijn tanden in te zetten…” Mijn gezicht verstrakte. “Kijk je uit voor die vent? Hij is in staat om een heel lang mes in je rug te planten…” Allard keek me aan. “Hij heeft ongenadig onder uit de zak gekregen van onze technisch directeur. Waar ik bij was. Niet netjes. Maar meneer was daarna muisstil.” “Misschien des te meer een reden om goed op te passen. Dit soort lui zijn net als de Taliban: Je denkt ze verslagen te hebben, het is een hele tijd rustig en plotseling zijn ze er weer. In Afghanistan hebben ze daar een heel mooi spreekwoord voor: ‘Jullie hebben horloges, maar wij hebben de tijd.’
Hij keek me serieus aan. “Dank voor de waarschuwing Kees. Gelukkig is het gros van het personeel van Damen van het type: niet lullen, maar poetsen en hebben ze bloedhekel aan kouwe kak.” Hij stond op. “Ik ga even betalen. Ja, ook voor jou en waag het me niet tegen te spreken! Je koopt in Maleisië maar een biertje voor me.” Even later namen we afscheid. “Om 08:30 staan we voor de poort van Damen, maat.” Hij grinnikte. “Proefvaart met een stel Piraten… Het moet niet veel gekker worden! Leuk man!”
Op de terugweg reed ik even het centrum van Gorinchem in en stopte bij een feestartikelenwinkel. “Hebben jullie ook een hele grote piratenvlag? Je weet wel, zo’n doodshoofd met twee gekruiste beenderen er onder?” Het meisje achter de toonbank keek twijfelend. “Ga ik even voor u opzoeken, meneer… We hebben ons hele assortiment in de computer staan, dus…” Ze was aan het zoeken, maar kwam even later overeind. Hoofdschuddend. “Ik heb op piratenvlag gezocht… niks. Sorry!” Ik kreeg een brainwave. “Zoek eens op ‘Jolly Roger”. Dat is de Engelse naam voor zo’n vlag.” Ze typte. “Bingo! Hoe groot moet hij zijn, meneer?” De kleinste is 30 x 40 cm, de grootste 1,50 x 2,00 meter.” Ik grijnsde breed. “De grootste. Hoeveel kost die?” Ze keek zuinig. “Hij is niet goedkoop… Vijf en vijftig Euro.” “Boeit niet. Ik ben van plan heel veel schepen te kapen…”
Ze kwam even later met een doos terug, opende die en een schedel keek me tegemoet. “Prima! Die vaart morgenochtend over de Merwede!” Ze keek nieuwsgierig. “Oh? Op welk schip dan? Ik woon aan de Merwede… Werkendam.” “Morgenochtend vaart er om negen uur een patrouilleboot van Damen richting Hoek van Holland. Ik zorg dat deze vlag in de top van de mast hangt!” Ze lachte. “Ik zal rond kwart over negen op de uitkijk staan. Met fototoestel. Ben benieuwd…” “Dan kom ik van de week nog een keertje langs voor de foto’s! Oh, wacht…” Ik gaf haar mijn visitekaartje. “Als je wilt, stuur maar naar mijn emailadres.” Ze knikte en gaf me de doos met de vlag. “Veel plezier ermee!” “Ehhh… Zal ik ‘m eerst nog even betalen? Ik mag dan wel piraat zijn, maar…”
Even later liep ik met een brede lach de winkel uit. Tijd voor een PR-stunt. Voor alle zekerheid Marion een opdracht geven… Een kwartier later liep ik DT binnen en meteen door naar Joline. Nog voor ik iets kon zeggen zei ze: “Jij voert iets je schild, meneer. Ik zie het aan je ogen; jij hebt binnenpretjes! Vertel op!” Ik deed de deur dicht. “Tenue voor morgen: stevige broek, trui, stevige schoenen, wind- en waterdichte jas en muts mee.” “Hmm… da’s iets anders dan ik gewend ben van jou. Wat ga ik in die stevige outfit doen?” “Wij gaan een boottochtje maken. Vanaf Damen naar zee. En weer terug. Op het prototype van zo’n patrouilleboot.” “Jij en ik samen?” Ze glunderde en ik schudde mijn hoofd. “Nee. Alle Piraten. En aangezien jij ook Piraat bent… En ik ga Marion een opdracht geven, met jouw welnemen.”
Joline keek nieuwsgierig en ik liet haar de piratenvlag zien. “Ik wil deze morgen in de mast van die patrouilleboot hijsen. Marion mag vanaf de wal fotos maken als we langsvaren. In Werkendam staat nóg een fotografe: de verkoopster van de winkel waar ik dit ding gekocht heb. Maar ik wil niet op één paard wedden.” Joline keek naar de vlag. “Hoe groot is dat ding wel niet?” “Anderhalf maal twee meter.” “Dat wordt een stunt… En Theo?” “Theo heeft al toestemming gegeven. Had weer in z’n managementsboek gelezen dat zo’n schoolreisje de productie ten goede komt en jouw aanwezigheid goed is voor mijn welzijn, dus…” Ze keek zuinig. “Ik wist niet dat ik in zijn managementsboeken voorkwam. Maar goed, morgen zitten we dus op de rivier. Leuk!” “En op zee, schat. Ik ga het weerbericht voor morgen eens bekijken…”
Ik liep de groepsruimte van Team Drie in. “Heren, ik heb een paar mededelingen.” Het werd stil. “Uw tenue is morgen: wind- en waterdichte kleding. Een muts is geen overbodige luxe. Stevige schoenen.” Zeven paar ogen keken vragend. “We gaan een boottochtje maken met het prototype patrouilleboot voor de Maleisische marine. Vanaf Gorinchem neer zee, daar een paar beproevingen doen en terug. Morgenochtend normale tijd hier, koffiedrinken en om acht uur gereed voor vertrek. Joline gaat ook mee.” Ik maakte de doos met de vlag open. “En deze, mijne heren, wappert in de mast!” Een gebrul was de reactie. Zodanig dat Angelique kwam kijken. Toen ze hoorde wat we gingen doen, zei ze: “Poe… Ben ik even blij dat ik geen ingenieur ben… Ik word al zeeziek als ik een badeentje zie. Veel plezier, en denk eraan: met de wind mee kotsen!” Henry lachte. “Ik zal m’n kleren schoonhouden, liefje.” “Dat is je geraaien, want morgenavond zitten we met Moeder bij die Opperpiraat van je!” Goed dat ze het zei… Ik was het bijna vergeten.
Marion kwam even later mijn bureau binnen. “Kees, ik hoorde dat ik morgen een klusje voor je moest doen?” Ik knikte. “Hoe goed ben jij in fotografie en heb je een camera?” “Ik kan redelijk goed fotograferen en ik heb een Canon EOS met een aantal lenzen. Hoezo?” “Dan zorg je dat je morgenochtend vanaf 09:00 bij jou op de dijk staat met camera. Iets over negen vaart er een patrouilleboot van Damen over de Merwede richting zee. Met team drie en Joline aan boord. Met deze vlag in de mast.” Ik wees. “Ik had daar graag een aantal mooie foto’s van.” Ze glimlachte. “Dat gaat lukken. Ik zal dan aan de zuidoever van de Merwede staan. Toestel op statief, dan krijg je betere foto’s. Wil je er nog iets mee doen voor PR of zo?” Ik schudde mijn hoofd. “Ik denk het niet. ’t Is gewoon een geintje. Misschien moeten we die vlag meteen weer laten zakken, ik weet het niet.” Ze knikte. “Gaan we regelen. Veel plezier morgen!” Ze liep weg. Van haar geaffecteerde toontje was niets meer over, ze deed nu gewoon leuk mee en Joline was positief over haar. Het bleek uiteindelijk best een leuke meid te zijn die ook gevoel voor humor had. De donderbuien van Fred, de gesprekken met haar vader én de zielenknijperij van Joline en mij hadden succes gehad.
Om vijf uur stapten Joline en ik met een goed gevoel in de auto. Thuisgekomen het bekende ritueel van de dinsdagavond: een paar boterhammen en om zeven uur stonden we in het bos met de loopgroep. Ik had een intervaltraining op het programma staan. Korte sprints, afgewisseld met rustige dribbels, maar zonder pauze er tussendoor. Ik sloot af met een speedmars van 3 kilometer: één minuut gewoon lopen, twee minuten looppas. De groep deed dat in 21 minuten, wat helemaal niet slecht was. Zeker omdat de minst goeie lopers nog niet zo’n daverende conditie hadden.
Met een goed gevoel sloot ik af, en sprak Linda nog even aan. Zij had er geen problemen mee om de groep de volgende drie weken onder haar hoede te nemen. Mooi, ook geregeld. Toen we naar huis liepen vroeg Joline wat ik wilde eten. “Spaghetti, lieverd. Die maak jij prima.” Ze keek me aan. “En daarna douchen, nog even lezen en om half tien lig ik op bed, meneer. En nee, we gaan dan niet meer van een uitgebreide vrijpartij genieten: je hebt ons aardig gesloopt. Als cooling down nog even een speedmars van drie kilometer… Ik ben weinig afgekoeld!” Ik keek haar aan. “Ik wil je zo meteen wel even masseren hoor…” “Jaja… En daarna zeker weer een happy ending… Voor jou. Niks ervan! Douchen, eten, lezen, slapen.” Ze gaf me een tik op mijn schouder. “En morgen zeebenen kweken. Ik ben benieuwd…” Ruim een uur later lagen we al in bed. Aan lezen waren we niet eens toegekomen…
Lees verder: Mini - 74
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10