Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Maxine
Datum: 04-08-2019 | Cijfer: 9.4 | Gelezen: 10747
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 87 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Beffen, Buurman, Buurmeisje, Neuken, Pijpen,
Vervolg op: Charlotte - 22
De volgende dag rijden Eduard en ik al vroeg met de auto en aanhanger naar Bera, om de groentes en fruit op te halen, die ik me besteld heb. Ik word heel gastvrij onthaald, wat ik op zich helemaal niet zo vreemd vind, gezien de hoeveelheid die ik kom afhalen. En bij de afrekening geef ik de man ook nog eens wat fooi, zodat hij me geen wisselgeld hoeft te geven. Maar daarvoor verzekert hij me, als ik nog eens wat nodig heb, dat ik een fikse korting kan krijgen.

Eenmaal terug in de auto zegt Eduard lachend: ‘Die man heeft een hele goede dag gehad.’

‘Dat geloof ik ook. Maar alles is echt supervers, en dat is me ook wel wat waard. Hij had die fooi echt nooit gekregen, als hij met oude zooi was aangekomen. Ik geef er niets om, dat ik een goede prijs moet geven, om er kwaliteit voor te krijgen. Maar komen ze met oude zooi, of slechte kwaliteit aanzetten, dan leren ze ook meteen een andere kant van me kennen. Dan kan ik zomaar al meteen een deel van de prijs in mijn zak houden. Ik betaal voor wat ik krijg, niet meer, maar zeker ook niet minder. Mijn slager in Nederland weet daar inmiddels ook al alles van. Een keer heeft hij me dat geflikt, en heeft er toen meteen van geleerd. Ik ben namelijk best goed op de hoogte, wat de spullen waard zijn, die ze verkopen. Dat heb ik destijds met de kroeg wel geleerd.’

Eduard lacht weer. ‘Je verbaast me nog steeds met je heel veelzijdige kwaliteiten. Maar ja, je hebt dan ook een heel roerig verleden gehad.’

‘Ja, dat klopt. Ik ben wel een beetje wereldwijs. Ik ben er nu ook wel een beetje trots op. Ik heb veel gezien, veel meegemaakt, en vooral veel geleerd. En ik leer nu nog iedere dag bij.’

Opeens gaat zijn telefoon over. Ik neem met de handsfree de telefoon op.

‘Met Peter.’

‘Peter, met John.’

Ik herken meteen de stem van John.

‘Hey John! Waarvoor heb ik de eer, dat je belt?’

Ik hoor hem lachen.

‘Om twee redenen. Ik heb je een mededeling te doen, en dat is namelijk, dat ik en Linda over een aantal maanden een nieuwe wereldburger op de aarde gaan zetten.’

‘Hey, proficiat, man! Gepland?’

‘Natuurlijk! Om die reden zijn we ook teruggekeerd uit China. Maar we blijven niet in Duitsland. Ons kind zal in Nederland worden opgevoed.’

‘En Emile dan?’

‘Daar heb ik al uitvoerig met hem over gesproken. Hij vindt het jammer, maar wel begrijpelijk. Maar het is ook niet, dat we zakelijk helemaal uit elkaar gaan. Ik wil in Nederland ook een bikeshop gaan openen, en dat doen we financieel samen met Emile. Het wordt dan iets groter, en professioneler, dan ik oorspronkelijk bedacht had, maar ik zie er wel naar uit.’

‘Kijk aan! Je wordt volwassen!’

John lacht luid. ‘In navolging van jou, Peter. Ons bezoek aan jou heeft toch wel een en ander in gang gezet. Trouwens, ik moest van Linda vragen, wanneer we op kraamvisite moeten komen.’

Nu is het mijn beurt om te lachen. ‘Wat is dat toch met vrouwen. Ruiken ze dat soort dingen soms? Maar ze heeft wel goed gegokt. Omstreeks april zou ons kind geboren moeten worden.’

‘Zo, dan heb je er nogal vaart achter gezet. Gepland?’

‘Nee, dat niet. Maar niet minder welkom, dat dan weer wel. Maar er zijn nog wel meer ontwikkelingen. Ik ben er zeker van, dat we je voor die tijd ook wel weer zien, omdat ik Lisa gevraagd hebt om met me te trouwen.’

‘Dat was maar een kwestie van tijd, Peter. Dat hadden Linda en ik al meteen door. Jij en Lisa zijn gewoon een stel, dat samen hoort. Geen speld tussen te krijgen.’

‘Dat hoor ik nu van iedereen. Maar ik ben toch blij, en tegelijkertijd ook zenuwachtig. Het zijn toch twee grote stappen. Trouwen, en ook nog vader worden.’

‘Dat hoort erbij, Peter. Gefeliciteerd! Ik zal het zo Linda ook vertellen. Maar ik bel je nog over iets anders. Die vriendin van Lisa, Lonneke. Als wij naar Nederland vertrekken, komt ze met ons mee terug. Het experiment met Emile en Tanja was toch niet zo heel erg geslaagd. Ze woont nu bij ons, en dat gaat goed. Maar ze wil graag terug naar Nederland, en wij zijn daar nu ook aan toe. En daarom hebben we daarvoor je hulp nodig. Zou je ons kunnen helpen met de zoektocht naar een geschikt pand, waar ik en Linda onze activiteiten kunnen gaan uitvoeren, en ook kunnen wonen.’

‘Dat kan, ik zal mijn ogen en oren open houden, als ik weer terug in Nederland ben. Ik zit nu nog even in Frankrijk.’

‘Natuurlijk. Het hoeft ook niet vandaag, maar het zou wel fijn zijn, als we in het nieuwe jaar iets rond zouden krijgen.’

‘Oké, ik laat nog van me horen. En moet ik voor Lonneke ook nog iets regelen?’

‘Nee, dat is niet nodig. Voorlopig blijft ze bij ons wonen, ook als we terug in Nederland zijn. Het arme wicht heeft met haar actie behoorlijk wat schade berokkend met haar relatie met haar ouders. Die willen haar onder geen beding terug opnemen. En naar wat ze me verteld heeft, wil Lonneke ook niet meer terug naar huis. Laten we het er op houden, dat thuis de situatie voor haar uitzichtloos was. En we willen haar helpen op eigen benen te gaan staan. Maar daarvoor zal ze haar studie moeten afmaken, en dat zal ze vanaf ons gezin doen. In ruil daarvoor doet ze dan bij ons het huishouden, zodat Linda en ik ons helemaal kunnen storten op ons nieuwe bedrijf, en natuurlijk zal Linda later dan ook de zorg van het kind op zich nemen.’

‘Je zal zelf toch ook wel wat in het huishouden doen, John?’

‘Nou ja, ik weet niet of ik daarvoor de geschikte man voor ben. Je kent me. Met gereedschap ben ik veel beter, dan met huishoudelijke taken.’

‘Hmm, zelfs dat kun je leren, John. Voor mijn part ga ik me zeker niet onthouden van de zorg van mijn kind, en ook het huishouden. Dat moest ik eerst al zelf doen, en Lisa moest er wel even aan wennen, dat ik er een bepaalde volgorde op na hield, qua werkzaamheden. Maar dat heeft ze nu wel overgenomen.’

John lacht weer. ‘Dat kun je wel een jou overlaten. In jou zat altijd wel een leraar. Daarom verbaasde me het eigenlijk ook niets, dat je ook daadwerkelijk leraar bent geworden.’

‘Dat zal dan wel weer. Nou, als ik weer terug in Nederland ben, dan zal ik mijn contacten voor je inschakelen, en dan hoor je weer van mij. En ik zal jullie binnenkort zo ook nog wel eens bellen. Al was het maar om wat meer te horen over Lonneke.’

‘Dat is goed, Peter. Nog een prettige vakantie. En doe van mij en Linda de hartelijke felicitaties aan de aanstaande moeder!’

Lachend antwoord ik: ‘Nou, dan mag jij hetzelfde doen bij Linda van mij en Lisa.’

Lachend hoor ik John dan ophangen.

Eduard kijkt me aan en zegt: ‘Dus Lonneke is dus naar Duitsland gegaan? Dat verbaast me niets. Het is altijd wel een apart iemand geweest. Maar het is minder mooi, dat ze niet terug kan naar haar ouders.’

‘Ik had al van Lisa gehoord, dat het toch al langer niet meer zo boterde met Lonneke en haar ouders. Dus er zou, hoe dan ook, wel eens een bom ontploft zijn in dat gezin. Het is misschien niet de allermooiste manier om het huis uit te gaan, maar ik denk dat Lonneke een uitweg zag, om uit haar situatie te geraken.’

‘Het is ook wel een beetje haar eigen schuld, dat ze thuis zoveel ruzie had. Ik ken haar ouders wel een beetje. Het probleem zit hem erin, dat ze helemaal niet met haar moeder kan opschieten. Met haar stiefvader kan ze het wel prima vinden, vreemd genoeg. Maar die kan af en toe niet anders, dan de kant van zijn vrouw kiezen. Al zie ik dat huwelijk ook geen jaren meer duren. Jacco, zo heet haar stiefvader, zie ik meer buiten huis, dan dat hij thuis is. En nu Lonneke niet meer thuis is, zal de sfeer thuis wel niet meer beter zijn geworden.’

‘Dat is natuurlijk wel vervelend, als je thuis zo’n situatie hebt. Nou, dan begrijp ik in ieder geval, waarom Lonneke zo is, en waarom ze als het ware gevlucht is.’

Eduard knikt. ‘Ja, dat zal wel de reden zijn. Daar ben ik zeker van. Maar je moet dus nu ook nog op zoek naar een plaats voor je vrienden? Haal je jezelf niet te veel hooi op je hark?’

‘Dat valt wel mee, Eduard. Ik weet namelijk al iets, dat perfect voor hun zou zijn. Aan de Zutphenseweg, net iets buiten Apeldoorn staat een woning met loods te koop. Dat zou perfect voor hun zijn.’

‘Hoe weet jij dat nu weer?’

‘Ik kwam er een tijdje geleden toevallig langs, en omdat ik nog bezig was met die aankoop van die andere woningen, heb ik gewoon eens geïnformeerd. Dat was te duur voor mij, maar het zou best wel eens iets kunnen zijn voor John en Linda. Mooi grote schuur, waar ze hun machines in kunnen zetten. Een deel van de schuur zou je kunnen gebruiken als showroom. En, het ligt helemaal niet zo ver van de snelweg. Binnen twee minuten zit je op de A1 en binnen tien minuten ben je in het centrum van Apeldoorn. Ik zou zeggen, perfect voor hun. Maar dan moet ik weer weten, wat John van plan is om uit te geven.’

‘Weet je wel zeker, dat John en Linda zoiets kunnen betalen?’

Ik lach. ‘John zelf niet. Maar zijn vader wel. Die man heeft vele malen meer geld, dan ik heb. En als hij hoort, dan John zich in Nederland wil settelen, en ook nog niet eens heel ver, van waar hij zelf woont, dan zal die best wel eens bereid kunnen zijn om wat geld te investeren. Dus daar ga ik volgende week eerst eens mee praten.’

Eduard moet nu lachen. ‘Dus je hebt het nu al allemaal uitgewerkt, terwijl je nog maar amper de telefoon hebt opgehangen?’

Ik haal mijn schouders op. ‘Ik ben niet alleen leraar, Eduard. Ik heb op de achtergrond nog wat vastgoed en activa. Dus ik ken me wel een beetje uit in die wereld. Niet dat ik een professional ben, maar ik weet wel de weg.’

Eduard knikt begrijpend. Dan vraagt hij me: ‘Hoe heet die vader van die John dan? Ken ik hem?’

‘Dat is Hans Sagelaar, van Steenhuis vastgoed. Die naam zal je misschien wel wat zeggen.’

‘Ja, die man ken ik wel. Of ten minste, van horen zeggen. Die zit inderdaad goed in de slappe was. Die heeft heel wat vastgoed in Apeldoorn en omstreken.’

‘Juist. Die man bedoel ik. En John is zijn zoon. Dat zal me nog een heel gesprek worden. Het zit namelijk zo. Johns vader is eigenlijk helemaal niet blij, dat zijn zoon amper werkt, geen toekomst opbouwt, en de hele tijd maar vrijgezel blijft.’

‘Maar John is nu toch getrouwd? Met Linda, heb ik dat goed?’

‘Ja, dat klopt. Maar ik durf te wedden, dat Johns vader het niet eens weet. John is niet de man, die het zomaar aan zijn ouders zou vertellen.’

Eduard kijkt geschokt. ‘Waarom zou John dat niet tegen zijn vader vertellen?’

‘Omdat zijn vader bijna alles afkeurt, wat John doet. Daarom is John ook altijd rebels geweest. Het zou me echt verbazen, als Hans het al weet.’

‘En waarom denk je dan, dat die vader van John zijn zoon dan nog zou helpen?’

‘Tja, ik ken Hans en we praten nog wel eens over de tijd, dat ik nog met John omging. Hans is in de tussentijd wel iets veranderd. Hij wil gewoon zijn zoon weer terug zien, en het liefst dat John weer iets nuttigs doet met zijn leven. Nou, dat kan Hans krijgen, maar dan wel op de voorwaarden van John. Hans heeft letterlijk tegen me gezegd, dat hij John meteen zou terugnemen, als hij zich zou settelen en een gezin zou gaan vormen. Dus, ik weet dat John een goede kans maakt, dat zijn vader hem helpt. Maar dan ben ik er nog niet. Dan moet ik John nog zover krijgen, dat hij de hulp van zijn vader accepteert.’

Eduard moet weer lachen. ‘Je lijkt wel een relatiebemiddelaar! Je hebt straks nog wel tijd voor Lisa?’

‘Geen zorgen, daar zorg ik wel voor, dat Lisa, en straks ook ons kind, echt geen aandacht te kort komen.’

We rijden dan de inrit van het huisje op. En daarmee is ook het gesprek over John ten einde. Ik zeg tegen Eduard: ‘Zeg nog maar niets over wat ik net tegen je gezegd heb. Ik vertel Lisa wel, dat John en Linda in verwachting zijn. En dat ze verhuisplannen hebben om naar Nederland te komen, samen met Lonneke. Maar Lisa hoeft nu niet te weten, wat er nog allemaal bij komt kijken. Dat kan later ook nog wel allemaal.’

‘Mij best. Laat Lisa nu maar eerst lekker genieten van haar zwangerschap en de voorbereidingen voor jullie huwelijk. Ik zal ook nog niets tegen Lisette zeggen.’

‘Bedankt. Dat stel ik op prijs.’

We lopen dan naar binnen. Even later helpt iedereen even mee met het lossen van de groenten en het fruit, waarna we flink aan de slag gaan om alles in stukjes te snijden, en voor te bereiden voor de barbecue. Alle tafels in huis moeten er aan geloven. Jef en Janine zijn ook komen helpen. En vele handen maken licht werk. Gelukkig zijn er wel genoeg schalen, waar we alles in kunnen bewaren, van de voorgaande jaren. Tegen de avond is iedereen bekaf, maar zijn we wel zo goed als klaar met alle voorbereidingen.

De volgende morgen is iedereen weer vroeg wakker. Ik ben al heel vroeg op, samen met Eduard en Ben, om de barbecues te gaan opstellen, in het kraampje, dat speciaal voor ons gemaakt is. Er is nog een vierde barbecue bijgehaald, zodat we straks iedereen goed kunnen verzien van heerlijke maaltijden. Nog voor het negen uur is, heb ik de barbecues opgestookt. Een van de vrijwilligers van het feest vraagt me: ‘Waarom steek je de barbecues al zo vroeg aan? Vanmiddag is toch pas het feest?’

‘De gerechten, die ik klaar wil maken, moeten nu eenmaal een paar uren garen. Rond een uur of een, dan zijn die dan pas net klaar. Dit jaar zorg ik voor de barbecue, en dat is heel zeker niet standaard. Dus geen aangebakken worstjes, of spekjes! Een culinaire verwennerij, waar je smaakpapillen nog eens echt kunnen genieten.’

Ben en Eduard moeten lachen. Ben zegt tegen de man: ‘Nu zal je dat nog niet helemaal begrijpen, maar ik zal je verzekeren, dat het de moeite waard is. Anders had James hem ook nooit gevraagd om de barbecue van het feest te verzorgen.’

‘Nou ja, dan laat ik me graag verrassen. Ik dacht al, waarom heb je dan zoveel barbecues nodig?’

Als de man verder loopt, zegt Eduard: ‘Schijnbaar heeft nog niet iedereen van je kunsten gehoord, Peter. Maar dat zal wel snel veranderen, als dit feest voorbij is.’

‘Dat denk ik ook wel. Gaan we nu even de koelwagen halen? Ik zie, dat de kabel er al ligt, dus die hoeven we alleen maar hier neer te zetten. En dan kan ik gaan beginnen met grillen. En dan kan ik de warmhoudbakken ook warm laten worden. Die zijn ook wel handig en ik ben blij, dat we die van de slager konden lenen.’

We halen dan snel de koelwagen op, en Jochem en Jef voegen zich aan het gezelschap toe. Met vijf man beginnen we alvast met grillen, waarbij ik als een wervelwind van barbecue naar barbecue loop. In de bain marie bakken leggen we dan het vlees, dat al bijna gaar is, opdat we het op een later moment helemaal gaar kunnen laten worden.

Jochem zegt: ‘Zo, nu leren we pas echt eens wat barbecueën is! Dit is even wel wat anders, dan we gewend zijn!’

Ik glimlach. ‘Ja, dit is natuurlijk barbecueën voor gevorderden. Grillen kan iedereen, maar nu zien jullie met eigen ogen, wat er allemaal bij komt kijken om het goed te doen. Maar die Bain Marie bakken, die ga ik me zelf ook nog eens kopen. Want dan zou ik de barbecue al veel langer van tevoren kunnen voorbereiden, en hoef ik me niet daags van tevoren zo te haasten.’

‘Kun je daarin het vlees dan zo lang goed houden?’

Ik knik. ‘Het blijft de hele tijd zo rond de honderd graden. Dus bacteriën krijgen zo geen kans. En doordat de temperatuur heel constant blijft, kun je het op die manier zelfs dagen goed houden. Zeker als je eens een wat groter feestje geeft. Dan hoef je alleen nog maar het vlees terug op de barbecue te leggen om het helemaal te laten nagaren. En vaak is het dan ook nog lekkerder, omdat dan de kruiden en de marinades veel beter kunnen doordringen in het vlees.’

‘Hmm, weer wat geleerd. Dat wist ik nog niet.’

De schalen vullen zich al snel met vele soorten vlees. Als het tegen twaalf uur loopt, komen de dames ons vergezellen.

We begroeten ze hartelijk. Iedereen is voor de gelegenheid gekleed in badkleding. Wij moeten ons nog omkleden, want om met zo weinig kleren voor zo’n hete barbecue te staan, dat is ook niet alles. Eerst vullen we nog de barbecues met nieuwe kolen op, om daarna snel ons dan snel om te kleden. We hoeven echter alleen onze kleren daarvoor uit te trekken. De badkleding is een stille knipoog, dat we normaal zonder kleding zouden rondlopen.

En gelukkig schijnt die dag wel lekker de zon. Het is drieëntwintig graden, dus het belooft een heerlijke dag te worden. De dames verdelen zich langs de balie, waarbij de taken goed verdeeld zijn. Lisette beheert de kassa, want helemaal voor niets geven we de culinaire lekkernijen ook weer niet weg, al is het wel voor een habbekrats. Drinken voor en het eten voor elk een euro. Daarmee is niet alles betaald, maar worden de kosten toch wel voor een groot gedeelte gedekt.

Net na het middaguur beginnen de eerste mensen zich op het feest te begeven. Schijnbaar hebben de heerlijke geuren van het barbecueën wel effect gehad, want velen begeven zich meteen richting ons standje. De bestellingen komen al snel binnen, want als ze zien, wat ze allemaal kunnen krijgen, loopt het als een trein. We krijgen zelf nog maar amper de tijd om wat te eten of te drinken. Het is maar goed, dat ik daar al rekening mee had gehouden.

Maar als het avond is, zijn we dan ook vrijwel helemaal door al het vlees heen. Er zijn nog wat resten, die we dan lekker zelf op eten, met iedereen die heeft meegeholpen. Als we net klaar zijn met eten, komt er een man op ons af. Ik herken de man meteen, want James heeft me die man al eens aangewezen. Het is de burgemeester van het stadje, René Coulaneu. Ik sta op en loop de man tegemoet.

De man begint tegen me te praten. ‘Als ik het goed heb begrepen, bent u de leider van dit groepje?’

Ik knik. ‘Peter Hoogmans, aangenaam.’

De man schudt me de hand. ‘Dat is wederzijds. Mijn naam is René Coulaneu en ik ben de burgemeester van deze stad. Mag ik mijn complimenten afgeven, over het heerlijke eten en die ontzettend lekkere cocktails, die jullie serveerden? James geeft ieder jaar wel een behoorlijke barbecue, als dank voor de gunsten, die we jullie verlenen. Maar dit jaar heeft hij wel een bijzondere troefkaart uit zijn hoge hoed getoverd. Maar ik heb u hier nog niet eerder gezien.’

‘Dat kan kloppen. Ik heb mijn huisje hier ook pas sinds februari en ik hoop hier nog lange tijd terug te kunnen komen.’

‘Dat verheugt me. En mag ik vragen, waarom u juist hier een huisje gekocht heeft? Gewoon uit nieuwsgierigheid.’

‘Omdat me de omgeving aanstond. De nabijheid van de zee, de bergen. En daarbij, het huisje was ook niet zo heel erg duur. Er moest wel veel aan gebeuren, maar nu begint het toch wel ergens op te lijken.’

‘Niet omdat u hier naakt kunt rondlopen?’

Ik lach. ‘Nee, want dat wist ik helemaal niet, toen ik het kocht. Sterker nog, ik had nog nooit naakt buiten rondgelopen. Maar nu ik het eenmaal ervaren heb, vind ik het af en toe wel prettig. Niet altijd, ik ben niet zo extreem als James.’

De man moet nu hard lachen. ‘Tja, dat kan ik me wel goed voorstellen. Dus voor u is het helemaal geen probleem om ook met kleren aan te lopen?’

‘Nee, ik vind dat je wel een beetje een fatsoensnorm moet aanhouden. Maar op de wandelpaden vind ik het wel zo prettig om eens niets aan te hebben. Maar misschien zou het voor die paden wel handig zijn, voor andere wandelaars, om borden te plaatsen, dat er naturisten kunnen lopen. Ze zouden immers kunnen schrikken als ze opeens naakte mensen zien lopen. En dat is natuurlijk wel het laatste wat we willen.’

De man kijkt me even peinzend aan. ‘Dat is eigenlijk helemaal niet eens zo’n slecht idee. Zou u er iets voor voelen, om eens te komen praten over dat idee, tijdens een raadsvergadering?’

‘Op zich heb ik daar niets op tegen. Maar ik ben niet iedere week hier. Ik ben leraar van beroep, dus alleen tijdens de schoolvakanties in Nederland heb ik tijd om naar hier te komen. Maar dan zou ik best wel eens wat tijd willen opofferen, om hier een en ander goed te regelen.’

‘Het hoeft ook niet meteen. Maar bent u misschien met kerst ook hier?’

‘Dat is wel de bedoeling. En ik wil dan weer met mijn familie komen, maar dan moet ik nog wel mijn huis een beetje verbouwen. Nu is het te klein om iedereen te kunnen huisvesten.’

‘En dat wilt u zelf doen?’

‘Oh nee, ik ben wel handig, maar een verbouwing moet je aan vakmensen overlaten. Bovendien heb ik al ervaring met een bouwbedrijfje, hier uit de buurt, die me uitstekend bevallen is.’

‘En wat wilt u dan laten verbouwen?’

‘De keuken is nu wat aan de kleine kant, die wil ik groter hebben, zodat we ook een grotere eetkamer krijgen. En boven zou ik graag een of twee slaapkamers erbij willen hebben. Dat kan met die verbouwing.’

‘Nou, als u me een tekening kunt leveren, waarop uw plannen staan beschreven, zal ik er alles aan doen, dat u uw verbouwing snel kunt uitvoeren en afronden. Kijk, ik zal u uitleggen waarom.

Als burgemeester van Sare ben ik verantwoordelijk voor het welzijn van de inwoners van de stad. Nu hebben we in het verleden toegestaan, dat er hier naaktrecreatie wordt toegestaan, maar wel onder bepaalde voorwaarden. Het probleem is echter, dat het nooit schriftelijk is vastgelegd.

Dat heb ik James al verschillende keren proberen uit te leggen, maar James is soms wat lastig. Hij vindt het wel goed zo. Maar ik heb intussen wel te maken met strengere wetgeving. Dus ik zoek eigenlijk iemand, die me wat kan helpen met James, want ik kom niet graag terug op de afspraken, die we destijds hebben gemaakt.

En die persoon zie ik wel in u, vooral omdat James ook heeft aangegeven, dat hij u volledig vertrouwd. Ik wil gewoon wat meer aanspreekpunten hebben. En eerlijk gezegd, James is ook niet meer de jongste, en zou hij sterven, dan zouden de afspraken met hem verdwijnen. Dus ik wil best jullie helpen, maar dan heb ik ook wat hulp van jullie nodig. En om die reden zou ik best wel een bouwvergunning er wat sneller door kunnen drukken. Uiteraard wel volgens de regels, maar qua snelheid zou ik dat wel kunnen bespoedigen.’

‘Hmm, ik begrijp uw standpunt. U heeft er dus niets op tegen, dat we hier als naturisten blijven, maar u wilt gewoon alles goed geregeld hebben.’

‘Ja, dat is wel de bedoeling. En er zit nog meer achter. We merken, dat er meer mensen komen, die dit soort recreatie komen zoeken. Daarom willen we juist ook, dat we snel alles goed geregeld hebben. Het liefste nog voor de komende zomer, omdat dan weer het seizoen voor die recreatie opkomt.’

‘Met andere woorden, u wilt het naakttoerisme wat stimuleren? En daarbij goede voorwaarden en regels opstellen. Dat kan ik begrijpen. Het moet natuurlijk ook weer niet uit de hand lopen.’

‘Juist, dat begrijpt u heel goed. We willen die mensen gewoon goed duidelijk maken, wat hier wel en niet toegestaan is. Nu wordt het nog gedoogd, dat u naakt over de paden loopt, maar dan wordt het gewoon toegestaan. En dan kunnen we ook voorzieningen maken, waardoor u ongestoord uw gang kan gaan. Kleedhokjes en kluisjes, bijvoorbeeld.’

‘Hmm, dat klinkt interessant. Goed, ik zal er eens over nadenken. En u kunt op zeer korte termijn een bouwtekening inclusief aanvraag van me verwachten.’

We geven elkaar de hand, en daarmee loopt de man verder, terwijl hij zwaaiend ook de rest van ons nog eens begroet.

Lisa vraagt me dan: ‘Wat wilde die man van je, Peter? Je was nogal met hem in discussie.’

‘Dat was de burgemeester van Sare. En hij vroeg me of ik eens wilde komen praten over het naturisme, die we hier uitoefenen. En hij wil eigenlijk ook nog een aanspreekpunt meer hebben, naast James.’

‘Ow, en ga je dat doen?’

‘Misschien wel. Het is niet zo, dat ik er halsreikend naar uitkijk, maar ik begrijp zijn standpunt wel. En daarnaast kan het ons ook wel wat voordelen geven. Hij zou bereid zijn om een aanvraag voor een verbouwing wat te bespoedigen. Misschien dat we dan al voor kerst de verbouwing al rond kunnen hebben. Maar dan moet ik nog wel even flink aan de bak.’

‘Ga je niet wat te snel, met die verbouwing? Ik bedoel, de komende tijd komen er nog heel wat kosten op ons af.’

‘Ik heb nog wel wat reserves, Lisa. Dat is eigenlijk bedoeld voor het zakelijke gedeelte, maar dat kan ik zonder problemen ook voor mezelf kunnen gebruiken. En bovendien wil ik voor de verbouwing ook een hypotheek afsluiten. Samen met het geld uit de reserves, zou dat geen enkel probleem moeten opleveren. En het geld, dat ik dan uit die reserves gebruik, kan ik dan later gewoon weer aanvullen. Dat zou dus geen probleem moeten worden. Natuurlijk moeten er dan niet al te gekke dingen gebeuren. Maar dan zouden we wel nog dit jaar helemaal klaar zijn.’

Lisa knikt. ‘Als je meent, dat het allemaal kan, dan moet je het doen.’

‘Als we weer thuis zijn, dan zal ik je laten zien, hoe ik dat allemaal wil doen. Je wordt immers mijn vrouw, dus je mag best weten, wat ik allemaal precies bezit.’

Lisa glimlacht. ‘Dat laatste mag je me echt iedere dag wel vertellen. Ik voel me nog steeds in de zevende hemel!’

‘Dat is aan je te zien. Maar ik merk er toch maar weinig van!’

Lisa glimlacht, ze begrijpt heel goed, wat ik bedoel. Ze slaat haar armen om me heen en geeft me een heerlijke zoen. Dan fluistert ze me in mijn oren: ‘Ik hoop niet, dat we vanavond niet te moe zijn om nog wat leuke dingen in bed te doen!’

Ik grijns. ‘Dat komt wel goed. We hebben allebei een goede conditie, en ook al was het flink werken, dat redden we nog wel. En anders komen er nog genoeg dagen om dat te doen.’

Lisa glimlacht. We beginnen dan met opruimen, maar als we net bezig zijn, komen andere mensen ons helpen. Mensen, die ik nog niet eerder kende, maar ook in de omgeving wonen.

Maar het is wel een leuke manier om ook kennis met hun te maken. De meeste van hun zijn ook naturisten, maar ze wonen wat verder weg. En terwijl we aan het opruimen zijn, krijgen we regelmatig complimenten over de barbecue.

Ook de man, die me eerder op de dag vroeg, waarom ik toen al de barbecues opstookte. Hij komt naar me toe en zegt: ‘Ik moet je eigenlijk mijn excuses aanbieden. Ik dacht vanmorgen, die heeft het gewoon wat hoog in zijn bol, en doet alsof hij heel wat weet. Maar wat ik geproefd heb, dat was van heel hoge kwaliteit. Ben je chef-kok van beroep?’

Ik lach. ‘Nee, helemaal niet. Dit is voor mij pure hobby. Normaal doe ik niet op deze schaal barbecueën. Dat is hard werken, en ik wil het ook echt hobby houden.’

‘Nou, je doet anders echt niet onder voor een top kok. Het vlees, gewoon perfect. Perfect gekruid, en precies gaar genoeg. Een hele prestatie op een kolengrill. Dat doen je er maar weinig na. En mag ik vragen, waarom je het niet op een elektrische grill gedaan hebt?’

‘Vanwege de smaak. Op een kolengrill krijg je die lekkere rooksmaak erin. Dat gaat nu eenmaal niet met een elektrische grill. En ik ben blij, dat het u gesmaakt heeft. We hebben er met ons allen veel tijd en moeite in gestoken.’

‘Maar wel onder leiding van u. Ik zag u steeds rondlopen, als een volleerde chef-kok. Wat voor marinades heeft u gebruikt?’

‘Allemaal van eigen receptuur. Ik maak alles zelf klaar. De marinades, de salades, de dressings. Maar ook die drankjes. Dat zijn allemaal van eigen makelij.’

‘Nou, dan echt petje af! Dit zou namelijk Michelin-ster waardig zijn. Het is gewoon helemaal af. Ik zal me even voorstellen. Ik ben Guy Soûtre. Ik ben eigenaar van een drietal restaurants, waarvan een er een Michelin-ster mag dragen. Dus ik weet wel een en ander van culinaire hoogstandjes, en u heeft me zojuist echt een staaltje culinaire kunst getoond. Ik zou u echt, zonder enige twijfel, een plaats aanbieden als chef-kok in een van mijn restaurants. Zeg maar wat u wilt verdienen!’.

De man geeft me zijn visitekaartje, dat ik van hem aanneem. Ik glimlach. ‘Dat zie ik als een groot compliment, maar uw aanbod sla ik toch echt af. Voor het geld hoef ik niet te werken, al doe ik dat nog steeds. Ik haal mijn voldoening uit het leven, door anderen te leren kennis in praktijk te brengen.’

‘Ah, bent u leraar op een koksschool?’

Ik lach weer. ‘Nee, helemaal niet! Ik ben wiskundeleraar.’

De man kijkt me geschokt aan. ‘Dat meent u niet! Hemel, u vergooit uw talent!’

‘In uw ogen misschien. Maar ik ben misschien ook niet de standaard leraar, die u zich voorstelt. Mijn lessen zijn erop gericht om de theorie gelijk te koppelen aan de praktijk. En daarmee behaal ik goede resultaten. Afgelopen jaar had ik een absolute score. Geen enkele van mijn leerlingen zijn gezakt voor hun wiskunde examen. Sterker nog, ze zijn geslaagd met hoge punten. En ik zie mijn leerlingen het later nog steeds goed doen, als ze verder studeren. Daarvan vind ik, dat mijn talent is. Dat ik verder ook nog eens goed kan koken, dat is voor mij bijzaak.’

‘We zouden eindeloos kunnen discussiëren over wat uw beste talent is. En u heeft gelijk, het beste talent is, waar je het meeste voldoening uit kunt halen. Maar als ik zo vrij mag zijn, zou ik dan eens een verzoek mogen doen?’

‘Vragen staat vrij. Wat wilt u me vragen?’

‘Zou u dan niet eens als gastdocent een workshop willen geven aan mijn koks? Ik weet heel zeker, dat ze van u nog wel een en ander kunnen leren. En dat hoeft uiteraard niet voor niets.’

Ik kijk even verbaasd. Die had ik niet zien aankomen. ‘Pfft, geen idee eigenlijk. Ik heb zoiets nog nooit gedaan.’

Lisa is naast me komen staan en heeft alles gehoord. Ze zegt: ‘Waarom doe je dat niet gewoon, Peter? Een groter compliment kunnen ze je niet geven!’

De man knikt en kijkt me hoopvol aan.

‘Daar moet ik even over nadenken. Zoals ik al zei, ik ben leraar, en ik moet me zo veel mogelijk houden aan de schoolvakanties. Natuurlijk kan ik zo ook wel vrij krijgen, maar zoiets moet ik echt goed inplannen. Maar ik sta er niet helemaal negatief tegenover.’

‘Kijk, dat hoor ik graag. En dit is uw vrouw?’

‘Mijn toekomstige vrouw, Lisa. We gaan in het voorjaar trouwen.’

‘Nou, als u uw vrouw meeneemt, dan kunt u van mij kosteloos in een van mijn hotels verblijven, en ik geef u echt een royale vergoeding, en natuurlijk worden alle verdere onkosten vergoed. Dat is wat ik u kan bieden.’

‘En over wat voor vergoeding denkt u dan?’

‘Voor een workshop van twee of drie dagen, en een verblijf van ongeveer een week, zou ik bereid zijn om u zeg maar, zevenenhalfduizend euro te betalen? En daar is best nog wel over te praten.’

Ik probeer niet geschokt te kijken. Dat is toch best wel flink wat geld voor een paar dagen werken.

‘Dat klinkt al heel aantrekkelijk. En wanneer zou u dat willen doen?’

‘Ja, dat zou dan wel op korte termijn moeten gebeuren. Ik wil dat mijn koks deze ervaring voor de kerst gaan gebruiken.’

‘Oké. En voor hoeveel man zou ik dan die workshops moeten geven?’

‘Voor een man of twintig?’

‘En waar zou dat dan plaats moeten vinden?’

‘Het liefste zou ik dat in mijn restaurant in Nice willen doen. Maar Cannes zou ook wel kunnen.’

Nu begin ik toch wel wat meer onder de indruk te raken. Maar ik geef de man nog niet zomaar zijn zin.

‘Goed, stel ik krijg geregeld, dat ik nog een week vrij kan nemen, en ik geef u die workshop. U heeft me al een leuke vergoeding in het vooruitzicht gesteld. Maar ik neem aan, dat u dan ook een van mijn recepten wilt hebben. Nou, die wil ik u wel geven, maar dan reiken die zevenenhalfduizend echt niet meer toe.’

‘Noem uw prijs.’

‘Vijftienduizend, exclusief reiskosten en verblijfskosten, en dan geef ik als bonus een van de recepten van mijn cocktails erbij.’

Ik zie de man even slikken en ik weet nu al, dat hij zal toestemmen. Toch geeft hij niet zo snel op. ‘Monsieur, dat is echt te veel. Tienduizend!’

Ik hap nog niet meteen. ‘Inclusief een recept? Ik weet, dat goede recepten voor meer over de brug gaan. Maar goed, ik wil niet het onderste uit de kan halen. Laten we ons ergens in het midden treffen. Twaalfduizend.’ Hij steekt zijn hand uit en zegt: ‘U bent een harde onderhandelaar. Maar ik twijfel er geen moment aan, dat u het voor minder wel gedaan had. Goed, mij het is dat geld waard, ook al bent u echt niet goedkoop.’

Ik schud hem de hand, en we wisselen dan nog even visitekaartjes uit, zodat we contact kunnen houden. Ook Lisa krijgt een hand van de man.

Dan loopt de man weg, en als hij uit het zicht is, slaakt Lisa een diepe zucht.

‘Boah, dat jij zoiets zomaar tegen die man durfde te zeggen! Twaalfduizend vragen voor een workshop!’

Ik moet lachen en zeg: ‘Ik had nooit gedacht, dat hij het zomaar zou accepteren. Ik had eigenlijk gericht op tienduizend, maar dit vind ik natuurlijk helemaal prima!’

‘Maar ga je dit dan ook echt doen?’

‘Natuurlijk! Of heb je geen zin om een weekje kosteloos naar Nice te gaan, of naar Cannes? Bovendien, met die twaalfduizend zou ik de verbouwing een heel eind kunnen betalen. Dan hoef ik niet aan mijn reserves te komen. En dan ga ik, als ik eenmaal thuis ben, eens goed nadenken, welk recept ik hem zal geven.’

‘Als dat een sterrenrestaurant is, dan zou je hem die lamsrack, zoals je het thuis klaarmaakt, kunnen geven. Samen met die gegrilde groentesalade.’

‘Hmm, dat is een goed idee. En daar past dan die rode fruitsap met wodka en rum goed bij. Of een goede fles wijn. Je hebt me op een idee gebracht. Straks toch nog maar eens langs de slager hier gaan, en wat lamsrack meenemen voor thuis.’

Lisa lacht. ‘Dus de komende tijd gaan we veel lamsrack eten?’

‘Tja, ik moet wel goed beslagen ten ijs komen, of niet dan?’

We gaan dan verder met opruimen en eenmaal thuis vertel ik pas, wat die man me heeft aangeboden. Niemand wil me geloven, dat het echt is, tot ik zijn visitekaartje tevoorschijn haal.

Jochem zegt: ‘Maar Peter! Je kunt best een aardig eindje koken, heel erg goed zelfs, maar om nu te zeggen, dat je een workshop moet geven voor top koks aan de Côte Azur? Zeg nou zelf, dat klinkt toch heel wat ongeloofwaardig!’

‘Tja, het is toch echt waar. Maar als ik thuis ben, zal ik hem nog eens opbellen. En ik weet al, wat ik hem daar ga tonen. Dus, de komende weken zou ik thuis nog maar niet te veel gaan koken. Ik moet nog even mijn recept wat verfijnen, voordat ik het aan hem overgeef.’

‘Dus je meent het echt? Voor hoeveel geld zei je?’

‘Twaalfduizend euro, en ik hoef dan de reis- en verblijfskosten niet te betalen.’

‘Pff, wat een geld! Daar kun je zowat de verbouwing van betalen!’

Jessica zegt dan lachend: ‘De verbouwing misschien wel, maar Peter kennende, komt er dan een behoorlijk dure keuken in.’

Daar moet iedereen dan om lachen. We proberen er dan nog een leuke avond van te maken, maar iedereen is zo moe, dat iedereen al ruimschoots voor het donker wordt, al naar bed is gegaan om in een diepe slaap te vallen.

De volgende morgen ben ik al heel vroeg wakker, het is nog maar nauwelijks licht. Voorzichtig kruip ik het bed uit, zonder Lisa wakker te maken. Ik loop naar buiten, en hoewel het nog steeds best fris is, geniet ik even van de stilte om me heen. Langzaam begint het lichter te worden, en ik hoor steeds meer vogels tjilpen en fluiten. Ik zit er al zeker een half uur, als ik plotseling een hand op mijn schouder voel. Het is Lisa.

Glimlachend kijk ik haar aan en ze zegt: ‘Het was opeens koud in bed. En ik dacht al, dat je hier zou zitten.’

Ze geeft me een zoen, en komt op mijn schoot zitten. Ze heeft alleen een badjas aan.

‘Brr, dat jij hier kan zitten, zonder iets aan!’

‘Hmm, ik heb er niet veel last van. Maar op dit moment is de stilte echt heerlijk. Volgende week mag ik weer aan het werk op school.’

Lisa geeft geen antwoord, ze begrijpt me wel. We luisteren dan samen naar de ochtendgeluiden van de vogels en zien hoe langzaam de zon omhoogkomt. Gewoon samen genieten, heerlijk is dat. Lisa hangt tegen me aan, terwijl ik haar vasthoud. Beter als dat kan het gewoon niet worden.

De stilte wordt opeens verstoord door wat gekuch. We kijken om en zien daar Lisette staan.

‘Sorry, ik wilde jullie idyllisch moment niet verstoren. Jullie zaten zo fijn te genieten, dat ik het niet kon laten om even te kijken.’

‘Kom er lekker bij zitten, mam. Het is wel fris, maar je moet eens goed luisteren naar al die vogels.’

Lisette knikt en komt er ook bij zitten. Nog even is het stil, en kunnen we de vogels goed horen, maar dan begint ook weer het normale leven, en horen we auto’s, vrachtwagen en tractoren rijden. Dat verstoort wel een beetje de betovering.

We slaken alle drie een zucht.

‘Dat is echt mooi, dat moet ik toegeven.’

‘Dat was me al eens eerder opgevallen. Dat is voor mij de ultieme ontspanning. Even alleen rust, met alleen vogels op de achtergrond. En dan de zon zien opkomen. En als je dat dan kan delen, met de vrouw, die je lief hebt, dan is er voor mij niets mooiers op deze wereld.’

Lisette knikt. ‘Dat kan ik me echt goed voorstellen, Peter. En voor mij, als moeder van Lisa, was het mooi om te zien, dat jullie zoiets ook samen delen. Dan weet je gewoon, dat je dochter gelukkig is. Dat is voor mij het toppunt van geluk!’

‘Dit zou een perfecte dag kunnen zijn, ware het niet, dat we naar de begrafenis van Jenny moeten. Dat kunnen en mogen we niet missen.’

Lisa zucht eens diep. ‘Daar heb je gelijk in. Misschien dat Jenny deze ochtend voor ons gemaakt heeft. Opdat we toch nog een beetje van deze dag kunnen genieten.’

We staan dan allebei op, om ons te gaan voorbereiden voor de begrafenis. Die is ingetogen, en sober. Het is dat de zon schijnt op deze treurige dag. Na alle plechtigheden betuigen we onze condoleances aan James en Jennifer, en gaan dan weer huiswaarts. Thuis vraagt Jessica: ‘En, hoe was de begrafenis?’

‘Nou ja, keurig, ingetogen en sober. Zoals begrafenissen nu eenmaal zijn. James leek nog steeds wel wat aangedaan, maar aan de andere kant hield hij Jennifer wel stevig vast. Ik denk dat Janine wel eens gelijk kon hebben, dat die twee samen verder gaan.’

‘Nou ja, het leeftijdsverschil is wel enorm, Peter. En Jennifer is echt maar een jong ding. Nu kan ze dat nog leuk en spannend vinden, maar wat is het over een tijdje?’

‘Dat zal de toekomst moeten uitwijzen, Jessica. Maar is het eigenlijk niet net zo, als Lisa en ik? Bij ons ging het ook snel, en Lisa is zeker ook nog jong. En kijk eens, waar we nu staan?’

Daar moet Jessica me gelijk geven. Omdat we alweer bijna aan de terugreis moeten beginnen, wordt er een begin gemaakt met de koffers pakken. Maar daar zijn we vrij snel mee klaar, zoveel kleren hadden we toch niet bij. Laat in de middag vertrekken Eduard, Lisette en Charlotte al met hun wagen en caravan, want ze willen onderweg nog ergens overnachten, zodat ze morgen niet al te laat thuis zijn. Jochem en Jessica rijden nu met mij mee. Maar we spreken met Eduard af, dat we ze onderweg nog zullen treffen.

We genieten dan nog even van de avond, waarna we zelf ook vroeg naar bed gaan. Morgen is het vroeg uit de veren voor de lange reis naar huis.

En ’s morgens blijkt, dat we niet de enige zijn, die van plan zijn om naar huis te rijden. Jef en Janine staan ook al klaar om te vertrekken. We schieten nog even langs bij James, die als normaal weer vroeg wakker is. Lisa en ik lopen even gearmd naar de man toe.

‘Morning James! Alles goed?’

James trekt een grimas. ‘Tja, hoe moet je je voelen, als je net je vrouw begraven hebt, en je ziet, dat je vrienden weer huiswaarts keren. Maar dat wist ik voorop, en bovendien heb ik nu grote steun aan Jennifer. Maar jullie komen met de kerst toch weer?’

‘Natuurlijk! Dat is wel de bedoeling! Maar heel misschien komen we nog eens tussendoor voorbij. Ik moet nog een keer naar Frankrijk heen, al is dat wel een heel ander gedeelte van Frankrijk. Maar dat kan ik nog niet beloven.’

De man geeft ons nog een flinke knuffel, en dan keren we terug naar ons huisje. Daar controleren we nog eens alles of alles goed dicht zit, en keren dan huiswaarts. Net voor Parijs halen we Eduard en Lisette in, waarna we gezamenlijk verder reizen. Laat in de avond komen we dan aan, waarna we weer snel gaan slapen. Want ik moet de volgende morgen weer les gaan geven.

De volgende morgen ben ik nog steeds wat brak van de lange reis, maar na een verkwikkende douche ben ik weer helemaal fit. Eenmaal op mijn werk gaat het gewone leven verder, maar tijdens de koffiepauze roept de directeur me bij zich.

‘Peter, kan ik je even spreken?’

Ik knik en loop met hem mee naar zijn kantoor.

Hij zucht eens en ik vermoed al meteen, dat er problemen zijn.

‘Peter, ik weet niet goed, hoe ik dit moet zeggen.’

‘Zeg het maar, heeft het iets te maken met het project?’

De man knikt. ‘Ja, het ministerie heeft de subsidie plotseling stopgezet. Ze vonden het te duur worden. Dus we zullen moeten stoppen met het project. En dat vind ik erg jammer, want ik zag heel goed, dat er resultaten van kwamen. Veel minder spijbelaars, hogere punten, en ook de werkdruk werd daardoor minder.’

Ik ben er even stil van, dit komt echt als een schok. Ik had dit helemaal niet zien aankomen.

‘Waarom zo plotseling?’

‘Ik weet het niet. We hadden de toezegging, dat we dit een jaar mochten doen, maar daar zijn ze dus nu op teruggekomen. Sterker nog, ze hebben de laatste betaling niet eens gedaan, dus we moeten daardoor nu zelf ook flink gaan bezuinigen. Misschien moet ik daardoor iemand gaan ontslaan. En dat is echt niet iets, wat ik graag doe.’

‘Hemel, is het zo erg?’

De man knikt. ‘Eigenlijk nog erger, maar dat hoef jij niet te weten. En nu moet ik nog iemand zoeken, die we hier kunnen missen. En dat is praktisch onmogelijk, we hebben iedereen heel hard nodig.’

Ik kijk de man aan en zeg: ‘Mij kun je missen, de wiskundeklassen zijn vanwege het project kleiner. Die kun je samenvoegen. En ik ben nog jong, ik vind wel iets anders.’

De directeur kijkt me geschokt aan. ‘Maar Peter! Je hoeft je niet op te offeren, omdat het project mislukt is? Ik zou je juist helemaal niet willen laten gaan! Je bent met uitstek een van onze beste leraren. De leerlingen dragen je echt op handen, en je haalt de beste resultaten!’

‘Dat weet ik, maar kijk eens wie je anders zou kunnen missen? De rest van de leraren is ruim ouder, dan ik het ben. Die zullen niet zo gemakkelijk een andere baan vinden. Bovendien hoef ik niet echt te werken voor mijn geld. Ik heb ook nog andere inkomsten, naast mijn werk.’

De man kijkt me verbaasd aan. ‘Ow?’

‘Ja, ik bezit enkele panden in Apeldoorn, die me jaarlijks een aardig bedrag opleveren. En bovendien kan ik nog veel meer, dan alleen wiskunde geven. Ik ben uitgenodigd om een workshop te geven aan enkele koks van een restaurant in Nice. Je weet toch, dat ik wel een beetje kan koken?’

De man knikt, nog steeds verbaasd.

‘Nou, afgelopen vakantie heb ik iemand getroffen, die me flink geld heeft geboden om bij hem een workshop te geven. En dan praat ik niet over duizend euro, maar een veelvoud daarvan.’

De man kijkt me geschokt aan. ‘Wow! Dat is nogal bijzonder! Je hebt daarvoor toch geen opleiding gedaan, of wel?’

‘Nee, maar ik heb het talent wel. Misschien dat ik me daar eens op ga toeleggen. Dus om mij hoef je je geen zorgen te maken.’

‘Ja, maar toch! Denk er toch eens goed over na, en dan praten we nog eens over.’

Ik bedank de man en ga dan naar mijn klas. Die zitten al op me te wachten, maar zijn ook zelf al verder gegaan aan hun opdrachten. Dat doet me goed, want dat zegt me, dat mijn idee de juiste weg was. Maar het doet me pijn in mijn hart, als ik ze daar zo bezig zie. De dag duurt dan ook erg lang voor me. Het valt mijn collega’s op, dat ik stiller ben, dan normaal.

En als ik naar huis heen rijd, en thuis kom, valt Lisa het meteen op, dat er iets is.

‘Peter, is er iets? Je kijkt zo bedrukt.’

Ik plof neer op de bank en zeg: ‘Hmm, geen goed nieuws gehad vanmorgen, Lisa.’

‘O? Wat is er dan?’

‘Ze gaan stoppen met het project. Het ministerie vindt het nu opeens te duur en zijn gestopt met de subsidie, die we kregen. En daardoor moeten ze nu flink gaan bezuinigen.’

Lisa kijkt geschokt. ‘En ik dacht, dat het juist zo goed ging met het project?’

‘Dat is het hem juist! Het gaat fantastisch! De resultaten zijn echt goed, buitengewoon zelfs! Maar dat is nu allemaal voor niets!’

Lisa knikt, nog steeds geschokt. ‘En nu?’

‘Ik weet het niet, Lisa. Ik ben er echt hard over na aan het denken, om er mee te stoppen. Dat heb ik de directeur ook al gezegd. Ik heb heel mijn ziel en zaligheid hierin gestoken, omdat ik overtuigd was, dat het resultaat zou hebben. En ik heb gelijk gekregen. Maar dit is echt een klap in mijn gezicht! In een klap is alle plezier in lesgeven verdwenen!’

Het huilen staat me nader, dan het lachen. Lisa komt naast me zitten en houdt me vast. En dan laat ik mijn emoties de vrije loop. In haar armen hoef ik me niet meer sterk te houden. En Lisa begrijpt dat als geen ander. Maar het voelt goed om mijn hart te luchten. Na tien minuten zijn mijn frustraties weggeëbd, en droog ik mijn tranen.

Dan zeg ik tegen Lisa: ‘Als het aan mij lag, dan zou ik er echt morgen al mee stoppen, Lisa. Maar ik ben niet meer alleen. Ik moet ook voor mijn gezin zorgen. Wat denk jij ervan?’

Lisa slikt een keer, ze begrijpt meteen, dat dit een ingrijpende beslissing kan zijn.

‘Ik weet het niet, Peter. Ik weet, hoeveel jij erin gestoken hebt. En als je dat op die manier ontnomen wordt, kan ik ook best begrijpen, dat je niet meer verder wilt. Maar hoe moet het dan met je studenten?’

‘Die redden zich ook wel zonder me. De klassen zijn al vanwege het project kleiner geworden, die gaan ze nu samenvoegen. Dus dat is niet het probleem. En ik wil echt niet zo verder, dat zou me gewoon te veel pijn doen.’

Lisa knikt. ‘En waarom ga je dan niet wat meer doen met je andere talenten? Koken?’

‘Dat is gewoon hobby voor mij, Lisa.’

‘Je bent er anders ontzettend goed in! Ik was erg trots op je op dat buurtfeest in Sare. En je kunt me vertellen, wat je wilt, je vond het ook erg leuk om te doen!’

Dat kan ik echt niet ontkennen. Ik heb steeds gezegd, dat me het plezier ontnomen zou worden, als ik het als beroep zou moeten doen, maar het gaf me juist veel voldoening om veel mensen lekker eten te geven.

‘Dat kan ik niet ontkennen, Lisa. Maar ik heb geen echte opleiding in die richting!’

‘Dan ga je die toch halen? Wie heeft mij ook alweer gezegd, dat ik niet alleen thuis moest gaan zitten?’

Ik glimlach. Ze pakt me nu op mijn eigen woorden.

‘Daar heb je me! Maar stel, ik zou als kok gaan leren, hoe moet het dan de komende tijd?’

‘Tja, dan moeten we maar een beetje minder luxe leven. En die auto’s, die je je gepland had, die kunnen ook wel even wachten. Of we kunnen daar ook minder luxe wagens voor aanschaffen, als je meent, dat we die toch moeten kopen. Ik heb echt geen hele dure wagen nodig.’

Lisa heeft gelijk, we kunnen best een stapje terug doen. In mijn hoofd reken ik nog eens na, wat ik nog allemaal aan reserves heb. Ik heb nog best wel wat speling, en zou het best nog een tijdje kunnen uithouden. En bovendien heb ik nog altijd mijn inkomen van mijn panden.

Ik wil opstaan en meteen mijn papieren induiken, maar Lisa houdt me tegen.

‘Oh nee, mijnheertje! Eerst gaan we eten, als dat ten minste niet is aangebrand!’

Ik lach en sluit haar in mijn armen.

‘Wat moest ik toch zonder jou beginnen?’

Lisa lacht. ‘Dan had je vanmorgen terplekke ontslag genomen, en was je nu zonder eten al begonnen aan een nieuw avontuur.’

‘Misschien, maar dat zou maar half zo leuk zijn geweest, zonder jou.’

Lisa knikt. Ik geef haar een korte zoen, waarna we naar de keuken lopen.

Er hangt wel een lucht van aanbranden, maar dat zijn gelukkig alleen maar de aardappelen, die net aangebrand zijn. Na het eten ga ik meteen achter de computer zitten. Ik bekijk me alle opleidingen voor kok, die er te krijgen zijn. En Lisa kijkt met me mee. We vergelijken verschillende opleidingen, waarvan ik er enkele gewoon al online en thuis volgen en waar ik me al meteen voor aanmeld.

Wat op zich wel een spannend moment is, want het is een nieuwe stap in mijn leven. Maar een aantal diploma’s heb ik nog uit mijn roerige verleden, toen ik nog eigenaar was van mijn kroeg. Dat helpt me nu wel weer op weg. Maar een ding is me nu al duidelijk, ik ga niet meer voor een baas werken. Ik wil nu voor mezelf iets gaan beginnen.

In de dagen die volgen, praten Lisa en ik veel over onze toekomstplannen. En steeds meer betrap ik me erop, dat ik wel de drive van opleiden erin probeer te houden. Lisa is dat ook op opgevallen en zegt: ‘Peter, waarom begin je dan geen kookstudio? Met daarnaast een cateringbedrijf. Dan kun je eten voor anderen klaarmaken, maar tevens ook andere mensen leren om lekker te koken. Dat zou perfect bij je passen.’

Ik kijk Lisa aan. Het is alsof nu opeens alles op zijn plaats valt.

‘Ja! Dat is het! Lisa, je bent geweldig!’

Lisa glimlacht. En meteen ga ik op zoek, wat ik daar allemaal voor nodig heb. En dat valt eigenlijk best mee, ik zou bijna meteen kunnen beginnen. Maar ik wil het wel goed doen, maar ik heb natuurlijk nog wel mijn ervaring als eigenaar van een van de beste kroegen in Apeldoorn. Dat helpt me nu ook weer snel op weg, al moet ik wel weer wat kennis opdiepen.

Een paar dagen later, na veel speur en uitpluiswerk, heb ik toch wel een en ander op papier staan, bijna een volledig ondernemersplan. En dan komen Eduard en Lisette op bezoek.

‘Hey, komen jullie even gezellig langs?’

‘Ja, we dachten eens zo, als ze dan niet bij ons op visite komen, dan komen we wel naar jullie toe. Waar zijn jullie toch mee bezig? We zien jullie nog maar amper!’

Lisa glimlacht. ‘Mam, ik ben toch hard bezig met studeren? En wellicht komt er nog een studie bij.’

‘Ah, wat ga je dan erbij doen?’

‘Dat raad je toch nooit. Echt iets heel anders, dan jullie ooit zouden kunnen bedenken.’

‘Vertel het dan maar, als we dat toch niet kunnen raden.’

‘Nou, ik vind het maken van die drankjes, die Peter allemaal maakt, ook erg leuk om te maken, dus ik wil me het distilleerbrevet gaan halen. Ik wil me wat meer gaan verdiepen in cocktails. En ook nog een cursus hygiëne.’

Lisette kijkt verbaasd. ‘Waar komt dan nu opeens vandaan?’

Daarop spring ik in. ‘Dat heeft te maken met een ingrijpende verandering in mijn toekomst, Lisette. Ik ga stoppen als leraar.’

Eduard en Lisette kijken me geschokt aan. ‘Wat zeg je me nu, Peter? Waarom dan? Ging het project niet naar wens?’

‘Dat is het niet. Het project verloopt zelfs beter als de verwachtingen waren.’

‘Maar waarom stop je dan?’

‘Omdat ze stoppen met het project. En ik heb daar zoveel tijd en energie in gestoken, dat het me te veel pijn doet om nog verder les te geven. Maandag ga ik mijn ontslag indienen.’

‘Oei, en nu dan?’

‘Ik ga verder met de dingen, waar ik goed in ben, Lisette. Ik ga een cateringbedrijf beginnen, en daarnaast wil ik gaan kijken of ik een kookstudio kan beginnen, waarvan ik workshops kan geven. Ik weet, dat ik het kan, en qua investeringen valt het dan ook nog wel mee. Desnoods doe ik voorlopig hier thuis de kookworkshops, de keuken is er ruim genoeg voor. En ik zou in de garage ook nog een keuken kunnen plaatsen. Dat geeft me de tijd om me de nodige diploma’s te behalen, zodat ik vandaar uit kan verder bouwen.’

Eduard is meteen enthousiast. ‘Nou, zo’n slecht idee vind ik dat helemaal niet! Je kan echt enorm goed koken, en de manier, waarop je het aanpakte bij die barbecue op dat feest, dat was best indrukwekkend. Want het was nog steeds van buitengewone kwaliteit. Want zou anders die man je gevraagd hebben om voor flink geld een workshop te gaan geven?’

Ik kijk even geschokt. Ik ben die man helemaal vergeten. ‘Oei, goed dat je dat nog even noemt. Dat zou ik bijna gaan vergeten. Dat kan ik maar beter niet doen! Dat is toch wel even twaalfduizend euro!’

Lisette knikt. ‘Ja, dat lijkt me ook verstandiger. Maar ga je dat financieel ook redden? Ik weet, dat je wel wat geld aan te pakken hebt, maar het is wel even een risico om een bedrijf te beginnen.’

‘Ik begrijp je zorgen, Lisette. Maar het is niet voor het eerst, dat ik zoiets begin. En natuurlijk, er is altijd wel wat risico als je gaat ondernemen. Dat hoort erbij. Maar ik wil me echt gaan richten op de exclusieve catering. En daarvoor heb ik ook wel een plan. Dat hebben we de afgelopen avonden met elkaar besproken. Daarom zijn we ook helemaal niet bij jullie op bezoek geweest.’

‘En ga je dan ook per direct stoppen met lesgeven?’

‘Ik zal nog wel even moeten uitwerken, maar ik heb nog wat vakantiedagen staan, die moet ik ook nog opmaken. Dus eigenlijk zal ik zo rond het nieuwe jaar leraar af zijn.’

‘Wow, dat is nogal drastisch, Peter. Maar waarom stoppen ze dan met het project, als de resultaten juist erg goed zijn?’

‘Ja, dat is eigenlijk ook het stomme ervan. Het is niet, dat de school niet wil, maar omdat het ministerie de subsidie voor dat project stop heeft gezet.

Daardoor moet nu de school flink gaan bezuinigen, en zou er iemand uit moeten. En dan is het voor mij een logische stap, dat ik ga vertrekken. Ik ben nog jong, en ik heb genoeg reserves om het nog even uit te zingen. De rest van mijn collega’s zijn allemaal een stuk ouder. En omdat ik het idee opgevat heb om iets heel anders te gaan doen, bespaar ik mijn collega’s een hoop leed.’

‘Nou ja, het is jouw leven. Maar ik vind het nogal ingrijpend. Begrijp me niet verkeerd, ik heb wel vertrouwen in jou, je hebt me al meerdere keren bewezen, dat je jezelf goed weet te redden. Maar je beseft je wel, dat Lisa zwanger is van je kind, en je toekomst allerminst zeker is?’

‘Ja, dat beseffen we allebei wel, Lisette. Ik heb Lisa ook de hele tijd betrokken bij deze beslissing. Als ze dit niet had aangedurfd, dan ging ik mijn ontslag ook niet indienen, en zou ik leraar zijn gebleven.

Maar aan de andere kant kan ik nu wel doen, waar ik goed in ben. Koken en lesgeven. Daar wil ik me echt gaan toeleggen. Daarom wil ik juist gaan voor exclusieve catering. Om de mensen nieuwsgierig te maken, om ze gerechten te laten proeven, die zo ontzettend lekker zijn, maar die ze vooral later ook zelf kunnen maken. Ik heb nog zoveel recepten in mijn hoofd, die ik nog allemaal wil uitproberen, daarmee zou ik al een jaarlang iedere week een workshop van kunnen geven, zonder ook maar een keer hetzelfde te maken.’

Lisa zegt dan tegen haar moeder: ‘Ik denk ook, dat Peter hiermee een goede beslissing maakt, mam. Het is precies, waar hij zo ontzettend goed in is. En natuurlijk is er wel een risico, maar dat was er anders misschien ook wel geweest. Stel, ik had gezegd, dat hij moest blijven lesgeven. Dan was er nog steeds een kans, dat hij uiteindelijk moest gaan vertrekken. En dan? Dan zouden we alsnog een plan moeten maken. Nu zijn we dat allemaal voor.

En bij de plannen van Peter zie ik ook kansen voor mezelf! Daarom wil ik ook die diploma’s gaan behalen. Peter heeft nog zijn diploma’s van zijn kroeg, daarmee mag hij al alcohol schenken aan derden, en ik vind het maken van die cocktails zelf heel erg leuk. Maar daar wil ik me wel wat meer in gaan verdiepen. Peter heeft me al een en ander geleerd, maar het kan natuurlijk nog beter! We willen gewoon het allerbeste cateringbedrijf van Nederland worden! En door ons te onderscheiden door exclusiviteit zouden we dat ook kunnen worden. Ik heb daar de afgelopen dagen wat onderzoek naar gedaan, en daar is dus wel vraag naar. Bedrijven, die hun klanten wat bijzonders willen aanbieden. Niet de standaardhap, die je normaal bij een cateraar zou krijgen.’

Ik val Lisa bij. ‘Je moet ook niet vergeten, dat ik hier en daar ook nog goede contacten heb. Die zouden me op weg kunnen helpen.’

Eduard zegt dan: ‘Maar die man in Frankrijk dan? Ik denk, dat die je zo zou aannemen om bij hem in de keuken te komen werken.’

‘Dat is allemaal leuk en aardig, maar ik ben geen opgeleide kok. Ik weet best wel, hoe ik een en ander klaar moet maken, maar het is wel even wat anders om in een professionele keuken te gaan werken.’

‘Het zou je wel een hoop ervaring kunnen opleveren, Peter.’

‘Misschien, maar dan kom ik weer op wat mijn eerdere bezwaren zouden zijn geweest. Dan is het geen hobby meer, en zou me het plezier vergaan.’

Eduard knikt. ‘Ja, ik begin te begrijpen, waar je op uit wilt. Je wilt je eigen tempo en richting kunnen bepalen, en in zo’n keuken kan dat niet.’

‘Juist, dat klopt helemaal! Dat is ook juist het punt.’

We praten nog een hele tijd na over onze plannen, tot het voor allemaal wel bedtijd is. De volgende dag is het vrijdag, en die dag heb ik gelukkig niet heel veel lesuren. In de pauze heb ik me wat apart neergezet en Leo komt bij me zitten.

‘Hey, Peter! Ik hoorde zojuist het nieuws van het project. Ik vind het enorm jammer! Het was echt een goed idee, en het werkte ook nog eens!’

Ik zucht eens en zeg: ‘Ja, ik wist er al een paar dagen van, Leo. Wat een klootzakken daar in Den Haag! Eerst beloftes doen en dan niet nakomen.’

Leo knikt. ‘Dat moet wel zwaar voor je zijn.’

Ik knik. ‘Dat is het ook. En daarom ga ik er ook mee stoppen, Leo.’

Leo kijkt me geschokt aan. ‘Dat meen je niet!’

‘Dat meen ik wel, maar wil je het nog even tot na het weekend voor je houden. Maandag dien ik mijn ontslag in. En aangezien ik nog best wel wat vakantieuren over heb, vanwege de herexamens en zo, zal ik ook niet erg lang uitwerken.’

‘Jezus, daar schrik ik best van! En wat ga je dan doen?’

‘Doen, waar ik goed in ben, Leo. Koken en lesgeven, alleen in een hele andere vorm.’

‘Ja, dat is wel aan jou besteed! Maar ik vind het wel zonde. Je bent met uitstek de allerbeste leerkracht hier op school en zeker de meest geliefde. Dit zou niemand verwachten.’

‘Tja, het is niet anders, Leo. En het is ook niet, dat ik een hekel heb gekregen aan dit vak, dat is ook niet de reden. Maar de pijn, die me hiermee wordt aangedaan, die kan ik niet verkroppen. Ik zit al de hele week met pijn in mijn hart les te geven. Ik zie hoe gedreven onze leerlingen zijn, en hoeveel ze ervan hebben opgestoken, en dan moet het opeens stoppen. Dat kan ik niet meer verwerken. Dat kan ik niet meer aan.’

Leo knikt begrijpend. ‘Ja, als je het zo bekijkt, dan begrijp ik je wel. Maar aan de andere kant, je bent niet iemand, die snel opgeeft. En dat doe je nu wel, en daar sta ik dan weer van te kijken.’

‘Ja, daar heb je misschien wel gelijk in, maar ik ben ook niet meer dezelfde als vroeger. Je zou het wijzer en rustiger kunnen noemen. En ik heb tegenwoordig ook een gezin. Sterker nog, over enkele maanden ga ik trouwen met Lisa.’

Leo moet nu lachen. ‘En daar sta ik dan weer niet van te kijken, Peter. Maar je hebt haar dus nu wel gevraagd?’

Ik knik. ‘Tijdens de vakantie. Ik heb haar een peperdure diamanten ring gekocht. Had ik maar eerder geweten, dat het project ging stoppen, dan had ik haar wel een minder dure ring gekocht.’

Leo lacht weer. ‘Ach, jij redt je wel. Dat heb je altijd gedaan. Maar nu we elkaar weer gevonden hebben, blijven we toch wel contact met elkaar houden?’

‘Hey, waar zie je me voor aan, Leo? Natuurlijk blijven we vrienden. En nu ik je weet te wonen, zal ik je zeker blijven opzoeken.’

Na de pauze, als ik nog geen les heb, roept de directeur me weer bij zich. In zijn kantoor vraagt hij me: ‘Peter, heb je thuis nog eens overlegd over je toekomst hier?’

Ik knik en zucht meteen. Het valt me toch zwaar om te zeggen.

‘Ja, maar mijn besluit staat wel vast. Ik wilde dit eigenlijk maandag doen, maar ik kan het net zo goed nu al doen. Ik ga mijn ontslag indienen.’

De man zucht eens diep. ‘Ik had het al zien aankomen. Goed, als dat je plan is, dan kan ik er maar weinig aan veranderen. Maar misschien kan ik nog wel iets voor je doen, Peter. Ik zou je ook kunnen ontslaan, en daarmee zou je recht hebben op een uitkering, en een ontslagvergoeding.’

‘Maar je moet al flink bezuinigen! Dat is niet nodig!’

‘Ik heb wel grotere problemen, dan dat, Peter. Ik vind gewoon, dat je het verdient. Je bent echt een uitstekende leerkracht, een van de beste, die ik ooit heb gehad. En dat verdient gewoon wat waardering. Bovendien zou ik dat kunnen verkopen als een bezuiniging, en daar zijn ze bij het ministerie ook wel gevoelig voor. Je snapt het af en toe niet, soms moet je meer geld uitgeven om te bezuinigen, dan dat je gewoon door zou kunnen blijven gaan. Maar aan de andere kant, als jij hier niet meer zou werken, zouden de bezuinigingen minder heftig kunnen zijn. Dat geeft me dan weer net genoeg ruimte om enkele belangrijke dingen te behouden. Daarmee is de toekomst van deze school gewaarborgd, en dat is het belangrijkste. Maar wat zeg je ervan?’

‘Nou ja, het zou me wel op weg helpen naar wat ik hierna wil gaan doen. En het zou inderdaad wel een waardering zijn, voor alles wat ik al die jaren heb gegeven.’

‘Nou dan, dan zullen we het maar definitief gaan maken? Wat ga je trouwens nu doen?’

‘Mijn eigen bedrijf gaan beginnen. Ik heb al wat kleine bedrijfjes, waar ik zelf amper werk aan heb, maar nu ga ik echt helemaal voor mezelf beginnen. Iets, waar ik me al eens eerder met bezig heb gehouden. Ik ga me richten op exclusieve catering en het geven van kookworkshops. Dus ik blijf dan toch een beetje leraar.’

De man lacht. ‘Nou, dan wens ik je erg veel succes met je nieuwe toekomst. En wie weet, komen we elkaar nog eens tegen.’

‘Wie weet. De toekomst kan raar lopen. Dat heb ik het afgelopen jaar wel gemerkt. Gelukkig hoef ik me financieel voorlopig nog geen zorgen te maken, ik ben rijker, dan de meesten hier weten.’

De man glimlacht. ‘Dat klopt, maar ik wist er wel van. Ik ben er ook bij toeval achter gekomen. Ik was een tijdje geleden bezig om me een pand te kopen, maar er was me net iemand voor. En dat bleek jij te zijn. Ik had een afspraak met de notaris om een en ander in gang te zetten, maar toen had je het al gekocht. En ik zag je net wegrijden bij de notaris, toen ik er net kwam aanrijden.’

Ik lach. ‘En daarop heb je wat meer navraag gedaan. Slim, maar ik had al een optie op die panden, vanwege de huurders van de andere panden ernaast.’

‘Ja, daar kwam ik toen ook achter. Daar heb je goede huurders aan.’

‘Dat klopt, maar ze zijn ook veeleisend. Als er iets kapot is, moet dat ook onmiddellijk gemaakt worden. Nog dezelfde dag, en geen dag later. Dat wil zeggen, als dat mogelijk is. Maar waar had u dat pand voor nodig gehad?’

‘Voor mijn vrouw, die heeft een administratiekantoor, en die zou zich graag daar willen vestigen. Maar ja, dat ging dus niet. Maar we hebben nu een ander pand, waar ze minstens net zo blij mee is.’

‘Kijk, dan is dat ook weer geen ramp geweest. En ja, zo breid ik mijn imperium steeds meer uit. Daar verdien ik goed aan, maar een groot gedeelte gebruik ik ook om weer te investeren. Wat ik overhoud, daar zou ik van kunnen leven, maar het houdt dan ook niet over.’

‘Dan doe je het alsnog niet erg slecht, Peter. Maar je vriendin is nu zwanger, dus je hebt voor de toekomst ook nog wat geld nodig.’

‘Ja, dat klopt. En we gaan over enkele maanden ook nog eens trouwen, afgelopen vakantie heb ik haar gevraagd.’

‘Zo, dus dan wordt het nog eens een stuk duurder!’

‘Ja, maar daar had ik me al geld voor opzij gezet. Maar ik kan me indenken, dat Lisa een en ander wil gaan versoberen. Nou ja, ik zal het wel gaan zien.’

‘Hoe dan ook, ik wens je daarbij ook veel geluk en succes toe. Maar zullen we nu dan even de details voor je ontslag gaan uitwerken?’

Ik knik. Heel erg lang hoeven we er niet over te praten. De man biedt me een forse ontslagvergoeding, die hoger is, dan hij zou hoeven te geven, en ik mag bovendien al over twee weken stoppen. Wel spreek ik met hem af, dat hij me het komende half jaar nog kan oproepen als reserveleerkracht.

In de middagpauze maakt de directeur dan ook bekend, dat het project per 1 januari gaat stoppen, en dat ik om die reden en in het kader van bezuinigingen ontslagen zal worden.

De schok onder mijn collega’s is groot. Sommigen hadden het al meegekregen, dat het project waarschijnlijk zou gaan stoppen, maar dat ik ook nog mijn ontslag heb aangeboden gekregen, dat is voor velen een verrassing. Ik krijg veel steun van mijn collega’s, vooral omdat de directeur erbij verteld, dat hij me eigenlijk liever niet zou laten gaan. En dat begrijpt iedereen wel.

Later die middag worden de leerlingen ook op de hoogte gebracht, en daarbij wacht ons een regelrechte verrassing. Ik had helemaal niet gerekend op zo’n loyale leerlingen. Want als ze het nieuws horen, wordt de directeur echt uitgefloten, want de leerlingen zijn het helemaal niet eens met zijn beslissing. En zeker al niet, dat ik als gevolg daarvan ontslagen ga worden. De situatie dreigt uit de hand te lopen, dus ik grijp in.

Ik ga op het podium staan en roep hard: ‘Hallo, zou ik er ook nog wat over mogen zeggen?’

Het duurt even, maar de rust keert dan toch even terug.

‘Dank voor de aandacht. Allereerst wil ik even zeggen, dat onze directeur helemaal geen blaam treft. Niemand van deze school treft enige blaam. Het ministerie van onderwijs, die zijn de schuldigen. Wij zijn slachtoffer van hun beleid. En dat spijt me erg.

Er is niemand op deze school, die wil dat dit project stopgezet wordt. Waarom ook? De resultaten zijn enorm goed, ik zie de punten van jullie toetsen alleen maar stijgen, ze zijn het hoogste van wat ik ooit gezien heb. En dat niet alleen, het aantal spijbelaars is enorm gezakt, en ook voor ons leerkrachten was het een stuk aangenamer.

Dus het is niet, omdat we willen, dat dit project gestopt wordt, maar omdat we moeten. We hebben geen keuze, het geld is op. En dat is voor mij persoonlijk nog wel de grootste klap. Weten, dat je ideeën werken, maar omdat ze het te duur vinden, moeten de leerlingen en de leerkrachten van deze prachtige school er voor bloeden.

En ik zal jullie ook heel erg missen, dan kan ik jullie verzekeren. En ik hoop ook, dat jullie me ook een beetje zullen missen.’

Ik zwijg, en wat er dan gebeurd, is echt overdonderend en indrukwekkend. Ik krijg een staande ovatie van alle leerlingen, maar ook alle leerkrachten. Ik krijg er de tranen van in mijn ogen. En dat gebeurt niet echt vaak. Maar ook als het applaus begint uit te sterven, is het voor mij nog niet voorbij. Een lange rij leerlingen komt bij me langs om me persoonlijk te bedanken en me steun te wensen in de toekomst. Zelfs van leerlingen, die ik nog nooit les heb gegeven.

De vele steunbetuigingen doen me echt goed. En vaak krijg ik nog de vraag, of ze me toch nog eens mogen bellen, als ze met een wiskundevraag zitten. Bijna als laatste komt Charlotte naar me toe.

Ze heeft extra gewacht, zodat ze me apart kon spreken.

‘Ome Peter? Waarom heb je er niet van tegen me gezegd, dat het project ging stoppen?’

‘Lotje, dat moesten we nog even geheim houden. We hebben nog even gekeken of het mogelijk was om het project alsnog door te zetten, maar dat was vergeefs. En we wilden niemand valse hoop geven.’

‘Ik vind het niet eerlijk, Peter! Is er eindelijk een lesmethode, waarmee ik echt goed uit de voeten kan, dan stoppen ze er weer mee. En van wie ga ik dan straks wiskunde krijgen?’

‘Dat weet ik niet, Lotje. Maar je als je vragen hebt, dan weet je me te wonen, of niet dan?’

Charlotte lacht. ‘Ja, het zou nogal gek zijn, als ik dat niet wist. Maar ik ga je zeker missen, hier op school. En ik begin juist net te wennen aan mijn nieuwe leven hier.’

‘Dat zal, als ik weg ben, ook niet veranderen, Lotje. De enige verandering voor jou is, dat je nu anders in het leven staat. Ik heb je alleen maar op weg geholpen. De rest heb je zelf gedaan.’

‘Denk je?’

‘Hey, een beetje meer vertrouwen in jezelf! Ga nu maar naar je vrienden toe.’

‘Mag ik je nog wat vragen, Peter?’

‘Zeg het maar. Wat is er nog?’

‘Zou je het erg vinden, als ik met mijn vrienden een keer bij je op bezoek kom? Dat vroegen ze me je eens te vragen.’

Ik kijk verbaasd. ‘Waarom willen ze dat nu weer?’

‘Gewoon, je bent de populairste leraar, maar ze willen eens met eigen ogen zien, dat het allemaal waar is, wat ik over je vertel.’

Ik lach. ‘En dus wil je het gewoon een keer tonen? Nou goed, maar ik ga geen hele klas bij me thuis uitnodigen. Een tiental personen, dan is het op. Wie je meeneemt, dat moet je zelf weten.’

‘Telt Ben daar ook bij?’

Ik lach weer. ‘Nee, Ben hoef je daar niet bij te tellen. Je mag buiten Ben en jezelf nog tien vrienden meenemen. En dan maken we er een leuk afscheidsfeestje van. Dan nodig ik ook nog wat collega’s van mij uit, dan sla ik meteen wat meer vliegen in een klap.’

‘Ja, dat lijkt me wel leuk! Bedankt, oompje!’

‘Graag gedaan, Lotje!’

Ze geeft me nog een knuffel en rent dan naar haar vrienden. En dat is tegenwoordig een behoorlijk grote groep. Ik kijk haar na, en de directeur komt naast me staan.

‘Je nichtje doet het tegenwoordig steeds beter. En ik zie, dat ze nu ook best wel wat vrienden heeft gemaakt.’

‘Dat zijn niet allemaal vrienden van haar, maar van een hoop toch wel. Ja, ze is wat dat betreft best veranderd, en daar ben ik persoonlijk ook wel blij om. De verandering heeft haar echt goed gedaan.’

‘Dat kun je wel stellen. En ondanks, dat ze meer met haar vrienden optrekt, lijken haar punten er niet onder te lijden.’

‘Ze kon altijd al goed leren, maar ze was gewoon te vaak ziek om alles mee te krijgen. En dat probleem is nu voorbij. En dat merk je.’

‘Zal ze nu geen terugval krijgen, nu jij hier zal vertrekken?’

‘Misschien een beetje, maar ze zal zich wel redden. En anders woon ik niet ver van haar vandaan. Ze is mijn enige nichtje, dus als ze weer in de problemen komt, zal ik haar wel weer oprapen en de goede richting op duwen.’

‘Als dat iemand kan, dan ben jij dat wel, Peter.’

‘Maar jij zal het de komende weken nog wel zwaar krijgen, zeker nu het nieuws bekend is geworden.’

‘Tja, daarvoor ben ik de directeur. En leuk zal het de komende tijd niet worden, maar ik kan er niets aan veranderen. En van mij mogen ze gerust het ministerie het vuur aan hun schenen leggen, want de manier waarop dit gegaan is, dat staat me niet aan. Ik verlies een prima leerkracht, en ze draaien een prima lesmethode de nek om. En ik denk, dat ik niet de enige ben, die zo dacht. Dat applaus voor jou, dat was om kippenvel van te krijgen. Dat maak je echt niet vaak mee als leerkracht. En ik doe dit werk toch al heel wat jaren!’

‘Ja, dat heeft best wel wat indruk gemaakt. Dat had ik echt niet zien aankomen. Maar het zegt me wel, hoe zeer de leerlingen me waarderen.’

‘Ongekend! Geloof me, dat zal ik zeker ook berichten aan het ministerie. Het laatste woord is hierover nog niet gezegd!’

Dan geeft de man me een hand, die ik stevig schud. Dan loopt hij weg, want hij heeft het er zelf ook best moeilijk mee. De rest van de lessen zijn die middag geschrapt, dus er rest me niets anders, dan op huis aan te gaan. Op weg naar mijn auto roepen vele leerlingen me nog steunbetuigingen toe. En eenmaal in mijn auto, begin het pas echt tot me door te dringen, dat het nu bijna voorbij is. Over twee weken ben ik leraar af.

Ik rijd dan naar huis toe, waar Lisa me verbaasd ontvangt.

‘Ben je nu al vrij?’

‘Ja, de leerlingen hebben vanmiddag vrij gekregen. De directeur heeft bekend gemaakt, dat het project nu definitief stopt, en ik heb daarbij mijn ontslag gekregen. Dat hoefde ik niet zelf in te reiken, want nu heb ik nog recht op een financiële vergoeding en een uitkering, die ik anders niet zou krijgen. En daarmee zou ik mijn bedrijf goed mee kunnen opstarten.’

‘Ow, En hoe hebben ze het nieuws ontvangen?’

‘Lisa, het was echt ongelofelijk! Zoiets heb je nog nooit gezien! Eerst werden ze kwaad op de directeur, maar hij kan er helemaal niets aan doen. Dus toen ik het woord nam, en ze uitlegde, dat enkel het ministerie schuld draagt, begonnen ze het te begrijpen. Maar ze gaven mij een staande ovatie.

Werkelijk, ik had tranen in mijn ogen, en kippenvel op mijn armen. Zoiets doet wel wat met je. En daarna kwam bijna iedereen persoonlijk hun steun aan me betuigen. Ik heb daar ruim een uur gestaan!’

‘Dat is zeker uniek, dat een leraar, die vertrekt, een staande ovatie krijgt. Maar in jouw geval kan ik dat volledig begrijpen.’

‘Het zal wel. Ik heb gewoon altijd mijn best gedaan. Maar even wat anders. Volgend weekend wil ik een afscheidsfeestje geven voor enkele collega’s en een paar studenten. Die neemt Charlotte mee.’

‘Dat kan, is het dan niet te koud?’

‘We kunnen dat ook wel binnen houden. Ik dacht maximaal aan zo’n twintig tot dertig man. Dat moet toch wel lukken?’

‘Ja, dat moet wel gaan. En voordat ik het vergeet, je hebt een brief gekregen van die man uit Frankrijk. Die van die restaurants.’

Ze geeft me de brief. Het is een officiële uitnodiging voor de workshop, en tevens contract. Dat moet ik ondertekend terugsturen. Het is allemaal in het Frans, maar Lisa kan me dat wel vertalen. Buiten een hoop juridische zaken, staan geen fouten of vreemde dingen in. Ik zeg tegen Lisa: ‘Wat denk je? Zin in een lekker weekend Nice?’

Ze kijkt me glimlachend aan. Ik zet mijn handtekening onder het contract en doe het in de retourenvelop. Dan zeg ik tegen Lisa: ‘Zo, eigenlijk is dit contract het begin van onze nieuwe toekomst. Daar moesten we eigenlijk wat op drinken.’

‘We hebben in de wijnkoelkast in de kelder nog steeds champagne staan van ons laatste feest hier. Die heb je er nooit uitgehaald.’

‘Staat daar nog steeds een fles in?’

‘Ja, dat zag ik toevallig vanmorgen. Ik wilde daar nog wat kannen sap in zetten, omdat morgen wat vriendinnen op bezoek komen.’

‘Hmm, zullen we die maar soldaat maken?’

Lisa kijkt me grijnzend aan. ‘Dan moet jij toch het meeste drinken, Peter. Ik houd het bij een glaasje. Zwanger, weet je nog?’

Ik lach. ‘Eigenlijk mag je dat nog niet eens. Maar nu wil ik wel een uitzondering maken.’

Ik haal snel de champagne uit de koeler en schud twee glazen vol. En dan toosten we op onze nieuwe en gezamenlijke toekomst.
Lees verder: Charlotte - 24
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...