Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Maxine
Datum: 21-07-2019 | Cijfer: 9.3 | Gelezen: 10874
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 112 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Beffen, Buurman, Buurmeisje, Neuken, Pijpen,
Vervolg op: Charlotte - 21
De rest van de avond verloopt gelukkig zonder verdere incidenten. Maar als we eenmaal in bed liggen, zegt Lisa: ‘Wil je echt zo’n dure auto kopen, Peter?’

‘Ja, dat ben ik echt van plan. Het klopt, die wagen is duur, dat zal ik niet ontkennen, maar het gaat om het totaalplaatje. Ik ben uiteindelijk in de tijd, dat ik die wagen ga rijden, minder kwijt, als dat ik een andere, vergelijkbare, maar goedkopere wagen zou kopen. Anders zou ik dat wel gedaan hebben. Ik ga minder betalen in wegenbelasting, brandstof en ook de verzekering is goedkoper, dan je zou denken. Het enige, waar ik de komende drie jaren nog kosten aan krijg, dat zijn als de banden binnen die tijd versleten zijn. Nou, dan moet het al gek gaan, zoveel kilometers rij ik ook weer niet!’

Lisa knikt. ‘Oké, dat kan ik dan wel begrijpen. Goed, dan doe je maar wat je van plan bent, ik heb er geen problemen mee. Ik had alleen graag gehad, dat je dat eerst met mij overlegd had. Nu voelde ik me een beetje overvallen.’

Ik kijk haar aan en zeg: ‘Ook dat moet ik nog leren, Lisa. Zoiets hoefde ik eerst niet te vragen, dat deed ik gewoon. Maar het is goed, dat je me eraan herinnert. Je hebt gelijk, ik had het even moeten zeggen.’

‘Heb je toevallig foto’s van die wagen?’

Ik knik en pak mijn telefoon van het nachtkastje, en laat haar de auto zien.

‘Oei, dat is inderdaad wel een hele mooie wagen. Hebben ze die niet in wat kleiner?’

‘Hoezo? Wil je dan ook zoiets?’

‘Je zei toch, dat je me misschien ook iets wilde kopen? Ik vind het best mooie wagen, maar ik hoef niet zo’n hele dure! En het hoef voor mij ook geen nieuwe wagen te zijn.’

Ik heb nog een foto van een veel goedkopere wagen. ‘Wat denk je hiervan?’

‘Oh, dat is een mooie kleur! En die is ook wel leuk! Ja, in zoiets kon ik me wel zien rondrijden!’

‘Die staat bij dezelfde dealer. Het is ook een demowagen, ongeveer net zo oud als de wagen, die ik wil kopen. En ik denk, als we die tegelijk kopen, dat er nog wel iets van de prijs afkan. Zullen we maandag dan meteen naar die garage heengaan?’

Ze kijkt me aan. ‘Je bent helemaal gek!’

‘Lichtelijk gestoord, maar helemaal gek op jou!’

Lisa glimlacht. ‘En daar heb ik mezelf mee verloofd? Ik lijk wel net zo gek!’

‘Dus? Maandag op autojacht? Ik hoef maandagmorgen nog niet te werken, dus het zou kunnen.’

Ze knikt, en geeft me een zoen. Ze zegt dan: ‘Maar dan gaan we voorlopig verder toch geen gekke uitgaves meer doen, of wel?’

‘Dat is niet de bedoeling. Hoewel er nog wel een paar dingen gedaan moeten worden, ook aan dit huis. Ik zou graag die verbouwing nog doen, en dan is er natuurlijk nog ons huwelijk. Maar daar heb ik allemaal al geld voor opzij gelegd. Zoals ik straks al zei, ik heb me daar potjes voor gemaakt en ik hoef me echt geen zorgen te maken, dat we straks in de problemen komen te zitten.’

‘Als we thuis zijn, wil je me dat dan eens laten zien en goed uitleggen? Want als we getrouwd zijn, dan wil ik toch wel, dat we zulke dingen wat meer samen doen.’

‘Dat is goed. Maar ik heb dan ook nog wat praktische dingen met je te bespreken, en dat gaat over het financiële verhaal bij het huwelijk. Ik wil mijn financiële zaken dan afschermen van onze private zaken. Het is niet, dat ik je niet vertrouw, maar gewoon uit zekerheid.’

‘Ik begrijp je wel. En dat vind ik ook helemaal niet erg. Ik heb nog helemaal niets ingebracht in dit huishouden. En jij hebt stiekem toch behoorlijk wat geld en vastgoed.’

‘Juist, daar gaat het me ook om. Ik wil dat gewoon goed geregeld hebben. Maar daar wil ik nu niet over praten.’

Het is even stil en dan vraagt Lisa me: ‘Peter? Mag ik eens vragen, wat je nog betaald hebt voor die ring?’

‘Wil je het echt weten? Niet dat je straks weer boos wordt?’

‘Hmm, zeg het dan maar niet precies. Het was dus een dure ring!’

‘Natuurlijk, en achttien karaats goud, net als je ketting en oorbellen nu zijn. Je hebt nu de complete set.’

‘Dus het is veel meer dan duizend euro.’

‘Veel en veel meer. Ik zal het je maar vertellen. Met de inruil van je oude sieraden heb ik er nog dertienduizend voor neergeteld.’

Lisa kijkt me geschokt aan. ‘Zoveel?’

‘En ik zou het dubbele ervoor betaald hebben, als dat nodig was. Lisa, geld zegt me niets. Niet zonder jou in mijn leven. Ik wilde gewoon in waarde uitdrukken, wat je voor me betekent. Maar ik vond dit ook al gek genoeg! Maar ik had nog goed onthouden, wat al die sieraden zouden moeten kosten. Ik had me al van tevoren bedacht, wat ik wilde uitgeven.’

Lisa is nog steeds geschokt, maar moet dan lachen. ‘Echt? Dertienduizend euro?’

‘Heb je gezien, hoe groot die diamanten zijn? En ik heb echt stevig moeten onderhandelen om die prijs omlaag te krijgen, want eigenlijk waren ze een heel stuk duurder! Maar ook voor die prijs had ik ze nog gekost. Ik had mezelf een limit van ongeveer veertienduizend gezet.’

‘Maar waarom heb je die ketting en die oorringen omgeruild? Je had toch ook andere kunnen kopen?’

‘Dat had gekund, maar dit is nu een complete set. Anders zou het niet helemaal passen met die kristallen.’

‘Dat had toch niemand gemerkt!’

‘Maar ik had het geweten, Lisa.’

‘Maar zo gaan toch al je reserves eraan?’

Ik glimlach. ‘Je hebt nog niet alles gezien van mijn financiën, Lisa. Je hebt amper een idee, wat ik aan de verhuur van die panden overhoud. En zeker nu ik die andere panden gekocht heb en ook kan verhuren. Met alles eraf, dus aflossing, onderhoud, belastingen, noem het maar, dan houd ik er nog zo’n goede tweeduizend per maand aan over. Een gedeelte gaat naar de rekening, die ik je heb laten zien, en de rest spaar ik apart op. Daar koop ik me dan weer nieuwe panden voor, of geef het aan andere dingen uit.’

‘Hoe rijk ben je dan precies?’

‘Volgens mijn boekhouder heb ik op dit moment een klein anderhalf miljoen in vastgoed zitten, dan heb ik nog ongeveer een half miljoen in aandelen zitten. En dan heb ik ongeveer nog bijna een ton op de spaarrekening staan. En dan nog wat ik hier op die spaarrekening en gewone rekening heb staan.’

Lisa kijkt geschokt. ‘Dus ik ga gewoon met een miljonair trouwen?’

‘Pff, miljonair… Wat een woord! Ik voel me zo in ieder geval niet. Er zijn echt maar weinig mensen, die echt weten, hoeveel ik bezit, zelfs Jessica niet. Mijn boekhouder en jij weten dat nu. En de belastingen, die zullen het ook wel weten.’

‘Maar met je salaris van je werk, en dat wat je iedere maand laat overmaken naar die ene rekening, dat is toch ook al helemaal niet mis! Dat is ook goed drieduizend per maand! Maar waarom wil je dan nog, dat ik ga werken?’

‘Heel simpel, Lisa. Om meerdere redenen. Allereerst om je sociale contacten. Je moet niet hier in huis opgesloten zitten. Je wereld moet groot blijven. En als tweede, om de indruk te wekken, dat we er allebei flink voor moeten werken om te doen, wat we doen. Ik zeg ook niet, dat je hele dagen moet werken, maar minstens een paar dagen in de week.’

‘Maar ik wil straks ook niet, dat ons kind door vreemden wordt opgevoed, Peter. Vooral de eerste jaren wil ik toch zo veel mogelijk zelf voor ons kind zorgen.’

‘Daar kun je straks misschien toch anders over denken, en ben je blij, dat je even kunt vluchten uit die sfeer. En daarnaast moet je ook beseffen, dat geld niet vanzelf komt. Zo hebben we het ook afgesproken, toen we gingen samenwonen, weet je nog?’

‘Dat weet ik wel, maar er verandert veel, als je een kind krijgt. Dat begin ik me steeds meer te beseffen. En ik wil gewoon, dat ons kind goed opgevoed wordt, en niet door vreemden. In ieder geval niet de eerste jaren, tot het groot genoeg is om naar de peuterschool te gaan. Dan kan ik me altijd nog wat werk gaan zoeken.’

‘Oké, daar heb je een goed punt. Maar dan wil ik toch nog hebben, dat je dan nog een studie gaat volgen. Met het oog op het werken, als ons kind op school zit.’

‘Dat was ik al van plan, Peter. En ik heb ook al een idee, wat ik dan later wil gaan doen. Aangezien ik toch zo goed ben met talen, wil ik daar wat mee gaan doen. Me aanbieden als vertaler. Dat is werk, wat ik eventueel ook vanuit thuis kan doen, maar ook ergens bij een bedrijf. En ik zou zelfs later alsnog de opleiding om leraar te worden kunnen doen.’

‘Dus je bent er nu wel een beetje aan uit?’

Lisa knikt. ‘Je hebt gelijk, ik wil er af en toe eens op uit. Andere mensen zien en ontmoeten en mezelf een netwerk opbouwen en vrienden maken.’

‘Dat bedoel ik nou. Het is ook niet, dat je volle dagen moet werken, die keuze laat ik aan jou.’

‘Goed, daar zal ik over na gaan denken. Maar nu ga ik slapen. Ik ben doodmoe!’

Ze geeft me een zoen, en gaat dan op haar zij liggen. Ik ga achter haar liggen en sla een arm om haar heen.

De volgende morgen zijn we al tijdig wakker. Als ik de raam van de slaapkamer open doe, komt me de zon tegemoet. Buiten is het droog en bovendien al best aangenaam voor de tijd van het jaar. Lisa komt naast me staan, terwijl we naar buiten kijken.

‘Zou het zo’n weer blijven, Peter?’

‘De weersvoorspellingen zeggen van wel. Hoezo? Was je iets van plan?’

‘Het lijkt me mooi weer om die berg op te gaan, en dan lekker naar beneden te wandelen. Maar dan wel ’s middags, als het net iets warmer is.’

Ze kijkt me met een grijns aan. Ik begrijp al meteen, wat ze bedoelt. Ik heb me een kaart gehaald met alle wandelroutes in de omgeving. En er is ook een pad, dat vanaf de top van de berg naar ons huis leidt. Er komen wel eens wandelaars van die kant over de weg, en dat is ook het gedeelte, waar we al eens vaker naakt hebben gewandeld. Het is er ideaal om er naakt rond te lopen, door de struiken kunnen ze vanaf beneden amper zien, dat je er naakt loopt, maar je kunt toch ver weg kijken, de struiken komen ongeveer boven je middel. Vanaf de top kun je het wel zien, maar omdat het pad zo loopt, waar de meeste mensen niet komen, heb je er toch je privacy. Maar omdat je toch wel wat vooruit kunt kijken, kun je ook zien, of er andere mensen aankomen. En er zijn dan nog genoeg plekken om je even schuil te houden, zodat anderen geen last hebben van het naaktlopen. Kortom, het is echt een perfecte route om naakt te lopen.

We douchen ons snel en kleden ons snel aan, en Lisa zegt: ‘Zal ik dat rugzakje maar meenemen? Daar kunnen we straks onze kleding in doen, maar ook een paar handdoeken en wat drinken.’

Ik knik en loop dan naar beneden, waar ik het ontbijt voor iedereen klaarmaak. Lisa komt me al snel helpen en een goed uur later is iedereen aanwezig aan de ontbijttafel. Het is maar krap aan in de eetkamer, maar het gaat net. Iedereen geniet van het uitgebreide ontbijt, waar ook iedereen flink ontbijt. Lisette zegt: ‘Pff, zoveel eet ik ’s morgens nooit, maar het smaakt me hier zo goed! En Peter, je moet me toch echt eens leren, hoe je dit fruitdrankje maakt. Dit is echt lekker!’

Ik glimlach. Ben roept dan: ‘Dat klopt, dit hebben we de hele vakantie ook gedronken. Het smaakt echt goed! Maar ik kan je dat ook wel leren, mam! Peter heeft het me geleerd.’

Lisette kijkt verbaasd. Lachend zegt ze: ‘Het moet niet gekker worden. Straks zeg je ook nog, dat je koken van Peter geleerd hebt.’

‘Een beetje. Hij laat me meestal de groenten snijden. En met de barbecue heeft hij me geleerd, hoe je het beste kunt grillen. Ik dacht altijd, dat je alleen maar moest voorkomen, dat er niets aanbrandde. Maar Peter heeft me geleerd, dat je het nooit zover moet laten komen.’

Lisette schudt lachend haar hoofd. Dan kijkt ze mij aan en zegt: ‘Eigenlijk zou je eens apart met Eduard en Ben op vakantie moeten gaan. Volgens mij komen ze dan als chef-kok terug!’

‘Nou, dat neem ik dan maar als een groot compliment! Maar even iets anders. Zullen we vandaag eerst de grotten bezoeken, daar gaan we dan met de auto naar toe, en als we daarvan terug zijn lopen we op ons gemakje door naar het treintje, waarmee we de berg op gaan, en dan komen we via de achterkant van die berg naar hier terug.’

Dat lijkt iedereen wel wat. ‘Trek dan wel goede schoenen aan, en neem een rugzak mee, zodat je wat eten en drinken mee kan nemen. En een handdoek is ook wel handig. Lisa heeft voor ons twee al een rugzak klaar.’

Jessica zegt dan: ‘Peter, toen we de vorige keer hier waren, konden we die berg ook redelijk vlakbij zien. Is dat toevallig dezelfde route?’

Ik knik. ‘Ja, dat wandelpad komt op die route uit. Wij gaan dan steeds links, maar als je rechtsdoor gaat, kom je aan de achterkant van die berg uit. Ik heb me een kaart gekocht, waar alles wandelroutes op staan. Ik vond het wel komisch, dat er bij ons pad een opmerking staat, dat het een naturistenroute is. Ik vraag me af, of de meesten wel beseffen, wat dat betekent.’

‘Echt? Staat dat er echt bij?’

Ik laat haar de kaart zien, die had ik al klaargelegd. Jessica begint dan te grijnzen. ‘Dus dat stuk zouden we ook zonder kleren kunnen lopen?’

‘Ik weet niet hoe koud het boven op de berg is, Jessica. Maar in principe zou het kunnen.’

Ik zie Lisette nu wel even geschokt kijken. Ze vraagt: ‘Gaan jullie echt daar zonder kleren lopen?’

Jessica antwoordt meteen: ‘Als het even kan, dan wel! Dat wil niet zeggen, dat jullie dat ook moeten doen, die keuze is volledig aan jullie.’

Lisette kijkt nog steeds geschokt naar Eduard. Die moet nu lachen. ‘Wat kijk je mij aan, Lisette? Je wist al van tevoren, dat het zou kunnen gebeuren. Peter en Lisa zijn daar heel eerlijk en open over geweest, en ook Jessica en Jochem hebben ook heel open verteld, dat ze naturisten zijn. Dus dan moet je nu niet zo geschokt kijken, dat het ook gebeurt.’

‘Dat weet ik, maar erover horen praten, en het ook doen, dat zijn toch twee andere dingen.’

Lisa plaagt haar moeder. ‘Je kan nog altijd een stukje achter ons aanlopen, en doen alsof je er niet bij hoort!’

Dat is zout op de wonde, en Lisette kijkt haar dochter strijdvaardig aan. ‘Dus je denkt, dat ik dan niet bij jullie in de buurt durf te lopen?’

‘Mam, je bloost nu al, als we er alleen al over praten. Wat moet dat worden, als je ons naakt ziet lopen?’

Lisette kijkt nog geschokter. ‘Ga jij ook naakt lopen?’

‘Ja, wat dacht jij dan? Het wordt vandaag bijna vijfentwintig graden! Dat is echt heerlijk! En nu kan ik nog goed lopen, over een paar maanden zal dat wel anders zijn. Ik wil nu de frisse lucht en de zon op mijn huid voelen.’

Eduard moet lachen. ‘Ja, Lisette! Wen er maar vast aan! Ik ben bang, dat je het nog wel veel meer te zien krijgt!’

Lisette kijkt Eduard aan. ‘Ik wil anders wel eens zien, of jij dat ook zou durven!’

‘Nou, Lisette! Daar kun je wel eens van staan te kijken. Ik ben er hard over na aan het denken om het gewoon eens te proberen. Als we hier nu alleen met ons tweeën waren, dan zou ik er niet eens over nadenken. Maar Peter, Lisa, Jessica en Jochem zijn erbij, en die weten wel, waar ze het ongezien en vooral ongestoord kunnen lopen. En ook wat ze moeten doen, als we toch anderen tegenkomen.’

Lisa zegt: ‘Er zijn daar genoeg plaatsen om te schuilen, maar je kan ook een shirt en korte broek meenemen, die je snel kunt aantrekken. Meestal heb je tijd genoeg.’

‘Dat klopt. En we lopen ook niet het hele stuk naakt. Pas als we even van dat ene pad zijn afgeweken.’

Lisette zegt dan: ‘Jullie moeten zelf maar weten, wat jullie doen. Ik weet nog niet of ik dat wel durf.’

Ben zegt dan: ‘Mam, je had toch beloofd het eens te proberen?’

Lisette kijkt Ben aan. ‘Dat weet ik, maar ik vind het toch een wat te grote stap. Wie weet doe ik het wel, maar dat durf ik nu nog niet te zeggen.’

Ik zeg tegen Lisette: ‘Voel je vooral niet verplicht. Je moet dit echt uit vrije wil doen. Doe je het liever niet, dan is er ook niets aan de hand.’

En daarmee is dan ook de kous af. We rijden met de auto naar de grotten. Dat kan ik iedereen aanbevelen. Maar het kost toch meer tijd, dan we verwacht hadden. Het is ruim na het middaguur, als we daarvan terugkomen. Na een snelle lunch pakken we onze spullen en lopen naar het punt, waar we op de trein kunnen stappen. Dat is maar een kleine drie kilometer lopen. Het is er niet heel erg druk, want me niet verbaasd. Het seizoen is al bijna voorbij. En eenmaal in het treintje vermaken we ons best. We maken veel foto’s, en ook op het uitkijkpunt vermaken we ons best. Het is prachtig weer en we kunnen zelfs tot op de oceaan kijken! Lisette en Eduard zijn echt onder de indruk.

‘Peter, je woont hier echt prachtig! Moet je eens kijken, de omgeving! En ook niet ver van de oceaan! En volgens mij kun je hier zelfs in de winter nog skiën in de bergen!’

‘Ik ben niet zo van de wintersport, Lisette. Maar je hebt gelijk, het is hier ook prachtig! Dat is ook de reden, waarom ik me hier dat huisje gekocht had. Ik voelde me hier meteen thuis.’

‘Maar hoe ben je dan precies dat huisje tegen gekomen?’

‘Nou, ik liep door het centrum, en ging een supermarkt binnen. Daar hing aan een prikbord de advertentie. Die heb ik me meegenomen, omdat ik er een Nederlands telefoonnummer bij zag staan. En de rest weten jullie nu wel.’

‘Maar waarom had die eigenaar een advertentie in de supermarkt hangen?’

‘Daar ben ik pas na de vakantie achter gekomen. Ik heb nog een keer contact opgenomen met de vorige eigenaar. Het is schijnbaar moeilijk om een woning in een naturistengebied te verkopen. En schijnbaar heb ik er overheen gelezen, dat het in zo’n gebied stond. Ik ben toen gaan kijken, en ik wist eigenlijk meteen, dat het precies was, wat ik zocht. Alleen dat ene, dat wist ik niet.’

Lisette moet nu lachen. ‘Je had zeker ook gelezen, dat het een natuurgebied was?’

Ik lach. ‘Ik denk het. Maar ja, eigenlijk is dat ook wel zo. Is het hier dan niet prachtig?’

Lisette knikt. We nemen nog wat te drinken op het terrasje, waar we plaats nemen naast een jong stelletje. Tot onze verbazing blijken het Nederlanders te zijn.

En dat zorgt er natuurlijk voor, dat er snel contact gelegd wordt. Ze blijken uit het midden van het land te komen, wel het zuidelijke deel ervan. Echte Brabanders, dat is goed te merken aan hun met dialect doorspekte taal. Ze heten Albert en José Wilms, en komen uit Schijndel. Heel erg aardige mensen, waar we uitstekend mee kunnen opschieten.

José vraagt aan mij: ‘Zijn jullie hier op vakantie?’

‘Ja, ik heb me deze winter hier een huisje gekocht. En nu zijn we met de hele familie hier. Jessica en Jochem dat zijn mijn zus en mijn zwager, en Lisette en Eduard zijn mijn buren, maar ook teven mijn schoonmoeder en schoonvader. En die twee, Charlotte en Ben, dat is mijn nichtje, en Ben is een zoon van Lisette en Eduard. En Lisa is natuurlijk een dochter van hun. En tegenwoordig wonen we allemaal langs elkaar.’

José lacht. ‘Dus jullie zijn best wel close met elkaar?’

‘Tegenwoordig wel. Eerst woonden mijn zus en haar man in een ander dorp, maar ze zijn nu verhuisd. Maar zijn jullie hier ook op vakantie?’

‘Ja, maar eigenlijk zijn we hier ook op huizenjacht. Maar mag ik je wat vragen? We zijn eigenlijk op zoek naar een huis in een speciaal deel van Sare.’

Ik begin een vaag vermoeden te krijgen, wat die twee zoeken. Ik glimlach en zeg: ‘Zijn jullie op zoek naar een huisje in het naturistengedeelte?’

‘Ah, weet je waar dat is? Daar zoeken we inderdaad een huisje. We waren vorig jaar ook al hier en toen was er hier een huisje te koop. Maar we weten niet meer waar, en of het nog te koop stond.’

‘Dan ben ik bang, dat ik jullie voor ben geweest. Dat huisje heb ik nu. Het enige verschil is, dat ik helemaal niet wist, dat het in een naturistengebied lag! Ik schrok me rot!’

José kijkt me geschokt aan, en moet dan hard lachen. ‘Zijn jullie dan geen naturisten?’

‘Nu wel, als je in zo’n gebied een tijdje gaat wonen, dan gebeurt dat bijna vanzelf. En mijn zus en mijn schoonbroer zijn zelfs fanatieke naturisten.’

José zegt tegen Albert: ‘Albert, we hebben pech! Ik hoor net, dat deze mensen dat ene huisje gekocht hebben. Alleen ze wisten niet, dat het in het naturistengebied lag!’

Albert kijkt me verbaasd aan. ‘Wisten jullie dat niet?’

Ik lach. ‘Toen ik het kocht, was het maart, en maar net tien graden. Dan lopen er niet zo veel mensen zonder kleren. En er staat echt geen bordje, dat het hier een naturistengebied is. Maar ik weet toevallig, dat er iemand in de buurt er misschien over denkt zijn huis te verkopen. Het ligt ongeveer tweehonderd meter van mijn huisje af. Ik sprak hem toevallig deze week. Vanwege hun gezondheid willen ze in Sare zelf gaan wonen. En ze hebben echt een prachtig huisje. Maar dat is nu nog permanent bewoond. Ik weet niet, wat het moet kosten, en wanneer het beschikbaar is, maar je zou het eens kunnen proberen.’

‘O, dat zou fantastisch zijn! En dat is vlak bij jullie in de buurt? Kunnen jullie dat ons wijzen? En ons misschien in contact brengen met die mensen?’

‘Natuurlijk! Waarom lopen jullie niet met ons mee? We kunnen vanaf hier lopend naar huis.’

‘Maar we hebben onze wagen nog bij het station staan!’

‘Dat is vanaf daar maar drie kilometer lopen. Dat lijkt me toch geen probleem te zijn, of wel?’

Ze kijken elkaar aan. ‘Zullen we het doen?’

‘Waarom niet? Wat hebben we te verliezen? Dit is toch, wat we wilden?’

Albert zegt dan: ‘Goed, we gaan met jullie mee.’

Jessica zegt dan: ‘Dan kunnen we meteen merken, of jullie echte naturisten zijn. We zijn wel van plan om een gedeelte naakt te lopen.’

‘O, dat is voor ons geen probleem. Dan doen we graag mee!’

Jessica vraagt dan: ‘Jullie zijn anders nog wel wat jong om hier al een huisje te kopen en naturist te zijn.’

Albert zegt: ‘Dat klopt, we zijn ook nog niet heel erg oud. Ik ben zesentwintig en José is vijfentwintig. Maar we hebben allebei een goed betaalde baan, ik werk in de IT en José heeft een managementfunctie bij een groot bedrijf. Daar kunnen we heel royaal van leven, als we dat zouden willen.

Maar we zijn eigenlijk helemaal niet van die types die strooien met geld. Thuis wonen we gewoon in een simpel rijtjeshuis. Wel ieder een wagen van de zaak voor de deur, dat hoort nu eenmaal bij de functies, die we hebben.

Maar we zijn allebei door onze ouders opgevoed als naturist. Onze ouders gingen altijd naar een naturistencamping in Portugal. Daar heb ik José ook ontmoet. Maar het campingleven, dat staat ons allebei niet zo heel erg aan. En we hadden van een kleine enclave gehoord in Sare. Maar er zijn meerdere van die plaatsjes met die naam, en pas vorige winter kwamen we erachter, dat het hier moest zijn.

Toen zijn we ook al hier geweest, maar konden toen niets vinden. We hadden wel gehoord dat er iets te koop moest zijn, maar hebben het toen niet gevonden.’

Ik lach. ‘Die advertentie hing in de supermarkt. En ik weet niet hoe handig jullie zijn, maar toen ik het kocht, moest er toch nog wel een en ander aan gebeuren. En we zijn nog steeds niet klaar, ik laat er nog een stukje aanbouwen, zodat de keuken groter wordt, en er ook nog een kamer bijkomt, want vanaf het voorjaar moet daar de kamer zijn voor ons kind.’

‘Ach, jullie zijn zwanger? Gefeliciteerd!’

‘Dank je.’

José kijkt Lisa aan. ‘Hoeveel maanden ben je nu?’

‘Bijna drie maanden.’ Lisa zwelt voor trots.

José glimlacht. ‘Een vakantiekindje dus!’

Lisa lacht. ‘Ja, dat kun je wel stellen. Dat was voor ons wel een schok, want eigenlijk zijn we nog niet zo heel lang bij elkaar. Maar we zijn er wel blij mee.’

‘Hoelang zijn jullie dan al samen?’

Lisa kijkt me even wat zenuwachtig aan. Ik geef een knikje. ‘Vier maanden…’

José kijkt geschokt. ‘Wat? En dan al zwanger?’

Ik zeg dan: ‘We zijn vier maanden bij elkaar, maar we kennen elkaar al meer dan vijf jaar. Je moet niet vergeten, dat ze eigenlijk mijn buurmeisje was. Dat is ze nu al een tijdje niet meer.’

‘O ja, dat scheelt wel iets. Maar is er dan eerder nooit iets tussen jullie gebeurd?’

Ik lach. ‘Nee, niet echt. Lisa en ik schelen behoorlijk wat jaren tussen elkaar. Ze was pas zestien, toen ik naast haar kwam wonen. En ik was toen al vijfentwintig…’

‘O, je ziet er beslist jonger uit! Dan moet je nu dertig zijn en Lisa eenentwintig?’

‘Bijna tweeëntwintig. Morgen is ze jarig!’

Albert zegt: ‘Nou ja, je zou het niet zeggen, als je jullie zo ziet lopen. Voordat jullie hier kwamen zitten, zei José nog, dat jullie een leuk stel waren. Dat doen we vaker, op een terrasje zitten en mensen kijken. En we kijken dan altijd uit of we leuke stelletjes zien. Dat is iets wat we gewoon leuk vinden. Het maakt ons niet uit, of ze jong of oud zijn.’

Ik lach. ‘Ieder zijn hobby. Maar als jullie met ons mee willen lopen, moeten we nu wel langzaam vertrekken. Het is nog ongeveer twee uur lopen, en ik moet het eten nog voorbereiden.’

We roepen dan de ober, die ons al snel de rekening komt brengen. Albert verrast ons, door ook onze rekening te betalen.

‘Voor het gastvrije onthaal, voor wat, hoort wat!’

Ik zeg dan: ‘Nou, dat had echt niet gehoeven, maar jullie kan ik wel nog uitnodigen om bij ons te komen eten.’

Albert kijkt José aan. José knikt en zegt: ‘Als we daarbij niet tot last zijn? Dan graag!’

‘Nou, dan zullen we maar eens gaan.’

We pakken onze spullen en beginnen aan onze wandeltocht. Als we van het wandelpad afwijken en eenmaal uit zicht van voorbijgangers zijn, houden we halt. Iedereen, behalve Lisette, kleedt zich dan uit. Maar er is niemand, die Lisette het kwalijk neemt. We begrijpen het wel. Eduard is eerst nog wat onwennig, maar al snel begint hij er aan te wennen.

Maar het is echt warm. Lisette zweet er flink op los. Uiteindelijk besluit ze toch maar haar shirt uit te trekken, en loopt ze met ontbloot bovenlichaam, maar wel met een bh aan.

José babbelt met Lisa, en ze vraagt aan Lisa: ‘Je moeder is niet echt een naturist, of wel? En je vader? Is dat de eerste keer, dat hij het probeert?’

Lisa giechelt. ‘Ja, ik stond ervan te kijken. Hij had al gezegd, dat hij het eens wilde proberen, gewoon om te ervaren hoe het is. Maar mijn moeder, die durft zoiets echt niet. Ik sta er al van te kijken, dat ze haar shirt uit heeft gedaan.’

Als we een goed half uur zo rond gelopen hebben, vraagt Lisette me: ‘Peter? Zou je even willen stoppen?’

‘Natuurlijk, hoezo?’

‘Het is zo warm, en ik zweet me echt kapot! Bovendien moet ik toegeven, dat het wel heel erg snel went om tegen naakte mensen op te kijken. Ik wil het gewoon even proberen. Maar stoppen jullie dan weer, als ik niet meer verder durf?’

‘Natuurlijk! Ik vind het erg dapper van je, zeker nu er twee vreemde mensen bij zijn.’

‘Misschien had ik het al eerder gedaan, als ze er niet bij waren. Maar ze voelen wel goed en vertrouwd aan.’

Ze zucht dan een keer, en begint dan haar kleren uit te trekken. Wel draait ze zich een beetje van ons af, maar we kijken de andere kant op, zodat Lisette zich niet opgelaten hoeft te voelen. Al snel horen we zeggen: ‘Ik ben klaar, we kunnen weer!’

Zonder om te kijken, lopen we verder. Maar gaandeweg betrekken we Lisette wat meer in de gesprekken onderling, en dat begint haar vertrouwen te geven.

Maar opeens ziet Jochem in de verte een paar mensen over het pad lopen.

‘Peter, daar komen mensen aan.’

Ik kijk in de richting waar Jochem wijst, en zie dan inderdaad een paar mensen onze richting op komen lopen. Maar ik herken ze meteen.

‘Geen probleem, dat is James, en volgens mij is dat Jennifer, die naast hem loopt. Bijna honderd procent kans, dat die ook geen kleren aanhebben!’

Lisette is wel wat zenuwachtig. ‘Weet je het zeker, Peter?’

‘Heel zeker. En ik ben ook blij, dat Jennifer James zover heeft gekregen, dat hij is gaan wandelen. Hij zit alsmaar binnen, dat is niet goed voor hem.’

‘Dat klopt. Dat is die man, wiens vrouw pas overleden is?’

Ik knik. Dan zeg ik tegen Albert en José: ‘Van die man is een paar dagen geleden zijn vrouw overleden. Ze was ziek, ik weet niet precies wat ze had, maar een dag na onze aankomst, is ze gestorven. Zaterdag wordt ze begraven, want ze wonen hier nu permanent. Het is wat! Heb je je hele leven gewerkt, en wil je hier je oude dag vieren, en heb je je huis in Engeland verkocht, zodat je hier de hele tijd kunt wonen, dan sterft je vrouw. Gelukkig hebben ze Jennifer ontmoet, die is nu een geweldige steun voor James.’

‘Oei, dat is erg! Zoiets gun je toch niemand?’

‘En zeker hun niet! Jenny was een hele fijne vrouw, en een heerlijk mens. Ze paste echt precies bij James, al kwam ze niet eens tot zijn schouders. Maar ze was sterk genoeg om hem te kunnen sturen. Dat had James echt nodig. En nu is ze er niet meer.’

James en Jennifer naderen ons snel. Jennifer herkent ons meteen en zwaait. Als we elkaar ontmoeten, zegt ze: ‘Ah, jullie zijn lekker aan het wandelen?’

‘Ja, en jullie ook? Hoe heb je het voor elkaar gekregen om James uit zijn huis te krijgen?’

‘Helemaal niet zo moeilijk! James en ik kunnen het goed met elkaar vinden! Het is alleen, dat Jenny nog in huis opgebaard ligt.’

James knikt. ‘Als Jennifer er niet was geweest, dan zou ik nu al zijn verhongerd of van dorst gestorven! Ik ben haar zo ontzettend dankbaar! Maar jullie zijn ook niet alleen!’

‘Nee, de hele familie is mee, en we hebben zojuist nog twee mensen ontmoet, ook uit Nederland, die misschien wel eens buren zouden kunnen worden. Ze zochten hier een huisje, en zijn net als ons naturisten! En ik had van Guy gehoord, dat hij naar het dorp wil verhuizen, omdat hun gezondheid achteruitloopt.’

‘Ja, dat klopt. Hij heeft het nog niet te koop gezet, maar als je hem een goed bod zou doen, dan zou hij het zomaar kunnen accepteren. En aan zijn huisje hoef je echt niet veel te doen, dat is prima in orde.’

‘We zullen zien. Maar hoe gaat het met jou?’

‘Het is moeilijk, Peter. Het verlies van Jenny valt me zwaar, maar Jennifer heeft haar plaats al bijna ingenomen. Ik snap niet, waarom een jong meisje, zoals zij, zoiets zou doen. Maar ik ben er toch erg blij mee. Het maakt het verdriet draaglijk.’

Ik glimlach en zeg: ‘Ik heb gehoord van de manier, waarop ze het je draaglijk maakt. Van mij zal je geen commentaar horen. Maar ik heb je ook nog wat ander nieuws te brengen.’

‘O? Vertel? Hopelijk goed nieuws, want dat kan ik wel gebruiken!’

‘Je wist al, dat Lisa zwanger was. Maar gisteren heb ik haar gevraagd met me te gaan trouwen, en ze heeft daar ja op gezegd!’

‘Nou, dat is inderdaad heel erg goed nieuws! Gefeliciteerd, jullie twee! Het spijt me, dat ik op het moment niet zo heel hartelijk ben, maar gezien de omstandigheden, hoop ik, dat jullie daar begrip voor hebben.’

‘Natuurlijk. En nog iets anders, Jef vroeg me, wat we nu moesten doen met de barbecue? Laten we dat nu gewoon doorgaan?’

James knikt. ‘Ja, dat zou Jenny gewild hebben. Het was haar idee, om het ieder jaar te organiseren, en ik ga het ook voorzetten, zolang ik nog leef. Dus ja, het gaat nog steeds door!’

‘Goed, dan weet ik dat. Dan moet ik morgen al gaan beginnen met de voorbereidingen. Vrijdag willen we nog een keer naar het strand. Je mag mee, als je dat wilt.’

James schudt zijn hoofd. ‘Dat gaat niet. Dan komt Jenny’s nichtje net aan. Anders zou ik graag zijn meegegaan, even weg uit het huis. En daarnaast zit Jennifer me de hele tijd aan mijn kop te zeuren, dat ik ook een keer naar buiten moet. Dus zijn we nu maar gaan wandelen.’

‘Dat is ook goed voor je, James! Maar we lopen eens verder. Ik moet de barbecue voor vanavond nog voorbereiden. Als je zin hebt, kunnen jij en Jennifer ook wel blijven eten, ik heb genoeg!’

‘Als je dat niet erg vindt?’

‘Natuurlijk niet, anders had ik het je niet gevraagd. Maar je zal zelf wel een stoel mee moeten brengen. We zitten al met acht aan tafel, en Albert en José blijven ook al eten.’

‘Waarom haal je dan niet die ene tafel bij mij op, met wat stoelen. Dan kan iedereen fatsoenlijk eten. Die kun je later wel een keer terugbrengen.’

‘Oh, dat zal ik wel doen, samen met Ben.’

We nemen afscheid van elkaar, met als groet, dat we elkaar over enkele uren weer terug zien.

Verder komen we niemand meer tegen, en komen we aan bij ons huisje. Lachend zeg ik tegen Albert en José: ‘Nou, dit is het huisje, dat jullie eigenlijk wilden kopen, maar nu mijn bezit is.’

Trots laat ik ze het huisje zien. Ik vertel, wat we eraan gedaan hebben, maar ook wat het al gekost heeft om het zover te krijgen. En dan blijkt toch al snel, dat Albert en José zelf niet zo’n handige mensen zijn, dit zou niets voor hun zijn geweest. Maar ze vinden het nu wel een erg mooi huisje, en dat ben ik helemaal met hun eens.

Ik loop dan met hun mee naar het huisje van Guy, waarbij we nu wel gekleed over de weg lopen.

We treffen het, Guy zit voor zijn huis te genieten van de herfstzon. Ik klop op de poort.

‘Guy, kunnen we even binnenkomen? Ik heb enkele mensen, die ik je even wil voorstellen.’

‘Kom binnen, Peter.’

We laten ons zelf binnen door de poort en gaan bij Guy aan zijn tuintafel zitten.

‘Guy, wat je me laatst vertelde over het verkopen van je huis, meende je dat serieus?’

‘Ja, ik word ouder, en het lopen gaat me niet meer zo goed. En in het centrum zijn nu aangepaste woningen te koop, die perfect aansluiten voor mij en mijn vrouw. Het zal wel wennen zijn om daar te wonen, maar eerst moet ik nog een koper vinden voor dit huis.’

‘Dat kon misschien wel eens gemakkelijker worden, dan je denkt. Dit zijn Albert en José Wilms, ook uit Nederland, en die zoeken een huisje, als jij hebt. En ik denk, dat jouw huisje wel eens perfect voor hun kon zijn.’

Guy kijkt verrast. ‘O, dan roep ik mijn vrouw er ook nog even bij. Heb je een moment?’

De oude man staat op en loopt even naar binnen. Een paar minuten later komt hij weer naar buiten, samen met zijn vrouw Theresa. Hij stelt haar aan Albert en José voor, en ze gaan aan tafel zitten. Ze vragen Albert en José, wat hun bedoelingen met het huis zijn. En Albert en José vertellen heel eerlijk, wat ze met het huis van plan zijn. Een rondleiding is dan het volgende wat volgt, en ik kijk ook meteen even rond in hun huis. Met veel interesse bekijk ik hun keuken, want dat is eigenlijk wel hoe ik straks de keuken in mijn huis wil hebben. Die is lekker ruim, en biedt veel plaats voor de dingen, die ik wil doen. Boven is het wat minder mooi ingericht, maar daarvoor is het huis ook al heel wat jaren oud.

Maar dat lijkt me geen onoverbrugbare hindernis. De badkamer is ook wel aan vervanging toe, maar daarvoor is de benedenverdieping nog in zeer goede staat, evenals de kelder. Bovendien staan er op het grondgebied nog twee schuurtjes, waarvan er met weinig moeite een van kan worden omgebouwd tot garage. En in de tuin ligt een prachtig zwembad.

José ziet het al helemaal voor zich. Alleen Albert twijfelt nog, omdat er op de bovenverdieping nog wel een en ander moet gebeuren. Maar hij vraagt nog wel naar de prijs, die Guy voor zijn woning wil hebben. Dat is toch wel flink, maar daar krijgen ze wel een flink grondstuk ervoor terug. Ruim tweeënhalve ton vragen ze voor, en dat is in mijn ogen ook wel gerechtvaardigd. Het huis is reeds geïsoleerd, heeft kunststof kozijnen en dubbele beglazing, een prachtige tuin, en buiten de bovenverdieping hoeven ze echt maar weinig aan het huis te doen.

Albert zegt dan tegen Guy: ‘Ik zal eerlijk zijn, op de bovenverdieping na, vind ik het huis echt prachtig. Was het helemaal in orde geweest, dan zou ik het nu op slag gekocht hebben. Maar het probleem is juist, dat zowel ik als José op het gebied van klussen echt twee linker handen hebben. Een muur schilderen, dat gaat nog wel. Maar die wanden moeten gestuct worden, en de badkamer moet helemaal opnieuw.’

Maar Guy merkt dat hij beet heeft, en dat hij een goede prijs voor zijn woning kan krijgen.

‘Dan doe ik je een aanbod. Ik zorg, dat de muren boven opnieuw gestuct worden, en ook al in de kleuren worden geschilderd, die jullie willen. En ik zorg voor een nieuwe badkamer. Ik weet ongeveer wel wat zoiets gaat kosten, want ik heb ook overwogen die aan te passen voor ons. En dan houden we de prijs zoals hij is.’

José kijkt Albert vol verwachting aan. Als het aan haar zou liggen, dan was de koop al rond geweest. Maar Albert is verstandig. ‘Dat zou een heel erg mooi aanbod zijn. Maar zou u het een probleem vinden, als ik eerst een makelaar hier alles goed laat bekijken? Ik wil gewoon wat zekerheid hebben, niet dat ik later nog met verborgen gebreken uitkom.’

‘Natuurlijk, weet u wat? Ik geef u mijn telefoonnummer, dan kunt u een makelaar zoeken en daar een afspraak mee maken, en contact met mij opnemen.’

‘Ja, dat is een goed idee. Wat vind jij ervan, José?’

‘Ik vind het ook goed.’

Ik moet wel een beetje lachen, José zou al bijna gezegd hebben, dat het verkocht is. Dat is gewoon van haar gezicht af te lezen. Maar ze kan zich nog maar net inhouden. We nemen afscheid van Guy, en lopen terug naar mijn huis.

Als we onderweg zijn, zegt Albert: ‘Daar is zeker iets heel moois van te maken. Ik moest me zo erg inhouden om niet al meteen ja te zeggen, het is gewoon perfect!’

José kijkt hem verbaasd aan. ‘Waarom ging je dan niet meteen akkoord?’

‘Dat zou erg stom zijn, José. Ik bel morgen een makelaar op, en dan gaan we samen met die makelaar het huis nog eens in alle rust bekijken. Ik vind zijn aanbod om de bovenverdieping te renoveren niet slecht, maar dat kan ik zelf ook wel organiseren. En die badkamer, die vind ik persoonlijk nog wat klein. Daarom wil ik die makelaar er ook bij hebben, die kan me misschien wel vertellen, of we die badkamer nog kunnen uitbreiden. Ik zou daar die kleine slaapkamer ernaast wel voor willen opofferen.’

José begint nu te begrijpen, waarom Albert het aanbod nog niet geaccepteerd heeft.

We komen dan bij ons huis aan, waar tot mijn verbazing de barbecue al aanstaat. Ik controleer meteen even, of ze het goed hebben gedaan, maar ik hoef me geen zorgen te maken. Ben komt er meteen bij staan en zegt: ‘Heb ik het zo goed gedaan?’

‘Perfect! Je hebt goed opgelet, Ben! En volgens mij kunnen we dadelijk meteen beginnen. De kolen zijn al op temperatuur!’

Ik duik dan meteen de keuken in, en kom even later terug met enkele schalen, die nog netjes afgedekt zijn. Albert zegt: ‘Aha, een professional! Barbecueën mag ik ook graag doen!’

Lisa lacht. ‘Dan ben je bij Peter aan het goede adres! Hij is werkelijk een meester op het gebied van barbecueën. Maar ook in de keuken is hij erg goed.’

José vraagt aan Lisa: ‘Kan ik ergens mee helpen?’

Lisa schudt haar hoofd. ‘Alles is al klaar. We waren op jullie aan het wachten. Maar hoe is het gegaan?’

‘Oh, dat huis is echt prachtig! Aan de benedenverdieping hoeven we bijna niets te doen, maar de bovenverdieping, daar is nog flink werk aan. En Albert en ik zijn allebei niet heel erg handig, dus dat is wel een probleem. Natuurlijk is dat wel op te lossen, maar dan moet er wel iets gebeuren aan de prijs. Daar gaan we morgen werk van maken, we proberen een makelaar in te schakelen om ons de prijs wat te laten drukken.’

Lisa zegt dan blij: ‘Dus er zit een goede kans in, dat we hier buren van elkaar worden? Leuk!’

José knikt. ‘Ik hoop het. Het is al fijn om te weten, dat je hier al met de buren meteen goed zit.’

Albert staat bij mij, en kijkt toe hoe ik het vlees aanbraad.

‘Je hebt er duidelijk verstand van. Wat voor gerechten maak je nu allemaal klaar?’

‘Ik heb lamsrack, tournedos, kalkoenfilet. En verder zoete pepers, aubergines, zoete aardappelen en witlofrolletjes.’

Intussen schenkt Lisa wat te drinken voor José in. ‘Sorry, we hebben geen wijn of bier. Maar dit is wel heel erg lekker! Peter maakt dat zelf klaar.’

José proeft van haar glas. Ze kijkt verrast. ‘Dat is lekker! Een beetje zoet, maar ook zurig. Dit zou je perfect met wat wodka kunnen mixen.’

‘Dat klopt, maar omdat ik zwanger ben, mag ik dat niet drinken. En om solidair te zijn, heeft Peter daarom geen drank meegenomen. Alleen gisteren hebben we wat champagne gedronken, die hij had meegenomen voor onze verloving.’

‘Heeft hij je op vakantie gevraagd?’

‘Ja, op zijn eigen unieke manier. Notabene bij een juwelier! Hij had me daar naar binnengepraat met een smoesje, en voordat ik het wist, zat mijnheer op zijn knie en vroeg me om mijn hand.’

‘O, wat romantisch! Je hebt toch wel een mooie ring gekregen?’

‘Ja, een prachtige ring. En belachelijk duur, dat ook.’

‘Ach wat, zoiets mag best wel wat kosten. Er zitten dan toch zeker diamanten in? Want: Diamonds are the girls best friends!’

Lisa staat op en fluistert in mijn oor: ‘Vind je het goed, als ik mijn sieraden aan José laat zien?’

‘Oké, maar alleen je ring. We kennen deze mensen nog maar pas!’

Lisa huppelt naar binnen. Even later komt ze terug met haar ring. Trots toont ze de ring.

‘O, dat is nog eens een mooie ring! Als hij je dit gekocht heeft voor je verloving, dan zit je wel goed, meid!’

‘Dat wist ik al, voordat hij me vroeg! Daar had hij zo’n dure ring niet voor nodig gehad!’

Lachend roep ik: ‘En dat vertel je me nu pas?’

Lisa steekt haar tong naar me uit. ‘Je krijgt hem toch niet meer terug! Eens gegeven, blijft gegeven!’

‘Wie zegt, dat ik die ring terug wil? Je bent iedere cent dubbel en dwars waard!’

Albert knikt. ‘Zo is dat. Als je een vrouw wilt tonen, dat je echt van haar houdt, dan koop je haar iets belachelijk duurs.’

José kijkt met een scheef oog naar Albert en zegt: ‘O ja? En waar blijft mijn ring dan? Toen wij met elkaar verloofden, kreeg ik alleen maar een ring uit een snoepautomaat!’

Albert lacht. ‘Dat is niet eerlijk, José! We waren toen nog maar zestien, en later heb ik je een prachtige ring gekocht.’

José glimlacht. ‘Dat is waar. Maar die ring had geen diamanten!’

‘Misschien later! Zullen we maar eerst eens kijken of we nog geld overhouden, na de koop van ons vakantiehuisje?’

Lisa vraagt dan aan José: ‘Hoe lang kennen jullie elkaar al?’

‘O, al een eeuwigheid! We zijn al vijftien jaar samen. Vanaf het moment, dat we elkaar zagen, waren we verkocht.

Ik was tien en Albert was elf. Eerst zagen we elkaar alleen maar tijdens vakanties, maar later zochten we elkaar steeds meer op. Onze ouders woonden dertig kilometer van elkaar, nu wonen we daar precies tussenin. En we zijn nu al vijf jaar getrouwd. Op de dag, dat we elkaar leerden kennen.’

‘O, wat een leuk verhaal!’

José kijkt even naar Albert. ‘Ja, ik ben ook nog steeds na al die jaren verliefd op hem. En ik heb soms ook wel om hem moeten strijden. Dat was af en toe best wel heftig. Maar Albert is me altijd trouw gebleven, en in een poging om al die andere vrouwen van hem af te schudden, heeft hij me al op zestienjarige leeftijd gevraagd om met hem te trouwen. Natuurlijk waren we veel te jong, maar toen we eenmaal op de juiste leeftijd waren, heeft hij zijn belofte stand gehouden. Hij heeft nooit enige twijfel gehad, en ik ook niet. We passen gewoon goed bij elkaar. We hebben gelijke interesses, niet dezelfde hobby’s, dat zou alleen maar saai worden.

We houden allebei van honden, we hebben er twee. Een Deense dog, Shabby. Echt een schat van een hond. Doet geen vlieg kwaad. En Scott, onze Jack Russel. Een ontembare bron van energie, waar we regelmatig om moeten lachen. Ze zijn zo te zeggen onze kinderen.’

‘Geen kinderwens?’

‘Jawel, maar we zijn nog jong. Maar stil begint het bij mij wel te kriebelen. Maar ik heb nu een leuke baan, daar zit ik wel een beetje mee. Hoe zit dat met jou? Werk je?’

Lisa schudt haar hoofd. ‘Ik was bezig met een studie, maar die lag me echt niet zo. En toen had ik het plan opgevat om voor leraar te gaan studeren, maar toen werd ik opeens zwanger. En ik wil mijn opleiding goed kunnen doen, dat gaat niet met een kleine op schoot. Dus ga ik me nu een paar studies doen van talen, en dan wil ik proberen of ik aan de bak kan komen voor vertaler. Ik ben best goed in talen.’

‘Hmm, voor ons bedrijf zoeken we regelmatig vertalers. Je zou me eens een CV kunnen sturen. Misschien kunnen we je diensten dan eens inhuren. Natuurlijk testen we je dan eerst even. Welke talen ben je goed in?’

‘Frans, Engels, Spaans en Portugees.’

‘Goede taalkeuzes. Als je het kunt, zou ik ook nog Duits leren. Dan heb je vrijwel de gehele westerse taalkeuzes te pakken. Maar ben je alleen schriftelijk of ook mondeling vertaler?’

‘Beide. Frans en Spaans spreek ik vrijwel vloeiend, al moet ik dat natuurlijk wel weer even oefenen. Engels, dat moet ik nog even beter leren spreken, schrijven is geen probleem. Portugees kan ik tot nu toe alleen nog maar goed schrijven, spreken gaat erg moeizaam. Duits kan ik wel verstaan, en ik ken ook wel een klein beetje Duits, maar dat is echt onvoldoende om als vertaler door te gaan. En voordat ik het vergeet, ik ben ook erg goed in het Nederlands. Dat wordt nog wel eens vergeten.’

‘Op ons bedrijf doen we regelmatig zaken met Franse bedrijven. En we hebben ook leveranciers in Mexico. Ben je ook een beetje bekend met juridische termen?’

‘Ja, helaas wel. Dat was mijn laatste studie. Ik wilde jurist worden.’

‘Da’s nu dan toch wel perfect! Dan is die tijd uiteindelijk toch nog niet verloren! Je moet me zeker eens contacteren, als je weer terug bent in Nederland! En wat voor werk doet Peter?’

‘Peter is leraar wiskunde op een middelbare school.’

José trekt een vies gezicht. ‘Bah, wat een saai beroep! En ook nog wiskunde?’

‘Je hebt Peter duidelijk nog nooit wiskunde zien geven. Ik heb nog een keer les van hem gehad, hij weet dat echt prima te brengen. Of zoals hij het zegt: Je kunt ieder saai vak met een twist bijbrengen aan de studenten. Hij laat ze leren, door hun kennis al meteen te gebruiken. Afgelopen jaar heeft hij een klas een kunstproject laten maken met hun berekeningen. En dat heeft er nu voor gezorgd, dat zijn methode nu op grotere schaal wordt toegepast. Afgelopen schooljaar had hij een slagingspercentage van honderd procent! Dat was nog nooit eerder voorgekomen bij dit vak!’

‘O, een creatieve leraar! Oké, dan moet ik mijn mening misschien herzien. Het was niet mijn favoriete vak. Maar dan zal hij wel prima vrienden worden met Albert. Die was ook erg goed in wiskunde.’

Ze kijken naar hun mannen. ‘Ze vermaken zich schijnbaar prima daar aan de barbecue!’

‘Peter is echt heel goed in koken. Als hij zijn beste beentje voorzet, dan krijg je in een restaurant echt geen beter eten. Hij zou zomaar een chef-kok kunnen zijn. Maar dat wil hij niet, omdat koken nu zijn hobby is, en hij er anders geen plezier mee in zou hebben.’

‘Hoe dan ook, je hebt op meerdere manieren een goede catch gedaan. Je zou niet zeggen, dat hij al dertig is. Hij ziet er goed uit, zonder te perfect te zijn. Ongeveer zoals Albert, die is precies zo.’

‘Dank je. En inderdaad Albert ziet er ook niet slecht uit. Maar vertel eens wat meer over jezelf!’

‘Zoveel is er niet te vertellen. Ik kom oorspronkelijk uit Uden, Albert uit Boxtel. Ik heb een oudere zus, Anika, en ik werk nu sinds een aantal jaren bij Michelin in Den Bosch, waar ik HRM-functionaris ben. Albert werkt ook in Den Bosch, bij Ricoh, printer- en kopieermachineleverancier.

En onze werkplekken liggen gewoon tegenover elkaar. En dat bedoel ik ook letterlijk, als ik uit het raam kijk, kan ik Albert achter zijn bureau zien zitten. Maar Albert heeft helaas geen regelmatige werktijden, dus we moeten wel allebei ieder met de auto rijden. Maar daar gaat misschien verandering in komen, op mijn werk hebben we een nieuwe IT-er nodig, en ik probeer Albert over te halen om van kantoor te verhuizen.’

Lisa lacht. ‘Is het dan niet raar, dat je je man probeert te strikken voor een functie binnen je bedrijf?’

‘Het was ook niet mijn idee. Tijdens een vergadering kwam het ter sprake en mijn chef vroeg toen of Albert geen zin had om bij ons te komen werken. Maar hij zit nu nog in een afrondende fase van een project, en dat wil hij eerst afmaken. Dat begrijp ik wel, maar het zou een mooie kans zijn voor Albert.’

‘Maar meer geld is ook niet alles. Je moet ook nog prettig werken.’

José knikt. ‘Dat weet ik, maar mij gaat het niet alleen om het geld. Ik hou zo waanzinnig veel van Albert, dat ik me soms geen raad weet, als ik hem alleen maar tegenover me zie zitten, daar in dat andere kantoor. Het klinkt raar, maar zonder hem voel ik me heel onzeker. Nu bellen we meerdere keren per dag naar elkaar op, vooral als ik een beslissing moet nemen. Ik praat dan wel niet met hem over waarover ik dan bezig ben, maar zijn stem kalmeert me, en dan kan ik weer helder denken.

En daarbij, als Albert bij ons bedrijf zou komen, wil ik toch echt gaan denken aan kinderen. Dat gaat dan allemaal wat gemakkelijker, omdat Albert dan ook dezelfde tijden zou werken als ik.’

Lisa glimlacht. Ze had in de ogen van José al de aanbidding gezien voor Albert, en dat geeft Lisa een soort verwantschap, omdat ze hetzelfde voelt als ze mij ziet.

Lisa zegt dan: ‘Ik begrijp je wel een beetje. Ik voel me soms ook onzeker, maar als ik Peter zie, dan valt alles weer op zijn plaats. Natuurlijk komt dat ook, omdat we nog niet zo lang bij elkaar zijn, en misschien ook omdat ik, sinds ik zwanger ben, behoorlijk wat emotioneler ben.’

José vraagt: ‘Hoe voelt dat nu, zwanger zijn?’

‘Oef, lastig. Allereerst is het heel confronterend, het besef dat je een nieuw leven in je draagt. Maar dat zorgt er ook voor, dat je wat meer verantwoording voelt. Ik zeg wel eens gekscherend, dat Peter me allerlei dingen verbiedt, omdat het schadelijk zou zijn voor ons kind, maar doe dat bij mezelf ook. Maar zwanger zijn, geeft je ook een heerlijk gevoel. Je denkt al vooruit om voor je kindje te zorgen, en te zien hoe zo’n klein ding steeds groter wordt.

Het is moeilijk te omschrijven. Alles gaat anders worden, en gelukkig heb ik Peter, die een stuk ouder is. Die ziet daardoor de dingen wat anders en realistischer. Soms is dat moeilijk, want je hebt jezelf andere dingen voorgehouden. En dan moet je opeens toegeven, dat Peter toch een wat realistischer beeld heeft.

Maar Peter is gelukkig niet iemand, die zijn wil aan je oplegt. Hij kan je wel pushen, maar hij zal niet drammen. En hij is vooral heel erg lief. Hij is maar zelden boos, dat ligt niet in zijn aard.’

José lacht. ‘Ik kan zien, dat je heel erg verliefd op hem bent, Lisa. Je straalt helemaal als je over hem praat.’

Daar moeten ze allebei om lachen. ‘Dat is ook zo. En jij bent na al die jaren nog steeds verliefd op Albert! Ik hoop, dat ik later nog steeds zo verliefd ben op Peter.’

Ik ben dan al klaar met de eerste gerechten, die ik al meteen op tafel zet.

‘Hier, voor de liefhebbers. Gegrilde zoete pepers in sesam-basilico marinade, witlofrolletjes met vulling van wortel, gekookte ham en avocado, en gegrilde zoete aardappelen. Het vlees is nog niet helemaal klaar, maar ik had al honger!’

Er is genoeg voor iedereen, en iedereen schept zich wat op. Lisette looft me meteen. ‘Peter, je hebt jezelf weer overtroffen. Dit is wederom heerlijk!’

José knikt en beaamt: ‘Ja, dit is echt lekker! Ik vind die zoete pepers wel lekker! Die combinatie kende ik nog niet!’

Albert vult aan. ‘En die witlofrolletjes, die zijn ook erg lekker. Ik maak zoiets thuis ook wel klaar, maar dit is de eerste keer, dat ik zoiets van de barbecue krijg. Heerlijk met die rooksmaak erin!’

Ik glimlach. ‘Dank je. Ik houd wel van die rooksmaak, en daarom gebruik ik ook kolen. Dat is misschien wel ietsjes ongezonder, maar qua smaak kan het gewoon niet beter. Maar wacht maar eens, tot zo meteen het vlees klaar is. Ik heb daar mijn eigen marinades voor.’

Ik sta meteen op, om te gaan kijken naar het vlees, dat zo goed als klaar is. Even later keer ik terug met een grote schaal vlees. José kijkt geschokt toe. ‘Zo! Je kijkt bepaald niet op een cent! Dat is behoorlijk wat vlees!’

‘Goed eten is een feest, zo luidt mijn devies! Dan moet je ook niet besparen op het eten.’

Albert pakt zich een stuk lamsrack. ‘Eens kijken of je echt zo goed bent, als je zegt!’

Hij snijdt wat vlees weg, en eet het op. Genietend sluit hij zijn ogen. ‘Goddelijk! Ik heb wel eens vaker lamsrack klaargemaakt, maar zoals jij dat doet? Je zou chef-kok moeten worden!’

Ik lach. ‘Dat neem ik als een groot compliment, maar nee, dank je. Zolang ik het kan doen met plezier, en als hobby, dan vind ik het leuk. Ik haal mijn voldoening uit andere dingen uit het leven.’

‘Eigenlijk wel jammer, want dit is echt goed!’

Lisa zegt lachend: ‘Komende zaterdag kun je nog meer van zijn kunsten genieten, Albert. Dan is hij de chef-kok van de barbecue, van het herfstfeest, dat we hier geven aan de inwoners van Sare, als dank voor de unieke omstandigheden, dat we hier naakt kunnen rondlopen, zonder dat we erop aangekeken worden.’

‘Ja, daar heb ik van gehoord. Maar hoe zit dat nu hier precies? Kun je hier nu echt vrij naakt rondlopen?’

‘Ja, maar er zijn wel wat spelregels. Hier in de omgeving kun je gewoon naakt rondlopen, maar het is not done om bijvoorbeeld naakt je boodschappen in het dorp te doen. Het is niet verboden, maar de mensen vinden het niet prettig. Dus doe je dat dan ook niet.

Maar wil je hier naakt rondwandelen, dan is er geen mens, die je nastaart of er iets van zegt. Dat wil overigens niet zeggen, dat ze niet naar je kijken, maar ze staren je niet na. Dat is wel zo plezierig.’

‘Dat is allemaal wel logisch. Dus je zou hier ook gewoon op de bergen naakt kunnen zonnen en zo?’

‘Dat kan, maar dat doe ik dan toch liever gewoon thuis. En anders gaan we naar Ondres plage, daar is een prachtig lang naturistenstrand. Ze hebben daar een prachtig systeem bedacht om de plekjes in de duinen te bezetten, dat doen ze met lange palen en vlaggetjes. En dat werkt perfect. We hebben het nu ook al enkele keren gedaan, en bovendien vind je zo heel gemakkelijk je plekje in de duinen terug.’

José zucht dan eens diep. ‘Oh, dat lijkt me echt heerlijk! Ik hoop, dat we snel een makelaar vinden, om die koop af te ronden.’

Albert knikt. ‘Dat hoop ik ook. Ik zie het hier al helemaal zitten.’

De sfeer aan tafel blijft lekker gezellig, maar na een paar uur moeten José en Albert toch echt op huis aan. We hebben dan al telefoonnummers uitgewisseld en zwaaien het tweetal uit.

De volgende dag, als ik en Lisa even wat boodschappen doen in het dorp, komen we het tweetal weer tegen. Zodra ze ons zien, zwaait José enthousiast naar ons. Ze komt meteen naar ons toe.

‘Vanmiddag gaan we al met de makelaar naar het huis kijken! En daarna gaan we kijken of we het meteen rond kunnen maken. En als dat gedaan is, gaan we ook meteen kijken naar een nieuwe badkamer. We hebben nog eens vlug gekeken, of we toch niet wat meer budget kunnen vrijmaken.

Oh, ik hoop toch zo, dat alles goed gaat!’

Ik glimlach. ‘Dus jullie zetten er nu meteen vaart achter?’

‘Ja, we willen niet nog eens zo’n huisje door onze vingers laten glippen. Dit is een hele goede kans, en dat beseffen we heel goed.’

Albert knikt. ‘Ja, bovendien heeft dat huisje alles, wat we verlangen. Dat we zelf niet handig zijn, moet geen probleem zijn. Dat kunnen we laten doen. Als we de koop kunnen afronden, dan moeten we alleen nog iemand vinden, die dat voor ons kan doen. En dan moeten we natuurlijk ook weten, wanneer de woning vrijkomt.’

Lisa zegt glimlachend: ‘Laat even wat horen, als je meer weet. Ik ben wel eens benieuwd of jullie ook echt onze nieuwe buren worden.’

‘Dat doen we zeker! Maar we moeten opschieten, we waren onderweg naar de makelaar om even alles door te spreken.’

We nemen afscheid van het tweetal en doen onze boodschappen. We moeten opschieten, want we willen daarna ook nog naar zee rijden. We maken er maar een kort dagje van, omdat het wat koeler is geworden, en er bovendien voor de rest van de week geen verbetering in zit.

Als we terug naar huis rijden, stop ik de wagen bij het huis van James. Lisa wil nog een keer bij Jenny gaan kijken en zelf wil ik dat ook. We kloppen op de deur, en Jennifer doet ons de deur open.

‘Ah, kom binnen. Wat komen jullie doen?’

‘Lisa en ik wilden nog even naar Jenny kijken, als dat geen probleem is.’

‘O, nee! Helemaal geen probleem. En sorry, dat we gisteren toch niet zijn gekomen. James had het er toch zwaar mee.’

‘Geeft niet! Dat begrijpen we wel. Hoe gaat het met hem?’

‘Het gaat. Ik doe mijn best om hem te troosten, maar hij huilt toch wel regelmatig. En dat is ook niet erg, het is ook heel wat, om je eigen vrouw te verliezen. Ik kan maar weinig doen, maar wat ik kan doen, dat doe ik ook voor hem.’

Lisa flapt er dan opeens uit: ‘Dus ook met hem zoenen en zo?’

En meteen krijgt ze een rood hoofd. ‘Oh, sorry! Dat was niet respectvol.’

Jennifer glimlacht. ‘Dat geeft niets. En tegen jullie durf ik dat wel te vertellen. Jenny heeft een afscheidsbrief geschreven, op de avond voordat ze stierf. Ze heeft aan James geschreven, dat hij met mij verder moest, omdat we bij elkaar passen. Zo zag zij dat. En ik kan niet ontkennen, dat ik me enigszins tot hem aangetrokken voel. Hij is dan wel veel ouder dan me, maar dat vind ik helemaal niet erg. Ik maak me eerder zorgen over wat anderen ervan vinden.’

‘Daar zou ik me geen drukte over maken, Jennifer. Ik zou me eerder drukte maken over je ouders. Heb je die al gebeld?’

‘Jawel, maar die weten nog niet, dat Jenny gestorven is. Ze vonden het prachtig, dat ik voor haar en James zou gaan zorgen. Maar het is wat anders, als nu Jenny er niet meer is.’

‘Als je hulp nodig hebt, mag je het gerust zeggen.’

‘Bedankt, dat stel ik zeker op prijs. Want dat is inderdaad iets, waar ik nog eens goed over na moet denken, hoe ik dat aan mijn ouders ga vertellen.’

We lopen dan door naar de kamer, waar Jenny is opgebaard. Niet onverwacht vinden we daar ook James.

Hij glimlacht, als we binnenkomen. We groeten hem in stilte, want we willen wel even passend afscheid nemen van Jenny.

Na enkele ogenblikken in volledige stilte, waarbij we enkele gebeden voor Jenny doen, lopen we weer de kamer uit. James volgt ons. Eenmaal op de gang, houdt hij ons tegen.

‘Bedankt. Dit doet me best veel, dat jullie even gekomen zijn.’

‘Natuurlijk komen we even afscheid nemen. Ze ligt er mooi bij.’

James knikt. ‘Dat klopt. Het is net alsof ze slaapt, en ieder moment weer wakker kan worden. Maar dat kan niet, haar lichaam is nu zielloos.’

‘Gaat het wel een beetje met jou?’

‘Het is zwaar, heel zwaar. Het doet zoveel pijn haar nu opeens te moeten missen. En het is maar goed, dat Jennifer nu hier is, want anders zou ik nu zowat gestorven zijn van de dorst of honger.’

Ik lach flauw. ‘Daar zou ik me in jouw geval wel iets bij kunnen voorstellen, James.’

De man lacht. En dat doet hem zichtbaar goed. Ik zeg dan: ‘En hoe gaat het nu tussen jou en Jennifer?’

‘Goed, maar ik heb toch lichte twijfels.’

‘Hoezo? Geef je niets om haar?’

‘Jawel, ik geef juist heel erg veel om haar! Meer dan ik op dit moment zou moeten doen. Ze lijkt in zoveel manieren op Jenny, toen ze nog jong was.

Maar het punt is, dat ik zoveel ouder ben, dan Jennifer. Ik ben bijna drieënzeventig en Jennifer is nog maar negentien en ze heeft haar hele leven nog voor zich! Wat moet ze dan met een oude vent, als ik? Ik zou haar opa kunnen zijn!’

‘Liefde kent geen leeftijd, James. Heb je haar eens gevraagd, waarom ze wil blijven?’

‘Nee, maar ik denk, dat ze het doet vanwege de brief van Jenny. Ik wil niet, dat ze blijft als een soort verplichting.’

‘Dan zou ik toch maar eens met haar gaan praten. Want zoals ik het van haar hoor, is dat allerminst het geval.’

‘Dat moest ik dan toch maar eens gaan doen. Maar bedankt, dat jullie zijn gekomen. Dat doet me ook wel goed.’

We nemen afscheid en rijden dan naar huis. Daar laden we onze spullen in, om naar het strand te rijden, en vertrekken.

Een uur later komen we aan bij het strand. De zon schijnt wel, maar het waait best hard. Geen weer om naakt te lopen, maar daar hadden we al niet meer op gerekend. Maar het is wel mooi weer voor een lange strandwandeling. En daar genieten we ook weer van. Toch zien we nog enkele naakte mensen over het strand lopen.

Lisette zegt dan: ‘Brr, ik moet er niet aan denken om met dit weer hier naakt te lopen! En ook nog stuifzand! Nee, dank je!’

Lisa zegt dan tegen haar moeder: ‘Hier is het in de zomer anders toch best wel lekker! Dan vind ik het hier toch wel lekker om naakt te lopen. Frisse lucht tussen je benen, en zon op je huid. Wat wil je nog meer?’

‘Wat jij doet, moet jij maar weten, Lisa. Voor mij is het vooralsnog niets. Maar ik zeg niet, dat ik het nooit zal doen. Misschien als het eens warmer is.’

Na een lange strandwandeling nemen we het er nog eens van op een terrasje. En bij de slager koop ik flink wat vlees in, voor het herfstfeest, dat zaterdag gehouden wordt. En dan rijden we weer op huis aan. Eenmaal thuis is het daar een aantal graden warmer, althans zo voelt het, omdat het daar minder hard waait. Jef en Janine komen even op bezoek.

‘En? Hoe was het aan zee?’

‘Een beetje fris door de wind. En het was niet druk, ook niet in de duinen. Maar toch zagen we er nog wel een paar naakt lopen.’

‘Zij liever dan ik! Het moet nog wel fijn zijn om naakt te lopen. Hier ging het vandaag nog wel. Maar er waren vandaag een man en vrouw hier, ik geloof dat ze Albert en José heten. Ze hadden je proberen te bellen, maar ze hebben schijnbaar het telefoonnummer niet goed genoteerd. Of je ze even terug wil bellen.’

‘Hebben ze verder nog iets gezegd?’

‘Nee, maar volgens mij zijn het wel naturisten, want ze kwamen hier naakt het erf op gelopen.’

Ik lach. ‘Nou, dan denk ik, dat we ze nog wel eens vaker terug gaan zien. Ze hebben vanmorgen gekeken naar het huis van Guy. En ze zouden me nog laten weten, of hun afspraak met de makelaar iets is geworden.’

Ik pak meteen mijn telefoon en bel het nummer van Albert. De telefoon gaat maar twee keer over, als Albert opneemt.

‘Albert Wilms.’

‘Hallo Albert, met Peter! Ik moest terugbellen?’

‘Oh, Peter! Goed nieuws! We hebben de woning gekocht. Helaas kunnen we er niet snel over beschikken, maar dat is niet erg. De woning komt rond met Pasen vrij. Maar we kunnen wel alvast de aanpassingen laten doen, die we willen laten doen, zolang we hun slaapkamer nog maar even met rust laten. Nou, dat vinden we geen probleem.

Nu nog een aannemer vinden, die ons dat allemaal kan maken, en dan kunnen we vanaf het voorjaar van ons huisje gaan genieten!’

‘Nou, dat is inderdaad heel erg goed nieuws! En een aannemer weet ik ook wel voor je, alleen moet die voor mij ook nog wat werk doen.’

‘Die zal heus wel een paar klussen aankunnen, Peter. Stuur me die aannemer maar eens door. Is die een beetje te vertrouwen?’

‘Jawel, die heeft voor mij de bedrading van het huis volledig vernieuwd en ook alle wanden opnieuw gestuct.

Heeft heel keurig werk afgeleverd en hield me met mails regelmatig van de vorderingen op de hoogte. En qua prijs was er niets op af te dingen. Ik ben er erg tevreden over.’

‘Zo iemand zoek ik. Maar we spreken later nog wel eens, ik sta hier samen met José in een showroom een nieuwe badkamer uit te zoeken.’

‘Is goed, Albert. Gefeliciteerd en wens José ook proficiat van me!’

Ik leg mijn telefoon neer en zeg: ‘Nou, we hebben dus nu nieuwe achterburen! Albert en José hebben het huis gekocht. Maar ze kunnen er pas rond Pasen in. Dan zal Guy waarschijnlijk pas in zijn nieuwe woning kunnen.’

‘Oh, kijk aan! Wat leuk! En het zijn ook nog eens leuke en aardige mensen!’, zegt Lisa.

Janine zegt: ‘Waar hebben jullie die ontmoet?’

Lisa lacht. ‘Boven op de berg, op het terras. We raakten aan de praat, en toen bleek, dat ze al eerder hier eens een woning gezocht hadden. Ze hadden het eigenlijk voorzien op de woning, die Peter gekocht heeft. Maar ja, die wil hem voorlopig niet kwijt. En ik ook niet, daar niet van. Maar Peter had toevallig van Guy gehoord, dat hij in het dorp wilde verhuizen. En zo is het balletje gaan rollen.’

‘Kijk aan! Maar ze zijn ook nog best jong!’

‘Albert is vijfentwintig en José vierentwintig. Maar ze kennen elkaar al bijna vijftien jaar.’

‘O, jeugdliefde! Maar dat wordt dus een stevige verjonging hier in de buurt. En Jennifer is nog even bij ons geweest. Ze was eigenlijk naar jullie op zoek, maar ze wilde gewoon even haar hart luchten. James heeft met haar gepraat, en haar rechtuit gevraagd, wat ze zelf nu eigenlijk wil. James vindt het erg lief van haar, dat ze wil blijven. En dat mag ze ook, maar hij wil ook niet, dat Jennifer haar toekomst vergooid om hem. Maar Jennifer lijkt toch best vastberaden te zijn. Ze wil eerst aankijken, hoe het gaat om hier te leven, en de stage die ze doet.’

‘Dat lijkt me een redelijk overdacht besluit. Ze moet natuurlijk zelf weten, wat ze met haar leven doet. Daar ga ik dan ook niet over oordelen. Maar nu even wat anders. Hoe ervaren jullie het om aanstaande ouders te worden?’

Jef lacht. ‘Het is nog steeds onwerkelijk. Allereerst kunnen we nog steeds nauwelijks bevatten, dat Janine echt in verwachting is en dat we, als alles goed gaat, een kindje gaan krijgen. Alleen al dat gevoel, dat die lang gekoesterde wens in vervulling gaat, is werkelijk onbeschrijfelijk. En daarnaast zijn we thuis ook al flink bezig om de kinderkamer in te richten. En hoe gaat het nu bij jullie? Daar hebben we jullie nog amper horen vertellen?’

Ik laat het woord aan Lisa.

‘O, het gaat fantastisch. Natuurlijk is alles wel heel erg snel gegaan. Toen we eenmaal weer thuis waren, had ik al heel snel door, dat ik echt niet zonder Peter kon slapen. In de tijd dat we hier waren, ben ik zo snel gewend geraakt, dat ik naast hem sliep, dat ik gewoon niet kon slapen zonder hem. Nou, dat heeft wel voor een paar problemen gezorgd. Maar dat kwam ook weer door een vervelende overbuurman, die roddels over ons hadden verspreid. Maar dat is weer allemaal goed gekomen. We wonen nu ook officieel samen.

Maar toen kwam ik er pas achter, dat ik zwanger was. Dat was natuurlijk wel een schok voor ons, want dat hadden we helemaal niet zien aankomen, mede omdat ik eigenlijk aan de pil was.

Nou ja, lang verhaal kort, ik bleek dus zwanger te zijn, en we zijn er erg blij mee. En we zijn nu thuis ook al bezig om een kamer in een kinderkamer om te bouwen.’

Ik glimlach en zeg: ‘Dat laat ik allemaal aan Lisa over. Natuurlijk help ik wel, maar ze heeft er de hele dag de tijd voor.’

Janine glimlacht. ‘Lisa, en jij zult nu wel helemaal in de wolken zijn, nu Peter je gevraagd heeft om met je te trouwen?’

Lisa straalt helemaal, als ze dat hoort en antwoord mag geven. ‘Ja, ik leef nu helemaal in een roes. Zwanger, en dan wil de man, op wie je al sinds je zestiende verliefd bent, ook nog eens met je trouwen. Hoe fantastisch is dat? Wie zou dan niet in de zevende hemel zijn?’

Janine lacht. ‘Daar moet ik je helemaal gelijk in geven. Ik weet nog, toen Jef me vroeg. Ik heb bijna een half jaar in een roes geleefd. En nu blijkt, dat ik zwanger was, is dat gevoel bijna hetzelfde.’

Jef neemt haar hand in de zijne en geeft haar een kneepje in haar hand. Er is duidelijk nog steeds veel liefde en respect tussen de beide.

Lisa kijkt dan eens naar ons huis. ‘Waar is eigenlijk iedereen?’

Janine zegt: ‘Die zijn gaan wandelen. Ik zag ze allemaal vertrekken.’

‘Dan zal ik even in huis kijken of ze een briefje hebben achtergelaten.’

We nemen afscheid van onze buren, en lopen naar binnen. Op de keukentafel ligt inderdaad een briefje. Ik herken meteen het handschrift van Charlotte.

‘We zijn wandelen. We nemen de route over de berg. Lisette wilde nog eens proberen, of ze het aandurfde.’

Zowel ik als Lisa kijken geschokt. Lisa zegt: ‘Zou mam nu echt naakt aan het lopen zijn?’

‘Nou ja, ze heeft toch ook al alleen in haar slipje rondgelopen? En vandaag is het weer nog best redelijk.’

We laden dan onze boodschappen snel uit. Als we daarmee klaar zijn, zegt Lisa: ‘Ik heb geen zin meer om nog met kleren aan te lopen. Het is nog zo’n lekker weer!’

We lopen naar onze slaapkamer, en beginnen ons uit te kleden. Ik ben al snel klaar, Lisa heeft iets meer werk. Ik loop naar haar toe, en geef haar een kusje in haar nek, en wrijf met mijn hand over haar buik.

‘Ik hou van je, Lisa. En ook van wat er daar in je buik zit.’

Ze draait zich naar me om. Ze kijkt me recht in mijn ogen aan. ‘Ik hou ook heel erg veel van jou, Peter. Zoveel, dat ik me af en toe moet knijpen, om er zeker van te zijn, dat ik niet droom.’

Ze geeft me een zoen op mijn mond. Gretig beantwoord ik haar zoen. En ik druk meteen mijn tong tussen haar lippen. En Lisa doet net zo gretig mee. En voordat we het weten liggen we hevig zoenend en vrijend op bed. Doordat we al naakt zijn, en ik haar naakte lichaam tegen me aanvoel, zorgt er natuurlijk voor, dat mijn pik zich al snel begint te roeren. En dat merkt ook Lisa. Ze laat haar handen meteen naar beneden glijden en grijpt mijn pik vast.

Terwijl we nog aan het tongzoenen zijn, kan ik een kreun niet onderdrukken. Maar ik blijf niet achter. Ik laat mijn handen ook over haar lichaam glijden. Nu Lisa zwanger is, begint ze heel gevoelig te worden aan haar borsten. Ze heeft niet veel stimulatie nodig om lekkere harde borsten te krijgen. En dat is nu niet anders. Maar door onze handelingen, worden we wel genoodzaakt, wegens ademnood, om onze zoen te verbreken.

Lisa kreunt meteen, en pakt met haar andere hand mijn andere arm, en duwt die naar haar bekken. Ik weet wat ze wil, en streel haar schaamlippen. Maar ik moet glimlachen, als ik al voel, dat ze al nat tussen haar benen is. Ik laat een vinger tussen haar schaamlippen glijden. Wat is ze toch al geil! Ze kreunt als ik mijn vinger in haar kutje laat glijden. Ze begint me nu fanatiek af te trekken, zodat mijn stijve pik alleen nog maar stijver wordt.

Opeens laat ze mijn pik los en gaat snel op me zitten.

‘Ik wil je, Peter!’, is het enige wat ze zegt. Om vervolgens op mijn heupen te gaan zitten en mijn pik bij haar naar binnen te leiden. Haar warme en natte kutje glijdt soepel over mijn pik. We moeten allebei tegelijkertijd kreunen, op het moment als dat gebeurt. Op een rustig tempo begint ze me te neuken, terwijl ik met mijn handen haar borsten masseer, terwijl ze op en neer gaan. Het doet me goed Lisa zo te zien genieten, en zelf geniet ik er zeker niet minder van. En God, dit is heerlijk. Ik voel mijn orgasme aankomen als een plotselinge onweerstorm.

En op het moment, dat het onweer uitbarst, kom ik met een harde kreun klaar. Het is alsof mijn lichaam in vuur en vlam staat, en er op de wereld alleen nog Lisa en ik zijn. Ik heb niet meer eens door, of Lisa me aan het neuken is, en of ze zelf al klaar is gekomen. Zo van de wereld ben ik.

Als ik weer wat bij mijn positieven kom, zie ik Lisa op mijn borstkas liggen. En door haar voldane en wazige blik, weet ik, dat ze is klaargekomen, zo kijkt ze altijd, als ze net is klaargekomen. We blijven nog even zo liggen. Maar dan staan we toch op. Lisa rekt zich nog eens lui uit.

‘Zullen we nog even wat gaan zwemmen?’

‘Dat is goed, maar ik ga eerst nog even wat nieuw drinken maken. Onze wandelaars zullen wel dorstig zijn, als ze terugkomen van het wandelen. En ik zag, dat we er alweer bijna doorheen waren. Maar goed, dat we enkele kisten fruit mee hebben genomen.’

‘Dan help ik je eerst daarmee mee. Kun je dan misschien nog eens dat sapje met citroen maken? Ik denk, dat het nu wel lekker is.’

‘Dat kan, als je dat liever hebt.’

Even later zijn we druk bezig met het vruchtvlees om te toveren in lekkere sapjes. Uit de diepvries haal ik dan een grote zak ijsblokjes, en doe die in een grote kan, waar ik dan het vruchtensap bij schud. En dan schud ik ons ieder een glas in.

‘Eens kijken of het smaakt.’

We proosten en drinken dan een slok. Maar we proesten het meteen uit, iets te veel citroen erin.

Lachend zegt Lisa: ‘Oeps, dat is toch net iets te veel van het goede!’

‘Dat is wel te herstellen. Hoeveel limoenen heb je erin gedaan? Er moesten er twee in.’

Lisa kijkt geschokt. ‘Oeps, ik meende dat je zes zei. Geen wonder!’

Ik lach en zeg: ‘Het is geen ramp, maar dan moet ik wel suiker gaan toevoegen. En nog wat meloen en appel.’

We gaan weer snel aan de slag, en zijn toch nog vrij snel klaar. Nu is het wel goed te drinken, hoewel de citroensmaak nog steeds overheerst. Maar dat geeft weer een lekker zurig randje aan het drankje.

Lisa zegt: ‘Hmm, dat vind ik eigenlijk wel lekker zo. Zullen we dan nu maar gaan zwemmen?’

We nemen ons ieder een glas mee, en gaan dan het koele water in. Het is nu iets warmer, dan de vorige keer, en voelt nu best aangenaam aan. We zwemmen een paar baantjes, en gaan dan lekker liggen in de zon. Een half uur later komen de wandelaars terug, en inderdaad, Lisette heeft al haar moed bij elkaar geschraapt, en is ook helemaal naakt. Bijna juichend komt ze naar ons toegerend.

‘Yes! Ik heb het gedaan!’

Lisa glimlacht en zegt: ‘En? Hoe voelt het nu?’

‘Eerst was het nog wat onwennig, maar jullie hadden gelijk. Het went zo enorm snel! Ik voel me nu ook niet meer bekeken, en nu voelt het eigenlijk of ik gewoon kleren aan heb! Maar ik zie me dit nog niet thuis doen. Maar hier nodigt de omgeving je bijna uit om naakt te lopen. Ik weet het nu zeker, ik ga de rest van de week nog lekker zonnen, zodat ik lekker egaal bruin word, net als jij!’

Ik sta op en bied Lisette de ligstoel aan. ‘Dan ga maar vast lekker liggen, dan haal ik voor iedereen wat te drinken. Net vers gemaakt!’

‘O, dat sla ik zeker niet af. Wat voor smaak heb je nu gemaakt?’

‘Het is een beetje zuur. De schuld van Lisa, die had er te veel limoenen in gedaan. Maar dat hebben we hersteld, maar je proeft het nog steeds. Maar het is helemaal niet slecht!’

Lisa knikt. ‘Ik vind het wel lekker, op deze manier. Dat zurige smaakt lekker, nu het nog zo lekker warm is.’

‘Nou, dan wil ik het ook wel proberen. Ik heb best wel wat dorst, na die lange wandeling!’

Ik loop naar de keuken heen, en haal daar de grote kan met fruitsap en een hele stapel glazen. Ik schud voor iedereen wat in, en voor mij en Lisa schud ik de glazen ook weer vol.

Lisette proeft ervan en kijkt verrast. ‘Wow, dit is echt lekker! Echt, Peter! Je hebt je roeping gemist! Je had kok moeten worden, of barkeeper!’

‘Dat laatste ben ik al geweest, Lisette. Nee, dat hoeft voor mij niet meer. Die tijd heb ik gehad. En je weet hoe ik over dat andere denk.’

Lisette knikt. ‘Eigenlijk wel jammer, zo laat je wel een talent verloren gaan.’

‘Ach, ik vind het nu eenmaal leuk om lekkere dingen klaar te maken. Maar ik moet zeggen, dat Lisa het onderhand ook al best onder de knie heeft. Ze maakte alleen straks een foutje, door er wat te veel limoen in te doen. Maar uiteindelijk heeft het wel tot dit geleid. Weer een nieuwe variant!’

Lisa zegt dan opeens: ‘Peter, dat was ik me net aan het bedenken. Maar ik weet heel zeker, dat je voor je drankjes wel een markt zou kunnen hebben. Ik bedoel, je zou kant en klare mixdrankjes zonder alcohol kunnen aanbieden, waar de mensen alleen nog maar zelf wat drank aan moeten toevoegen om een heerlijke cocktail te kunnen krijgen. Ik kan me dit heel goed voorstellen met wat goede rum erbij. Mag ik alleen nu niet testen, maar ik denk, dat het wel erg goed zou smaken.’

Ik kijk verrast. Die reactie had ik niet van haar verwacht. ‘Nou ja, met rum zal het zeker goed smaken, maar ik zou er wat anders bij doen. Ik zou er wat Gin bij doen en een klein scheutje wodka. En dan nog een schijfje komkommer erbij.’

Eduard zegt dan: ‘Nou, Gin, rum en wodka heb ik bij. Dat wil ik dan wel eens proberen. En Lisette heeft gelijk, je laat echt een talent verloren gaan. Dit is echt ontzettend lekker!’

Ik lach en zeg: ‘Hoeveel flessen drank heb je dan nog meer bij?’

‘Alleen dat. Ik wist, dat je waarschijnlijk niets mee zou nemen. Dat was me al op voorhand duidelijk. En je drankjes zijn echt heel goed te mixen met drank, dan zijn ze zoveel lekkerder! Dus heb ik me maar een paar flessen meegenomen.’

Nu begint Jochem ook te lachen. ‘Dan had jij hetzelfde idee, als ik. Ik heb alleen ook nog wat Passoa en Blue Curaçao bij, want dat vindt Jessica lekker.’

Ik moet nu hard lachen. ‘Stelletje drankneuzen! Ik neem al extra niets mee, om Lisa niet in de verleiding te brengen, en jullie nemen gewoon liters drank mee!’

Jochem haalt zijn schouders op. ‘Pff, dat jullie opeens geheelonthouders zijn geworden, hoeft nog niet voor ons te gelden!’

‘Nou, dan haal maar snel die drank uit jullie wagens, dan zal ik voor jullie een en ander mixen. Ik weet wel een beetje welke verhoudingen erin moeten. Ik ben immers jarenlang eigenaar van een kroeg geweest.’

Even later komen de heren met twee dozen drank terug. Ik moet lachen, als ik het zie.

‘En wanneer wilden jullie dat allemaal opdrinken? De vakantie is al bijna halverwege!’

Jochem kijkt me grijnzend aan en zegt: ‘Wie zegt, dat het allemaal in een keer op moet? We hopen hier nog wel eens vaker te komen…’

Daarop moeten we allemaal lachen. Met wat borrelglaasjes maak ik dan hun drankjes op smaak. Jessica is meteen helemaal enthousiast.

‘Peter, echt! Dit is met afstand de lekkerste cocktail, die ik ooit gehad heb. Daar moet je toch echt iets mee gaan doen!’

Ik houd de boot nog wat af. ‘Ik zie wel, Jessica. Voorlopig heb ik het nog druk genoeg met mijn schoolproject, en de zwangerschap van Lisa zal me ook nog de nodige tijd gaan kosten. Dus voorlopig even niet.’

Opeens gaat de poort van de tuin open. Verbaasd kijk ik om en zie daar James samen met Jennifer binnen komen.

‘Hey, James! Wat kom jij doen?’

‘Ik wilde even met je praten over het herfstfeest van morgen.’

‘O, natuurlijk! Maar je gaat me nu toch niet in de steek laten?’

James schudt zijn hoofd. ‘Nee, dat zou Jenny niet gewild hebben, en zelf heb ik er ook veel plezier in. Dat gaat gewoon door, en ik zal er zijn om het te leiden. Maar ik wilde nog weten, of je alles in orde hebt voor het feest.’

‘Straks ga ik het vlees halen bij de slager, dat had je immers al besproken. Ik heb genoeg barbecues mee, en ik heb familie meegebracht, die me willen assisteren bij het grillen. Dus van mijn kant uit zie ik geen problemen.’

‘Gelukkig. Door de toestand van Jenny heb ik je dat niet meer kunnen vragen.’

‘Geen zorgen, ik had het je ook wel kunnen vertellen, maar ik wilde je een beetje ontzien.’

De man glimlacht. Ik bied hem dan wat te drinken aan. ‘We zijn net bezig cocktail te drinken. Lusten jullie er ook een?’

‘Nou ja, cocktails zijn niet echt mijn ding, maar ik wil het wel eens proberen. Wat jij, Jennifer?’

Jennifer knikt. ‘Wat voor cocktails maken jullie klaar?’

‘O, het is eigenlijk een nieuw recept. Ik was bezig een fruitsap te maken, als lekkere dorstlesser, maar Lisa had een klein foutje gemaakt, en daardoor moest ik wat doen om het drinkbaar te maken.’

Lisa zegt lachend: ‘Eerst leek het net puur citroensap! Maar Peter wist er toch nog iets drinkbaars van te maken. En met wat sterke drank erbij, lijkt het echt lekker te zijn. Maar ik heb het zelf niet geproefd, ik ben zwanger, en wil daarom niet te veel alcohol drinken.’

Jessica zegt dan tegen Lisa: ‘Je mag bij mij wel een keer proeven.’

‘O, een klein slokje kan toch geen kwaad?’

Ze kijkt me vragen aan. Ik glimlach, en daarop drinkt ze een keer aan het rietje in het glas. Ze kijkt verrast. ‘Ow, dat is echt heel erg lekker. Ik vond het als sap al lekker, maar met die drank erbij! Wow!’

Ik kijk verbaasd. Ik proef dan ook eens bij Jessica en moet toegeven, dat de smaak wel heel erg bijzonder en lekker is. Ik zeg lachend: ‘Het lijkt erop, dat er een nieuwe cocktail uitgevonden is. Ik zal er nog een naam voor moeten bedenken!’

Jennifer zegt dan: ‘Mag ik ook eens proeven?’

Jessica zegt: ‘Ja, zo gaat mijn glas wel heel erg snel leeg! Maar volgens mij heeft Peter nog genoeg in de kan, dus je mag wel even proeven.’

Jennifer neemt dan ook een slokje.

‘Inderdaad! Lekker fris, een beetje zoet, en heel erg verrassend. Dat zou zomaar een favoriet van me kunnen worden! Peter, doe mij maar een glas! En ik denk dat James dit ook wel eens kon lusten.’

Het glas van Jessica gaat nu ook naar James, die het ook eens probeert. ‘Nou, ik ben echt geen liefhebber van cocktails, maar dit zou ik inderdaad wel drinken. En ik denk, als Jenny er nog was geweest, dat ze het zelfs heel erg lekker zou gevonden hebben. Ze was een echte zoetekauw, die wel zoetzurige drankjes hield.’

Opeens schiet me dan een naam voor het drankje binnen.

‘Nou, dan weet ik al, hoe ik dit drankje ga noemen. James, Jenny heette toch met haar achternaam Winters?’

James knikt. ‘Dat klopt. Hoezo?’

‘Dan doop ik dit drankje met de naam Jenny Winters.’

James begint er spontaan van te huilen.

‘Sorry, was het ietsjes te veel?’

‘Nee, het is al goed. Ik vind dat een fantastisch idee! Zo blijft haar naam leven in iets, waarvan ik weet, dat ze het graag gedronken zou hebben. Ik kan je niet zeggen, hoeveel dit mij doet.’

‘Nou, dan zal ik maar voor iedereen een glas Jenny Winters gaan klaarmaken. En ik ga ook meteen het recept even opschrijven, want dat moet natuurlijk wel bewaard blijven!’

Lisa zegt dan: ‘Als jij dat recept nu opschrijft, dan doe ik de glazen vast vol. En dan moet jij nog maar die drank erbij doen.’

Ik loop naar binnen om pen en papier te halen, terwijl Lisa de glazen vol schudt. Niet veel later heb ik op papier staan, wat er allemaal in moet. Eduard kijkt met grote ogen, naar de lange lijst.

‘Zo, dat is nogal een heel recept! Limoenen, een gallia-meloen, kersen, appels, mandarijnen, sinaasappels, een kiwi, aardbeien, cranberries, suiker, gin en blue curaçao.’

‘O, ik vergeet nog iets! Wat peper en zout, en een snufje anijs.’

‘Peper en zout?’

‘Ja, daardoor krijg je juist die lekker frisse en pittige smaak. Als ik het zou weglaten, zou je het heel goed merken.’

Lisa zegt dan: ‘Nou, aan jou de eer om de drankjes af te maken.’

‘Als jij dan nog even een limoen in schijfjes wil snijden, dan kan ik die op het glas steken.’

Lisa knikt en loopt de keuken in. Ik maak dan de drankjes af, en steek dan de schijfjes limoen, die Lisa voor me gesneden heeft, op de glazen. Nog wat ijsklontjes erbij, en een rietje, en het drankje is klaar. Ik geef de eerste cocktail aan James. ‘Jij mag als eerste proeven. De eerste Jenny Winters.’

James neemt het glas dankbaar aan en neemt een kleine teug. Hij sluit even zijn ogen en zegt: ‘Ja, dit is precies als Jenny. Dit drankje verdient haar naam!’

Ik deel dan de rest van de glazen uit, en we drinken allemaal in stilte van het drankje. Opeens zegt Jennifer: ‘Eigenlijk zouden we dit ook moeten serveren op het herfstfeest! Dan is het net, alsof Jenny er nog bij is!’

James en ik kijken verbaasd naar Jennifer. Dan kijken we elkaar aan en ik zeg: ‘Nou, dat is op zich een heel erg goed idee! Maar ik weet niet of we dat zomaar mogen schenken. Het is immers alcoholhoudend. En als we dat willen doen, dan moeten we heel erg hard aan de slag. Het is niet heel erg moeilijk om te maken, maar het is toch wel even wat werk!’

James zegt: ‘Nou, in de vorige jaren hebben we ook punch verkocht, met de nodige alcohol. Dat deden we om de kosten wat te drukken. Daar hebben ze nooit echt een probleem van gemaakt. Maar ik zou het kunnen vragen, of het zou mogen. Maar als het mag, dan moeten we nog heel wat maken. Hebben jullie wel genoeg drank daarvoor bij?’

‘Dat niet, maar dat kunnen we wel ergens opdrijven. Maar dan zal iedereen uit de buurt flink aan de slag moeten. Dat wordt heel wat fruit persen. En ik kan er niet bij zijn, omdat ik het dan al druk genoeg heb met de voorbereidingen van de barbecue.’

Lisa zegt: ‘Ik weet wel, hoe ik dat moet doen. En zeker als je me de verhoudingen opschrijft, dan wil ik daarvoor de leiding wel op me nemen.’

‘Daarvoor heb ik ook dat recept opgeschreven. Als ik dan weet, hoeveel we moeten klaarmaken, dan kan ik ook vertellen, hoeveel je van alles nodig hebt.’

We genieten dan nog wat van ons drankje, en kletsen nog even na, waarbij het vooral over het herfstfeest gaat. Als James en Jennifer hun drankjes ophebben, nemen ze weer afscheid. Ik sta dan ook op, en zeg: ‘Zo, ik ga nu naar de slager, het vlees halen, dat James besteld heeft. Wie gaat er even mee, om me te helpen?’

Ben springt meteen overeind en we rijden samen naar de slager. Ben vraagt me: ‘Is het veel vlees, dat je mee moet nemen?’

‘Ja, nogal! Ik had de slager gevraagd om het in grote bakken te doen, zodat ik het goed kan marineren. Het is maar goed, dat we ook de koelwagen van hem mogen lenen.’

‘O, dat maakt het wel gemakkelijker. Maar waarvoor moest ik dan mee?’

‘Om die aanhanger achter de auto te manoeuvreren. Die zal niet echt heel erg licht zijn. Maar eerst rijden we nog door naar de bouwmarkt, daar staan nog een zak of tien met kolen. Die zullen we wel nodig hebben.’

Ben kijkt geschokt. ‘Zoveel?’

‘Ja, dat verwacht ik wel nodig te hebben. Drie barbecues, en die zal ik minstens drie keer moeten vullen. Dan zijn er wel negen zakken op. Dan heb ik nog een zak reserve.’

In de bouwmarkt haal ik me, wat ik nog nodig heb, zoals een paar extra griltangen en nog een paar grilschorten. Ik heb er zelf wel, maar er zullen me ook mensen moeten helpen, en daarvoor heb ik nog een en ander nodig. Dan rijden we nog langs de slager om de koelwagen op te halen. Ik ben blij, dat ik me nu wat beter kan verwoorden in het Frans, en zodat ik de slager beter kan verstaan en beantwoorden. Niet dat ik meteen vloeiend Frans spreek, maar goed genoeg om niet als een lompe Nederlandse boer over te komen.

De man kan goed merken, dat ik mijn best doe om me zo goed mogelijk verstaanbaar te maken, en in ruil daarvoor praat hij wat minder snel, als hij normaal doet, en als ik het niet begrijp, vult hij in het Engels aan.

En precies doe ik het ook bij hem. En even later rijd ik weg met een flinke koelaanhanger, gevuld met vlees. Eenmaal thuis aangekomen, ga ik ook meteen aan de slag met de voorbereidingen, het maken van de marinades. Iedereen draagt een steentje bij aan deze voorbereidingen. En terwijl we bezig zijn, komt James nog een keer voorbij. Hij vertelt ons, dat hij met de burgemeester gesproken heeft, en dat we toestemming hebben gekregen om de Jenny Winters cocktail te gaan verkopen.

‘Dat is toch fantastisch! Dan moeten we morgen maar eens snel boodschappen gaan doen. In Bera heb ik een groenteboer gezien, die wel moet hebben, wat ik allemaal nodig heb. Dan ga ik dat morgen daar wel even halen.’

Lisa zegt dan: ‘Waarom ga je nu niet even? Dan kan die man misschien nog alles op tijd bestellen, als hij iets niet op voorraad heeft.’

‘Ja, en de marinades dan?’

‘Dat heeft nog wel tijd. Bovendien is het meeste toch al bijna klaar?’

‘Nou ja, je hebt gelijk. Ben? Wil jij dan die lendenstukken alvast in de marinade leggen? Zet die daarna maar terug in de koelwagen. En de kippenbouten mogen in die gele marinade.’

Eduard zegt dan: ‘Zal ik anders met je mee rijden? Ik spreek wel een woordje Spaans. En Lisa heeft me verteld, dat het niet je sterkste punt is.’

‘Dat is goed. Kom, dan gaan we ook meteen, anders is dadelijk zijn zaak gesloten.’

We wassen onze handen en trekken vlug wat zuivere kleren aan, en rijden meteen weg. Het is maar een kwartiertje rijden, en dan zijn we er al. De groenteboer heb ik al snel gevonden, en met hulp van Eduard is het dan een klein kunstje om de man duidelijk te maken, wat ik allemaal nodig heb. De man zegt me toe morgen alles op voorraad te hebben. Morgenvroeg kan ik het al komen afhalen.

Op de terugweg zegt Eduard me: ‘Zo, nu hebben we samen eens tijd om met elkaar te praten, Peter. Ik wil je alleen vertellen, dat ik zo blij ben, dat jij en Lisa samen zijn. Als ik alleen al zie, hoe Lisa is opgefleurd en hoe ze veranderd is, en vooral zie, hoe gelukkig ze is, dan kan ik alleen maar blij zijn, dat jij de man bent, die haar veroverd heeft.’

Ik zeg lachend: ‘Nou, eigenlijk is zij het, die me veroverd heeft. Lisa was het, die de stoute schoenen aantrok. Maar ik ben zelf ook echt dol op haar. Ik kan me nu nog amper voorstellen, dat ik haar al die jaren nooit zo heb gezien.’

‘Misschien moest het ook zo zijn, Peter. Het heeft gewoon moeten rijpen, en Lisa heeft precies het juiste moment afgewacht om de vruchten te plukken. Hoe dan ook, ik ben blij, dat je haar gevraagd hebt om met je te trouwen. Het maakt me een trotse vader, en ik ben ook blij je als schoonzoon te mogen verwelkomen. En daarnaast zal het fantastisch zijn om mijn kleinkind van dichtbij te mogen zien opgroeien.’

‘Ja, dat is voor mij ook een hele verandering. Een half jaar geleden was ik nog vrijgezel, en nu ben ik over een half jaar vader, en ben dan ook nog eens getrouwd! Wie had dat ooit durven voorspellen?’

‘Ik twijfel er geen moment aan, dat je een goede vader zult zijn. Als ik zie, wat je met Ben en Charlotte hebt gedaan, dan is er geen twijfel meer.’

‘Zoveel heb ik voor hun ook weer niet gedaan. Ze hebben zelf die stap gezet.’

‘Dat bedoel ik niet, hoewel je toch wel degelijk hun een beetje aangestuurd hebt.’

‘Ja, maar niet voordat ik wist, dat ze ook wederzijds interesse hadden. Dan is het niet moeilijk om ze even een klein zetje in de goede richting te geven.’

‘Maar je hebt nog veel meer gedaan. Je bent een goed voorbeeld voor ze, Ik heb Ben nog nooit zo zijn best zien doen op school, hij haalt echt heel goede cijfers en heeft er nu zelfs nog een vak bijgenomen.’

Ik lach. ‘Ja, wiskunde. Hij komt wel eens langs om me wat hulp te vragen. Maar hij heeft de kennis er wel voor. Het gaat hem wel lukken. Als hij zo doorgaat, kan hij straks instromen op het HBO, en dan doorleren voor architect. En als hij dan echt wil, zou hij nog verder kunnen studeren op de universiteit. Hij heeft er nu de motivatie voor, en naar mijn bescheiden mening, ook de kwaliteiten. Daar praten we wel eens over. Hij wil straks genoeg geld gaan verdienen om zijn gezin een goede toekomst te kunnen bieden.’

Eduard lacht. ‘Hij heeft je in ieder geval heel hoog zitten. En daarmee heb je ook een hele goede invloed op hem. Eerst was hij al tevreden om alleen maar timmerman te zijn, en nu wil hij al hele huizen gaan ontwerpen. Ik vond het destijds al zonde, dat hij niet echt verder wilde leren, maar ik kon hem niet dwingen om het te doen. Tot jij een rol ging spelen in ons leven. En daarom ben ik ook zo blij, dat jij de man bent, met wie Lisa straks gaat trouwen. Met alle liefde draag ik straks de hand van mijn dochter aan jou over.’

Ik zet de wagen even langs de kant van de weg, want dit doet me best wel wat. Ik moet even een traantje wegpinken, en Eduard glimlacht. ‘Je bent echt een prima kerel, Peter. Ondanks je roerig verleden. Ik heb vrienden bij de politie, en die kenden je nog uit je verleden. Ze vonden je destijds een ruwe bolster met een hart van goud. Destijds een snelheidsduivel, en ook roekeloos. Maar wel goudeerlijk, en je maakte het nooit echt erg bont. Ik weet, dat ze toen best wel eens een oogje hebben dichtgeknepen, toen ze je weer eens te hard reed. Maar nu weten we wel, waarom je dat deed. Toen ik mijn vrienden vertelde, dat je met Lisa ging, en dat je vader werd, vertelden ze me, dat je nu wel je wilde haren zou hebben verloren, en dat ik een heel goede schoonzoon aan je zou hebben. Maar dat wist ik natuurlijk al. Maar het is altijd wel leuk om te horen, dat anderen ook zo over je denken.’

‘Hmm, ik wist niet, dat ze me nog konden daar in Apeldoorn. En ja, ik heb toen veelvuldig contact met ze gehad. Kan ook niet anders, als je een kroeg bezit.’

‘Ja, dat hebben ze me ook verteld. Soms hebben ze wel heimwee naar die tijd. Tegenwoordig is het in die kroeg niet meer zo netjes als toen. Ze moeten er nu regelmatig naar toe, en destijds regelde jij dat wel even. Dan hoefden ze alleen maar achteraf even langs te komen om de betroffene op te komen halen.’

‘Dat kan ik me wel voorstellen. Ik regelde dat zelf altijd wel even. In mijn tent was er nooit herrie. Het maakte me niet uit, wie het was, die werden gewoon hardhandig te tent uit gesmeten. Dat konden ze een keer presteren, een tweede keer was een definitief verbod om nog binnen te komen. En daar zijn er wel eens goed achter gekomen. Mijn vrienden waren heel goed erin, om met zulke gasten om te gaan. Die lieten ze eerst binnenkomen, om ze dan voor het oog van iedereen vast te binden en kaal te scheren. En dan werden ze zo de deur uit gezet.

Dat gaf dan achteraf wel eens wat problemen, vooral met die gastjes, die van rijke en invloedrijke ouders afstamden. Maar daar had ik geen boodschap aan. Dan hadden ze maar niet moeten proberen nog binnen te komen. En je kon er dan donder op zeggen, dat je de komende weken ook geen herrie meer in de tent had. Werkte prima.’

Eduard lacht. ‘Je hebt in je jonge leven volgens mij al meer meegemaakt, als ik in mijn hele leven.’

‘Dat zou zomaar eens kunnen. Ik heb erg veel gedaan, en daarom trek ik er ook niet meer zo aan, om nieuwe dingen te doen. Ik hoef mezelf niet meer te bewijzen. Dat ik heb in mijn jeugd al eens geprobeerd, en ben erachter gekomen, dat het helemaal niet nodig is.

Maar nu ga ik wel een hele nieuwe uitdaging aan, de grootste uit mijn leven. En niet meteen een, maar gelijk twee!’

Eduard moet lachen. ‘Ja, maar dat is wel een rol, die op je lijf is geschreven. Ik hoef alleen maar naar jou en Lisa te kijken om te zien, dat het je zal gaan lukken.’

Ik rijd dan weer verder en even later komen we aan in Sare. Ben is net klaar met de marinades, het vlees ligt er al allemaal in. Dat scheelt weer enorm voor morgen. Ik controleer nog even, of alles goed is, maar er zijn geen fouten gemaakt.

Lisa vraagt aan me: ‘En? Heb je alles kunnen krijgen voor morgen?’

‘Ja, en zelfs nog meer dan dat. Ik heb er ook nog wat blauwe bessen gekocht, en wat siroop, die zijn vrouw zelf maakt. Daarmee zou ik ook een alcoholvrije variant kunnen maken, die ongeveer hetzelfde smaken. Eduard heeft me daarbij goed geholpen.’

‘Dan ben ik wel eens benieuwd. Maar zou ik toch nog een cocktail mogen, met alcohol?’

Hoe kan ik het haar nu nog weigeren? Maar ik zeg toch streng: ‘Goed, nog eentje! Maar daarna is het voorlopig streng geheelonthouding qua alcohol.’

Ze glimlacht en geeft me dan een zoen. ‘Meer vraag ik ook niet, Peter. Maar ik vind die cocktail echt heel erg lekker!’

‘Eigenlijk heb jij het mede uitgevonden. Dus deze heb je jezelf wel verdiend.’
Lees verder: Charlotte - 23
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...