Door: Oelewapper
Datum: 24-11-2020 | Cijfer: 9.2 | Gelezen: 2495
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 38 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 38 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: De Gloed - 5: Kaarten Op Tafel
Slot
“Lamashtu, wat heb je gedaan?”
Megaera keek verbijsterd naar haar zus die gelaten stond te kijken naar het levenloze lichaam van Aphrodite.
“Ze is een stap te ver gegaan. Jonas was van mij.”
Aphrodite, Lamashtu en Megaera waren een drieling. Hun namen kregen ze van hun vader, professor in de oudheidkunde. Drie weken na hun geboorte stierven hun ouders in een verkeersongeluk. Ze werden opgevoed door hun oma, een hogepriesteres in een wicca-coven. Zij wijdde hen in in de leer van de wicca. De meisjes waren alledrie zeer begaafd. Hun voeling met de energieën was zeer hoog.
Het waren drie blonde aantrekkelijke meisjes met lichtblauwe ogen. Uiterlijk leken ze als drie druppels water op elkaar. Hun karakters waren echter extreem verschillend.
Aphrodite kon je omschrijven als een lief, speels en ondeugend meisje. Ze was zich bewust van haar schoonheid. Het maakte haar echter niet hoogmoedig. Ze was daarentegen heel warmhartig, straalde levenslust uit en genoot met volle teugen van de geneugten des levens. De mensen hielden van haar en zij hield van de mensen.
Aphrodite was heel populair bij de jongens. Ze trok hen aan als bijen naar een bloem vol stuifmeel. Ze gaf hen allemaal aandacht, maar was toch heel kieskeurig over de jongens die een beetje meer aandacht van haar verdienden.
Lamashtu was een ernstig, ietwat verlegen en beetje teruggetrokken persoon. Als je haar zocht, kon je best in alle hoeken van het huis zoeken, waar ze vast en zeker een boek zat te lezen. Haar neutrale gezicht leek een beetje nors. In gezelschap werd ze daardoor vaak genegeerd. Zelf vond ze dat niet erg. Ze was geen people person.
Toch verlangde Lamashtu heel erg naar de romantische liefde die ze kende uit de boeken die ze las. Ze was echter te introvert om contact met jongens te maken. De meeste jongens vond ze trouwens regelrechte idioten.
Megaera was de meest onzichtbare van de drie. Ze hield enorm van de natuur. Als ze niet in de moestuin bezig was, of lange wandelingen aan het maken, dan was ze gewonde dieren aan het verzorgen die ze had gevonden. Het is niet dat Aphrodite en Lamashtu veel ruzie maakten. Ze vermeden elkaar zo veel mogelijk. Megaera was de lijm die ervoor zorgde dat de zussen konden samenleven.
Megaera was helemaal niet geïnteresseerd in jongens. Ook niet in meisjes.
Op een dag ontdekte Lamashtu na een bibliotheekbezoek dat haar fietsband lek was. Een jongen kwam net de bibliotheek buitengewandeld, zag haar radeloosheid en kwam naar haar toe. Ze had hem al vaak, net als zij, met zijn neus in de boeken zien zitten. Af en toe hadden ze een stiekeme blik naar elkaar geworpen.
Hij heette Jonas en bleek een rustige en intelligente jongen te zijn. Een beetje timide ook.
Jonas hielp haar om het lek te repareren. Nadien wandelden ze pratend naar huis. Hij had erop gestaan om haar te begeleiden. De volgende weken groeiden ze naar elkaar toe.
Lamashtu bloeide helemaal open. Haar norse blik verdween en haar lach was meer en meer te horen in huis. Ze droomde van hem. Meer dan samen praten en lachen was er nog niet gebeurd, maar het was voor Lamashtu duidelijk dat ze zielsgenoten waren.
Enkele weken later nodigde ze hem uit voor het zondagse diner. Ze wilde Jonas voorstellen aan haar oma en zussen. Het noodlot sloeg echter toe. Jonas had de hele avond vooral aandacht voor Aphrodite. Niet dat ze mooier was dan haar zussen. Het was haar vrolijkheid die Jonas helemaal betoverde en die zijn aandacht opslorpte. Een steek van jaloezie maakte een eerste litteken in het hart van Lamashtu. Ze verborg haar negatieve gevoel echter diep in haar ziel.
De volgende dag kwam Jonas op eigen houtje langs. Hij had de hele nacht gepiekerd. Hij was graag bij Lamashtu. Ze zaten op hetzelfde niveau en hij had een heel goede vriendin aan haar. Maar wat de verleidelijke Aphrodite met hem deed, had hij nog nooit meegemaakt. Ze kon hem aankijken alsof de hele wereld rond hem draaide. Als ze lachte, leek ze enkel voor hem te lachen. Hij was hopeloos verloren.
Uiteindelijk had hij al zijn moed samengeraapt om zijn verliefdheid aan haar kenbaar te maken. Hij zag Aphrodite in de tuin zitten en ging direct langs de zijkant van het huis naar haar toe.
Lamashtu had hem vanuit het raam van haar kamer zien toekomen en haastte zich naar beneden. Ze keek de tuin in. Haar hart sloeg enkele tellen over. Ze zag hoe Jonas Aphrodite kort op de lippen kuste. Ze duwde hem niet weg, maar lachte even en fluisterde hem iets in het oor. Jonas knikte en ging weg.
Lamashtu was razend. Ze voelde hoe haar lichaam kolkte en bruiste van energie. Alles werd zwart voor haar ogen. Haar nuchterheid verdween volledig en werd opgeslokt door een nietsontziende haat. Ze bundelde alle energie die ze in zich voelde en richtte die op haar zus.
Aphrodite had nooit geweten wat er gebeurde. Lamashtu besefte niet dat het Jonas was die Aphrodite onverwachts had gekust en dat zij hem liefdevol had afgewezen.
“Lamashtu, wat heb je gedaan?”
“Ze is een stap te ver gegaan. Jonas was van mij.”
Megaera had alles zien gebeuren. Ze had in de moestuin onkruid zitten verwijderen. Haar onbezorgde jeugd stopte op datzelfde moment. Ze besefte dat Lamashtu haar eerste stap op het pad van de negatieve energieën had gezet. Haar apatische houding toonde geen enkel schuldbesef. Haar kracht was echter enorm. Vanaf nu moest Megaera proberen om het evenwicht te bewaren.
Na de dood van Aphrodite had Jonas de hand aan zichzelf geslagen. De lijkschouwer had geen oorzaak voor het plotse overlijden gevonden en haar dood als een plotseling hersenfalen geklasseerd.
Wat Lamashtu niet wist, was dat Jonas haar na de afwijzing door het raam had zien kijken. Hij had zich geschaamd. Een paar keer had hij geprobeerd om haar te spreken. Zij wilde hem niet zien. De dag na de begrafenis van Aphrodite maakte hij er een eind aan.
Lamashtu koos die dag voor wraak.
*****
Vlakbij het Ladeuzeplein in Leuven ligt de faculteit Letteren van de Katholieke Universiteit Leuven. Tussen enkele hoge gebouwen met aula’s en kantoorruimtes van de professoren in ligt een gezellig parkje. Tijdens de nachtelijke uren is het meestal verlaten, op een enkele hondenuitlater of student die een kortere weg naar zijn kot zoekt, na.
Nu was het er echter druk. Het voorbije uur waren er verschillende groepjes vrouwen samengekomen. Ze werden opgevangen door enkele leden van Julia’s coven. Alle aanwezigen zagen een intense gloed over het park hangen.
Julia was duidelijk erg nerveus. Ze was al een half uur aan het ijsberen. Mats, die zelf ook al niet bepaald zen kon worden genoemd, werd er nog zenuwachtiger van. Hij hield haar tegen, nam haar in zijn armen en kuste haar. Hun lippen proefden elkaar. Het was geen passionele kus. Het was een zoen van thuiskomende liefde. Zoals ze ondertussen bijna gewoon waren, versmolt en versterkte hun gloed. Ze zaten even in hun cocon die hen tot rust bracht.
“Liefje, mag ik je iets vragen?” Mats had zijn hoofd slechts enkele millimeters van Julia losgetrokken.
Meer dan een zachte “Mmm” zei ze niet. Ze had haar ogen gesloten tijdens de liefdevolle kus en leek niet van plan deze nu te openen.
“Toen Patrick ons een paar dagen geleden bedreigde, zei je dat je een valse tand met gif in je mond had. Is dat echt waar?”
Julia opende haar ogen en keek hem lachend aan. “Zot! Ik ben geen James Bond. Ik ben een gewoon meisje dat, net als jij, toevallig in dit circus is beland. En jij bent een naïeve zot. Mijn naïeve zot!” Ze sloot haar ogen weer en zette de zoen verder.
Toen alle vrouwen waren toegekomen, verzamelden ze zich rond Julia. Ze nam het woord.
“Jullie hebben geen idee hoe dankbaar ik ben dat jullie vanavond hier zijn gekomen om te helpen bij de reddingsmissie van jullie zuster en mijn mama. Ik besef dat het gevaarlijk kan worden. Ik kan enkel hopen dat alles vlot verloopt.”
Ze gaf het woord door aan Patrick. Hij deed het plan uit de doeken.
“We hebben jullie vooral nodig om alle uitgangen, zowel van de universiteitsbibliotheek als die van de parking te bewaken. Niemand mag binnen of buiten. We hebben genoeg wapens voorzien om elke groep zichzelf te laten verdedigen. We voorzien echter geen probleem. Op dit uur zou er enkel een minimumbewaking aanwezig mogen zijn. Jullie rol lijkt klein, maar ze is uiterst belangrijk. We kunnen niet riskeren dat ze met Leen ontsnappen of dat er extra versterking komt.
Met vier zullen we de redding uitvoeren. Ik zal eerst alleen met de lift naar het hoofdkwartier afdalen. Zodra ik binnen ben, schakel ik de bewaking uit. Ondertussen stuur ik de lift met de toegangsbadge terug naar boven voor de rest.
Om 4 uur starten we. Het is het laatste uur voor de wachtwissel. De meeste bewakers zijn dan veel minder oplettend.”
*****
Het was 4 uur. Iedereen had zijn plaats zo onopvallend mogelijk ingenomen.
Patrick drukte zijn badge in de lift tegen de wandplaat. Een duidelijke ping was hoorbaar en de lift begon te zakken. Hij slaakte een gespannen zucht van opluchting. “Dat is al één”, mompelde hij.
Hij stak zijn handen in de zakken van zijn jasje en haalde de inhoud eruit. In zijn linkerhand stak een doek. In de andere had hij het flesje chloroform vast dat hij van Katrien had gekregen. Hij schudde een deel van de vloeistof over de doek uit, en stak alles terug in zijn zakken.
De liftdeuren gleden open. Voor zich zag hij de metalen wand waar hij het voorbije jaar zo vaak voor had gestaan. Aan het plafond hing een camera. Zodra de liftdeuren opengingen, was er een rood lichtje aan de camera beginnen branden. Patrick keek recht in de lens.
Er gebeurde niets. Er verschenen zweetdruppels op zijn voorhoofd. Hij had er nooit echt op gelet hoe lang de identificatie duurde. Nu leek het uren te duren.
Na wat uiteindelijk slechts vijftien seconden waren, schoof de metalen wand open. Patrick wandelde rustig de verlaten gang in. Enkel in het bewakingshokje net achter de metalen wand zat een bewaker naar enkele schermen te staren.
Zonder aarzelen stapte hij bedaard het hokje in. De bewaker keek even op, maar draaide zijn hoofd terug naar de schermen toen hij Patrick herkende. Hij drukte de doek tegen de neus van de bewaker. Hij gaf geen kik. Zodra zijn lichaam begon te verslappen, legde Patrick het bovenlichaam voorover op de werkplek.
Hij nam de telefoon en belde een gsm-nummer. Na drie beltonen hing hij op. Patrick wachtte de anderen op in de lege hal. Hij was tevreden. Tot nu toe liep alles vlotter dan verwacht. Op de bewakingsbeelden had hij nergens beweging gezien. Het zag ernaar uit dat ze vrij spel hadden. Waarschijnlijk hadden ze nog een dik half uur om Leen te bevrijden.
Het schuldgevoel dat zijn geweten al enkele dagen bezwaarde, begon eindelijk wat te verminderen. Na de eerste injecties waren er telkens momenten geweest dat zijn gevoelens terugkeerden. Nog voor hij kon reageren en ontsnappen, werd hij steeds opnieuw gedrogeerd. Hij had de voorbije weken echter zoveel injecties gekregen dat het middel zich in zijn DNA had opgenomen.
Zijn nieuwe kans op leven wou hij niet weggooien. Hij zou de rest van zijn leven strijden tegen deze organisatie. Niemand zou nog door de hel mogen gaan die hij had meegemaakt.
De liftdeur schoof open. Julia, Mats en Katrien waren opgelucht Patrick te zien. Ze hadden wel het verwachte signaaltelefoontje gekregen, maar je kon nooit zeker zijn. Voor hetzelfde geld was Patrick terug onder invloed.
Patrick toonde hen de weg naar de cel van Leen en gaf hen een sleutel mee. Zelf zou hij aan het bewakingshokje blijven om alles in het oog te houden.
Ze hadden de cel van Leen snel gevonden in een korte gang met enkele stalen deuren. Mats stak de sleutel in het sleutelgat en draaide. Ze hoorden een duidelijke klik. Er was geen klink, dus draaide hij verder door en trok de deur open.
Julia slaakte een kort gilletje. Mats keek geschrokken de schemerige kamer in. In het midden stond Leen. Ze was helemaal naakt en geboeid aan handen en benen. Haar mond was met tape dichtgeplakt. Achter haar stond Aamon. Hij had een arm rond haar nek geslagen. De tranen stroomden over haar wangen.
“Welkom dames. En heer. Treed binnen ons nederige stulpje!” De theatrale verwelkoming was bevreemdend. Het leek bijna alsof ze in een slechte B-film waren beland waarin de acteurs zich niet bewust waren van hun overacting. Toch luisterden ze gedwee. Ze haalden alle drie een pistool tevoorschijn en richtten het over de schouder van Leen op de man die zich niet helemaal achter haar lichaam kon verbergen. Daar was hij te groot en zij te slank voor.
Zonder aarzelen toonde hij zijn andere hand. Hij had een injectienaald vast, gevuld met het zwarte obsidiaan, en drukte die tegen de schouder van Leen. Die begon te roepen. Door de tape was ze echter niet verstaanbaar. Aamon drukte zijn arm wat steviger tegen de nek van Leen aan. Ze zweeg onmiddellijk.
“Dachten jullie nu werkelijk dat jullie hier zomaar ongezien konden binnenstormen? We wachten jullie al een tijdje op. Proficiat trouwens met de vrouwengilde die jullie hebben verzameld. Heel indrukwekkend. Jammer dat jullie die verdomde gloed met jullie meedragen. Je had evengoed een zwaailicht op je hoofd kunnen zetten. Wees gerust, we laten buiten iedereen gerust. Hierbinnen daarentegen!”
Aamon lachte luid. Hij trok zich niets aan van de wapens die op hem gericht waren. Het zou niet lang duren voor ze zich overgaven. Hij keek naar Julia. Ze was duidelijk de dochter van Leen. Ze hadden dezelfde gelaatstrekken. Haar borsten vond hij echter te klein. Hij verkoos de heerlijke uiers van haar moeder.
“Zo Julia, ik ben blij dat je zelf naar ons bent gekomen. Dat bespaart ons heel wat zoekwerk. Je bent een stout meisje geweest, weet je dat? Je hebt onze goede zaak heel wat stokken in de wielen gestoken. Daarvoor verdien je een flinke straf.”
“Laat haar gaan!” Julia sprak luid.
Aamon reageerde geamuseerd. “Of wat? Schieten jullie me dan dood? Weten jullie wat er in deze spuit zit? Dit is de laatste dosis die je mama nodig heeft om voor de rest van haar armzalige leventje gevoelloos en willoos te zijn. Met één druk van mijn hand ben je haar voorgoed kwijt. Doe die wapens dus maar weg.”
*****
Patrick zag op een van de bewakingsschermen de deur van de vergaderruimte opengaan. Een vrouw haastte zich naar de cellen toe. Hij nam de telefoon en belde naar het gsm-nummer van Julia. Het antwoordapparaat sprong direct aan. Hij besefte dat er hier geen gsm-bereik was.
Hij wist niet wat hij moest doen. Als hij de ingang en de schermen uit het oog verloor, was alle overzicht weg. Voordat hij een besluit kon maken, was de vrouw de cel van Leen binnengegaan.
*****
“Aamon, laat die vrouw los!”
Julia, Mats en Katrien schrokken toen ze de stem achter zich hoorden. Katrien en Mats richtten hun pistool op de vrouw die achter hen was verschenen. Julia had de stem herkend en hield het hare angstvallig op het hoofd van Aamon gericht.
Zijn plezier leek groter te worden. “Kijk eens wie we daar hebben. Megaera, de verraadster.”
Megaera liet zich niet uit het lood slaan. Ze bleef ijzig kalm. “Laat die vrouw los!”
Aamon genoot zo van dit moment dat hij niet te stoppen was. “Ik heb de rector verteld dat jij de verraadster bent.”
Megaera sloot haar ogen.
Aamon taterde rustig verder. Het waren blijkbaar niet enkel de slechteriken in films die hun plannen graag uit de doeken deden voor ze toesloegen. Ook in het echt waren ze vol van zichzelf. “Ze wou me eerst niet geloven. Daarom heb ik haar mijn plan voor deze valstrik voorgelegd. Ze ging akkoord. Weet je wat…”
Aamons adem stokte. Hij voelde hoe zijn longen stopten met werken. In zijn hoofd ontstond er een enorme druk die een voor een zijn lichaamsfuncties uitschakelde. Hij besefte dat hij Megaera had onderschat. Hij had nooit beseft dat ook zij over krachten beschikte.
Vlak voor hij dood neerviel, drukte hij met zijn duim het obsidiaan in de schouder van Leen.
Iedereen zag hoe het obsidiaan zich via haar aders doorheen het lichaam van Leen verspreidde. Julia gilde en rende naar Leen toen. Ze omhelsde haar en probeerde met haar gloed Leen te redden. Het lukte niet. Julia was ten einde raad. Ze voelde zich machteloos. Terwijl ze zich aan het lichaam van Leen vastklampte, begon ze luid te wenen.
Mats stond aan de grond genageld. Ze hadden gefaald. Hun reddingspoging was mislukt.
Katrien zag wat er gebeurde. Ze pakte Mats bij zijn schouders vast en keek hem diep in de ogen. “Mats, er is een uitweg. Jullie hebben Patrick ook gered. Weet je nog?”
Mats snapte onmiddellijk wat Katrien bedoelde. Hij stapte op Julia af, trok haar armen los van Leen en omhelsde haar. Julia reageerde hysterisch en probeerde zich uit zijn armen los te rukken. Hij hield haar echter stevig vast en probeerde tot haar door te dringen.
“Julia, stop! Denk aan Patrick. Denk aan de parking.”
Julia staakte haar tegenstand. Ze had enkele tellen nodig voor de woorden van Mats tot haar doordrongen. Toen nam ze zijn hoofd in haar handen en drukte haar lippen op zijn mond. Ze duwde haar tong bij hem naar binnen en zocht wanhopig naar zijn tong. Hij kwam haar tegemoet. De zalige warmte die hij verwachtte, kwam echter niet. Even probeerde hij haar forse tongbewegingen te pareren. Toen trok hij zijn hoofd weg.
“Luister, Julia. Dit werkt niet. Er gebeurt niets. Weet je nog in de villa? Toen gebeurde er eerst ook niets. Het was pas toen je je overgaf aan de liefde dat onze gloed sterker werd. Vergeet even je mama. Denk aan ons.”
Mats legde zijn handen op het kontje van Julia en bracht zijn hoofd naar haar hals. Heel zachtjes drukte hij zijn lippen tegen haar vel. Vol tederheid kuste hij haar. Zijn handen gaven lichte kneepjes in haar billen. Rustig verplaatste hij zijn hoofd langs de nek van Julia naar haar oor. Heel even nam sabbelde hij op haar oorlel. Hij voelde hoe de spanning uit Julia’s lichaam wegvloeide.
Hij zocht de warme mond van Julia terug op. Ze gaf zich over.
Terwijl de gloed langzaam sterker werd en hen van de realiteit afsloot, werd Megaera onrustig. “We moeten maken dat we hier wegkomen,” zei ze tegen Katrien. “Als de rector inderdaad op de hoogte is, kan hier elk moment een heel leger voor de deur staan.”
Katrien had dit eerder zien gebeuren. Ze wist dat het moeilijk zou zijn om deze toenemende gloed te doorbreken. “En wat met Leen?”
“Jullie kunnen haar later ook nog helpen. Eerst moeten we hier weg.”
Katrien stapte op Julia en Mats af. Ze waren ondertussen volledig omgeven door een felrode, uitdijende mist. Ze schreeuwde naar hen. “We moeten hier weg. Weg!”
Het haalde niets uit. Ze hoorden niets meer. Katrien durfde de gloed niet instappen. Ze zag hoe Julia en Mats zich tijdens hun kus hadden uitgekleed. Julia’s hand begeleidde de stijve penis van Mats naar grotje.
Er zat maar één ding op. Ze ging achter Leen staan, die stoïcijns voor zich uitkeek, en duwde haar in de richting van het vrijende koppeltje, recht de gloed in.
*****
Onafgebroken staarde Patrick naar het scherm waarop de deur van cel 5 te zien was. Sinds Megaera er naar binnen was gegaan, was er niets meer gebeurd. Hij vroeg zich af of dit nu een goed of een slecht teken was.
In zijn ooghoek zag hij een beweging op een ander scherm. Uit een van de kantoren kwam een gestalte gestapt. Hij kon zijn ogen niet geloven. Het was dezelfde vrouw die zonet de cel van Leen was binnengegaan.
*****
Het lichaam van Leen lag uitgeteld op de vloer. Julia en Mats zaten naakt naast haar op de vloer. Toen ze in de gloed was terechtgekomen, was er een lichte schokgolf door de gloed gegaan. Het obsidiaan in Leens lichaam was sterker geweest dan bij Patrick.
Julia en Mats hadden elkaar geschrokken losgelaten. Een deel van de gloed werd door Leen geabsorbeerd. Ze was al schokkend op de grond gevallen.
Megaera probeerde tot hen door te dringen. “Pak haar vast! We moeten weg. Nu!”
Op hetzelfde moment zagen ze hoe de zwartheid uit de aders van Leen begon te verdwijnen. Julia was dolgelukkig. “Het werkt!”
“Megaera! Dus toch!” In de deuropening van de cel stond het evenbeeld van Megaera. “De tweede zus die me verraadt.”
Lamashtu, de rector, overschouwde onbewogen de toestand. Julia en Mats zaten naast een bewusteloze Leen. Katrien hield een pistool op haar gericht. Megaera keek haar bezorgd aan.
“Waarom?”, vroeg Lamashtu.
“Om de balans in evenwicht te houden. Ik kan niet toelaten dat je de levensenergie blijft terugdringen.”
Een besef drong tot Lamashtu door. “Jij hebt de ceremonie georganiseerd.”
Megaera knikte. “Het was nodig. De mensheid zou het anders niet overleven. Ze zouden zichzelf de vernieling in helpen. Er was weer menselijkheid nodig.”
“Heb jij dat kind uitgekozen?” Lamashtu wees naar Julia.
Megaera schudde haar hoofd. “Nee, dat heb je zelf gedaan. Herken je haar dan niet? Herinner je je nog die oude dronken man in de winkelstraat die viel? De mensen die hem negeerden en gewoon verder wandelden? Zij is dat ene meisje dat zich wel om hem bekommerde. Je vergeleek haar met…”
“Aphrodite!” De naam werd vol walging uitgespuwd.
Megaera keek haar zus doordringend in de ogen. “De wereld had een nieuwe Aphrodite nodig. Er was bijna geen mededogen meer.”
Lamashtu reageerde schamper. “Stop met je geloof-, hoop- en liefdeshow. Je weet net zo goed als ik dat de mens gedoemd is tot zelfvernietiging. Ik help hen enkel een handje. Euthanasie is pijnlozer dan zelfmoord.”
“Draait dit nog steeds om Jonas?” De stem van Megaera klonk verbaasd.
“Spreek zijn naam niet uit,” siste Lamashtu. “Hij heeft hier niets mee te maken. Dus jij hebt dat kind geleerd hoe ze de gloed moest oproepen?”
“Het was niet de schuld van Aphrodite. Jonas kuste haar.” Megaera bleef heel rustig. Lamashtu’s emoties namen echter de overhand.
“Ik zei dat je hem niet mocht noemen! Heb jij dat kind over de gloed verteld?”
“Aphrodite wees Jonas af en stuurde hem naar jou. Hij zag jou staan en droop af.”
Lamashtu zat op haar kookpunt. “Stop ermee! Heb jij dat kind…”
Julia onderbrak haar. “Dat kind heeft een naam. Ik heet Julia!”
Voor de tweede keer in haar leven verloor Lamashtu de controle over zichzelf. Ze bundelde haar energie en richtte die op Julia. Er gebeurden verschillende dingen tegelijk.
Megaera, die de gezichtsuitdrukking van lamashtu herkende van 30 jaar eerder, reageerde instinctief en gooide zich tussen Lamashtu en Julia in. Ze viel terstond dood neer. Ze had helaas niet alle energie kunnen tegenhouden.
Julia was rechtgesprongen. Ze voelde dat er iets stond te gebeuren. Halverwege haar beweging voelde ze een grote druk in haar hoofd. Ze slaakte een gil en viel bewusteloos op de vloer.
Een luide knal weerklonk.
Patrick had besloten zijn post aan de toegangsdeur te verlaten om poolshoogte te nemen. Op het moment dat hij Julia zag vallen, had hij geen seconde getwijfeld. Hij schoot Lamashtu in het hoofd.
Op hetzelfde moment dat Lamashtu neerzeeg, opende Leen haar ogen. Die hadden weer hun lichtblauwe kleur. Het eerste wat ze zag, was haar dochter die bewusteloos op de vloer lag.
Een ijselijke gil doorbrak de chaos.
*****
Een maand later
Mats duwde de deur van de kamer van Julia open. Net als elke avond bracht hij haar een bezoekje na zijn werk. Leen en Katrien zaten aan haar ziekenbed te praten met haar dokter. Een gevoel van onbehagen bekroop hem.
“Is er nieuws?” Hij keek naar Julia. Hij zag geen verandering. Van haar gloed bleef nog slechts een vage schaduw over.
De specialist draaide zich naar Mats. “We hebben vandaag weer een aantal tests gedaan. Eerlijk gezegd hebben we nog geen idee waarom Julia in coma ligt. Al haar lichaamsfuncties werken naar behoren. We staan voor een medisch raadsel. De labresultaten hebben wel iets anders ontdekt.”
Iedereen keek de dokter hoopvol aan. Hij aarzelde even. “Julia is op dit moment één maand zwanger.”
Het nieuws sloeg bij Mats in als een bom. “Wat?”
De dokter opende het dossier dat hij in zijn handen had. Hij bladerde in de documenten tot hij het juiste verslag voor zich zag. “In de laatste paar dagen voordat Julia hier in coma werd binnengebracht, moet ze bevrucht zijn geweest.”
Mats moest even gaan zitten. Hij besefte dat het gebeurd moest zijn tijdens hun eenmalige vrijpartij in de villa. Hij zou papa worden. Kon dat wel nu Julia in coma lag?
Alsof de arts wist wat hij dacht ging hij verder. “Lichamelijk gezien is er geen enkele reden waarom dit kindje niet zou kunnen groeien en uiteindelijk geboren worden. We hopen nog steeds dat Julia plots uit coma zal komen.”
Toen de dokter weg was, keek Mats naar Leen en Katrien die de hele tijd opvallend stil waren geweest. Nu hij erover nadacht, besefte hij dat ze op geen enkel moment verbaasd waren geweest. Het leek wel alsof ze wisten dat Julia zwanger was. Plots daagde er een herinnering uit de schemerzone van zijn geheugen op. De woorden die Julia zacht had gefluisterd terwijl ze op hem in slaap viel nadat ze de liefde hadden bedreven: “De profetie is voltooid.” Hij probeerde zich te herinneren wat er in die profetie precies stond. Het was allemaal te vaag.
Hij keek Katrien aan. Ook zij had het over de profetie gehad. “Moet jij me niets vertellen?”
Ze leek opgelucht. “Ja. De organisatie is spoorloos. Het lijkt wel alsof ze nooit hebben bestaan. We vermoeden echter dat ze zich aan het hergroeperen zijn. Patrick en ik…”
“Ja, ik weet het. Patrick en jij zijn samen en gelukkig. Maar dat bedoelde ik niet,” onderbrak Mats haar bitsig.
Katrien wisselde een blik van verstandhouding met Leen. “”Wat bedoelde je dan wel?”
“Waarom leken jullie niet verbaasd toen de dokter zei dat Julia zwanger is? Heeft het met die profetie te maken?”
“Je had het dus al door.” Katrien zuchtte. Ze nam haar gsm, zocht een foto op en toonde die aan Mats. “Dit is een vertaling van de profetie naar het Nederlands.”
Mats las het luidop.
De dag dat de derde zuster de balans tussen leven en dood niet kan bewaren
Zal een heldin strijdbaar de woelige wateren bevaren
Aan te weinig kracht zal zij ten ondergaan
Het nieuwe leven, krachtiger door de zuiverheid vol liefde, kan de strijd wel aan
Mats begreep het niet. Katrien nam zijn hand vast. “Op het moment dat Megaera besefte dat de macht van de organisatie te groot werd en dat haar eigen invloed op Lamashtu niet sterk genoeg meer was, zocht ze naar een heldin die de gloed zou kunnen verspreiden. Ze vond Julia. Ze was echter niet sterk genoeg. Julia wist dat. Ze wist dat ze zichzelf zou moeten opofferen.”
Mats trok zijn hand los. “Wie zegt dat zij dat nieuwe leven niet is? Zij zat vol liefde. Zij was zuiver.”
Leen, die tot nu toe nog niets had gezegd en vanop de achtergrond alles had gevolgd, reageerde. “Zij wel, haar vader niet! Die eikel heeft ons in de steek gelaten op het moment dat hij te weten kwam dat ik zwanger was. Het was per ongeluk.”
Katrien nam weer het woord. “Jullie kindje zal geboren worden uit twee liefdevolle mensen. Het zal krachtig genoeg zijn om de strijd tegen de slechte energieën aan te gaan.”
Het werd even stil in de kamer. Leen stond recht en ging naar Mats. Ze trok hem uit de stoel en gaf hem een stevige knuffel. Dan keek ze hem diep in de ogen. “Ik word oma. Ik ben blij dat jij de papa bent. Je zal dat goed doen.”
*****
Een jaar later
“Ze slaapt eindelijk!”
Mats en Leen stonden aan het wiegje van het uiterst levendige meisje dat zich voor een paar uur had teruggetrokken in dromenland. De gloed rond het baby’tje was heel sterk.
De voorbije maanden waren als een waas aan Mats voorbij getrokken. Een permanente droefenis om Julia’s overlijden had zijn levenslust aangetast. Ze was nooit uit coma geraakt, en de geboorte van het kindje was teveel geweest voor het verzwakte lichaam van Julia. Om haar nagedachtenis levend te houden hadden ze het meisje Julia genoemd.
Mats sleepte zich door de dagen heen, rouwend om de vrouw die hem heel kortstondig het echte geluk had getoond. Het enige wat hem overeind hield, waren zijn kind en zijn werk.
Gelukkig had hij vanaf de eerste dag de hulp en de steun van Leen gekregen. Hoewel ze zelf haar dochter had verloren na een emotioneel zware periode, had ze de touwtjes onmiddellijk in handen genomen. Ze had haar logeerkamer ter beschikking gesteld van Mats. Haar bureau werd omgetoverd tot een kinderkamer. Ze had de zorg van haar kleindochter en van Mats op zich genomen.
In eerste instantie had Mats dit allemaal gelaten beleefd. Hij was gewoon blij geweest dat hij er niet alleen voor stond.
Gaandeweg had Leen geprobeerd om hem uit zijn lusteloosheid te trekken. Ze plande uitjes naar het park en wandelingen doorheen de stad. Af en toe moest ze hem wel ferm en kordaat toespreken. Niet dat ze daar enig probleem mee had. Ze was immers zelfbewust en recht voor de raap.
Mats respecteerde haar. Dat ze hem probeerde wakker te schudden, stoorde hem totaal niet. Hij besefte wel dat hij zichzelf moest herpakken. Haar droge gevoel voor humor hielp hem daar wonderbaarlijk genoeg vaak bij.
De laatste tijd had hij haar vaak bekeken als ze met het kindje bezig was. Hij herkende Julia in haar. Ze hadden dezelfde lachende ogen. Julia zou er later net zo hebben uitgezien, mocht ze nog hebben geleefd.
Wat hem het weemoedigste maakte, was het besef dat hij nooit de tijd had gekregen om Julia echt te leren kennen. Tussen het moment dat zij hem in de keuken om zijn hulp vroeg en de noodlottige gebeurtenissen zaten er maar drie dagen. Drie dagen die zijn leven volledig ondersteboven hadden gegooid.
De enige manier om Julia te leren kennen was via Leen. Hij had haar vaak gevraagd om over Julia te vertellen. Hij slorpte alle verhalen in zich op en bouwde verder aan het droombeeld dat hij van haar had. Meestal eindigden de avondjes met een fles wijn. De amusante gesprekken dwaalden vaak weg van Julia.
“Ze slaapt eindelijk!”
“Leen?” Mats keek naar zijn slapende dochtertje.
“Ja?”
“Dank je wel.” De woorden werden heel stil gezegd. Het klonk bijna als de wind die in de herfst door de bladeren van de bomen ruiste.
Leen had ze wel degelijk verstaan. Toch hield ze zich van de domme. Ze was niet de vrouw van de grote uitgesproken gevoelens. “Mmm!” Een goedkeurend geluid was voor haar voldoende om hem te laten weten dat ze zijn dank apprecieerde.
Voor Mats was het echter niet genoeg. Zijn genegenheid voor Leen was de voorbije weken enorm gegroeid, ondanks zijn rouw. “Nee, ik meen het.”
Leen die zelf ook voelde dat ze naar elkaar toe waren gegroeid, voelde plots een bepaalde spanning in de lucht hangen. Of verbeeldde ze het zich? “Ik weet het.”
Mats draaide zich naar Leen, nam haar in zijn armen en drukte haar stevig tegen zich aan. Ze sloeg haar armen ook rond zijn lichaam. Gelijktijdig begonnen ze te snikken. Dit was de eerste keer in lange tijd dat ze hun verdedigingsmechanisme lieten zakken. Ze vertrouwden elkaar.
Leen hief haar hoofd lichtjes. Ze zag dat Mats haar ook aankeek. Ze zagen hetzelfde in elkaars ogen. Begrip. Samenhorigheid. Verlangen.
Instinctief kwamen hun hoofden naar elkaar toe. Hun lippen vonden elkaar. Alle stress viel van hen af. Hun handen gingen op verkenning naar elkaars lichaam. Op het moment dat Mats’ handen de borsten van Leen aanraakten, kreunde ze diep. Haar lippen maakten zich los van Mats.
“Ben je zeker?”, vroeg ze hem ernstig aankijkend.
Mats was opgewonden. Als hij eerlijk met zichzelf was, moest hij toegeven dat hij al een paar dagen over Leen fantaseerde. Hij had haar eens willen verrassen met een ontbijt op bed, om haar te bedanken voor alle moeite die ze had gedaan. Haar slaapkamerdeur had op een kier gestaan. Ze lag naakt op bed. Met één hand was ze zichzelf aan het vingeren. Haar andere hand lag op haar borsten. Ze trok aan haar tepels en kneep erin met haar vingers. Mats had tien minuten toegekeken. Zijn penis had de hele tijd geklemd gezeten in zijn broek. Zijn hart schreeuwde hem toe om naar binnen te gaan en het heerlijke lijf van Leen te verwennen, om die borsten ook onder handen te nemen. Hij had zijn gedachten verdrongen. Ze leken hem ongepast.
Hij knikte. “Ben jij zeker?”
Leen had iets gelijkaardigs meegemaakt. Een week eerder was ze per ongeluk de badkamer binnengekomen toen hij onder de douche stond. Hij had het niet gemerkt omdat hij net zijn haar aan het uitspoelen was. Zijn lichaam had haar niet onberoerd gelaten. Hij had een enorme erectie gehad. Het beeld bleef door haar gedachten spoken. ’s Avonds in bed stelde ze zich voor hoe zijn pik zich tussen haar borsten doorboorde. Haar mond wachtte aan de bovenkant om een likje te geven op zijn eikel als hij tevoorschijn kwam. Sindsdien masturbeerde ze geregeld, denkend aan Mats.
“Ja. Maar niet hier.” Leen deed met haar hoofd teken naar het slapende meisje.
Net voor ze de kinderkamer verlieten, opende de kleine Julia haar guitige oogjes. Er zat een rode glinstering in haar blauwe oogjes. Een vrolijke lach verscheen op het gezichtje.
*****
Epiloog
De heldere stralen van het eerste lentezonnetje gaven heel geleidelijk een beetje warmte af. Mats en Leen liepen hand in hand de lange dreef naar het kerkhof op. De kleine Julia huppelde vrolijk een beetje voor hen uit. Leen slaakte een diepe zucht.
“Is er iets, Poepie?” Mats keek Leen bezorgd aan.
“Nee, er is niets.” Een vage glimlach toonde duidelijk dat dit niet waar was. Zelfs Mats had het door.
“Je weet toch dat je me alles kan vertellen,” drong hij aan.
“Weet je, het is verbazingwekkend hoe erg Julia op haar mama lijkt. Ik was vanmorgen een beetje aan het opruimen. Onderaan in een kast vond ik een fotoalbum. Er zaten foto’s in van toen ze ook zes jaar was. Ze lijken als twee druppels waters op elkaar. Ik zag geen verschil.”
Ze kwamen aan het graf van Julia. De kleine Julia stond er al. Op school was ze volop aan het leren lezen. Luidop las ze de woorden die op het graf stonden.
“Julia Verbeeck. Zij diende de mensheid.”
Zowel Leen als Mats voelden de tranen in hun ogen opwellen. De tragische beelden van jaren voorheen schoten door hun hoofd.
Julia keek Mats aan. Twee schattige oogjes priemden door zijn waterige ogen heen.
“Papa, mag ik later ook dienen?”
Mats kreeg een krop in zijn keel en kon amper iets zeggen. Met veel moeite kreeg hij er nog iets uitgeperst.
“Ja, Julia, dat mag je.”
De oogjes van Julia begonnen te flonkeren. Trots rechtte ze haar rug. “Dan zal ik dat doen.”
[i]Speciale dank aan schrijfsters Leen (om me aan te zetten om van mijn verhaal een reeks te maken en hierbij haar eerlijke en opbouwende kritiek te geven) en (Slet) Julia (omdat ik van haar een stoere heldin mocht maken).
Megaera keek verbijsterd naar haar zus die gelaten stond te kijken naar het levenloze lichaam van Aphrodite.
“Ze is een stap te ver gegaan. Jonas was van mij.”
Aphrodite, Lamashtu en Megaera waren een drieling. Hun namen kregen ze van hun vader, professor in de oudheidkunde. Drie weken na hun geboorte stierven hun ouders in een verkeersongeluk. Ze werden opgevoed door hun oma, een hogepriesteres in een wicca-coven. Zij wijdde hen in in de leer van de wicca. De meisjes waren alledrie zeer begaafd. Hun voeling met de energieën was zeer hoog.
Het waren drie blonde aantrekkelijke meisjes met lichtblauwe ogen. Uiterlijk leken ze als drie druppels water op elkaar. Hun karakters waren echter extreem verschillend.
Aphrodite kon je omschrijven als een lief, speels en ondeugend meisje. Ze was zich bewust van haar schoonheid. Het maakte haar echter niet hoogmoedig. Ze was daarentegen heel warmhartig, straalde levenslust uit en genoot met volle teugen van de geneugten des levens. De mensen hielden van haar en zij hield van de mensen.
Aphrodite was heel populair bij de jongens. Ze trok hen aan als bijen naar een bloem vol stuifmeel. Ze gaf hen allemaal aandacht, maar was toch heel kieskeurig over de jongens die een beetje meer aandacht van haar verdienden.
Lamashtu was een ernstig, ietwat verlegen en beetje teruggetrokken persoon. Als je haar zocht, kon je best in alle hoeken van het huis zoeken, waar ze vast en zeker een boek zat te lezen. Haar neutrale gezicht leek een beetje nors. In gezelschap werd ze daardoor vaak genegeerd. Zelf vond ze dat niet erg. Ze was geen people person.
Toch verlangde Lamashtu heel erg naar de romantische liefde die ze kende uit de boeken die ze las. Ze was echter te introvert om contact met jongens te maken. De meeste jongens vond ze trouwens regelrechte idioten.
Megaera was de meest onzichtbare van de drie. Ze hield enorm van de natuur. Als ze niet in de moestuin bezig was, of lange wandelingen aan het maken, dan was ze gewonde dieren aan het verzorgen die ze had gevonden. Het is niet dat Aphrodite en Lamashtu veel ruzie maakten. Ze vermeden elkaar zo veel mogelijk. Megaera was de lijm die ervoor zorgde dat de zussen konden samenleven.
Megaera was helemaal niet geïnteresseerd in jongens. Ook niet in meisjes.
Op een dag ontdekte Lamashtu na een bibliotheekbezoek dat haar fietsband lek was. Een jongen kwam net de bibliotheek buitengewandeld, zag haar radeloosheid en kwam naar haar toe. Ze had hem al vaak, net als zij, met zijn neus in de boeken zien zitten. Af en toe hadden ze een stiekeme blik naar elkaar geworpen.
Hij heette Jonas en bleek een rustige en intelligente jongen te zijn. Een beetje timide ook.
Jonas hielp haar om het lek te repareren. Nadien wandelden ze pratend naar huis. Hij had erop gestaan om haar te begeleiden. De volgende weken groeiden ze naar elkaar toe.
Lamashtu bloeide helemaal open. Haar norse blik verdween en haar lach was meer en meer te horen in huis. Ze droomde van hem. Meer dan samen praten en lachen was er nog niet gebeurd, maar het was voor Lamashtu duidelijk dat ze zielsgenoten waren.
Enkele weken later nodigde ze hem uit voor het zondagse diner. Ze wilde Jonas voorstellen aan haar oma en zussen. Het noodlot sloeg echter toe. Jonas had de hele avond vooral aandacht voor Aphrodite. Niet dat ze mooier was dan haar zussen. Het was haar vrolijkheid die Jonas helemaal betoverde en die zijn aandacht opslorpte. Een steek van jaloezie maakte een eerste litteken in het hart van Lamashtu. Ze verborg haar negatieve gevoel echter diep in haar ziel.
De volgende dag kwam Jonas op eigen houtje langs. Hij had de hele nacht gepiekerd. Hij was graag bij Lamashtu. Ze zaten op hetzelfde niveau en hij had een heel goede vriendin aan haar. Maar wat de verleidelijke Aphrodite met hem deed, had hij nog nooit meegemaakt. Ze kon hem aankijken alsof de hele wereld rond hem draaide. Als ze lachte, leek ze enkel voor hem te lachen. Hij was hopeloos verloren.
Uiteindelijk had hij al zijn moed samengeraapt om zijn verliefdheid aan haar kenbaar te maken. Hij zag Aphrodite in de tuin zitten en ging direct langs de zijkant van het huis naar haar toe.
Lamashtu had hem vanuit het raam van haar kamer zien toekomen en haastte zich naar beneden. Ze keek de tuin in. Haar hart sloeg enkele tellen over. Ze zag hoe Jonas Aphrodite kort op de lippen kuste. Ze duwde hem niet weg, maar lachte even en fluisterde hem iets in het oor. Jonas knikte en ging weg.
Lamashtu was razend. Ze voelde hoe haar lichaam kolkte en bruiste van energie. Alles werd zwart voor haar ogen. Haar nuchterheid verdween volledig en werd opgeslokt door een nietsontziende haat. Ze bundelde alle energie die ze in zich voelde en richtte die op haar zus.
Aphrodite had nooit geweten wat er gebeurde. Lamashtu besefte niet dat het Jonas was die Aphrodite onverwachts had gekust en dat zij hem liefdevol had afgewezen.
“Lamashtu, wat heb je gedaan?”
“Ze is een stap te ver gegaan. Jonas was van mij.”
Megaera had alles zien gebeuren. Ze had in de moestuin onkruid zitten verwijderen. Haar onbezorgde jeugd stopte op datzelfde moment. Ze besefte dat Lamashtu haar eerste stap op het pad van de negatieve energieën had gezet. Haar apatische houding toonde geen enkel schuldbesef. Haar kracht was echter enorm. Vanaf nu moest Megaera proberen om het evenwicht te bewaren.
Na de dood van Aphrodite had Jonas de hand aan zichzelf geslagen. De lijkschouwer had geen oorzaak voor het plotse overlijden gevonden en haar dood als een plotseling hersenfalen geklasseerd.
Wat Lamashtu niet wist, was dat Jonas haar na de afwijzing door het raam had zien kijken. Hij had zich geschaamd. Een paar keer had hij geprobeerd om haar te spreken. Zij wilde hem niet zien. De dag na de begrafenis van Aphrodite maakte hij er een eind aan.
Lamashtu koos die dag voor wraak.
*****
Vlakbij het Ladeuzeplein in Leuven ligt de faculteit Letteren van de Katholieke Universiteit Leuven. Tussen enkele hoge gebouwen met aula’s en kantoorruimtes van de professoren in ligt een gezellig parkje. Tijdens de nachtelijke uren is het meestal verlaten, op een enkele hondenuitlater of student die een kortere weg naar zijn kot zoekt, na.
Nu was het er echter druk. Het voorbije uur waren er verschillende groepjes vrouwen samengekomen. Ze werden opgevangen door enkele leden van Julia’s coven. Alle aanwezigen zagen een intense gloed over het park hangen.
Julia was duidelijk erg nerveus. Ze was al een half uur aan het ijsberen. Mats, die zelf ook al niet bepaald zen kon worden genoemd, werd er nog zenuwachtiger van. Hij hield haar tegen, nam haar in zijn armen en kuste haar. Hun lippen proefden elkaar. Het was geen passionele kus. Het was een zoen van thuiskomende liefde. Zoals ze ondertussen bijna gewoon waren, versmolt en versterkte hun gloed. Ze zaten even in hun cocon die hen tot rust bracht.
“Liefje, mag ik je iets vragen?” Mats had zijn hoofd slechts enkele millimeters van Julia losgetrokken.
Meer dan een zachte “Mmm” zei ze niet. Ze had haar ogen gesloten tijdens de liefdevolle kus en leek niet van plan deze nu te openen.
“Toen Patrick ons een paar dagen geleden bedreigde, zei je dat je een valse tand met gif in je mond had. Is dat echt waar?”
Julia opende haar ogen en keek hem lachend aan. “Zot! Ik ben geen James Bond. Ik ben een gewoon meisje dat, net als jij, toevallig in dit circus is beland. En jij bent een naïeve zot. Mijn naïeve zot!” Ze sloot haar ogen weer en zette de zoen verder.
Toen alle vrouwen waren toegekomen, verzamelden ze zich rond Julia. Ze nam het woord.
“Jullie hebben geen idee hoe dankbaar ik ben dat jullie vanavond hier zijn gekomen om te helpen bij de reddingsmissie van jullie zuster en mijn mama. Ik besef dat het gevaarlijk kan worden. Ik kan enkel hopen dat alles vlot verloopt.”
Ze gaf het woord door aan Patrick. Hij deed het plan uit de doeken.
“We hebben jullie vooral nodig om alle uitgangen, zowel van de universiteitsbibliotheek als die van de parking te bewaken. Niemand mag binnen of buiten. We hebben genoeg wapens voorzien om elke groep zichzelf te laten verdedigen. We voorzien echter geen probleem. Op dit uur zou er enkel een minimumbewaking aanwezig mogen zijn. Jullie rol lijkt klein, maar ze is uiterst belangrijk. We kunnen niet riskeren dat ze met Leen ontsnappen of dat er extra versterking komt.
Met vier zullen we de redding uitvoeren. Ik zal eerst alleen met de lift naar het hoofdkwartier afdalen. Zodra ik binnen ben, schakel ik de bewaking uit. Ondertussen stuur ik de lift met de toegangsbadge terug naar boven voor de rest.
Om 4 uur starten we. Het is het laatste uur voor de wachtwissel. De meeste bewakers zijn dan veel minder oplettend.”
*****
Het was 4 uur. Iedereen had zijn plaats zo onopvallend mogelijk ingenomen.
Patrick drukte zijn badge in de lift tegen de wandplaat. Een duidelijke ping was hoorbaar en de lift begon te zakken. Hij slaakte een gespannen zucht van opluchting. “Dat is al één”, mompelde hij.
Hij stak zijn handen in de zakken van zijn jasje en haalde de inhoud eruit. In zijn linkerhand stak een doek. In de andere had hij het flesje chloroform vast dat hij van Katrien had gekregen. Hij schudde een deel van de vloeistof over de doek uit, en stak alles terug in zijn zakken.
De liftdeuren gleden open. Voor zich zag hij de metalen wand waar hij het voorbije jaar zo vaak voor had gestaan. Aan het plafond hing een camera. Zodra de liftdeuren opengingen, was er een rood lichtje aan de camera beginnen branden. Patrick keek recht in de lens.
Er gebeurde niets. Er verschenen zweetdruppels op zijn voorhoofd. Hij had er nooit echt op gelet hoe lang de identificatie duurde. Nu leek het uren te duren.
Na wat uiteindelijk slechts vijftien seconden waren, schoof de metalen wand open. Patrick wandelde rustig de verlaten gang in. Enkel in het bewakingshokje net achter de metalen wand zat een bewaker naar enkele schermen te staren.
Zonder aarzelen stapte hij bedaard het hokje in. De bewaker keek even op, maar draaide zijn hoofd terug naar de schermen toen hij Patrick herkende. Hij drukte de doek tegen de neus van de bewaker. Hij gaf geen kik. Zodra zijn lichaam begon te verslappen, legde Patrick het bovenlichaam voorover op de werkplek.
Hij nam de telefoon en belde een gsm-nummer. Na drie beltonen hing hij op. Patrick wachtte de anderen op in de lege hal. Hij was tevreden. Tot nu toe liep alles vlotter dan verwacht. Op de bewakingsbeelden had hij nergens beweging gezien. Het zag ernaar uit dat ze vrij spel hadden. Waarschijnlijk hadden ze nog een dik half uur om Leen te bevrijden.
Het schuldgevoel dat zijn geweten al enkele dagen bezwaarde, begon eindelijk wat te verminderen. Na de eerste injecties waren er telkens momenten geweest dat zijn gevoelens terugkeerden. Nog voor hij kon reageren en ontsnappen, werd hij steeds opnieuw gedrogeerd. Hij had de voorbije weken echter zoveel injecties gekregen dat het middel zich in zijn DNA had opgenomen.
Zijn nieuwe kans op leven wou hij niet weggooien. Hij zou de rest van zijn leven strijden tegen deze organisatie. Niemand zou nog door de hel mogen gaan die hij had meegemaakt.
De liftdeur schoof open. Julia, Mats en Katrien waren opgelucht Patrick te zien. Ze hadden wel het verwachte signaaltelefoontje gekregen, maar je kon nooit zeker zijn. Voor hetzelfde geld was Patrick terug onder invloed.
Patrick toonde hen de weg naar de cel van Leen en gaf hen een sleutel mee. Zelf zou hij aan het bewakingshokje blijven om alles in het oog te houden.
Ze hadden de cel van Leen snel gevonden in een korte gang met enkele stalen deuren. Mats stak de sleutel in het sleutelgat en draaide. Ze hoorden een duidelijke klik. Er was geen klink, dus draaide hij verder door en trok de deur open.
Julia slaakte een kort gilletje. Mats keek geschrokken de schemerige kamer in. In het midden stond Leen. Ze was helemaal naakt en geboeid aan handen en benen. Haar mond was met tape dichtgeplakt. Achter haar stond Aamon. Hij had een arm rond haar nek geslagen. De tranen stroomden over haar wangen.
“Welkom dames. En heer. Treed binnen ons nederige stulpje!” De theatrale verwelkoming was bevreemdend. Het leek bijna alsof ze in een slechte B-film waren beland waarin de acteurs zich niet bewust waren van hun overacting. Toch luisterden ze gedwee. Ze haalden alle drie een pistool tevoorschijn en richtten het over de schouder van Leen op de man die zich niet helemaal achter haar lichaam kon verbergen. Daar was hij te groot en zij te slank voor.
Zonder aarzelen toonde hij zijn andere hand. Hij had een injectienaald vast, gevuld met het zwarte obsidiaan, en drukte die tegen de schouder van Leen. Die begon te roepen. Door de tape was ze echter niet verstaanbaar. Aamon drukte zijn arm wat steviger tegen de nek van Leen aan. Ze zweeg onmiddellijk.
“Dachten jullie nu werkelijk dat jullie hier zomaar ongezien konden binnenstormen? We wachten jullie al een tijdje op. Proficiat trouwens met de vrouwengilde die jullie hebben verzameld. Heel indrukwekkend. Jammer dat jullie die verdomde gloed met jullie meedragen. Je had evengoed een zwaailicht op je hoofd kunnen zetten. Wees gerust, we laten buiten iedereen gerust. Hierbinnen daarentegen!”
Aamon lachte luid. Hij trok zich niets aan van de wapens die op hem gericht waren. Het zou niet lang duren voor ze zich overgaven. Hij keek naar Julia. Ze was duidelijk de dochter van Leen. Ze hadden dezelfde gelaatstrekken. Haar borsten vond hij echter te klein. Hij verkoos de heerlijke uiers van haar moeder.
“Zo Julia, ik ben blij dat je zelf naar ons bent gekomen. Dat bespaart ons heel wat zoekwerk. Je bent een stout meisje geweest, weet je dat? Je hebt onze goede zaak heel wat stokken in de wielen gestoken. Daarvoor verdien je een flinke straf.”
“Laat haar gaan!” Julia sprak luid.
Aamon reageerde geamuseerd. “Of wat? Schieten jullie me dan dood? Weten jullie wat er in deze spuit zit? Dit is de laatste dosis die je mama nodig heeft om voor de rest van haar armzalige leventje gevoelloos en willoos te zijn. Met één druk van mijn hand ben je haar voorgoed kwijt. Doe die wapens dus maar weg.”
*****
Patrick zag op een van de bewakingsschermen de deur van de vergaderruimte opengaan. Een vrouw haastte zich naar de cellen toe. Hij nam de telefoon en belde naar het gsm-nummer van Julia. Het antwoordapparaat sprong direct aan. Hij besefte dat er hier geen gsm-bereik was.
Hij wist niet wat hij moest doen. Als hij de ingang en de schermen uit het oog verloor, was alle overzicht weg. Voordat hij een besluit kon maken, was de vrouw de cel van Leen binnengegaan.
*****
“Aamon, laat die vrouw los!”
Julia, Mats en Katrien schrokken toen ze de stem achter zich hoorden. Katrien en Mats richtten hun pistool op de vrouw die achter hen was verschenen. Julia had de stem herkend en hield het hare angstvallig op het hoofd van Aamon gericht.
Zijn plezier leek groter te worden. “Kijk eens wie we daar hebben. Megaera, de verraadster.”
Megaera liet zich niet uit het lood slaan. Ze bleef ijzig kalm. “Laat die vrouw los!”
Aamon genoot zo van dit moment dat hij niet te stoppen was. “Ik heb de rector verteld dat jij de verraadster bent.”
Megaera sloot haar ogen.
Aamon taterde rustig verder. Het waren blijkbaar niet enkel de slechteriken in films die hun plannen graag uit de doeken deden voor ze toesloegen. Ook in het echt waren ze vol van zichzelf. “Ze wou me eerst niet geloven. Daarom heb ik haar mijn plan voor deze valstrik voorgelegd. Ze ging akkoord. Weet je wat…”
Aamons adem stokte. Hij voelde hoe zijn longen stopten met werken. In zijn hoofd ontstond er een enorme druk die een voor een zijn lichaamsfuncties uitschakelde. Hij besefte dat hij Megaera had onderschat. Hij had nooit beseft dat ook zij over krachten beschikte.
Vlak voor hij dood neerviel, drukte hij met zijn duim het obsidiaan in de schouder van Leen.
Iedereen zag hoe het obsidiaan zich via haar aders doorheen het lichaam van Leen verspreidde. Julia gilde en rende naar Leen toen. Ze omhelsde haar en probeerde met haar gloed Leen te redden. Het lukte niet. Julia was ten einde raad. Ze voelde zich machteloos. Terwijl ze zich aan het lichaam van Leen vastklampte, begon ze luid te wenen.
Mats stond aan de grond genageld. Ze hadden gefaald. Hun reddingspoging was mislukt.
Katrien zag wat er gebeurde. Ze pakte Mats bij zijn schouders vast en keek hem diep in de ogen. “Mats, er is een uitweg. Jullie hebben Patrick ook gered. Weet je nog?”
Mats snapte onmiddellijk wat Katrien bedoelde. Hij stapte op Julia af, trok haar armen los van Leen en omhelsde haar. Julia reageerde hysterisch en probeerde zich uit zijn armen los te rukken. Hij hield haar echter stevig vast en probeerde tot haar door te dringen.
“Julia, stop! Denk aan Patrick. Denk aan de parking.”
Julia staakte haar tegenstand. Ze had enkele tellen nodig voor de woorden van Mats tot haar doordrongen. Toen nam ze zijn hoofd in haar handen en drukte haar lippen op zijn mond. Ze duwde haar tong bij hem naar binnen en zocht wanhopig naar zijn tong. Hij kwam haar tegemoet. De zalige warmte die hij verwachtte, kwam echter niet. Even probeerde hij haar forse tongbewegingen te pareren. Toen trok hij zijn hoofd weg.
“Luister, Julia. Dit werkt niet. Er gebeurt niets. Weet je nog in de villa? Toen gebeurde er eerst ook niets. Het was pas toen je je overgaf aan de liefde dat onze gloed sterker werd. Vergeet even je mama. Denk aan ons.”
Mats legde zijn handen op het kontje van Julia en bracht zijn hoofd naar haar hals. Heel zachtjes drukte hij zijn lippen tegen haar vel. Vol tederheid kuste hij haar. Zijn handen gaven lichte kneepjes in haar billen. Rustig verplaatste hij zijn hoofd langs de nek van Julia naar haar oor. Heel even nam sabbelde hij op haar oorlel. Hij voelde hoe de spanning uit Julia’s lichaam wegvloeide.
Hij zocht de warme mond van Julia terug op. Ze gaf zich over.
Terwijl de gloed langzaam sterker werd en hen van de realiteit afsloot, werd Megaera onrustig. “We moeten maken dat we hier wegkomen,” zei ze tegen Katrien. “Als de rector inderdaad op de hoogte is, kan hier elk moment een heel leger voor de deur staan.”
Katrien had dit eerder zien gebeuren. Ze wist dat het moeilijk zou zijn om deze toenemende gloed te doorbreken. “En wat met Leen?”
“Jullie kunnen haar later ook nog helpen. Eerst moeten we hier weg.”
Katrien stapte op Julia en Mats af. Ze waren ondertussen volledig omgeven door een felrode, uitdijende mist. Ze schreeuwde naar hen. “We moeten hier weg. Weg!”
Het haalde niets uit. Ze hoorden niets meer. Katrien durfde de gloed niet instappen. Ze zag hoe Julia en Mats zich tijdens hun kus hadden uitgekleed. Julia’s hand begeleidde de stijve penis van Mats naar grotje.
Er zat maar één ding op. Ze ging achter Leen staan, die stoïcijns voor zich uitkeek, en duwde haar in de richting van het vrijende koppeltje, recht de gloed in.
*****
Onafgebroken staarde Patrick naar het scherm waarop de deur van cel 5 te zien was. Sinds Megaera er naar binnen was gegaan, was er niets meer gebeurd. Hij vroeg zich af of dit nu een goed of een slecht teken was.
In zijn ooghoek zag hij een beweging op een ander scherm. Uit een van de kantoren kwam een gestalte gestapt. Hij kon zijn ogen niet geloven. Het was dezelfde vrouw die zonet de cel van Leen was binnengegaan.
*****
Het lichaam van Leen lag uitgeteld op de vloer. Julia en Mats zaten naakt naast haar op de vloer. Toen ze in de gloed was terechtgekomen, was er een lichte schokgolf door de gloed gegaan. Het obsidiaan in Leens lichaam was sterker geweest dan bij Patrick.
Julia en Mats hadden elkaar geschrokken losgelaten. Een deel van de gloed werd door Leen geabsorbeerd. Ze was al schokkend op de grond gevallen.
Megaera probeerde tot hen door te dringen. “Pak haar vast! We moeten weg. Nu!”
Op hetzelfde moment zagen ze hoe de zwartheid uit de aders van Leen begon te verdwijnen. Julia was dolgelukkig. “Het werkt!”
“Megaera! Dus toch!” In de deuropening van de cel stond het evenbeeld van Megaera. “De tweede zus die me verraadt.”
Lamashtu, de rector, overschouwde onbewogen de toestand. Julia en Mats zaten naast een bewusteloze Leen. Katrien hield een pistool op haar gericht. Megaera keek haar bezorgd aan.
“Waarom?”, vroeg Lamashtu.
“Om de balans in evenwicht te houden. Ik kan niet toelaten dat je de levensenergie blijft terugdringen.”
Een besef drong tot Lamashtu door. “Jij hebt de ceremonie georganiseerd.”
Megaera knikte. “Het was nodig. De mensheid zou het anders niet overleven. Ze zouden zichzelf de vernieling in helpen. Er was weer menselijkheid nodig.”
“Heb jij dat kind uitgekozen?” Lamashtu wees naar Julia.
Megaera schudde haar hoofd. “Nee, dat heb je zelf gedaan. Herken je haar dan niet? Herinner je je nog die oude dronken man in de winkelstraat die viel? De mensen die hem negeerden en gewoon verder wandelden? Zij is dat ene meisje dat zich wel om hem bekommerde. Je vergeleek haar met…”
“Aphrodite!” De naam werd vol walging uitgespuwd.
Megaera keek haar zus doordringend in de ogen. “De wereld had een nieuwe Aphrodite nodig. Er was bijna geen mededogen meer.”
Lamashtu reageerde schamper. “Stop met je geloof-, hoop- en liefdeshow. Je weet net zo goed als ik dat de mens gedoemd is tot zelfvernietiging. Ik help hen enkel een handje. Euthanasie is pijnlozer dan zelfmoord.”
“Draait dit nog steeds om Jonas?” De stem van Megaera klonk verbaasd.
“Spreek zijn naam niet uit,” siste Lamashtu. “Hij heeft hier niets mee te maken. Dus jij hebt dat kind geleerd hoe ze de gloed moest oproepen?”
“Het was niet de schuld van Aphrodite. Jonas kuste haar.” Megaera bleef heel rustig. Lamashtu’s emoties namen echter de overhand.
“Ik zei dat je hem niet mocht noemen! Heb jij dat kind over de gloed verteld?”
“Aphrodite wees Jonas af en stuurde hem naar jou. Hij zag jou staan en droop af.”
Lamashtu zat op haar kookpunt. “Stop ermee! Heb jij dat kind…”
Julia onderbrak haar. “Dat kind heeft een naam. Ik heet Julia!”
Voor de tweede keer in haar leven verloor Lamashtu de controle over zichzelf. Ze bundelde haar energie en richtte die op Julia. Er gebeurden verschillende dingen tegelijk.
Megaera, die de gezichtsuitdrukking van lamashtu herkende van 30 jaar eerder, reageerde instinctief en gooide zich tussen Lamashtu en Julia in. Ze viel terstond dood neer. Ze had helaas niet alle energie kunnen tegenhouden.
Julia was rechtgesprongen. Ze voelde dat er iets stond te gebeuren. Halverwege haar beweging voelde ze een grote druk in haar hoofd. Ze slaakte een gil en viel bewusteloos op de vloer.
Een luide knal weerklonk.
Patrick had besloten zijn post aan de toegangsdeur te verlaten om poolshoogte te nemen. Op het moment dat hij Julia zag vallen, had hij geen seconde getwijfeld. Hij schoot Lamashtu in het hoofd.
Op hetzelfde moment dat Lamashtu neerzeeg, opende Leen haar ogen. Die hadden weer hun lichtblauwe kleur. Het eerste wat ze zag, was haar dochter die bewusteloos op de vloer lag.
Een ijselijke gil doorbrak de chaos.
*****
Een maand later
Mats duwde de deur van de kamer van Julia open. Net als elke avond bracht hij haar een bezoekje na zijn werk. Leen en Katrien zaten aan haar ziekenbed te praten met haar dokter. Een gevoel van onbehagen bekroop hem.
“Is er nieuws?” Hij keek naar Julia. Hij zag geen verandering. Van haar gloed bleef nog slechts een vage schaduw over.
De specialist draaide zich naar Mats. “We hebben vandaag weer een aantal tests gedaan. Eerlijk gezegd hebben we nog geen idee waarom Julia in coma ligt. Al haar lichaamsfuncties werken naar behoren. We staan voor een medisch raadsel. De labresultaten hebben wel iets anders ontdekt.”
Iedereen keek de dokter hoopvol aan. Hij aarzelde even. “Julia is op dit moment één maand zwanger.”
Het nieuws sloeg bij Mats in als een bom. “Wat?”
De dokter opende het dossier dat hij in zijn handen had. Hij bladerde in de documenten tot hij het juiste verslag voor zich zag. “In de laatste paar dagen voordat Julia hier in coma werd binnengebracht, moet ze bevrucht zijn geweest.”
Mats moest even gaan zitten. Hij besefte dat het gebeurd moest zijn tijdens hun eenmalige vrijpartij in de villa. Hij zou papa worden. Kon dat wel nu Julia in coma lag?
Alsof de arts wist wat hij dacht ging hij verder. “Lichamelijk gezien is er geen enkele reden waarom dit kindje niet zou kunnen groeien en uiteindelijk geboren worden. We hopen nog steeds dat Julia plots uit coma zal komen.”
Toen de dokter weg was, keek Mats naar Leen en Katrien die de hele tijd opvallend stil waren geweest. Nu hij erover nadacht, besefte hij dat ze op geen enkel moment verbaasd waren geweest. Het leek wel alsof ze wisten dat Julia zwanger was. Plots daagde er een herinnering uit de schemerzone van zijn geheugen op. De woorden die Julia zacht had gefluisterd terwijl ze op hem in slaap viel nadat ze de liefde hadden bedreven: “De profetie is voltooid.” Hij probeerde zich te herinneren wat er in die profetie precies stond. Het was allemaal te vaag.
Hij keek Katrien aan. Ook zij had het over de profetie gehad. “Moet jij me niets vertellen?”
Ze leek opgelucht. “Ja. De organisatie is spoorloos. Het lijkt wel alsof ze nooit hebben bestaan. We vermoeden echter dat ze zich aan het hergroeperen zijn. Patrick en ik…”
“Ja, ik weet het. Patrick en jij zijn samen en gelukkig. Maar dat bedoelde ik niet,” onderbrak Mats haar bitsig.
Katrien wisselde een blik van verstandhouding met Leen. “”Wat bedoelde je dan wel?”
“Waarom leken jullie niet verbaasd toen de dokter zei dat Julia zwanger is? Heeft het met die profetie te maken?”
“Je had het dus al door.” Katrien zuchtte. Ze nam haar gsm, zocht een foto op en toonde die aan Mats. “Dit is een vertaling van de profetie naar het Nederlands.”
Mats las het luidop.
De dag dat de derde zuster de balans tussen leven en dood niet kan bewaren
Zal een heldin strijdbaar de woelige wateren bevaren
Aan te weinig kracht zal zij ten ondergaan
Het nieuwe leven, krachtiger door de zuiverheid vol liefde, kan de strijd wel aan
Mats begreep het niet. Katrien nam zijn hand vast. “Op het moment dat Megaera besefte dat de macht van de organisatie te groot werd en dat haar eigen invloed op Lamashtu niet sterk genoeg meer was, zocht ze naar een heldin die de gloed zou kunnen verspreiden. Ze vond Julia. Ze was echter niet sterk genoeg. Julia wist dat. Ze wist dat ze zichzelf zou moeten opofferen.”
Mats trok zijn hand los. “Wie zegt dat zij dat nieuwe leven niet is? Zij zat vol liefde. Zij was zuiver.”
Leen, die tot nu toe nog niets had gezegd en vanop de achtergrond alles had gevolgd, reageerde. “Zij wel, haar vader niet! Die eikel heeft ons in de steek gelaten op het moment dat hij te weten kwam dat ik zwanger was. Het was per ongeluk.”
Katrien nam weer het woord. “Jullie kindje zal geboren worden uit twee liefdevolle mensen. Het zal krachtig genoeg zijn om de strijd tegen de slechte energieën aan te gaan.”
Het werd even stil in de kamer. Leen stond recht en ging naar Mats. Ze trok hem uit de stoel en gaf hem een stevige knuffel. Dan keek ze hem diep in de ogen. “Ik word oma. Ik ben blij dat jij de papa bent. Je zal dat goed doen.”
*****
Een jaar later
“Ze slaapt eindelijk!”
Mats en Leen stonden aan het wiegje van het uiterst levendige meisje dat zich voor een paar uur had teruggetrokken in dromenland. De gloed rond het baby’tje was heel sterk.
De voorbije maanden waren als een waas aan Mats voorbij getrokken. Een permanente droefenis om Julia’s overlijden had zijn levenslust aangetast. Ze was nooit uit coma geraakt, en de geboorte van het kindje was teveel geweest voor het verzwakte lichaam van Julia. Om haar nagedachtenis levend te houden hadden ze het meisje Julia genoemd.
Mats sleepte zich door de dagen heen, rouwend om de vrouw die hem heel kortstondig het echte geluk had getoond. Het enige wat hem overeind hield, waren zijn kind en zijn werk.
Gelukkig had hij vanaf de eerste dag de hulp en de steun van Leen gekregen. Hoewel ze zelf haar dochter had verloren na een emotioneel zware periode, had ze de touwtjes onmiddellijk in handen genomen. Ze had haar logeerkamer ter beschikking gesteld van Mats. Haar bureau werd omgetoverd tot een kinderkamer. Ze had de zorg van haar kleindochter en van Mats op zich genomen.
In eerste instantie had Mats dit allemaal gelaten beleefd. Hij was gewoon blij geweest dat hij er niet alleen voor stond.
Gaandeweg had Leen geprobeerd om hem uit zijn lusteloosheid te trekken. Ze plande uitjes naar het park en wandelingen doorheen de stad. Af en toe moest ze hem wel ferm en kordaat toespreken. Niet dat ze daar enig probleem mee had. Ze was immers zelfbewust en recht voor de raap.
Mats respecteerde haar. Dat ze hem probeerde wakker te schudden, stoorde hem totaal niet. Hij besefte wel dat hij zichzelf moest herpakken. Haar droge gevoel voor humor hielp hem daar wonderbaarlijk genoeg vaak bij.
De laatste tijd had hij haar vaak bekeken als ze met het kindje bezig was. Hij herkende Julia in haar. Ze hadden dezelfde lachende ogen. Julia zou er later net zo hebben uitgezien, mocht ze nog hebben geleefd.
Wat hem het weemoedigste maakte, was het besef dat hij nooit de tijd had gekregen om Julia echt te leren kennen. Tussen het moment dat zij hem in de keuken om zijn hulp vroeg en de noodlottige gebeurtenissen zaten er maar drie dagen. Drie dagen die zijn leven volledig ondersteboven hadden gegooid.
De enige manier om Julia te leren kennen was via Leen. Hij had haar vaak gevraagd om over Julia te vertellen. Hij slorpte alle verhalen in zich op en bouwde verder aan het droombeeld dat hij van haar had. Meestal eindigden de avondjes met een fles wijn. De amusante gesprekken dwaalden vaak weg van Julia.
“Ze slaapt eindelijk!”
“Leen?” Mats keek naar zijn slapende dochtertje.
“Ja?”
“Dank je wel.” De woorden werden heel stil gezegd. Het klonk bijna als de wind die in de herfst door de bladeren van de bomen ruiste.
Leen had ze wel degelijk verstaan. Toch hield ze zich van de domme. Ze was niet de vrouw van de grote uitgesproken gevoelens. “Mmm!” Een goedkeurend geluid was voor haar voldoende om hem te laten weten dat ze zijn dank apprecieerde.
Voor Mats was het echter niet genoeg. Zijn genegenheid voor Leen was de voorbije weken enorm gegroeid, ondanks zijn rouw. “Nee, ik meen het.”
Leen die zelf ook voelde dat ze naar elkaar toe waren gegroeid, voelde plots een bepaalde spanning in de lucht hangen. Of verbeeldde ze het zich? “Ik weet het.”
Mats draaide zich naar Leen, nam haar in zijn armen en drukte haar stevig tegen zich aan. Ze sloeg haar armen ook rond zijn lichaam. Gelijktijdig begonnen ze te snikken. Dit was de eerste keer in lange tijd dat ze hun verdedigingsmechanisme lieten zakken. Ze vertrouwden elkaar.
Leen hief haar hoofd lichtjes. Ze zag dat Mats haar ook aankeek. Ze zagen hetzelfde in elkaars ogen. Begrip. Samenhorigheid. Verlangen.
Instinctief kwamen hun hoofden naar elkaar toe. Hun lippen vonden elkaar. Alle stress viel van hen af. Hun handen gingen op verkenning naar elkaars lichaam. Op het moment dat Mats’ handen de borsten van Leen aanraakten, kreunde ze diep. Haar lippen maakten zich los van Mats.
“Ben je zeker?”, vroeg ze hem ernstig aankijkend.
Mats was opgewonden. Als hij eerlijk met zichzelf was, moest hij toegeven dat hij al een paar dagen over Leen fantaseerde. Hij had haar eens willen verrassen met een ontbijt op bed, om haar te bedanken voor alle moeite die ze had gedaan. Haar slaapkamerdeur had op een kier gestaan. Ze lag naakt op bed. Met één hand was ze zichzelf aan het vingeren. Haar andere hand lag op haar borsten. Ze trok aan haar tepels en kneep erin met haar vingers. Mats had tien minuten toegekeken. Zijn penis had de hele tijd geklemd gezeten in zijn broek. Zijn hart schreeuwde hem toe om naar binnen te gaan en het heerlijke lijf van Leen te verwennen, om die borsten ook onder handen te nemen. Hij had zijn gedachten verdrongen. Ze leken hem ongepast.
Hij knikte. “Ben jij zeker?”
Leen had iets gelijkaardigs meegemaakt. Een week eerder was ze per ongeluk de badkamer binnengekomen toen hij onder de douche stond. Hij had het niet gemerkt omdat hij net zijn haar aan het uitspoelen was. Zijn lichaam had haar niet onberoerd gelaten. Hij had een enorme erectie gehad. Het beeld bleef door haar gedachten spoken. ’s Avonds in bed stelde ze zich voor hoe zijn pik zich tussen haar borsten doorboorde. Haar mond wachtte aan de bovenkant om een likje te geven op zijn eikel als hij tevoorschijn kwam. Sindsdien masturbeerde ze geregeld, denkend aan Mats.
“Ja. Maar niet hier.” Leen deed met haar hoofd teken naar het slapende meisje.
Net voor ze de kinderkamer verlieten, opende de kleine Julia haar guitige oogjes. Er zat een rode glinstering in haar blauwe oogjes. Een vrolijke lach verscheen op het gezichtje.
*****
Epiloog
De heldere stralen van het eerste lentezonnetje gaven heel geleidelijk een beetje warmte af. Mats en Leen liepen hand in hand de lange dreef naar het kerkhof op. De kleine Julia huppelde vrolijk een beetje voor hen uit. Leen slaakte een diepe zucht.
“Is er iets, Poepie?” Mats keek Leen bezorgd aan.
“Nee, er is niets.” Een vage glimlach toonde duidelijk dat dit niet waar was. Zelfs Mats had het door.
“Je weet toch dat je me alles kan vertellen,” drong hij aan.
“Weet je, het is verbazingwekkend hoe erg Julia op haar mama lijkt. Ik was vanmorgen een beetje aan het opruimen. Onderaan in een kast vond ik een fotoalbum. Er zaten foto’s in van toen ze ook zes jaar was. Ze lijken als twee druppels waters op elkaar. Ik zag geen verschil.”
Ze kwamen aan het graf van Julia. De kleine Julia stond er al. Op school was ze volop aan het leren lezen. Luidop las ze de woorden die op het graf stonden.
“Julia Verbeeck. Zij diende de mensheid.”
Zowel Leen als Mats voelden de tranen in hun ogen opwellen. De tragische beelden van jaren voorheen schoten door hun hoofd.
Julia keek Mats aan. Twee schattige oogjes priemden door zijn waterige ogen heen.
“Papa, mag ik later ook dienen?”
Mats kreeg een krop in zijn keel en kon amper iets zeggen. Met veel moeite kreeg hij er nog iets uitgeperst.
“Ja, Julia, dat mag je.”
De oogjes van Julia begonnen te flonkeren. Trots rechtte ze haar rug. “Dan zal ik dat doen.”
[i]Speciale dank aan schrijfsters Leen (om me aan te zetten om van mijn verhaal een reeks te maken en hierbij haar eerlijke en opbouwende kritiek te geven) en (Slet) Julia (omdat ik van haar een stoere heldin mocht maken).
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10