Door: Jelle Mannes
Datum: 21-01-2022 | Cijfer: 9.2 | Gelezen: 11893
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 11 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Broer, Eerste Keer, Maagd, School, Zus,
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 11 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Broer, Eerste Keer, Maagd, School, Zus,
Vervolg op: De Laatste Maagd Van De Klas - 2
Aan tafel zitten Minne en Peter altijd tegenover elkaar, net als hun ouders. Er wordt dan wat gepraat over wat iedereen overdag beleefd heeft en dat is altijd een leuk moment voor iedereen. Nadat papa over een bijna-ongeluk op de werf heeft verteld en zich door mama als held laat bewieroken, komt mama met een verhaal over een handelaar bij wie ze die dag de facturen kwam ophalen. Hij had kennelijk een glas te veel op en toen ze wegging, had hij zijn losse handjes over haar billen laten glijden.
'Nou, die kerel heeft in ieder geval oog voor kwaliteit,' lacht papa.
'Ik heb hem wel aan het verstand gebracht dat hij zich op privé terrein bevond,' zegt mama afgemeten.
Het wordt nu stil aan tafel, de anders zo praatgrage Minne peutert met vork en mes in de lasagne. Haar blik probeert voortdurend die van Peter te vinden, maar die kijkt geen ogenblik op. Alle twee voelen ze een spanningsveld tussen hen in. Peter is beschaamd over wat er is gebeurd, hij sluit zich helemaal af voor iedereen; Minne wil dat hij naar haar kijkt, uit zijn ogen kunnen aflezen dat het oké was wat er gebeurd is, ze wil hem zien glimlachen naar haar op een manier van 'ik vond het leuk, zusje', maar ze vangt bot.
Ook wanneer hun ouders het gesprek weer op gang proberen te brengen, wordt de stilte onbehaaglijk. Papa knipoogt naar zijn vrouw: 'Puberstreken,' bedoelt hij en zij begrijpt de hint.
Het is Minne's beurt om af te ruimen en de vaatwasser te vullen. Na het eten verdwijnt Peter onmiddellijk naar zijn kamer.
'Hebben jullie ruzie gemaakt?', vraagt mama.
Minne schudt het hoofd: 'Nee, mam, helemaal niet. Ik geloof dat Peter niet genoeg tijd heeft gehad om zijn rondjes te lopen. Hij wilde zeker op tijd thuis zijn om je te helpen in de keuken.'
'Ja, toen was hij ook zo stil, de hele tijd. Maar ik denk dat jij er meer over weet, ik zag wel hoe je de hele tijd naar hem zat te staren en hoe hij weigerde naar jou te kijken. Maar ach, ik neem aan dat het niks is, en als er iets is, lossen jullie het maar onder elkaar op.' Ze zoent Minne vluchtig op de wang en gaat samen met papa naar het nieuws op TV kijken.
Minne sleept zich naar boven, ze wil met Peter praten. Ze wil hem zeggen hoe dankbaar ze is dat hij haar begreep en hoe fijn ze het vond zo dicht tegen hem aan te liggen. Met een klein hartje klopt ze op de deur van zijn kamer. Ze hoort niets, klopt nog eens, roept met gedempte stem: 'Peter, ik ben het.' Hij moet vlak achter de deur staan, ze hoort hem zeggen dat hij alleen wil zijn, dat ze moet weggaan. Maar dat is nu net wat zij niet wil. Ze weet dat haar ouders na het nieuws ook nog de soap willen volgen en dat ze het volgende uur ongestoord met Peter kan praten. Sinds een jaar of zo heeft mama hen gezegd dat ze niet meer wil dat ze bij elkaar zitten op hun kamers. Minne heeft nooit begrepen waarom dat niet zou mogen, ze zijn toch zus en broer.
'Het gaat om privacy,' antwoorden ze dan altijd, 'de kamer waar iemand slaapt is privé terrein, daar kom je niet in. En jullie worden daar stilaan te groot voor.'
Opeens snapt Minne wat ze daarmee bedoelde: voor die ene keer dat Peter bij haar op de kamer geweest is, is er al iets gebeurd dat mama niet mag weten. En toch houdt ze vol, ze wil absoluut met Peter praten, nu, nu! Ze wil weten of hij het ook fijn vond en daar is ze wel zeker van, want anders zou hij toch niet stijf geworden zijn in zijn broek? Wat ze over jongens - en over jongens en meisjes - weet, is alleen maar van horen zeggen op school, van de voorlichting en de paar boekjes die mama haar ooit gegeven heeft en wat mama beliefde uit te leggen en voor de rest wat kinderlijke fantasieën die in haar opkomen terwijl ze met haar hand over het kruis van haar slipje wrijft. Ze weet dat een piemel stijf wordt wanneer een jongen opgewonden raakt, maar ze heeft er nog nooit eentje in het echt gezien. Nu heeft ze er een gevoeld en dat was zalig. Dat het die van haar broer was, maakt haar niet uit, het was een penis en hij lag vlak bij haar mond. Haar nieuwsgierigheid is er alleen maar groter door geworden.
Nadat ze nog eens geklopt heeft en gezegd dat ze met hem moet praten, opent Peter eindelijk de deur.
'Mag ik binnenkomen?' vraagt Minne en ze voelt haar hartslag plots verhogen. Peter staat daar in een korte broek en een slobberig t-shirt, hij kijkt haar niet aan, staart naar de vloer.
'Liever niet, Minne, ik heb niks te zeggen.'
'Ben je boos op mij?'
'Nee, niet op jou. Op mezelf. Het had niet mogen gebeuren. Sorry, zus, ik wilde dat echt niet. Ik was alleen bezorgd om jou, anders niks. Oh, ik schaam me zo...'
'Hey, Peter, niet doen! Ik vond het net zo goed van jou dat je me troostte. Dat was echt wat ik nodig had, iemand die me tegen zich aantrok en niks zegde. Ik was zo verdrietig en dat ben ik eigenlijk nog altijd. Ik wil nog even bij jou zijn, snap je dat dan niet? Nog zo'n moment dicht bij elkaar zijn, meer niet.'
Peter opent de deur nu helemaal en dat ziet Minne als een uitnodiging om binnen te komen. Hij probeert haar nog af te weren maar ze stapt resoluut binnen. Op het tapijtje naast zijn bed ligt een verfrommelde zakdoek. Dat is nu echt niks voor die keurige Peter, waar alles zo netjes en proper voor moet zijn. Ze pakt de zakdoek om, wil die aan hem geven: 'Je hebt iets laten vallen,' en tegelijkertijd voelt ze dat het ding helemaal plakkerig is. 'Oei, wat een snottebellen,' lacht ze, 'ik wist niet dat jij verkouden bent.'
Peter grist de zakdoek uit haar hand, een grijze sliert slijm druipt eruit. Minne kijkt er verbaasd naar en dan kijkt ze naar haar hand die plakt met iets dat helemaal geen snot is, het ruikt naar gekookte gierst. Peter wil de zakdoek in zijn broekzak stoppen, maar zijn short heeft geen zakken. Met een kop zo rood als een tomaat vliegt hij door de kamer en gooit het ding in de mand met zijn wasgoed.
'Hé,' zegt Minne, nu toch wat verlegen, 'hé, is dat wat ik denk, Peter? Is dat nu... '
'Ja, dat is nu dàt,' lispelt Peter, met zijn rug naar haar toe, zijn hoofd tussen zijn opgetrokken schouders. Hij kan wel door de grond zinken van schaamte.
Nu is het Minne's beurt om haar broer te troosten, vindt ze. Ze komt achter hem staan, slaat haar armen om hem heen en fluistert in zijn rug, die hard is als een plank, dat ze het niet erg vindt, nee, dat ze weet wat het is en dat ze niemand iets zal zeggen.'
Peter probeert zich uit haar omarming los te maken, pakt haar handen vast en trekt ze uit elkaar, maar Minne laat niet los.
'Luister 's, Peter, ik weet toch al dat jongens zoiets doen, ik heb het alleen nog nooit gezien. Het maakt me niks uit, hoor. De jongens op school scheppen er over op, dat ze dat doen, er zijn er die zeggen wel vijf keer per dag. Lien heeft ooit eens een zakdoek van Lander afgepakt waar hij mij zwaaide en riep wie er durfde aan ruiken. Ze heeft hem aan de meiden op de speelplaats doorgegeven, maar ik ben weggelopen toen Rosie zei wat het was. Ik vond het zo vies! Zoiets zou jij nooit doen, dat weet ik zeker. Jij bent alleen maar lief.'
Ze voelt hoe de plakkerige smurrie op haar handen, die ze samengevouwen heeft op zijn buik, begint op te drogen en hij heeft dat ook gevoeld toen hij haar handen van zich wilde aftrekken. Hij wil niet liever dan ter plekke door de grond zakken. Minne moest eens weten waar hij met zijn gedachten was toen hij na het eten direct naar boven was gespurt en zich niet langer meer kon inhouden... Haar lippen tegen zijn trainingsbroek, dat was het enige dat in hem opkwam en in een oogwenk was hij klaar gekomen als nooit tevoren, het bleef maar komen, geen plekje in zijn zakdoek bleef droog van zijn dikke slierten zaad. Hij had nog niet de tijd gehad om zich erover te schamen toen Minne aanklopte, vergat de zakdoek weg te grissen en had in paniek de eerste de beste broek aangetrokken die hij vond: een korte broek die niet eens zakken had om die verdomde zakdoek in weg te moffelen.
Uiteindelijk slaagt Peter er in zich uit de omarming van Minne los te maken. Nog steeds met zijn rug naar haar toe, begint hij zacht te snikken en met een onderdrukte stem fluistert hij: 'Ga weg, Minne, laat me alleen. Wat als er iemand naar boven komt?'
Dat is voor Minne een steekhoudend argument. Misschien is de soap al afgelopen en komt papa straks naar boven om een douche te nemen.
Teleurgesteld loopt ze de kamer uit, kijkt nog even om en Peter staat daar nog altijd in dezelfde houding. Op haar kamer probeert ze haar huiswerk te maken, maar haar gedachten zijn er niet bij, hoe kan het ook anders? Voortdurend komt in haar dat beeld op van haar hoofd op Peters schoot, zo dicht bij wat ze graag had gezien.
'Nou, die kerel heeft in ieder geval oog voor kwaliteit,' lacht papa.
'Ik heb hem wel aan het verstand gebracht dat hij zich op privé terrein bevond,' zegt mama afgemeten.
Het wordt nu stil aan tafel, de anders zo praatgrage Minne peutert met vork en mes in de lasagne. Haar blik probeert voortdurend die van Peter te vinden, maar die kijkt geen ogenblik op. Alle twee voelen ze een spanningsveld tussen hen in. Peter is beschaamd over wat er is gebeurd, hij sluit zich helemaal af voor iedereen; Minne wil dat hij naar haar kijkt, uit zijn ogen kunnen aflezen dat het oké was wat er gebeurd is, ze wil hem zien glimlachen naar haar op een manier van 'ik vond het leuk, zusje', maar ze vangt bot.
Ook wanneer hun ouders het gesprek weer op gang proberen te brengen, wordt de stilte onbehaaglijk. Papa knipoogt naar zijn vrouw: 'Puberstreken,' bedoelt hij en zij begrijpt de hint.
Het is Minne's beurt om af te ruimen en de vaatwasser te vullen. Na het eten verdwijnt Peter onmiddellijk naar zijn kamer.
'Hebben jullie ruzie gemaakt?', vraagt mama.
Minne schudt het hoofd: 'Nee, mam, helemaal niet. Ik geloof dat Peter niet genoeg tijd heeft gehad om zijn rondjes te lopen. Hij wilde zeker op tijd thuis zijn om je te helpen in de keuken.'
'Ja, toen was hij ook zo stil, de hele tijd. Maar ik denk dat jij er meer over weet, ik zag wel hoe je de hele tijd naar hem zat te staren en hoe hij weigerde naar jou te kijken. Maar ach, ik neem aan dat het niks is, en als er iets is, lossen jullie het maar onder elkaar op.' Ze zoent Minne vluchtig op de wang en gaat samen met papa naar het nieuws op TV kijken.
Minne sleept zich naar boven, ze wil met Peter praten. Ze wil hem zeggen hoe dankbaar ze is dat hij haar begreep en hoe fijn ze het vond zo dicht tegen hem aan te liggen. Met een klein hartje klopt ze op de deur van zijn kamer. Ze hoort niets, klopt nog eens, roept met gedempte stem: 'Peter, ik ben het.' Hij moet vlak achter de deur staan, ze hoort hem zeggen dat hij alleen wil zijn, dat ze moet weggaan. Maar dat is nu net wat zij niet wil. Ze weet dat haar ouders na het nieuws ook nog de soap willen volgen en dat ze het volgende uur ongestoord met Peter kan praten. Sinds een jaar of zo heeft mama hen gezegd dat ze niet meer wil dat ze bij elkaar zitten op hun kamers. Minne heeft nooit begrepen waarom dat niet zou mogen, ze zijn toch zus en broer.
'Het gaat om privacy,' antwoorden ze dan altijd, 'de kamer waar iemand slaapt is privé terrein, daar kom je niet in. En jullie worden daar stilaan te groot voor.'
Opeens snapt Minne wat ze daarmee bedoelde: voor die ene keer dat Peter bij haar op de kamer geweest is, is er al iets gebeurd dat mama niet mag weten. En toch houdt ze vol, ze wil absoluut met Peter praten, nu, nu! Ze wil weten of hij het ook fijn vond en daar is ze wel zeker van, want anders zou hij toch niet stijf geworden zijn in zijn broek? Wat ze over jongens - en over jongens en meisjes - weet, is alleen maar van horen zeggen op school, van de voorlichting en de paar boekjes die mama haar ooit gegeven heeft en wat mama beliefde uit te leggen en voor de rest wat kinderlijke fantasieën die in haar opkomen terwijl ze met haar hand over het kruis van haar slipje wrijft. Ze weet dat een piemel stijf wordt wanneer een jongen opgewonden raakt, maar ze heeft er nog nooit eentje in het echt gezien. Nu heeft ze er een gevoeld en dat was zalig. Dat het die van haar broer was, maakt haar niet uit, het was een penis en hij lag vlak bij haar mond. Haar nieuwsgierigheid is er alleen maar groter door geworden.
Nadat ze nog eens geklopt heeft en gezegd dat ze met hem moet praten, opent Peter eindelijk de deur.
'Mag ik binnenkomen?' vraagt Minne en ze voelt haar hartslag plots verhogen. Peter staat daar in een korte broek en een slobberig t-shirt, hij kijkt haar niet aan, staart naar de vloer.
'Liever niet, Minne, ik heb niks te zeggen.'
'Ben je boos op mij?'
'Nee, niet op jou. Op mezelf. Het had niet mogen gebeuren. Sorry, zus, ik wilde dat echt niet. Ik was alleen bezorgd om jou, anders niks. Oh, ik schaam me zo...'
'Hey, Peter, niet doen! Ik vond het net zo goed van jou dat je me troostte. Dat was echt wat ik nodig had, iemand die me tegen zich aantrok en niks zegde. Ik was zo verdrietig en dat ben ik eigenlijk nog altijd. Ik wil nog even bij jou zijn, snap je dat dan niet? Nog zo'n moment dicht bij elkaar zijn, meer niet.'
Peter opent de deur nu helemaal en dat ziet Minne als een uitnodiging om binnen te komen. Hij probeert haar nog af te weren maar ze stapt resoluut binnen. Op het tapijtje naast zijn bed ligt een verfrommelde zakdoek. Dat is nu echt niks voor die keurige Peter, waar alles zo netjes en proper voor moet zijn. Ze pakt de zakdoek om, wil die aan hem geven: 'Je hebt iets laten vallen,' en tegelijkertijd voelt ze dat het ding helemaal plakkerig is. 'Oei, wat een snottebellen,' lacht ze, 'ik wist niet dat jij verkouden bent.'
Peter grist de zakdoek uit haar hand, een grijze sliert slijm druipt eruit. Minne kijkt er verbaasd naar en dan kijkt ze naar haar hand die plakt met iets dat helemaal geen snot is, het ruikt naar gekookte gierst. Peter wil de zakdoek in zijn broekzak stoppen, maar zijn short heeft geen zakken. Met een kop zo rood als een tomaat vliegt hij door de kamer en gooit het ding in de mand met zijn wasgoed.
'Hé,' zegt Minne, nu toch wat verlegen, 'hé, is dat wat ik denk, Peter? Is dat nu... '
'Ja, dat is nu dàt,' lispelt Peter, met zijn rug naar haar toe, zijn hoofd tussen zijn opgetrokken schouders. Hij kan wel door de grond zinken van schaamte.
Nu is het Minne's beurt om haar broer te troosten, vindt ze. Ze komt achter hem staan, slaat haar armen om hem heen en fluistert in zijn rug, die hard is als een plank, dat ze het niet erg vindt, nee, dat ze weet wat het is en dat ze niemand iets zal zeggen.'
Peter probeert zich uit haar omarming los te maken, pakt haar handen vast en trekt ze uit elkaar, maar Minne laat niet los.
'Luister 's, Peter, ik weet toch al dat jongens zoiets doen, ik heb het alleen nog nooit gezien. Het maakt me niks uit, hoor. De jongens op school scheppen er over op, dat ze dat doen, er zijn er die zeggen wel vijf keer per dag. Lien heeft ooit eens een zakdoek van Lander afgepakt waar hij mij zwaaide en riep wie er durfde aan ruiken. Ze heeft hem aan de meiden op de speelplaats doorgegeven, maar ik ben weggelopen toen Rosie zei wat het was. Ik vond het zo vies! Zoiets zou jij nooit doen, dat weet ik zeker. Jij bent alleen maar lief.'
Ze voelt hoe de plakkerige smurrie op haar handen, die ze samengevouwen heeft op zijn buik, begint op te drogen en hij heeft dat ook gevoeld toen hij haar handen van zich wilde aftrekken. Hij wil niet liever dan ter plekke door de grond zakken. Minne moest eens weten waar hij met zijn gedachten was toen hij na het eten direct naar boven was gespurt en zich niet langer meer kon inhouden... Haar lippen tegen zijn trainingsbroek, dat was het enige dat in hem opkwam en in een oogwenk was hij klaar gekomen als nooit tevoren, het bleef maar komen, geen plekje in zijn zakdoek bleef droog van zijn dikke slierten zaad. Hij had nog niet de tijd gehad om zich erover te schamen toen Minne aanklopte, vergat de zakdoek weg te grissen en had in paniek de eerste de beste broek aangetrokken die hij vond: een korte broek die niet eens zakken had om die verdomde zakdoek in weg te moffelen.
Uiteindelijk slaagt Peter er in zich uit de omarming van Minne los te maken. Nog steeds met zijn rug naar haar toe, begint hij zacht te snikken en met een onderdrukte stem fluistert hij: 'Ga weg, Minne, laat me alleen. Wat als er iemand naar boven komt?'
Dat is voor Minne een steekhoudend argument. Misschien is de soap al afgelopen en komt papa straks naar boven om een douche te nemen.
Teleurgesteld loopt ze de kamer uit, kijkt nog even om en Peter staat daar nog altijd in dezelfde houding. Op haar kamer probeert ze haar huiswerk te maken, maar haar gedachten zijn er niet bij, hoe kan het ook anders? Voortdurend komt in haar dat beeld op van haar hoofd op Peters schoot, zo dicht bij wat ze graag had gezien.
Lees verder: De Laatste Maagd Van De Klas - 4
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10