Door: Keith
Datum: 02-05-2023 | Cijfer: 9.2 | Gelezen: 5718
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 46 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 46 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 258
Bzzz…bzzz…bzzz… tík. Ik drukte de wekker uit. “Goedemorgen lieve dames. Rise and shine. We hebben lang genoeg liggen maffen!” “Daar kan nog best een uurtje bij, Kees”, zei joline gapend. “Niks ervan meissie. Als directrice moet je…” “Kop dicht! Jij wordt narrig als iemand dat bij jou doet, doe het dan ook niet bij mij!”
Margot giechelde. “Zullen wij er alvast uitgaan Lot? Dan heeft het echtpaar Jonkman - Boogers even de gelegenheid voor goedmaaksex.” “Doe maar niet, Mar. Kan een uurtje duren, als ik de ogen van mevrouw Jonkman zo zie.” Joline trapte het dekbed van zich af.
“Douchen! En over een kwartier netjes aan de ontbijttafel zitten. Onder de douche gaf ik Joline een lieve zoen. “Sorry meisje. Ik wist niet dat jij er ook gevoelig voor was.” Ze keek me aan. “Niet meer doen Kees. Wij passen op de winkel, verder niks.” Ze knuffelde me even. “Zo. Dat was de goedmaaksex. Douche uit, aankleden.”
Ze trok een luchtig, geel jurkje aan en haar zwarte pumps. Aan de ontbijttafel vonden we Lot en Mar. Ook leuke zomerjurkjes aan, blote benen in sandaaltjes. “Het wordt lekker weer vandaag, dus dan ook lekker aankleden.” “Die jurkjes ken ik nog niet dames. Waar komen die vandaan?” Margot lachte. “Arnhem.” “En die van mij ook, Kees” vulde Joline aan. “Ik begin die winkel steeds meer te waarderen”, mompelde ik. “Ga er ook eens boodschappen doen! Wie weet hebben ze iets in jouw maat”, spotte Joline en de zussen lachten gemeen.
“Dames, niet omdat ik jullie plotseling niet meer aardig vind, maar vandaag, wát zeg ik, de hele week moeten we ‘gescheiden’ rijden. Vanmiddag moet ik om 13:00 in Eindhoven zijn, bij dat lasbedrijf. Dan ga ik de installateurs op hun vingers kijken. En met name de werkvoorbereider.” “Arme kerel”, mompelde Margot. “De hele dag Kees Jonkman om je heen die kritische vragen stelt en loopt te zeuren omdat je een stel goedkopere warmtewisselaars op de kop heb kunnen tikken…” “Zal ik jou eens op je kop tikken, Margootje?”
Ik voegde de daad bij het woord: met de knokkels van mijn hand een korte tik op haar hoofd. “Au!” Ze keek me giftig aan. “Moet je me maar niet pesten, vals krengetje.” “Kees, hou je poten thuis. Opruimen en instappen. Meiden jullie rijden de Mini, ik zet m’n leven wel bij Kees op het spel.”
Eenmaal in Gorinchem liep ik, nog voor acht uur, bij alle teams langs voor bijzonderheden. Het was redelijk rustig. Een aantal lui op vakantie, drie man bij Henry aan het werk. Ook qua werk was het goed te doen: een aantal langlopende opdrachten, een paar routineklussen, maar geen spoedwerk. Mooi… Om negen uur een appje van Fred: ‘Laptop is binnen!’ Ook geregeld. Even liep ik nog het Piratenest binnen: Gerben was in discussie met Frits over die asfaltcentrale. Dat ging er pittig aan toe, maar ze luisterden wel goed naar elkaar.
Dat was ruim een jaar geleden wel anders geweest; ik was toen getuige geweest van een paar technische disputen waar men nauwelijks naar elkaar luisterde, alleen maar het eigen gelijk probeerde te halen. Ik had er met Henk over gesproken hoe we dit moesten aanpakken, want het beviel me absoluut niet. Soms leidden die disputen bijna tot ruzie en dat wilde ik koste wat het kost voorkomen. Het leidde er toe dat de Piraten een complete ochtend in een kringetje zaten waarbij we elkaars goede en zwakkere punten benoemden. En iedereen kreeg de gelegenheid om zijn woordje te doen over de gang van zaken binnen het team.
En dat was soms even slikken.
Ook voor mij; ik kreeg onder andere van Henk te horen dat ik me teveel met details bemoeide. “Jij bent van de hoofdlijnen, Kees. Als je je tot in de dirty details met elk project wil bemoeien heeft jouw dag aan 48 uur nog niet genoeg. Je mag best eens een steekproef houden, maar we zijn niet seniel hier.” Sinds die tijd was de sfeer snel verbeterd en waren we een ‘Team’ geworden…
“Hé Kees, je staat te dromen! Ik vroeg je wat!” Frits keek me onderzoekend aan. “Sorry… Ik zat te denken over wat leuke momenten in Noorwegen, een paar weken terug…” Frits schoot in de lach. “Dan sta je hier overmorgen nog, denk ik. Bekijk de foto’s vanavond maar, maar nu even ter zake…” Ze haalden me weer bij de les. Tot vijf voor tien.
“Heren, ik ben even naar het backoffice. Ze nemen daar afscheid van Adri en daar moet ik wel even bij zijn.” Henk keek op. “Jaja… Met taart zeker? Vreetzak.” “Hé, ik heet geen Fred, hoor, ben jij gek.” De gang door, Joline oppikken, backoffice binnen… “Hé dames en heren… Koffietijd!”
Ingrid keek me aan. “Sinds wanneer bemoei jij je met onze koffiepauze, meneer de opperpiraat?” “Daar krijg je zo meteen antwoord op, juffie van de kwaliteitszorg.” Ze trok een gezicht. “Hou je op, Kees? Ik weet wat er aan de hand is als hier iemand voor ‘juffie’ wordt uitgemaakt; die staat in no time in de zeikregen op het dak in een dun bloesje Met als gezelschap de gorilla van DT. Geen zin in.”
Fred grijnsde gemeen. “Ik hoor dat mijn reputatie het nog steeds goed doet bij de dames. Fijn om te weten…” “Ze heeft een tijdje geleden een onderonsje met mij gehad, Fred. Toen wist ze genoeg.” Marion was breed lachend binnengekomen met een blad koffie. Joline tikte even later tegen haar mok.
“Dames… En de heren ook: even aandacht graag. Vandaag is de laatste werkdag van Adri bij DT. En we willen hem niet zomaar de deur uit trappen; Adri heeft best wel goed werk geleverd. In de tijd dat Fred leuke dingen aan het doen was in Drenthe kwam Adri hier binnen, heeft zich met een rotgang vertrouwd gemaakt met onze systemen, en die keurig draaiende gehouden. Zelf een aantal spambots effectief afgeweerd en onze server behoorlijk opgeschoond, zodat het netwerk een stuk sneller is. En toen Fred weer terug was, heeft hij wat kunstjes aan onze bedrijfsgorilla geleerd, zodat die ook weer zijn stukje ‘education permanente’ had ondergaan.”
Ze lachte liefjes naar Fred, die begon te grommen.
Joline vervolgde onaangedaan: “Maar we weten nog steeds niet of het werk bij DT nou zo interessant was, of dat er andere belangen speelden… Feit is dat Kees, tijdens de receptie van onze bruiloft, Adri en Ingrid achter de planten in de voortuin van mijn ouderlijk huis betrapte op het uitwisselen van hun eerste zoentjes. En Kees en ik samen betrapten hen nog een keertje ’s avonds, toen ze achter het doek van een der feesttenten hun zoentjes nog even ongezien wilden voorzetten. Maar ja, wij stonden iets verder van die tent af, zodat ze mooi afstaken tegen het licht. We hebben Adri daarna maar verteld dat hij ook gezakt was voor het her-examen van de camouflagecursus…”
Beiden kregen ze een rood hoofd.
“Maar goed… Adri, je hebt hier prima werk geleverd. Daar ben je goed voor beloond. Door DT, maar ook door dat dametje naast je, als ik het goed heb begrepen. Maar ondanks die bonus-beloning van Ingrid vonden we dat we je niet met lege handen konden laten gaan. Van je moeder hoorden we dat je een nieuwe laptop wilde hebben. En van Fred hoorden we dat de laptop die je wilde hebben een enorm duur kreng was die je zelfs met je riante salaris bij DT nog even niet kon betalen. Dat is natuurlijk triest, dus DT heeft die laptop maar voor je gekocht.”
Ze glimlachte weer.
“Dan is hij namelijk 21% goedkoper. BTW-aftrek en zo. En om je meisje én Denise tevreden te houden: hij wordt verantwoord als ‘PC voor extern personeel’.” Ze deed een greep achter zich. “Alsjeblieft, Adri. Je hebt je méér dan waargemaakt. Niet alleen op knopjes zitten duwen en dan achterover hangen en koffiedrinken, zoals je grote voorbeeld.”
Wéér gromde Fred.
“Mevrouw Jonkman… Wij moeten eens een hartig woordje met elkaar spreken. Als Theo terug is, want nu ben je nog lid van de…” Joline hief haar hand op. “Als je dat woord gebruikt, meneer van Laar, gaan je oren pijn doen!” Hij zuchtte. “Oké, oké… Bitch!” Nuffig zei Joline: “Ja, dat ben ik soms. Vraag maar aan Kees en de zussen Bongers.” Ze snoof.
Ondertussen had Adri de doos uitgepakt. “Is dit… Is deze écht voor mij?” Joline knikte. “Ja. En als je hem openklapt vind je nog een A4tje met een uitgeprinte mail van Theo. Die mag je voorlezen.” Ze knipoogde naar mij en fluisterde: “Theo toch maar even gebeld hiervoor…” Ik stak een duim op. Adri begon te lezen.
‘Beste Adri, dank je wel voor jouw verblijf bij DT. Je bent op jouw vakgebied een alleskunner, dat heb je bewezen. Vandaar dit cadeautje. DT laat je met tegenzin gaan, maar ja, je wilt verder in dit vak. Verstandig. Maar… De boog kan niet altijd gespannen zijn, dus ga je eerst een paar weken met je moeder en zus op vakantie. Van harte verdiend! En omdat we niks meer aan Ingrid hebben als jij plotseling weg bent: Ingrid gaat deze week met je mee naar Zeeland. Die zien we volgende week maandag graag weer terug. Hartelijk groet, Theo en Gertie.’
Ingrid’s mond zakte open. “Ja maar… Ik heb nog nauwelijks vakantie opgebouwd! Dat kan toch niet?” Joline legde een hand op haar schouder. “Dat kan wél, beste Ingrid. Theo geeft jou gewoon vier en een halve dag betaald vrij. Heb jij ook verdiend, want ook jij bent een bikkel op jouw vakgebied. Jullie drinken je koffie op en pakken je spullen in die je nodig hebt. Daarna stappen jullie in jouw auto, Ingrid, rijden naar Arkel, pakken daar de spullen van Adri in en rijden naar Barneveld. En hoe jullie in Zeeland komen, daar pas je maar een mouw aan.”
Fred begon te klappen en even later deed iedereen mee. Op de gezichten van Adri en Ingrid lag nog ongeloof, maar dat veranderde even later in blijdschap. “Ik ga wel even meehelpen om je spullen te pakken, prinsesje”, bromde Fred. “Heb ik ook een weekje rust. Is wel eens lekker.” Even daarna namen ze afscheid en werd het weer rustig in het Backoffice.
“Zo. Die hebben hun verdiende loon”, zei Margot met een lachje. “Zeker weten”, zei Fred. “Ingrid heeft kei- en keihard gewerkt en Adri ook. Een weekje samen hebben ze wel verdiend.” Hij keek naar Joline. “Ik heb Adri een getuigschrift meegegeven, Jolien. Klinkt als een klok. Maar ik heb een beetje gesmokkeld; Theo’s digitale handtekening staat er op.” “Hmmm… Ik neem aan dat je dat ook digitaal hebt? Dan even uitprinten en in de klapper leggen met post die Theo lezen moet bij terugkomst.” Fred knikte en ik verdween weer naar m’n eigen hok. Om twaalf uur nam ik afscheid van Joline. “Ik verdwijn richting Eindhoven, schat. Eens kennismaken met die directeur van dat installatiebedrijf. En met zijn werkvoorbereider, denk ik.” Joline trok een gezicht. “Ik hoop dat de man vanavond nog kan lopen, Kees.” Na nog een zoentje liep ik naar Gerben en vroeg hem om morgen om 10:00 bij het lasbedrijf te zijn. "Rechtstreeks van huis af, Gerben. Onzin als je vanaf Waardenburg eerst naar Gorinchem rijdt en dan terug naar Eindhoven. Uitslapen dus, morgen." En passant vertelde ik hem dat we morgen de werkvoorbereider zouden ontmoeten. "Oh... Dat wordt dus vuurwerk? Jullie hebben wat... ehhh... issues gehad, zeg maar..." Ik knikte. "Klopt. En daar wil ik meneer even over aanspreken. Hoef je niet bij te zijn, dat is niet zo netjes." Met een zwaai naar de andere Piraten vertrok ik. De boterhammen kwamen in de auto wel.
In Eindhoven had ik wat moeite met parkeren; diverse bedrijfsbusjes met het logo van de installateurs bezetten alle parkeerplaatsen. Nou ja, dan maar iets verder lopen. Ik trok m’n veiligheidsschoenen aan, nam m’n helm met oorkappen mee en liep naar binnen. De bedrijfsleider van het lasbedrijf, Hans, heette me welkom. Ik kende hem nog van de besprekingen. “Welkom maar weer, meneer Jonkman. Ze zijn al druk bezig.” “Da’s mooi, want daar worden ze ook voor betaald. Nog bijzonderheden?” Hij schudde zijn hoofd. “Nee. De werkvoorbereider was er vanochtend even bij, maar die had andere afspraken zei hij. De voorman heeft de leiding. Van Meel heet hij. Zal ik ‘m even halen?”
Ik schudde mijn hoofd. “Niet nodig. Ik zoek ‘m wel op. En Hans: Ik heet Kees. En ik hoef niet begeleid te worden, hoor. Als je dingen te doen hebt, ga gerust je gang, ik weet de weg. Als ik vertrek, meld ik me wel af, oké?” Ik zocht meneer van Meel op kletste een tijdje met hem; een rustige vijftiger, sympathieke man. Ja, alle materialen waren goed aangekomen en stonden in een hoek van de hal opgeslagen. Op mijn vraag naar de werkvoorbereider keek hij even bedenkelijk. “Ik mag niet uit de school klappen, meneer Jonkman.” Ik wist genoeg.
“Mag ik even naar het materiaal kijken?” Hij knikte. “Als ik weer aan het werk kan… de steigers moeten vandaag staan. Morgen begint het échte werk!” Ik stak een duim op en liep de hoek in waar het materiaal stond. Uiteraard was ik uiterst benieuwd naar de warmtewisselaars… Ja, daar stonden drie dozen met bekende logo’s er op. 2 zo te zien gloednieuw, 1 doos zag er minder fraai uit. Dat zal het laatste exemplaar wel zijn, wat op het allerlaatste moment ‘geregeld’ moest worden. De nieuwe dozen waren nog verzegeld, de ‘oude’ niet. Nieuwsgierig keek ik er even in: Ja dat was het type wat we nodig hadden. In gedachten gaf ik de directeur een dik compliment. Ik liep naar meneer van Meel en riep van onderaan de steiger: “Meneer van Meel, ik ga ervandoor! Ik ga jullie niet op de vingers kijken als je steigers bouwt; daar heb ik weer geen verstand van. Ik kom morgen weer langs, met een collega. Kun je die werkvoorbereider vragen of hij morgenochtend rond tienen hier is? Ik wil hem even spreken.”
“Tien uur… Komt in orde! Tot morgen, meneer Jonkman!” Ik liep de gang van de kantoren in en meldde me af bij Hans. “Morgen ben ik er weer… Rond een uur of tien.” Hij knikte. “Mooi! Waarschijnlijk is de baas er dan ook. Prettige avond, Kees!” “Jij ook Hans.” Een blik op mijn horloge: half drie. Terugrijden naar Gorinchem was de moeite niet meer. Naar huis en daar nog even online werken. Mail wegkoppen en zo… Ik maakte een grimas.
Thuisgekomen maakte ik een mok koffie en ging in de werkkamer zitten. PC aan, inloggen bij DT en een zucht. 47 mails. Houdt het dan nooit op? Enfin, geen spam, dat scheelde in ieder geval. Een half uur later waren 21 mails richting de diverse teams verdwenen, 11 naar Backoffice, eentje richting Angelique en 3 naar personeelszaken. Bleven over: 11 mails voor de directie van DT. Ik wilde me er juist in gaan verdiepen toen een appje van Joline binnenkwam.
“Ben jij thuis, schat?” Ik antwoordde met een duimpje. “Doe je dan ook boodschappen voor vanavond? Bloemkool is in de aanbieding.” Twee zoenlippen besloten het berichtje. Ik weerstond de neiging om een opmerking over ‘directietaken’ te maken en stuurde weer een duimpje.
Maar eerst de mail. Bloemkool kwam later wel. Van de 11 mails bevatten er 10 niet zoveel bijzonders. De 11e wél. Het logo van het ontwerpbureau in Amsterdam, waar ik stage had gelopen stond er boven.
‘Geachte heer Koudstaal. Uit bronnen hebben wij vernomen dat uw bedrijf in de race is voor het ontwerpen van een waterkrachtcentrale bij Travnik, in Bosnië. Wij adviseren u om af te zien van een offerte. Reden: wij weten dat uw bedrijf voorkennis heeft. Indien dit in Den Haag of Brussel bekend wordt, gaat de reputatie van uw bedrijf ernstige schade oplopen. Tevens ziet mijn bedrijf zich dan genoodzaakt juridische stappen te ondernemen wegens concurrentievervalsing. Met collegiale groet, G. Duyvestein, directeur.’
Ik leunde even achterover. Zozo… De heren in Amsterdam zijn bang voor de concurrentie. En hoe wisten ze dat DT 'in de race' was? Wat te doen? Ik besloot Bastiaan van Leeuwen te bellen, de regiodirecteur Europa op het ministerie van Buitenlandse zaken. Want dáár zou het lek wel eens kunnen zitten. Niet bij DT, dat wist ik zeker…
Even later hoorde ik een kort: “Van Leeuwen.”
“Meneer van Leeuwen, Kees Jonkman van Developing Technics.”
“Hé Kees! Waarom bel jij?” “Meneer van Leeuwen, ik zit met een probleempje…”
Kort vertelde ik mijn voorgeschiedenis bij het bedrijf in Amsterdam, vervolgens las ik de mail voor en eindigde met de opmerking:
“…en ik wil weten waar het lek zit, meneer.”
Even was het stil.
“Kees, kan dat lek zich in Gorinchem bevinden?”
Ik schudde mijn hoofd, maar ja, dat kon hij niet zien. “Nee meneer. Sowieso zijn er weinig mensen die de details kennen: dat zijn mijn buddy Fred, onze directie, mijn echtgenote en onze juridisch medewerkster en haar partner. En mijn eigen team. Stuk voor stuk lui die ik onvoorwaardelijk vertrouw. Nee meneer, het lek zit elders, dat kan niet anders.”
Weer een stilte en ik kreeg een brainwave. “Meneer van Leeuwen… is Alfred de Quaay alweer op vrije voeten?”
“Dat zou zo maar eens kunnen, Kees. En dan weten we meteen waar het lek zit. Want Suus mag weliswaar haar eigenaardigheden hebben, maar net als Harm en Peter is ze honderd procent betrouwbaar. Dáár zit het lek in ieder geval niet. Ik ga eens informeren, Kees en aan wat touwtjes trekken. En by the way: nog één keer ‘meneer’ en ik stuur je terug naar het tentenkamp in Roosendaal, majoor. En laat ik je hernieuwd kennismaken met de instructeurs van het KCT, denk er aan!”
Ik grinnikte. “Ik hoop het te onthouden, Bas. Dank voor je tijd.”
“Ehhh… Kees: schrijf maar een pittig mailtje richting Amsterdam. Wellicht dat men daar domme dingen gaat doen; dan komen we er snel achter waar hun info vandaan komt. En dan gaan wij én Brussel in actie komen, dat weet ik zeker!”
“Ik zal m’n best doen, Bas. En mijn altijd innemende persoonlijkheid even opzij zetten.”
Een sarcastisch “Jaja…” was te horen, toen werd de verbinding verbroken.
Héhé. Mooie vent. Een typische Commando. Snel denken, conclusies trekken, maatregelen nemen. Goed. Een pittig mailtje richting Amsterdam. Nee, eerst boodschappen doen, anders ging Joline ballistisch. Kon ik tijdens het boodschappen doen even nadenken. Ik liep peinzend de deur uit. Lift in, omlaag en richting supermarkt. En liep na te denken over ‘een pittig mailtje’. Dat ging wel lukken; ik zou er zoveel vergif in leggen dat ze spontaan over hun nek gingen daar. Arrogante klootzakken daar aan de Zuid-as. Als ingenieursbureau geen knip voor de neus waard. Ik had een aantal van hun projecten gezien: ja, het zag er leuk uit maar technisch was het prutswerk.
Hun PR-afdeling was echter meer dan uitstekend en hun juridische afdeling ook. Maar dat moest ook wel om alle fouten die hun medewerkers maakten, te verbloemen en schadeclaims af te laten ketsen bij de rechter… En meneer Alfred de Quaay… Als ik hem nog een keer tegenkwam was hij niet jarig! Werktuiglijk deed ik m’n boodschappen en stond zelfs bij de kassa te dromen.
“Meneer… Meneer!” Ik keek op, recht in de ogen van het meisje achter de kassa. “Sorry! Ik was even in gedachten…” Ze lachte. “In gedachten? U was kilometers weg en dat ben ik van u niet gewend. Meestal maakt u een lollige opmerking of zo of staat u te geinen met uw vriendin. Die lange blonde dame…”
Ze schok even. “Of is het uit?” Ik schoot in de lach. “Nee zeg, hou op! Die lange blonde dame is sinds een aantal weken mijn echtgenote. Maar ik was vanmiddag eerder thuis dan zij, moest dus de boodschappen doen. En da’s best afzien hoor! Als man, in je eentje…” Ze grinnikte. “Ik heb medelijden met u. Héél even.”
Ondertussen had ze de boodschappen onder het elektronisch oog doorgeschoven. “Dat is dan 21,45 euro meneer.” Na het afrekenen zei ze nog: “Eet smakelijk vanavond. Bloemkool met kaassaus… Lekker!” Ik stak een duim op en liep naar buiten. Leuke meid, niet op haar mondje gevallen. Tijdens een rustig momentje een tijdje terug was ik ook met haar in gesprek geraakt; ze wilde ook aan de TU gaan studeren: Artificial Intelligence. In gedachten kwam ik weer thuis. Melk in de koelkast, bloemkool en kaas ook, aardappelen in hun mandje… Snel ruimde ik de boodschappen op en keek toen op m’n horloge. Half vijf. Nog een uurtje, dan kwamen de meiden thuis. Prima, dan kon ik het concept richting Amsterdam typen.
Duyvestein… Ik had hem één keer gesproken, bij mijn afscheid. “Je bent een lastige vent, Jonkman. Altijd iets te mopperen. Leer nu eens een keertje dat een ingenieur weliswaar ontwerpt, maar dat de afdeling financiën uiteindelijk de scepter zwaait… Nou, tot ziens!” Een hand kon er niet af. Arrogante lul in z’n Jaguar. En deze meneer dacht DT even naar rechts te richten? Die zou van de kouwe kermis thuiskomen...
Zo, de computer was er klaar voor. Nu Kees nog. Eerst maar eens in Word beginnen. Betere spellingscontrole.
‘Geachte heer Duyvestein. Ik heb uw mail met interesse gelezen. Dank voor uw advies, we doen er niets mee. Bemoeit u zich vooral met uw eigen zaken aan de Zuid-as; het échte werk doen wij in Gorinchem wel. DT heeft geen juridische afdeling van 5 FTE'n nodig om schadeclaims van klanten te verwerken. DT heeft voorkennis, dat klopt. En weet u waarom? Omdat er twee man van DT, OP VERZOEK VAN HET MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN!! een paar weken geleden in een potentieel mijnenveld in Bosnië stonden. Iets waar ik niemand van uw bedrijf toe in staat acht. Verder nog iets belangrijks te melden? Doe dat dan bij BuZa, de heer B. van Leeuwen, Directeur Europa. Met vriendelijke groet, Ir. C. Jonkman, directeur a.i.’
Zo. Nu even op Joline wachten… Of zou ik de mail gewoon versturen? Nee. Dit soort zaken deden we samen… Wellicht had mevrouw mijn echtgenote nog een briljant idee. Of een van de zussen, dat kon ook nog wel eens. Ik pakte de mand met aardappelen. Eten koken, Kees. Als de meiden straks thuiskwamen, moest het eten bijna klaar zijn, anders zou het commentaar niet mals zijn!
Ik zette de CD-speler aan met een CD van Johann Ludwig Krebs, een van de leerlingen van Bach. Die had ook een aantal mooie orgelstukken geschreven, geheel in de stijl van de grote meester. Fuga’s, preludia, koraalfantasieën… Heerlijk! Al luisterend en mee brommend gleden de aardappelen onder mijn handen door. Wassen, snijden, een beetje zout er op en in het water ermee.
De bloemkool: goed wassen; een paar weken terug gilde Margot plotseling, terwijl ze wat bloemkool aan haar vork had. Bleek er nog een slak in te zitten… Dood natuurlijk; tien minuten in kokend water overleef je als slak niet, maar Margot was ‘not amused’. Geen vlees vanavond; er zaten twee eitjes door de sla. Als dessert koos ik ijs uit de vriezer. De sauzen mochten de dames zelf bedenken. Oh shit… saus! Ik moest de kaassaus nog maken!
Pannetje op een kleine vlam, een beetje olie en melk er in, kaas raspen, wat kruiden erbij en laat maar langzaam smelten… De voordeur ging open en Joline, Margot en Charlotte kwamen binnen. “Hoi schatje…” Twee armen gleden van achteren om me heen en ik kreeg een zoen ik m’n nek. “Hallo lief. Blij dat jullie er weer zijn. We kunnen over drie minuten eten.” “Lekker! Het ruikt goed, Kees!” Van Mar en Lot kreeg ik ook een zoentje, netjes op de wang.
Toen we aan tafel zaten, na een ogenblik stilte, kletsten de dames even over een boekhoudkundig probleempje bij DT. Totdat Joline met plotseling oplettend aankeek. “Kees? Jij bent te stil. Er is wat… Vertel!” Ik knikte. “Ja, er is wat. Ik, nou ja, Theo kreeg vanmiddag een mailtje. Van dat ingenieursbureau in Amsterdam, waar ik stage heb gelopen. Je weet wel, die lui die uiterlijk belangrijker vonden dan functionaliteit. En in dat mailtje stond DT zich terug moest trekken uit het project in Bosnië, anders zou Theo een claim wegens… oh ja: ‘concurrentievervalsing’ tegemoet kunnen zien. Ze weten dat DT voorkennis heeft, nog voor er een offerteverzoek uitgegaan is. Zij zijn, samen met DT en het bedrijf van mijn studiegenoot Gerard, de enigen die voor een offerte in aanmerking komen in Nederland.
Enfin, ik vroeg me af hoe ze aan die kennis kwamen, dus ik heb Buitenlandse Zaken, Bas van Leeuwen, gebeld. Die strakke baas daar. Directeur Europa. En samen kwamen we tot de conclusie dat meneer de Quaay wel eens het lek zou kunnen zijn. Meneer de Quaay, die…” Margot onderbrak me. “…jullie plannen wilde verkopen aan de burgemeester van Travnik… die toch?” Ik knikte.
“Goed onthouden, Mar. Meneer is sinds kort weer op vrije voeten. En heeft natuurlijk geld nodig. Kortom, Bas adviseerde me om ‘een pittig mailtje’ terug te sturen naar die prutsers in Amsterdam en me er verder niks van aan te trekken. Dat ‘pittige mailtje’ heb ik ondertussen geschreven, maar nog niet verstuurd. Ik wil dat jij er eerst even naar kijkt en je oordeel over velt.”
Joline nam een hapje bloemkool en dacht, al kauwend, na. Toen zei ze: “Angelique ook, Kees. Niet wegsturen voordat zij er ook naar gekeken heeft.” Ze giebelde. “Ik ken die pittige mailtjes van jou ondertussen een beetje; voor hetzelfde geld heb je ze helemaal verrot gescholden. Is niet zo netjes, majoor.” “Na het eten mag je lezen, schat. En dan ga ik even met de voorvrouw op de bouwplaats kletsen. Nu genieten van de piepers, de bloemkool, de sla en het toetje.”
Joline bleef me strak aankijken en ik vroeg dan ook: “Wat is er, Joline?” Ze giebelde weer. “Ik geniet van je toetje…” We schoten in de lach. “Rare muts…” Hierdoor was de stemming weer wat opgeklaard. Na het eten liepen de zussen met de vaat richting keuken. “Wij ruimen wel op! Gaan jullie je maar buigen over de toekomst van DT.” Ik knipoogde. “Dank jullie wel, dames.” Ik pakte mijn laptop en liet de mail uit Amsterdam aan Joline lezen.
Die fronste. “Dat is bijna een bedreiging, Kees. Dit staat op de rand van chantage. Wat is die Duyvestein voor een vent?” Ik dacht even na. “Ik heb ‘m maar één keer gesproken, schat. Toen vond hij me al een lastpost; ingenieurs ontwerpen, maar uiteindelijk bepaalt de boekhouder welke componenten er in een ontwerp komen. Ik was dolblij dat ik er weg was. Door mijn directe chef kreeg ik een prima stage-beoordeling; de rest vond me alleen maar irritant omdat ik doordramde over kwaliteits-componenten. Kortom: een type wat meer bezig is de aandeelhouders tevreden te stellen dan met de kwaliteit van de ontwerpen. Arrogante lul. Zo’n type wat ergens in een grachtenpand woont en zich ver boven de rest van Nederland verheven voelt. Met een prima PR-afdeling en een stel gehaaide juristen om claims af te wimpelen. Claims omdat hun ontwerpen uiteindelijk falen. En ja, dat ligt uiteraard aan de klant, nooit aan hen. Kortom: lui om rekening mee te houden.”
Joline knikte bedachtzaam. “Oké. En nu die mail van jou, Kees. Laat zien!” Ik toverde Word tevoorschijn en Joline las aandachtig. Toen knikte ze. “Ik vind ‘m prima, Kees.” Ze grinnikte. “Maar als meneer de Quaay hun bron is, gaan ze beiden het schip in. Maar ja, hoe komen we daar achter?” Ik bromde. “Ik denk dat meneer Bas van Leeuwen daar wel een modus voor heeft, schat. Die vent is diep in z’n hart nog steeds Commando. Het zou me niks verwonderen als hij z’n groene baret als slaapmuts gebruikt.”
Joline keek vragend.
“De groene baret is het hoofddeksel van het Korps Commandotroepen, schat. Voor dat je die mag dragen, moet je de ECO, de Elementaire Commando Opleiding met succes hebben afgerond. Acht weken lang vreselijk afzien. Weken met vier uurtjes slaap, marsen van 35 kilometer met 40 kilo op je nek. Of omgekeerd, dat weet ik zo niet. In ieder geval een afval percentage van 70 tot 80 procent. Hoe dan ook: meneer van Leeuwen is geen vent om tegen je te hebben, dat weet ik zeker.” Ik grinnikte. “Ik sprak hem tijdens ons telefoongesprek netjes aan met ‘meneer van Leeuwen’. ten slotte is hij best een hoge piet op het ministerie.
In zijn laatste zin zei hij: ‘Kees, nog één keer “meneer van Leeuwen”, en ik laat je hernieuwd kennismaken met je ouwe instructeur van het KCT. Ik heet Bas.’ Laf als ik ben, heb ik dan dat maar gedaan…
Ik ben twee keer twee weken in Roosendaal, bij het KCT geweest. Oefening ‘Pantserstorm’. Elke Infanterie-eenheid moet die doen en dat is twee weken behoorlijk afzien. Niet alleen lichamelijk, maar ook geestelijk. De kreet ‘niet goed is opnieuw’ is volgens mij dáár uitgevonden…”
Joline gniffelde. “Wel eens goed voor jou, jochie. Ik ga wel eens met meneer van Leeuwen praten, denk ik. Maar nu: Angelique bellen. Dan maak ik ondertussen koffie.” Ik belde An. Na wat kletsen over hun huis “het schiet al lekker op, Kees!” vertelde ik beknopt wat er speelde. Het was even stil, toen zei ze: “Die lui hebben geen poot om op te staan, Kees. Concurrentievervalsing is sowieso de verkeerde term. Concurrentievervalsing is het wanneer het Ministerie van Verkeer en Waterstaat een brug wil aanleggen en die door Defensie laat aanleggen, zonder het bedrijfsleven de klandizie te gunnen. Dus… met dat argument staan ze al met 5 – 0 achter. DT kan zelfs op grond van deze mail aangifte doen. MITS je exact weet waar hij vandaan komt. Anders ontkennen ze in alle toonaarden. Maar daar hebben we Fred voor.” Ze klonk zelfverzekerd.
“An, zoals ik vaker heb geroepen: je bent een schat. Ik ga aan wat touwtjes trekken. Succes verder op de bouwplaats!” “Niks bouwplaats, Kees. Vanaf morgen trekt deze jongedame zich even terug in Arkel. Nog twee dagen om me voor te bereiden. Even niet in de herrie zitten, maar…” Ze giebelde ondeugend “…. In een comfortabele hangmat in de boomgaard achter Theo’s huis liggen. Een lekker koel drankje bij de hand, studieboek op schoot en een grote zonnebril op om te verbergen dat je lekker in slaap bent gevallen.”
Ik schoot in de lach. “Ja, vast. Met name dat stukje ‘lekker in slaap vallen’. Ik geloof er niks van, dame.” Na een paar geintjes hing ik op. Goed, wéér een paar stappen verder. Zou ik die blunder over ‘concurrentievervalsing’ nog in m’n mail verwerken? Nee. Als de tegenstander een fout maakt, ga je die fout gebruiken op een moment en een plaats die jou goed uitkomt. Niet eerder. Eén van de wijze lessen van Peter. Ik las mijn mail nog een keer over en keek Joline aan. Die knikte. “Versturen, Kees. De knuppel in het hoenderhok. Lont in het kruidvat. Die club wil oorlog met DT? Kunnen ze krijgen. Juridische afdeling of niet.”
Ik aarzelde nog steeds. “En Theo, schat? Moeten we die niet op de hoogte brengen?” Joline dacht na. “Nee, voorlopig niet. Ik weet van Angelique dat Theo vaker van dit soort mails krijgt; daar ligt hij niet wakker van.” Ze giebelde. “En de groot-aandeelhoudster van DT ook niet. En als beiden wél wakker liggen, gaan ze elkaar wel bezig houden, denk ik…” We schoten met z’n vieren in de lach. “Oké, dan gaat hij nú de deur uit.” Ik kopieerde de tekst, zette hem op de mail en drukte op ‘send’.
“Zo. En nu maar eens kijken in hoeverre meneer van Duyvestein zich Kees Jonkman nog herinnert. Waarschijnlijk niet, maar dat gaat snel veranderen, denk ik.” “En nu koffie, dames en heer.” Lot stond op en liep naar de keuken. “Zijn jullie wel aan toe.” Ik knikte. “Zeker weten! Ik heb ten minste vandaag niet in een boomgaard op een hangmat liggen pitten. Met als zwak excuus een studieboek op schoot.” Margot grinnikte. “Ik had Angelique zo wel eens willen zien… En dan een emmer ijswater over haar heen kieperen…”
Joline keek waarschuwend. “Pas jij een beetje op, Margootje? Jij gaat geen ijswater over een lieve vriendin van ons gooien! Dan worden Joline en Kees Jonkman nogal onprettig in de omgang!” Uit de keuken klonk behoorlijk sarcastisch: “Is er een verschil met normaal, dan?” Margot schoot in de lach, ik keek Joline aan en zij mij.
Toen sprongen we op, renden de keuken in en grepen Charlotte beet. “Mee jij!” Ze gilde: “En de koffie dan?” “Die kan wel even wachten. Maar als jij rot-opmerkingen over ons gaat maken… Smijt haar maar op de bank, Kees. Dan zal Joline Jonkman zich even over dit krengetje ontfermen.” “Ik had liever gehad dat Kees die taak op zich nam, Jolien”, piepte Lot, toen we haar op de bank gooiden. “Dat zou je wel willen hé? Niks ervan!”
“Mar! Help me! Ze kietelt me!” Margot keek naar mij en ik keek dreigend terug. “Sorry Lot. Meneer Jonkman laat duidelijk weten dat ik me er buiten moet houden. You’re on your own now, sister!”
“Lekkere zus ben jij… hihihihi… Jolien, hou op! Kan ik… niet tegen!”
Joline had een schoen van Lot uitgetrokken en kietelde haar hevig onder haar voet. Daardoor trok Lot een been op, waardoor ik onder haar rok kon kijken.
“Mooi blauw slipje, Lot! Sexy hoor…”
“Rotzakken zijn jullie!” hijgde ze. “De één kietelt, zodat de ander onder mijn rokje… kan kijken… Hihihihi….”
“Kees kan nog veel meer onder dat rokje doen, hoor. Let maar eens op!” Joline wenkte me met haar hoofd. “Zeker, Jolien?” Ze knikte. “Let maar eens op. Charlotje is zo meteen héél rustig en lief. Als jij dat ook bent.” Ik pakte Lot’s benen vast.
“Zo. En wie had er nou net zo’n grote bek? Was jij dat Lot?”
Ze keek me aan. “Ja, meneer Jonkman…” “Dat zijn er alvast vijf, meisje! Maar die houden we nog even tegoed; wij gaan je nu niet loslaten. Ík geniet veel te veel van je mooie benen en het uitzicht op dat mooie blauwe slipje. Weet je dat het bijna doorzichtig is, Lotje? Ik denk dat ik het eens van dichtbij ga bekijken…”
Langzaam gleden mijn vingers langs haar benen omhoog. Lot lag nu stil, haar ademhaling snel. Joline’s hoofd gleed naar het hare en beide meisjes begonnen te zoenen. Ik wenkte Margot. “Wil jij het even overnemen? Jij kent je lieve zusje beter dan ik. Ik kijk wel; wie weet steek ik er nog iets van op.”
Margot knipoogde en ik maakte plaats voor haar. Ze streelde Lot’s benen langzaam en aandachtig. “Je bent een lekker zusje, zusje…” Lot kreunde. “Mar… Heerlijk! Doé het! Voel mijn… Ahhhh….” Margot likte het slipje van Lot. ‘Lekker!!! Laat me… laat me klaarkomen, Mar!” Margot trok haar hoofd tussen de benen van haar zus uit. “Wil je klaarkomen, geile meid? Dan moet je er om vragen.”
Charlotte kreunde hard. “Gemeen kreng… Ik zit er tegenaan… En jij doet niks! Rotmeid!” Margot keek me vragend aan en wees. In één keer legde ik mijn hand op Lot’s slipje en wreef snel en hard. “Ohhhh… Lekker Margot! Niet stoppen nu…” Ze spande haar beenspieren en tilde haar onderlichaam omhoog, hard tegen mijn hand aan. Joline kuste haar weer en dempte zo haar kreetjes. En plotseling werd haar mooie slipje doorweekt. Schokkend en kreunend kwam ze klaar; vocht droop over mijn hand heen. En langzaam ontspande ze en zakte weer op de bank. Joline kwam overeind. “Dank je wel, lekkere…” Verder kwam Lot niet: ze keek recht in mijn ogen en zag mijn hand tussen haar benen.
“Kéés! Was jij dat?” Ik gniffelde en knikte. “Ik heb ook wat van jullie geleerd hoor…” Joline giebelde. “Snelle leerling, die vent van me. Goed zo, Kees!” Margot boog zich voorover, naar haar zus toe. “Was het lekker, Lotje?” Die knikte. “Heerlijk… Dank jullie wel!” Joline’s gezicht veranderde in ‘streng’. “Denk maar niet dat je elke keer zo’n behandeling krijgt als je een nare opmerking over ons maakt, Lot! De volgende keer krijg je billenkoek!”
Margot begon te lachen. “Lekker, Joline… Van wie? Van jou of van Kees? We kennen een verhaal over billenkoek na een wandeling in de regen… Sprak ons wel aan.” Joline zuchtte en keek naar mij. “Kees, wat doen we met deze pubers?” Ik haalde mijn schouders op. “Lief voor ze zijn, schat. Zijn ze meestal ook voor ons. En als het écht uit de hand loopt, maken ze kennis met sergeant Jonkman, de strenge drill-instructor.”
Lot keek me niet-begrijpend aan. “Sergeant Jonkman? Het toch majoor Jonkman?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee meisje. Majoor Jonkman… Kijk een majoor is een militair manager. Houdt de hoofdlijnen in de gaten. Als het gaat om de finesses, de kneepjes van het vak en zo, dan komt de onderofficier in beeld. Leider, vakman, instructeur. Dus: de sergeant Jonkman. Vraag maar eens aan deze blonde schoonheid hoeveel spierpijn ze had na een dagje wapenleer en schietlessen.”
Joline trok een grimas. “Niet fijn! Ik voelde spieren waar ik het bestaan niet van wist!” “Zo. Nu hoor je het eens van een ander, Lotje. En nu opstaan, douchen en dat mooie blauwe slipje verwisselen voor een schone. Je ziet er uit alsof je hele ondeugende spelletjes hebt gespeeld!” Joline vulde droogjes aan: “En ik heb in geen velden of wegen een puistige buurjongen gezien…” We moesten lachen. “Goed dat je zelf zegt, schatje. Scheelt mij weer een oorvijg.”
Ik trok Lot overeind en trok haar even tegen me aan. In haar ogen kijkend vroeg ik: “Was ik niet te hard voor je?” Ze schudde haar hoofd. “Jullie waren heerlijk. Alle drie. Dank je wel. Lieve zus, ga je mee? Even douchen, dan naar bed. Het is weliswaar pas acht uur, maar…” Margot giebelde. “Je mag mij ook nog even verwennen, Lotje. Doen we in bed wel.” “Ondeugende meisjes… Geniet ervan, schatten!” Na een zoen liepen ze, hand in hand, hun kamers in.
Ik keek Joline aan. “En wij, schatje?” Joline keek ondeugend. “Loop je veiligheidsrondje maar, sergeant Jonkman. Ik wil ook wel eens kennismaken met die strenge drill-instructor… Ik zie je zo in de slaapkamer!” Een paar minuten daarna opende ik de deur van onze slaapkamer. De zonwering was dicht, maar de kamer geurde naar Joline’s parfum. Ze lag op bed: onderjurkje aan, een dun slipje, nylons en verder niets.
“Kom bij me Kees. Naakt. Ik wil je in me voelen klaarkomen.” Haar stem was hees. Met een rotgang kleedde ik me uit en ging naast haar liggen. “Jolientje…” Ze rolde zich tegen me aan. “Ik kwam bijna zelf klaar, schatje, toen jij Lot zo verwende. Het leek alsof jouw hand op mijn poesje lag… Ik voelde wat zij voelde… Heerlijk! Kom, nu ben ik aan de beurt… Grijp me tussen m’n geile benen, op dit lekkere slipje en verwen mijn poesje!”
“Met alle soorten van genoegen, Freule. Lekker nat, geil en sexy.” Joline gromde toen ik haar jurkje opstroopte. “Voél me, Kees! Betast me, streel me… Laat me klaarkomen op jouw hand… Ik ben zo geil als…Ahhh…” Ze schudde, toen ik met mijn hand ruw tussen haar benen greep.
“Jaaa… Lekker ruig! Lekker over mijn geile natte slipje wrijven… Niet stoppen, Kees! Niet stoppen, dit is zó lekker…” Twee seconden daarna voelde ik haar vocht al uit haar kut druipen. “Lekker nat, schatje…” Ze knikte, haar ogen dicht. “Ja, ik word kletsnat… Lekker door jouw hand tussen mijn benen…”
Ze tilde haar heupen op en bevredigde zichzelf tegen mijn hand aan. “Jij ook klaarkomen, Kees! Lekker over me heen spuiten…” Ik kwam overeind. “Doe jij het, Joline! Laat me klaarkomen!” Ze pakte mijn paal en nam die in haar mond. Kletsnat van haar speeksel kwam hij er uit en met een ondeugend gezicht mompelde ze:
“Ik nat, jij ook nat…” En in hetzelfde tempo als waarin ik haar streelde, trok zij me af. Schokkend voelde ik haar klaarkomen en bekeek ik haar: een heerlijke knappe vrouw met lange benen die zich ongegeneerd liet gaan… En daar mocht ik bij klaarkomen! “Spuiten, Kees! Lekker spuiten, lekker over je geile meisje… Laar het maar komen!” Met een diepe kreun kwam ik klaar en Joline stuurde mijn paal en bepaalde waar mijn sperma kwam: over haar borsten, haar gezicht en uiteindelijk in haar mond: ze zoog me helemaal leeg! Toen ploften we allebei op bed en keken elkaar aan.
“Heerlijk, mooie vrouw… Je bent het einde. Ik voel weer eens wat het is om ‘heerlijk bevredigd’ in slaap te vallen.” Joline kroop tegen me aan. “Ja. En dat geldt voor mij net zo, lekkere vent…” Ze gaapte. Ik pakte een handdoekje en poetste haar schoon. En mezelf ook. “Mag ik tegen je aanliggen, Jolientje?” Ze antwoordde door mijn arm te pakken en die om zich heen te trekken. Toen nestelde ze zich tegen me aan. “Lekker slapen, ridder.” “Zeker weten Freule.” Even giechelde ze. “Zouden de zussen al slapen, denk je?” Ik gaapte. “Als je het zeker wil weten: ga kijken, schatje.” Weer een giechel. “Ik vraag het ze morgen wel. Nu lekker slapen, Kees.” Ik schoof haar blonde haren uit haar nek en gaf daar een zoen. “Gaat lukken. Welterusten, schat.” Ik keek op de wekker: tien voor tien. Prima tijd om te gaan sl…
Margot giechelde. “Zullen wij er alvast uitgaan Lot? Dan heeft het echtpaar Jonkman - Boogers even de gelegenheid voor goedmaaksex.” “Doe maar niet, Mar. Kan een uurtje duren, als ik de ogen van mevrouw Jonkman zo zie.” Joline trapte het dekbed van zich af.
“Douchen! En over een kwartier netjes aan de ontbijttafel zitten. Onder de douche gaf ik Joline een lieve zoen. “Sorry meisje. Ik wist niet dat jij er ook gevoelig voor was.” Ze keek me aan. “Niet meer doen Kees. Wij passen op de winkel, verder niks.” Ze knuffelde me even. “Zo. Dat was de goedmaaksex. Douche uit, aankleden.”
Ze trok een luchtig, geel jurkje aan en haar zwarte pumps. Aan de ontbijttafel vonden we Lot en Mar. Ook leuke zomerjurkjes aan, blote benen in sandaaltjes. “Het wordt lekker weer vandaag, dus dan ook lekker aankleden.” “Die jurkjes ken ik nog niet dames. Waar komen die vandaan?” Margot lachte. “Arnhem.” “En die van mij ook, Kees” vulde Joline aan. “Ik begin die winkel steeds meer te waarderen”, mompelde ik. “Ga er ook eens boodschappen doen! Wie weet hebben ze iets in jouw maat”, spotte Joline en de zussen lachten gemeen.
“Dames, niet omdat ik jullie plotseling niet meer aardig vind, maar vandaag, wát zeg ik, de hele week moeten we ‘gescheiden’ rijden. Vanmiddag moet ik om 13:00 in Eindhoven zijn, bij dat lasbedrijf. Dan ga ik de installateurs op hun vingers kijken. En met name de werkvoorbereider.” “Arme kerel”, mompelde Margot. “De hele dag Kees Jonkman om je heen die kritische vragen stelt en loopt te zeuren omdat je een stel goedkopere warmtewisselaars op de kop heb kunnen tikken…” “Zal ik jou eens op je kop tikken, Margootje?”
Ik voegde de daad bij het woord: met de knokkels van mijn hand een korte tik op haar hoofd. “Au!” Ze keek me giftig aan. “Moet je me maar niet pesten, vals krengetje.” “Kees, hou je poten thuis. Opruimen en instappen. Meiden jullie rijden de Mini, ik zet m’n leven wel bij Kees op het spel.”
Eenmaal in Gorinchem liep ik, nog voor acht uur, bij alle teams langs voor bijzonderheden. Het was redelijk rustig. Een aantal lui op vakantie, drie man bij Henry aan het werk. Ook qua werk was het goed te doen: een aantal langlopende opdrachten, een paar routineklussen, maar geen spoedwerk. Mooi… Om negen uur een appje van Fred: ‘Laptop is binnen!’ Ook geregeld. Even liep ik nog het Piratenest binnen: Gerben was in discussie met Frits over die asfaltcentrale. Dat ging er pittig aan toe, maar ze luisterden wel goed naar elkaar.
Dat was ruim een jaar geleden wel anders geweest; ik was toen getuige geweest van een paar technische disputen waar men nauwelijks naar elkaar luisterde, alleen maar het eigen gelijk probeerde te halen. Ik had er met Henk over gesproken hoe we dit moesten aanpakken, want het beviel me absoluut niet. Soms leidden die disputen bijna tot ruzie en dat wilde ik koste wat het kost voorkomen. Het leidde er toe dat de Piraten een complete ochtend in een kringetje zaten waarbij we elkaars goede en zwakkere punten benoemden. En iedereen kreeg de gelegenheid om zijn woordje te doen over de gang van zaken binnen het team.
En dat was soms even slikken.
Ook voor mij; ik kreeg onder andere van Henk te horen dat ik me teveel met details bemoeide. “Jij bent van de hoofdlijnen, Kees. Als je je tot in de dirty details met elk project wil bemoeien heeft jouw dag aan 48 uur nog niet genoeg. Je mag best eens een steekproef houden, maar we zijn niet seniel hier.” Sinds die tijd was de sfeer snel verbeterd en waren we een ‘Team’ geworden…
“Hé Kees, je staat te dromen! Ik vroeg je wat!” Frits keek me onderzoekend aan. “Sorry… Ik zat te denken over wat leuke momenten in Noorwegen, een paar weken terug…” Frits schoot in de lach. “Dan sta je hier overmorgen nog, denk ik. Bekijk de foto’s vanavond maar, maar nu even ter zake…” Ze haalden me weer bij de les. Tot vijf voor tien.
“Heren, ik ben even naar het backoffice. Ze nemen daar afscheid van Adri en daar moet ik wel even bij zijn.” Henk keek op. “Jaja… Met taart zeker? Vreetzak.” “Hé, ik heet geen Fred, hoor, ben jij gek.” De gang door, Joline oppikken, backoffice binnen… “Hé dames en heren… Koffietijd!”
Ingrid keek me aan. “Sinds wanneer bemoei jij je met onze koffiepauze, meneer de opperpiraat?” “Daar krijg je zo meteen antwoord op, juffie van de kwaliteitszorg.” Ze trok een gezicht. “Hou je op, Kees? Ik weet wat er aan de hand is als hier iemand voor ‘juffie’ wordt uitgemaakt; die staat in no time in de zeikregen op het dak in een dun bloesje Met als gezelschap de gorilla van DT. Geen zin in.”
Fred grijnsde gemeen. “Ik hoor dat mijn reputatie het nog steeds goed doet bij de dames. Fijn om te weten…” “Ze heeft een tijdje geleden een onderonsje met mij gehad, Fred. Toen wist ze genoeg.” Marion was breed lachend binnengekomen met een blad koffie. Joline tikte even later tegen haar mok.
“Dames… En de heren ook: even aandacht graag. Vandaag is de laatste werkdag van Adri bij DT. En we willen hem niet zomaar de deur uit trappen; Adri heeft best wel goed werk geleverd. In de tijd dat Fred leuke dingen aan het doen was in Drenthe kwam Adri hier binnen, heeft zich met een rotgang vertrouwd gemaakt met onze systemen, en die keurig draaiende gehouden. Zelf een aantal spambots effectief afgeweerd en onze server behoorlijk opgeschoond, zodat het netwerk een stuk sneller is. En toen Fred weer terug was, heeft hij wat kunstjes aan onze bedrijfsgorilla geleerd, zodat die ook weer zijn stukje ‘education permanente’ had ondergaan.”
Ze lachte liefjes naar Fred, die begon te grommen.
Joline vervolgde onaangedaan: “Maar we weten nog steeds niet of het werk bij DT nou zo interessant was, of dat er andere belangen speelden… Feit is dat Kees, tijdens de receptie van onze bruiloft, Adri en Ingrid achter de planten in de voortuin van mijn ouderlijk huis betrapte op het uitwisselen van hun eerste zoentjes. En Kees en ik samen betrapten hen nog een keertje ’s avonds, toen ze achter het doek van een der feesttenten hun zoentjes nog even ongezien wilden voorzetten. Maar ja, wij stonden iets verder van die tent af, zodat ze mooi afstaken tegen het licht. We hebben Adri daarna maar verteld dat hij ook gezakt was voor het her-examen van de camouflagecursus…”
Beiden kregen ze een rood hoofd.
“Maar goed… Adri, je hebt hier prima werk geleverd. Daar ben je goed voor beloond. Door DT, maar ook door dat dametje naast je, als ik het goed heb begrepen. Maar ondanks die bonus-beloning van Ingrid vonden we dat we je niet met lege handen konden laten gaan. Van je moeder hoorden we dat je een nieuwe laptop wilde hebben. En van Fred hoorden we dat de laptop die je wilde hebben een enorm duur kreng was die je zelfs met je riante salaris bij DT nog even niet kon betalen. Dat is natuurlijk triest, dus DT heeft die laptop maar voor je gekocht.”
Ze glimlachte weer.
“Dan is hij namelijk 21% goedkoper. BTW-aftrek en zo. En om je meisje én Denise tevreden te houden: hij wordt verantwoord als ‘PC voor extern personeel’.” Ze deed een greep achter zich. “Alsjeblieft, Adri. Je hebt je méér dan waargemaakt. Niet alleen op knopjes zitten duwen en dan achterover hangen en koffiedrinken, zoals je grote voorbeeld.”
Wéér gromde Fred.
“Mevrouw Jonkman… Wij moeten eens een hartig woordje met elkaar spreken. Als Theo terug is, want nu ben je nog lid van de…” Joline hief haar hand op. “Als je dat woord gebruikt, meneer van Laar, gaan je oren pijn doen!” Hij zuchtte. “Oké, oké… Bitch!” Nuffig zei Joline: “Ja, dat ben ik soms. Vraag maar aan Kees en de zussen Bongers.” Ze snoof.
Ondertussen had Adri de doos uitgepakt. “Is dit… Is deze écht voor mij?” Joline knikte. “Ja. En als je hem openklapt vind je nog een A4tje met een uitgeprinte mail van Theo. Die mag je voorlezen.” Ze knipoogde naar mij en fluisterde: “Theo toch maar even gebeld hiervoor…” Ik stak een duim op. Adri begon te lezen.
‘Beste Adri, dank je wel voor jouw verblijf bij DT. Je bent op jouw vakgebied een alleskunner, dat heb je bewezen. Vandaar dit cadeautje. DT laat je met tegenzin gaan, maar ja, je wilt verder in dit vak. Verstandig. Maar… De boog kan niet altijd gespannen zijn, dus ga je eerst een paar weken met je moeder en zus op vakantie. Van harte verdiend! En omdat we niks meer aan Ingrid hebben als jij plotseling weg bent: Ingrid gaat deze week met je mee naar Zeeland. Die zien we volgende week maandag graag weer terug. Hartelijk groet, Theo en Gertie.’
Ingrid’s mond zakte open. “Ja maar… Ik heb nog nauwelijks vakantie opgebouwd! Dat kan toch niet?” Joline legde een hand op haar schouder. “Dat kan wél, beste Ingrid. Theo geeft jou gewoon vier en een halve dag betaald vrij. Heb jij ook verdiend, want ook jij bent een bikkel op jouw vakgebied. Jullie drinken je koffie op en pakken je spullen in die je nodig hebt. Daarna stappen jullie in jouw auto, Ingrid, rijden naar Arkel, pakken daar de spullen van Adri in en rijden naar Barneveld. En hoe jullie in Zeeland komen, daar pas je maar een mouw aan.”
Fred begon te klappen en even later deed iedereen mee. Op de gezichten van Adri en Ingrid lag nog ongeloof, maar dat veranderde even later in blijdschap. “Ik ga wel even meehelpen om je spullen te pakken, prinsesje”, bromde Fred. “Heb ik ook een weekje rust. Is wel eens lekker.” Even daarna namen ze afscheid en werd het weer rustig in het Backoffice.
“Zo. Die hebben hun verdiende loon”, zei Margot met een lachje. “Zeker weten”, zei Fred. “Ingrid heeft kei- en keihard gewerkt en Adri ook. Een weekje samen hebben ze wel verdiend.” Hij keek naar Joline. “Ik heb Adri een getuigschrift meegegeven, Jolien. Klinkt als een klok. Maar ik heb een beetje gesmokkeld; Theo’s digitale handtekening staat er op.” “Hmmm… Ik neem aan dat je dat ook digitaal hebt? Dan even uitprinten en in de klapper leggen met post die Theo lezen moet bij terugkomst.” Fred knikte en ik verdween weer naar m’n eigen hok. Om twaalf uur nam ik afscheid van Joline. “Ik verdwijn richting Eindhoven, schat. Eens kennismaken met die directeur van dat installatiebedrijf. En met zijn werkvoorbereider, denk ik.” Joline trok een gezicht. “Ik hoop dat de man vanavond nog kan lopen, Kees.” Na nog een zoentje liep ik naar Gerben en vroeg hem om morgen om 10:00 bij het lasbedrijf te zijn. "Rechtstreeks van huis af, Gerben. Onzin als je vanaf Waardenburg eerst naar Gorinchem rijdt en dan terug naar Eindhoven. Uitslapen dus, morgen." En passant vertelde ik hem dat we morgen de werkvoorbereider zouden ontmoeten. "Oh... Dat wordt dus vuurwerk? Jullie hebben wat... ehhh... issues gehad, zeg maar..." Ik knikte. "Klopt. En daar wil ik meneer even over aanspreken. Hoef je niet bij te zijn, dat is niet zo netjes." Met een zwaai naar de andere Piraten vertrok ik. De boterhammen kwamen in de auto wel.
In Eindhoven had ik wat moeite met parkeren; diverse bedrijfsbusjes met het logo van de installateurs bezetten alle parkeerplaatsen. Nou ja, dan maar iets verder lopen. Ik trok m’n veiligheidsschoenen aan, nam m’n helm met oorkappen mee en liep naar binnen. De bedrijfsleider van het lasbedrijf, Hans, heette me welkom. Ik kende hem nog van de besprekingen. “Welkom maar weer, meneer Jonkman. Ze zijn al druk bezig.” “Da’s mooi, want daar worden ze ook voor betaald. Nog bijzonderheden?” Hij schudde zijn hoofd. “Nee. De werkvoorbereider was er vanochtend even bij, maar die had andere afspraken zei hij. De voorman heeft de leiding. Van Meel heet hij. Zal ik ‘m even halen?”
Ik schudde mijn hoofd. “Niet nodig. Ik zoek ‘m wel op. En Hans: Ik heet Kees. En ik hoef niet begeleid te worden, hoor. Als je dingen te doen hebt, ga gerust je gang, ik weet de weg. Als ik vertrek, meld ik me wel af, oké?” Ik zocht meneer van Meel op kletste een tijdje met hem; een rustige vijftiger, sympathieke man. Ja, alle materialen waren goed aangekomen en stonden in een hoek van de hal opgeslagen. Op mijn vraag naar de werkvoorbereider keek hij even bedenkelijk. “Ik mag niet uit de school klappen, meneer Jonkman.” Ik wist genoeg.
“Mag ik even naar het materiaal kijken?” Hij knikte. “Als ik weer aan het werk kan… de steigers moeten vandaag staan. Morgen begint het échte werk!” Ik stak een duim op en liep de hoek in waar het materiaal stond. Uiteraard was ik uiterst benieuwd naar de warmtewisselaars… Ja, daar stonden drie dozen met bekende logo’s er op. 2 zo te zien gloednieuw, 1 doos zag er minder fraai uit. Dat zal het laatste exemplaar wel zijn, wat op het allerlaatste moment ‘geregeld’ moest worden. De nieuwe dozen waren nog verzegeld, de ‘oude’ niet. Nieuwsgierig keek ik er even in: Ja dat was het type wat we nodig hadden. In gedachten gaf ik de directeur een dik compliment. Ik liep naar meneer van Meel en riep van onderaan de steiger: “Meneer van Meel, ik ga ervandoor! Ik ga jullie niet op de vingers kijken als je steigers bouwt; daar heb ik weer geen verstand van. Ik kom morgen weer langs, met een collega. Kun je die werkvoorbereider vragen of hij morgenochtend rond tienen hier is? Ik wil hem even spreken.”
“Tien uur… Komt in orde! Tot morgen, meneer Jonkman!” Ik liep de gang van de kantoren in en meldde me af bij Hans. “Morgen ben ik er weer… Rond een uur of tien.” Hij knikte. “Mooi! Waarschijnlijk is de baas er dan ook. Prettige avond, Kees!” “Jij ook Hans.” Een blik op mijn horloge: half drie. Terugrijden naar Gorinchem was de moeite niet meer. Naar huis en daar nog even online werken. Mail wegkoppen en zo… Ik maakte een grimas.
Thuisgekomen maakte ik een mok koffie en ging in de werkkamer zitten. PC aan, inloggen bij DT en een zucht. 47 mails. Houdt het dan nooit op? Enfin, geen spam, dat scheelde in ieder geval. Een half uur later waren 21 mails richting de diverse teams verdwenen, 11 naar Backoffice, eentje richting Angelique en 3 naar personeelszaken. Bleven over: 11 mails voor de directie van DT. Ik wilde me er juist in gaan verdiepen toen een appje van Joline binnenkwam.
“Ben jij thuis, schat?” Ik antwoordde met een duimpje. “Doe je dan ook boodschappen voor vanavond? Bloemkool is in de aanbieding.” Twee zoenlippen besloten het berichtje. Ik weerstond de neiging om een opmerking over ‘directietaken’ te maken en stuurde weer een duimpje.
Maar eerst de mail. Bloemkool kwam later wel. Van de 11 mails bevatten er 10 niet zoveel bijzonders. De 11e wél. Het logo van het ontwerpbureau in Amsterdam, waar ik stage had gelopen stond er boven.
‘Geachte heer Koudstaal. Uit bronnen hebben wij vernomen dat uw bedrijf in de race is voor het ontwerpen van een waterkrachtcentrale bij Travnik, in Bosnië. Wij adviseren u om af te zien van een offerte. Reden: wij weten dat uw bedrijf voorkennis heeft. Indien dit in Den Haag of Brussel bekend wordt, gaat de reputatie van uw bedrijf ernstige schade oplopen. Tevens ziet mijn bedrijf zich dan genoodzaakt juridische stappen te ondernemen wegens concurrentievervalsing. Met collegiale groet, G. Duyvestein, directeur.’
Ik leunde even achterover. Zozo… De heren in Amsterdam zijn bang voor de concurrentie. En hoe wisten ze dat DT 'in de race' was? Wat te doen? Ik besloot Bastiaan van Leeuwen te bellen, de regiodirecteur Europa op het ministerie van Buitenlandse zaken. Want dáár zou het lek wel eens kunnen zitten. Niet bij DT, dat wist ik zeker…
Even later hoorde ik een kort: “Van Leeuwen.”
“Meneer van Leeuwen, Kees Jonkman van Developing Technics.”
“Hé Kees! Waarom bel jij?” “Meneer van Leeuwen, ik zit met een probleempje…”
Kort vertelde ik mijn voorgeschiedenis bij het bedrijf in Amsterdam, vervolgens las ik de mail voor en eindigde met de opmerking:
“…en ik wil weten waar het lek zit, meneer.”
Even was het stil.
“Kees, kan dat lek zich in Gorinchem bevinden?”
Ik schudde mijn hoofd, maar ja, dat kon hij niet zien. “Nee meneer. Sowieso zijn er weinig mensen die de details kennen: dat zijn mijn buddy Fred, onze directie, mijn echtgenote en onze juridisch medewerkster en haar partner. En mijn eigen team. Stuk voor stuk lui die ik onvoorwaardelijk vertrouw. Nee meneer, het lek zit elders, dat kan niet anders.”
Weer een stilte en ik kreeg een brainwave. “Meneer van Leeuwen… is Alfred de Quaay alweer op vrije voeten?”
“Dat zou zo maar eens kunnen, Kees. En dan weten we meteen waar het lek zit. Want Suus mag weliswaar haar eigenaardigheden hebben, maar net als Harm en Peter is ze honderd procent betrouwbaar. Dáár zit het lek in ieder geval niet. Ik ga eens informeren, Kees en aan wat touwtjes trekken. En by the way: nog één keer ‘meneer’ en ik stuur je terug naar het tentenkamp in Roosendaal, majoor. En laat ik je hernieuwd kennismaken met de instructeurs van het KCT, denk er aan!”
Ik grinnikte. “Ik hoop het te onthouden, Bas. Dank voor je tijd.”
“Ehhh… Kees: schrijf maar een pittig mailtje richting Amsterdam. Wellicht dat men daar domme dingen gaat doen; dan komen we er snel achter waar hun info vandaan komt. En dan gaan wij én Brussel in actie komen, dat weet ik zeker!”
“Ik zal m’n best doen, Bas. En mijn altijd innemende persoonlijkheid even opzij zetten.”
Een sarcastisch “Jaja…” was te horen, toen werd de verbinding verbroken.
Héhé. Mooie vent. Een typische Commando. Snel denken, conclusies trekken, maatregelen nemen. Goed. Een pittig mailtje richting Amsterdam. Nee, eerst boodschappen doen, anders ging Joline ballistisch. Kon ik tijdens het boodschappen doen even nadenken. Ik liep peinzend de deur uit. Lift in, omlaag en richting supermarkt. En liep na te denken over ‘een pittig mailtje’. Dat ging wel lukken; ik zou er zoveel vergif in leggen dat ze spontaan over hun nek gingen daar. Arrogante klootzakken daar aan de Zuid-as. Als ingenieursbureau geen knip voor de neus waard. Ik had een aantal van hun projecten gezien: ja, het zag er leuk uit maar technisch was het prutswerk.
Hun PR-afdeling was echter meer dan uitstekend en hun juridische afdeling ook. Maar dat moest ook wel om alle fouten die hun medewerkers maakten, te verbloemen en schadeclaims af te laten ketsen bij de rechter… En meneer Alfred de Quaay… Als ik hem nog een keer tegenkwam was hij niet jarig! Werktuiglijk deed ik m’n boodschappen en stond zelfs bij de kassa te dromen.
“Meneer… Meneer!” Ik keek op, recht in de ogen van het meisje achter de kassa. “Sorry! Ik was even in gedachten…” Ze lachte. “In gedachten? U was kilometers weg en dat ben ik van u niet gewend. Meestal maakt u een lollige opmerking of zo of staat u te geinen met uw vriendin. Die lange blonde dame…”
Ze schok even. “Of is het uit?” Ik schoot in de lach. “Nee zeg, hou op! Die lange blonde dame is sinds een aantal weken mijn echtgenote. Maar ik was vanmiddag eerder thuis dan zij, moest dus de boodschappen doen. En da’s best afzien hoor! Als man, in je eentje…” Ze grinnikte. “Ik heb medelijden met u. Héél even.”
Ondertussen had ze de boodschappen onder het elektronisch oog doorgeschoven. “Dat is dan 21,45 euro meneer.” Na het afrekenen zei ze nog: “Eet smakelijk vanavond. Bloemkool met kaassaus… Lekker!” Ik stak een duim op en liep naar buiten. Leuke meid, niet op haar mondje gevallen. Tijdens een rustig momentje een tijdje terug was ik ook met haar in gesprek geraakt; ze wilde ook aan de TU gaan studeren: Artificial Intelligence. In gedachten kwam ik weer thuis. Melk in de koelkast, bloemkool en kaas ook, aardappelen in hun mandje… Snel ruimde ik de boodschappen op en keek toen op m’n horloge. Half vijf. Nog een uurtje, dan kwamen de meiden thuis. Prima, dan kon ik het concept richting Amsterdam typen.
Duyvestein… Ik had hem één keer gesproken, bij mijn afscheid. “Je bent een lastige vent, Jonkman. Altijd iets te mopperen. Leer nu eens een keertje dat een ingenieur weliswaar ontwerpt, maar dat de afdeling financiën uiteindelijk de scepter zwaait… Nou, tot ziens!” Een hand kon er niet af. Arrogante lul in z’n Jaguar. En deze meneer dacht DT even naar rechts te richten? Die zou van de kouwe kermis thuiskomen...
Zo, de computer was er klaar voor. Nu Kees nog. Eerst maar eens in Word beginnen. Betere spellingscontrole.
‘Geachte heer Duyvestein. Ik heb uw mail met interesse gelezen. Dank voor uw advies, we doen er niets mee. Bemoeit u zich vooral met uw eigen zaken aan de Zuid-as; het échte werk doen wij in Gorinchem wel. DT heeft geen juridische afdeling van 5 FTE'n nodig om schadeclaims van klanten te verwerken. DT heeft voorkennis, dat klopt. En weet u waarom? Omdat er twee man van DT, OP VERZOEK VAN HET MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN!! een paar weken geleden in een potentieel mijnenveld in Bosnië stonden. Iets waar ik niemand van uw bedrijf toe in staat acht. Verder nog iets belangrijks te melden? Doe dat dan bij BuZa, de heer B. van Leeuwen, Directeur Europa. Met vriendelijke groet, Ir. C. Jonkman, directeur a.i.’
Zo. Nu even op Joline wachten… Of zou ik de mail gewoon versturen? Nee. Dit soort zaken deden we samen… Wellicht had mevrouw mijn echtgenote nog een briljant idee. Of een van de zussen, dat kon ook nog wel eens. Ik pakte de mand met aardappelen. Eten koken, Kees. Als de meiden straks thuiskwamen, moest het eten bijna klaar zijn, anders zou het commentaar niet mals zijn!
Ik zette de CD-speler aan met een CD van Johann Ludwig Krebs, een van de leerlingen van Bach. Die had ook een aantal mooie orgelstukken geschreven, geheel in de stijl van de grote meester. Fuga’s, preludia, koraalfantasieën… Heerlijk! Al luisterend en mee brommend gleden de aardappelen onder mijn handen door. Wassen, snijden, een beetje zout er op en in het water ermee.
De bloemkool: goed wassen; een paar weken terug gilde Margot plotseling, terwijl ze wat bloemkool aan haar vork had. Bleek er nog een slak in te zitten… Dood natuurlijk; tien minuten in kokend water overleef je als slak niet, maar Margot was ‘not amused’. Geen vlees vanavond; er zaten twee eitjes door de sla. Als dessert koos ik ijs uit de vriezer. De sauzen mochten de dames zelf bedenken. Oh shit… saus! Ik moest de kaassaus nog maken!
Pannetje op een kleine vlam, een beetje olie en melk er in, kaas raspen, wat kruiden erbij en laat maar langzaam smelten… De voordeur ging open en Joline, Margot en Charlotte kwamen binnen. “Hoi schatje…” Twee armen gleden van achteren om me heen en ik kreeg een zoen ik m’n nek. “Hallo lief. Blij dat jullie er weer zijn. We kunnen over drie minuten eten.” “Lekker! Het ruikt goed, Kees!” Van Mar en Lot kreeg ik ook een zoentje, netjes op de wang.
Toen we aan tafel zaten, na een ogenblik stilte, kletsten de dames even over een boekhoudkundig probleempje bij DT. Totdat Joline met plotseling oplettend aankeek. “Kees? Jij bent te stil. Er is wat… Vertel!” Ik knikte. “Ja, er is wat. Ik, nou ja, Theo kreeg vanmiddag een mailtje. Van dat ingenieursbureau in Amsterdam, waar ik stage heb gelopen. Je weet wel, die lui die uiterlijk belangrijker vonden dan functionaliteit. En in dat mailtje stond DT zich terug moest trekken uit het project in Bosnië, anders zou Theo een claim wegens… oh ja: ‘concurrentievervalsing’ tegemoet kunnen zien. Ze weten dat DT voorkennis heeft, nog voor er een offerteverzoek uitgegaan is. Zij zijn, samen met DT en het bedrijf van mijn studiegenoot Gerard, de enigen die voor een offerte in aanmerking komen in Nederland.
Enfin, ik vroeg me af hoe ze aan die kennis kwamen, dus ik heb Buitenlandse Zaken, Bas van Leeuwen, gebeld. Die strakke baas daar. Directeur Europa. En samen kwamen we tot de conclusie dat meneer de Quaay wel eens het lek zou kunnen zijn. Meneer de Quaay, die…” Margot onderbrak me. “…jullie plannen wilde verkopen aan de burgemeester van Travnik… die toch?” Ik knikte.
“Goed onthouden, Mar. Meneer is sinds kort weer op vrije voeten. En heeft natuurlijk geld nodig. Kortom, Bas adviseerde me om ‘een pittig mailtje’ terug te sturen naar die prutsers in Amsterdam en me er verder niks van aan te trekken. Dat ‘pittige mailtje’ heb ik ondertussen geschreven, maar nog niet verstuurd. Ik wil dat jij er eerst even naar kijkt en je oordeel over velt.”
Joline nam een hapje bloemkool en dacht, al kauwend, na. Toen zei ze: “Angelique ook, Kees. Niet wegsturen voordat zij er ook naar gekeken heeft.” Ze giebelde. “Ik ken die pittige mailtjes van jou ondertussen een beetje; voor hetzelfde geld heb je ze helemaal verrot gescholden. Is niet zo netjes, majoor.” “Na het eten mag je lezen, schat. En dan ga ik even met de voorvrouw op de bouwplaats kletsen. Nu genieten van de piepers, de bloemkool, de sla en het toetje.”
Joline bleef me strak aankijken en ik vroeg dan ook: “Wat is er, Joline?” Ze giebelde weer. “Ik geniet van je toetje…” We schoten in de lach. “Rare muts…” Hierdoor was de stemming weer wat opgeklaard. Na het eten liepen de zussen met de vaat richting keuken. “Wij ruimen wel op! Gaan jullie je maar buigen over de toekomst van DT.” Ik knipoogde. “Dank jullie wel, dames.” Ik pakte mijn laptop en liet de mail uit Amsterdam aan Joline lezen.
Die fronste. “Dat is bijna een bedreiging, Kees. Dit staat op de rand van chantage. Wat is die Duyvestein voor een vent?” Ik dacht even na. “Ik heb ‘m maar één keer gesproken, schat. Toen vond hij me al een lastpost; ingenieurs ontwerpen, maar uiteindelijk bepaalt de boekhouder welke componenten er in een ontwerp komen. Ik was dolblij dat ik er weg was. Door mijn directe chef kreeg ik een prima stage-beoordeling; de rest vond me alleen maar irritant omdat ik doordramde over kwaliteits-componenten. Kortom: een type wat meer bezig is de aandeelhouders tevreden te stellen dan met de kwaliteit van de ontwerpen. Arrogante lul. Zo’n type wat ergens in een grachtenpand woont en zich ver boven de rest van Nederland verheven voelt. Met een prima PR-afdeling en een stel gehaaide juristen om claims af te wimpelen. Claims omdat hun ontwerpen uiteindelijk falen. En ja, dat ligt uiteraard aan de klant, nooit aan hen. Kortom: lui om rekening mee te houden.”
Joline knikte bedachtzaam. “Oké. En nu die mail van jou, Kees. Laat zien!” Ik toverde Word tevoorschijn en Joline las aandachtig. Toen knikte ze. “Ik vind ‘m prima, Kees.” Ze grinnikte. “Maar als meneer de Quaay hun bron is, gaan ze beiden het schip in. Maar ja, hoe komen we daar achter?” Ik bromde. “Ik denk dat meneer Bas van Leeuwen daar wel een modus voor heeft, schat. Die vent is diep in z’n hart nog steeds Commando. Het zou me niks verwonderen als hij z’n groene baret als slaapmuts gebruikt.”
Joline keek vragend.
“De groene baret is het hoofddeksel van het Korps Commandotroepen, schat. Voor dat je die mag dragen, moet je de ECO, de Elementaire Commando Opleiding met succes hebben afgerond. Acht weken lang vreselijk afzien. Weken met vier uurtjes slaap, marsen van 35 kilometer met 40 kilo op je nek. Of omgekeerd, dat weet ik zo niet. In ieder geval een afval percentage van 70 tot 80 procent. Hoe dan ook: meneer van Leeuwen is geen vent om tegen je te hebben, dat weet ik zeker.” Ik grinnikte. “Ik sprak hem tijdens ons telefoongesprek netjes aan met ‘meneer van Leeuwen’. ten slotte is hij best een hoge piet op het ministerie.
In zijn laatste zin zei hij: ‘Kees, nog één keer “meneer van Leeuwen”, en ik laat je hernieuwd kennismaken met je ouwe instructeur van het KCT. Ik heet Bas.’ Laf als ik ben, heb ik dan dat maar gedaan…
Ik ben twee keer twee weken in Roosendaal, bij het KCT geweest. Oefening ‘Pantserstorm’. Elke Infanterie-eenheid moet die doen en dat is twee weken behoorlijk afzien. Niet alleen lichamelijk, maar ook geestelijk. De kreet ‘niet goed is opnieuw’ is volgens mij dáár uitgevonden…”
Joline gniffelde. “Wel eens goed voor jou, jochie. Ik ga wel eens met meneer van Leeuwen praten, denk ik. Maar nu: Angelique bellen. Dan maak ik ondertussen koffie.” Ik belde An. Na wat kletsen over hun huis “het schiet al lekker op, Kees!” vertelde ik beknopt wat er speelde. Het was even stil, toen zei ze: “Die lui hebben geen poot om op te staan, Kees. Concurrentievervalsing is sowieso de verkeerde term. Concurrentievervalsing is het wanneer het Ministerie van Verkeer en Waterstaat een brug wil aanleggen en die door Defensie laat aanleggen, zonder het bedrijfsleven de klandizie te gunnen. Dus… met dat argument staan ze al met 5 – 0 achter. DT kan zelfs op grond van deze mail aangifte doen. MITS je exact weet waar hij vandaan komt. Anders ontkennen ze in alle toonaarden. Maar daar hebben we Fred voor.” Ze klonk zelfverzekerd.
“An, zoals ik vaker heb geroepen: je bent een schat. Ik ga aan wat touwtjes trekken. Succes verder op de bouwplaats!” “Niks bouwplaats, Kees. Vanaf morgen trekt deze jongedame zich even terug in Arkel. Nog twee dagen om me voor te bereiden. Even niet in de herrie zitten, maar…” Ze giebelde ondeugend “…. In een comfortabele hangmat in de boomgaard achter Theo’s huis liggen. Een lekker koel drankje bij de hand, studieboek op schoot en een grote zonnebril op om te verbergen dat je lekker in slaap bent gevallen.”
Ik schoot in de lach. “Ja, vast. Met name dat stukje ‘lekker in slaap vallen’. Ik geloof er niks van, dame.” Na een paar geintjes hing ik op. Goed, wéér een paar stappen verder. Zou ik die blunder over ‘concurrentievervalsing’ nog in m’n mail verwerken? Nee. Als de tegenstander een fout maakt, ga je die fout gebruiken op een moment en een plaats die jou goed uitkomt. Niet eerder. Eén van de wijze lessen van Peter. Ik las mijn mail nog een keer over en keek Joline aan. Die knikte. “Versturen, Kees. De knuppel in het hoenderhok. Lont in het kruidvat. Die club wil oorlog met DT? Kunnen ze krijgen. Juridische afdeling of niet.”
Ik aarzelde nog steeds. “En Theo, schat? Moeten we die niet op de hoogte brengen?” Joline dacht na. “Nee, voorlopig niet. Ik weet van Angelique dat Theo vaker van dit soort mails krijgt; daar ligt hij niet wakker van.” Ze giebelde. “En de groot-aandeelhoudster van DT ook niet. En als beiden wél wakker liggen, gaan ze elkaar wel bezig houden, denk ik…” We schoten met z’n vieren in de lach. “Oké, dan gaat hij nú de deur uit.” Ik kopieerde de tekst, zette hem op de mail en drukte op ‘send’.
“Zo. En nu maar eens kijken in hoeverre meneer van Duyvestein zich Kees Jonkman nog herinnert. Waarschijnlijk niet, maar dat gaat snel veranderen, denk ik.” “En nu koffie, dames en heer.” Lot stond op en liep naar de keuken. “Zijn jullie wel aan toe.” Ik knikte. “Zeker weten! Ik heb ten minste vandaag niet in een boomgaard op een hangmat liggen pitten. Met als zwak excuus een studieboek op schoot.” Margot grinnikte. “Ik had Angelique zo wel eens willen zien… En dan een emmer ijswater over haar heen kieperen…”
Joline keek waarschuwend. “Pas jij een beetje op, Margootje? Jij gaat geen ijswater over een lieve vriendin van ons gooien! Dan worden Joline en Kees Jonkman nogal onprettig in de omgang!” Uit de keuken klonk behoorlijk sarcastisch: “Is er een verschil met normaal, dan?” Margot schoot in de lach, ik keek Joline aan en zij mij.
Toen sprongen we op, renden de keuken in en grepen Charlotte beet. “Mee jij!” Ze gilde: “En de koffie dan?” “Die kan wel even wachten. Maar als jij rot-opmerkingen over ons gaat maken… Smijt haar maar op de bank, Kees. Dan zal Joline Jonkman zich even over dit krengetje ontfermen.” “Ik had liever gehad dat Kees die taak op zich nam, Jolien”, piepte Lot, toen we haar op de bank gooiden. “Dat zou je wel willen hé? Niks ervan!”
“Mar! Help me! Ze kietelt me!” Margot keek naar mij en ik keek dreigend terug. “Sorry Lot. Meneer Jonkman laat duidelijk weten dat ik me er buiten moet houden. You’re on your own now, sister!”
“Lekkere zus ben jij… hihihihi… Jolien, hou op! Kan ik… niet tegen!”
Joline had een schoen van Lot uitgetrokken en kietelde haar hevig onder haar voet. Daardoor trok Lot een been op, waardoor ik onder haar rok kon kijken.
“Mooi blauw slipje, Lot! Sexy hoor…”
“Rotzakken zijn jullie!” hijgde ze. “De één kietelt, zodat de ander onder mijn rokje… kan kijken… Hihihihi….”
“Kees kan nog veel meer onder dat rokje doen, hoor. Let maar eens op!” Joline wenkte me met haar hoofd. “Zeker, Jolien?” Ze knikte. “Let maar eens op. Charlotje is zo meteen héél rustig en lief. Als jij dat ook bent.” Ik pakte Lot’s benen vast.
“Zo. En wie had er nou net zo’n grote bek? Was jij dat Lot?”
Ze keek me aan. “Ja, meneer Jonkman…” “Dat zijn er alvast vijf, meisje! Maar die houden we nog even tegoed; wij gaan je nu niet loslaten. Ík geniet veel te veel van je mooie benen en het uitzicht op dat mooie blauwe slipje. Weet je dat het bijna doorzichtig is, Lotje? Ik denk dat ik het eens van dichtbij ga bekijken…”
Langzaam gleden mijn vingers langs haar benen omhoog. Lot lag nu stil, haar ademhaling snel. Joline’s hoofd gleed naar het hare en beide meisjes begonnen te zoenen. Ik wenkte Margot. “Wil jij het even overnemen? Jij kent je lieve zusje beter dan ik. Ik kijk wel; wie weet steek ik er nog iets van op.”
Margot knipoogde en ik maakte plaats voor haar. Ze streelde Lot’s benen langzaam en aandachtig. “Je bent een lekker zusje, zusje…” Lot kreunde. “Mar… Heerlijk! Doé het! Voel mijn… Ahhhh….” Margot likte het slipje van Lot. ‘Lekker!!! Laat me… laat me klaarkomen, Mar!” Margot trok haar hoofd tussen de benen van haar zus uit. “Wil je klaarkomen, geile meid? Dan moet je er om vragen.”
Charlotte kreunde hard. “Gemeen kreng… Ik zit er tegenaan… En jij doet niks! Rotmeid!” Margot keek me vragend aan en wees. In één keer legde ik mijn hand op Lot’s slipje en wreef snel en hard. “Ohhhh… Lekker Margot! Niet stoppen nu…” Ze spande haar beenspieren en tilde haar onderlichaam omhoog, hard tegen mijn hand aan. Joline kuste haar weer en dempte zo haar kreetjes. En plotseling werd haar mooie slipje doorweekt. Schokkend en kreunend kwam ze klaar; vocht droop over mijn hand heen. En langzaam ontspande ze en zakte weer op de bank. Joline kwam overeind. “Dank je wel, lekkere…” Verder kwam Lot niet: ze keek recht in mijn ogen en zag mijn hand tussen haar benen.
“Kéés! Was jij dat?” Ik gniffelde en knikte. “Ik heb ook wat van jullie geleerd hoor…” Joline giebelde. “Snelle leerling, die vent van me. Goed zo, Kees!” Margot boog zich voorover, naar haar zus toe. “Was het lekker, Lotje?” Die knikte. “Heerlijk… Dank jullie wel!” Joline’s gezicht veranderde in ‘streng’. “Denk maar niet dat je elke keer zo’n behandeling krijgt als je een nare opmerking over ons maakt, Lot! De volgende keer krijg je billenkoek!”
Margot begon te lachen. “Lekker, Joline… Van wie? Van jou of van Kees? We kennen een verhaal over billenkoek na een wandeling in de regen… Sprak ons wel aan.” Joline zuchtte en keek naar mij. “Kees, wat doen we met deze pubers?” Ik haalde mijn schouders op. “Lief voor ze zijn, schat. Zijn ze meestal ook voor ons. En als het écht uit de hand loopt, maken ze kennis met sergeant Jonkman, de strenge drill-instructor.”
Lot keek me niet-begrijpend aan. “Sergeant Jonkman? Het toch majoor Jonkman?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee meisje. Majoor Jonkman… Kijk een majoor is een militair manager. Houdt de hoofdlijnen in de gaten. Als het gaat om de finesses, de kneepjes van het vak en zo, dan komt de onderofficier in beeld. Leider, vakman, instructeur. Dus: de sergeant Jonkman. Vraag maar eens aan deze blonde schoonheid hoeveel spierpijn ze had na een dagje wapenleer en schietlessen.”
Joline trok een grimas. “Niet fijn! Ik voelde spieren waar ik het bestaan niet van wist!” “Zo. Nu hoor je het eens van een ander, Lotje. En nu opstaan, douchen en dat mooie blauwe slipje verwisselen voor een schone. Je ziet er uit alsof je hele ondeugende spelletjes hebt gespeeld!” Joline vulde droogjes aan: “En ik heb in geen velden of wegen een puistige buurjongen gezien…” We moesten lachen. “Goed dat je zelf zegt, schatje. Scheelt mij weer een oorvijg.”
Ik trok Lot overeind en trok haar even tegen me aan. In haar ogen kijkend vroeg ik: “Was ik niet te hard voor je?” Ze schudde haar hoofd. “Jullie waren heerlijk. Alle drie. Dank je wel. Lieve zus, ga je mee? Even douchen, dan naar bed. Het is weliswaar pas acht uur, maar…” Margot giebelde. “Je mag mij ook nog even verwennen, Lotje. Doen we in bed wel.” “Ondeugende meisjes… Geniet ervan, schatten!” Na een zoen liepen ze, hand in hand, hun kamers in.
Ik keek Joline aan. “En wij, schatje?” Joline keek ondeugend. “Loop je veiligheidsrondje maar, sergeant Jonkman. Ik wil ook wel eens kennismaken met die strenge drill-instructor… Ik zie je zo in de slaapkamer!” Een paar minuten daarna opende ik de deur van onze slaapkamer. De zonwering was dicht, maar de kamer geurde naar Joline’s parfum. Ze lag op bed: onderjurkje aan, een dun slipje, nylons en verder niets.
“Kom bij me Kees. Naakt. Ik wil je in me voelen klaarkomen.” Haar stem was hees. Met een rotgang kleedde ik me uit en ging naast haar liggen. “Jolientje…” Ze rolde zich tegen me aan. “Ik kwam bijna zelf klaar, schatje, toen jij Lot zo verwende. Het leek alsof jouw hand op mijn poesje lag… Ik voelde wat zij voelde… Heerlijk! Kom, nu ben ik aan de beurt… Grijp me tussen m’n geile benen, op dit lekkere slipje en verwen mijn poesje!”
“Met alle soorten van genoegen, Freule. Lekker nat, geil en sexy.” Joline gromde toen ik haar jurkje opstroopte. “Voél me, Kees! Betast me, streel me… Laat me klaarkomen op jouw hand… Ik ben zo geil als…Ahhh…” Ze schudde, toen ik met mijn hand ruw tussen haar benen greep.
“Jaaa… Lekker ruig! Lekker over mijn geile natte slipje wrijven… Niet stoppen, Kees! Niet stoppen, dit is zó lekker…” Twee seconden daarna voelde ik haar vocht al uit haar kut druipen. “Lekker nat, schatje…” Ze knikte, haar ogen dicht. “Ja, ik word kletsnat… Lekker door jouw hand tussen mijn benen…”
Ze tilde haar heupen op en bevredigde zichzelf tegen mijn hand aan. “Jij ook klaarkomen, Kees! Lekker over me heen spuiten…” Ik kwam overeind. “Doe jij het, Joline! Laat me klaarkomen!” Ze pakte mijn paal en nam die in haar mond. Kletsnat van haar speeksel kwam hij er uit en met een ondeugend gezicht mompelde ze:
“Ik nat, jij ook nat…” En in hetzelfde tempo als waarin ik haar streelde, trok zij me af. Schokkend voelde ik haar klaarkomen en bekeek ik haar: een heerlijke knappe vrouw met lange benen die zich ongegeneerd liet gaan… En daar mocht ik bij klaarkomen! “Spuiten, Kees! Lekker spuiten, lekker over je geile meisje… Laar het maar komen!” Met een diepe kreun kwam ik klaar en Joline stuurde mijn paal en bepaalde waar mijn sperma kwam: over haar borsten, haar gezicht en uiteindelijk in haar mond: ze zoog me helemaal leeg! Toen ploften we allebei op bed en keken elkaar aan.
“Heerlijk, mooie vrouw… Je bent het einde. Ik voel weer eens wat het is om ‘heerlijk bevredigd’ in slaap te vallen.” Joline kroop tegen me aan. “Ja. En dat geldt voor mij net zo, lekkere vent…” Ze gaapte. Ik pakte een handdoekje en poetste haar schoon. En mezelf ook. “Mag ik tegen je aanliggen, Jolientje?” Ze antwoordde door mijn arm te pakken en die om zich heen te trekken. Toen nestelde ze zich tegen me aan. “Lekker slapen, ridder.” “Zeker weten Freule.” Even giechelde ze. “Zouden de zussen al slapen, denk je?” Ik gaapte. “Als je het zeker wil weten: ga kijken, schatje.” Weer een giechel. “Ik vraag het ze morgen wel. Nu lekker slapen, Kees.” Ik schoof haar blonde haren uit haar nek en gaf daar een zoen. “Gaat lukken. Welterusten, schat.” Ik keek op de wekker: tien voor tien. Prima tijd om te gaan sl…
Lees verder: Mini - 260
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10