Door: Just A Boy
Datum: 17-01-2009 | Cijfer: 7 | Gelezen: 4246
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 8 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): School,
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 8 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): School,
Vervolg op: Op School - 2
Het is de dag na het eindfeest van school. Nadat we in het cafeetje afscheid genomen hebben van de mentor en onze klasgenoten fietsen Robbert en ik naar Robbert zijn huis.
Als we bij zijn huis aankomen is alleen de vader van Robbert thuis en verder niemand. We lopen naar boven naar Robberts kamer. Het eerste dat we daar doen is elkaar zoenen. 'Ik vind je lief Job' zegt Robbert. We liggen net een beetje op zijn bed te chillen en grappen te maken als opeens zijn vader binnenkomt. Robberts vader is een klein en gedrongen mannetje met een grote snor en een redelijk rood hoofd. Het is dan ook wel duidelijk dat Robbert zijn schoonheid van zijn moeder heeft geërfd. Zijn vader staat een beetje dreigend in de deuropening. Hij begint opeens te schreeuwen: 'Denk maar niet dat ik niet weet waar jullie mee bezig zijn. Ik heb de moeder van Job aan de telefoon gehad en toevalig sliep Job bij ons toen na het schoolfeest en Robbert bij jou". Ik schrik me kapot en kijk Robbert geschrokken aan. Tegelijk ben ik ook wel opgelucht dat zijn vader nog niks van onze relatie afweet. Maar dan is het al te laat en voor ik het weet hoor ik waar ik al bang voor was: 'En dan zitten jullie ook nog eens aan elkaar hè, stelletje flikkers' en voor ik het weet zie ik een grote harige vuist in Robberts gezicht belanden. Ik zie Robbert naar de grond vallen. Ik buig me over hem heen maar ik moet snel opzij duiken want daar komt nog een maaiende arm. Ik ren snel de kamer uit en hoor Robberts vader nog achter me aan schreeuwen dat als ik ooit nog terug kom ik zijn vuisten dan zeker niet zal ontlopen.
Ik stap huilend op m'n fiets en rijd snel naar huis. Ik fiets met een misselijk gevoel in mijn maag omdat ik Robbert zo aan zijn lot heb overgelaten. Ik loop door de keuken naar binnen en zie mijn moeder aan de keukentafel zitten. Ze kijkt me bezorgd aan en zegt dat ze het weet. Ik wil me net weer omdraaien om weg te lopen als ze mij naar zich toe trekt en in haar armen drukt .Terwijl ze mij omhelst zegt ze dat ze het begrijpt dat ik verdrietig ben. Als ik een beetje gekalmeerd ben vertel ik haar het hele verhaal van Robbert en mij (alleen niet over de geheime kamer). Ze kijkt me liefdevol aan en zegt dat sommige mensen het heel moeilijk vinden als het ideaalbeeld van hun zoon of dochter wegvalt. Ze gaan er automatisch van uit dat hun kind later met iemand van het andere geslacht trouwt, met het hele huisje boompje beestje verhaal dat daarbij hoort. Ik hoor het aan maar luister niet echt. Ik zit met mijn hoofd heel ergens anders. Ik moet er niet aan denken wat Robberts vader allemaal met Robbert gedaan heeft. Ik trek het bijna niet meer en de tranen rollen over mijn wangen.
Later hoorde ik dat Robbert, terwijl hij op de grond van zijn kamer lag, iemand hoorde wegrennen. Hij proefde de smaak van bloed in zijn mond en probeerde op te staan. Maar dat lukte moeilijk want hij voelde zich duizelig. Toen hij zich eindelijk had opgehesen aan de rand van zijn bed zag hij zijn vader weer voor hem staan en kwam alles in één klap weer terug, de ruzie en het slaan. Zijn vader had een grote grimas op zijn gezicht en zei: 'Waar is dat flikkervriendje van je nu om je te beschermen?' Robbert keek vol ongeloof naar zijn vader en voelde de tranen in zijn ogen springen. Maar net voordat het echt doorbraak kreeg hij opnieuw een harde klap in zijn gezicht en werd alles zwart. Toen hij wakker werd voelde hij een helse pijn in zijn lichaam. Hij keek een beetje om zich heen en zag kale witte muren met een beigeachtige groene streep. Hij probeerde zijn arm te bewegen maar dat lukte niet. Hij keek er naar en kwam er achter dat zijn arm in het gips zat. Hij begreep nu ook dat hij in het ziekenhuis lag en dat het er niet zo goed voor hem uitzag want hij had ook veel verband om zijn middel. Er kwam een zuster binnen met het ontbijt. Hij vroeg aan de zuster wat hij daar deed en hoe hij daar gekomen was. Ze zei dat ze dacht dat het beter was als iemand anders dat vertelde. Toen de zuster net weg ging kwam ik met mijn moeder de kamer binnenlopen.
Robbert moet glimlachen bij het zien van mijn gezicht. 'Hé Job' zegt hij blij: 'Weet jij hoe ik hier terechtgekomen ben? Weet jij wat er gebeurd is?' Ik vraag of hij het zich nog kan herinneren van zijn vader. Robbert zegt: 'Ja dat weet ik nog wel, maar nadat jij weg was gegaan kreeg ik nog een klap en vanaf dat moment weet ik het niet meer'. Ik ga naast Robbert op zijn bed zitten en begin te vertellen: 'Toen ik met mijn moeder terugkwam om te kijken lag je op de grond en zagen we je vader rood aangelopen door het huis tieren. Mijn moeder heeft toen meteen de polilitie gebeld en die kwam snel. Ze overmeesterden je vader en namen hem mee naar het bureau. De politie belde ook snel een ambulance voor je en die heeft je naar dit ziekenhuis gebracht en daar lig je nu al 2 dagen'. 'Maar hoe is het dan met mijn vader afgelopen?' vraagt Robbert. 'Je vader is gearresteerd wegens mishandeling' antwoord ik: 'Er is door de kinderbescherming een rechtszaak begonnen om jou uit huis te plaatsen'. Robbert kijkt verschrikt op. Hij moet het allemaal een tijdje laten bezinken.
7 dagen later werd Robbert ontslagen uit het ziekenhuis en mocht hij naar zijn nieuwe pleeggezin. Het was maar 3 straten verderop dan waar ik woon dus de rest van de zomervakantie zagen we elkaar veel. We deden de spannendste dingen bij elkaar. Het voelde zo volmaakt! Maar toen de vakantie ten einde liep had het voogdijbureau geregeld dat Robbert overgeplaatst zou worden naar een andere stad. Daar kon hij een nieuw leven beginnen in een ander pleeggezin. Ik moest huilen toen ik het hoorde. Robbert heeft daarna nog een nacht bij mij geslapen en we hebben alles wel 10 keer gedaan. Ongelofelijk, het is zeker een nacht die ik nooit zal en wil vergeten. De dag dat ik weer naar school moest vertrok Robbert. Daarna heb ik hem nooit meer gezien. Ik mis hem nog steeds en hoop dat, als hij deze verhalen leest, het zich misschien herinnert en een mailtje naar me stuurt.
Als we bij zijn huis aankomen is alleen de vader van Robbert thuis en verder niemand. We lopen naar boven naar Robberts kamer. Het eerste dat we daar doen is elkaar zoenen. 'Ik vind je lief Job' zegt Robbert. We liggen net een beetje op zijn bed te chillen en grappen te maken als opeens zijn vader binnenkomt. Robberts vader is een klein en gedrongen mannetje met een grote snor en een redelijk rood hoofd. Het is dan ook wel duidelijk dat Robbert zijn schoonheid van zijn moeder heeft geërfd. Zijn vader staat een beetje dreigend in de deuropening. Hij begint opeens te schreeuwen: 'Denk maar niet dat ik niet weet waar jullie mee bezig zijn. Ik heb de moeder van Job aan de telefoon gehad en toevalig sliep Job bij ons toen na het schoolfeest en Robbert bij jou". Ik schrik me kapot en kijk Robbert geschrokken aan. Tegelijk ben ik ook wel opgelucht dat zijn vader nog niks van onze relatie afweet. Maar dan is het al te laat en voor ik het weet hoor ik waar ik al bang voor was: 'En dan zitten jullie ook nog eens aan elkaar hè, stelletje flikkers' en voor ik het weet zie ik een grote harige vuist in Robberts gezicht belanden. Ik zie Robbert naar de grond vallen. Ik buig me over hem heen maar ik moet snel opzij duiken want daar komt nog een maaiende arm. Ik ren snel de kamer uit en hoor Robberts vader nog achter me aan schreeuwen dat als ik ooit nog terug kom ik zijn vuisten dan zeker niet zal ontlopen.
Ik stap huilend op m'n fiets en rijd snel naar huis. Ik fiets met een misselijk gevoel in mijn maag omdat ik Robbert zo aan zijn lot heb overgelaten. Ik loop door de keuken naar binnen en zie mijn moeder aan de keukentafel zitten. Ze kijkt me bezorgd aan en zegt dat ze het weet. Ik wil me net weer omdraaien om weg te lopen als ze mij naar zich toe trekt en in haar armen drukt .Terwijl ze mij omhelst zegt ze dat ze het begrijpt dat ik verdrietig ben. Als ik een beetje gekalmeerd ben vertel ik haar het hele verhaal van Robbert en mij (alleen niet over de geheime kamer). Ze kijkt me liefdevol aan en zegt dat sommige mensen het heel moeilijk vinden als het ideaalbeeld van hun zoon of dochter wegvalt. Ze gaan er automatisch van uit dat hun kind later met iemand van het andere geslacht trouwt, met het hele huisje boompje beestje verhaal dat daarbij hoort. Ik hoor het aan maar luister niet echt. Ik zit met mijn hoofd heel ergens anders. Ik moet er niet aan denken wat Robberts vader allemaal met Robbert gedaan heeft. Ik trek het bijna niet meer en de tranen rollen over mijn wangen.
Later hoorde ik dat Robbert, terwijl hij op de grond van zijn kamer lag, iemand hoorde wegrennen. Hij proefde de smaak van bloed in zijn mond en probeerde op te staan. Maar dat lukte moeilijk want hij voelde zich duizelig. Toen hij zich eindelijk had opgehesen aan de rand van zijn bed zag hij zijn vader weer voor hem staan en kwam alles in één klap weer terug, de ruzie en het slaan. Zijn vader had een grote grimas op zijn gezicht en zei: 'Waar is dat flikkervriendje van je nu om je te beschermen?' Robbert keek vol ongeloof naar zijn vader en voelde de tranen in zijn ogen springen. Maar net voordat het echt doorbraak kreeg hij opnieuw een harde klap in zijn gezicht en werd alles zwart. Toen hij wakker werd voelde hij een helse pijn in zijn lichaam. Hij keek een beetje om zich heen en zag kale witte muren met een beigeachtige groene streep. Hij probeerde zijn arm te bewegen maar dat lukte niet. Hij keek er naar en kwam er achter dat zijn arm in het gips zat. Hij begreep nu ook dat hij in het ziekenhuis lag en dat het er niet zo goed voor hem uitzag want hij had ook veel verband om zijn middel. Er kwam een zuster binnen met het ontbijt. Hij vroeg aan de zuster wat hij daar deed en hoe hij daar gekomen was. Ze zei dat ze dacht dat het beter was als iemand anders dat vertelde. Toen de zuster net weg ging kwam ik met mijn moeder de kamer binnenlopen.
Robbert moet glimlachen bij het zien van mijn gezicht. 'Hé Job' zegt hij blij: 'Weet jij hoe ik hier terechtgekomen ben? Weet jij wat er gebeurd is?' Ik vraag of hij het zich nog kan herinneren van zijn vader. Robbert zegt: 'Ja dat weet ik nog wel, maar nadat jij weg was gegaan kreeg ik nog een klap en vanaf dat moment weet ik het niet meer'. Ik ga naast Robbert op zijn bed zitten en begin te vertellen: 'Toen ik met mijn moeder terugkwam om te kijken lag je op de grond en zagen we je vader rood aangelopen door het huis tieren. Mijn moeder heeft toen meteen de polilitie gebeld en die kwam snel. Ze overmeesterden je vader en namen hem mee naar het bureau. De politie belde ook snel een ambulance voor je en die heeft je naar dit ziekenhuis gebracht en daar lig je nu al 2 dagen'. 'Maar hoe is het dan met mijn vader afgelopen?' vraagt Robbert. 'Je vader is gearresteerd wegens mishandeling' antwoord ik: 'Er is door de kinderbescherming een rechtszaak begonnen om jou uit huis te plaatsen'. Robbert kijkt verschrikt op. Hij moet het allemaal een tijdje laten bezinken.
7 dagen later werd Robbert ontslagen uit het ziekenhuis en mocht hij naar zijn nieuwe pleeggezin. Het was maar 3 straten verderop dan waar ik woon dus de rest van de zomervakantie zagen we elkaar veel. We deden de spannendste dingen bij elkaar. Het voelde zo volmaakt! Maar toen de vakantie ten einde liep had het voogdijbureau geregeld dat Robbert overgeplaatst zou worden naar een andere stad. Daar kon hij een nieuw leven beginnen in een ander pleeggezin. Ik moest huilen toen ik het hoorde. Robbert heeft daarna nog een nacht bij mij geslapen en we hebben alles wel 10 keer gedaan. Ongelofelijk, het is zeker een nacht die ik nooit zal en wil vergeten. De dag dat ik weer naar school moest vertrok Robbert. Daarna heb ik hem nooit meer gezien. Ik mis hem nog steeds en hoop dat, als hij deze verhalen leest, het zich misschien herinnert en een mailtje naar me stuurt.
Trefwoord(en): School,
Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10