Door: Docent
Datum: 18-04-2015 | Cijfer: 7.1 | Gelezen: 6557
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 11 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Bijles,
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 11 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Bijles,
Zachtjes wordt er op de deur van mijn kamer geklopt. Ik roep “Ja” en de deur gaat langzaam open. In de deuropening staat Inge die eerder dit jaar in de groep zat waaraan ik een bijspijker-cursus wiskunde moest geven. “Hallo Inge, wat kan ik voor je doen?” Ze lacht een beetje zenuwachtig en zegt dat ze een heel groot probleem heeft. Ook in de tweede poging heeft ze mijn vak niet gehaald en de laatste mogelijkheid is volgende week. Als ze die niet haalt zal ze bijna zeker niet verder mogen studeren. Ze gaat verder en zegt dat ze er echt alles voor over heeft om het vak deze keer wel te halen. Ze ziet er bijna wanhopig uit en ik besluit om haar meteen maar verder te woord te staan. “Kom dan maar even binnen, dan kunnen we kijken waar je de grootste problemen mee hebt.” Ze stapt mijn kantoor binnen en doet de deur achter zich dicht. Normaal zorg ik altijd dat de deur van mijn kantoor open is als ik in gesprek ben met studenten, zodat er nooit verdenkingen kunnen ontstaan over mijn professionele interactie met hen. Dat flitst nog even door m’n hoofd, maar ik vraag haar niet om de deur open te laten.
Toen ik het vak gaf in de winter liep iedereen er in dikke winterkleren bij en was Inge me niet zo erg opgevallen. Nu het inmiddels ver in het voorjaar is loopt ze in een luchtig zomerrokje en een shirtje dat een behoorlijk decolleté heeft, maar dat niet strak zit. De kleuren passen perfect bij haar donkere haar en haar helblauwe ogen. Ze is een mooie slanke meid van ongeveer 1m75. Al met al zeker geen straf om haar een bijles te geven.
Ik nodig haar uit om aan mijn vergadertafel te komen zitten en te vertellen met welke soort sommen ze de meeste moeite heeft. Ze zegt dat er een aantal verschillende soorten zijn, maar dat ze graag wil beginnen met de sommen waar je moet rekenen aan driehoeken. We pakken het boek erbij en ik leg haar stap voor stap uit hoe je de vragen kunt herleiden tot een paar standaardsituaties waar je dan bijna altijd de Stelling van Pythagoras op toe kunt passen. Ze zegt dat ze dat op zich wel begrijpt, maar kijk … tegenover me gaat ze verzitten met één been onder d’r kontje op de stoel en ze buigt voorover om in het boek een specifiek voorbeeld aan te wijzen. Doordat ze voorover buigt valt d’r shirtje open en kijk ik recht tussen d’r borsten, die ze voor het gemak maar niet van een beha heeft voorzien vandaag. Als ze uitgelegd heeft wat haar probleem met die vraag is moet ik tot m’n schaamte bekennen dat ik een beetje afgeleid was. Ze giechelt een beetje en legt het opnieuw uit, waarbij ze geen enkele moeite doet om d’r borsten weer te bedekken. Echter, de tweede keer lukt het me voldoende om bij de les te blijven en ik leg haar uit dat ook hier de herleiding tot een standaardsituatie leidt en ik doe het haar voor.
Nadat ze zelf twee sommen heeft opgelost geef ik haar een voorbeeldopgave van een examen van een paar jaar geleden over dit onderwerp. “Als jij deze nou eens oplost dan doe ik in de tussentijd nog even wat andere dingen die ik voor vandaag gepland had en dan kunnen we daarna het volgende onderwerp bekijken.” Ze stemt in en ik ga terug naar mijn bureau terwijl zij aan de vergadertafel met de som begint. Achter m’n computer begin ik met het wegwerken van achterstallige e-mail. Af en toe kijk ik naar Inge die geconcentreerd bezig is met de opgave. Ze zit nog steeds op d’r been en daardoor eigenlijk nogal wijdbeens. Doordat d’r rokje wat omhoog geschoven is zie ik een klein stukje van d’r roze kanten slipje. Ik dwing mezelf om verder te gaan met m’n e-mail. Na ongeveer vijf minuten staat Inge op en komt met het papier met de opgave naar me toe gelopen. Ze legt het op m’n bureau en zegt dat ze de eerste twee delen van de som klaar heeft, maar toch nog wat problemen heeft met het laatste deel. Ze laat me zien wat ze gedaan heeft en hoe ze het laatste deel aan het aanpakken is. Na één kleine aanwijzing snapt ze het ineens en enthousiast begint ze voorovergebogen aan mijn bureau de som verder uit te werken. De inkijk in d’r shirtje is nu vlakbij me en ik zie dat d’r tepels stijf zijn. Ik voel een tinteling door m’n onderbuik gaan, maar ik ben vastbesloten om me in te houden. “Is het zo goed?” vraagt Inge terwijl ze d’r pen neerlegt op m’n bureau en wijst op wat ze gedaan heeft. “Ja, dat lijkt me prima” antwoord ik, waarop ze het papier oppakt. Door het oppakken van het papier schuift haar pen van het bureau en valt op mijn schoot en glijdt tussen mijn dijbenen. “Oh sorry, wat onhandig” zegt Inge en impulsief steekt ze haar hand tussen mijn benen om d’r pen te pakken. Als reactie doe ik mijn benen wat uit elkaar om haar de ruimte te geven om de pen te pakken. Ik moet me wel heel sterk verbazen als dat loeder niet expres nog wat over de binnenkant van mijn dijbeen streelt voordat ze met de pen tevoorschijn komt. De tinteling in mijn onderbuik begint nu toch wel nadrukkelijk een eigen leven te leiden en het kan Inge bijna niet ontgaan zijn dat de bobbel in mijn broek al aardig in omvang is toegenomen.
Vrolijk, alsof er niks gebeurd is, zegt ze “Is het goed dat we nu kijken naar vergelijkingen en grafieken?” Ik zeg dat dat prima is en loop achter haar aan naar de vergadertafel. Opnieuw beginnen we met een stap-voor-stap uitleg over het analyseren van vergelijkingen en het tekenen van grafieken. Berekenen van nulpunten, stijgend of dalend, hol of bol, enzovoorts. Ik sluit af door te zeggen dat het gewoon het allerbest is om veel te oefenen, omdat je dan ziet dat de aanpak van de opgaven eigenlijk iedere keer hetzelfde is. Ze zegt dat ze het denkt te begrijpen en graag even wil oefenen, maar eerst moet ze even naar het toilet. Ik blijf zolang aan de vergadertafel zitten en blader nog wat door het boek. Als ze terugkomt van het toilet komt ze achter me staan en wijst ze naar iets in het boek om een vraag over te stellen. Om het beter aan te wijzen buigt ze over m’n schouder en voel ik d’r borsten tegen m’n rug. Terwijl ze d’r vraag stelt en dingen aanwijst legt ze d’r andere hand op m’n schouder. In m’n broek was alles net weer een beetje tot rust gekomen, maar ik voel meteen dat dit niet gaat helpen om die rust te bewaren. Snel geef ik antwoord en stel voor dat we wat sommen gaan oefenen. Ze pakt d’r spullen van de andere kant van de tafel en komt naast me zitten. Ik doe eerst een som voor, maar terwijl ik daarmee bezig ben voel ik dat ze met d’r knie tegen mijn been wrijft. Alsof ik daar niks van voel ga ik verder en laat haar zien hoe de som opgelost moet worden. Ze stelt nog een paar vragen over de oplossing en terwijl ze dat doet legt ze af en toe achteloos haar linkerhand op mijn dijbeen. Ook hier laat ik haar begaan. Als ik dan voorstel dat ze zelf twee sommen uit het boek oefent, trekt ze haar hand terug, maar wel op zo’n manier dat ze m’n dijbeen nog even streelt. Het lijkt er niet op dat ze veel problemen met deze sommen heeft. Het lijkt dan ook niet zo zinvol om meer voorbeelden van deze sommen te oefenen. Ik vraag haar welk deel van de stof ze verder nog wil bespreken en oefenen.
Ze denkt even na en ze zegt dan “wiskunde kun je toch gebruiken om alledaagse dingen te voorspellen en te beschrijven?” Ik ben een beetje uit het veld geslagen door deze onverwachte vraag, maar geef inderdaad aan dat dat vaak zo is. Ze giechelt weer een beetje en benadrukt dan nogmaals of dat echt voor alles zo is. Ik denk even na en zeg dan dat ik dat niet 100% zeker weet en dat sommige dingen misschien in theorie mogelijk zijn, maar in de praktijk heel ingewikkeld om om te zetten in een wiskundig probleem. Dat gaat veel verder dan de stof die je moet kennen voor het examen van volgende week.
“Maar bijvoorbeeld”, gaat Inge verder “als je zou willen berekenen hoe snel een ballon in diameter toeneemt als je hem opblaast. Zou je dat kunnen doen met wiskunde?” Ja, op zich kan dat wel, maar dat is minder makkelijk dan het lijkt. “Grappig”, zegt Inge “maar als het met een ballon kan …” Ze stopt midden in d’r zin. Ik kijk haar verbaasd aan en zeg “ja, ga verder, als het met een ballon kan, dan wat?”. Hihi, dan zijn er nog veel leukere voorbeelden denkbaar. Zonder dat verder toe te lichten legt ze d’r hand weer op m’n dijbeen en heel langzaam schuift die naar boven. “Maar misschien heb je dat wel minder in de hand dan het opblazen van een ballon” giechelt ze.
“Inge, ik denk niet dat dit zo’n goed idee is” probeer ik, maar ze legt d’r hand nu op de bobbel in m’n broek. “Volgens mij denkt een deel van je lichaam daar heel anders over”, zegt ze terwijl ze zachtjes over m’n broek wrijft en de reactie in die broek meteen merkbaar is.
Toen ik het vak gaf in de winter liep iedereen er in dikke winterkleren bij en was Inge me niet zo erg opgevallen. Nu het inmiddels ver in het voorjaar is loopt ze in een luchtig zomerrokje en een shirtje dat een behoorlijk decolleté heeft, maar dat niet strak zit. De kleuren passen perfect bij haar donkere haar en haar helblauwe ogen. Ze is een mooie slanke meid van ongeveer 1m75. Al met al zeker geen straf om haar een bijles te geven.
Ik nodig haar uit om aan mijn vergadertafel te komen zitten en te vertellen met welke soort sommen ze de meeste moeite heeft. Ze zegt dat er een aantal verschillende soorten zijn, maar dat ze graag wil beginnen met de sommen waar je moet rekenen aan driehoeken. We pakken het boek erbij en ik leg haar stap voor stap uit hoe je de vragen kunt herleiden tot een paar standaardsituaties waar je dan bijna altijd de Stelling van Pythagoras op toe kunt passen. Ze zegt dat ze dat op zich wel begrijpt, maar kijk … tegenover me gaat ze verzitten met één been onder d’r kontje op de stoel en ze buigt voorover om in het boek een specifiek voorbeeld aan te wijzen. Doordat ze voorover buigt valt d’r shirtje open en kijk ik recht tussen d’r borsten, die ze voor het gemak maar niet van een beha heeft voorzien vandaag. Als ze uitgelegd heeft wat haar probleem met die vraag is moet ik tot m’n schaamte bekennen dat ik een beetje afgeleid was. Ze giechelt een beetje en legt het opnieuw uit, waarbij ze geen enkele moeite doet om d’r borsten weer te bedekken. Echter, de tweede keer lukt het me voldoende om bij de les te blijven en ik leg haar uit dat ook hier de herleiding tot een standaardsituatie leidt en ik doe het haar voor.
Nadat ze zelf twee sommen heeft opgelost geef ik haar een voorbeeldopgave van een examen van een paar jaar geleden over dit onderwerp. “Als jij deze nou eens oplost dan doe ik in de tussentijd nog even wat andere dingen die ik voor vandaag gepland had en dan kunnen we daarna het volgende onderwerp bekijken.” Ze stemt in en ik ga terug naar mijn bureau terwijl zij aan de vergadertafel met de som begint. Achter m’n computer begin ik met het wegwerken van achterstallige e-mail. Af en toe kijk ik naar Inge die geconcentreerd bezig is met de opgave. Ze zit nog steeds op d’r been en daardoor eigenlijk nogal wijdbeens. Doordat d’r rokje wat omhoog geschoven is zie ik een klein stukje van d’r roze kanten slipje. Ik dwing mezelf om verder te gaan met m’n e-mail. Na ongeveer vijf minuten staat Inge op en komt met het papier met de opgave naar me toe gelopen. Ze legt het op m’n bureau en zegt dat ze de eerste twee delen van de som klaar heeft, maar toch nog wat problemen heeft met het laatste deel. Ze laat me zien wat ze gedaan heeft en hoe ze het laatste deel aan het aanpakken is. Na één kleine aanwijzing snapt ze het ineens en enthousiast begint ze voorovergebogen aan mijn bureau de som verder uit te werken. De inkijk in d’r shirtje is nu vlakbij me en ik zie dat d’r tepels stijf zijn. Ik voel een tinteling door m’n onderbuik gaan, maar ik ben vastbesloten om me in te houden. “Is het zo goed?” vraagt Inge terwijl ze d’r pen neerlegt op m’n bureau en wijst op wat ze gedaan heeft. “Ja, dat lijkt me prima” antwoord ik, waarop ze het papier oppakt. Door het oppakken van het papier schuift haar pen van het bureau en valt op mijn schoot en glijdt tussen mijn dijbenen. “Oh sorry, wat onhandig” zegt Inge en impulsief steekt ze haar hand tussen mijn benen om d’r pen te pakken. Als reactie doe ik mijn benen wat uit elkaar om haar de ruimte te geven om de pen te pakken. Ik moet me wel heel sterk verbazen als dat loeder niet expres nog wat over de binnenkant van mijn dijbeen streelt voordat ze met de pen tevoorschijn komt. De tinteling in mijn onderbuik begint nu toch wel nadrukkelijk een eigen leven te leiden en het kan Inge bijna niet ontgaan zijn dat de bobbel in mijn broek al aardig in omvang is toegenomen.
Vrolijk, alsof er niks gebeurd is, zegt ze “Is het goed dat we nu kijken naar vergelijkingen en grafieken?” Ik zeg dat dat prima is en loop achter haar aan naar de vergadertafel. Opnieuw beginnen we met een stap-voor-stap uitleg over het analyseren van vergelijkingen en het tekenen van grafieken. Berekenen van nulpunten, stijgend of dalend, hol of bol, enzovoorts. Ik sluit af door te zeggen dat het gewoon het allerbest is om veel te oefenen, omdat je dan ziet dat de aanpak van de opgaven eigenlijk iedere keer hetzelfde is. Ze zegt dat ze het denkt te begrijpen en graag even wil oefenen, maar eerst moet ze even naar het toilet. Ik blijf zolang aan de vergadertafel zitten en blader nog wat door het boek. Als ze terugkomt van het toilet komt ze achter me staan en wijst ze naar iets in het boek om een vraag over te stellen. Om het beter aan te wijzen buigt ze over m’n schouder en voel ik d’r borsten tegen m’n rug. Terwijl ze d’r vraag stelt en dingen aanwijst legt ze d’r andere hand op m’n schouder. In m’n broek was alles net weer een beetje tot rust gekomen, maar ik voel meteen dat dit niet gaat helpen om die rust te bewaren. Snel geef ik antwoord en stel voor dat we wat sommen gaan oefenen. Ze pakt d’r spullen van de andere kant van de tafel en komt naast me zitten. Ik doe eerst een som voor, maar terwijl ik daarmee bezig ben voel ik dat ze met d’r knie tegen mijn been wrijft. Alsof ik daar niks van voel ga ik verder en laat haar zien hoe de som opgelost moet worden. Ze stelt nog een paar vragen over de oplossing en terwijl ze dat doet legt ze af en toe achteloos haar linkerhand op mijn dijbeen. Ook hier laat ik haar begaan. Als ik dan voorstel dat ze zelf twee sommen uit het boek oefent, trekt ze haar hand terug, maar wel op zo’n manier dat ze m’n dijbeen nog even streelt. Het lijkt er niet op dat ze veel problemen met deze sommen heeft. Het lijkt dan ook niet zo zinvol om meer voorbeelden van deze sommen te oefenen. Ik vraag haar welk deel van de stof ze verder nog wil bespreken en oefenen.
Ze denkt even na en ze zegt dan “wiskunde kun je toch gebruiken om alledaagse dingen te voorspellen en te beschrijven?” Ik ben een beetje uit het veld geslagen door deze onverwachte vraag, maar geef inderdaad aan dat dat vaak zo is. Ze giechelt weer een beetje en benadrukt dan nogmaals of dat echt voor alles zo is. Ik denk even na en zeg dan dat ik dat niet 100% zeker weet en dat sommige dingen misschien in theorie mogelijk zijn, maar in de praktijk heel ingewikkeld om om te zetten in een wiskundig probleem. Dat gaat veel verder dan de stof die je moet kennen voor het examen van volgende week.
“Maar bijvoorbeeld”, gaat Inge verder “als je zou willen berekenen hoe snel een ballon in diameter toeneemt als je hem opblaast. Zou je dat kunnen doen met wiskunde?” Ja, op zich kan dat wel, maar dat is minder makkelijk dan het lijkt. “Grappig”, zegt Inge “maar als het met een ballon kan …” Ze stopt midden in d’r zin. Ik kijk haar verbaasd aan en zeg “ja, ga verder, als het met een ballon kan, dan wat?”. Hihi, dan zijn er nog veel leukere voorbeelden denkbaar. Zonder dat verder toe te lichten legt ze d’r hand weer op m’n dijbeen en heel langzaam schuift die naar boven. “Maar misschien heb je dat wel minder in de hand dan het opblazen van een ballon” giechelt ze.
“Inge, ik denk niet dat dit zo’n goed idee is” probeer ik, maar ze legt d’r hand nu op de bobbel in m’n broek. “Volgens mij denkt een deel van je lichaam daar heel anders over”, zegt ze terwijl ze zachtjes over m’n broek wrijft en de reactie in die broek meteen merkbaar is.
Trefwoord(en): Bijles,
Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10