Door: Krieger
Datum: 16-02-2020 | Cijfer: 9 | Gelezen: 2277
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 11 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Vakantie,
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 11 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Vakantie,
Vervolg op: Vakantiejob - 60
Pim is na de ontvoering op krachten aan het komen bij Arnold...
Eli heeft me aangegeven dat ik zaterdag weer verwacht wordt op de boerderij. Lig ik hier dan nog anderhalve dag gewoon in bed bij Arnold? Die me dan nog enkele keren kan bestijgen, tussendoor? Ik word wat kregelig nu mijn functie zo flagrant gereduceerd wordt tot speelpop. Deze zaak draait maar al te goed uit voor Arnold, die me precies heeft waar hij me hebben wil! Ik voel ook een zekere ergernis omdat Eli de zaak als afgehandeld lijkt te beschouwen. Ik weet nog steeds niet goed wat ik moet aanvangen met alles wat me overkomen is. Wanneer ik de volgende dag na een woelige droom ontwaak, besluit ik naar de boerderij terug te keren, ook al hoef ik nog niet aan het werk.
In mijn droom bevond ik me een in weide, tussen schapen. Aan de randen van de weide staan schimmen. Mannen, bekende en onbekende. Ze grijnzen me allemaal toe en komen dichter. Sommigen slaan op pannen en potten, om de schapen op te jagen. Ik voel stress en zoek naar een uitgang. Maar zelfs Dario en Noah lachen als ze mijn angst zien. Dan vind ik een tunnel, waar ik door heen ren. Ik kom uit bij de zwemvijver en duik er in. Arnold ligt op een opblaaskussen, naakt met een erectie. Hij kijkt naar me en zegt: ‘je weet wat je te doen staat!’ Ik wil naar hem zwemmen maar ik raak niet dichter. Ik raak verstrengeld tussen de rietplanten en Eli kijkt toe vanaf de kant. Ik zie Dario liggen op de rand. Noah ligt op hem en neukt hem. Dario geeft geen kik, Noah grijnst. Ik voel een steek van onverdraagzaamheid omdat ik niet mag meedoen. Daarna werd ik wakker.
Ik dwaal wat rond op de boerderij. Arnold heeft me bij mijn vertrek nog aangeboden me af te zuigen, maar ik heb hem vriendelijk bedankt. Nu worstel ik met mijn gedachten. Vreemd genoeg lijk ik eigenlijk niet meer bezig met de verkrachting. Ik pieker over mijn avonturen hier. Ik denk ook dat de droom veelzeggend is. Heb ik zelf nog iets te bepalen? Ben ik hier niet al te willoos in de handen van een groep manipulators? Goed, ik ervaar vriendschap en genegenheid, tederheid en intimiteit, maar nu ik meer emotionele hulp kan gebruiken heb ik niets aan de boerderijcollega’s.
Ik heb Sébastien wat op afstand gehouden. Hij merkt aan mijn berichten dat ik niet mezelf ben, of althans niet de begeerte vertoon van voorheen. Ik verzin wat smoezen want eigenlijk wil ik hem niet zien. Elk moment met hem is vreugdevol en passioneel, en daar ben ik nu niet aan toe. Ik durf wat eerlijker zijn en laat hem weten dat ik wat down ben en hem daar niet wil mee lastig vallen. Maar als verwacht dringt hij aan: hij wil er voor me zijn en wil me in zijn armen sluiten. Misschien wil ik liefst van al met hem ergens alleen zijn, weg van hier. Maar het grote gezin van Sébastien lijkt me nu niet het juiste gezelschap, als dat al een optie is.
Ik denk er verder over na terwijl ik blijf rondhangen op de boerderij. In de kantine is iemand nieuw aan het werk, Heidi. Van Vlad is geen spoor en niemand zegt er iets over. Ik zie Dario klussen doen waar ik hem normaal moet bij helpen. Koppig neem ik mijn rust zoals Eli me opgedragen heeft en ik steek geen poot uit. Maar ik heb weinig te doen en verplaats me van bed, naar ligzetel, naar zwemvijver. Nu en dan werpt Dario me een blik toe, maar we komen niet tot een echte conversatie. Ik word gek van mezelf maar als iemand me zou vragen wat ik wil of nodig heb, zou ik het ook niet weten.
Ik sta zaterdagochtend vroeg op en ga aan het werk. Ik vind wat rust bij de konijnen. Ik streel hen en knuffel zelfs één van de meer meegaande beestjes. Ook de schapen blijken een hoge aaibaarheidsfactor te hebben vandaag. Wanneer ik tegen tien uur aan de ontbijttafel zit met Dario, voel me ik al een stuk opgeruimder. Het werk neemt me aangenaam in beslag en het mooie weer doet vermoeden dat het een drukke dag wordt. Ik ga energiek verder aan de slag en weet zelfs een lach op mijn gezicht te toveren. Mijn blik valt op het kruis van een bebaarde bezoeker en het borsthaar van een slungelige vader. Begint de wereld er weer lekker uit te zien?
Ik heb meer dan een uur ijsjes geschept wanneer ik even pauze vraag. De zwemvijver heeft heel wat nieuw volk gelokt en ik voel dat het werktempo verhoogt is. Ik wandel even naar de straat. Er staat een pak fietsen aan de ingang. Misschien zou Eli wel eens werk mogen maken van een grotere fietsenstalling? Dan slaat mijn hart plots een slag over. Op de parking staat een man te roken. Hij heeft zwart haar en ik denk meteen hem te herkennen. Is dit één van de Albanezen die me geneukt heeft? Wat doet hij hier? Ik voel mijn hart hevig bonzen, maar dan blijkt dat ik me vergist heb. Het is geen Albanees, het is een man die ik nog nooit gezien heb. Gewoon een vader wiens kroost binnen zit. Maar ik ben wel even van mijn stuk. Kan ik nog naar de realiteit kijken? Ik heb echt even verandering van decor nodig.
Die avond begeef ik me lichtjes op mijn ongemak naar IJswerk, de zomerbar waar ik mijn eerste date met Sébastien had. Ik had dan toch mijn stoute schoenen aangetrokken en hem gevraagd af te spreken. Hij leek niets liever te willen. Onderweg voel ik me zenuwachtig en ongerust. Ik weet dat er maar één ding op zit en dat is alles, maar dan ook alles, te vertellen aan de enige man die er echt voor me is.
Wanneer ik mijn fiets op slot doe, zie ik Sébastien ook net aankomen. Hij lacht me toe, … en ik breek. Nog voor hij goed en wel is afgestapt, springen de tranen in mijn ogen en wanneer hij me geschrokken in de armen neemt, barst ik in huilen uit. Ik begraaf mijn hoofd in zijn hals, sla de armen om hem heen en begin onbedaarlijk te snikken. De warmte van zijn huid is onvoorstelbaar deugddoend.
Twee uur later voel ik me bijna fysiek leeg. Maar vooral ben ik opgelucht. Sébastien en ik zitten in een zetel onder een boom. Het is druk en gezellig in de tuin maar de wereld is nu even van ons alleen. Ik heb net anderhalf uur mijn hart uitgestort en heb alles wat ik de voorbije drie weken heb beleefd en verzwegen had, opgebiecht aan Sébastien. Ook mijn ontvoering heb ik beschreven. Toen ik eindelijk zweeg heeft Sébastien me een knuffel gegeven die voor een immens opluchting zorgde.
Een deel van wat ik vertelde bleek hij niet zo verrassend te vinden. ‘Ik snap wel dat alles nieuw is en je veel wil ontdekken. Er ging destijds ook een wereld voor me open. Ik ben wel een stuk ouder maar uiteraard blijft alles waar een seksuele dimensie aan zit mij ook boeien, ook al ben misschien minder… impulsief dan jou. Maar ik heb geen oordeel. En als je je zorgen over ‘ons’ maakt: ik heb geen exclusiviteit van jou geëist. Ik wil niets beloven en ik heb geen idee wat er volgende week gaat gebeuren, als jij naar huis gaat en ik aan mijn fabriekswerk begin, dat een maand gaat duren. Maar één ding weet ik wel en dat is dat ik jou niet kwijt wil.’
Mijn hoofd lijkt helemaal opgeklaard. Ik ben zo blij dat alles open en duidelijk is nu. Maar helemaal zeker ben ik niet of Sébastien echt niet teleurgesteld is in mijn gedrag. Hij mag dan al vrij zelfzeker zijn, ik denk dat hij zich niet snel tot het soort sletterig gedrag verlaagt als ik. Ik wil me voornemen dat de laatste week van deze vakantiejob rustig en beheerst zal verlopen.
Wanneer we in het donker terug fietsen – Sébastien vergezelt me eerst naar de boerderij – doet hij plots een bekentenis. ‘Ik moet zeggen… jouw bekentenissen vond ik ergens ook wel geil…’ Hij grijnst naar me en ik grijns terug. Hij tast in zijn kruis. ‘Zouden we niet ergens stoppen om nog even wat te flikflooien?’
We vinden een stukje groen waar we beschut kunnen staan. Keuze te over in deze streek. We gooien onze fietsen neer en struikelen haast over elkaar heen in onze haast. Ik stort me op Sébastien en we kussen elkaar hartstochtelijk. Ik druk me helemaal tegen hem aan, mijn hand verdwijnt onder zijn t-shirt. De warme welving van zijn buik, voert de opwinding op. Wat is hij mooi! Ik streel zijn harde bult en hij vindt ook mijn erectie. De shorts gaan uit en al snel liggen we op elkaar, onze stijve kanjers tegen elkaar, onze billen in de buitenlucht. Het wordt een gretige, gulzige vrijpartij, waarbij onze monden likken en slikken en onze handen trekken en strelen. Ik voel mijn bloed stromen en voor het eerst in dagen durf ik alles los te laten. Wanneer Sébastien me aftrekt en intussen mijn ballen likt, ervaar ik een immens orgasme en ik kan me amper beheersen om het niet uit te gillen van genot. Even later belandt het zaad van mijn minnaar in mijn mond en ik blijf gulzig op zijn snikkel sabbelen.
We liggen na te genieten naast elkaar. Onze t-shirts en schoenen zijn niet eens uitgegaan. Onze pikken drogen op. Ik kriebel Sébastien’s balzak. Hij zoent me, smaakt zijn eigen zaad.
Alles voelt weer nieuw en vertrouwd tegelijk.
Eli heeft me aangegeven dat ik zaterdag weer verwacht wordt op de boerderij. Lig ik hier dan nog anderhalve dag gewoon in bed bij Arnold? Die me dan nog enkele keren kan bestijgen, tussendoor? Ik word wat kregelig nu mijn functie zo flagrant gereduceerd wordt tot speelpop. Deze zaak draait maar al te goed uit voor Arnold, die me precies heeft waar hij me hebben wil! Ik voel ook een zekere ergernis omdat Eli de zaak als afgehandeld lijkt te beschouwen. Ik weet nog steeds niet goed wat ik moet aanvangen met alles wat me overkomen is. Wanneer ik de volgende dag na een woelige droom ontwaak, besluit ik naar de boerderij terug te keren, ook al hoef ik nog niet aan het werk.
In mijn droom bevond ik me een in weide, tussen schapen. Aan de randen van de weide staan schimmen. Mannen, bekende en onbekende. Ze grijnzen me allemaal toe en komen dichter. Sommigen slaan op pannen en potten, om de schapen op te jagen. Ik voel stress en zoek naar een uitgang. Maar zelfs Dario en Noah lachen als ze mijn angst zien. Dan vind ik een tunnel, waar ik door heen ren. Ik kom uit bij de zwemvijver en duik er in. Arnold ligt op een opblaaskussen, naakt met een erectie. Hij kijkt naar me en zegt: ‘je weet wat je te doen staat!’ Ik wil naar hem zwemmen maar ik raak niet dichter. Ik raak verstrengeld tussen de rietplanten en Eli kijkt toe vanaf de kant. Ik zie Dario liggen op de rand. Noah ligt op hem en neukt hem. Dario geeft geen kik, Noah grijnst. Ik voel een steek van onverdraagzaamheid omdat ik niet mag meedoen. Daarna werd ik wakker.
Ik dwaal wat rond op de boerderij. Arnold heeft me bij mijn vertrek nog aangeboden me af te zuigen, maar ik heb hem vriendelijk bedankt. Nu worstel ik met mijn gedachten. Vreemd genoeg lijk ik eigenlijk niet meer bezig met de verkrachting. Ik pieker over mijn avonturen hier. Ik denk ook dat de droom veelzeggend is. Heb ik zelf nog iets te bepalen? Ben ik hier niet al te willoos in de handen van een groep manipulators? Goed, ik ervaar vriendschap en genegenheid, tederheid en intimiteit, maar nu ik meer emotionele hulp kan gebruiken heb ik niets aan de boerderijcollega’s.
Ik heb Sébastien wat op afstand gehouden. Hij merkt aan mijn berichten dat ik niet mezelf ben, of althans niet de begeerte vertoon van voorheen. Ik verzin wat smoezen want eigenlijk wil ik hem niet zien. Elk moment met hem is vreugdevol en passioneel, en daar ben ik nu niet aan toe. Ik durf wat eerlijker zijn en laat hem weten dat ik wat down ben en hem daar niet wil mee lastig vallen. Maar als verwacht dringt hij aan: hij wil er voor me zijn en wil me in zijn armen sluiten. Misschien wil ik liefst van al met hem ergens alleen zijn, weg van hier. Maar het grote gezin van Sébastien lijkt me nu niet het juiste gezelschap, als dat al een optie is.
Ik denk er verder over na terwijl ik blijf rondhangen op de boerderij. In de kantine is iemand nieuw aan het werk, Heidi. Van Vlad is geen spoor en niemand zegt er iets over. Ik zie Dario klussen doen waar ik hem normaal moet bij helpen. Koppig neem ik mijn rust zoals Eli me opgedragen heeft en ik steek geen poot uit. Maar ik heb weinig te doen en verplaats me van bed, naar ligzetel, naar zwemvijver. Nu en dan werpt Dario me een blik toe, maar we komen niet tot een echte conversatie. Ik word gek van mezelf maar als iemand me zou vragen wat ik wil of nodig heb, zou ik het ook niet weten.
Ik sta zaterdagochtend vroeg op en ga aan het werk. Ik vind wat rust bij de konijnen. Ik streel hen en knuffel zelfs één van de meer meegaande beestjes. Ook de schapen blijken een hoge aaibaarheidsfactor te hebben vandaag. Wanneer ik tegen tien uur aan de ontbijttafel zit met Dario, voel me ik al een stuk opgeruimder. Het werk neemt me aangenaam in beslag en het mooie weer doet vermoeden dat het een drukke dag wordt. Ik ga energiek verder aan de slag en weet zelfs een lach op mijn gezicht te toveren. Mijn blik valt op het kruis van een bebaarde bezoeker en het borsthaar van een slungelige vader. Begint de wereld er weer lekker uit te zien?
Ik heb meer dan een uur ijsjes geschept wanneer ik even pauze vraag. De zwemvijver heeft heel wat nieuw volk gelokt en ik voel dat het werktempo verhoogt is. Ik wandel even naar de straat. Er staat een pak fietsen aan de ingang. Misschien zou Eli wel eens werk mogen maken van een grotere fietsenstalling? Dan slaat mijn hart plots een slag over. Op de parking staat een man te roken. Hij heeft zwart haar en ik denk meteen hem te herkennen. Is dit één van de Albanezen die me geneukt heeft? Wat doet hij hier? Ik voel mijn hart hevig bonzen, maar dan blijkt dat ik me vergist heb. Het is geen Albanees, het is een man die ik nog nooit gezien heb. Gewoon een vader wiens kroost binnen zit. Maar ik ben wel even van mijn stuk. Kan ik nog naar de realiteit kijken? Ik heb echt even verandering van decor nodig.
Die avond begeef ik me lichtjes op mijn ongemak naar IJswerk, de zomerbar waar ik mijn eerste date met Sébastien had. Ik had dan toch mijn stoute schoenen aangetrokken en hem gevraagd af te spreken. Hij leek niets liever te willen. Onderweg voel ik me zenuwachtig en ongerust. Ik weet dat er maar één ding op zit en dat is alles, maar dan ook alles, te vertellen aan de enige man die er echt voor me is.
Wanneer ik mijn fiets op slot doe, zie ik Sébastien ook net aankomen. Hij lacht me toe, … en ik breek. Nog voor hij goed en wel is afgestapt, springen de tranen in mijn ogen en wanneer hij me geschrokken in de armen neemt, barst ik in huilen uit. Ik begraaf mijn hoofd in zijn hals, sla de armen om hem heen en begin onbedaarlijk te snikken. De warmte van zijn huid is onvoorstelbaar deugddoend.
Twee uur later voel ik me bijna fysiek leeg. Maar vooral ben ik opgelucht. Sébastien en ik zitten in een zetel onder een boom. Het is druk en gezellig in de tuin maar de wereld is nu even van ons alleen. Ik heb net anderhalf uur mijn hart uitgestort en heb alles wat ik de voorbije drie weken heb beleefd en verzwegen had, opgebiecht aan Sébastien. Ook mijn ontvoering heb ik beschreven. Toen ik eindelijk zweeg heeft Sébastien me een knuffel gegeven die voor een immens opluchting zorgde.
Een deel van wat ik vertelde bleek hij niet zo verrassend te vinden. ‘Ik snap wel dat alles nieuw is en je veel wil ontdekken. Er ging destijds ook een wereld voor me open. Ik ben wel een stuk ouder maar uiteraard blijft alles waar een seksuele dimensie aan zit mij ook boeien, ook al ben misschien minder… impulsief dan jou. Maar ik heb geen oordeel. En als je je zorgen over ‘ons’ maakt: ik heb geen exclusiviteit van jou geëist. Ik wil niets beloven en ik heb geen idee wat er volgende week gaat gebeuren, als jij naar huis gaat en ik aan mijn fabriekswerk begin, dat een maand gaat duren. Maar één ding weet ik wel en dat is dat ik jou niet kwijt wil.’
Mijn hoofd lijkt helemaal opgeklaard. Ik ben zo blij dat alles open en duidelijk is nu. Maar helemaal zeker ben ik niet of Sébastien echt niet teleurgesteld is in mijn gedrag. Hij mag dan al vrij zelfzeker zijn, ik denk dat hij zich niet snel tot het soort sletterig gedrag verlaagt als ik. Ik wil me voornemen dat de laatste week van deze vakantiejob rustig en beheerst zal verlopen.
Wanneer we in het donker terug fietsen – Sébastien vergezelt me eerst naar de boerderij – doet hij plots een bekentenis. ‘Ik moet zeggen… jouw bekentenissen vond ik ergens ook wel geil…’ Hij grijnst naar me en ik grijns terug. Hij tast in zijn kruis. ‘Zouden we niet ergens stoppen om nog even wat te flikflooien?’
We vinden een stukje groen waar we beschut kunnen staan. Keuze te over in deze streek. We gooien onze fietsen neer en struikelen haast over elkaar heen in onze haast. Ik stort me op Sébastien en we kussen elkaar hartstochtelijk. Ik druk me helemaal tegen hem aan, mijn hand verdwijnt onder zijn t-shirt. De warme welving van zijn buik, voert de opwinding op. Wat is hij mooi! Ik streel zijn harde bult en hij vindt ook mijn erectie. De shorts gaan uit en al snel liggen we op elkaar, onze stijve kanjers tegen elkaar, onze billen in de buitenlucht. Het wordt een gretige, gulzige vrijpartij, waarbij onze monden likken en slikken en onze handen trekken en strelen. Ik voel mijn bloed stromen en voor het eerst in dagen durf ik alles los te laten. Wanneer Sébastien me aftrekt en intussen mijn ballen likt, ervaar ik een immens orgasme en ik kan me amper beheersen om het niet uit te gillen van genot. Even later belandt het zaad van mijn minnaar in mijn mond en ik blijf gulzig op zijn snikkel sabbelen.
We liggen na te genieten naast elkaar. Onze t-shirts en schoenen zijn niet eens uitgegaan. Onze pikken drogen op. Ik kriebel Sébastien’s balzak. Hij zoent me, smaakt zijn eigen zaad.
Alles voelt weer nieuw en vertrouwd tegelijk.
Lees verder: Vakantiejob - 62
Trefwoord(en): Vakantie,
Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10