Door: Keith
Datum: 20-07-2020 | Cijfer: 9.3 | Gelezen: 12072
Lengte: Lang | Leestijd: 32 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Lang | Leestijd: 32 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 152
Vrijdagochtend… Nadat we wat later dan normaal ontbeten hadden, pakten we elk twee weekendtassen in. Eentje met de sportspullen voor vandaag, de ander met spullen voor een weekend in Malden. Joline had met Tony afgesproken dat we meteen na de dansles richting Malden zouden rijden. “Dan kan ik Kees meteen overhoren!”, had ik Tony door de telefoon horen lachen.
“Dan laat ik de Radetskymars wel draaien… Zal ze weten hoe die aan z’n bijnaam komt…”, zei ik, toen Joline opgehangen had. Ze keek me schuin aan. “Bluf. Mijn lieve moedertje in haar achterwerk knijpen? Dat durf jij niet, meneer. Je kent de consequenties.” Ik gniffelde. “Ik ga het gewoon proberen. Als het lukt zonder oorvijg kan ik ten minste tegen Ton zeggen dat hij een watje is.” Joline zuchtte. “Mánnen! Allemaal hetzelfde! Schiet op, pak die tassen op, we moeten weg. Eerst naar de politie, daarna richting Gorinchem.”
Op het politiebureau meldden we ons aan de balie en even later werden we opgehaald door een ons onbekende rechercheur die zich als ‘Piet’ voorstelde. Hij ging ons voor naar een kantoortje, bood ons koffie aan en startte het gesprek met ‘small talk’ over hoelang we al in Veldhoven woonden en hoe het ons beviel.
Joline was het snel zat en viel hem in de rede. “Piet, we zitten hier niet om de woningmarkt van Veldhoven te bespreken. Wij hebben gisteren een nogal hectische avond beleefd, en daar wilden jullie meer van weten. Graag ter zake.”
Hij keek haar aan. “Mevrouw, ik stel mensen graag op hun gemak voor ik overga tot het feitelijke gesprek. Maar als u er prijs op stelt meteen ter zake te komen… Vertelt u úw versie van het verhaal eens. Mag ik het opnemen?” We knikten en ik begon met de aanleiding voor dit hele gedoe: het incident in Wageningen en alle gevolgen ervan, tot en met de inbraak van Floris en het vervolg er op.
Af en toe vulde Joline wat aan en ik eindigde met: “Nou, dat was het… Laat de vragen maar komen.” Piet had tijdens mijn verhaal ook af en toe aantekeningen gemaakt. Hij liep ze even langs, keek ons aan zei: “In feite heb ik maar één vraag. Hoe wisten jullie van de bewegingen van de familie de Rooij? Bijvoorbeeld dat hij naar z’n stiefmoeder in haar knusse atelier in Driebergen ging?”
Ik had die vraag verwacht. “Da’s toch simpel. Door z’n pa uit huis gezet, waar ga je dan heen? Naar ma. Stiefma of niet. Ik ben daar in hinderlaag gaan liggen en ik had mazzel dat ze zo snel kwamen opdraven. Anders had ik er de avond erna wéér gelegen. En daarna wéér… Ik ben erger gewend, hoor.”
Hij pakte een stapel andere papieren. “Ik las het… sluipschutter in Bosnië, toch?” Ik kneep mijn ogen samen. “De term ‘sluipschutter’ is niét op mij van toepassing, meneer. “Sluipschutters zijn die lui die in 1995 langs “Sniper Alley” in Sarajevo lagen om vrouwen en kinderen neer te schieten die alleen eten gingen halen. Moordenaars. Vergelijk mij nóóit met die lui; dat is de snelste manier om mij over de jank te krijgen.”
Ik merkte dat ik me opwond en voelde even de kalmerende hand van Joline op mijn knie. “Neem me niet kwalijk. Gevoelig puntje.” Hij keek me aan. “Ik merk het. Sorry. Maar er zijn nog andere momenten geweest… “
Hij ging verder met zijn vragen, maar we konden daar goed antwoord op geven.Uiteindelijk sloot hij af en zei: “Ik wil jullie nog even voorstellen aan de dienstdoend Officier van Justitie. Loop in de tussentijd mee en neem nog een kop koffie. Ik ben klaar.” We volgen Piet naar de kantine en hij schonk koffie in. “Namens de politie Veldhoven: bedankt.” We dronken rustig onze koffie totdat er een korte, gedrongen man binnenkwam. Piet stond op. “Dit is de dienstdoend OvJ. Ik laat jullie met hem alleen. Meneer, verhoorkamer 4 is vrij voor u. Fijne dag verder!”
De nieuwe man keek ons aan. “Meneer Jonkman en mevrouw Boogers? Ik ben Roozema, dienstdoend officier van Justitie. Zullen we even apart gaan zitten?” We liepen terug naar dezelfde ruimte als we net zaten. “Meneer Jonkman, u heeft de gave om uzelf in een wespennest te steken. Vandaag of morgen breekt u dat op.” Ik keek hem strak aan. “Meneer Roozema, als iemand met z’n tengels aan mijn zussen wil gaan zitten, word ik nogal onplezierig in de omgang.
Als ik daarna getreiterd wordt met doodsbedreigingen, incassobureau’s en gewapende inbrekers, word ik ronduit pissig. Net als u dat zou worden, neem ik aan. Als u mij of ons in staat van beschuldiging wil stellen: ga uw gang, maar dan houden wij vanaf dit moment onze mond.” Hij trok wat met zijn gezicht, maar zweeg.
Ik keek even naar Joline. Haar ogen waren ijzig. Ze zei na een paar seconden stilte: “Wij wachten ergens op, meneer…” Roozema keek ons aan. “Dat was een oprechte waarschuwing meneer… en mevrouw. Voor uw eigen hachje. Niet veel burgers hebben het lef om zó met misdadigers om te gaan.” Hij draaide mij teveel om de pot heen. “Meneer Roozema: ik wil nú horen of u ons als ‘verdachten’ kenmerkt. Ja of nee?” Hij schudde zijn hoofd. “Nee, natuurlijk niet. U heeft ons een paar boefjes overgeleverd. Ik heb met een collega in het district Gorinchem gesproken: u heeft hen een witteboorden-crimineel overhandigd. Scheelt de maatschappij handenvol geld en ons heel veel speurwerk. Bedankt daarvoor, ook namens de collega uit Gorinchem.”
Hij keek me aan. “Ik heb uw staat van dienst binnen Defensie in mogen zien. Bosnië en Afghanistan. Ik weet van een rechtszaak in Eindhoven, naar aanleiding van een incident op de TU. En nu deze reeks… Ik wilde u beiden even zien. En bedanken. Wilt u nog koffie?” Joline schudde haar hoofd. “Nee, dank u wel. Wij gaan, als u ons niet meer nodig heeft, richting Gorinchem. Aan het werk.”
We stonden op en Roozema stak zijn hand uit. “Bedankt. Ik neem aan dat u bij de rechtszaak wilt zijn?” Ik knikte. “De belangrijkste vind ik de zaak tegen de Rooij Junior. Zijn pa boeit mij niet. Té economisch. Daar is zijn voormalige verzekeringsmaatschappij veel beter in. Zijn stiefma in feite ook niet zo. ” Roozema humde. “Ik zorg dat u op de hoogte wordt gesteld wanneer die zaak op de rol staat. Ik heb gegrepen dat hij voor dat incident in Wageningen nog vóór kerst moet voorkomen; dat krijgt u ook te horen.” Hij greep in een zak van zijn colbert. “En mocht u nog slachtofferhulp nodig hebben: op dit nummer kunt u ze 24/7 bereiken.”
Joline lachte grimmig. “Maak er maar een paar kopieën van en deel ze maar uit aan de familie de Rooij. Die hebben het wellicht harder nodig.” Roozema grinnikte. “Mooie humor heeft u, mevrouw… Nogmaals dank, goeie reis naar Gorinchem en alvast een fijn weekend gewenst.” Hij hield de deur voor ons open en we liepen het politiebureau uit.
Eenmaal in de auto nam ik Joline’s hoofd in mijn handen en kuste haar. Even voelde ik haar tong over mijn lippen en toen ik haar losliet keek ik in twee blije ogen. “Opgelucht, schat?” Joline knikte. “Ja, best wel. Ik was niet zozeer bang dat we vastgehouden zouden worden, hoor. Ik was banger dat jij het weer zou hebben over die buks met het rose strikje…” Ze lachte liefjes. Toen trok ze me naar zich toe. “Rationeel gezien was ik niet bang. Wél nerveus dat we tóch iets fout hadden gedaan wat we over het hoofd hadden gezien.” Een langere zoen volgde. “Kom, verloofde. Op naar Gorinchem!” Ik knikte.
“Yep. Centjes verdienen. Binnenkort héél hard nodig…” Joline keek me aan en legde haar hand over de startknop. “Jij houdt iets voor mij achter, vriendje. Mijn vol-automatische Kees-scan sloeg zojuist alarm. Wacht met het starten van dit ding en vertel wat jij op je lever hebt!” Ik keek haar aan. “Lieve schat, dit vuiltje hebben we afgesloten. Tot volle tevredenheid. Wij samen, als duo. En dat wil ik bezegelen door morgen met jou ringen uit te zoeken. Een mega-verlovingsfeest hoeft van mij niet zo nodig; misschien eens een etentje met onze ouders, zussen broers, maar veel belangrijker: ik wil graag dat jij een ring van mij draagt. En ik eentje van jou. Als symbool dat wij bij elkaar horen. Mag dat?”
Ik keek haar aan en langzaam vulden haar ogen zich met tranen. Ze sloeg haar armen om me heen en legde haar hoofd op mijn schouders. En snotterend hoorde ik: “Ja, dat mag… Verdomme, wat hou ik van jou…” Na een paar minuten zachtjes huilen liet ze me los en pakte een zakdoekje uit haar tasje. Ze keek in het make-up-spiegeltje.
“Wat een puinhoop… Straks eerst naar het toilet in Gorinchem. Dáár hebben ze ten minste fatsoenlijke spiegels…” Ik keek haar nog even aan. “Nee schat, je gaat in Gorinchem eerst wat anders doen.” Ik stak een hand op met vijf gespreide vingers. Joline keek vragend en ik herhaalde haar woorden. “Verdomme, wat hou ik van jou…” Een demonstratieve zucht volgde. “Eikel. Rijden jij…”
Eenmaal bij DT liepen we naar Theo. In overleg met Joline had ik toch besloten om het hele verhaal aan hem te vertellen. Hij had er recht op. Hij hoorde ons zwijgend aan en zei toen: “Dus de hele familie de Rooij logeert nu op kosten van de belastingbetaler? Misschien maar goed ook.” Hij zweeg even. “ Jongens, denk er aan wat ik gezegd heb: wellicht is het tijd om eens een ‘normaal leven’ te leiden.” Een glimlachje gleed over zijn gezicht. “Trouwen, kindertjes krijgen en zo…”
Joline’s ogen flikkerden even. “Lieve directeur van me… Mag ondergetekende eerst even haar Master halen? Dat zijn wij samen overeen gekomen toen u mij aannam, nietwaar? Ik heb er geen zin in om, acht maanden zwanger, mezelf in een collegebank te persen.”
Theo antwoordde droogjes: “ Meestal komt het persen pas ergens in de negende maand, Joline… Als vrouw zou jij dat moeten weten…” Joline bitste terug: “Sorry. Nog geen ervaringsdeskundige.” Theo grinnikte. “ Goed jongens, dank voor deze openheid. Ik hoop echt dat deze hele toestand nu klaar is.” “ Wij ook Theo. Maar ergens volgende week ben ik een paar uur naar de rechtbank in Arnhem; daar moet de Rooij Junior voorkomen voor wat zaakjes in Wageningen. Aanranding en geweldpleging. Onder andere tegen mij. Daar wil ik bij zijn. Compenseer ik wel met het overwerk van volgende week.”
Hij knikte. “Oke. Hoe staat het verder met jullie projecten? Liggen jullie op schema?” De rest van het gesprek werd technisch, dus Joline stond op. “ Ik ga aan m’n eigen werk…” Na een kwartiertje waren Theo en ik klaar. “ Nog even dit, Kees… Gertie en ik vertrekken volgende week donderdagavond richting Franse Alpen. Op 2 januari komen we terug. Kan ik jou in mijn out-of-office-mail noemen als back-up bij problemen?”
Ik dacht even na, schudde toen mijn hoofd. “Liever niet, Theo… Krijg je scheve gezichten van. Ik ben, op Miranda na, de jongste teamleider…” Ik dacht even na. “Wacht even, ik kreeg net een brainwave.” Ik rende het bureau uit naar Joline’s bureau. “Hee schoonheid, kun je even meekomen naar onze geliefde directeur? We moeten nog iets bespreken, maar dat gaat over jouw personeel.” Ze liep mee en onderweg legde ik het probleem uit.
Theo keek benieuwd toen we binnenkwamen. “Nou, wat hebben jullie nu weer bekokstooft?” “Nog helemaal niks, chef maar… wat zou jullie ervan vinden als Marion tijdens jouw vakantie, Theo, eventuele paniektelefoontjes opvangt? Ze is ten slotte receptioniste... Fred kan jouw zakelijke telefoon doorschakelen naar Marion; als zij een overzicht heeft van welke projecten bij wie thuishoren, kan zij vervolgens de betreffende teamleider of diens plaatsvervanger influiten.”
Beiden dachten even na en toen zei Joline: “Op zich: goed plan. Maar ik weet niet of Marion plannen heeft in de vakantie. Als zij op vakantie gaat, kan dit niet. Als het wel kan, moet daar wel wat tegenover staan; ze levert een stuk vrijheid in.” Theo knikte. “Vijftig procent salaris extra. Peanuts, als zij ervoor kan zorgen dat mensen een onbezorgde vakantie hebben.” Joline knikte en keek even ondeugend. “En het is een goed middel om te voorkomen dat ze zich in de vakantie te buiten gaat aan woeste feesten en partijen…” “Ik zal haar even halen.”
Ze stak haar hoofd om de deur. “Marion? Als je drukke werkzaamheden het toelaten: heb je even tijd voor ons?”
Marion kwam binnen. “What’s up?” “Wat ga jij in de kerstvakantie doen, Marion?” Ze keek van de een naar de ander. “Hoezo?” Theo nam het over. “ Marion, ik wil op vakantie gaan zonder lastig gevallen te worden met telefoontjes of mailtjes over DT. Ook een directeur heeft af en toe recht op rust. Bovendien: als ik meer dan één telefoontje beantwoord, pakt jouw lieve tante Gertie mijn telefoon af en flikkert die ergens in een ravijn in de Franse Alpen. Da’s zonde. Mijn vraag is dus: kun jij vanaf volgende week donderdagavond tot en met 2 januari volgend jaar alle telefoontjes voor mij afvangen? En bij problemen de betreffende teamleider inschakelen?”
Ze aarzelde even. “Andre en ik zouden Oud en Nieuw ergens op een bungalowpark vieren. Vanaf de 30e tot Nieuwjaarsdag hebben we een huisje gereserveerd. Dat moet ik dan afzeggen…” Theo schudde zijn hoofd. “Om de bliksem niet. Dan moeten jullie dat lekker gaan doen; voor Oud en Nieuw zoek ik wel een andere vrijwilliger. Maar tot en met de 29e… Zou dat kunnen?”
Marion knikte. “Dan moet ik wel een overzicht maken van welk team welke projecten heeft…” “Dat heeft Gonnie voor je. En jij beheert zelf de telefoonlijst, dus die heb je ook.” Joline keek haar aan. “Zie je dat zitten? Je bent dan best wel beperkt in je bewegingen… En je moet 24/7 bereikbaar zijn. Dus een avondje lekker stappen tot drie uur ’s nachts zit er die week niet in.” Marion snoof. “Heb ik geen behoefte meer aan. Ik heb nu een échte vent naast me, in plaats van een of ander puber die denkt dat hij Rambo is.” Theo gniffelde. “Hoeveel heb je er voor over dat wij die tekst niet aan Andre doorgeven?” Ze reageerde lekker adrem. “Hoeveel heb jij over voor een ongestoorde vakantie?” Joline stak haar duim op. “Goed zo, Marion!” Theo grinnikte even na. “ Marion, DT doet dit niet gratis; de dagen dat jij ‘dienst’ hebt, krijg je doorbetaald als overwerk.” Ze keek verrast. “Dank je wel, Theo.” “Nee, jij dank je wel, Marion. Jij bespaart mij een telefoon en bezorgt Gertie en mij een vakantie zonder gezeik. Voor de eerste keer in … vier jaar, denk ik. Nu nog een vrijwilliger vinden voor oud en nieuw.”
Marion’s gezicht klaarde op. “Wie weet ken ik er eentje. Een moment, Theo.” Ze schoot de deur uit en kwam na twee minuten terug met Angelique. “Hier is je vrijwilliger, Theo” An knikte. “Vanaf de 29e neem ik het wel over van Marion. Henry en ik hadden geen grootse plannen, behalve braaf een glaasje bubbels drinken om vijf over twaalf op nieuwjaarsmorgen.” Theo knikte. “Ook jij dank je wel Angelique. Ik zet dit nog wel even op mail. En nou eruit. Productie draaien, voordat we straks weer in de voorligsteun liggen bij Mariëtte.”
Ik liep bij de Piraten naar binnen. “Goedemorgen tuig…” Henk keek me aan en hield een uitdraai van het Eindhovens Dagblad omhoog. “Dit is jouw flat, Kees… Vertel!” Een grote foto van ons appartementencomplex, met de kop: “Inbreker in ziekenhuis!” Ik zuchtte en las het artikel snel door. Geen al te grote leugens gelukkig en geen namen van Joline en mij. “Oke, dit klopt redelijk…” Henk schudde z’n hoofd. “Wat een sukkel… En hoe is met jou?” “ Ik heb geen nazorg nodig, Henk. En stel dat dat wel nodig zou zijn: ik heb m’n eigen prive-slachtofferhulp…” Frits grinnikte. “ Jaja… Lang en blond zeker?” “Jij mag nooit meer raden, Frits. En als Joline nazorg nodig heeft, kan ze bij mij terecht. Lekker goedkoop. En nu ga ik maar weer eens aan ’t werk, anders krijg ik op m’n lazer van Mariëtte...”
De rest van de ochtend verliep routinematig en rond kwart voor twaalf werden we door Joline opgehaald. We renden naar de sportschool en Mariëtte stond al te wachten. Zoals gewoonlijk was ze kort van stof. “Goede middag en welkom. Paren vormen van ongeveer hetzelfde postuur en met de ruggen tegen elkaar gaan staan.” Er waren er twee die wat twijfelend om zich heen keken: Fred en Angelique. Mariette maakte daar snel een einde aan. Ze wees naar Henry. “Ga jij eens rap naar je vriendin toe!” Vervolgens wees ze naar mij. “En jij naar je buddy.” Ik ging rug-aan-rug met Fred staan. “ Ik hoop niet dat we zo meteen gaan body-liften, maat. Dan haak ik echt even af.” Hij gromde. “Alsof jij de lichtste bent, verdorie…”
Hij praatte zacht, maar Mariette had het toch gehoord. Vijf vingers ging omhoog. “Met je buddy op je rug!” Fred zuchtte en ging liggen en ik lag bovenop hem. “Samen!” siste ik in Fred z’n oor. Ik zette mijn handen en voeten ook op de grond en samen drukten we ons op. Behalve het laatste stuk hoefde Fred mij niet te tillen. Mariette zag het en er trok een spoor van een glimlach over haar gezicht. “Zozo… de heren denken innovatief te zijn? Pak er dan nog maar vijf, maar dan andersom.” We draaiden om en dankzij de lange armen van Fred hoefde ik ook niet zoveel extra te tillen.
We stonden op en Mariette ging onaangedaan verder. “Oke mensen, ruggen tegen elkaar, armen inhaken. Op mijn teken buigt rij een naar voren en neem rij twee mee op zijn rug. Vijf stappen naar voren lopen, daarna rij twee neerzetten. En… NU!” Fred hielp me door iets op te springen toen ik me voorover boog. Snel deed ik vijf stappen en liet hem zakken. “Mijn tussenwervelschijven zijn weer een beetje gekrompen…” Hij grijnsde. “Je had natuurlijk liever Joline op je rug gehad he?” Mariette gaf ons geen rust; rij twee moest pakezel spelen: vijf passen terug. En zo gingen we vijf keer heen en weer. Overal waar het wat moeilijk werd, gaf Mariette advies of keek ze alleen maar, met haar dwingende blik. Na de laatste keer zei ze droogjes: “ Zo. Nu even rekken en strekken. Is wel nodig, denk ik.” Er klonk wat gegrom, maar niemand haalde het in z’n hoofd om met krachttermen te strooien.
We deden nog wat souplesse-oefeningen en toen trok Mariette een evenwichtsbalk uit de opslagruimte. De balk was hooguit 5cm breed en bevond zich op anderhalve meter hoogte. Ze zette er een bank tegenaan, zodat we naar de evenwichtsbalk toe konden lopen. “Iedereen gaat er overheen. We gaan elkaar niet vasthouden. Niemand gaat vallen.”
Een paar collega’s keken elkaar nogal paniekerig aan. Fred wenkte me. “Jij links, ik rechts, wijsvinger tegen de wijsvinger van degene die er moeite mee heeft.” Ik herinnerde me de truc van de sport-instructeurs bij Defensie. De eersten liepen vlot tot redelijk vlot er overheen; Henk was de eerste die steigerde. “Ga ik niet doen! Ik heb m'n scrotum te lief, thank you.” Mariette zei niets, maar wees. Fred zei: “Kom op Henk. Kees en ik zorgen dat je niet valt. Wijsvingers tegen onze wijsvingers, en er kan je niets gebeuren. En niet naar beneden, maar naar voren kijken.” Aarzelend liep hij naar voren, zette zijn wijsvingers tegen de onze en begon te lopen. Aan de andere kant liep hij naar beneden. “Zie je wel? Er is geen zak aan. Jij neemt het nu over van Fred. Alleen maar je vingers tegen de vingers van de loper houden. Geen druk zetten, alleen maar contact houden. Da’s genoeg.”
Hij loste Fred af en de volgende was Angelique. Ook die liep met onze ondersteuning er redelijk vlot overheen. An loste mij af en zo liep oedereen zonder veel moeite over de balk. “Goed gedaan mensen. Zo zie je maar weer dat de Beatles toch gelijk hadden: “With a little help of my friends…” Ze lachte lief en Theo zag het.
“Ohhh shit… D’r staat nog wat aan te komen, jongens…” Vijf vingers verschenen en Theo lag zich op te drukken. “Hij heeft wel gelijk, mensen…”
Mariette liep naar de zijkant van de zaal en pakte een stapeltje zwarte stof. Dat bleken blinddoeken te zijn. “Idereen die de balk opgaat, gaat geblinddoekt.” Even later leidde ze ons naar het begin van de bank die richting evenwichtsbalk ging. “Zelfde manier als net, maar nu bij iedereen twee begeleiders om te begeleiden met de wijsvinger. En als ik ‘JA’ zeg loop je op mijn stem af. Je redt je maar. De eerste graag… JA!”
Angelique ging als eerste, met Henk en André als begeleider. Eén gilletje, maar even later een zucht van opluchting. Daarna volgden wat anderen; wie exact kon ik zo één twee drie niet bepalen; ik had ondertussen ook een blinddoek op.
Ik voelde dat Fred, die voor me liep, de ‘loopplank’ opging en even later was ik als laatste aan de beurt. Ondanks dat ik nooit moeite had gehad met de evenwichtsbalk, was dit toch andere koek. Ik voelde twee vingers tegen de mijne. “Gewoon lopen, Kees…” De stem van Frits aan de linkerkant. Degene aan de rechterkant zei niets, maar ik voelde vertrouwen. Ik liep rustig naar voren, voelde de ‘loopplank’ aan de andere kant en liep omlaag. Daar ging de blinddoek af. Ik keek naar rechts: Denise. Links: Frits. “Dank jullie wel. Dit was pittig.”
Mariette liep naar de evenwichtsbalk, sprong, hing er even aan met haar onderarmen op de evenwichtsbalk, en zwaaide toen in één beweging haar lichaam er op en ging ontspannen zitten. "Ierse tafel..." gromde Fred. Ik knikte. "Ja. Kl... ehhh... minder fijne hindernis. Mariëtte keek me aan. "Dat scheelde weinig, heren! En voor allemaal: Wat hebben jullie geleerd?” “Op elkaar vertrouwen”, zei Henk onmiddellijk. “En vertrouwen geven”, vulde Gonnie aan. “Je weet dat een ander van jou afhankelijk is, dus doe je je stinkende best omhem of haar te behoeden voor fouten.” “Precies. Misschien nog wel belangrijker dan het eerste. Denk daar maar eens over na tijdens jullie verdere lunchpauze. Jullie Dank voor de aandacht; volgende week de laatste les van dit jaar. Goed weekend!”
Ze sprong vanuit zit in één keer van de evenwichtsbalk af en zonder te wiebelen liep ze richting uitgang. En ze was meteen ‘strenge gymjuf’ af; voor me liep een niet al te groot, tenger meisje met sproeten en steil haar. Geen schoonheid om te zien; als je haar in de stad zou tegenkomen zou ze je misschien niet eens zijn opgevallen. Hoe kan een mens zich vergissen…
De middag verliep routineus en om vier uur maakten we ‘schoon schip’ om daarna in de auto te stappen. We reden naar Veldhoven, aten snel om daarna even te douchen en ons klaar te maken voor de dansles. “Lekker weer met m’n broertjes dansen, Kees…” Ik grinnikte. “En ik met m’n knappe zussen… Kijken of ik nog een lesje tongzoenen kan losweken bij ze.”
Een lange, uiterst dreigende blik kwam mijn kant op en ik vervolgde onschuldig: “Daar heb jij toch ook plezier van, schatje?” Joline pakte een van haar dansschoenen. “Jij bent techneut hé? Reken even snel uit wat de druk per vierkante centimeter is als ik met één van deze hakjes op jouw voet ga staan…” Ik ging even zitten en bekeek de best wel puntige naaldhak.
“Even kijken hoor… Zo te zien is die hak 0,7 x 1,5 cm, dus dat is 1,05 vierkante centimeter. Met een gewicht van 78 kilo…” Verder kwam ik niet: Joline smeet de andere schoen naar me toe. “Rotzak! Je weet best dat ik 69 kilo weeg!” Ik grinnikte. “Oh…. Dan valt het best wel mee. Bijna 66 kilo per vierkante centimeter. Waar hebben we het over…” “Zorg maar dat je het niet mee gaat maken, meneertje. Ze liep naar me toe en omhelsde me even. “Je bent een rotzak… Maar wel een lieve.”
Samen gniffelden we even en een paar zoenen volgden. Toen trok ze me uit mijn stoel. “Kóm! Verder aankleden, spullen pakken en richting dansschool. En daarna naar Malden.” Een half uurtje later liepen we naar binnen. Carlos heette ons welkom en binnen zagen we dat Clara, Melissa, Ton en Rob al gearriveerd waren. We begroetten elkaar en even later begon de les met een voortzetting van de salsa.
Dit was pittig; snelle bewegingen, veel draaien… Joline, Rob en Ton hadden er weinig moeite mee; de leden van de familie Jonkman iets meer. Maar goed; de laatste dans ging volgens mij wel aardig. We namen met z’n zessen nog een drankje om even uit te hijgen.
“Verdorie jongens… Dit is harder werken dan een rugby-training…” Melissa veegde demonstratief haar voorhoofd af. Rob gniffelde. “Dat zal best, maar een stuk leuker om naar jou te kijken… Zonder meteen onderuit gehaald te worden.” Mel glimlachte. “Heb ik me ten minste niet voor niets opgetut, machinekamerbaas.” Een snelle zoen volgde.
Clara keek naar Ton. “En waar blijven jouw complimenten, luitenant?” Ton trok een zelfverzekerd gezicht.
“Juffrouw Jonkman… Het simpele feit dat een enorm knappe, stoere en intelligente kerel als ik met jou wil dansen, mag je opvatten als een enorm compliment…” Clara ontplofte zowat. “Wat ben jij een arrogante lul! Leren ze dát op de KMA?” Ton gniffelde gemeen. “Háp…” Hij pakte Claar’s hoofd tussen zijn handen en kuste haar. “Je ziet er bijzonder appetijtelijk uit, Claartje. Zoals altijd, in feite…” Ik kuchte nogal nadrukkelijk. “Ton, de laatste die mijn oudste zus ‘Claartje’ noemde, is ondertussen geslaagd voor het diploma rolstoeldansen. Ik waarschuw je maar alvast…” Claar keek me aan. “Er is er maar ééntje van wie ik dat accepteer, Kees. En die heeft me zojuist gezoend.”
Ik grijnsde. “Ik denk dat ik het ook eens ga proberen… Wie weet krijg ik dan ook zo’n zoen.” Haar ogen veranderden is groene laserstralen. “Reken er maar niet op, broertje… Je krijgt dan hele andere dingen. Strijkijzers naar je hoofd of zo.”
Joline bekeek het hele toneelstukje vanaf de zijlijn. “Houden we het gezellig vandaag, jongelui? Hebben jullie een beetje genoten van de salsa?” Vijf hoofden knikten. “Jawel juf Boogers. Maar we zijn wel benieuwd naar de didactische kwaliteiten van Tony op de dansvloer.” Melissa lachte. “Als jullie morgenavond naar Malden komen, kun je daarvan meegenieten… Wij gaan er zo meteen heen; als ik aan Ma vraag of ze morgenavond les geeft…” Joline lachte lief. Mel keek Rob aan. “Zullen we? Lijkt me leuk!” Rob knikte. “Is prima, beauty. Ma zal het ook leuk vinden.” Ton keek Clara aan. “En jij?” Een hoofd met rossige haren ging snel op en neer. “Mooi, dan zetten we dat vanavond alvast in de week bij Ma.”
Joline grinnikte. “Ik had met Kees al een weddenschapje lopen dat hij het niet durfde om de ‘Tien-en-konten-mars’ bij Ma in praktijk te brengen…” Ton en Rob grepen naar hun oren. “Jij gaat daar spijt van krijgen, vriend!” Joline stond op en rekende de drankjes af. “Kom Kees, wij gaan richting Malden. Eens kijken of er een leuke fles wijn te scoren valt. Heb ik zin in!” We namen afscheid van de anderen en even later reden we op de A50 richting Malden. Rob en Mel reden achter ons tot Knooppunt Paalgraven. Daar gingen wij van de snelweg af en reden zij rechtdoor. Met een signaal met de alarmlichten namen we afscheid.
“Zin in, Kees?” Jolinekeek me aan en ik knikte. “Ja. Bij Rob en Tony voel ik me thuis. En als zij gaan zielenknijpen… Dáár kan het.” Joline knikte zwijgend en na een paar minuten zei ze zachtjes: “Jouw Pa en Ma kunnen dat ook uitstekend. Toen jij die avond doorging als het vriendje van Mel, hebben wij ook hele goede, diepgaande gesprekken gehad. We hebben allebei hele lieve schoonouders.” “Mee eens, schoonheid. En ze hebben hele lieve, verstandige kinderen voortgebracht.” Joline proestte.
Twintig minuten later belde Joline aan bij de bekende poort en reden we omhoog richting huize Boogers. We liepen de keuken in. De eerste die we tegenkwamen was Bengel die dolblij was om ons te zien. We negeerden haar en begroetten eerst Tony en Rob met een handdruk en een knuffel. “Zo jongens, ga lekker zitten… Wat willen jullie drinken?” Joline vroeg: “Is er nog van die wijn over die we tijdens de laatste barbeque dronken? Die was lekker!”
Ik knikte instemmend. “Geef mij daar ook maar een glas van. En nu die mooie hond even begroeten… Hallo Bengel!” Ze had tijdens de ontvangst netjes in haar mand gezeten, afwachtend tot we tijd voor haar hadden. Nu kwam ze enthousiast op ons af: eerst Joline en toen ik kreeg een kwispelende begroeting met veel likken. “Nou nou… Bengel komt hier qua aandacht niks tekort hoor!” Tony lachte. Rob Sr. kwam even later terug met vier wijnglazen en wat kaas. “Zo, jongens… En vertel eens: wat hebben jullie nu allemaal weer uitgespookt? We hebben wat in de krant gelezen..."
“Dan laat ik de Radetskymars wel draaien… Zal ze weten hoe die aan z’n bijnaam komt…”, zei ik, toen Joline opgehangen had. Ze keek me schuin aan. “Bluf. Mijn lieve moedertje in haar achterwerk knijpen? Dat durf jij niet, meneer. Je kent de consequenties.” Ik gniffelde. “Ik ga het gewoon proberen. Als het lukt zonder oorvijg kan ik ten minste tegen Ton zeggen dat hij een watje is.” Joline zuchtte. “Mánnen! Allemaal hetzelfde! Schiet op, pak die tassen op, we moeten weg. Eerst naar de politie, daarna richting Gorinchem.”
Op het politiebureau meldden we ons aan de balie en even later werden we opgehaald door een ons onbekende rechercheur die zich als ‘Piet’ voorstelde. Hij ging ons voor naar een kantoortje, bood ons koffie aan en startte het gesprek met ‘small talk’ over hoelang we al in Veldhoven woonden en hoe het ons beviel.
Joline was het snel zat en viel hem in de rede. “Piet, we zitten hier niet om de woningmarkt van Veldhoven te bespreken. Wij hebben gisteren een nogal hectische avond beleefd, en daar wilden jullie meer van weten. Graag ter zake.”
Hij keek haar aan. “Mevrouw, ik stel mensen graag op hun gemak voor ik overga tot het feitelijke gesprek. Maar als u er prijs op stelt meteen ter zake te komen… Vertelt u úw versie van het verhaal eens. Mag ik het opnemen?” We knikten en ik begon met de aanleiding voor dit hele gedoe: het incident in Wageningen en alle gevolgen ervan, tot en met de inbraak van Floris en het vervolg er op.
Af en toe vulde Joline wat aan en ik eindigde met: “Nou, dat was het… Laat de vragen maar komen.” Piet had tijdens mijn verhaal ook af en toe aantekeningen gemaakt. Hij liep ze even langs, keek ons aan zei: “In feite heb ik maar één vraag. Hoe wisten jullie van de bewegingen van de familie de Rooij? Bijvoorbeeld dat hij naar z’n stiefmoeder in haar knusse atelier in Driebergen ging?”
Ik had die vraag verwacht. “Da’s toch simpel. Door z’n pa uit huis gezet, waar ga je dan heen? Naar ma. Stiefma of niet. Ik ben daar in hinderlaag gaan liggen en ik had mazzel dat ze zo snel kwamen opdraven. Anders had ik er de avond erna wéér gelegen. En daarna wéér… Ik ben erger gewend, hoor.”
Hij pakte een stapel andere papieren. “Ik las het… sluipschutter in Bosnië, toch?” Ik kneep mijn ogen samen. “De term ‘sluipschutter’ is niét op mij van toepassing, meneer. “Sluipschutters zijn die lui die in 1995 langs “Sniper Alley” in Sarajevo lagen om vrouwen en kinderen neer te schieten die alleen eten gingen halen. Moordenaars. Vergelijk mij nóóit met die lui; dat is de snelste manier om mij over de jank te krijgen.”
Ik merkte dat ik me opwond en voelde even de kalmerende hand van Joline op mijn knie. “Neem me niet kwalijk. Gevoelig puntje.” Hij keek me aan. “Ik merk het. Sorry. Maar er zijn nog andere momenten geweest… “
Hij ging verder met zijn vragen, maar we konden daar goed antwoord op geven.Uiteindelijk sloot hij af en zei: “Ik wil jullie nog even voorstellen aan de dienstdoend Officier van Justitie. Loop in de tussentijd mee en neem nog een kop koffie. Ik ben klaar.” We volgen Piet naar de kantine en hij schonk koffie in. “Namens de politie Veldhoven: bedankt.” We dronken rustig onze koffie totdat er een korte, gedrongen man binnenkwam. Piet stond op. “Dit is de dienstdoend OvJ. Ik laat jullie met hem alleen. Meneer, verhoorkamer 4 is vrij voor u. Fijne dag verder!”
De nieuwe man keek ons aan. “Meneer Jonkman en mevrouw Boogers? Ik ben Roozema, dienstdoend officier van Justitie. Zullen we even apart gaan zitten?” We liepen terug naar dezelfde ruimte als we net zaten. “Meneer Jonkman, u heeft de gave om uzelf in een wespennest te steken. Vandaag of morgen breekt u dat op.” Ik keek hem strak aan. “Meneer Roozema, als iemand met z’n tengels aan mijn zussen wil gaan zitten, word ik nogal onplezierig in de omgang.
Als ik daarna getreiterd wordt met doodsbedreigingen, incassobureau’s en gewapende inbrekers, word ik ronduit pissig. Net als u dat zou worden, neem ik aan. Als u mij of ons in staat van beschuldiging wil stellen: ga uw gang, maar dan houden wij vanaf dit moment onze mond.” Hij trok wat met zijn gezicht, maar zweeg.
Ik keek even naar Joline. Haar ogen waren ijzig. Ze zei na een paar seconden stilte: “Wij wachten ergens op, meneer…” Roozema keek ons aan. “Dat was een oprechte waarschuwing meneer… en mevrouw. Voor uw eigen hachje. Niet veel burgers hebben het lef om zó met misdadigers om te gaan.” Hij draaide mij teveel om de pot heen. “Meneer Roozema: ik wil nú horen of u ons als ‘verdachten’ kenmerkt. Ja of nee?” Hij schudde zijn hoofd. “Nee, natuurlijk niet. U heeft ons een paar boefjes overgeleverd. Ik heb met een collega in het district Gorinchem gesproken: u heeft hen een witteboorden-crimineel overhandigd. Scheelt de maatschappij handenvol geld en ons heel veel speurwerk. Bedankt daarvoor, ook namens de collega uit Gorinchem.”
Hij keek me aan. “Ik heb uw staat van dienst binnen Defensie in mogen zien. Bosnië en Afghanistan. Ik weet van een rechtszaak in Eindhoven, naar aanleiding van een incident op de TU. En nu deze reeks… Ik wilde u beiden even zien. En bedanken. Wilt u nog koffie?” Joline schudde haar hoofd. “Nee, dank u wel. Wij gaan, als u ons niet meer nodig heeft, richting Gorinchem. Aan het werk.”
We stonden op en Roozema stak zijn hand uit. “Bedankt. Ik neem aan dat u bij de rechtszaak wilt zijn?” Ik knikte. “De belangrijkste vind ik de zaak tegen de Rooij Junior. Zijn pa boeit mij niet. Té economisch. Daar is zijn voormalige verzekeringsmaatschappij veel beter in. Zijn stiefma in feite ook niet zo. ” Roozema humde. “Ik zorg dat u op de hoogte wordt gesteld wanneer die zaak op de rol staat. Ik heb gegrepen dat hij voor dat incident in Wageningen nog vóór kerst moet voorkomen; dat krijgt u ook te horen.” Hij greep in een zak van zijn colbert. “En mocht u nog slachtofferhulp nodig hebben: op dit nummer kunt u ze 24/7 bereiken.”
Joline lachte grimmig. “Maak er maar een paar kopieën van en deel ze maar uit aan de familie de Rooij. Die hebben het wellicht harder nodig.” Roozema grinnikte. “Mooie humor heeft u, mevrouw… Nogmaals dank, goeie reis naar Gorinchem en alvast een fijn weekend gewenst.” Hij hield de deur voor ons open en we liepen het politiebureau uit.
Eenmaal in de auto nam ik Joline’s hoofd in mijn handen en kuste haar. Even voelde ik haar tong over mijn lippen en toen ik haar losliet keek ik in twee blije ogen. “Opgelucht, schat?” Joline knikte. “Ja, best wel. Ik was niet zozeer bang dat we vastgehouden zouden worden, hoor. Ik was banger dat jij het weer zou hebben over die buks met het rose strikje…” Ze lachte liefjes. Toen trok ze me naar zich toe. “Rationeel gezien was ik niet bang. Wél nerveus dat we tóch iets fout hadden gedaan wat we over het hoofd hadden gezien.” Een langere zoen volgde. “Kom, verloofde. Op naar Gorinchem!” Ik knikte.
“Yep. Centjes verdienen. Binnenkort héél hard nodig…” Joline keek me aan en legde haar hand over de startknop. “Jij houdt iets voor mij achter, vriendje. Mijn vol-automatische Kees-scan sloeg zojuist alarm. Wacht met het starten van dit ding en vertel wat jij op je lever hebt!” Ik keek haar aan. “Lieve schat, dit vuiltje hebben we afgesloten. Tot volle tevredenheid. Wij samen, als duo. En dat wil ik bezegelen door morgen met jou ringen uit te zoeken. Een mega-verlovingsfeest hoeft van mij niet zo nodig; misschien eens een etentje met onze ouders, zussen broers, maar veel belangrijker: ik wil graag dat jij een ring van mij draagt. En ik eentje van jou. Als symbool dat wij bij elkaar horen. Mag dat?”
Ik keek haar aan en langzaam vulden haar ogen zich met tranen. Ze sloeg haar armen om me heen en legde haar hoofd op mijn schouders. En snotterend hoorde ik: “Ja, dat mag… Verdomme, wat hou ik van jou…” Na een paar minuten zachtjes huilen liet ze me los en pakte een zakdoekje uit haar tasje. Ze keek in het make-up-spiegeltje.
“Wat een puinhoop… Straks eerst naar het toilet in Gorinchem. Dáár hebben ze ten minste fatsoenlijke spiegels…” Ik keek haar nog even aan. “Nee schat, je gaat in Gorinchem eerst wat anders doen.” Ik stak een hand op met vijf gespreide vingers. Joline keek vragend en ik herhaalde haar woorden. “Verdomme, wat hou ik van jou…” Een demonstratieve zucht volgde. “Eikel. Rijden jij…”
Eenmaal bij DT liepen we naar Theo. In overleg met Joline had ik toch besloten om het hele verhaal aan hem te vertellen. Hij had er recht op. Hij hoorde ons zwijgend aan en zei toen: “Dus de hele familie de Rooij logeert nu op kosten van de belastingbetaler? Misschien maar goed ook.” Hij zweeg even. “ Jongens, denk er aan wat ik gezegd heb: wellicht is het tijd om eens een ‘normaal leven’ te leiden.” Een glimlachje gleed over zijn gezicht. “Trouwen, kindertjes krijgen en zo…”
Joline’s ogen flikkerden even. “Lieve directeur van me… Mag ondergetekende eerst even haar Master halen? Dat zijn wij samen overeen gekomen toen u mij aannam, nietwaar? Ik heb er geen zin in om, acht maanden zwanger, mezelf in een collegebank te persen.”
Theo antwoordde droogjes: “ Meestal komt het persen pas ergens in de negende maand, Joline… Als vrouw zou jij dat moeten weten…” Joline bitste terug: “Sorry. Nog geen ervaringsdeskundige.” Theo grinnikte. “ Goed jongens, dank voor deze openheid. Ik hoop echt dat deze hele toestand nu klaar is.” “ Wij ook Theo. Maar ergens volgende week ben ik een paar uur naar de rechtbank in Arnhem; daar moet de Rooij Junior voorkomen voor wat zaakjes in Wageningen. Aanranding en geweldpleging. Onder andere tegen mij. Daar wil ik bij zijn. Compenseer ik wel met het overwerk van volgende week.”
Hij knikte. “Oke. Hoe staat het verder met jullie projecten? Liggen jullie op schema?” De rest van het gesprek werd technisch, dus Joline stond op. “ Ik ga aan m’n eigen werk…” Na een kwartiertje waren Theo en ik klaar. “ Nog even dit, Kees… Gertie en ik vertrekken volgende week donderdagavond richting Franse Alpen. Op 2 januari komen we terug. Kan ik jou in mijn out-of-office-mail noemen als back-up bij problemen?”
Ik dacht even na, schudde toen mijn hoofd. “Liever niet, Theo… Krijg je scheve gezichten van. Ik ben, op Miranda na, de jongste teamleider…” Ik dacht even na. “Wacht even, ik kreeg net een brainwave.” Ik rende het bureau uit naar Joline’s bureau. “Hee schoonheid, kun je even meekomen naar onze geliefde directeur? We moeten nog iets bespreken, maar dat gaat over jouw personeel.” Ze liep mee en onderweg legde ik het probleem uit.
Theo keek benieuwd toen we binnenkwamen. “Nou, wat hebben jullie nu weer bekokstooft?” “Nog helemaal niks, chef maar… wat zou jullie ervan vinden als Marion tijdens jouw vakantie, Theo, eventuele paniektelefoontjes opvangt? Ze is ten slotte receptioniste... Fred kan jouw zakelijke telefoon doorschakelen naar Marion; als zij een overzicht heeft van welke projecten bij wie thuishoren, kan zij vervolgens de betreffende teamleider of diens plaatsvervanger influiten.”
Beiden dachten even na en toen zei Joline: “Op zich: goed plan. Maar ik weet niet of Marion plannen heeft in de vakantie. Als zij op vakantie gaat, kan dit niet. Als het wel kan, moet daar wel wat tegenover staan; ze levert een stuk vrijheid in.” Theo knikte. “Vijftig procent salaris extra. Peanuts, als zij ervoor kan zorgen dat mensen een onbezorgde vakantie hebben.” Joline knikte en keek even ondeugend. “En het is een goed middel om te voorkomen dat ze zich in de vakantie te buiten gaat aan woeste feesten en partijen…” “Ik zal haar even halen.”
Ze stak haar hoofd om de deur. “Marion? Als je drukke werkzaamheden het toelaten: heb je even tijd voor ons?”
Marion kwam binnen. “What’s up?” “Wat ga jij in de kerstvakantie doen, Marion?” Ze keek van de een naar de ander. “Hoezo?” Theo nam het over. “ Marion, ik wil op vakantie gaan zonder lastig gevallen te worden met telefoontjes of mailtjes over DT. Ook een directeur heeft af en toe recht op rust. Bovendien: als ik meer dan één telefoontje beantwoord, pakt jouw lieve tante Gertie mijn telefoon af en flikkert die ergens in een ravijn in de Franse Alpen. Da’s zonde. Mijn vraag is dus: kun jij vanaf volgende week donderdagavond tot en met 2 januari volgend jaar alle telefoontjes voor mij afvangen? En bij problemen de betreffende teamleider inschakelen?”
Ze aarzelde even. “Andre en ik zouden Oud en Nieuw ergens op een bungalowpark vieren. Vanaf de 30e tot Nieuwjaarsdag hebben we een huisje gereserveerd. Dat moet ik dan afzeggen…” Theo schudde zijn hoofd. “Om de bliksem niet. Dan moeten jullie dat lekker gaan doen; voor Oud en Nieuw zoek ik wel een andere vrijwilliger. Maar tot en met de 29e… Zou dat kunnen?”
Marion knikte. “Dan moet ik wel een overzicht maken van welk team welke projecten heeft…” “Dat heeft Gonnie voor je. En jij beheert zelf de telefoonlijst, dus die heb je ook.” Joline keek haar aan. “Zie je dat zitten? Je bent dan best wel beperkt in je bewegingen… En je moet 24/7 bereikbaar zijn. Dus een avondje lekker stappen tot drie uur ’s nachts zit er die week niet in.” Marion snoof. “Heb ik geen behoefte meer aan. Ik heb nu een échte vent naast me, in plaats van een of ander puber die denkt dat hij Rambo is.” Theo gniffelde. “Hoeveel heb je er voor over dat wij die tekst niet aan Andre doorgeven?” Ze reageerde lekker adrem. “Hoeveel heb jij over voor een ongestoorde vakantie?” Joline stak haar duim op. “Goed zo, Marion!” Theo grinnikte even na. “ Marion, DT doet dit niet gratis; de dagen dat jij ‘dienst’ hebt, krijg je doorbetaald als overwerk.” Ze keek verrast. “Dank je wel, Theo.” “Nee, jij dank je wel, Marion. Jij bespaart mij een telefoon en bezorgt Gertie en mij een vakantie zonder gezeik. Voor de eerste keer in … vier jaar, denk ik. Nu nog een vrijwilliger vinden voor oud en nieuw.”
Marion’s gezicht klaarde op. “Wie weet ken ik er eentje. Een moment, Theo.” Ze schoot de deur uit en kwam na twee minuten terug met Angelique. “Hier is je vrijwilliger, Theo” An knikte. “Vanaf de 29e neem ik het wel over van Marion. Henry en ik hadden geen grootse plannen, behalve braaf een glaasje bubbels drinken om vijf over twaalf op nieuwjaarsmorgen.” Theo knikte. “Ook jij dank je wel Angelique. Ik zet dit nog wel even op mail. En nou eruit. Productie draaien, voordat we straks weer in de voorligsteun liggen bij Mariëtte.”
Ik liep bij de Piraten naar binnen. “Goedemorgen tuig…” Henk keek me aan en hield een uitdraai van het Eindhovens Dagblad omhoog. “Dit is jouw flat, Kees… Vertel!” Een grote foto van ons appartementencomplex, met de kop: “Inbreker in ziekenhuis!” Ik zuchtte en las het artikel snel door. Geen al te grote leugens gelukkig en geen namen van Joline en mij. “Oke, dit klopt redelijk…” Henk schudde z’n hoofd. “Wat een sukkel… En hoe is met jou?” “ Ik heb geen nazorg nodig, Henk. En stel dat dat wel nodig zou zijn: ik heb m’n eigen prive-slachtofferhulp…” Frits grinnikte. “ Jaja… Lang en blond zeker?” “Jij mag nooit meer raden, Frits. En als Joline nazorg nodig heeft, kan ze bij mij terecht. Lekker goedkoop. En nu ga ik maar weer eens aan ’t werk, anders krijg ik op m’n lazer van Mariëtte...”
De rest van de ochtend verliep routinematig en rond kwart voor twaalf werden we door Joline opgehaald. We renden naar de sportschool en Mariëtte stond al te wachten. Zoals gewoonlijk was ze kort van stof. “Goede middag en welkom. Paren vormen van ongeveer hetzelfde postuur en met de ruggen tegen elkaar gaan staan.” Er waren er twee die wat twijfelend om zich heen keken: Fred en Angelique. Mariette maakte daar snel een einde aan. Ze wees naar Henry. “Ga jij eens rap naar je vriendin toe!” Vervolgens wees ze naar mij. “En jij naar je buddy.” Ik ging rug-aan-rug met Fred staan. “ Ik hoop niet dat we zo meteen gaan body-liften, maat. Dan haak ik echt even af.” Hij gromde. “Alsof jij de lichtste bent, verdorie…”
Hij praatte zacht, maar Mariette had het toch gehoord. Vijf vingers ging omhoog. “Met je buddy op je rug!” Fred zuchtte en ging liggen en ik lag bovenop hem. “Samen!” siste ik in Fred z’n oor. Ik zette mijn handen en voeten ook op de grond en samen drukten we ons op. Behalve het laatste stuk hoefde Fred mij niet te tillen. Mariette zag het en er trok een spoor van een glimlach over haar gezicht. “Zozo… de heren denken innovatief te zijn? Pak er dan nog maar vijf, maar dan andersom.” We draaiden om en dankzij de lange armen van Fred hoefde ik ook niet zoveel extra te tillen.
We stonden op en Mariette ging onaangedaan verder. “Oke mensen, ruggen tegen elkaar, armen inhaken. Op mijn teken buigt rij een naar voren en neem rij twee mee op zijn rug. Vijf stappen naar voren lopen, daarna rij twee neerzetten. En… NU!” Fred hielp me door iets op te springen toen ik me voorover boog. Snel deed ik vijf stappen en liet hem zakken. “Mijn tussenwervelschijven zijn weer een beetje gekrompen…” Hij grijnsde. “Je had natuurlijk liever Joline op je rug gehad he?” Mariette gaf ons geen rust; rij twee moest pakezel spelen: vijf passen terug. En zo gingen we vijf keer heen en weer. Overal waar het wat moeilijk werd, gaf Mariette advies of keek ze alleen maar, met haar dwingende blik. Na de laatste keer zei ze droogjes: “ Zo. Nu even rekken en strekken. Is wel nodig, denk ik.” Er klonk wat gegrom, maar niemand haalde het in z’n hoofd om met krachttermen te strooien.
We deden nog wat souplesse-oefeningen en toen trok Mariette een evenwichtsbalk uit de opslagruimte. De balk was hooguit 5cm breed en bevond zich op anderhalve meter hoogte. Ze zette er een bank tegenaan, zodat we naar de evenwichtsbalk toe konden lopen. “Iedereen gaat er overheen. We gaan elkaar niet vasthouden. Niemand gaat vallen.”
Een paar collega’s keken elkaar nogal paniekerig aan. Fred wenkte me. “Jij links, ik rechts, wijsvinger tegen de wijsvinger van degene die er moeite mee heeft.” Ik herinnerde me de truc van de sport-instructeurs bij Defensie. De eersten liepen vlot tot redelijk vlot er overheen; Henk was de eerste die steigerde. “Ga ik niet doen! Ik heb m'n scrotum te lief, thank you.” Mariette zei niets, maar wees. Fred zei: “Kom op Henk. Kees en ik zorgen dat je niet valt. Wijsvingers tegen onze wijsvingers, en er kan je niets gebeuren. En niet naar beneden, maar naar voren kijken.” Aarzelend liep hij naar voren, zette zijn wijsvingers tegen de onze en begon te lopen. Aan de andere kant liep hij naar beneden. “Zie je wel? Er is geen zak aan. Jij neemt het nu over van Fred. Alleen maar je vingers tegen de vingers van de loper houden. Geen druk zetten, alleen maar contact houden. Da’s genoeg.”
Hij loste Fred af en de volgende was Angelique. Ook die liep met onze ondersteuning er redelijk vlot overheen. An loste mij af en zo liep oedereen zonder veel moeite over de balk. “Goed gedaan mensen. Zo zie je maar weer dat de Beatles toch gelijk hadden: “With a little help of my friends…” Ze lachte lief en Theo zag het.
“Ohhh shit… D’r staat nog wat aan te komen, jongens…” Vijf vingers verschenen en Theo lag zich op te drukken. “Hij heeft wel gelijk, mensen…”
Mariette liep naar de zijkant van de zaal en pakte een stapeltje zwarte stof. Dat bleken blinddoeken te zijn. “Idereen die de balk opgaat, gaat geblinddoekt.” Even later leidde ze ons naar het begin van de bank die richting evenwichtsbalk ging. “Zelfde manier als net, maar nu bij iedereen twee begeleiders om te begeleiden met de wijsvinger. En als ik ‘JA’ zeg loop je op mijn stem af. Je redt je maar. De eerste graag… JA!”
Angelique ging als eerste, met Henk en André als begeleider. Eén gilletje, maar even later een zucht van opluchting. Daarna volgden wat anderen; wie exact kon ik zo één twee drie niet bepalen; ik had ondertussen ook een blinddoek op.
Ik voelde dat Fred, die voor me liep, de ‘loopplank’ opging en even later was ik als laatste aan de beurt. Ondanks dat ik nooit moeite had gehad met de evenwichtsbalk, was dit toch andere koek. Ik voelde twee vingers tegen de mijne. “Gewoon lopen, Kees…” De stem van Frits aan de linkerkant. Degene aan de rechterkant zei niets, maar ik voelde vertrouwen. Ik liep rustig naar voren, voelde de ‘loopplank’ aan de andere kant en liep omlaag. Daar ging de blinddoek af. Ik keek naar rechts: Denise. Links: Frits. “Dank jullie wel. Dit was pittig.”
Mariette liep naar de evenwichtsbalk, sprong, hing er even aan met haar onderarmen op de evenwichtsbalk, en zwaaide toen in één beweging haar lichaam er op en ging ontspannen zitten. "Ierse tafel..." gromde Fred. Ik knikte. "Ja. Kl... ehhh... minder fijne hindernis. Mariëtte keek me aan. "Dat scheelde weinig, heren! En voor allemaal: Wat hebben jullie geleerd?” “Op elkaar vertrouwen”, zei Henk onmiddellijk. “En vertrouwen geven”, vulde Gonnie aan. “Je weet dat een ander van jou afhankelijk is, dus doe je je stinkende best omhem of haar te behoeden voor fouten.” “Precies. Misschien nog wel belangrijker dan het eerste. Denk daar maar eens over na tijdens jullie verdere lunchpauze. Jullie Dank voor de aandacht; volgende week de laatste les van dit jaar. Goed weekend!”
Ze sprong vanuit zit in één keer van de evenwichtsbalk af en zonder te wiebelen liep ze richting uitgang. En ze was meteen ‘strenge gymjuf’ af; voor me liep een niet al te groot, tenger meisje met sproeten en steil haar. Geen schoonheid om te zien; als je haar in de stad zou tegenkomen zou ze je misschien niet eens zijn opgevallen. Hoe kan een mens zich vergissen…
De middag verliep routineus en om vier uur maakten we ‘schoon schip’ om daarna in de auto te stappen. We reden naar Veldhoven, aten snel om daarna even te douchen en ons klaar te maken voor de dansles. “Lekker weer met m’n broertjes dansen, Kees…” Ik grinnikte. “En ik met m’n knappe zussen… Kijken of ik nog een lesje tongzoenen kan losweken bij ze.”
Een lange, uiterst dreigende blik kwam mijn kant op en ik vervolgde onschuldig: “Daar heb jij toch ook plezier van, schatje?” Joline pakte een van haar dansschoenen. “Jij bent techneut hé? Reken even snel uit wat de druk per vierkante centimeter is als ik met één van deze hakjes op jouw voet ga staan…” Ik ging even zitten en bekeek de best wel puntige naaldhak.
“Even kijken hoor… Zo te zien is die hak 0,7 x 1,5 cm, dus dat is 1,05 vierkante centimeter. Met een gewicht van 78 kilo…” Verder kwam ik niet: Joline smeet de andere schoen naar me toe. “Rotzak! Je weet best dat ik 69 kilo weeg!” Ik grinnikte. “Oh…. Dan valt het best wel mee. Bijna 66 kilo per vierkante centimeter. Waar hebben we het over…” “Zorg maar dat je het niet mee gaat maken, meneertje. Ze liep naar me toe en omhelsde me even. “Je bent een rotzak… Maar wel een lieve.”
Samen gniffelden we even en een paar zoenen volgden. Toen trok ze me uit mijn stoel. “Kóm! Verder aankleden, spullen pakken en richting dansschool. En daarna naar Malden.” Een half uurtje later liepen we naar binnen. Carlos heette ons welkom en binnen zagen we dat Clara, Melissa, Ton en Rob al gearriveerd waren. We begroetten elkaar en even later begon de les met een voortzetting van de salsa.
Dit was pittig; snelle bewegingen, veel draaien… Joline, Rob en Ton hadden er weinig moeite mee; de leden van de familie Jonkman iets meer. Maar goed; de laatste dans ging volgens mij wel aardig. We namen met z’n zessen nog een drankje om even uit te hijgen.
“Verdorie jongens… Dit is harder werken dan een rugby-training…” Melissa veegde demonstratief haar voorhoofd af. Rob gniffelde. “Dat zal best, maar een stuk leuker om naar jou te kijken… Zonder meteen onderuit gehaald te worden.” Mel glimlachte. “Heb ik me ten minste niet voor niets opgetut, machinekamerbaas.” Een snelle zoen volgde.
Clara keek naar Ton. “En waar blijven jouw complimenten, luitenant?” Ton trok een zelfverzekerd gezicht.
“Juffrouw Jonkman… Het simpele feit dat een enorm knappe, stoere en intelligente kerel als ik met jou wil dansen, mag je opvatten als een enorm compliment…” Clara ontplofte zowat. “Wat ben jij een arrogante lul! Leren ze dát op de KMA?” Ton gniffelde gemeen. “Háp…” Hij pakte Claar’s hoofd tussen zijn handen en kuste haar. “Je ziet er bijzonder appetijtelijk uit, Claartje. Zoals altijd, in feite…” Ik kuchte nogal nadrukkelijk. “Ton, de laatste die mijn oudste zus ‘Claartje’ noemde, is ondertussen geslaagd voor het diploma rolstoeldansen. Ik waarschuw je maar alvast…” Claar keek me aan. “Er is er maar ééntje van wie ik dat accepteer, Kees. En die heeft me zojuist gezoend.”
Ik grijnsde. “Ik denk dat ik het ook eens ga proberen… Wie weet krijg ik dan ook zo’n zoen.” Haar ogen veranderden is groene laserstralen. “Reken er maar niet op, broertje… Je krijgt dan hele andere dingen. Strijkijzers naar je hoofd of zo.”
Joline bekeek het hele toneelstukje vanaf de zijlijn. “Houden we het gezellig vandaag, jongelui? Hebben jullie een beetje genoten van de salsa?” Vijf hoofden knikten. “Jawel juf Boogers. Maar we zijn wel benieuwd naar de didactische kwaliteiten van Tony op de dansvloer.” Melissa lachte. “Als jullie morgenavond naar Malden komen, kun je daarvan meegenieten… Wij gaan er zo meteen heen; als ik aan Ma vraag of ze morgenavond les geeft…” Joline lachte lief. Mel keek Rob aan. “Zullen we? Lijkt me leuk!” Rob knikte. “Is prima, beauty. Ma zal het ook leuk vinden.” Ton keek Clara aan. “En jij?” Een hoofd met rossige haren ging snel op en neer. “Mooi, dan zetten we dat vanavond alvast in de week bij Ma.”
Joline grinnikte. “Ik had met Kees al een weddenschapje lopen dat hij het niet durfde om de ‘Tien-en-konten-mars’ bij Ma in praktijk te brengen…” Ton en Rob grepen naar hun oren. “Jij gaat daar spijt van krijgen, vriend!” Joline stond op en rekende de drankjes af. “Kom Kees, wij gaan richting Malden. Eens kijken of er een leuke fles wijn te scoren valt. Heb ik zin in!” We namen afscheid van de anderen en even later reden we op de A50 richting Malden. Rob en Mel reden achter ons tot Knooppunt Paalgraven. Daar gingen wij van de snelweg af en reden zij rechtdoor. Met een signaal met de alarmlichten namen we afscheid.
“Zin in, Kees?” Jolinekeek me aan en ik knikte. “Ja. Bij Rob en Tony voel ik me thuis. En als zij gaan zielenknijpen… Dáár kan het.” Joline knikte zwijgend en na een paar minuten zei ze zachtjes: “Jouw Pa en Ma kunnen dat ook uitstekend. Toen jij die avond doorging als het vriendje van Mel, hebben wij ook hele goede, diepgaande gesprekken gehad. We hebben allebei hele lieve schoonouders.” “Mee eens, schoonheid. En ze hebben hele lieve, verstandige kinderen voortgebracht.” Joline proestte.
Twintig minuten later belde Joline aan bij de bekende poort en reden we omhoog richting huize Boogers. We liepen de keuken in. De eerste die we tegenkwamen was Bengel die dolblij was om ons te zien. We negeerden haar en begroetten eerst Tony en Rob met een handdruk en een knuffel. “Zo jongens, ga lekker zitten… Wat willen jullie drinken?” Joline vroeg: “Is er nog van die wijn over die we tijdens de laatste barbeque dronken? Die was lekker!”
Ik knikte instemmend. “Geef mij daar ook maar een glas van. En nu die mooie hond even begroeten… Hallo Bengel!” Ze had tijdens de ontvangst netjes in haar mand gezeten, afwachtend tot we tijd voor haar hadden. Nu kwam ze enthousiast op ons af: eerst Joline en toen ik kreeg een kwispelende begroeting met veel likken. “Nou nou… Bengel komt hier qua aandacht niks tekort hoor!” Tony lachte. Rob Sr. kwam even later terug met vier wijnglazen en wat kaas. “Zo, jongens… En vertel eens: wat hebben jullie nu allemaal weer uitgespookt? We hebben wat in de krant gelezen..."
Lees verder: Mini - 154
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10