Door: Jelle Mannes
Datum: 10-01-2022 | Cijfer: 8.7 | Gelezen: 12520
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 11 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Nicht, Oom, Sugardaddy,
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 11 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Nicht, Oom, Sugardaddy,
IETS OVER MIJN GEBOORTE, MIJN KINDERJAREN EN MIJN JEUGD
Ik ben geboren in een kleine arbeiderswoning in de cité van de koolmijnen in Zwartberg. Het huisje was van de oudere broer van mijn mama, ze was bij haar thuis in Neeroeteren weggejaagd omdat ze op zestienjarige leeftijd zwanger was geraakt en haar vader, een oude stijve notaris die ook voorzitter was van de kerkfabriek en en haar moeder, een veel jongere maar even conservatieve kwezel al hij, konden de schaamte niet aan en vertelden hun vrienden en kennissen dat hun dochter niet verder wilde studeren, bij hun oudere zoon in Genk was ingetrokken en daar werk had gevonden.
Oom Rik was toen 25, mijn moeder was een nakomertje en een ongelukje, vertelde hij me later.
'Mijn ouders hebben Ria nooit graag gezien, ik was hun oogappel, maar ik ben zo gauw als ik kon uit huis gegaan. Ik had een diploma als elektricien en ik ben op mijn eenentwintigste in de mijn gaan werken, bovengronds weliswaar. Je mama was amper twaalf en ik was zeer op haar gesteld, ik beschermde haar zoveel mogelijk tegen de bitse uitvallen van onze moeder en de zware straffen die ze voortdurend van onze vader kreeg voor dingen die ieder kind nu eenmaal doet, zoals in de kerk tijdens de mis op haar stoel wiebelen.'
Wie mijn vader is heb ik nooit geweten, mama weigerde altijd daar iets over te zeggen. Als kind miste ik ook geen vader, er was altijd oom Rik en ik geloof dat ik als kleuter dacht dat hij mijn papa was. Toen ik het mama eens vroeg, zei ze: 'Nee schatje, Rik is je oom. Hij is niet je papa. Maar hij zorgt voor jou zoals een papa dat zou doen.'
Van mijn kleutertijd, ik was toen waarschijnlijk vier jaar, herinner ik me dat oom Rik me, nadat mama me had gewassen en klaar gemaakt voor de nacht, verhaaltjes voorlas. Ik lag op bed, de deken alleen over mijn voetjes, in mijn flanellen slaapkleedje. Oom Rik zat naast me aan mijn voeten en terwijl hij las, legde hij zijn grote hand op mijn been, net boven mijn knie. Dat voelde warm en vertrouwelijk aan, meestal viel ik al in slaap terwijl het verhaal nog niet uit was.
Dat ging zo door tot ik zes jaar was. Op een dag zei mama dat ze een nieuw huis voor ons gevonden had, een heel eind weg van de cité, waar ze toch altijd tegen haar zin had gewoond. Opeens hadden we geld - haar vader was overleden en ze kreeg haar vadersdeel, een niet onaanzienlijke som. Nu kon ook oom Rik naar een groter huis. Hij kocht een villa aan de rand van Zonhoven, op een kilometer van ons huis en daardoor kwam hij nog bijna elke dag langs. Na het avondeten kroop ik dan op zijn schoot in de zetel en vertelde hij uit het blote hoofd verhalen over geesten, spoken, dwaallichtjes op de heide. Ik herinner me nog goed toen ik voor het eerst een warm gevoel in mijn onderbuik kreeg terwijl ik op zijn schoot zat, ik voelde die warmte uit hem komen en gaf mijn warmte aan hem terug, zo leek het wel. Ik raakte eraan verslingerd en iedere keer dat hij bij ons bleef eten, zeurde ik om een verhaaltje, alleen om op zijn schoot te kunnen zitten.
Toen ik zeven was, nam mijn mama me apart.
'Luister eens even, Anneke, je wordt een grote meid en ik vind dat je niet meer als een babietje op oom RIks schoot moet kruipen. Dat past niet voor flinke meisjes.'
Ik was een heel braaf kind en gehoorzaamde mama blindelings, al vroeg ik me af waarom ze me die plezierige momenten zo dwingend ontzegde. Ze moet er ook met haar broer over gesproken hebben, want die kwam steeds minder vaak langs en, als dat gebeurde, was dat nooit voor lang. Eens per week kwam hij 's avonds mee eten en daarna stapte hij op zijn moto en reed weg.
Oom Rik was ook mijn dooppeter (dat ik ook een doopmeter had, heb ik lang niet geweten, het was een buurvrouw uit de cité die ik nauwelijks gekend heb). Ook nadat hij niet zo vaak meer bij ons thuis kwam, bleef hij me op verjaardagen en met kerstmis verwennen met prachtige cadeaus: poppen, poppenwagens, sprookjesboeken en later, toen ik naar de middelbare school ging, met alles wat ik nodig had want mama had daar de centen niet voor. Haar erfenis was opgegaan aan ons mooie huis en een grote lap grond en aan alles wat ze aan luxe kocht. Ze had een gat in haar hand en van toen ik een jaar of zestien was, liet ze me 's avonds alleen thuis. Ze ging bijna elke avond uit en kwam dan maar laat in de nacht terug. Soms hoorde ik dan ook een mannenstem en af en toe werd ik wakker van piepende geluiden uit haar slaapkamer en van onderdrukte gilletjes en diep gebrom uit een mannenkeel. Ik wist genoeg over de bloemen en de bijtjes en mama vertelde me op een dag dat ze aan het inhalen was wat ze niet had kunnen krijgen toen ze jonger was.
'Je bent nu zestien, Anneke, en ik heb al die jaren alleen voor jou gezorgd. Ik ben eenendertig en al die tijd zonder man. Ik geloof dat je stilaan wel besef hebt van wat kriebels in je buik betekenen. Wel, die kriebels heb ik niet gevoeld omdat ik altijd voor jou heb gezorgd, maar nu ben je oud genoeg om ook voor jezelf te zorgen. Je doet het prima op school, dank zij oom Rik zal je ook verder kunnen studeren want hij is met zijn erfenis beter omgegaan dan ik. Hij zal je nooit in de steek laten, heeft hij me beloofd. Zelfs als je aan de universiteit zou gaan studeren, zal hij alles betalen.'
Oom Rik bleef de laatste tijd verdacht veel weg bij ons, soms zag ik hem een paar maanden niet en wij gingen ook nooit meer bij hem op bezoek. Op een mooie lentedag, in stralende namiddag in mei, besloot ik naar hem toe te fietsen om het te bedanken. Dat was wel het minste wat ik kon doen. Hij was bezig in zijn moestuin, hij plantte prinsessenbonen waar ik zo verzot op was en spontaan hielp ik hem met de boontjes in de kuiltjes te leggen en die daarna met mijn handen dicht te gooien. Toen hij alle kuiltjes had gemaakt en ik nog bezig was die te vullen - ik zat gehurkt - legde hij zijn hand op mijn schouders en zei: 'Die hulp kon ik wel gebruiken. Dank je, Anneke.'
Het was alsof er een elektrische schok door mijn lijf liep, van mijn schouders tot in mijn buik. Het was een vluchtige aanraking maar ik kreeg weer het warme gevoel dat ik had toen ik op zijn schoot zat. We gingen op het terras zitten en genoten van het uitzicht op de dennenbossen; hij woonde aan de rand van natuurpark Midden-Limburg in een alleenstaande villa van waaruit je toen nog geen enkel ander huis kon zien. Het was zomer 1978, de wereld was al helemaal anders dan toen ik geboren werd, de zeden werden steeds maar losser. Op school hoorde ik meisjes en jongens praten over zoenen en friemelen en tasten. Ik kon er niet over meespreken en hield mijn mond, maar spitste mijn oren.
Oom Rik en ik zaten te genieten van een drankje, hij een pils en ik een sapje en er werd niets gezegd. Ik was gelukkig en hij blijkbaar ook, hij zat wijdbeens op een stoel en genoot van de rust, de zon en mijn gezelschap. Toen ik weg fietste, gaf hij mij een duwtje in de rug - tegen mijn billen eigenlijk - en weer trok er een schokgolf door mijn lijf. Ik reed als op een wolk naar huis, liep naar mijn kamer en trok een schrift uit een lade - ik besloot een dagboek te beginnen.
IK WORD GROOT, IK WORD VOLWASSEN
Tot mijn zeventiende kabbelde mijn leven verder. Mama haalde steeds maar andere kerels in huis die ik nooit zag want ze kwamen 's nachts met haar mee en 's ochtends waren ze verdwenen. Op een dag vertelde ze me dat ze zwanger was en dat de man waarmee ze een kind had gemaakt haar gevraagd had bij hem in te trekken.
'Hij woont echter te klein voor ons drie,' zei mama, 'het is wel een heel leuk huisje, maar er zijn maar twee slaapkamers. Als het kindje er is, hoe zit het dan met jou? Je hebt een eigen kamer nodig en nu wonen we dicht bij je school, een kwartier fietsen. Wim woont hier tien kilometer vandaan en je zou hoe dan ook naar dezelfde school moeten gaan. In zijn buurt is er niet zo'n degelijke school als die van jou. Toch wil ik bij hem zijn en hij woont vlakbij de fabriek waar hij ploegbaas is. Verhuizen zit er voor hem niet in.'
Dat was een klap voor mij, ik voelde me afgewezen door mijn eigen moeder, maar ik zag dat het haar menens was. 'Kijk,' zei ze, 'ik wil dit huis best aan jou overlaten - ik bedoel dat ik het aan jou schenk en ik geloof ook dat je oud geoeg bent om zelfstandig te wonen.' Haar beslissing stond dus al vast... de tranen sprongen me in de ogen.
'Ik weet het Anneke, maar ik heb ook recht op een beetje geluk. Je bent een flinke meid en ik weet gewoon dat je niets tekort zult komen. Ik heb er met oom Rik al over gepraat en hij heeft me nogmaals beloofd dat hij je niet in de steek zal laten. Let op: ik wil niet dat hij hier komt wonen of dat jij bij hem zou intrekken. Rik is een man alleen en al is hij dan mijn broer, hij heeft ook zijn noden en ik wil niet dat er hommeles van komt. Dat heb ik hem ook rechtuit gezegd.'
En zo dreef mijn moeder mij in zijn armen...
Einde van deel 1 - Tweede en laatste deel volgt.
Ik ben geboren in een kleine arbeiderswoning in de cité van de koolmijnen in Zwartberg. Het huisje was van de oudere broer van mijn mama, ze was bij haar thuis in Neeroeteren weggejaagd omdat ze op zestienjarige leeftijd zwanger was geraakt en haar vader, een oude stijve notaris die ook voorzitter was van de kerkfabriek en en haar moeder, een veel jongere maar even conservatieve kwezel al hij, konden de schaamte niet aan en vertelden hun vrienden en kennissen dat hun dochter niet verder wilde studeren, bij hun oudere zoon in Genk was ingetrokken en daar werk had gevonden.
Oom Rik was toen 25, mijn moeder was een nakomertje en een ongelukje, vertelde hij me later.
'Mijn ouders hebben Ria nooit graag gezien, ik was hun oogappel, maar ik ben zo gauw als ik kon uit huis gegaan. Ik had een diploma als elektricien en ik ben op mijn eenentwintigste in de mijn gaan werken, bovengronds weliswaar. Je mama was amper twaalf en ik was zeer op haar gesteld, ik beschermde haar zoveel mogelijk tegen de bitse uitvallen van onze moeder en de zware straffen die ze voortdurend van onze vader kreeg voor dingen die ieder kind nu eenmaal doet, zoals in de kerk tijdens de mis op haar stoel wiebelen.'
Wie mijn vader is heb ik nooit geweten, mama weigerde altijd daar iets over te zeggen. Als kind miste ik ook geen vader, er was altijd oom Rik en ik geloof dat ik als kleuter dacht dat hij mijn papa was. Toen ik het mama eens vroeg, zei ze: 'Nee schatje, Rik is je oom. Hij is niet je papa. Maar hij zorgt voor jou zoals een papa dat zou doen.'
Van mijn kleutertijd, ik was toen waarschijnlijk vier jaar, herinner ik me dat oom Rik me, nadat mama me had gewassen en klaar gemaakt voor de nacht, verhaaltjes voorlas. Ik lag op bed, de deken alleen over mijn voetjes, in mijn flanellen slaapkleedje. Oom Rik zat naast me aan mijn voeten en terwijl hij las, legde hij zijn grote hand op mijn been, net boven mijn knie. Dat voelde warm en vertrouwelijk aan, meestal viel ik al in slaap terwijl het verhaal nog niet uit was.
Dat ging zo door tot ik zes jaar was. Op een dag zei mama dat ze een nieuw huis voor ons gevonden had, een heel eind weg van de cité, waar ze toch altijd tegen haar zin had gewoond. Opeens hadden we geld - haar vader was overleden en ze kreeg haar vadersdeel, een niet onaanzienlijke som. Nu kon ook oom Rik naar een groter huis. Hij kocht een villa aan de rand van Zonhoven, op een kilometer van ons huis en daardoor kwam hij nog bijna elke dag langs. Na het avondeten kroop ik dan op zijn schoot in de zetel en vertelde hij uit het blote hoofd verhalen over geesten, spoken, dwaallichtjes op de heide. Ik herinner me nog goed toen ik voor het eerst een warm gevoel in mijn onderbuik kreeg terwijl ik op zijn schoot zat, ik voelde die warmte uit hem komen en gaf mijn warmte aan hem terug, zo leek het wel. Ik raakte eraan verslingerd en iedere keer dat hij bij ons bleef eten, zeurde ik om een verhaaltje, alleen om op zijn schoot te kunnen zitten.
Toen ik zeven was, nam mijn mama me apart.
'Luister eens even, Anneke, je wordt een grote meid en ik vind dat je niet meer als een babietje op oom RIks schoot moet kruipen. Dat past niet voor flinke meisjes.'
Ik was een heel braaf kind en gehoorzaamde mama blindelings, al vroeg ik me af waarom ze me die plezierige momenten zo dwingend ontzegde. Ze moet er ook met haar broer over gesproken hebben, want die kwam steeds minder vaak langs en, als dat gebeurde, was dat nooit voor lang. Eens per week kwam hij 's avonds mee eten en daarna stapte hij op zijn moto en reed weg.
Oom Rik was ook mijn dooppeter (dat ik ook een doopmeter had, heb ik lang niet geweten, het was een buurvrouw uit de cité die ik nauwelijks gekend heb). Ook nadat hij niet zo vaak meer bij ons thuis kwam, bleef hij me op verjaardagen en met kerstmis verwennen met prachtige cadeaus: poppen, poppenwagens, sprookjesboeken en later, toen ik naar de middelbare school ging, met alles wat ik nodig had want mama had daar de centen niet voor. Haar erfenis was opgegaan aan ons mooie huis en een grote lap grond en aan alles wat ze aan luxe kocht. Ze had een gat in haar hand en van toen ik een jaar of zestien was, liet ze me 's avonds alleen thuis. Ze ging bijna elke avond uit en kwam dan maar laat in de nacht terug. Soms hoorde ik dan ook een mannenstem en af en toe werd ik wakker van piepende geluiden uit haar slaapkamer en van onderdrukte gilletjes en diep gebrom uit een mannenkeel. Ik wist genoeg over de bloemen en de bijtjes en mama vertelde me op een dag dat ze aan het inhalen was wat ze niet had kunnen krijgen toen ze jonger was.
'Je bent nu zestien, Anneke, en ik heb al die jaren alleen voor jou gezorgd. Ik ben eenendertig en al die tijd zonder man. Ik geloof dat je stilaan wel besef hebt van wat kriebels in je buik betekenen. Wel, die kriebels heb ik niet gevoeld omdat ik altijd voor jou heb gezorgd, maar nu ben je oud genoeg om ook voor jezelf te zorgen. Je doet het prima op school, dank zij oom Rik zal je ook verder kunnen studeren want hij is met zijn erfenis beter omgegaan dan ik. Hij zal je nooit in de steek laten, heeft hij me beloofd. Zelfs als je aan de universiteit zou gaan studeren, zal hij alles betalen.'
Oom Rik bleef de laatste tijd verdacht veel weg bij ons, soms zag ik hem een paar maanden niet en wij gingen ook nooit meer bij hem op bezoek. Op een mooie lentedag, in stralende namiddag in mei, besloot ik naar hem toe te fietsen om het te bedanken. Dat was wel het minste wat ik kon doen. Hij was bezig in zijn moestuin, hij plantte prinsessenbonen waar ik zo verzot op was en spontaan hielp ik hem met de boontjes in de kuiltjes te leggen en die daarna met mijn handen dicht te gooien. Toen hij alle kuiltjes had gemaakt en ik nog bezig was die te vullen - ik zat gehurkt - legde hij zijn hand op mijn schouders en zei: 'Die hulp kon ik wel gebruiken. Dank je, Anneke.'
Het was alsof er een elektrische schok door mijn lijf liep, van mijn schouders tot in mijn buik. Het was een vluchtige aanraking maar ik kreeg weer het warme gevoel dat ik had toen ik op zijn schoot zat. We gingen op het terras zitten en genoten van het uitzicht op de dennenbossen; hij woonde aan de rand van natuurpark Midden-Limburg in een alleenstaande villa van waaruit je toen nog geen enkel ander huis kon zien. Het was zomer 1978, de wereld was al helemaal anders dan toen ik geboren werd, de zeden werden steeds maar losser. Op school hoorde ik meisjes en jongens praten over zoenen en friemelen en tasten. Ik kon er niet over meespreken en hield mijn mond, maar spitste mijn oren.
Oom Rik en ik zaten te genieten van een drankje, hij een pils en ik een sapje en er werd niets gezegd. Ik was gelukkig en hij blijkbaar ook, hij zat wijdbeens op een stoel en genoot van de rust, de zon en mijn gezelschap. Toen ik weg fietste, gaf hij mij een duwtje in de rug - tegen mijn billen eigenlijk - en weer trok er een schokgolf door mijn lijf. Ik reed als op een wolk naar huis, liep naar mijn kamer en trok een schrift uit een lade - ik besloot een dagboek te beginnen.
IK WORD GROOT, IK WORD VOLWASSEN
Tot mijn zeventiende kabbelde mijn leven verder. Mama haalde steeds maar andere kerels in huis die ik nooit zag want ze kwamen 's nachts met haar mee en 's ochtends waren ze verdwenen. Op een dag vertelde ze me dat ze zwanger was en dat de man waarmee ze een kind had gemaakt haar gevraagd had bij hem in te trekken.
'Hij woont echter te klein voor ons drie,' zei mama, 'het is wel een heel leuk huisje, maar er zijn maar twee slaapkamers. Als het kindje er is, hoe zit het dan met jou? Je hebt een eigen kamer nodig en nu wonen we dicht bij je school, een kwartier fietsen. Wim woont hier tien kilometer vandaan en je zou hoe dan ook naar dezelfde school moeten gaan. In zijn buurt is er niet zo'n degelijke school als die van jou. Toch wil ik bij hem zijn en hij woont vlakbij de fabriek waar hij ploegbaas is. Verhuizen zit er voor hem niet in.'
Dat was een klap voor mij, ik voelde me afgewezen door mijn eigen moeder, maar ik zag dat het haar menens was. 'Kijk,' zei ze, 'ik wil dit huis best aan jou overlaten - ik bedoel dat ik het aan jou schenk en ik geloof ook dat je oud geoeg bent om zelfstandig te wonen.' Haar beslissing stond dus al vast... de tranen sprongen me in de ogen.
'Ik weet het Anneke, maar ik heb ook recht op een beetje geluk. Je bent een flinke meid en ik weet gewoon dat je niets tekort zult komen. Ik heb er met oom Rik al over gepraat en hij heeft me nogmaals beloofd dat hij je niet in de steek zal laten. Let op: ik wil niet dat hij hier komt wonen of dat jij bij hem zou intrekken. Rik is een man alleen en al is hij dan mijn broer, hij heeft ook zijn noden en ik wil niet dat er hommeles van komt. Dat heb ik hem ook rechtuit gezegd.'
En zo dreef mijn moeder mij in zijn armen...
Einde van deel 1 - Tweede en laatste deel volgt.
Lees verder: Mijn Sugardaddy - 2: Ik Word Volwassen
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10