Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Appolonia
Datum: 14-01-2024 | Cijfer: 8.6 | Gelezen: 1282
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 8 minuten | Lezers Online: 1
Sint-petersburg
“Dames! Wakker worden! Ontbijt!”

Storm, die een ochtendmens is, was als eerste wakker geworden en was stilletjes in kamerjas helemaal tot in het restaurant geslopen en had een ontbijt voor vier meegebracht op een reuzengroot zilveren dienblad.

“Ooooo ontbijt op bed, fantastisch!” juichte Emma.

Honey rekte zich uit, helemaal naakt, en snoof de geur van vers gezette cappuccino met croissant.

Alleen Beatrice was heel even ontgoocheld. “Meester, het is mijn taak om voor uw ontbijt te zorgen, u mag dat niet zelf!” Waarop Emma oogbollend iets wou repliceren en het niet deed.

Storm, omdat hij hun voorkeuren niet kende, had een ruim assortiment meegebracht: fruit, croissants, koffie, thee, fruitsap, koffiekoeken, muesli, yoghurt, enzovoort.

“Mmm jij bent toch de beste target die we ooit hebben gehad,” zei Honey.

“Je weet toch wat in het Centrum de prijs is voor een ontbijt op bed?” plaagde Emma.

“Nee?” zei Storm, “je hoeft niet te betalen hoor, ik heb het allemaal op de kamer laten zetten.”

“Orale seks, meester,” glunderde Beatrice.

Na het ontbijt, dat wegens de beloning nogal was uitgelopen, legde Honey haar plannen voor.

“Storm, bedankt voor het ontbijt. Je hebt een risico gelopen door alleen en ongewapend ontbijt te gaan halen.”

“Hoezo?”

“De Amerikanen zitten ook in dit hotel, dat is niet toevallig. Ze willen jou. En ons ook trouwens. Je hebt geluk gehad. Ze hadden niet verwacht dat jij ontbijt zou gaan halen. Soit. Zij weten niet dat wij weten dat ze hier zijn. Ik stel voor: de ‘Sint-Petersburg’-methode. Wat denken jullie?”

“Ik had eerst aan Helsinki gedacht…” zei Emma. “Sint-Petersburg is waarschijnlijk beter, zeker omdat we met vier zijn.”

“Heu mag ik weten wat die steden hiermee te maken hebben?” vroeg Storm.

“En waarom niet Chicago-2?” opperde Beatrice.

“Komaan meid, ze zijn waarschijnlijk gewapend, dat zou waanzin zijn,” vond Emma.

“Heu... wil iemand mij uitleggen…”

Honey legde het plan uit, althans het stuk waarin Storm meespeelde.

Storm en Honey stapten zoals een tien jaar getrouwd koppel, arm in arm, het hotel uit. Gevolgd door de twee meisjes, hand in hand. Het was zaterdagmorgen, minder verkeer op straat. Het gure weer van gisteren was opgeklaard. Een lichtblauwe lucht met slierten cirrus sierde de stad.

Ze wandelden in de richting van de zeedijk, en de meisjes glipten weg zodra ze de hoek om sloegen.

Storm was verbaasd over hoe vanzelfsprekend het aanvoelde om met Honey aan zijn arm door de stad te wandelen. Hij genoot. Hij genoot van haar aanwezigheid. Voor het eerst in jaren vertraagde hij zijn pas en genoot hij van gewoon niets doen. Hij nam de brede laan, de winkels, de spelende kinderen, scherp in zich op. De zilte geur van zeelucht die hun tegemoet waaide. Hij vergat even dat ze een gevaarlijke tegenstander aan het afschudden waren. Gevaar? Dat voelde hij niet. De aanwezigheid van Honey gaf hem een gevoel van veiligheid, vertrouwen.

“Hij volgt,” fluisterde ze.

“Hoe weet jij dat,” vroeg Storm bewonderend.

“Ik heb een achteruitkijkspiegeltje op mijn zonnebril. Hij is ongeveer vijftig meter achter ons. Kijk niet om.”

Storm keek terloops toch om, om Honey “zomaar” een zoen te geven. Hij zag helemaal niemand.

Honey maakte hem opmerkzaam op de jogger die op een bankje zat uit te rusten. “Die jogger is al twee keer op een bankje gaan zitten met een tussenafstand van honderd meter. Een amateur met een onrealistisch slechte conditie.”

De bedoeling van Honey was om hem weg te lokken van het hotel om aan Emma en Beatrice toe te laten af te rekenen met zijn vrouwelijke kompaan.

Voor de lol en om de Amerikaan te overbelasten met informatie sloegen ze een zijstraat in en bleven ze wat langer staan voor de vitrine van een wapenhandel waarbij ze deden of ze nota namen als was het om een aankoop te doen. En ze stapten grinnikend een seksshop binnen en terug buiten zonder iets te kopen, met een nog langer boodschappenlijstje. Daarna wandelden ze helemaal tot aan de vissershaven.

Honey en Storm genoten van de wandeling arm in arm.

“Benieuwd wat de meisjes bedacht hebben,” glimlachte Honey vol vertrouwen.

Ze namen een taxi om de Vantage te gaan oppikken. Hij stond er nog. Hij was niet erg beschadigd, behalve de ingeslagen zijruit aan de passagierszijde. Het brilletje van Beatrice lag nog op de passagierszetel.

“Storm, de auto’s van de C.E.C. zijn allemaal geblindeerd en beveiligd. Ik zal je het adres van onze tuner doorgeven. Jouw 'burgerautootje’ is niet echt beschermd tegen carjacking,” zei Honey enigszins bezorgd.

Storm opende en startte de wagen met zijn reservesleutel. Ze reden terug naar het hotel. Een andere taxi volgde ze onopvallend.

Het hotel was omgeven door wel twintig politiewagens met blauwe zwaailichten en loeiende sirenes, en er kwamen er nog meerdere bij.

Storm en Honey wilden de parkeergarage van het hotel inrijden. Ze werden tegengehouden door een zwaarbewapende politieman.

“Wat is er agent? Kunnen we er niet in?”

“Nee dit is een noodsituatie - niemand mag erin of uit.”

Honey improviseerde. “Meneer de agent! Wij zijn gasten van het hotel! Wij zitten op kamer 888. Ons twee dochtertjes zitten nog op de kamer. A.j.b. laat me erin! Mijn dochters zijn hulpeloos zonder mij!” en ze begon te huilen met echte tranen.

“OK, OK, rijd door en ga in rechte lijn naar uw kamer. Stop zeker niet op de eerste verdieping. Jos! Ga jij met deze mensen mee naar hun kamer?”

Ze parkeerden, en vanuit de parkeergarage gingen ze onder begeleiding van Jos in kogelvrij vest en met zware mitrailleur met de lift naar de achtste verdieping.

Ze kwamen de kamer binnen en vonden Emma en Beatrice als twee onschuldige kuikentjes in schoolmeisjesoutfit, naast mekaar zittend op het grote bed.

“OK, mevrouw, mijnheer, meisjes, ik zie dat jullie veilig zijn. Blijft hier op de kamer. Houd ze op slot en kom er onder geen beding uit tot we de situatie opgelost hebben,” zei Jos, en hij verdween haastig.

“Zo meisjes wat is hier gebeurd?” zei Honey.

“We hebben ons verstopt in de badkamer.”

“Met onze valiezen.”

“Met dus ook jouw Sako en de rest.”

“En zoals je had voorspeld, nog geen tien minuten later komt die Amerikaanse vermomd als poetsvrouw de kamer binnen.”

“We hebben gewacht tot ze in Storm’s papieren begon te neuzen hiernaast.”

“En we namen haar onder schot.”

“Met de Sako.”

“Ze werkte goed mee.”

“Nadat ik heb haar arm had omgewrongen,” grijnsde Emma

“Ik had liever een zachtere methode gebruikt,” vond Beatrice.

“Ik heb toch eerst geprobeerd haar te verleiden?”

“Ze viel duidelijk niet voor vrouwen. Jammer.”

“We hebben ze een spuitje moeten geven.”

“Is ze dood?” hakkelde Storm.

“Nee, waarheidsserum. Het werkte goed hoor. We weten alles. Nu slaapt ze. Er zat wat cocaïne bij, zie je, voor de bloedproef.”

“We hebben ze na de ondervraging terug in haar eigen kamer gelegd samen met de doos.”

“Welke doos,” wou Storm weten.

“Vijf kilo cocaïne. Ik had die meegebracht uit het Centrum omdat je nooit weet waar dat goed voor kan zijn.”

“En dan hebben we via dispatching van het C.E.C. de politie getipt dat een koppel Colombiaanse smokkelaars in de Grand Plaza verbleef, kamer 101.”

“Ziezo,” besloot Emma.

“Ziezo,” beaamde Beatrice.

“En dan hebben we nog snel ons schoolmeis-outfitje aangedaan. En zitten we hier lief te wachten.”

“Op papa en mama. Hihi.”
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...