Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Keith
Datum: 22-05-2024 | Cijfer: 9.3 | Gelezen: 7041
Lengte: Lang | Leestijd: 23 minuten | Lezers Online: 1
Collega-schrijver Dannyboy zette een tijdje geleden een uitdaging uit: schrijf eens een verhaal over slechthorendheid en/of slechtziendheid op Opwindend.Net. Daar moest ik een tijdje over nadenken; het leek me wel een leuke uitdaging, maar het hoe en wat wist ik nog geen vorm te geven. Langzaam maar zeker groeide dat een beetje. Vandaag het eerste deel van een kleine serie over Gijs, die plotseling geconfronteerd wordt met het verschijnsel Tinnitus. Ook voor deze serie geldt: Als je meteen vette sex-scenes verwacht, dan is dit niet het verhaal waar je op zit te wachten. Ik heb je gewaarschuwd...

Tinnitus 1

Verdorie! Ik lag in bed en kon niet slapen. Gisteren naar een festival geweest en daar blijkbaar te lang en te dicht bij de boxen op het podium gestaan… En nu een behoorlijke piep in m’n oren. Nee, niet alleen een piep, maar ook geruis en gesis. Gisternacht was ik te moe om er veel last van te hebben; toen ik om drie uur ’s nachts thuis kwam was ik meteen naar bed gegaan. Het gevolg van een dag en avond flink doorhalen bij goeie muziek en nogal wat bier. En vanochtend laat opgestaan, mijn kater verbeten en bestreden met 2 x Paracetamol en gaan klussen.

Want dat moest ook nog… M’n nieuwe boekenkast in elkaar gezet en een aantal planken tegen de muur geschroefd. En de muren van mijn appartement zijn hard, dus de klopboor moest er ’s middags aan te pas komen. 30 gaten boren, pluggen er in slaan en de planken vastschroeven… Er was behoorlijk wat lawaai gemaakt en oorkappen waren voor watjes.

En nu lag ik met de gebakken peren in m'n bed. Uiteindelijk, na een uur gewoeld te hebben, ging ik m’n bed uit, pakte uit m’n logeerkamer zo’n staande ventilator en zette die aan. Zo. Geen stilte meer, maar een regelmatig gezoem. Anti-geluid of zo. En een luchtstroom die me wat verkoelde. Ook lekker, want het was warm. Mijn appartement was op de bovenste verdieping van een flat. Gelukkig op de hoek; ik had slechts buren aan één kant. Een stel van nét dertig met een baby.

Maar die waren sinds een week op vakantie, dus kon ik klussen zonder met hen rekening te houden. Wel zo prettig, want het waren wel leuke lui. Buurvrouw Hetty had wel eens geinend tegen me gezegd: “Gijs, als ik jou vijf jaar eerder tegen was gekomen…” Ik had haar afgekapt met de woorden: '…dan had je me geen blik waardig gekeurd. Toen was ik twee en twintig, woonde nét op mezelf en was hevig bezig om het leven in de grote stad te ontdekken. Vrij vertaald: een woest feestbeest met het bijbehorende uiterlijk. En niet de redelijk nette vent die ik nu ben.'

Ik moest wel, want haar man Frans zat erbij en ik wilde beiden te vriend houden. Maar buurvrouw Hetty was best wel een dame om wat langer dan strikt nodig te bekijken…

Ondanks de ventilator kon ik niet in slaap komen. Kwam natuurlijk ook omdat ik behoorlijk had uitgeslapen. Uiteindelijk besloot ik om maar op te staan en op de computer te kijken wat er met m’n oren precies aan de hand zou kunnen zijn. ‘Fantoomgeluid’, die term had ik wel eens horen vallen. Wikipedia gaf een globale beschrijving en daar kwam ook de term ‘Tinnitus’ langs. Met een aantal links naar medische websites.

Het volgende uur leerde ik veel over trilhaartjes in je slakkenhuis die kapot gingen door (te) harde geluidstrillingen en daardoor verkeerde signalen aan je gehoorzenuw doorgaven: het piepen en sissen. Verdorie… Volgens de heren medici was het onherstelbaar! En kon een mens er redelijk krankzinnig van worden… Ik kon me het voorstellen. Bijkomend probleem was dat men geluiden niet meer kon ‘discrimineren’, oftewel door de achtergrondgeluiden het geluid wat je persé wilde horen, niet meer goed opving. Met name gesprekken in een wat rumoerige omgeving. Nou ja, tijdens een festival communiceerde je toch al vaak met gebarentaal, want gewoon praten was onmogelijk.

Twee uur later betrapte ik me erop dat ik achter de computer zat te knikkebollen. Toch maar naar bed, Gijs. Je hebt de zondag nog om uit te rusten, maandag moet je weer aan de bak. En wie weet zakte het geluid op den duur wel af… Ik plofte weer op bed en dit keer duurde het niet lang of ik viel in slaap.

De week sleepte zich voorbij. Het gepiep en gesuis ging niet over en ik begon me behoorlijk zorgen te maken. Op het werk was het niet zo’n probleem; ik werkte als programmeur bij een grote software-keten. De meeste communicatie ging via de mail, ook omdat ik minimaal twee dagen in de week thuis kon werken. Nog een erfenisje van Covid. Maar na veel aarzelen besloot ik om een afspraak te maken bij zo’n gehoorkliniek.

Doordat ik behoorlijk gezocht had naar zaken die met gehoor te maken hadden, had meneer Google me getrakteerd op advertenties van diverse gehoorklinieken. Er zat er eentje bij me in de buurt: Iets ten zuiden van Denekamp, in een strook bos. Via hun website een afspraak gemaakt voor ‘een vrijblijvende intake’. Vrijdagmiddag om half vier.

Die middag reed ik best wel nerveus vanuit mijn woonplaats Almelo via de N342 naar het noorden. Bij de buurtschap Beuningen rechtsaf, het dorp door, om na een kilometer een bordje te zien: ‘Gehoorkliniek’ met hun logo. Verder niets. Oké, dat weggetje maar in… Half-verhard met nogal wat kuilen en aan het eind een hoog hek. Een bordje met weer het logo van de kliniek en de tekst: ‘Bezoek hier bellen’. Een intercom.

“Goedemiddag meneer. Waarmee kan ik u van dienst zijn?” Een vriendelijke damesstem. En de dame wist dat ik man was, dus ergens hing hier een camera. “Goedemiddag mevrouw. Ik ben Gijs van Dooren en ik heb om half vier uur een afspraak.” De poort ging open en achter de auto weer dicht. Parkeerplaats… Auto netjes neerzetten, telefoon op ‘stil’ en ik liep een witte villa binnen.

In de hal, achter een balie, zat een roodharige receptioniste. Een naamkaartje op de balie: ‘Irene’. Ik stelde me voor en ze glimlachte. “Aha… Meneer van Dooren. U bent keurig op tijd! Wij helaas niet; een afspraak is wat uitgelopen, we lopen tien minuten achter op het schema. Neemt u plaats op een van de stoelen en even geduld a.u.b. Kan ik u een kop koffie inschenken?” Ik knikte en even later kreeg ik een kop koffie in handen. “Suiker en melk staan op het tafeltje naast u.”

Ze liep terug naar haar balie en onwillekeurig keek ik haar na. Een strak, wit broekpak aan met het logo van de kliniek. En haar broek zat zelfs behoorlijk strak; vaag kon ik de contouren van een klein, rood slipje onderscheiden… Mooie heupen trouwens en een aardige borstpartij. Niet te groot, maar mooi passend bij haar lichaam… En een mooie bos rossig krullend haar… Zo te zien naturel en niet uit een potje. Knappe meid! Ze ging achter haar balie zitten en verdiepte zich in haar werk.

Ik pakte een tijdschrift en begon maar wat te bladeren. Story: de laatste roddels uit de showbizz konden me niet boeien. Volgend tijdschrift: de Libelle. Ook niet aan mij besteed. Nou ja, behalve Jan, Jans en de kinderen dan. Nummer drie was de Kijk. Nou, vooruit, die hadden nog wel eens interessante weetjes. Ik verdiepte me in een artikel over antimaterie en op welke manier dat het energieprobleem zou kunnen oplossen. Of de aarde in één klap zou kunnen opblazen…

Plotseling werd ik op m’n schouder getikt. “Meneer van Dooren!” De receptioniste keek vragend. “Hoorde u me net niet?” Ik kon niet laten om er een grap van te maken. “Waarom denkt u dat ik hier ben?” Ze kon de humor er blijkbaar niet van inzien, want ze reageerde er niet op. “U kunt naar binnen. Spreekkamer 3.” Ze wees. Ik opende de deur.

Mooie, ruime kamer, bureau, behandeltafel, de nodige apparatuur… en achter het bureau een jonge vrouw. Witte jas met logo over een lichtblauwe strakke jurk. Op die jas ook weer een naamkaartje: Dr. Peeters. Ze gaf me een hand en wees op de stoel voor haar bureau.

“Gaat u zitten, meneer van Dooren. Ik ben dokter Peeters. Ik las in uw mail dat u behoorlijk last heeft van oorsuizingen. Is dit sinds kort of…?” Ik vertelde haar van het festival vorige week en de klusdag. “Toen ik ’s avonds naar bed ging, leek het alsof ik naast een stoommachine lag, dokter. Sissen, fluiten, piepen… Na een uur maar weer uit bed gegaan en wat op de computer gezocht naar Tinnitus. En daar schrok ik best wel van.”

Ze knikte. “Dat geloof ik. Het is ook niet niks. Mag ik u een gehoortest afnemen?” Ze glimlachte. “Het doet geen pijn, dat beloof ik u.” Ik bromde wat onduidelijks. Even daarna zat ik in een kleine cabine met een headset op en twee knoppen in m’n handen. Als ik wat hoorde, moest ik zo snel mogelijk op de knop drukken aan de kant waar het geluid vandaan kwam. Daarna sloot ze de deur van het hokje en verdween uit zicht. Het lawaai in m'n oren kwam hinderlijk terug nu ik compleet afgezonderd was van enig achtergrondgeluid. En ik werd ongeduldig! Begin nou maar, dan weet ik waar ik aan toe ben!

Na een paar minuten was ik het zat, deed de headset af en deed de deur open. Zij zat net om de hoek achter een computer. “Dokter, ik begrijp dat uw mail belangrijk is en zo, maar ik zit ondertussen al vijf minuten te nagelbijten…”

Ze keek nogal verontwaardigd op.

“Meneer van Dooren: de test draait al twee minuten. Maar tot nu toe heeft u nog op geen enkel geluid gereageerd, zelfs niet toen ik het volume wat omhoog draaide. Gaat u rustig zitten; ik ben met ú bezig. En voor de duidelijkheid: niet met mijn mail.”

Ik voelde dat ik een rooie kop kreeg, mompelde een excuus en ging het hokje weer in. Koptelefoon weer op… Nu hoorde ik haar stem.

“Meneer van Dooren, ik start de test opnieuw. Let goed op; u krijgt van mij een seintje als hij klaar is.”

Haar stem klonk nogal streng. Oké, oké… vergeef me het feit dat ik leef... Nu concentreren…

Tien minuten en een aantal piepjes en brommen later ging de deur open. “De test is gereed. Komt u maar naar buiten.” Ze keek zorgelijk, wees mij op een stoel van een zitje en ging tegenover me zitten. Ze draaide zich om naar haar bureau en pakte een tablet. Tijdens die beweging viel haar doktersjas een stukje open en onthulde een paar mooie benen. Ik keek een fractie van een seconde, maar keek daarna weer in haar gezicht toen ze zich naar me omdraaide.

“Meneer van Dooren, om maar gelijk met de deur in huis te vallen: Ja, u heeft Tinnitus. En behoorlijk ook. Kijk u maar even mee…” Ze draaide haar beeldscherm naar me toe en ik zag een grafiek. “Kijk, dit is de geluidsfrequentie. Hoe hoger de frequentie, hoe hoger het geluid. En dit…” ze wees op andere lijnen, “is het volume. En dit, meneer van Dooren, hoort u.”

De grafiek startte met lage geluiden; die kon ik nog redelijk horen. Maar hoe hoger de frequentie, des te minder hoorde ik, of moest het volume omhoog. Ze legde een andere lijn digitaal over de grafiek heen. “Dit is wat de gemiddelde man van uw leeftijd zou moeten horen…” Nou, die gemiddelde man had mazzel; die hoorde een stuk beter dan ik!

Ik keek haar aan. “Oké, dat ziet er niet best uit. En ja, ik weet dat het mijn eigen stomme schuld is. Té vaak harde muziek, en oordopjes zijn voor watjes en zo.” Ze knikte. “Goed dat u het zelf weet, dat bespaart me een preek. En nu wilt u weten of er wat aan te doen is, nietwaar?” Ik knikte weer en ze keek me recht aan.


“Meneer van Dooren, Tinnitus was tot voor kort blijvend. Hele volksstammen hebben er in Nederland last van. Deels door hun eigen stomme schuld, zoals inderdaad naar concerten gaan of klussen zonder gehoorbescherming op of in. Of meer investeren in de geluidsinstallatie van de auto dan in de auto zelf, enfin... En ‘last’ van Tinnitus betekent: vanaf irritant tot letterlijk gekmakend. Het is irritant als je in een ruimte maar moeilijk een gesprek kunt voeren omdat de stem van de ander verloren gaat in het achtergrondgeluid. Het is gekmakend als je ’s nachts niet kunt slapen omdat je allerlei geluiden denkt te horen. Gesis, gebonk, gedreun… En alle variaties er tussen in. U zit ergens in de middenmoot. En wat is er aan te doen?”

Ze zweeg even en vervolgde toen: “Onze kliniek is bezig om een experimentele therapie te ontwikkelen. Daarvoor hebben we echter proefpersonen nodig. Wij geven geen garantie, maar het zou uw klachten in ieder geval iets kunnen verlichten. Dat kost u niets, behalve dat u twee weken vakantie op zou moeten nemen. Die brengt u hier bij ons door, 24/7. Overdag bent u beschikbaar voor onderzoeken, behandelingen en tests; de avond brengt u door in ons redelijk luxe ‘guesthouse’, samen met een paar andere proefpersonen. U krijgt een eigen kamer, er is een gemeenschappelijke ruimte, u kunt in onze tuin wandelen, sporten, naar onze muziek luisteren, maar u blijft op het terrein. U bent niet te bereiken via de mail, Internet of telefoon, alleen maar via ons en in noodgevallen. Uw sociale netwerk moet het dus twee weken zonder u stellen. Gezin, familie, werk…: idem dito. Ziet u dat zitten?”

Ik dacht even na.

“En per wanneer zouden die weken in kunnen gaan, dokter?”

“Moment…” Ze pakte de telefoon. “Ireen… Wanneer is er plaats voor een volgende proefpersoon? Mannelijk… Dank je wel!”

Ze keek me aan.

“Vanaf volgende week maandag, meneer van Dooren.”

“Dan ga ik dat meteen regelen, dokter. Want op deze manier ben ik toch niks waard voor m’n werk.”

Zij knikte. “Mooi. Dan stel ik voor dat u teruggaat naar Irene, met haar wat administratieve zaken doorneemt en uiteindelijk uw contract tekent.”

“Contract?”

Ze knikte weer. “Ja. Want het blijft een zakelijke overeenkomst. U stelt uzelf en uw tijd ter beschikking; wij de expertise. Maar het blijft een experimentele behandeling, dus geven wij geen garantie op succes, ondanks dat de vooruitzichten gunstig zijn.”

Ik haalde mijn schouders op. “Slechter dan nu wordt het niet, dokter.”

Ze stond op, teken dat het consult ten einde was. “Ik zie u dan volgende week, meneer van Dooren. U kunt nu de zaken met Irene regelen.”

Een koele hand en ik liep de deur door, naar receptioniste.

Die zat al te wachten, papieren voor zich. “Meneer van Dooren, ik begrijp dat u gebruik wilt maken van onze experimentele therapie. Daar zijn we blij mee, maar vooraf willen we wel een aantal dingen van u weten…”

Ik onderbrak haar. “Mevrouw, voordat we formulieren in gaan vullen en zo: ik moet eerst even overleggen met mijn bedrijf of ik twee weken vakantie kán opnemen. Geeft u me alstublieft even een paar minuten om dat te regelen.”

Ze lachte even. "Sorry. Ik liep te hard van stapel. Mijn excuses."

Ik pakte mijn telefoon en belde met mijn afdelingshoofd. ”Fons, Gijs hier. Luister, ik heb een probleem…”

Kort legde ik uit wat er aan de hand was.

“Ik ben dus vanaf aanstaande maandag 14 dagen buiten beeld. En als ik zeg ‘buiten beeld’ is dat ook zo. Niet te bereiken, behalve via die kliniek.”

Hij mopperde wat. “En als er paniek is bij een van jouw projecten?”

“Ferry. Die is van vrijwel alles op de hoogte.”

“Gijs, ik ben er niet blij mee, dat mag je best weten.”

“Fons, ik ook niet, maar dit is een kans om die klachten te verhelpen. Hé, ik neem gewoon tien vakantiedagen op; als ik rot had willen doen, had ik me ziek gemeld.”

Hij grinnikte. “Oké, da’s ook weer waar. Nou, waar hang je uit en hoe kunnen we je bereiken?”

“Ik ga nu de hele administratieve molen in werking zetten; daar zal vast wel een noodnummer bij zitten. En dat krijg jij. En let wel: dat is een nóódnummer!”

“Ja, oké… Ik zie het wel komen, Gijs. Sterkte!”

“Dank je wel, Fons.”

Ik hing op en keek Irene aan. “Zo. Tien dagen verlof losgepeuterd… Laat maar eens zien wat jullie allemaal van me willen weten.” Ze glimlachte. Een mooi wit gebit werd zichtbaar tussen haar lichtrode lippen en ze stak een hand uit met formulieren. “Als u zo vriendelijk zou willen zijn om dit goed door te lezen en in te vullen? En daarna te ondertekenen?” Ze wees op een tafeltje, tegenover haar balie.

Het volgende halve uur was ik bezig met lezen en invullen. Men wilde nog nét niet m’n pincode weten, maar veel scheelde het niet. Enfin, de therapie werd gesponsord door een nogal bekende medische firma en was voor de deelnemers helemaal gratis. De ziektekostenverzekering had er geen rol in, omdat de therapie 'experimenteel' was. De deelnemers zouden twee weken redelijk in de watten gelegd worden. Een ruime suite inclusief ligbad, goed eten en drinken.. Nou ja, eten: de bijgevoegde menukaart ademde de sfeer van ‘gezond’. Geen vette hap, maar alles nogal verantwoord: volkorenbrood, muesli, yoghurt, plantaardige halvarine… Drinken? Vruchtensappen of mineraalwater. Geen alcohol, geen koolzuur. Roken? Op het gehele terrein niet toegestaan. Enfin, het was een medische instelling. Enige logica zat daar dus wel in.

Verder: gemiddeld acht uur per dag werd de deelnemer onderzocht, moest hij of zij meedoen aan therapie, tests en onderzoeken. Sporten: twee uur per dag, met de keuze uit fitness, zwemmen, hardlopen op zo’n loopband, tennis of badminton.

Sjongejonge… Zelfs al zou de therapie met je gehoor faliekant mislukken, zou je na 14 dagen hier nog supergezond uit komen. Hoe noemde men dat ook alweer? … Oh ja: ‘ontslakken’. Nou ja, ik moest toch een paar ICT-kilo’s kwijt. Ging hier wel lukken!

Na alles ingevuld en gelezen te hebben ondertekende ik het laatste formulier en gaf de stapel terug aan de receptioniste. “Dank u wel; Ik zal het geheel even kopiëren, dan kunt u een exemplaar mee naar huis nemen om nog eens door te lezen.” Ze liep weg en ik bewonderde haar nog een keer. Mooie heupen, die lekker wiegden, haar vaag zichtbare slipje wiegde mee… Toen ze terugkwam, liep Dr. Peeters met haar mee. Nu zonder witte doktersjas. Ook niet verkeerd om naar te kijken trouwens: Een jaar of vijf en dertig, donkerblond, kortgeknipt haar wat in een rechte lijn nét boven de kraag van haar jurk viel. Best wel een prettig gezicht; ze had tijdens het onderzoek een bril met donker montuur op gehad die haar een streng uiterlijk gaf.

Zonder die bril oogde ze vriendelijker, toegankelijker.

En ook zij had een mooi figuur; de jurk die ze aan had benadrukte dat behoorlijk. “Gijs…” Ze sprak me nu met de voornaam aan en ik keek verrast. “Ja, als mensen zich hier aanmelden voor de therapie tutoyeren we elkaar. Iedereen. Ik ben Dorothee en Irene haar voornaam ken je al. We verwachten je maandagmorgen uiterlijk om negen uur. Wat je mee moet nemen staat in de documentatie. We hebben een uitgebreider exemplaar van onze huisregels bij je papieren gedaan; gelieve daar ook goed nota van te nemen.”

Ze glimlachte kort. “Niet van schrikken. We zien je graag maandag rond een uur of negen hier terug! Goed weekend gewenst.” Dorothee knikte, Irene ook en ik wenste hen ook een goed weekend toe en liep naar mijn auto.

Toen ik de poort naderde ging die vanzelf open en achter de auto meteen weer dicht. Hmmm… Men was wel gesteld op privacy. Het stalen hek was zeker drie meter hoog, voorzien van scherpe punten aan de bovenzijde. Aan de buitenkant niet zo goed zichtbaar omdat er een dikke haag voor groeide. Het zou zo maar door kunnen gaan voor een middeleeuws fort. Straks thuis Google maps eens goed bekijken wat er allemaal zichtbaar was op dat terrein… Eerst maar naar huis. Nog een weekend het gebrom en gesis in m’n oren verdragen… Enfin, die ventilator bij m’n bed scheelde ten minste iets.

Ik gniffelde. Vanavond maar eens naar de cafetaria, een forse bak frites met kroket bestellen. En vanavond een paar borrels.

De komende veertien dagen was dat taboe Gijs, anders zou dokter Dorothee uit haar slof schieten.

En dat ga je niet willen...
Lees verder: Tinnitus - 2
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...