Door: Xeejnd
Datum: 01-06-2025 | Cijfer: 8.9 | Gelezen: 7581
Lengte: Kort | Leestijd: 3 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Kort,
Lengte: Kort | Leestijd: 3 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Kort,
Het was vrijdagmiddag, vlak voor de vakantie. De school liep langzaam leeg, de gangen vulden zich met stemmen en voeten die haastig hun vrijheid tegemoet liepen. Maar op het dak van het fietsenhok zat Noor, met haar benen over de rand en haar hoofd naar de hemel gericht.
Daniel kwam zoals altijd vijf minuten later. Niet omdat hij wilde, maar omdat hij dat durfde. Noor was licht — in haar uitstraling, haar haar, haar lach. Ze was het soort meisje waar alles vanzelf bij leek te gaan, zelfs als ze niets zei.
Haar blonde haar viel over haar schouders, verwaaid en warm van de zon. Ze droeg een wijde trui met de mouwen over haar handen getrokken, en een korte spijkerbroek waardoor haar benen lichtjes bruin glommen in het licht. Hij kon niet anders dan even kijken — niet op een manier die fout voelde, maar gewoon… echt.
Zij keek ook. Met een blik die hem ontleedde. Alsof zij hem doorzag, zonder dat hij iets hoefde te zeggen.
“Je bent laat,” zei ze zonder opzij te kijken.
“Ik weet het,” zei hij. “Ik moest moed verzamelen.”
Ze draaide zich langzaam naar hem toe, een halve glimlach op haar gezicht. “En? Genoeg verzameld?”
“Net genoeg om hier nu te zijn.”
Ze schoof iets opzij, zodat hij kon gaan zitten. Hun benen raakten elkaar net niet. Een halve centimeter misschien. Genoeg om het te voelen, te denken: wat als?
“Denk je ooit na over… dit?” vroeg ze zacht.
“Wat bedoel je?”
“Over hoe dingen anders kunnen zijn. Tussen mensen. Eén blik. Eén aanraking. En alles verandert.”
Hij knikte. “Elke dag.”
Ze keek hem weer aan. Ogen groen met iets van goud erin. Hij wist nooit of het het licht was, of echt.
“En als jij mij aankijkt,” zei ze, “voelt het alsof ik ergens naartoe kan zonder bang te zijn.”
Hij slikte. “Dat is precies hoe jij mij laat voelen.”
Ze schoof iets dichterbij. Hun knieën raakten elkaar nu. Geen centimeters meer.
“Ik weet niet wat dit is,” fluisterde ze.
“Ik ook niet,” zei hij.
“Maar ik wil niet dat het stopt.”
Haar vingers raakten de zijne, voorzichtig, tastend. Alsof elk woord dat ze niet durfden te zeggen via hun huid naar buiten moest. Zijn hart bonkte luid in zijn borstkas. Haar hand was warm, een beetje klam. Echt.
Ze keek naar hem op, langzaam, alsof ze bang was dat hij zou verdwijnen.
Daniel keek terug. “Je bent zo mooi als je twijfelt,” fluisterde hij.
Zij glimlachte. Niet breed, maar klein en oprecht. “Jij ook.”
Hun voorhoofden raakten elkaar. Geen kus. Geen haast. Alleen stilte, hartslag en het moment waarin alles mocht bestaan zonder dat het hoefde te worden benoemd.
Langzaam trok ze haar knieën op en leunde tegen hem aan. Zijn arm gleed vanzelf om haar heen. Niet om haar te claimen. Alleen om haar vast te houden.
Zo bleven ze zitten, met de lucht om hen heen die blauwpaars kleurde en de wereld beneden die even niets van hen vroeg.
En als hij haar aankeek, wist hij dat sommige blikken niet alleen zien, maar ook vasthouden.
Vasthouden wat nog niet gezegd is.
Wat misschien nog niet durft te bestaan.
Maar al wel wordt gevoeld.
Daniel kwam zoals altijd vijf minuten later. Niet omdat hij wilde, maar omdat hij dat durfde. Noor was licht — in haar uitstraling, haar haar, haar lach. Ze was het soort meisje waar alles vanzelf bij leek te gaan, zelfs als ze niets zei.
Haar blonde haar viel over haar schouders, verwaaid en warm van de zon. Ze droeg een wijde trui met de mouwen over haar handen getrokken, en een korte spijkerbroek waardoor haar benen lichtjes bruin glommen in het licht. Hij kon niet anders dan even kijken — niet op een manier die fout voelde, maar gewoon… echt.
Zij keek ook. Met een blik die hem ontleedde. Alsof zij hem doorzag, zonder dat hij iets hoefde te zeggen.
“Je bent laat,” zei ze zonder opzij te kijken.
“Ik weet het,” zei hij. “Ik moest moed verzamelen.”
Ze draaide zich langzaam naar hem toe, een halve glimlach op haar gezicht. “En? Genoeg verzameld?”
“Net genoeg om hier nu te zijn.”
Ze schoof iets opzij, zodat hij kon gaan zitten. Hun benen raakten elkaar net niet. Een halve centimeter misschien. Genoeg om het te voelen, te denken: wat als?
“Denk je ooit na over… dit?” vroeg ze zacht.
“Wat bedoel je?”
“Over hoe dingen anders kunnen zijn. Tussen mensen. Eén blik. Eén aanraking. En alles verandert.”
Hij knikte. “Elke dag.”
Ze keek hem weer aan. Ogen groen met iets van goud erin. Hij wist nooit of het het licht was, of echt.
“En als jij mij aankijkt,” zei ze, “voelt het alsof ik ergens naartoe kan zonder bang te zijn.”
Hij slikte. “Dat is precies hoe jij mij laat voelen.”
Ze schoof iets dichterbij. Hun knieën raakten elkaar nu. Geen centimeters meer.
“Ik weet niet wat dit is,” fluisterde ze.
“Ik ook niet,” zei hij.
“Maar ik wil niet dat het stopt.”
Haar vingers raakten de zijne, voorzichtig, tastend. Alsof elk woord dat ze niet durfden te zeggen via hun huid naar buiten moest. Zijn hart bonkte luid in zijn borstkas. Haar hand was warm, een beetje klam. Echt.
Ze keek naar hem op, langzaam, alsof ze bang was dat hij zou verdwijnen.
Daniel keek terug. “Je bent zo mooi als je twijfelt,” fluisterde hij.
Zij glimlachte. Niet breed, maar klein en oprecht. “Jij ook.”
Hun voorhoofden raakten elkaar. Geen kus. Geen haast. Alleen stilte, hartslag en het moment waarin alles mocht bestaan zonder dat het hoefde te worden benoemd.
Langzaam trok ze haar knieën op en leunde tegen hem aan. Zijn arm gleed vanzelf om haar heen. Niet om haar te claimen. Alleen om haar vast te houden.
Zo bleven ze zitten, met de lucht om hen heen die blauwpaars kleurde en de wereld beneden die even niets van hen vroeg.
En als hij haar aankeek, wist hij dat sommige blikken niet alleen zien, maar ook vasthouden.
Vasthouden wat nog niet gezegd is.
Wat misschien nog niet durft te bestaan.
Maar al wel wordt gevoeld.
Trefwoord(en): Kort,
Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10