Door: poloralphlauren boy
Datum: 22-08-2025 | Cijfer: 9.4 | Gelezen: 3171
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 8 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Openbaar, Vrienden,
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 8 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Openbaar, Vrienden,
Ik ben Robèrt en ik schrijf graag.
Schrijven is voor mij een hobby die mij plezier en een uitlaatklep geeft, ook al heb ik er niet altijd de tijd voor.
Als openlijk homoseksuele gast verwerk ik vaak mijn eigen identiteit en ervaringen in mijn verhalen.
Daardoor draaien mijn verhalen altijd om mannen en jongens.
Al mijn verhalen zijn autobiografisch.
Soms spelen ze zich af in de trein of op andere plekken.
Ik zie mezelf niet als een romanschrijver: ik schrijf geen zware, diep intermenselijke verhalen.
Voor mij gaat het meer om beleving, spanning en seks in de context van de gay community.
Seks geeft mij, en velen met mij, juist kracht en energie in een soms wankel bestaan.
Omdat mijn verhalen autobiografisch zijn, pas ik in mijn verhalen altijd de namen en omstandigheden aan om de privacy van anderen te beschermen.
Ondanks dat ik dyslectisch ben, laat ik me niet tegenhouden om te schrijven.
Juist dat maakt het voor mij spannend, maar ook extra waardevol.
Ik sta open voor reacties en kritiek, dat kan zowel via opmerkingen als via de mail.
Geniet van mijn eerst verhaal hier op opwindend net en van deze mooie serie.
In dit deel is er nog heen seks te beleven, maar bouw ik het verhaal wel op naar een spannende ontmoeting met een heet vervolg.
Het was begin avond toen de trein richting Amsterdam vertrok.
De lucht boven Nijmegen kleurde warm oranje, en de stations lichten weerspiegelden in de ramen van de intercity.
Ik Thomas 20 jaar oud donker blond en met een normaal postuur had net een lange college dag Nederlands achter de rug en was op weg naar mijn beste vriend in Amsterdam.
ik had een tweezits plek bij het raam gekozen, rugtas op de stoel naast me.
Tot iemand zei: "Mag ik hier?"
ik keek op. blond haar, een frisse jas, sportieve uitstraling.
De jongen had iets onmiskenbaar zelfverzekerds, maar toch vriendelijk.
"Ja hoor," zei ik, en schoof mijn tas weg.
De hunk, want dat was het ging zitten. we wisselden een knikje uit.
Even bleef het stil, de trein schokte zachtjes toen die vertrok.
Ik pakte mijn oortjes, maar voor ik ze in kon doen, zei de jongen: "Mooie zonsondergang, hè?"
Ik keek naar buiten. "Ja. Alsof de dag nog even zijn best doet voor hij weggaat."
De jongen glimlachte. "Poëtisch."
"Ik studeer Nederlands," lachte ik.
"Dat verklaart veel." Hij stak zijn hand uit. "Ik ben Daan."
"Thomas."
We schudden handen, iets langer dan nodig.
Er was een soort vanzelfsprekende klik — niet geforceerd, geen small talk om het praten.
Gewoon… echt.
"Waar ga je heen?" vroeg Daan.
"Vriend van me in Amsterdam. En jij?"
"Ook Amsterdam.
Geen concrete plannen, gewoon wat rondlopen, misschien naar een bar."
Ik keek hem net iets langer aan dan ik normaal bij een vreemde zou doen.
Daan keek terug. Zijn ogen bleven hangen.
Wat volgde was geen gesprek vol spektakel, maar vol onderstromen.
Blikken die afdwaalden en dan weer terugvonden.
Knieën die elkaar licht raakten, schijnbaar toevallig.
Stemmen die stiller werden, intiemer.
Rond Arnhem begonnen we grappen te maken, over rare Tinderdates en slechte koffie op treinstations.
Zijn humor was droog en scherp, ik kon het niet helpen dat ik steeds moest lachen.
En elke keer als ik lachte, voelde ik Daan’s blik rusten op mijn gezicht, net iets te lang.
Toen onze knieën voor de derde keer tegen elkaar kwamen en niemand meer terugdeinsde, wist ik het zeker: dit was geen toeval.
Daan leunde iets naar hem toe.
Zijn stem was zacht. "Ben je altijd zo charmant in de trein?"
ik lachte, en mijn wangen werden een beetje rood. "Alleen als m’n overbuurman er goed uitziet."
"En? Valt het mee vandaag?"
"Ruim voldoende," zei ik, met een kleine glimlach.
Daan keek me aan. Iets in zijn blik was veranderd – open, oprecht, maar ook hongerig.
Hij schoof zijn hand langzaam over de armleuning, zijn vingers vonden die van mij.
Een elektrische schok.
Niemand trok zich terug.
"Ik Wil iets geks met je doen?" vroeg Daan zacht.
Mijn hart sloeg over. "Wat voor iets geks?"
"Gewoon… de spanning laten gebeuren. Niets forceren.
Maar ook niet weglachen."
Hij kneep zachtjes in mijn hand.
onze hoofden waren nu dichter bij elkaar.
De coupé was rustig; slechts twee mensen verderop, verdiept in hun eigen wereld.
Ik voelde me plots zwaarder ademen.
Niet uit angst, maar uit hunkering. Ik voelde de warmte van Daan’s been, zijn hand, zijn blik.
Alles kriebelde. Alles trilde.
Daan boog nog iets verder naar voren. "Ik wil weten hoe je ruikt."
Hij zei het alsof het de normaalste zin ter wereld was.
Ik slikte, en lachte nerveus. "Nou, kom maar dichterbij dan."
En dat deed hij.
Zijn gezicht vlak bij mijn hals, een ademhaling die mijn huid raakte, een neusrug die kort mijn kaaklijn volgde. Alles zo traag.
Zo teder dat het haast intiemer voelde dan een kus.
"Je ruikt naar iets zachts. Iets warms. Jezelf."
ik wilde iets zeggen, maar mijn stem vond het niet.
ik legde alleen zijn hand op Daan’s dij.
Een stille toestemming.
Daan draaide zich half naar hem toe, onze neuzen bijna tegen elkaar.
"Als we nu zo blijven zitten," fluisterde Daan, "word ik gek van verlangen."
"Dan laat ik je liever niet lijden," fluisterde ik terug.
Daan glimlachte, onze lippen raakten elkaar in een zachte kus.
Het was een moment dat de wereld om hen heen leek te vervagen, alleen wij tweeën bestonden nog.
De trein raasde verder, maar in onze kleine cocon voelde alles stil en perfect aan.
Ik voelde een golf van opwinding door me heen stromen.
Dit was niet zomaar een ontmoeting; het voelde als een begin van iets bijzonders.
De spanning tussen ons was tastbaar, en elke aanraking, elke blik, versterkte het gevoel dat we iets unieks deelden.
Daan trok zich iets terug, zijn ogen glinsterend van vreugde.
"Dit is wel een onverwachte wending van de avond," zei hij met een speelse glimlach.
"Ja, die had ik niet zien aankomen," gaf ik toe, nog steeds met een glimlach op mijn gezicht.
"Maar ik ben er niet rouwig om."
we keken elkaar aan, en in dat moment wisten we dat we meer wilden dan alleen deze treinreis.
De rest van de wereld kon wachten; voor nu waren we alleen maar ik en die hunk, twee gasten die elkaar net hadden ontmoet, maar al zoveel meer voelden.
"Wat als we dit moment vastleggen?"
stelde Daan voor, met zijn stem vol enthousiasme.
"Een selfie om te herinneren dat we elkaar hier hebben ontmoet."
Ik knikte, blij met het idee. "Laten we dat doen!"
Daan pakte zijn telefoon en hij leunden naar me toe, met onze gezichten dicht bij elkaar.
De camera klikte, en in dat ene beeld was de belofte van een nieuwe vriendschap, misschien zelfs een liefde, vastgelegd.
"Dit is het begin van iets moois," zei Daan terwijl hij de foto bekeek.
"Ja, dat denk ik ook," antwoordde ik, met mijn hart vol hoop en verwachting.
De trein vervolgde zijn reis, maar voor mij en Daan was het avontuur net begonnen.
Bij station Amsterdam Centraal wachtten we tot iedereen uitstapte.
We liepen niet ver uit elkaar, Daan’s hand kort op mijn rug, alsof hij nog niet wilde dat het moment verdween.
Ik keek hem aan. "Waarheen nu?"
Daan grijnsde. "Zullen we dat samen uitzoeken?"
Ik knikte. "Graag."
En zo liepen we de stad in, Daan en ik.
Eén ontmoeting, en alles nog voor zich.
Schrijven is voor mij een hobby die mij plezier en een uitlaatklep geeft, ook al heb ik er niet altijd de tijd voor.
Als openlijk homoseksuele gast verwerk ik vaak mijn eigen identiteit en ervaringen in mijn verhalen.
Daardoor draaien mijn verhalen altijd om mannen en jongens.
Al mijn verhalen zijn autobiografisch.
Soms spelen ze zich af in de trein of op andere plekken.
Ik zie mezelf niet als een romanschrijver: ik schrijf geen zware, diep intermenselijke verhalen.
Voor mij gaat het meer om beleving, spanning en seks in de context van de gay community.
Seks geeft mij, en velen met mij, juist kracht en energie in een soms wankel bestaan.
Omdat mijn verhalen autobiografisch zijn, pas ik in mijn verhalen altijd de namen en omstandigheden aan om de privacy van anderen te beschermen.
Ondanks dat ik dyslectisch ben, laat ik me niet tegenhouden om te schrijven.
Juist dat maakt het voor mij spannend, maar ook extra waardevol.
Ik sta open voor reacties en kritiek, dat kan zowel via opmerkingen als via de mail.
Geniet van mijn eerst verhaal hier op opwindend net en van deze mooie serie.
In dit deel is er nog heen seks te beleven, maar bouw ik het verhaal wel op naar een spannende ontmoeting met een heet vervolg.
Het was begin avond toen de trein richting Amsterdam vertrok.
De lucht boven Nijmegen kleurde warm oranje, en de stations lichten weerspiegelden in de ramen van de intercity.
Ik Thomas 20 jaar oud donker blond en met een normaal postuur had net een lange college dag Nederlands achter de rug en was op weg naar mijn beste vriend in Amsterdam.
ik had een tweezits plek bij het raam gekozen, rugtas op de stoel naast me.
Tot iemand zei: "Mag ik hier?"
ik keek op. blond haar, een frisse jas, sportieve uitstraling.
De jongen had iets onmiskenbaar zelfverzekerds, maar toch vriendelijk.
"Ja hoor," zei ik, en schoof mijn tas weg.
De hunk, want dat was het ging zitten. we wisselden een knikje uit.
Even bleef het stil, de trein schokte zachtjes toen die vertrok.
Ik pakte mijn oortjes, maar voor ik ze in kon doen, zei de jongen: "Mooie zonsondergang, hè?"
Ik keek naar buiten. "Ja. Alsof de dag nog even zijn best doet voor hij weggaat."
De jongen glimlachte. "Poëtisch."
"Ik studeer Nederlands," lachte ik.
"Dat verklaart veel." Hij stak zijn hand uit. "Ik ben Daan."
"Thomas."
We schudden handen, iets langer dan nodig.
Er was een soort vanzelfsprekende klik — niet geforceerd, geen small talk om het praten.
Gewoon… echt.
"Waar ga je heen?" vroeg Daan.
"Vriend van me in Amsterdam. En jij?"
"Ook Amsterdam.
Geen concrete plannen, gewoon wat rondlopen, misschien naar een bar."
Ik keek hem net iets langer aan dan ik normaal bij een vreemde zou doen.
Daan keek terug. Zijn ogen bleven hangen.
Wat volgde was geen gesprek vol spektakel, maar vol onderstromen.
Blikken die afdwaalden en dan weer terugvonden.
Knieën die elkaar licht raakten, schijnbaar toevallig.
Stemmen die stiller werden, intiemer.
Rond Arnhem begonnen we grappen te maken, over rare Tinderdates en slechte koffie op treinstations.
Zijn humor was droog en scherp, ik kon het niet helpen dat ik steeds moest lachen.
En elke keer als ik lachte, voelde ik Daan’s blik rusten op mijn gezicht, net iets te lang.
Toen onze knieën voor de derde keer tegen elkaar kwamen en niemand meer terugdeinsde, wist ik het zeker: dit was geen toeval.
Daan leunde iets naar hem toe.
Zijn stem was zacht. "Ben je altijd zo charmant in de trein?"
ik lachte, en mijn wangen werden een beetje rood. "Alleen als m’n overbuurman er goed uitziet."
"En? Valt het mee vandaag?"
"Ruim voldoende," zei ik, met een kleine glimlach.
Daan keek me aan. Iets in zijn blik was veranderd – open, oprecht, maar ook hongerig.
Hij schoof zijn hand langzaam over de armleuning, zijn vingers vonden die van mij.
Een elektrische schok.
Niemand trok zich terug.
"Ik Wil iets geks met je doen?" vroeg Daan zacht.
Mijn hart sloeg over. "Wat voor iets geks?"
"Gewoon… de spanning laten gebeuren. Niets forceren.
Maar ook niet weglachen."
Hij kneep zachtjes in mijn hand.
onze hoofden waren nu dichter bij elkaar.
De coupé was rustig; slechts twee mensen verderop, verdiept in hun eigen wereld.
Ik voelde me plots zwaarder ademen.
Niet uit angst, maar uit hunkering. Ik voelde de warmte van Daan’s been, zijn hand, zijn blik.
Alles kriebelde. Alles trilde.
Daan boog nog iets verder naar voren. "Ik wil weten hoe je ruikt."
Hij zei het alsof het de normaalste zin ter wereld was.
Ik slikte, en lachte nerveus. "Nou, kom maar dichterbij dan."
En dat deed hij.
Zijn gezicht vlak bij mijn hals, een ademhaling die mijn huid raakte, een neusrug die kort mijn kaaklijn volgde. Alles zo traag.
Zo teder dat het haast intiemer voelde dan een kus.
"Je ruikt naar iets zachts. Iets warms. Jezelf."
ik wilde iets zeggen, maar mijn stem vond het niet.
ik legde alleen zijn hand op Daan’s dij.
Een stille toestemming.
Daan draaide zich half naar hem toe, onze neuzen bijna tegen elkaar.
"Als we nu zo blijven zitten," fluisterde Daan, "word ik gek van verlangen."
"Dan laat ik je liever niet lijden," fluisterde ik terug.
Daan glimlachte, onze lippen raakten elkaar in een zachte kus.
Het was een moment dat de wereld om hen heen leek te vervagen, alleen wij tweeën bestonden nog.
De trein raasde verder, maar in onze kleine cocon voelde alles stil en perfect aan.
Ik voelde een golf van opwinding door me heen stromen.
Dit was niet zomaar een ontmoeting; het voelde als een begin van iets bijzonders.
De spanning tussen ons was tastbaar, en elke aanraking, elke blik, versterkte het gevoel dat we iets unieks deelden.
Daan trok zich iets terug, zijn ogen glinsterend van vreugde.
"Dit is wel een onverwachte wending van de avond," zei hij met een speelse glimlach.
"Ja, die had ik niet zien aankomen," gaf ik toe, nog steeds met een glimlach op mijn gezicht.
"Maar ik ben er niet rouwig om."
we keken elkaar aan, en in dat moment wisten we dat we meer wilden dan alleen deze treinreis.
De rest van de wereld kon wachten; voor nu waren we alleen maar ik en die hunk, twee gasten die elkaar net hadden ontmoet, maar al zoveel meer voelden.
"Wat als we dit moment vastleggen?"
stelde Daan voor, met zijn stem vol enthousiasme.
"Een selfie om te herinneren dat we elkaar hier hebben ontmoet."
Ik knikte, blij met het idee. "Laten we dat doen!"
Daan pakte zijn telefoon en hij leunden naar me toe, met onze gezichten dicht bij elkaar.
De camera klikte, en in dat ene beeld was de belofte van een nieuwe vriendschap, misschien zelfs een liefde, vastgelegd.
"Dit is het begin van iets moois," zei Daan terwijl hij de foto bekeek.
"Ja, dat denk ik ook," antwoordde ik, met mijn hart vol hoop en verwachting.
De trein vervolgde zijn reis, maar voor mij en Daan was het avontuur net begonnen.
Bij station Amsterdam Centraal wachtten we tot iedereen uitstapte.
We liepen niet ver uit elkaar, Daan’s hand kort op mijn rug, alsof hij nog niet wilde dat het moment verdween.
Ik keek hem aan. "Waarheen nu?"
Daan grijnsde. "Zullen we dat samen uitzoeken?"
Ik knikte. "Graag."
En zo liepen we de stad in, Daan en ik.
Eén ontmoeting, en alles nog voor zich.
Lees verder: Tussenrails - 2
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10