Door: RickMaastricht
Datum: 08-08-2018 | Cijfer: 8.6 | Gelezen: 2794
Lengte: Lang | Leestijd: 18 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): 17 Jaar, Coming Of Age, Romantiek,
Lengte: Lang | Leestijd: 18 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): 17 Jaar, Coming Of Age, Romantiek,
Vervolg op: Awakenings - 1
Hoofdstuk 3
(Daniel)
De volgende ochtend tegen 11.00 fietste ik naar school, want ik had een afspraak met m’n lerares maatschappijleer, Saskia Vreeman. Ik had - zo dacht ik - een uitstekend idee voor een onderzoek annex scriptie en dat wilde ik haar voorleggen. Het idee en de uitwerking waren helemaal van mij, al was ik wel op het idee gekomen door gesprekken met mijn oom Frank.
Oom Frank is de jongere broer van mijn overleden vader en is op dit moment 40 jaar oud. Ik had het van jongs af aan al heel goed met hem kunnen vinden. Hij is in het dagelijkse leven privédetective, redelijk succesvol en leidt een rustig leventje in een dorpje onder de rook van Amsterdam.
Frank is het zwarte schaap in de familie, en alleen daarom mag ik hem al…
Frank is praktiserend homoseksueel en wordt door zo ongeveer de hele familie (die voor een groot deel uit strenge, recht in de leer zijnde Grrrristenen bestaat) verketterd. Ik geloof echt dat een aantal familieleden oprecht verbaasd is dat de Here Frank niet allang met gloeiende pek en zwavel getroffen heeft! Mijn moeder is ook wel gereformeerd, maar was en is vooral een lieve schat die zich vooral met MENSEN bezighouden, meer dan met wat de Here Jezus er wel niet van zal vinden, of wat de bijbel er van zegt. Dus Frank komt vaker bij ons over de vloer, tot wederzijds genoegen, en wij gaan vaker bij oom op bezoek. Onze ouders had-den ons – op het moment dat we er aan toe waren – in uiterst respectvolle bewoordingen uitgelegd wat er gaande was, en uiteindelijk was Franks homo zijn geen belangrijk issue on-der ons; het is gewoon iets dat bij oom Frank hoort.
Nieuwsgierig als ik ben heb ik daar vaker met Frank over gepraat en kreeg ook steeds vrij-moedig antwoord. Wat mij in al die gesprekken het meeste is bijgebleven is de hypocrisie van vele andere mensen jegens hem en vooral zijn gevoel van verlatenheid en eenzaamheid. Hij kon en wilde niet al te expliciet met z’n homoseksualiteit te koop lopen, vanwege zijn beroep ondermeer, en dat had natuurlijk tot gevolg dat hij er vaker alleen voorstond.
Bij een van die gesprekken (ik logeerde een paar dagen bij hem) gromde hij eens: ‘er zijn van die Hogen, van die zogenaamde notabelen die met minachting en vaak met grote afkeuring op me neerkijken, haha! Maar dat zijn vaak juist de mensen die het niet zo nauw nemen met de zeden of de wet……’ Hij schonk zich nog een borreltje in en kwam pas goed op zijn praatstoel. ‘Ja ja, in mijn vak maak ik het nodige mee! Zo herinner ik me het geval van die mijnheer, eh, wat was zijn naam ook nog maar weer eens…..’ Hij keek me aan. ‘Eigenlijk mag ik je daarover niks vertellen, jongeman, strikt vertrouwelijk en zo…..’
‘Och oom, alstublieft! Vertel me een van uw verhalen’ drong ik aan, ‘ik zal uw vertrouwen niet beschamen, dat beloof ik u’.
‘Mmm, nou ja, goed dan! Ik denk daarbij aan de zaak van die mijnheer uit Gouda, hij heet Beresford, Jean Beresford, een fijne mijnheer! Zo fijn als gemalen poppenstront zoals jouw oma altijd zei. Maar niet heus…’
‘Is het een bekend iemand?’ vroeg ik (ik had die naam nog nooit gehoord).
‘Nou, wat heet bekend.. In ieder geval stelt hij in zijn kringen heel wat voor en schijnt een toonaangevende dominee te zijn. Allemaal schone schijn, m’n jongen!’
Frank lachte bulderend en schonk zich nog eens in. ‘Weet je, toen z’n vrouw – inmiddels zijn ex vrouw – mij om raad kwam vragen wist ik al meteen wat er gaande was. En ja hoor, 2 weken later kon ik haar met foto’s en al aantonen dat onze brave dominee er niet één maî-tresse maar liefst 3 vriendinnen op nahield, die uiteraard van elkaars bestaan niets wisten. En geloof me: onze Jean zocht ze bepaald niet op om gezamenlijk de zondagse preek door te nemen en bijpassende gezangen uit te zoeken……’
Ik was gefascineerd door dit verhaal en andere verhalen die ik later te horen kreeg, maar nogmaals, het meeste werd ik geraakt door zijn emoties en gevoelens die manifest werden op het moment dat hij over zijn homo zijn praatte.
En dat was nu precies wat mij ruim een jaar later op het idee van mijn werkstuk voor Maat-schappijleer bracht. Het was bijna 11.00 uur, en ik klopte op de deur van de werkkamer van mevrouw Vreeman.
Hoofdstuk 4
(Daniel)
Saskia Vreeman, 33 lentes, stond op vanachter haar bureau en gaf me een hand. ‘Wees wel-kom, Daniel, fijn dat je op je vrije dag naar hier wilde komen’!
‘Nou ja, ik had mezelf min of meer uitgenodigd’, mompelde ik, ‘en ik vind het een goede zaak om maar zo snel mogelijk een begin te maken met de werkstukken en zo’,
‘Heel verstandig van je. Ga zitten, en vertel me eens waar je gedachten naar uitgaan, Daan.’
Ik haalde diep adem en zei toen: ‘Voordat ik van start ga, mevrouw Vreeman, wil ik u eerst wat vragen’. Ze keek me vragend aan. ‘Ik zou u willen vragen om dit gesprek als strikt vertrouwelijk te beschouwen, met andere woorden, dat niets wat binnen deze 4 muren besproken wordt erbuiten komt’.
‘Maar Daniel, dat spreekt toch vanzelf! Ik ben hier niet voor niets conrectrix van de lagere afdeling en in gesprekken met leerlingen, ouders of collega’s staat vertrouwelijkheid natuur-lijk voorop bij me, daar kun je zeker van zijn! Nu moet ik wel zeggen dat ik je verzoek niet helemaal begrijp, want we gaan het toch hebben over een werkstuk, nietwaar? Uiteindelijk zal er door jou een getypt verslag geproduceerd worden dat een aantal van mijn collega’s natuurlijk willen en ook wel moeten lezen’. Ze keek me nog steeds vragend aan.
‘Voor het welslagen van mijn project is het van het grootste belang dat bijna niemand weet hoe de vork in de steel zit. De enigen die er van weten zijn mijn moeder, u en ikzelf. Ik moet wel op geheimhouding aandringen om zo de beste resultaten in m’n onderzoek te krijgen’.
‘Je maakt me wel heel nieuwsgierig, ga verder.’
Ik haalde diep adem en stak van wal.
‘Wat ik graag wil onderzoeken is hoe een redelijk grote groep mensen, jongeren en volwasse-nen, reageert als ze zich geconfronteerd zien met een onverwacht gegeven; met een grote groep mensen bedoel ik uiteraard deze scholengemeenschap. Wat ik dus wil doen is een stuk in de schoolkrant zien te krijgen, waarin ik vertel dat ik homoseksueel ben en in datzelfde stuk uitgebreid vertel over mijn gevoelens, enz. enz. Volgens mij zal dat stuk ontzettend veel losmaken bij velen, en dat wil ik in kaart brengen.’ Ik zweeg en wachtte af.
‘Nou Daan, ik had er eerlijk gezegd geen idee van dat je homoseksueel bent, maar….’
‘Sorry dat ik u onderbreek, mevrouw Vreeman, maar dat bén ik ook niet. Ik doe alleen maar alsof, en juist daarom is het zo belangrijk dat niemand weet hoe in feite de vork in de steel zit, zodat de reacties die mijn stuk zal teweegbrengen zo authentiek mogelijk zullen zijn. Er zal van alles over me heenkomen is mijn voorspelling, in ieder geval genoeg stof om te pu-bliceren…..’
‘Dat denk ik ook! Maar ben je niet bang dat je hele plan al sneuvelt voor het goed en wel van start is gegaan? Ik bedoel, het zou me niets verbazen als de verantwoordelijke docenten en de schoolleiding censuur toepassen en gewoonweg weigeren om jouw stuk op te nemen? Begrijp me goed, van míj heb je niets te vrezen, ik zal wel meewerken, maar als mijn colle-ga’s hun veto uitspreken hebben wij het nakijken….’
‘Laat dat maar aan mij over, dat krijg ik wel voor elkaar!’
We praatten nog wat door over de details en over de wijze van aanpak, en een uurtje later was de plan de campagne duidelijk genoeg. We namen afscheid.
‘Mag ik zeggen dat ik jouw plan ontzettend moedig vind! Je steekt je nek uit, en als ik het goed inschat zullen er vele reacties komen die niet zo plezierig zullen zijn….’
‘Waarschijnlijk, maar dat levert van de andere kant ook een hoop interessant materiaal op! Stelt u zich voor: een grote groep van jongeren en volwassenen die onderwerp zijn van een studie, en dat zonder dat ze het zelf in de gaten hebben!’ Ik begon er hoe langer hoe meer plezier in te krijgen. Ik nam afscheid van haar en ging naar huis om het Stuk te gaan schrij-ven, waarvan ik wel inmiddels de grote lijnen in m’n hoofd had zitten.
Hoofdstuk 5
(Daniel)
Dit werd uiteindelijk het stuk, zoals ik het in het schoolblad geplaatst wilde hebben:
Aan iedereen die dit leest!
Mijn naam is Daniel ter Horst en sinds enkele weken ben ik leerling van de klas G5-b. Voor wie mij niet kent: ik ben een gewone jongen van 17 jaar en studeer al ruim 4 jaar aan het Burggraaf college alhier. Ik heb het er naar m’n zin, meestal dan (!) en probeer er het beste van te maken. Buiten school onderneem ik nog een aantal andere activiteiten, zoals daar zijn: sporten, muziek maken (Jazz, en dat samen met m’n lieve vrienden Sven, Peter, Aimée, Richard en Djingo), en soms lees ik ook nog wel eens een boek. Ik kom uit een fijn en warm nest met een moeder, een jongere zus en een jongere broer; helaas is mijn vader Hans anderhalf jaar geleden vrij plotseling gestorven, en dat doet nog steeds heel veel pijn. Maar goed, ik weet me omringd door een aantal fijne vrienden en vriendinnen, en koester ik me in de warmte van een hecht gezins-leven, en daar kan ik veel van mijn verdrietige gedachten ventileren, krijg ik bemoedigende respons en voel ik op die momenten dat ik er echt niet alleen voor sta. Dat maakt mijn pijn er niet minder om, maar stelt me wel in staat – beetje bij beetje – om deze tragische en ingrijpende gebeurtenis misschien ooit helemaal een plek in mijn leven te geven.
Een gewone jongen schrijf ik hierboven, maar is dat wel zo??
Nee, natuurlijk niet! Ik zou jullie echt niet lastig willen vallen met een huis tuin en keuken curriculum zonder meer… Er is namelijk iets dat mij doet onderscheiden van veel andere mensen, mannen en vrouwen en dat wil ik via dit schoolblad en middels dit stukje met jullie delen; niet dat het nu eigenlijk zo bijzonder is, in tegendeel: ik beschouw dit bijzondere als een gewoon onderdeel van mijn persoonlijkheid. Ik ben Da-niel, dit hoort bij Daniel, en maakt me tot wat ik nu ben, tot wie ik nu ben.
Nieuwsgierig? Lees dan vooral door!
Waar het om gaat is dat ik ruim een jaar geleden ontdekt heb dat ik me aangetrokken voel tot mensen van mijn eigen geslacht. Jongens trekken mij aan, meer dan meisjes en als het mij ooit gegeven is wil ik al mijn liefde en affectie (en dat is heel veel!!!) willen projecteren op die ene speciale persoon, waar ik dus van kan houden, en hij van mij natuurlijk. Juist, jullie snappen hem: ik ben dus homoseksueel.
Wat???
Ja, goed gelezen hoor: HOMOSEKSUEEL, en ik bedoel dus
H*O*M*O*S*E*K*S*U*E*E*L.
Alleen het woord al zorgt er bij bepaalde mensen voor dat ze op z’n minst zwaar de wenkbrauwen fron-sen, maar meestal ernstiger vormen van afkeurend gedrag vertonen. Dat is verschrikkelijk jammer, onnodig en ook onjuist. Ik weet zeker dat de Here, die niet voor niets de Schepper wordt genoemd, mij geschapen heeft zoals ik ben, met mijn licht en schaduwkanten, met mijn goede en minder goede kanten, en ja, óók met mijn homoseksualiteit. Ik heb hier niet voor gekozen: het WAS er op een gegeven moment gewoon, het manifesteerde zich.
Ja, ik schrok er natuurlijk wel van in het begin, want dat is iets waar je eigenlijk nooit echt rekening mee houdt, maar uiteindelijk heb ik het geaccepteerd, heb ik MEZELF geaccepteerd zoals ik ben, en ik ben nu blij dat ik ben zoals ik ben. Homoseksualiteit past me als een handschoen en zal voor een deel mijn leven nu en in de toekomst richting geven, op welk vlak dan ook!
Ben ik nu een ander mens geworden daardoor? Heeft die ontdekking mij veranderd?
Nee, eigenlijk niet!
Ieder mens is geschapen naar Gods evenbeeld, zoals er geschreven staat, en in dat verband zou ik de (pas-sende) vergelijking met een diamant willen maken. Jullie, meisjes, jongens, mannen, vrouwen, ik, wij alle-maal zijn waardevolle schepsels en kostbaar. Wij allen zijn diamanten met vele verschillende facetten, en afhankelijk van de lichtval, of de manier waarop je er naar kijkt ziet ieder weer andere dingen in zijn medemens. Ik ook ben dus een diamant met talloze facetten, en door het ontdekken van mijn homoseksua-liteit niet opeens anders geworden. Natuurlijk niet! De lichtstand is enigszins gewijzigd en zo kunnen we bij Daniel een facet zien dat voorheen niet opviel, maar vooral kan iedereen met eigen ogen zien en ervaren dat Daniel gewoon Daniel gebleven is, zij het dan dat er iets bijgekomen is.
Een mooie beeldspraak, ten minste ik hoop dat jullie dat vinden. Hij is overigens niet van mezelf, he-laas….
Het punt is wel dat de meeste van mijn medemensen – fraaie beeldspraak of niet – mij zonder meer ver-oordelen. Homoseksualiteit ligt bepaald niet in de categorie van bijvoorbeeld het hebben van een hartkwaal of het hebben van een alcoholprobleem. Dat laatste is echt verschrikkelijk, want een man of vrouw met een alcoholprobleem berokkent zich zelf en anderen veel schade. Dat doe ik dus met mijn homoseksualiteit niet.
Ik beschouw mezelf als evenwichtig en harmonieus en door mijn homoseksualiteit niet langer meer te verber-gen breng ik mezelf noch anderen letsel toe…. De enige die nu nog geestelijk en in extreme gevallen lichame-lijk letsel kan oplopen ben ikzelf, door dit verhaal in bredere kring bekend te maken. Dit is ook de reden waarom ik zolang hiermee gewacht heb.
Waarom dit persoonlijke verhaal dan niet voor me gehouden, wetende wat de eventuele gevolgen zouden kunnen zijn?
Heel simpel dit: mijn moeder was de enige voor langere tijd die dit wist en tegelijkertijd voelde ik me steeds eenzamer worden. Ik werd en wordt steeds heftiger gekweld door gevoelens van verlatenheid en alleen zijn; niemand met wie ik m’n gevoelens kon delen, niemand waarmee ik kon praten over mijn verdriet en mijn angsten, niemand ten slotte die mijn diepste gevoelens en verlangens kon aanvoelen en die mij tot troost kan zijn.
Velen van jullie zullen beslist begrijpen hoe het is om een koesterende arm om je heen te krijgen als het eens wat moeilijker gaat, of samen te zijn met iemand die je recht in de ogen kijkt en fluistert: ik hou van je.
Mijn eenzaamheid begint me een beetje op te breken, ik kan er niet meer zo goed tegen, en daarom – tegen alle ratio in - heb ik besloten om met mijn gevoelens, emoties en verlangens in de openbaarheid te treden.
Ik heb niets meer te verbergen, er is niets waar ik me voor hoef te schamen, ik ben die ik ben: Daniel die houdt van zijn medemens, van het leven om hem heen, die houdt van zichzelf!
Alle mensen die mij afwijzen dan wel veroordelen vraag ik dit: waarom deze afkeur, deze afkeer, deze veroordeling? En alsjeblieft, kom niet aan met bijbelteksten die zo’n 2 tot 3 duizend jaar geleden door MENSEN op schrift gesteld zijn! Al heet het GODS woord, het is gewoon mensenwerk, en ik heb er dus totaal geen boodschap aan.
Waar zijn jullie toch bang voor en van??? Het gaat per slot van rekening alleen maar om LIEFDE, liefde tussen 2 mensen van hetzelfde geslacht weliswaar, maar dus gewoonweg: liefde, en wat is daar mis mee?
God zelf heeft ons geboden lief te hebben, en als het mij ooit gegund is zal ik Zijn gebod zeker in praktijk gaan brengen.
Ik hoop dat bovenstaand verhaal (dat overigens met heel veel emoties tot stand is gekomen) jullie allemaal tot nadenken stemt. Veroordeel me niet hierom, maar práát met me. Ik weet dat er – ook op deze scholen-gemeenschap – een aantal zijn als ik. Tegen jullie zeg ik: wees niet bang, kom voor jezelf op, wees trots op jezelf, geloof in je zelf, en leidt vooral het leven dat bij je past.
Daniel Ter Horst.
Ik maakte voor de zekerheid enkele kopieën en stopte alles in mijn tas. Ik had een opgelucht gevoel, nu ik dit alles eenmaal op papier had gezet, en keek bepaald uit naar wat hier op zou gaan volgen!
(Daniel)
De volgende ochtend tegen 11.00 fietste ik naar school, want ik had een afspraak met m’n lerares maatschappijleer, Saskia Vreeman. Ik had - zo dacht ik - een uitstekend idee voor een onderzoek annex scriptie en dat wilde ik haar voorleggen. Het idee en de uitwerking waren helemaal van mij, al was ik wel op het idee gekomen door gesprekken met mijn oom Frank.
Oom Frank is de jongere broer van mijn overleden vader en is op dit moment 40 jaar oud. Ik had het van jongs af aan al heel goed met hem kunnen vinden. Hij is in het dagelijkse leven privédetective, redelijk succesvol en leidt een rustig leventje in een dorpje onder de rook van Amsterdam.
Frank is het zwarte schaap in de familie, en alleen daarom mag ik hem al…
Frank is praktiserend homoseksueel en wordt door zo ongeveer de hele familie (die voor een groot deel uit strenge, recht in de leer zijnde Grrrristenen bestaat) verketterd. Ik geloof echt dat een aantal familieleden oprecht verbaasd is dat de Here Frank niet allang met gloeiende pek en zwavel getroffen heeft! Mijn moeder is ook wel gereformeerd, maar was en is vooral een lieve schat die zich vooral met MENSEN bezighouden, meer dan met wat de Here Jezus er wel niet van zal vinden, of wat de bijbel er van zegt. Dus Frank komt vaker bij ons over de vloer, tot wederzijds genoegen, en wij gaan vaker bij oom op bezoek. Onze ouders had-den ons – op het moment dat we er aan toe waren – in uiterst respectvolle bewoordingen uitgelegd wat er gaande was, en uiteindelijk was Franks homo zijn geen belangrijk issue on-der ons; het is gewoon iets dat bij oom Frank hoort.
Nieuwsgierig als ik ben heb ik daar vaker met Frank over gepraat en kreeg ook steeds vrij-moedig antwoord. Wat mij in al die gesprekken het meeste is bijgebleven is de hypocrisie van vele andere mensen jegens hem en vooral zijn gevoel van verlatenheid en eenzaamheid. Hij kon en wilde niet al te expliciet met z’n homoseksualiteit te koop lopen, vanwege zijn beroep ondermeer, en dat had natuurlijk tot gevolg dat hij er vaker alleen voorstond.
Bij een van die gesprekken (ik logeerde een paar dagen bij hem) gromde hij eens: ‘er zijn van die Hogen, van die zogenaamde notabelen die met minachting en vaak met grote afkeuring op me neerkijken, haha! Maar dat zijn vaak juist de mensen die het niet zo nauw nemen met de zeden of de wet……’ Hij schonk zich nog een borreltje in en kwam pas goed op zijn praatstoel. ‘Ja ja, in mijn vak maak ik het nodige mee! Zo herinner ik me het geval van die mijnheer, eh, wat was zijn naam ook nog maar weer eens…..’ Hij keek me aan. ‘Eigenlijk mag ik je daarover niks vertellen, jongeman, strikt vertrouwelijk en zo…..’
‘Och oom, alstublieft! Vertel me een van uw verhalen’ drong ik aan, ‘ik zal uw vertrouwen niet beschamen, dat beloof ik u’.
‘Mmm, nou ja, goed dan! Ik denk daarbij aan de zaak van die mijnheer uit Gouda, hij heet Beresford, Jean Beresford, een fijne mijnheer! Zo fijn als gemalen poppenstront zoals jouw oma altijd zei. Maar niet heus…’
‘Is het een bekend iemand?’ vroeg ik (ik had die naam nog nooit gehoord).
‘Nou, wat heet bekend.. In ieder geval stelt hij in zijn kringen heel wat voor en schijnt een toonaangevende dominee te zijn. Allemaal schone schijn, m’n jongen!’
Frank lachte bulderend en schonk zich nog eens in. ‘Weet je, toen z’n vrouw – inmiddels zijn ex vrouw – mij om raad kwam vragen wist ik al meteen wat er gaande was. En ja hoor, 2 weken later kon ik haar met foto’s en al aantonen dat onze brave dominee er niet één maî-tresse maar liefst 3 vriendinnen op nahield, die uiteraard van elkaars bestaan niets wisten. En geloof me: onze Jean zocht ze bepaald niet op om gezamenlijk de zondagse preek door te nemen en bijpassende gezangen uit te zoeken……’
Ik was gefascineerd door dit verhaal en andere verhalen die ik later te horen kreeg, maar nogmaals, het meeste werd ik geraakt door zijn emoties en gevoelens die manifest werden op het moment dat hij over zijn homo zijn praatte.
En dat was nu precies wat mij ruim een jaar later op het idee van mijn werkstuk voor Maat-schappijleer bracht. Het was bijna 11.00 uur, en ik klopte op de deur van de werkkamer van mevrouw Vreeman.
Hoofdstuk 4
(Daniel)
Saskia Vreeman, 33 lentes, stond op vanachter haar bureau en gaf me een hand. ‘Wees wel-kom, Daniel, fijn dat je op je vrije dag naar hier wilde komen’!
‘Nou ja, ik had mezelf min of meer uitgenodigd’, mompelde ik, ‘en ik vind het een goede zaak om maar zo snel mogelijk een begin te maken met de werkstukken en zo’,
‘Heel verstandig van je. Ga zitten, en vertel me eens waar je gedachten naar uitgaan, Daan.’
Ik haalde diep adem en zei toen: ‘Voordat ik van start ga, mevrouw Vreeman, wil ik u eerst wat vragen’. Ze keek me vragend aan. ‘Ik zou u willen vragen om dit gesprek als strikt vertrouwelijk te beschouwen, met andere woorden, dat niets wat binnen deze 4 muren besproken wordt erbuiten komt’.
‘Maar Daniel, dat spreekt toch vanzelf! Ik ben hier niet voor niets conrectrix van de lagere afdeling en in gesprekken met leerlingen, ouders of collega’s staat vertrouwelijkheid natuur-lijk voorop bij me, daar kun je zeker van zijn! Nu moet ik wel zeggen dat ik je verzoek niet helemaal begrijp, want we gaan het toch hebben over een werkstuk, nietwaar? Uiteindelijk zal er door jou een getypt verslag geproduceerd worden dat een aantal van mijn collega’s natuurlijk willen en ook wel moeten lezen’. Ze keek me nog steeds vragend aan.
‘Voor het welslagen van mijn project is het van het grootste belang dat bijna niemand weet hoe de vork in de steel zit. De enigen die er van weten zijn mijn moeder, u en ikzelf. Ik moet wel op geheimhouding aandringen om zo de beste resultaten in m’n onderzoek te krijgen’.
‘Je maakt me wel heel nieuwsgierig, ga verder.’
Ik haalde diep adem en stak van wal.
‘Wat ik graag wil onderzoeken is hoe een redelijk grote groep mensen, jongeren en volwasse-nen, reageert als ze zich geconfronteerd zien met een onverwacht gegeven; met een grote groep mensen bedoel ik uiteraard deze scholengemeenschap. Wat ik dus wil doen is een stuk in de schoolkrant zien te krijgen, waarin ik vertel dat ik homoseksueel ben en in datzelfde stuk uitgebreid vertel over mijn gevoelens, enz. enz. Volgens mij zal dat stuk ontzettend veel losmaken bij velen, en dat wil ik in kaart brengen.’ Ik zweeg en wachtte af.
‘Nou Daan, ik had er eerlijk gezegd geen idee van dat je homoseksueel bent, maar….’
‘Sorry dat ik u onderbreek, mevrouw Vreeman, maar dat bén ik ook niet. Ik doe alleen maar alsof, en juist daarom is het zo belangrijk dat niemand weet hoe in feite de vork in de steel zit, zodat de reacties die mijn stuk zal teweegbrengen zo authentiek mogelijk zullen zijn. Er zal van alles over me heenkomen is mijn voorspelling, in ieder geval genoeg stof om te pu-bliceren…..’
‘Dat denk ik ook! Maar ben je niet bang dat je hele plan al sneuvelt voor het goed en wel van start is gegaan? Ik bedoel, het zou me niets verbazen als de verantwoordelijke docenten en de schoolleiding censuur toepassen en gewoonweg weigeren om jouw stuk op te nemen? Begrijp me goed, van míj heb je niets te vrezen, ik zal wel meewerken, maar als mijn colle-ga’s hun veto uitspreken hebben wij het nakijken….’
‘Laat dat maar aan mij over, dat krijg ik wel voor elkaar!’
We praatten nog wat door over de details en over de wijze van aanpak, en een uurtje later was de plan de campagne duidelijk genoeg. We namen afscheid.
‘Mag ik zeggen dat ik jouw plan ontzettend moedig vind! Je steekt je nek uit, en als ik het goed inschat zullen er vele reacties komen die niet zo plezierig zullen zijn….’
‘Waarschijnlijk, maar dat levert van de andere kant ook een hoop interessant materiaal op! Stelt u zich voor: een grote groep van jongeren en volwassenen die onderwerp zijn van een studie, en dat zonder dat ze het zelf in de gaten hebben!’ Ik begon er hoe langer hoe meer plezier in te krijgen. Ik nam afscheid van haar en ging naar huis om het Stuk te gaan schrij-ven, waarvan ik wel inmiddels de grote lijnen in m’n hoofd had zitten.
Hoofdstuk 5
(Daniel)
Dit werd uiteindelijk het stuk, zoals ik het in het schoolblad geplaatst wilde hebben:
Aan iedereen die dit leest!
Mijn naam is Daniel ter Horst en sinds enkele weken ben ik leerling van de klas G5-b. Voor wie mij niet kent: ik ben een gewone jongen van 17 jaar en studeer al ruim 4 jaar aan het Burggraaf college alhier. Ik heb het er naar m’n zin, meestal dan (!) en probeer er het beste van te maken. Buiten school onderneem ik nog een aantal andere activiteiten, zoals daar zijn: sporten, muziek maken (Jazz, en dat samen met m’n lieve vrienden Sven, Peter, Aimée, Richard en Djingo), en soms lees ik ook nog wel eens een boek. Ik kom uit een fijn en warm nest met een moeder, een jongere zus en een jongere broer; helaas is mijn vader Hans anderhalf jaar geleden vrij plotseling gestorven, en dat doet nog steeds heel veel pijn. Maar goed, ik weet me omringd door een aantal fijne vrienden en vriendinnen, en koester ik me in de warmte van een hecht gezins-leven, en daar kan ik veel van mijn verdrietige gedachten ventileren, krijg ik bemoedigende respons en voel ik op die momenten dat ik er echt niet alleen voor sta. Dat maakt mijn pijn er niet minder om, maar stelt me wel in staat – beetje bij beetje – om deze tragische en ingrijpende gebeurtenis misschien ooit helemaal een plek in mijn leven te geven.
Een gewone jongen schrijf ik hierboven, maar is dat wel zo??
Nee, natuurlijk niet! Ik zou jullie echt niet lastig willen vallen met een huis tuin en keuken curriculum zonder meer… Er is namelijk iets dat mij doet onderscheiden van veel andere mensen, mannen en vrouwen en dat wil ik via dit schoolblad en middels dit stukje met jullie delen; niet dat het nu eigenlijk zo bijzonder is, in tegendeel: ik beschouw dit bijzondere als een gewoon onderdeel van mijn persoonlijkheid. Ik ben Da-niel, dit hoort bij Daniel, en maakt me tot wat ik nu ben, tot wie ik nu ben.
Nieuwsgierig? Lees dan vooral door!
Waar het om gaat is dat ik ruim een jaar geleden ontdekt heb dat ik me aangetrokken voel tot mensen van mijn eigen geslacht. Jongens trekken mij aan, meer dan meisjes en als het mij ooit gegeven is wil ik al mijn liefde en affectie (en dat is heel veel!!!) willen projecteren op die ene speciale persoon, waar ik dus van kan houden, en hij van mij natuurlijk. Juist, jullie snappen hem: ik ben dus homoseksueel.
Wat???
Ja, goed gelezen hoor: HOMOSEKSUEEL, en ik bedoel dus
H*O*M*O*S*E*K*S*U*E*E*L.
Alleen het woord al zorgt er bij bepaalde mensen voor dat ze op z’n minst zwaar de wenkbrauwen fron-sen, maar meestal ernstiger vormen van afkeurend gedrag vertonen. Dat is verschrikkelijk jammer, onnodig en ook onjuist. Ik weet zeker dat de Here, die niet voor niets de Schepper wordt genoemd, mij geschapen heeft zoals ik ben, met mijn licht en schaduwkanten, met mijn goede en minder goede kanten, en ja, óók met mijn homoseksualiteit. Ik heb hier niet voor gekozen: het WAS er op een gegeven moment gewoon, het manifesteerde zich.
Ja, ik schrok er natuurlijk wel van in het begin, want dat is iets waar je eigenlijk nooit echt rekening mee houdt, maar uiteindelijk heb ik het geaccepteerd, heb ik MEZELF geaccepteerd zoals ik ben, en ik ben nu blij dat ik ben zoals ik ben. Homoseksualiteit past me als een handschoen en zal voor een deel mijn leven nu en in de toekomst richting geven, op welk vlak dan ook!
Ben ik nu een ander mens geworden daardoor? Heeft die ontdekking mij veranderd?
Nee, eigenlijk niet!
Ieder mens is geschapen naar Gods evenbeeld, zoals er geschreven staat, en in dat verband zou ik de (pas-sende) vergelijking met een diamant willen maken. Jullie, meisjes, jongens, mannen, vrouwen, ik, wij alle-maal zijn waardevolle schepsels en kostbaar. Wij allen zijn diamanten met vele verschillende facetten, en afhankelijk van de lichtval, of de manier waarop je er naar kijkt ziet ieder weer andere dingen in zijn medemens. Ik ook ben dus een diamant met talloze facetten, en door het ontdekken van mijn homoseksua-liteit niet opeens anders geworden. Natuurlijk niet! De lichtstand is enigszins gewijzigd en zo kunnen we bij Daniel een facet zien dat voorheen niet opviel, maar vooral kan iedereen met eigen ogen zien en ervaren dat Daniel gewoon Daniel gebleven is, zij het dan dat er iets bijgekomen is.
Een mooie beeldspraak, ten minste ik hoop dat jullie dat vinden. Hij is overigens niet van mezelf, he-laas….
Het punt is wel dat de meeste van mijn medemensen – fraaie beeldspraak of niet – mij zonder meer ver-oordelen. Homoseksualiteit ligt bepaald niet in de categorie van bijvoorbeeld het hebben van een hartkwaal of het hebben van een alcoholprobleem. Dat laatste is echt verschrikkelijk, want een man of vrouw met een alcoholprobleem berokkent zich zelf en anderen veel schade. Dat doe ik dus met mijn homoseksualiteit niet.
Ik beschouw mezelf als evenwichtig en harmonieus en door mijn homoseksualiteit niet langer meer te verber-gen breng ik mezelf noch anderen letsel toe…. De enige die nu nog geestelijk en in extreme gevallen lichame-lijk letsel kan oplopen ben ikzelf, door dit verhaal in bredere kring bekend te maken. Dit is ook de reden waarom ik zolang hiermee gewacht heb.
Waarom dit persoonlijke verhaal dan niet voor me gehouden, wetende wat de eventuele gevolgen zouden kunnen zijn?
Heel simpel dit: mijn moeder was de enige voor langere tijd die dit wist en tegelijkertijd voelde ik me steeds eenzamer worden. Ik werd en wordt steeds heftiger gekweld door gevoelens van verlatenheid en alleen zijn; niemand met wie ik m’n gevoelens kon delen, niemand waarmee ik kon praten over mijn verdriet en mijn angsten, niemand ten slotte die mijn diepste gevoelens en verlangens kon aanvoelen en die mij tot troost kan zijn.
Velen van jullie zullen beslist begrijpen hoe het is om een koesterende arm om je heen te krijgen als het eens wat moeilijker gaat, of samen te zijn met iemand die je recht in de ogen kijkt en fluistert: ik hou van je.
Mijn eenzaamheid begint me een beetje op te breken, ik kan er niet meer zo goed tegen, en daarom – tegen alle ratio in - heb ik besloten om met mijn gevoelens, emoties en verlangens in de openbaarheid te treden.
Ik heb niets meer te verbergen, er is niets waar ik me voor hoef te schamen, ik ben die ik ben: Daniel die houdt van zijn medemens, van het leven om hem heen, die houdt van zichzelf!
Alle mensen die mij afwijzen dan wel veroordelen vraag ik dit: waarom deze afkeur, deze afkeer, deze veroordeling? En alsjeblieft, kom niet aan met bijbelteksten die zo’n 2 tot 3 duizend jaar geleden door MENSEN op schrift gesteld zijn! Al heet het GODS woord, het is gewoon mensenwerk, en ik heb er dus totaal geen boodschap aan.
Waar zijn jullie toch bang voor en van??? Het gaat per slot van rekening alleen maar om LIEFDE, liefde tussen 2 mensen van hetzelfde geslacht weliswaar, maar dus gewoonweg: liefde, en wat is daar mis mee?
God zelf heeft ons geboden lief te hebben, en als het mij ooit gegund is zal ik Zijn gebod zeker in praktijk gaan brengen.
Ik hoop dat bovenstaand verhaal (dat overigens met heel veel emoties tot stand is gekomen) jullie allemaal tot nadenken stemt. Veroordeel me niet hierom, maar práát met me. Ik weet dat er – ook op deze scholen-gemeenschap – een aantal zijn als ik. Tegen jullie zeg ik: wees niet bang, kom voor jezelf op, wees trots op jezelf, geloof in je zelf, en leidt vooral het leven dat bij je past.
Daniel Ter Horst.
Ik maakte voor de zekerheid enkele kopieën en stopte alles in mijn tas. Ik had een opgelucht gevoel, nu ik dit alles eenmaal op papier had gezet, en keek bepaald uit naar wat hier op zou gaan volgen!
Lees verder: Awakenings - 3
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10