Door: Keith
Datum: 29-03-2019 | Cijfer: 9.6 | Gelezen: 14510
Lengte: Lang | Leestijd: 32 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Lang | Leestijd: 32 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 48
De donderdag begon gewoon om half zes. Geen uurtje vroeger, geen vrijpartijtje. Toen ik Joline tijdens het ontbijt daarmee plaagde keek ze me even spottend aan. “Meneer, wie klaagde er niet al te lang geleden over de arbeidsomstandigheden van zijn medewerkers in zijn zaadfabriekjes? Dat zo de laatste tijd steeds moesten overwerken en zo? Volgens mij was jij dat. Nu gun ik ze een dagje rust, is het wéér niet goed!” Ik knikte. “Klopt, maar het management denkt daar anders over. Dat wil, zoals elk management, produktie zien.” Joline stak haar tong uit. “Schijt aan het management. De werkende klasse moet af en toe op adem komen, anders is er helemaal geen productie meer.” En met woorden verdween ze naar de slaapkamer om zich op te maken.
Toen ze even later terugkwam zag ze er weer perfect uit. Haar haren in een mooie vlecht, blouse, rokje, panty en pumps, haar vestje over haar arm. “Zo. Ik ben er klaar voor.” Ze bleef in de deur naar de hal staan. “Rij jij of rij ik?” Ik gaf haar de sleutels. “Rij jij maar. Op één voorwaarde: je rok tot minimaal halverwege je benen optrekken. Ik wil nog even van je genieten, schat.” Ze glimlachte. “En m’n bloesje zeker ook wat meer knoopjes open dan zakelijk gezien verantwoord is?” Ik knipoogde. “Als jij daar happy van wordt…” Ze schudde haar hoofd. “Nee. En jij ook niet,want daar komen ongelukken van en dat gaat je je auto kosten. Mijn knoopjes blijven zedig dicht, meneertje. En die rok… Vooruit, daarin wil ik je wel tegemoet komen. En nu naar beneden, anders is het al druk op de weg.”
We sloten af en gingen op weg. Eenmaal in de auto lag Joline’s rokje nog zedig over haar knieën. “Hé mooie dame… Dat hadden we niet afgesproken! Je zou je rokje optrekken tot minimaal halverwege je bovenbenen.” Joline schudde haar hoofd. “Nee hoor, dat hadden we helemaal niet afgesproken. Ik zou mijn rokje optrekken tot minimaal halverwege mijn benen, meneertje. Niet mijn bovenbenen. En zo ligt het rokje nu. Ik hou me keurig aan mijn afspraak…” Ze lachte me uit. “Kunnen we nu wegrijden?” Ze startte de motor en reed handig de garage uit. “Eerst nadenken voor je iets roept, meneer Jonkman.”
Haar blik was spottend maar ze legde een hand op mijn been. “Morgenavond mag je alles weer bekijken. En strelen. En voelen. Wat je maar wilt. Even geduld a.u.b.” Ik gromde. “Theo had gelijk toen hij zei: ‘daar heb je je handen vol aan, meneer. Die is niet achterlijk.’ Ik had naar hem moeten luisteren.” Joline lachte. “Daarom heeft hij mij ook aangenomen… En jij bent nog steeds geschikt als leider van een cabaretgezelschap, weet je nog? Fijne complimenten geeft die baas van ons…” We lachten samen.
“Zo meteen eens kijken hoe onze drill-sergeant Angelique het doet met de nieuwe collega’s. En of ze hun huiswerk gedaan hebben. Niet onbelangrijk.” Vanaf volgende week hebben Chantal en Tineke elk eentje onder hun hoede. En wij willen wel dat de dames behoorlijk zijn ingewerkt, voordat ze overgedragen worden.”
Eenmaal in Gorinchem zagen we alleen Angelique achter de desk zitten. Met een gezicht wat op onweer stond. Joline liep meteen naar haar toe. “Hoi An, wat is er aan de hand?” “Onze nieuwste medewerkers… De één belt me gisteravond op met de boodschap dat ze het werk nogal veeleisend vond en dat ik er rekening mee moest houden dat ze ook nog een sociaal leven had. De ander stuurt me net een SMS'je dat ze éérst de kinderen naar de opvang moet brengen en om 09:30 ongeveer op het werk komt. Kan ook iets later worden…”
Joline kneep haar ogen iets samen. “Ik bel het uitzendbureau wel op waar die twee vandaan komen. Beiden zijn ze niet meer welkom. Laat ze maar twee anderen sturen. Zijn die dames helemaal gek geworden…” Angelique keek op haar horloge. “Die lui van het uitzendbureau liggen waarschijnlijk nog in bed. Beginnen pas om 09:00, weet je wel?” Joline pakte de telefoon. “Klopt, maar hun intercedent niet. Die ken ik toevallig…” Ze toetste wat nummers in.
“Goedemorgen mevrouw, u spreekt met Joline Boogers van Van Weert Vastgoedbeheer, Gorinchem. Gisteren zijn er hier twee dames begonnen als receptioniste. Beiden zijn niet meer welkom. De een vond het werk te zwaar en mijn collega te veeleisend, de ander smste net dat ze rond 09:30 misschien zou komen opdraven, nadat ze de kinderen naar de opvang had gebracht. Sorry, dat soort types kunnen we hier niet gebruiken. Zoals mijn vriend zegt: “Op tijd is vijf minuten voor tijd.” Ze zweeg even en knipoogde naar mij. “Is goed, we redden ons wel tot een uur of twaalf… Daarna staan ze op de stoep? Oké, dank u wel!” Ze hing op. “Zo Kees, ook nog een citaat van jou gebruikt…”
Ze keek naar Angelique. Om twaalf uur hebben we twee nieuwe recruten.” Angelique keek wat somber. “Kunnen de hele riedel weer overnieuw gaan doen… Verdorie.” Ik keek haar aan. “Weet je wat? Ik maak vanavond een uitgebreide indische rijsttafel voor ons drieën; als je die achter de kiezen hebt heb je weer genoeg energie voor vrijdag.”
Ze keek Joline even aan en die knikte. “Ja, zo koopt hij mij ook altijd om. Met lekker eten.” Ik trok een wenkbrauw op. “Alleen met lekker eten, mevrouw Boogers?” Ze gaf me een por. “Kees Jonkman, sommige dingen bespreek je niet in het openbaar. Wegwezen, naar je pirateneiland jij.” Tegen onze gewoonte in omhelsde ze me en gaf me een lange knuffel die eindigde in een zoen.
Op dat moment hoorden we stem van Henk, op weg naar de koffie. “Tijd voor een #metoo….” Ik draaide me om. “Wou je ook een knuffel van me, lekkere vent? Kom maar hier hoor…” Zonder te blikken of te blozen liet Henk z’n tas vallen en sloeg z’n armen om me heen. Na een seconde liet hij me los en zei grijnzend: “Zo. Dat was één. Nu de ander…” En hij deed een stap richting Joline. Die stak haar hand op. “Kun je schrijven, Henk? Schrijf het maar op je buik. Je heet geen Theo.”
Hij trok een pruillipje. “Verdorie, denk je door de rijstebrijberg die ‘Kees’ heet, heen te zijn, blijken de grenzen van Luilekkerland gesloten te zijn… Ik ben toch niet voor niets de plaatsvervanger van Kees?”
Joline lachte gemeen. “Ja, dat ben je inderdaad. Maar niet als het gaat om zoenen en knuffels, denk daar goed aan, vriend.” Maar daarna liep ze naar hem toe en gaf hem een korte knuffel. “Maar je bent wel aardig. En ik hoor goeie verhalen over je…”
Met een knalrood hoofd pakte Henk z’n tas op. “Voortaan ga ik door de achterdeur naar binnen, Kees!” “Helpt je niks, makker… Met ingang van maandag zit ze naast Gonnie op kantoor. Commandant Backoffice, weet je nog?” Hij sloeg demonstratief tegen z’n voorhoofd. “O shit, dat is waar ook…” En met een brede grijns verliet hij de hal.
Angelique stond nog na te proesten. “Die kop van hem toen jij ‘m omhelsde… Hij schrok zich dood!” Ik grinnikte. “Ik ga maar eens nazorg plegen bij vriend Henk. It’s a dirty job, but someone has to do it. Zoek alvast het telefoonnummer van Slachtofferhulp op!” Na een beker koffie gehaald te hebben liep ik de groepsruimte binnen.
“En? Een beetje bekomen van de schrik?” Henk keek lachend op. “Wat heb jij een haaibaai als vriendin…” Ik schoot in de lach. “Nooit iets van gemerkt… Joline is zóó meegaand. Zeker als je haar vergelijkt met mijn twee zussen. Als je bij een van mijn zussen zoiets geflikt had, had je nu de lippenstift-afdrukken op de kraag van je overhemd gehad. En niet één keer, maar een keer of drie, misschien wel zes. En dan had je thuis wat uit te leggen, makker…”
Hij keek nieuwsgierig. “Je zussen? Je hebt het altijd over je zusjes gehad. Ik dacht aan meisjes van hooguit zestien of zo…” Ik pakte mijn telefoon en liet de foto zien van de tweeling met mij er tussen in. “Kijk, dit zijn mijn zusjes. Een één-eiïge tweeling. Beide dames zijn 25, studeren in Wageningen. De een heeft recentelijk een landmacht-officier aan de haak geslagen, de ander een machinist van een middelgroot containerschip. En beide heren zijn mijn vrienden, want het zijn de broers van Joline.”
Hij keek me aan. “Wát??” Ik knikte. “Joline en ik kregen een relatie en binnen een week had Clara een relatie met ene Ton Boogers, luitenant der Infanterie. Twee weken later kwam machinist Rob Boogers terug van zee, en binnen drie dagen had hij een relatie met m’n jongste zus Melissa. En beide heren hebben hun handen vol aan mijn twee zussen. Daarmee vergeleken is Joline een heel mak lammetje.”
Henk keek me aan. “Hoe in vredesnaam kan zo’n lelijke vent als jij twee van zulke knappe zussen hebben?” Ik haalde m’n schouders op. “Waarschijnlijk hadden mijn ouders na mijn geboorte nog een aantal fraaie chromosomen over. En die hebben ze vervolgens in de tweeling gepompt. Maar goed, genoeg over mijn familie; we moeten vandaag dingen doen!”
Even later was het Piratenteam compleet en aan het werk. ’s Middags liep Joline niet mee met de lunchwandeling; twee nieuwe dames waren onder leiding van Angelique en Joline hard aan de slag achter hun desk. Joline gaf me in het voorbijgaan een knipoog en daar moest ik het voorlopig mee doen. En om vijf uur stonden Joline en Angelique in de hal op me te wachten. “Héhé… Is meneer eindelijk klaar? Dan gaan we nu richting Veldhoven. Indische rijsttafel! Ik heb er zin in.” Joline reed, dus beide dames gingen voorin zitten en ik nam plaats op de achterbank. Kwam me prima uit, dan kon ik even m’n ogen dicht doen voordat ik moest gaan koken. Toen we door de bebouwde kom van Veldhoven reden, werd ik wakker door de verkeersdrempels en eenmaal voor de flat was ik weer compleet bij bewustzijn. “Zo, we zijn er! Uitstappen mevrouw, dan doen we de garage dicht en gaan we naar boven.”
Eenmaal in de flat keek Angelique haar ogen uit. “Leidt jij haar maar rond, Joline; ik ga mijn culinaire kunsten vertonen!” Ik verdween in de keuken, trok een fles wijn open, schonk drie glazen in en zette die op de ombouw van de keuken. Toen beide dames van het balkon af kwamen, wees ik ze op de wijn. “Lekker, Kees, dank je wel!” Ze gingen op de bank zitten kletsen met elkaar. Ik ving vanuit de verte wat dingen op, maar bemoeide me inhoudelijk niet met hun gesprek.
Angelique bleek een best wel pittige jeugd gehad te hebben. Haar ouders vroeg gescheiden, en haar moeder had haar alleen opgevoed. Zich veel ontzegd om Angelique te laten studeren. “Maar dat ga ik straks proberen terug te geven! Mijn mam is een schat”, hoorde ik haar op een gegeven moment zeggen. “Een lieve meid”, dacht ik op dat moment.
“Kees? Hoelang duurt het nog voor we gaan eten?” Joline keek me vanaf de bank aan. “Ongeveer nog een half uurtje.” “Mooi. Dan gaan deze twee dames zich even terugtrekken en douchen. Wij hebben vandaag aardig gebuffeld; jij hebt alleen maar zitten tekenen.” Ik grinnikte. “Jaja, maak mijn werk maar weer bespottelijk. Gaan jullie maar lekker douchen dames, ik kom jullie wel halen als het eten klaar is!” Angelique keek ondeugend. “Bluf!” Joline zei: “Zeg dat niet te snel… Hij is er toe in staat. Zorg dus maar dat je op tijd klaar bent met douchen, anders sluit hij het warme water bruut af.”
Angelique haalde haar schouders op. “Nou en? Thuis douchen wij ook vaak koud, Mam en ik.” Ik liep de keuken uit. “Ik geloof dat ik mijn excuses aan jou moet maken dame.” Ze trok haar wenkbrauwen op en Joline begon te grinniken. “De eerste keer dat Joline het over jou had, na de… ahum… bekendmaking van onze relatie, constateerde ik vervolgens dat jij niet ‘mijn type’ was. Mijn woorden waren toen: ‘15 centimeter te kort, drinkt haar koffie zwart en zonder suiker en houdt vast niet van koud douchen.’ Het eerste kun jij niets aan doen, het tweede klopt, maar het derde is dus een grote vergissing. Waarvoor, een beetje laat, mijn excuses.”
Ik keek naar Joline, maar die hield wijselijk haar mond. Angelique lachte flauwtjes. “Dat koude douchen was omdat mijn moeder heel zuinig was. Niet gierig, maar ze legde elke cent die kon, apart voor mij. Zodat ik kon gaan studeren. Nu ze iets meer financiele armslag heeft, doen we het nog steeds. Alleen op zondag douchen we warm.” Ze keek om zich heen. “Als ze jouw appartement zou zien, Kees, zou ze zich een rolberoerte schrikken.” Ik keek haar aan. “Angelique, als ze wil: je mag haar best eens meenemen hoor. Zo’n schat van een vrouw wil ik wel eens verwennen met een goed etentje. En overigens is het niet meer ‘mijn’ appartement, maar ‘ons’ appartement. Die blonde feeks daar hoort sinds een tijdje bij de inventaris.”
Joline nam haar bij de arm. “Kom An, als hij met ‘blonde feeks’ en zo gaat beginnen, wordt het tijd om te douchen. Warm.” Beiden verdwenen in de slaapkamer en ik ging verder met koken. Na vijf en twintig minuten klopte ik op de slaapkamerdeur. “Dames… over vijf minuten kan er gegeten worden!” “We komen er aan, Kees!” hoorde ik Joline zeggen. Ik dekte de bar en zette de koude schaaltjes alvast neer. Even later kwamen ze binnen; beiden in spijkerbroek en trui. “Zo, lekker even geen pumps en rokje aan”, zei Angelique. Ik onthield mij wijselijk van commentaar en ging door met tafel dekken. Beide dames kwamen aan de bar zitten en ik schonk hun glazen nog eens vol. Zelf nam ik een glas druivensap.
“Zo, dames… voor u ziet u een Indische rijsttafel. Ik heb van alles een beetje gemaakt en ja, ik weet het: dat staat haaks op de traditie van een Indische rijsttafel die normaal zéér overvloedig is. Maar dat heeft als reden dat ik het de rest van de avond óók gezellig wil hebben en niet amechtig liggen uit te buiken.” Joline keek Angelique aan. “De eerste paar keren dat hij kookte schepte ik lekker op. Bleek meneer daarna nog met een dessert aan te komen waar je “U” tegen zei. Zorg dus dat je nog een gaatje overhoudt.”
We gingen lekker eten, ondertussen gezellig kletsend. Joline vertelde het verhaal van onze eerste ontmoeting en de eerste bezoeken aan de wederzijdse ouders. Angelique bleek geïnteresseerd te zijn in mijn militaire verleden en Joline vroeg of ik daar wat meer over wilde vertellen. Ik haalde mijn schouders op. “Dan ga ik jullie alleen maar vervelen met stoere militaire verhalen…” Joline schudde haar hoofd. “Daar geloof ik niets van, Kees Jonkman. Jij hebt vast nog wel meer dingen meegemaakt in Bosnië en Afghanistan dan je mij in die schaarse paar keren verteld hebt. Kom op.” Angelique keek me aan. “Waarom ben jij in dienst gegaan? Je wilde geen carrière als beroepsmilitair, zei je net zelf…” Ik knikte. “Klopt. Ik had net m’n school afgerond, was goed in sport. Dat vond ik leuk, tenminste: zolang er geen bal aan te pas kwam. Techniek interesseerde me ook, en ik zocht een omgeving waar ik kameraadschap kon ervaren. En, achteraf gezien: ik wilde iets bewijzen. Bewijzen dat ik er wél toe deed. Dat ik geen sulletje was.
Nou, dan zit je bij de Infanterie best goed. De eerste maand keek ik vooral de kat uit de boom: wie zijn de ‘haantjes’, wie zijn de zwakke broeders, wie is betrouwbaar en wie niet? De haantjes vielen vaak snel door de mand. De zwakkere broeders, althans degenen die ik mocht, kon ik helpen. Na een maand hadden we een clubje van vier man die elkaar door dik en dun steunden, de hele opleiding door. Gelukkig gingen er twee met mij mee de rij-opleiding in, zodat we nog langer met elkaar konden optrekken. Na de rij-opleiding gingen we echter uiteen; zij gingen naar Havelte, ik naar Oirschot.
Ik kwam in een compagnie die zich klaar ging maken voor Bosnië; vier maanden na de rij-opleiding stond ik op het vliegveld van Sarajevo en een dag later in Novi Travnik, waar onze base was. Ik was chauffeur van een YPR, een pantserrupsvoertuig. Een redelijke matsbaan; je moest je voertuig in orde hebben, je wachtjes en andere diensten draaien en patrouilles rijden. Echt heel spannend was het al niet meer in Bosnië; de voormalige strijdende partijen keken wel uit om iets tegen SFOR te doen. Het grootste gevaar vormden de vele mijnen in het gebied en de UXO’s, dat is de afkorting voor Unexploded Ordnance, oftewel niet-geëxplodeerde munitie.
Ook een aantal lieden die dachten door te kunnen gaan met hun smerige zaakjes waren gevaarlijk. Voornamelijk oorlogsmisdadigers die ondergedoken waren en nu als een soort mafia-opperhoofd met privé-legertjes de omgeving terroriseerden. We moesten nogal eens assisteren als zo’n schoft werd opgepakt. Omdat ik er geen zin in had om alleen maar piloot van mijn voertuig te zijn, vroeg ik aan mijn commandant of ik ook opgeleid kon worden op het scherpschuttersgeweer. Normaal doen ze dat in Nederland, maar we kwamen wat scherpschutters tekort, én ik kon aardig schieten, dus… Een week later zat ik weer in Sarajevo, op Camp Butmir om door de Amerikanen opgeleid te worden op de Accuracy. Da’s een scherpschuttersgeweer. Groot, zwaar, lomp en enorm krachtig. Als je daarmee goed om kan gaan, kun je iemand op meer dan duizend meter raken.
Die opleiding duurde vier weken, daarna kon ik terug naar Novi Travnik en had de compagnie er een scherpschutter bij. En zo kwam het dat ik het ene moment chauffeur was, en een minuut later met mijn geweer op m’n nek door de shit moest baggeren… Als er erover klaagde, lachte mijn sergeant altijd en zei dan: “Hé Jonkman, daar heb je écht zelf voor gekozen, sukkel.” En hij had gelijk.” Ik nam nog een slok van m’n sapje.
Angelique keek me scherp aan. “Heb je dat geweer moeten gebruiken? Ik bedoel…” “Je wilt weten of ik iemand gedood heb? Waarom wil je dat weten?” Mijn stem was misschien scherper dan ik bedoelde en Angelique kleurde. “Sorry. Had ik misschien niet moeten vragen…” Ik schudde m’n hoofd. “Nee dame, ik moet m’n excuses maken. Ik reageerde iets te agressief. En om je vraag te beantwoorden: Ja. Zowel in Bosnië als later in Afghanistan. Heb ik daar moeite mee? Ja. Sommigen van de lui die ik gedood heb kwamen jaren later in een droom nog wel eens voorbij. Niet dat ik minder door functioneerde, maar ik heb er wel over gedroomd. Overigens is dat een goed teken: het geeft aan dat ik een gewoon mens ben, met een geweten.”
Joline legde haar hand op m’n knie. “Jij bent alles behalve een gewoon mens, meneer Jonkman…” Angelique knikte. “Mag ik het daar volledig mee eens zijn, mevrouw Boogers?” Joline grinnikte. “Ja, dat mag, mits u geen pogingen doen om vannacht mijn plaats in bed in te nemen.” Angelique proestte het uit. “Was ik niet van plan. Ik prefereer écht iemand van mijn eigen postuur. Anders krijg je zo’n pijn in je nek tijdens het zoenen…” Ik moest lachen. “Ja, en je partner pijn in z’n rug van het bukken. Maar Angelique, nu we toch op de persoonlijke toer zijn: heb jij een vriend?”
De waarschuwende blik van Joline kwam te laat en Angelique keek me aan. “Die wás er. Totdat meneer er achter kwam hoe de situatie bij mij thuis was. Een dag daarna verbrak hij de relatie. Meneer was van goede komaf en wenste zich niet in te laten met een meisje wat samen met haar moeder zo ongeveer op bijstandsniveau leefde.” Haar normaal warme stem was ijskoud geworden. “Gelukkig haalde hij z’n propodeuse niet, kreeg een negatief studie-advies en moest afhaken. Leedvermaak is ook vermaak, heb ik toen geleerd.”
Ik knikte. “Sorry dat ik die vraag stelde… Ik ken dat soort types. Denken zich alles te kunnen veroorloven omdat… Wie zong dat liedje ook alweer? …. ‘jouw pa in een grotere bak rijdt dan de mijne…’ Verdorie… Ik kan er niet op komen.” Joline zei zachtjes: “Ben ik te min?” van Armand. Begin jaren zestig.”
Ik keek haar met open mond aan en ze moest lachen. “Op school een werkstuk gemaakt over de protestsongs uit de jaren zestig en zeventig. Deze was een tijdje mijn favoriet, totdat mijn Pa me er fijntjes op wees dat ik zonder moeite het meisje kon zijn wiens Pa een grotere bak reed… En ondanks dat een vriendje in geen velden of wegen te zien was, was dat lied plotseling een stuk minder te horen in huize Boogers…”
Ik moest gniffelen. “Oh? En die puisterige buurjongen dan waarmee je zat te zoenen in de achtertuin?” En schop tegen m’n schenen was m’n beloning. “Kees! Ga je die nou elke keer ten tonele voeren als we het hebben over mijn onschuldige jeugd?” Tegen Angelique vertelde ze het verhaal van de buurjongen die uiteindelijk dankzij Rob het hazepad koos.
Angelique gierde van het lachen. “Wát een vent, die broer van jou! Heerlijk! Is hij nog vrijgezel? Zo iemand zoek ik…” Joline schudde haar hoofd. “Helaas dame. Je bent een paar weken te laat. Mijn beide broers zijn twee weken na elkaar gestrikt door niemand minder dan de beide zussen van Kees, bijgenaamd “The red Twins”. Levensgevaarlijke types voor de mannelijke bevolking van Amersfoort, maar uiteindelijk zijn twee heren uit Malden voor hun charmes gevallen.”
Angelique keek gespeeld bedroefd. “Shit. Wéér achter het net gevist.” Ik troostte haar. “Met beide heren had je pijn in je nek gekregen, An. Ze zijn bijna net zo lang als ik. Maar ik heb nieuws voor je: er zijn in ieder geval nog twee vrijgezelle piraten: Henry, onze jongste piraat Henry en André. Maar André is vorig jaar gescheiden. Of hij alweer aan een nieuwe relatie toe is…”
Joline keek me met afgrijzen aan. “Zit je nou alwéér te koppelen, Kees Jonkman? Laat dit arme kind rustig haar studie afmaken, verdorie…” Ze wendde zich tot Angelique. “Of beginnen je eierstokken al te klotsen?” Die schudde proestend haar hoofd. “Nee hoor… Ik zie het voor me: ikke met André? Daar zit toch een jaar of tien tot vijftien verschil tussen, nee dank je wel. En Henry… Kan ik zo één-twee-drie niet thuis brengen, sorry.” Joline dacht even na. “Sluik blond haar, bril, smal, niet al te groot, onopvallend… Een beetje nerdy type.”
Ik moest het voor Henry opnemen. “Hoho, mevrouw. Je zit daar één van mijn ingenieurs af te schilderen als ‘nerdy type’, maar hij is alle behalve dát. Sterker nog: hij lijkt in vele opzichten op mij, een jaar of tien geleden. En als we onder elkaar zijn blijkt dat hij een enorm gevoel voor humor heeft met heel vaak heel rake opmerkingen. In groter gezelschap kruipt hij meteen in z’n schulp en zie of hoor je hem niet. En qua vakkennis is hij briljant. In feite een jongere uitgave van mij dus.”
Joline keek me aan en ik zag dat ze moest gniffelen. “Ja, zeg het maar, Jolientje…” Ze zei, lief glimlachend: “Hij is dus nog maagd…” Angelique, die net een slok wijn had genomen, verslikte zich, proestte de wijn over tafel en kreeg het benauwd. Ze kreeg van Joline een klap op haar rug. Toen ze weer op adem was gekomen, keek ze ons aan. “Jolien, jouw moeder had gelijk. Jullie zijn inderdaad knettergek… Maar lief dat jullie wat veldonderzoek voor mij gedaan hebben. Ik stel dat op prijs, maar hoop zelf ook nog iets in te brengen te hebben.” Ik liep naar de keuken om een doekje op te halen en zei ondertussen: “Dat ‘veldonderzoek’ heb ik niet uitgevoerd hoor. Dat komt compleet voor rekening van die blonde feeks uit Gorinchem. Ik val persoonlijk niet zo op mannelijke ingenieurs. Ik prefereer vrouwelijke receptionistes…” Expres liet ik een stilte vallen. “… van minimaal één meter tachtig, met lange blonde haren. En dát veldonderzoek heb ik een aantal weken geleden tot volle tevredenheid afgerond.”
Ik veegde de tafel schoon en Angelique kleurde. “Sorry Kees…” Ik grinnikte. “Niet jouw schuld. Als je moet wachten met drinken omdat je denkt dat er een gevatte opmerking aankomt, sterf je in dit huis van de dorst.” Ik keek op mijn horloge. “Maar dames, wat denkt u ervan? Het is over half elf. Ik vind het bere-gezellig, maar de wekker gaat om half zes weer lawaai maken. En voor jullie is het een spannende dag: je laatste dag als receptioniste in de hal. Volgende week als fulltime medewerker van de firma DT! Hoe voelt dat?”
Angelique’s ogen glommen. “Heerlijk! Sowieso waren deze laatste weken heerlijk, vergeleken met de stage bij Zoomers, maar om straks bij DT te werken…” Ze keek naar Joline “… met zo’n cheffin… Had ik een maand geleden niet durven dromen! Dank jullie wel!”
Ze gaf Joline drie zoenen en liep toen op mij af. “Hoho dame, die benoeming bij DT heb je niet aan mij te danken!” “Toch wel, Kees. Als jij en Joline geen relatie waren begonnen, had Joline nooit bij jouw presentatie gezeten en moeilijke vragen gesteld. Dan was ze nooit bij Theo opgevallen als economisch talent, en had ze mij dus niet mee kunnen nemen naar DT. Dus het wel degelijk óók aan jou te danken.” Ze omhelsde me en gaf mij ook drie zoenen.
“Goed, An, ik zal je even wegwijs maken in de logeerkamer en –douche. Kees, sluit jij af?” Even later stonden Joline en ik samen in de slaapkamer. “Leuke meid, Joline. Lekker spontaan en reuze slim. Daar heb je straks een hele goeie aan.” Ze knikte. “Daarom heb ik haar ook meegenomen naar DT, Kees…” Ze kleedde zich uit en stond even later in haar slipje en BH naast het bed. Ik keek naar haar en dat zag ze. “Heb ik iets van je aan, Kees?”
Ik gniffelde. “Nee, dat niet. Maar het uitzicht nu is beter dan net…” Ze mopperde: “Mag een meisje geen makkellijke kleding aan? Moet het altijd op hoge hakken, in een kort rokje en een bloesje met diep decolleté om de heren te behagen?” Ik liep om het bed heen, naar haar toe. “Lieve schat: ooit heb ik eens gezegd dat jij er ook met een jute zak prachtig uit zou zien. En daar blijf ik bij. En die strakke spijkerbroek van net stond je óók prachtig. Maar zoals je er nu bij staat, in een simpel slipje en een BH, je haar los en die glimlach op je gezicht, ben je in staat om de doden tot leven te wekken.”
Ze keek naar mijn boxer en zei droogjes: “Ik zie het…” Ik kietelde haar. “Die is niet dood, dame! En dat zul je morgen weten ook!” Stoeiend eindigden we op bed. “Heb je er zin in, morgen?” Ze knikte hevig. “Zeker weten! En nog veel meer zin in volgende week, als collega van jou!” Ze kroelde tegen me aan. “En het scheelt ongeveer vijftienhonderd euro per maand… Wat moeten we met dat geld, Kees?” “Het is jouw geld, schat.
Maar als we het over ‘goede doelen’ gaan hebben: sinds vanavond weet ik er wel eentje.”
Ze keek me aan en zei: “De moeder van Angelique?” Ik knikte. “Als we die eens een beetje financieel gaan ondersteunen… Wat dacht je daarvan? Op een of andere manier anoniem, via een notaris of zo… Dat moét te regelen zijn.” Een instemmend “hmmmm” klonk naast me en daarna voelde ik twee armen om m’n nek en een paar warme lippen op mijn mond. En even later hoorde ik in m’n oor: “Je bent een schat!” Ik keek Joline aan. “Gelukkig zijn en het niet delen is zwaar egoïstisch, heb ik vroeger al geleerd. Van mijn ouders. En die hebben dat ruimschoots toegepast.” Ze kroelde tegen me aan. “De mijne ook. Met name mijn moeder, omdat zij ook wist wat het is om in armoede te leven. Eén van de redenen waarom onze ouders elkaar wel waarderen, denk ik.”
Ik deed het bedlampje uit. “En nu mevrouw de receptioniste gaan we lekker slapen. Morgen een leuke dag er van maken, en morgenavond een leuke avond. Met de slotbrug omhoog, de poort dicht en de telefoons uit.” Joline wreef een been tegen me aan. “Ik denk dat we weer wat plastic nodig hebben… Het zou zo maar eens een vochtige avond kunnen worden.”
Ik grinnikte. “Oh? Gaat ’t regenen dan?” Ze pakte mijn hand en legde die op haar slipje. “Ja. Héél plaatselijk. En nu slapen, ridder. Morgenochtend geen sexuele escapades; netjes aankleden, ontbijten samen met met An en netjes naar Gorinchem.” “Jawel mevrouw… Welterusten mevrouw.” We zoenden even. “Handjes boven de dekens houden, Kees!” hoorde ik even later de donkere stem van Balou zeggen. “Irritant sexloos klerebeest…” mopperde ik, wat een giechel naast me veroorzaakte….
Toen ze even later terugkwam zag ze er weer perfect uit. Haar haren in een mooie vlecht, blouse, rokje, panty en pumps, haar vestje over haar arm. “Zo. Ik ben er klaar voor.” Ze bleef in de deur naar de hal staan. “Rij jij of rij ik?” Ik gaf haar de sleutels. “Rij jij maar. Op één voorwaarde: je rok tot minimaal halverwege je benen optrekken. Ik wil nog even van je genieten, schat.” Ze glimlachte. “En m’n bloesje zeker ook wat meer knoopjes open dan zakelijk gezien verantwoord is?” Ik knipoogde. “Als jij daar happy van wordt…” Ze schudde haar hoofd. “Nee. En jij ook niet,want daar komen ongelukken van en dat gaat je je auto kosten. Mijn knoopjes blijven zedig dicht, meneertje. En die rok… Vooruit, daarin wil ik je wel tegemoet komen. En nu naar beneden, anders is het al druk op de weg.”
We sloten af en gingen op weg. Eenmaal in de auto lag Joline’s rokje nog zedig over haar knieën. “Hé mooie dame… Dat hadden we niet afgesproken! Je zou je rokje optrekken tot minimaal halverwege je bovenbenen.” Joline schudde haar hoofd. “Nee hoor, dat hadden we helemaal niet afgesproken. Ik zou mijn rokje optrekken tot minimaal halverwege mijn benen, meneertje. Niet mijn bovenbenen. En zo ligt het rokje nu. Ik hou me keurig aan mijn afspraak…” Ze lachte me uit. “Kunnen we nu wegrijden?” Ze startte de motor en reed handig de garage uit. “Eerst nadenken voor je iets roept, meneer Jonkman.”
Haar blik was spottend maar ze legde een hand op mijn been. “Morgenavond mag je alles weer bekijken. En strelen. En voelen. Wat je maar wilt. Even geduld a.u.b.” Ik gromde. “Theo had gelijk toen hij zei: ‘daar heb je je handen vol aan, meneer. Die is niet achterlijk.’ Ik had naar hem moeten luisteren.” Joline lachte. “Daarom heeft hij mij ook aangenomen… En jij bent nog steeds geschikt als leider van een cabaretgezelschap, weet je nog? Fijne complimenten geeft die baas van ons…” We lachten samen.
“Zo meteen eens kijken hoe onze drill-sergeant Angelique het doet met de nieuwe collega’s. En of ze hun huiswerk gedaan hebben. Niet onbelangrijk.” Vanaf volgende week hebben Chantal en Tineke elk eentje onder hun hoede. En wij willen wel dat de dames behoorlijk zijn ingewerkt, voordat ze overgedragen worden.”
Eenmaal in Gorinchem zagen we alleen Angelique achter de desk zitten. Met een gezicht wat op onweer stond. Joline liep meteen naar haar toe. “Hoi An, wat is er aan de hand?” “Onze nieuwste medewerkers… De één belt me gisteravond op met de boodschap dat ze het werk nogal veeleisend vond en dat ik er rekening mee moest houden dat ze ook nog een sociaal leven had. De ander stuurt me net een SMS'je dat ze éérst de kinderen naar de opvang moet brengen en om 09:30 ongeveer op het werk komt. Kan ook iets later worden…”
Joline kneep haar ogen iets samen. “Ik bel het uitzendbureau wel op waar die twee vandaan komen. Beiden zijn ze niet meer welkom. Laat ze maar twee anderen sturen. Zijn die dames helemaal gek geworden…” Angelique keek op haar horloge. “Die lui van het uitzendbureau liggen waarschijnlijk nog in bed. Beginnen pas om 09:00, weet je wel?” Joline pakte de telefoon. “Klopt, maar hun intercedent niet. Die ken ik toevallig…” Ze toetste wat nummers in.
“Goedemorgen mevrouw, u spreekt met Joline Boogers van Van Weert Vastgoedbeheer, Gorinchem. Gisteren zijn er hier twee dames begonnen als receptioniste. Beiden zijn niet meer welkom. De een vond het werk te zwaar en mijn collega te veeleisend, de ander smste net dat ze rond 09:30 misschien zou komen opdraven, nadat ze de kinderen naar de opvang had gebracht. Sorry, dat soort types kunnen we hier niet gebruiken. Zoals mijn vriend zegt: “Op tijd is vijf minuten voor tijd.” Ze zweeg even en knipoogde naar mij. “Is goed, we redden ons wel tot een uur of twaalf… Daarna staan ze op de stoep? Oké, dank u wel!” Ze hing op. “Zo Kees, ook nog een citaat van jou gebruikt…”
Ze keek naar Angelique. Om twaalf uur hebben we twee nieuwe recruten.” Angelique keek wat somber. “Kunnen de hele riedel weer overnieuw gaan doen… Verdorie.” Ik keek haar aan. “Weet je wat? Ik maak vanavond een uitgebreide indische rijsttafel voor ons drieën; als je die achter de kiezen hebt heb je weer genoeg energie voor vrijdag.”
Ze keek Joline even aan en die knikte. “Ja, zo koopt hij mij ook altijd om. Met lekker eten.” Ik trok een wenkbrauw op. “Alleen met lekker eten, mevrouw Boogers?” Ze gaf me een por. “Kees Jonkman, sommige dingen bespreek je niet in het openbaar. Wegwezen, naar je pirateneiland jij.” Tegen onze gewoonte in omhelsde ze me en gaf me een lange knuffel die eindigde in een zoen.
Op dat moment hoorden we stem van Henk, op weg naar de koffie. “Tijd voor een #metoo….” Ik draaide me om. “Wou je ook een knuffel van me, lekkere vent? Kom maar hier hoor…” Zonder te blikken of te blozen liet Henk z’n tas vallen en sloeg z’n armen om me heen. Na een seconde liet hij me los en zei grijnzend: “Zo. Dat was één. Nu de ander…” En hij deed een stap richting Joline. Die stak haar hand op. “Kun je schrijven, Henk? Schrijf het maar op je buik. Je heet geen Theo.”
Hij trok een pruillipje. “Verdorie, denk je door de rijstebrijberg die ‘Kees’ heet, heen te zijn, blijken de grenzen van Luilekkerland gesloten te zijn… Ik ben toch niet voor niets de plaatsvervanger van Kees?”
Joline lachte gemeen. “Ja, dat ben je inderdaad. Maar niet als het gaat om zoenen en knuffels, denk daar goed aan, vriend.” Maar daarna liep ze naar hem toe en gaf hem een korte knuffel. “Maar je bent wel aardig. En ik hoor goeie verhalen over je…”
Met een knalrood hoofd pakte Henk z’n tas op. “Voortaan ga ik door de achterdeur naar binnen, Kees!” “Helpt je niks, makker… Met ingang van maandag zit ze naast Gonnie op kantoor. Commandant Backoffice, weet je nog?” Hij sloeg demonstratief tegen z’n voorhoofd. “O shit, dat is waar ook…” En met een brede grijns verliet hij de hal.
Angelique stond nog na te proesten. “Die kop van hem toen jij ‘m omhelsde… Hij schrok zich dood!” Ik grinnikte. “Ik ga maar eens nazorg plegen bij vriend Henk. It’s a dirty job, but someone has to do it. Zoek alvast het telefoonnummer van Slachtofferhulp op!” Na een beker koffie gehaald te hebben liep ik de groepsruimte binnen.
“En? Een beetje bekomen van de schrik?” Henk keek lachend op. “Wat heb jij een haaibaai als vriendin…” Ik schoot in de lach. “Nooit iets van gemerkt… Joline is zóó meegaand. Zeker als je haar vergelijkt met mijn twee zussen. Als je bij een van mijn zussen zoiets geflikt had, had je nu de lippenstift-afdrukken op de kraag van je overhemd gehad. En niet één keer, maar een keer of drie, misschien wel zes. En dan had je thuis wat uit te leggen, makker…”
Hij keek nieuwsgierig. “Je zussen? Je hebt het altijd over je zusjes gehad. Ik dacht aan meisjes van hooguit zestien of zo…” Ik pakte mijn telefoon en liet de foto zien van de tweeling met mij er tussen in. “Kijk, dit zijn mijn zusjes. Een één-eiïge tweeling. Beide dames zijn 25, studeren in Wageningen. De een heeft recentelijk een landmacht-officier aan de haak geslagen, de ander een machinist van een middelgroot containerschip. En beide heren zijn mijn vrienden, want het zijn de broers van Joline.”
Hij keek me aan. “Wát??” Ik knikte. “Joline en ik kregen een relatie en binnen een week had Clara een relatie met ene Ton Boogers, luitenant der Infanterie. Twee weken later kwam machinist Rob Boogers terug van zee, en binnen drie dagen had hij een relatie met m’n jongste zus Melissa. En beide heren hebben hun handen vol aan mijn twee zussen. Daarmee vergeleken is Joline een heel mak lammetje.”
Henk keek me aan. “Hoe in vredesnaam kan zo’n lelijke vent als jij twee van zulke knappe zussen hebben?” Ik haalde m’n schouders op. “Waarschijnlijk hadden mijn ouders na mijn geboorte nog een aantal fraaie chromosomen over. En die hebben ze vervolgens in de tweeling gepompt. Maar goed, genoeg over mijn familie; we moeten vandaag dingen doen!”
Even later was het Piratenteam compleet en aan het werk. ’s Middags liep Joline niet mee met de lunchwandeling; twee nieuwe dames waren onder leiding van Angelique en Joline hard aan de slag achter hun desk. Joline gaf me in het voorbijgaan een knipoog en daar moest ik het voorlopig mee doen. En om vijf uur stonden Joline en Angelique in de hal op me te wachten. “Héhé… Is meneer eindelijk klaar? Dan gaan we nu richting Veldhoven. Indische rijsttafel! Ik heb er zin in.” Joline reed, dus beide dames gingen voorin zitten en ik nam plaats op de achterbank. Kwam me prima uit, dan kon ik even m’n ogen dicht doen voordat ik moest gaan koken. Toen we door de bebouwde kom van Veldhoven reden, werd ik wakker door de verkeersdrempels en eenmaal voor de flat was ik weer compleet bij bewustzijn. “Zo, we zijn er! Uitstappen mevrouw, dan doen we de garage dicht en gaan we naar boven.”
Eenmaal in de flat keek Angelique haar ogen uit. “Leidt jij haar maar rond, Joline; ik ga mijn culinaire kunsten vertonen!” Ik verdween in de keuken, trok een fles wijn open, schonk drie glazen in en zette die op de ombouw van de keuken. Toen beide dames van het balkon af kwamen, wees ik ze op de wijn. “Lekker, Kees, dank je wel!” Ze gingen op de bank zitten kletsen met elkaar. Ik ving vanuit de verte wat dingen op, maar bemoeide me inhoudelijk niet met hun gesprek.
Angelique bleek een best wel pittige jeugd gehad te hebben. Haar ouders vroeg gescheiden, en haar moeder had haar alleen opgevoed. Zich veel ontzegd om Angelique te laten studeren. “Maar dat ga ik straks proberen terug te geven! Mijn mam is een schat”, hoorde ik haar op een gegeven moment zeggen. “Een lieve meid”, dacht ik op dat moment.
“Kees? Hoelang duurt het nog voor we gaan eten?” Joline keek me vanaf de bank aan. “Ongeveer nog een half uurtje.” “Mooi. Dan gaan deze twee dames zich even terugtrekken en douchen. Wij hebben vandaag aardig gebuffeld; jij hebt alleen maar zitten tekenen.” Ik grinnikte. “Jaja, maak mijn werk maar weer bespottelijk. Gaan jullie maar lekker douchen dames, ik kom jullie wel halen als het eten klaar is!” Angelique keek ondeugend. “Bluf!” Joline zei: “Zeg dat niet te snel… Hij is er toe in staat. Zorg dus maar dat je op tijd klaar bent met douchen, anders sluit hij het warme water bruut af.”
Angelique haalde haar schouders op. “Nou en? Thuis douchen wij ook vaak koud, Mam en ik.” Ik liep de keuken uit. “Ik geloof dat ik mijn excuses aan jou moet maken dame.” Ze trok haar wenkbrauwen op en Joline begon te grinniken. “De eerste keer dat Joline het over jou had, na de… ahum… bekendmaking van onze relatie, constateerde ik vervolgens dat jij niet ‘mijn type’ was. Mijn woorden waren toen: ‘15 centimeter te kort, drinkt haar koffie zwart en zonder suiker en houdt vast niet van koud douchen.’ Het eerste kun jij niets aan doen, het tweede klopt, maar het derde is dus een grote vergissing. Waarvoor, een beetje laat, mijn excuses.”
Ik keek naar Joline, maar die hield wijselijk haar mond. Angelique lachte flauwtjes. “Dat koude douchen was omdat mijn moeder heel zuinig was. Niet gierig, maar ze legde elke cent die kon, apart voor mij. Zodat ik kon gaan studeren. Nu ze iets meer financiele armslag heeft, doen we het nog steeds. Alleen op zondag douchen we warm.” Ze keek om zich heen. “Als ze jouw appartement zou zien, Kees, zou ze zich een rolberoerte schrikken.” Ik keek haar aan. “Angelique, als ze wil: je mag haar best eens meenemen hoor. Zo’n schat van een vrouw wil ik wel eens verwennen met een goed etentje. En overigens is het niet meer ‘mijn’ appartement, maar ‘ons’ appartement. Die blonde feeks daar hoort sinds een tijdje bij de inventaris.”
Joline nam haar bij de arm. “Kom An, als hij met ‘blonde feeks’ en zo gaat beginnen, wordt het tijd om te douchen. Warm.” Beiden verdwenen in de slaapkamer en ik ging verder met koken. Na vijf en twintig minuten klopte ik op de slaapkamerdeur. “Dames… over vijf minuten kan er gegeten worden!” “We komen er aan, Kees!” hoorde ik Joline zeggen. Ik dekte de bar en zette de koude schaaltjes alvast neer. Even later kwamen ze binnen; beiden in spijkerbroek en trui. “Zo, lekker even geen pumps en rokje aan”, zei Angelique. Ik onthield mij wijselijk van commentaar en ging door met tafel dekken. Beide dames kwamen aan de bar zitten en ik schonk hun glazen nog eens vol. Zelf nam ik een glas druivensap.
“Zo, dames… voor u ziet u een Indische rijsttafel. Ik heb van alles een beetje gemaakt en ja, ik weet het: dat staat haaks op de traditie van een Indische rijsttafel die normaal zéér overvloedig is. Maar dat heeft als reden dat ik het de rest van de avond óók gezellig wil hebben en niet amechtig liggen uit te buiken.” Joline keek Angelique aan. “De eerste paar keren dat hij kookte schepte ik lekker op. Bleek meneer daarna nog met een dessert aan te komen waar je “U” tegen zei. Zorg dus dat je nog een gaatje overhoudt.”
We gingen lekker eten, ondertussen gezellig kletsend. Joline vertelde het verhaal van onze eerste ontmoeting en de eerste bezoeken aan de wederzijdse ouders. Angelique bleek geïnteresseerd te zijn in mijn militaire verleden en Joline vroeg of ik daar wat meer over wilde vertellen. Ik haalde mijn schouders op. “Dan ga ik jullie alleen maar vervelen met stoere militaire verhalen…” Joline schudde haar hoofd. “Daar geloof ik niets van, Kees Jonkman. Jij hebt vast nog wel meer dingen meegemaakt in Bosnië en Afghanistan dan je mij in die schaarse paar keren verteld hebt. Kom op.” Angelique keek me aan. “Waarom ben jij in dienst gegaan? Je wilde geen carrière als beroepsmilitair, zei je net zelf…” Ik knikte. “Klopt. Ik had net m’n school afgerond, was goed in sport. Dat vond ik leuk, tenminste: zolang er geen bal aan te pas kwam. Techniek interesseerde me ook, en ik zocht een omgeving waar ik kameraadschap kon ervaren. En, achteraf gezien: ik wilde iets bewijzen. Bewijzen dat ik er wél toe deed. Dat ik geen sulletje was.
Nou, dan zit je bij de Infanterie best goed. De eerste maand keek ik vooral de kat uit de boom: wie zijn de ‘haantjes’, wie zijn de zwakke broeders, wie is betrouwbaar en wie niet? De haantjes vielen vaak snel door de mand. De zwakkere broeders, althans degenen die ik mocht, kon ik helpen. Na een maand hadden we een clubje van vier man die elkaar door dik en dun steunden, de hele opleiding door. Gelukkig gingen er twee met mij mee de rij-opleiding in, zodat we nog langer met elkaar konden optrekken. Na de rij-opleiding gingen we echter uiteen; zij gingen naar Havelte, ik naar Oirschot.
Ik kwam in een compagnie die zich klaar ging maken voor Bosnië; vier maanden na de rij-opleiding stond ik op het vliegveld van Sarajevo en een dag later in Novi Travnik, waar onze base was. Ik was chauffeur van een YPR, een pantserrupsvoertuig. Een redelijke matsbaan; je moest je voertuig in orde hebben, je wachtjes en andere diensten draaien en patrouilles rijden. Echt heel spannend was het al niet meer in Bosnië; de voormalige strijdende partijen keken wel uit om iets tegen SFOR te doen. Het grootste gevaar vormden de vele mijnen in het gebied en de UXO’s, dat is de afkorting voor Unexploded Ordnance, oftewel niet-geëxplodeerde munitie.
Ook een aantal lieden die dachten door te kunnen gaan met hun smerige zaakjes waren gevaarlijk. Voornamelijk oorlogsmisdadigers die ondergedoken waren en nu als een soort mafia-opperhoofd met privé-legertjes de omgeving terroriseerden. We moesten nogal eens assisteren als zo’n schoft werd opgepakt. Omdat ik er geen zin in had om alleen maar piloot van mijn voertuig te zijn, vroeg ik aan mijn commandant of ik ook opgeleid kon worden op het scherpschuttersgeweer. Normaal doen ze dat in Nederland, maar we kwamen wat scherpschutters tekort, én ik kon aardig schieten, dus… Een week later zat ik weer in Sarajevo, op Camp Butmir om door de Amerikanen opgeleid te worden op de Accuracy. Da’s een scherpschuttersgeweer. Groot, zwaar, lomp en enorm krachtig. Als je daarmee goed om kan gaan, kun je iemand op meer dan duizend meter raken.
Die opleiding duurde vier weken, daarna kon ik terug naar Novi Travnik en had de compagnie er een scherpschutter bij. En zo kwam het dat ik het ene moment chauffeur was, en een minuut later met mijn geweer op m’n nek door de shit moest baggeren… Als er erover klaagde, lachte mijn sergeant altijd en zei dan: “Hé Jonkman, daar heb je écht zelf voor gekozen, sukkel.” En hij had gelijk.” Ik nam nog een slok van m’n sapje.
Angelique keek me scherp aan. “Heb je dat geweer moeten gebruiken? Ik bedoel…” “Je wilt weten of ik iemand gedood heb? Waarom wil je dat weten?” Mijn stem was misschien scherper dan ik bedoelde en Angelique kleurde. “Sorry. Had ik misschien niet moeten vragen…” Ik schudde m’n hoofd. “Nee dame, ik moet m’n excuses maken. Ik reageerde iets te agressief. En om je vraag te beantwoorden: Ja. Zowel in Bosnië als later in Afghanistan. Heb ik daar moeite mee? Ja. Sommigen van de lui die ik gedood heb kwamen jaren later in een droom nog wel eens voorbij. Niet dat ik minder door functioneerde, maar ik heb er wel over gedroomd. Overigens is dat een goed teken: het geeft aan dat ik een gewoon mens ben, met een geweten.”
Joline legde haar hand op m’n knie. “Jij bent alles behalve een gewoon mens, meneer Jonkman…” Angelique knikte. “Mag ik het daar volledig mee eens zijn, mevrouw Boogers?” Joline grinnikte. “Ja, dat mag, mits u geen pogingen doen om vannacht mijn plaats in bed in te nemen.” Angelique proestte het uit. “Was ik niet van plan. Ik prefereer écht iemand van mijn eigen postuur. Anders krijg je zo’n pijn in je nek tijdens het zoenen…” Ik moest lachen. “Ja, en je partner pijn in z’n rug van het bukken. Maar Angelique, nu we toch op de persoonlijke toer zijn: heb jij een vriend?”
De waarschuwende blik van Joline kwam te laat en Angelique keek me aan. “Die wás er. Totdat meneer er achter kwam hoe de situatie bij mij thuis was. Een dag daarna verbrak hij de relatie. Meneer was van goede komaf en wenste zich niet in te laten met een meisje wat samen met haar moeder zo ongeveer op bijstandsniveau leefde.” Haar normaal warme stem was ijskoud geworden. “Gelukkig haalde hij z’n propodeuse niet, kreeg een negatief studie-advies en moest afhaken. Leedvermaak is ook vermaak, heb ik toen geleerd.”
Ik knikte. “Sorry dat ik die vraag stelde… Ik ken dat soort types. Denken zich alles te kunnen veroorloven omdat… Wie zong dat liedje ook alweer? …. ‘jouw pa in een grotere bak rijdt dan de mijne…’ Verdorie… Ik kan er niet op komen.” Joline zei zachtjes: “Ben ik te min?” van Armand. Begin jaren zestig.”
Ik keek haar met open mond aan en ze moest lachen. “Op school een werkstuk gemaakt over de protestsongs uit de jaren zestig en zeventig. Deze was een tijdje mijn favoriet, totdat mijn Pa me er fijntjes op wees dat ik zonder moeite het meisje kon zijn wiens Pa een grotere bak reed… En ondanks dat een vriendje in geen velden of wegen te zien was, was dat lied plotseling een stuk minder te horen in huize Boogers…”
Ik moest gniffelen. “Oh? En die puisterige buurjongen dan waarmee je zat te zoenen in de achtertuin?” En schop tegen m’n schenen was m’n beloning. “Kees! Ga je die nou elke keer ten tonele voeren als we het hebben over mijn onschuldige jeugd?” Tegen Angelique vertelde ze het verhaal van de buurjongen die uiteindelijk dankzij Rob het hazepad koos.
Angelique gierde van het lachen. “Wát een vent, die broer van jou! Heerlijk! Is hij nog vrijgezel? Zo iemand zoek ik…” Joline schudde haar hoofd. “Helaas dame. Je bent een paar weken te laat. Mijn beide broers zijn twee weken na elkaar gestrikt door niemand minder dan de beide zussen van Kees, bijgenaamd “The red Twins”. Levensgevaarlijke types voor de mannelijke bevolking van Amersfoort, maar uiteindelijk zijn twee heren uit Malden voor hun charmes gevallen.”
Angelique keek gespeeld bedroefd. “Shit. Wéér achter het net gevist.” Ik troostte haar. “Met beide heren had je pijn in je nek gekregen, An. Ze zijn bijna net zo lang als ik. Maar ik heb nieuws voor je: er zijn in ieder geval nog twee vrijgezelle piraten: Henry, onze jongste piraat Henry en André. Maar André is vorig jaar gescheiden. Of hij alweer aan een nieuwe relatie toe is…”
Joline keek me met afgrijzen aan. “Zit je nou alwéér te koppelen, Kees Jonkman? Laat dit arme kind rustig haar studie afmaken, verdorie…” Ze wendde zich tot Angelique. “Of beginnen je eierstokken al te klotsen?” Die schudde proestend haar hoofd. “Nee hoor… Ik zie het voor me: ikke met André? Daar zit toch een jaar of tien tot vijftien verschil tussen, nee dank je wel. En Henry… Kan ik zo één-twee-drie niet thuis brengen, sorry.” Joline dacht even na. “Sluik blond haar, bril, smal, niet al te groot, onopvallend… Een beetje nerdy type.”
Ik moest het voor Henry opnemen. “Hoho, mevrouw. Je zit daar één van mijn ingenieurs af te schilderen als ‘nerdy type’, maar hij is alle behalve dát. Sterker nog: hij lijkt in vele opzichten op mij, een jaar of tien geleden. En als we onder elkaar zijn blijkt dat hij een enorm gevoel voor humor heeft met heel vaak heel rake opmerkingen. In groter gezelschap kruipt hij meteen in z’n schulp en zie of hoor je hem niet. En qua vakkennis is hij briljant. In feite een jongere uitgave van mij dus.”
Joline keek me aan en ik zag dat ze moest gniffelen. “Ja, zeg het maar, Jolientje…” Ze zei, lief glimlachend: “Hij is dus nog maagd…” Angelique, die net een slok wijn had genomen, verslikte zich, proestte de wijn over tafel en kreeg het benauwd. Ze kreeg van Joline een klap op haar rug. Toen ze weer op adem was gekomen, keek ze ons aan. “Jolien, jouw moeder had gelijk. Jullie zijn inderdaad knettergek… Maar lief dat jullie wat veldonderzoek voor mij gedaan hebben. Ik stel dat op prijs, maar hoop zelf ook nog iets in te brengen te hebben.” Ik liep naar de keuken om een doekje op te halen en zei ondertussen: “Dat ‘veldonderzoek’ heb ik niet uitgevoerd hoor. Dat komt compleet voor rekening van die blonde feeks uit Gorinchem. Ik val persoonlijk niet zo op mannelijke ingenieurs. Ik prefereer vrouwelijke receptionistes…” Expres liet ik een stilte vallen. “… van minimaal één meter tachtig, met lange blonde haren. En dát veldonderzoek heb ik een aantal weken geleden tot volle tevredenheid afgerond.”
Ik veegde de tafel schoon en Angelique kleurde. “Sorry Kees…” Ik grinnikte. “Niet jouw schuld. Als je moet wachten met drinken omdat je denkt dat er een gevatte opmerking aankomt, sterf je in dit huis van de dorst.” Ik keek op mijn horloge. “Maar dames, wat denkt u ervan? Het is over half elf. Ik vind het bere-gezellig, maar de wekker gaat om half zes weer lawaai maken. En voor jullie is het een spannende dag: je laatste dag als receptioniste in de hal. Volgende week als fulltime medewerker van de firma DT! Hoe voelt dat?”
Angelique’s ogen glommen. “Heerlijk! Sowieso waren deze laatste weken heerlijk, vergeleken met de stage bij Zoomers, maar om straks bij DT te werken…” Ze keek naar Joline “… met zo’n cheffin… Had ik een maand geleden niet durven dromen! Dank jullie wel!”
Ze gaf Joline drie zoenen en liep toen op mij af. “Hoho dame, die benoeming bij DT heb je niet aan mij te danken!” “Toch wel, Kees. Als jij en Joline geen relatie waren begonnen, had Joline nooit bij jouw presentatie gezeten en moeilijke vragen gesteld. Dan was ze nooit bij Theo opgevallen als economisch talent, en had ze mij dus niet mee kunnen nemen naar DT. Dus het wel degelijk óók aan jou te danken.” Ze omhelsde me en gaf mij ook drie zoenen.
“Goed, An, ik zal je even wegwijs maken in de logeerkamer en –douche. Kees, sluit jij af?” Even later stonden Joline en ik samen in de slaapkamer. “Leuke meid, Joline. Lekker spontaan en reuze slim. Daar heb je straks een hele goeie aan.” Ze knikte. “Daarom heb ik haar ook meegenomen naar DT, Kees…” Ze kleedde zich uit en stond even later in haar slipje en BH naast het bed. Ik keek naar haar en dat zag ze. “Heb ik iets van je aan, Kees?”
Ik gniffelde. “Nee, dat niet. Maar het uitzicht nu is beter dan net…” Ze mopperde: “Mag een meisje geen makkellijke kleding aan? Moet het altijd op hoge hakken, in een kort rokje en een bloesje met diep decolleté om de heren te behagen?” Ik liep om het bed heen, naar haar toe. “Lieve schat: ooit heb ik eens gezegd dat jij er ook met een jute zak prachtig uit zou zien. En daar blijf ik bij. En die strakke spijkerbroek van net stond je óók prachtig. Maar zoals je er nu bij staat, in een simpel slipje en een BH, je haar los en die glimlach op je gezicht, ben je in staat om de doden tot leven te wekken.”
Ze keek naar mijn boxer en zei droogjes: “Ik zie het…” Ik kietelde haar. “Die is niet dood, dame! En dat zul je morgen weten ook!” Stoeiend eindigden we op bed. “Heb je er zin in, morgen?” Ze knikte hevig. “Zeker weten! En nog veel meer zin in volgende week, als collega van jou!” Ze kroelde tegen me aan. “En het scheelt ongeveer vijftienhonderd euro per maand… Wat moeten we met dat geld, Kees?” “Het is jouw geld, schat.
Maar als we het over ‘goede doelen’ gaan hebben: sinds vanavond weet ik er wel eentje.”
Ze keek me aan en zei: “De moeder van Angelique?” Ik knikte. “Als we die eens een beetje financieel gaan ondersteunen… Wat dacht je daarvan? Op een of andere manier anoniem, via een notaris of zo… Dat moét te regelen zijn.” Een instemmend “hmmmm” klonk naast me en daarna voelde ik twee armen om m’n nek en een paar warme lippen op mijn mond. En even later hoorde ik in m’n oor: “Je bent een schat!” Ik keek Joline aan. “Gelukkig zijn en het niet delen is zwaar egoïstisch, heb ik vroeger al geleerd. Van mijn ouders. En die hebben dat ruimschoots toegepast.” Ze kroelde tegen me aan. “De mijne ook. Met name mijn moeder, omdat zij ook wist wat het is om in armoede te leven. Eén van de redenen waarom onze ouders elkaar wel waarderen, denk ik.”
Ik deed het bedlampje uit. “En nu mevrouw de receptioniste gaan we lekker slapen. Morgen een leuke dag er van maken, en morgenavond een leuke avond. Met de slotbrug omhoog, de poort dicht en de telefoons uit.” Joline wreef een been tegen me aan. “Ik denk dat we weer wat plastic nodig hebben… Het zou zo maar eens een vochtige avond kunnen worden.”
Ik grinnikte. “Oh? Gaat ’t regenen dan?” Ze pakte mijn hand en legde die op haar slipje. “Ja. Héél plaatselijk. En nu slapen, ridder. Morgenochtend geen sexuele escapades; netjes aankleden, ontbijten samen met met An en netjes naar Gorinchem.” “Jawel mevrouw… Welterusten mevrouw.” We zoenden even. “Handjes boven de dekens houden, Kees!” hoorde ik even later de donkere stem van Balou zeggen. “Irritant sexloos klerebeest…” mopperde ik, wat een giechel naast me veroorzaakte….
Lees verder: Mini - 50
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10