Door: Jefferson
Datum: 22-10-2018 | Cijfer: 8.8 | Gelezen: 2024
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 12 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Gamen,
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 12 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Gamen,
Vervolg op: Azeroth - 2
Rachel… Nee, uhm, Mandy is niet alleen.
Aan de andere kant van de Oostelijke Koninkrijken, ver in het noorden, leefde een lotgenoot van Rachel. Vanzelfsprekend wisten ze niet van elkaars bestaan af.
-
Van kleins af aan had Mandy al gevoel voor de fauna om haar heen. En het was niet gek dat toen Mandy de Rangeropleiding afrondde in Zilvermaan, dat ze zich al snel in de natuur bevond en zich liet omringen door de geweldige beesten die haar nooit kwaad deden. Ze had er geen verklaring voor. In de stad was ze een graag geziene verschijning en kwam ze geen aandacht te kort. Maar het was niet de aandacht die ze zocht. Ze voelde zich alleen thuis omringd door dieren. En waar de valkdraken en lynxen andere reizigers zouden lastig vallen, werden ze door deze mooie bloedelf aangetrokken en gerust gesteld.
-
Mandy had nooit iets gehad met magie, waar haar volk juist zo op kickte. En al snel voelde ze zich het buitenbeentje. Maar niet in de natuur. Ze kon maanden verdwijnen in de sprookjesachtige bossen van Quel’Thalas.
-
De oorlog was voor haar ver weg. Ze was meerdere malen opgeroepen, maar ook al meerdere malen verdwenen na haar inschrijven. Ze werd niet gemist. En onderwijl fungeerde ze dan als boswachter in de meer afgelegen gebieden van het bos, zoals langs de gouden kuststroken die het koninkrijk grensden. Zelfs met het zeeleven leek ze een speciale band te hebben. Maar in een wereld waarin niets lijkt wat het is, kon je je afvragen of dieren wel gewoon dieren waren. Voor haar niet. Maar voor de wilde beesten was zij dan ook niet zomaar een mooi en slank elvenmeisje. Zij was hun wachter. Zij keken naar hun om. Zij wilden bij haar zijn. En meer dan dat.
-
In deze wereld werd al op verschillende manieren onderling het een ander gekruist. Uit liefde. Een elf en een mens was zeker niet gek meer, al waren er altijd wel conservatieven die er anders over dachten. Een elf en een orc ging de meesten nog wel te ver. Maar Mandy had zich na een enkele keer nooit meer gewaagd aan een man. Bloedelvenmannen stonden bekend als de mooiste mensachtige schepsels op Azeroth, maar het kon haar niet deren. Zij had maar oog voor een ding. En dat was de wildlife die haar leven van kleins af aan al gevormd had.
-
Op een dag wandelde ze langs de gevaarlijke grenzen van Tor’Watha, een stukje land binnen Quel’Thalas wat werd bevolkt door wat Amani-trollen. De meeste rangers werden deze kant opgestuurd om tegen hen te vechten, maar Mandy was hier gewoon toevallig als onderdeel van haar wekelijkse patrouille, en kwam hier onder andere de lynxen en de grote schildpadden in de gaten houden. Trollen hadden er een gewoonte van gemaakt lynxen te temmen en als huisdier te houden, of te gebruiken in gevechten. Mandy keurde het niet goed, maar had er nog nooit eentje gezien die verwaarloosd was. Trollen hadden zelf ook wel iets dierlijks met hun lange lijven en ledematen, en verwilderde gezichten met grote slachttanden. Niet bepaald aantrekkelijk voor een willekeurige elf. Maar dat was Mandy dan ook niet.
-
Een vliegende bijl had haar net gemist, maar toen ze zich omdraaide werd ze knock-out geslagen en was ze vanaf dat moment een gevangene van de stam. Normaal gesproken zou het koninkrijk alles op alles zetten op verloren leden te redden. Maar niemand wist af van haar bestaan, of ze dachten dat ze ergens aan het front was.
-
De trollen voerde haastige voodoomagie uit op het mooie meisje, bang dat ze niet veel tijd hadden. Maar een van de stamoudsten kreeg al snel door dat deze elf geen normale elf was. Bedwelmd onder de spreuk beleefde Mandy een visioen wat werd gedeeld met de oude trol die toekeek. En in haar visioen kreeg Mandy bezoek van een onbekende ‘Loa’, een goddelijk wezen voor trollen.
,,Mandy…’’ Een langzame maar goedlachse stem sprak tegen haar, en kort leek ze wakker te zijn, maar bevond ze zich in totale duisternis, en zag ze alleen zichzelf en een klein stukje grond waar ze op stond. Ze hoorde iemand lachen en de stem echode door tot diep in haar lichaam. ,,Het heeft even geduurd…’’ hoorde ze dan weer, en het leek van achteren te komen. Snel draaide ze zich om, maar ook hier alleen maar duisternis.
-
De oude trol wist wat hij moest doen en liet het elvenmeisje in haar visioen om snel een houten talisman te maken en dat niet veel later om haar nek te hangen. Met dat ze dat voelde, kreeg ze opeens zicht om zich heen. Een jungle verscheen en ze stond midden in een moeras op een stukje droog land. Omringd door glazige ogen die loerden vanuit de bosjes afgewisseld met fel gekleurde lichten van de talloze insecten die dit stukje paradijs bewoonden. Het voelde magisch. Ze wist niet waar ze was, maar het was er warm en vochtig. Aangenaam op een bepaalde manier. De stem weerklonk weer, maar kreeg nog altijd geen belichaming.
,,Geef toe aan je verlangens… Sta open voor alles en iedereen. En jij zal ons redden…’’ De stem zwakte daarna snel af, maar bleef al die tijd vriendelijk van toon.
-
En toen schrok ze wakker, en schrok ze opnieuw toen ze het gezicht van de oude trol voor zich zag.
,,Wat was dat?’’ vroeg ze zich af. De trol lachte er om. Alle andere trollen waren ook al vertrokken en ze waren alleen.
,,Je bent bijzonder.’’ lachte de oude trol haar dan toe. Verbaast reageerde ze op het feit dat ze hem kon verstaan.
,,Versta je me?’’ vroeg ze gelijk terug. De trol gniffelde en ging gewoon verder.
,,Wie had gedacht dat een elf zoveel in zich kon hebben?’’ sprak hij. Ze kon hem niet volgen. ,,Heb je je nooit afgevraagd waarom dieren naar je toe komen?’’ Hoe kon de trol dit weten? Ze antwoordde niet. ,,Nee, natuurlijk niet. Je zal dat ook niet begrijpen. Wij trollen hebben altijd al dichter bij de natuur gestaan dan jullie ooit zouden kunnen… maar toen kwam jij…’’ Zijn stem had wat sinisters, en er weerklonk nu voornamelijk afgunst in zijn toon.
-
,,We laten je gaan. Maar je bent niet vrij. Verlies dit talisman niet.’’ en hij wees met zijn grote puntige vinger naar haar hals, vlak boven haar in strakke stof staande borstjes. ,,Ga naar Zul’Aman en leer je lot.’’ Met dat de trol haar aanraakte, voelde ze een vlaag van opwinding door haar lichaam gaan. ,,Ze zullen je niets doen. Maar als je slim bent, ben je ze voor. We zijn misschien wat groot, maar als je eenmaal in Zul’Aman bent, zal je zien dat er geen grens op zal staan…’’ Weer kon ze de trol totaal niet volgen. Zul’Aman was een gevaarlijke plek gevuld met trollen. Dit was maar een nederzetting van die enorme tempelstad, een lange reis hiervan verwijderd. Waarom zou ze daar in de naam van het Licht ooit naar toe gaan?!
-
Maar de trol stond op en bleef voor haar staan. Zij zat nog op de grond met haar handen vast aan een grote houten pilaar. Ze zag de oude trol op haar neergrijnzen en heel langzaam trok hij zijn lendendoek opzij, en onthulde hij daar een beestachtig groot geslachtsdeel. Haar mond viel open en ze kon haar ogen niet geloven. En haar gedachten ook niet! Waarom schrok dit haar niet af?!
-
De trol bukte weer en naderde haar. Zijn grote hand vond haar achterhoofd en voorzichtig trok hij haar wat dichterbij terwijl hij met zijn andere hand zijn lange bungelende lul haar voor hield. Trillend keek ze de trol aan, die haar zowaar gemoedelijk leek aan te kijken.
,,Ontspan… Open je mond… Het word je straks allemaal duidelijk…’’ Voor zover ze zichzelf nog als een bloedelf zag, was dat na dit moment wel voorbij. Want ze sloot haar ogen en opende haar mond en voelde niet veel later een veel te grote en droge eikel tegen haar lippen drukken die het gaatje meteen dicht wist te maken. Hij drukte haar hoofd tegen de paal aan en met beide handen ondersteunde hij zichzelf terwijl zijn eigen paal langzaam maar zeker een weg naar binnen vond. Langzaam trok hij zijn eikel in en uit haar gulzige mondje en werd hij langzaam nat en glibberig. Mandy opende haar ogen alweer snel en vergroot zagen die de enorme staaf die op haar gericht was, die ze nu ook proefde, en waar ze nog nooit ook maar een voorstelling van had kunnen maken.
-
Elke keer dat de eikel haar keel dreigde dicht te drukken, gaf ze even een zwoel kreuntje. De trol hijgde boven haar uit en zette steeds wat meer tempo in, en kon niet geloven dat een schepsel zo mooi als deze elf zich, min of meer, gewillig liet gebruiken. Hoe vaak hadden trollen wel niet gefantaseerd over hun vijandelijke noorderburen. En nu kwamen ze zomaar op een dag deze willekeurige elf tegen die tijdens een voodooritueel zoveel meer bleek te zijn.
-
Maar Mandy was nog niet helemaal klaar. Dit moest verzekeren dat Mandy ook echt naar Zul’Aman zou afreizen. Als wulps meisje wist ze nu dat daar in die tempelstad het zou wemelen van trollen die elk zoiets gelijks bij zich zouden moeten dragen. En gewillig liet ze haar mondje gebruiken, en verraste het haar hoe gemakkelijk het haar af ging, al was veruit het grootste deel van zijn geslacht nooit in de buurt gekomen van haar keeltje.
-
Het plakkerige, overvloedige zaad smaakte heerlijk en vulde en overstroomde haar mondje, wat haar langzaam in extase wist te brengen. Nu wist de oude trol zeker dat dit meisje die ene was, waar de Loa al zo lang naar op zoek waren geweest. Een die dicht bij de natuur stond, en die haar leven en nu ook haar lijf zou schenken aan dat wat haar dierbaar was.
-
Via een achterweggetje mocht Mandy het kamp in stilte verlaten. Ze friste zich die avond in een koel beekje wat op, en leek langzaam weer wat bij zinnen te komen. Klopte dit wel? Nog steeds had ze een lekker gevoel in haar lichaam, en was ze al een stukje naar het zuiden gewandeld. Maar er stond nog een lange reis voor de boeg.
-
En moest ze dit dan helemaal alleen doen? Het risico leek zo groot. En natuurlijk vond ze het niet normaal. In haar leven als loner had ze nog nooit zoveel getwijfeld als dat ze nu deed. Zouden er niet meer zijn, die net zoals zij, zouden afwijken van wat normaal was? Die hitsig werden van wat als afschrikwekkend werd gezien? Ze wist het niet. Ze dacht van niet. Maar ze wist dan ook niet beter. Mandy was niet alleen. Het was gewoon pure pech dat iemand met soortgelijke gedachtes zover weg was.
*
Aan de andere kant van de Oostelijke Koninkrijken, ver in het noorden, leefde een lotgenoot van Rachel. Vanzelfsprekend wisten ze niet van elkaars bestaan af.
-
Van kleins af aan had Mandy al gevoel voor de fauna om haar heen. En het was niet gek dat toen Mandy de Rangeropleiding afrondde in Zilvermaan, dat ze zich al snel in de natuur bevond en zich liet omringen door de geweldige beesten die haar nooit kwaad deden. Ze had er geen verklaring voor. In de stad was ze een graag geziene verschijning en kwam ze geen aandacht te kort. Maar het was niet de aandacht die ze zocht. Ze voelde zich alleen thuis omringd door dieren. En waar de valkdraken en lynxen andere reizigers zouden lastig vallen, werden ze door deze mooie bloedelf aangetrokken en gerust gesteld.
-
Mandy had nooit iets gehad met magie, waar haar volk juist zo op kickte. En al snel voelde ze zich het buitenbeentje. Maar niet in de natuur. Ze kon maanden verdwijnen in de sprookjesachtige bossen van Quel’Thalas.
-
De oorlog was voor haar ver weg. Ze was meerdere malen opgeroepen, maar ook al meerdere malen verdwenen na haar inschrijven. Ze werd niet gemist. En onderwijl fungeerde ze dan als boswachter in de meer afgelegen gebieden van het bos, zoals langs de gouden kuststroken die het koninkrijk grensden. Zelfs met het zeeleven leek ze een speciale band te hebben. Maar in een wereld waarin niets lijkt wat het is, kon je je afvragen of dieren wel gewoon dieren waren. Voor haar niet. Maar voor de wilde beesten was zij dan ook niet zomaar een mooi en slank elvenmeisje. Zij was hun wachter. Zij keken naar hun om. Zij wilden bij haar zijn. En meer dan dat.
-
In deze wereld werd al op verschillende manieren onderling het een ander gekruist. Uit liefde. Een elf en een mens was zeker niet gek meer, al waren er altijd wel conservatieven die er anders over dachten. Een elf en een orc ging de meesten nog wel te ver. Maar Mandy had zich na een enkele keer nooit meer gewaagd aan een man. Bloedelvenmannen stonden bekend als de mooiste mensachtige schepsels op Azeroth, maar het kon haar niet deren. Zij had maar oog voor een ding. En dat was de wildlife die haar leven van kleins af aan al gevormd had.
-
Op een dag wandelde ze langs de gevaarlijke grenzen van Tor’Watha, een stukje land binnen Quel’Thalas wat werd bevolkt door wat Amani-trollen. De meeste rangers werden deze kant opgestuurd om tegen hen te vechten, maar Mandy was hier gewoon toevallig als onderdeel van haar wekelijkse patrouille, en kwam hier onder andere de lynxen en de grote schildpadden in de gaten houden. Trollen hadden er een gewoonte van gemaakt lynxen te temmen en als huisdier te houden, of te gebruiken in gevechten. Mandy keurde het niet goed, maar had er nog nooit eentje gezien die verwaarloosd was. Trollen hadden zelf ook wel iets dierlijks met hun lange lijven en ledematen, en verwilderde gezichten met grote slachttanden. Niet bepaald aantrekkelijk voor een willekeurige elf. Maar dat was Mandy dan ook niet.
-
Een vliegende bijl had haar net gemist, maar toen ze zich omdraaide werd ze knock-out geslagen en was ze vanaf dat moment een gevangene van de stam. Normaal gesproken zou het koninkrijk alles op alles zetten op verloren leden te redden. Maar niemand wist af van haar bestaan, of ze dachten dat ze ergens aan het front was.
-
De trollen voerde haastige voodoomagie uit op het mooie meisje, bang dat ze niet veel tijd hadden. Maar een van de stamoudsten kreeg al snel door dat deze elf geen normale elf was. Bedwelmd onder de spreuk beleefde Mandy een visioen wat werd gedeeld met de oude trol die toekeek. En in haar visioen kreeg Mandy bezoek van een onbekende ‘Loa’, een goddelijk wezen voor trollen.
,,Mandy…’’ Een langzame maar goedlachse stem sprak tegen haar, en kort leek ze wakker te zijn, maar bevond ze zich in totale duisternis, en zag ze alleen zichzelf en een klein stukje grond waar ze op stond. Ze hoorde iemand lachen en de stem echode door tot diep in haar lichaam. ,,Het heeft even geduurd…’’ hoorde ze dan weer, en het leek van achteren te komen. Snel draaide ze zich om, maar ook hier alleen maar duisternis.
-
De oude trol wist wat hij moest doen en liet het elvenmeisje in haar visioen om snel een houten talisman te maken en dat niet veel later om haar nek te hangen. Met dat ze dat voelde, kreeg ze opeens zicht om zich heen. Een jungle verscheen en ze stond midden in een moeras op een stukje droog land. Omringd door glazige ogen die loerden vanuit de bosjes afgewisseld met fel gekleurde lichten van de talloze insecten die dit stukje paradijs bewoonden. Het voelde magisch. Ze wist niet waar ze was, maar het was er warm en vochtig. Aangenaam op een bepaalde manier. De stem weerklonk weer, maar kreeg nog altijd geen belichaming.
,,Geef toe aan je verlangens… Sta open voor alles en iedereen. En jij zal ons redden…’’ De stem zwakte daarna snel af, maar bleef al die tijd vriendelijk van toon.
-
En toen schrok ze wakker, en schrok ze opnieuw toen ze het gezicht van de oude trol voor zich zag.
,,Wat was dat?’’ vroeg ze zich af. De trol lachte er om. Alle andere trollen waren ook al vertrokken en ze waren alleen.
,,Je bent bijzonder.’’ lachte de oude trol haar dan toe. Verbaast reageerde ze op het feit dat ze hem kon verstaan.
,,Versta je me?’’ vroeg ze gelijk terug. De trol gniffelde en ging gewoon verder.
,,Wie had gedacht dat een elf zoveel in zich kon hebben?’’ sprak hij. Ze kon hem niet volgen. ,,Heb je je nooit afgevraagd waarom dieren naar je toe komen?’’ Hoe kon de trol dit weten? Ze antwoordde niet. ,,Nee, natuurlijk niet. Je zal dat ook niet begrijpen. Wij trollen hebben altijd al dichter bij de natuur gestaan dan jullie ooit zouden kunnen… maar toen kwam jij…’’ Zijn stem had wat sinisters, en er weerklonk nu voornamelijk afgunst in zijn toon.
-
,,We laten je gaan. Maar je bent niet vrij. Verlies dit talisman niet.’’ en hij wees met zijn grote puntige vinger naar haar hals, vlak boven haar in strakke stof staande borstjes. ,,Ga naar Zul’Aman en leer je lot.’’ Met dat de trol haar aanraakte, voelde ze een vlaag van opwinding door haar lichaam gaan. ,,Ze zullen je niets doen. Maar als je slim bent, ben je ze voor. We zijn misschien wat groot, maar als je eenmaal in Zul’Aman bent, zal je zien dat er geen grens op zal staan…’’ Weer kon ze de trol totaal niet volgen. Zul’Aman was een gevaarlijke plek gevuld met trollen. Dit was maar een nederzetting van die enorme tempelstad, een lange reis hiervan verwijderd. Waarom zou ze daar in de naam van het Licht ooit naar toe gaan?!
-
Maar de trol stond op en bleef voor haar staan. Zij zat nog op de grond met haar handen vast aan een grote houten pilaar. Ze zag de oude trol op haar neergrijnzen en heel langzaam trok hij zijn lendendoek opzij, en onthulde hij daar een beestachtig groot geslachtsdeel. Haar mond viel open en ze kon haar ogen niet geloven. En haar gedachten ook niet! Waarom schrok dit haar niet af?!
-
De trol bukte weer en naderde haar. Zijn grote hand vond haar achterhoofd en voorzichtig trok hij haar wat dichterbij terwijl hij met zijn andere hand zijn lange bungelende lul haar voor hield. Trillend keek ze de trol aan, die haar zowaar gemoedelijk leek aan te kijken.
,,Ontspan… Open je mond… Het word je straks allemaal duidelijk…’’ Voor zover ze zichzelf nog als een bloedelf zag, was dat na dit moment wel voorbij. Want ze sloot haar ogen en opende haar mond en voelde niet veel later een veel te grote en droge eikel tegen haar lippen drukken die het gaatje meteen dicht wist te maken. Hij drukte haar hoofd tegen de paal aan en met beide handen ondersteunde hij zichzelf terwijl zijn eigen paal langzaam maar zeker een weg naar binnen vond. Langzaam trok hij zijn eikel in en uit haar gulzige mondje en werd hij langzaam nat en glibberig. Mandy opende haar ogen alweer snel en vergroot zagen die de enorme staaf die op haar gericht was, die ze nu ook proefde, en waar ze nog nooit ook maar een voorstelling van had kunnen maken.
-
Elke keer dat de eikel haar keel dreigde dicht te drukken, gaf ze even een zwoel kreuntje. De trol hijgde boven haar uit en zette steeds wat meer tempo in, en kon niet geloven dat een schepsel zo mooi als deze elf zich, min of meer, gewillig liet gebruiken. Hoe vaak hadden trollen wel niet gefantaseerd over hun vijandelijke noorderburen. En nu kwamen ze zomaar op een dag deze willekeurige elf tegen die tijdens een voodooritueel zoveel meer bleek te zijn.
-
Maar Mandy was nog niet helemaal klaar. Dit moest verzekeren dat Mandy ook echt naar Zul’Aman zou afreizen. Als wulps meisje wist ze nu dat daar in die tempelstad het zou wemelen van trollen die elk zoiets gelijks bij zich zouden moeten dragen. En gewillig liet ze haar mondje gebruiken, en verraste het haar hoe gemakkelijk het haar af ging, al was veruit het grootste deel van zijn geslacht nooit in de buurt gekomen van haar keeltje.
-
Het plakkerige, overvloedige zaad smaakte heerlijk en vulde en overstroomde haar mondje, wat haar langzaam in extase wist te brengen. Nu wist de oude trol zeker dat dit meisje die ene was, waar de Loa al zo lang naar op zoek waren geweest. Een die dicht bij de natuur stond, en die haar leven en nu ook haar lijf zou schenken aan dat wat haar dierbaar was.
-
Via een achterweggetje mocht Mandy het kamp in stilte verlaten. Ze friste zich die avond in een koel beekje wat op, en leek langzaam weer wat bij zinnen te komen. Klopte dit wel? Nog steeds had ze een lekker gevoel in haar lichaam, en was ze al een stukje naar het zuiden gewandeld. Maar er stond nog een lange reis voor de boeg.
-
En moest ze dit dan helemaal alleen doen? Het risico leek zo groot. En natuurlijk vond ze het niet normaal. In haar leven als loner had ze nog nooit zoveel getwijfeld als dat ze nu deed. Zouden er niet meer zijn, die net zoals zij, zouden afwijken van wat normaal was? Die hitsig werden van wat als afschrikwekkend werd gezien? Ze wist het niet. Ze dacht van niet. Maar ze wist dan ook niet beter. Mandy was niet alleen. Het was gewoon pure pech dat iemand met soortgelijke gedachtes zover weg was.
*
Trefwoord(en): Gamen,
Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10