Door: Maxine
Datum: 22-04-2019 | Cijfer: 9.5 | Gelezen: 11937
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 88 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Beffen, Buurman, Buurmeisje, Neuken, Pijpen,
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 88 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Beffen, Buurman, Buurmeisje, Neuken, Pijpen,
Vervolg op: Charlotte - 15
Het is dinsdagmiddag en ik heb de hele morgen al in de keuken gestaan om het avondeten voor mijn vrienden te bereiden. Lisa en Charlotte helpen met flink mee, waarbij ze zelf ook wel een en ander van me leren. Charlotte zegt tegen me: ‘Hoe kan je dat allemaal zo uit je hoofd weten, zonder dat je een receptenboek erbij moet pakken, Peter! Ik moet juist heel erg opletten, wat je allemaal doet!’
Ik lach en zeg: ‘Als je iets heel erg graag doet, dan leer je zoiets heel gemakkelijk. Het is zoals bij wiskunde. Toen ik je leerde, hoe je sommige dingen ook op een andere manier kunt doen, ging het toch ook veel gemakkelijker, of niet dan? Zo doe ik dat ook met koken.’
‘Ja, maar je doet het allemaal zo gemakkelijk lijken! Nu is dit wel niet zo’n heel moeilijk gerecht, maar toch.’
Ik lach. ‘Natuurlijk maak ik wel alles zelf klaar, in plaats dat ik het allemaal kant en klaar koop. Neem nu de tortilla wraps die we nu aan het maken zijn. De meesten zouden die wraps gewoon gekocht hebben. Ik maak ze zelf, evenals de vulling.’
‘Maar dat van jou is ook veel lekkerder, als dat vanuit de winkel!’
‘Daarom doe ik het ook. Je weet toch, ik houd wel van goed en lekker eten!’
Charlotte lacht. ‘Ja, dat heb ik de afgelopen weken wel van je geleerd. Ik heb nu al meer geleerd van jou, dan al die jaren met mam in de keuken.’
‘Misschien moet je dan je vader en moeder maar eens verrassen, door voor hun te gaan koken. Laat maar eens zien, wat je allemaal kunt. Ze zullen zeker heel aangenaam verrast zijn.’
‘Hmm, dat kon ik wel eens doen! Goed idee, Peter. Dat ga ik zeker doen! Maar kun je me dan eens die salade met dat fruit en witlof nog eens leren? Ik heb wel een idee, wat ik daarbij kan klaarmaken!’
Ik glimlach en zeg: ‘Oké, dan maken we dat morgen klaar. En volgens mij begin je het zelfs leuk te vinden!’
‘Dat is ook, dat had ik zelf eerst ook niet verwacht. Maar als jij het me leert, is het zoveel leuker. En nu kan ik haast niet wachten, totdat ik het aan pap en mam kan tonen!’
Lisa lacht en zegt: ‘Zie je nou wel, Peter? Dat bedoelde ik nou gisteren.’
Ik glimlach. Ik begrijp nu wel, wat ze bedoelt. Charlotte is inderdaad het beste voorbeeld. Ik zet dan de laatste wraps voor vanavond in de koelkast, en begin er dan nog wat klaar te maken.
‘Heb je nou nog niet genoeg, Peter?’
‘Jawel, maar ik heb nog wat materiaal over, en het is zonde om het weg te gooien, of niet dan? En het is al bijna middag, dus ik dacht, dat we dit dan maar als lunch konden gebruiken.’
‘O, dat is geen slecht idee. Kan ik de rest wel al schoonmaken?’
‘Ja, doe dat maar.’
Lisa en Charlotte beginnen dan met de keuken en de vaat schoon te maken, terwijl ik onze lunch klaarmaak. Niet veel later kan ik dat al in de oven zetten, en help ze dan mee met het schoonmaken. Het werk is dan snel gedaan, en een klein half uur later zitten we al aan de heerlijk warme, en zeer goed smakende wraps.
‘Wow, Peter! Je hebt je nu echt weer overtroffen! Hoe komt het toch, dat je zo goed kunt koken? O nee, niets zeggen, je houdt van goed en lekker eten! Ik weet het al!’
Ik lach. ‘Onthoud een ding, Lotje. De liefde van de man gaat door de maag!’
Lisa lacht en zegt: ‘Nou, dat geldt ook best wel voor vrouwen, Peter!’
Daarop moeten we allemaal hard lachen. Na het eten ruimen we snel op, want we verwachten al snel onze gasten. En die komen dan ook al snel genoeg. Er stoppen twee auto’s voor mijn deur, en ik kom ze al tegemoet. Ik begroet mijn oude vrienden en vriendinnen enthousiast. Ik heb ze dan ook al jaren niet meer gezien. In de tussentijd staan Lisa en Charlotte keurig af te wachten, tot ze hun gelegenheid krijgen om voorgesteld te worden.
Leo vraagt dan aan mij: ‘Ik neem aan, dat de mooie vrouw daar aan de deur je vriendin is? Is dat Lisa?’
Ik glimlach en zeg: ‘Ja, dat is haar. Ik zal haar even aan jullie voorstellen.’
Ik wenk Lisa naar me toe. Dat doet ze glimlachend en stralend. ‘Dit is Lisa Meulendijck. Lisa, dit zijn nu mijn oude vrienden, Leo Scherens en zijn vrouw Mae. Maar vroeger heette ze Mae Suresh. En die andere kerel, dat is Herman Schouten en zijn vriendin Eva Ruiven. Hun kinderen moeten ze zelf maar even voorstellen, die namen ken ik nog niet.’
Ze geven Lisa een keurige hand. Ik bekijk mijn vrienden nog eens goed. Leo ziet er, net als ik, heel burgerlijk uit, maar aan Herman is helemaal nog niets veranderd, behalve dan dat hij ouder is geworden. En datzelfde geldt ook voor zijn vriendin Eva. Die zijn nog steeds gekleed in de ruige rocksfeer, zoals we vroeger gekleed waren.
Herman slaat me dan nog eens uitbundig op mijn schouder. ‘Ik had echt nooit gedacht je ooit weer te zien, Peter. Je kondigde je afscheid aan, en weg was je. Je was altijd wel resoluut met je beslissingen. Maar sindsdien is het nooit meer hetzelfde geweest. De groep viel daarna snel uit elkaar. Ik heb eigenlijk nog alleen contact met Leo en heel af en toe met Karel. Maar die woont tegenwoordig in Canada, dus die zie je nooit.’
‘Wat is er eigenlijk met de rest gebeurd?’
‘Die zijn ook tot inkeer gekomen. Toen jij vertrok, was er geen reden meer om nog langer zo door te leven. Er was gewoon niets meer aan. Bovendien waren we allemaal wel op een punt in ons leven gekomen, dat we ons wilden gaan settelen. En jij gaf daar de voorzet voor. Het verbaast me alleen, dat je nu opeens een vriendin hebt, Peter. Je gaf me altijd de indruk, dat je je nooit echt wilde binden.’
‘Ik word, net als jij, ook ouder, Herman. Ze kwam gewoon op het juiste ogenblik, en toen was het al gebeurd. Je weet zelf hoe snel dat kan gaan. Maar ik hoor, dat jij je ook nog niet echt wilt binden, Herman? Nog steeds niet getrouwd?’
Herman lacht. ‘Nee, maar dat duurt niet lang meer.’
Leo en Mae kijken even verbaasd als ik dat doe.
‘Hoe bedoel je, Herman?’
‘Toen we gisteren bij Leo op bezoek waren, waren we er eigenlijk om iets anders bekend te maken. Maar toen hoorde ik, dat jij opeens weer opgedoken was! Eva en ik hadden geen woorden nodig, om te besluiten tot vandaag te wachten. Jullie zijn allemaal van harte uitgenodigd op ons aanstaande huwelijk.’
Leo zegt verbaasd: ‘Hoe bedoel je, Herman? Ga je nu echt trouwen?’
Herman knikt. ‘Ik heb er al veel te lang mee gewacht. Vanaf het eerste moment dat Eva me had, wist ik al, dat ze de vrouw van mijn leven was. Maar ik was stoer en heb altijd gezegd, dat ik nooit zou trouwen. Maar het bloed kruipt waar het niet kon gaan, en Eva wilde echt niet meer langer wachten, dus in plaats dat ik haar vroeg, heeft ze mij gevraagd. En ik kon echt niets anders antwoorden, dan ja.’
‘Wow, dat is dan wel een enorme stap in je leven, Herman! Jullie allebei gefeliciteerd!’
Eva glimlacht. ‘Dank je, Leo. Maar achteraf gezien, bleek dat Herman toch al eenzelfde gedachte had, want hij had me wel al een ring gekocht, waar ik niets vanaf wist!’
We kijken Herman verbaasd aan. Hij lacht. ‘Ze was me gewoon te snel af, zoals normaal ook altijd!’
We lachen en ik klop hem op zijn schouder. ‘Nou, ik ben ook echt blij voor jullie twee! Van harte gefeliciteerd! En natuurlijk komen we graag op jullie bruiloft. Wanneer is het?’
‘Ja, dat is nu zo’n ding, Peter. We moesten dit plannen, en toen wist ik niet, dat jij nog in onze levens zou opduiken. Het valt nu precies een dag voor je verjaardag. Is dat een probleem?’
‘Nee, waarom? Al zou het op mijn verjaardag plaatsvinden, dan zou ik nog komen!’
‘Zo ken ik je weer, ouwe jongen! Man, wat zie je er goed uit! Een beetje burgerlijk, maar verder geen steek veranderd!’
‘Toch ben ik wel veranderd, Herman. De verandering van levensstijl heeft me goed gedaan. Ik kan alles nu veel beter een plaats geven. En dat heeft me een hele andere man gemaakt.’
‘Dat kan wel zijn, maar ik zie in je toch nog een beetje de oude Peter, die ik ken.’
Ik glimlach, maar zeg niets. Dan zegt Herman opeens: ‘En wie is dat meisje, daar aan de deur? Toch geen dochter van al de vrouwen, waarmee je hebt samen gelegen?’
‘Nee, gelukkig niet, Herman. Nee, dat is Charlotte, je weet wel, mijn nichtje. Je hebt haar nog wel eens op schoot gehad.’
‘Wat? Is dat je kleine nichtje? Nou, dan is ze zeker gegroeid! En waarom is ze hier?’
‘Ze logeert tijdelijk bij me, totdat haar ouders verhuisd zijn. Daarna gaat ze weer naar huis. En daarnaast heeft ze al een aantal weken meer bij me gewoond, vanwege haar herexamens, die ze nog moest doen, terwijl haar ouders op vakantie waren. Die reis was al geboekt, maar ze hadden niet verwacht, dat Charlotte ook nog herexamen moest doen.’
‘Dus je was zo te zeggen, haar oppasser?’
‘En leraar, want ze moest herexamen wiskunde doen. En daarna is ze met me mee geweest op vakantie.’
‘Toe maar, en je bent ook nog eens haar suikeroompje!’
‘Dat valt wel mee, Herman. Ze heeft moeten werken voor haar kost. Ik heb me namelijk een oud huisje in Zuid-Frankrijk gekocht, wat nog opgeknapt moest worden. En daar heeft ze me keurig bij geholpen.’
‘Nou, dan stel me nog maar eens voor aan je kleine nichtje. De laatste keer, dat ik haar gezien heb, moet meer dan tien jaar geleden zijn!’
‘Dat zou wel eens kunnen, toen was ze nog zes.’
Ik wenk Charlotte erbij en ik zeg tegen haar: ‘Misschien kun je Herman nog herinneren van vroeger. Hij heeft je ooit eens meegenomen op zijn motor.’
Charlotte denkt even na en zegt: ‘Oei, dat weet ik nog, maar toen was ik nog heel klein! Is hij dat?’
Ik knik. ‘Ja, dat was Herman. En het was maar goed, dat je moeder en je vader dat niet wisten. Die waren helemaal geflipt, als ze dat geweten hadden.’
Charlotte lacht. ‘Dat weet ik wel zeker!’
Ik stel haar dan voor aan de rest en zo zijn we aan ieder goed voorgesteld. Leo en Herman hebben me ook voorgesteld aan hun kinderen. Leo heeft twee mooie dochters, een van twee en een van vijf. Ze heten Isabelle en Tamara. De zoon van Herman is vier jaar oud en heet Peter, en ik moet wel even slikken, als hij me vertelt, dat hij zijn zoon naar mij heeft vernoemd. Ik ben best wel geroerd door die geste.
‘Mag ik vragen, waarom je dat gedaan hebt, Herman?’
‘Gewoon, ik heb je altijd als een voorbeeld gezien.’
‘Ik, een voorbeeld?’
‘Jazeker! Jij was altijd degene, die het voortouw nam. Je bent eerlijk en respectvol. En je neemt voor niemand een blad voor de mond. En door mijn zoon jouw voornaam te geven, hoop ik, dat hij later ook zo wordt als jij. Dat hoop ik oprecht.’
‘Wow, dat is nogal een eer. Ik hoop dan ook, dat mijn naamgenoot dan ook mijn naam eer aan doet.’
‘Dat doet hij tot nu toe ook. Het is een fijne knul. Al zou ik soms willen, dat hij meer karaktertrekken van zijn moeder zou hebben.’
Ik nodig ze uit om binnen te komen. Ik geef ze een korte rondleiding door mijn huis en laat ze dan plaatsnemen op het terras buiten. Het is nog steeds heerlijk weer en op het terras kun je nog lekker in de schaduw zitten.
Mae zegt: ‘Je hebt een mooi huis, Peter. En je tuin mag er ook wel zijn. Hier zou je een voetbaltoernooi kunnen houden!’
‘Dat zullen we maar niet doen. Ik ben zuinig op mijn gazon. Maar bedankt voor het compliment, dat waardeer ik erg.’
Mae moet lachen. ‘Je bent duidelijk wel iets veranderd, Peter. Vroeger zou je dat niets gedaan hebben.’
‘Ik waardeer nu het leven meer, Mae. Met alles wat erbij komt. Dus nu doen me zo’n complimenten ook veel meer, dan vroeger. Ik waardeer nu wat ik heb, wat er nog in de toekomst in het verschiet ligt ook. Ik omarm het allemaal. En de reden waarom, dat weten jullie allemaal.’
Mae knikt. ‘Dat komt door je ongeluk, of niet? Je afscheid was zo plotseling, dan we er nooit echt de kans meer voor hebben gekregen om er eens goed over met je te praten. Maar aan de andere kant, als jij eenmaal iets besloten hebt, ga je er ook vol voor. Het had geen zin om het je uit je hoofd te praten, of er überhaupt iets over te zeggen. Je zou toch niet luisteren.’
‘Dat besluit was voor mij ook niet gemakkelijk, Mae. Maar ik moest breken met die wereld, om in deze wereld te kunnen slagen. Ik heb met dat ongeluk iets meegemaakt, dat me deed beseffen, dat er meer was, dan wat ik toen deed. Ik moest iets zoeken, en dat heb ik nu uiteindelijk gevonden. Al heb ik zowat de halve wereld afgereisd om het te vinden, terwijl het gewoon naast mijn deur woonde.’
Mae kijkt meteen naar Lisa en zegt: ‘Ja, ze past wel bij je, Peter. Ik zie hoe je op haar reageert, dat is heel anders, dan je vroeger bij andere vrouwen deed. Volgens mij ben je nu echt eens verliefd.’
‘Dat wil ik best toegeven, Mae. Ik ben verliefd, en ook nog eens heel erg verliefd. Het gaat alleen allemaal zo enorm snel.’
‘Dat is altijd wel zo, Peter. Leo en ik zijn al samen sinds de lagere school. En toch lijkt die tijd voorbijgevlogen alsof het niets is.’
‘Dat bedoel ik niet. Lisa en ik zijn nog maar twee maanden samen. En eigenlijk woont ze pas enkele dagen met me samen.’
Mae kijkt verbaasd en zegt: ‘Nou, dan moet je het echt wel van haar te pakken hebben, dat kan echt niet anders! Wie had dat nou ooit gedacht, Peter die hartstikke verliefd zou worden!’
Ik glimlach. ‘Soms gebeuren er wonderen, Mae. Meer als je lief is.’
Mae glimlacht en zegt: ‘Ik heb in mijn leven drie wonderen mogen beleven, Peter. Een daarvan, is dat ik mijn jeugdliefde mocht huwen, en de andere twee rennen daarachter rond.’
Ze wijst naar haar dochters. Ik lach en zeg: ‘Dat van je dochters, dat wil ik je wel geloven, maar dat van Leo, nooit. Hij moet je zeker gedwongen hebben om met hem te trouwen!’
Zowel Leo als Mae lachen luid. ‘Zo ken ik je weer, Peter. Ach, wat is het goed om je weer terug te zien!’
Herman en Eva zijn het er mee eens. Ik zeg tegen Herman: ‘En, wat doe jij tegenwoordig voor de kost?’
‘Ik heb mijn eigen tattooshop in Apeldoorn, Peter. Dat was voor mij de weg om toch die ene levensstijl voort te zetten, maar toch in de nette burgermaatschappij te kunnen settelen.’
‘Kijk aan! Dus je hebt van je hobby een beroep gemaakt?’
Herman knikt. Ik zeg tegen Lisa: ‘Herman is degene geweest, die me die tattoo op mijn rug heeft gezet.’
Lisa kijkt verbaasd en zegt: ‘Heeft hij dat gedaan?’
Ik knik en zeg: ‘Hij kan echt fantastisch tekenen, en ik heb altijd gezegd, dat hij er een kunstenaar in hem school.’
‘En je hebt gelijk gehad, Peter. Naast mijn tattooshop ben ik ook nog kunstenaar. Ik maak kunstzinnige pamfletten en portretten. Die teken ik met houtskool.’
Charlotte zegt: ‘O, dan zou je mijn vriendje eens moeten zien tekenen, die kan dat ook heel goed.’
Ik glimlach en zeg: ‘Ja, Ben kan dat ook goed. En even voor de goede orde, Ben is niet alleen haar vriendje, maar ook het broertje van Lisa. En dus ook mijn buurjongen.’
Herman lacht. ‘Dat had ik wel kunnen raden. Je bent altijd wel een koppelaar geweest. Ik weet nog heel goed, hoe je Eva aan me koppelde, en daar heb ik nog geen moment spijt van gehad!’
Eva lacht en zegt: ‘Je liegt dat je barst, Herman!’
Herman glimlacht en zegt: ‘Nou ja, onze liefde gaat niet altijd over rozen. Eva heeft soms venijnige doorns.’
Het levert hem een liefdevolle tik tegen zijn hoofd op.
Eva zegt: ‘Maar het is wel waar, wat Herman zegt. Dat was het beste, wat iemand ooit voor ons gedaan heeft. Peter, je hebt een talent om het beste in iemand te zien. En je wist al vanaf het eerste moment, dat wij bij elkaar horen. En ook al botsen we regelmatig met elkaar, we kunnen ook niet zonder elkaar. Maar het gaat steeds beter. Zeker nu hij eindelijk eens heeft toegestemd om met me te trouwen.’
Herman lacht. ‘Je was alleen een dag te vroeg, anders had ik je gevraagd!’
‘Pff, laat me niet lachen! Als ik op jou had moeten wachten, dan had je me nog steeds niet gevraagd!’
‘Denk je soms, dat ik dat niet gedurfd had?’
‘Ja, inderdaad! Soms ben je gewoon een lieve, angstige man. En juist daarom houd ik ook zo van je!’
Herman staat op, en tovert uit het niets een doosje tevoorschijn. Eva kijkt erg verbaasd en zegt: ‘Wat doe je nou, Herman?’
‘Wat ik eigenlijk een dag eerder had moeten doen, dan jij bij mij deed, Eva. Ik vraag je hier, in het overstaan van mijn beste vrienden, om met me te trouwen, Eva. Je bent het allerbeste, wat me in mijn leven is overkomen, en ik kan en wil niet meer zonder je leven. Trouw met me, Eva!’
Eva is echt helemaal overrompeld. Dan herstelt ze zich en zegt: ‘Maar ik heb je zelf toch al gevraagd?’
‘Je moest me onderhand wel beter kennen, Eva.’
Ze glimlacht. ‘Ja, dat is ook weer waar. Dat is je eer te na. Maar ja, ik wil dolgraag met je trouwen! Maar wat ben je soms ook een malle vent!’
Herman lacht. ‘Ja, maar wel jouw malle vent! Kom hier, dan kan ik die belachelijk dure ring, die ik voor je heb laten maken, over je ring schuiven.’
Hij opent het doosje voor haar, en Eva’s adem stokt even. ‘Maar Herman! Dat ding moet een fortuin gekost hebben! Dat kunnen we niet betalen!’
‘Jawel, dat kunnen we wel. Waarom denk je, dat ik het afgelopen jaar zo hard en zo veel heb gewerkt? Alleen maar om je dit te kunnen geven.’
‘En die andere ring dan?’
‘Die heb ik ooit van mijn moeder gekregen, die moest ik geven aan de vrouw, die de moeder van mijn kinderen zou worden. Ik heb hem alleen laten aanpassen aan je ringmaat.’
Herman schuift dan de ring over de trillende vingers van Eva. Eva moet echt een keer slikken en er rolt een traan over haar wang. Ze doet niet eens de moeite om die weg te pinken. De rest houdt het ook niet echt droog, ze zijn allemaal wel geroerd door deze openlijke daad van liefde.
Dan geeft ze Herman een zoen, die er wel mag zijn. Zoals alleen Herman en Eva dat kunnen. Dan bekijkt ze haar ring nog eens met gepaste trots. ‘Dus daarom was je zo vaak weg, en heb je uiteindelijk zo lang gewacht. Wow, ik weet echt niet wat ik nu zeggen moet.’
‘Je hebt me al je antwoord gegeven, dat volstaat, Eva. Niet dat ik echt een ander antwoord had verwacht!’
Ze geeft hem nog eens een stomp op zijn arm en zegt: ‘Je bent echt een malle vent! Wie vraagt zijn vriendin nog eens ten huwelijk, terwijl ze hem een week geleden zelf heeft gevraagd!’
‘Ja, ik! Wat moest ik dan doen? Ik heb verdomme acht jaar voor dat ding kromgelegen! Had ik het dan moeten weggooien? En vandaag zag ik een mooie gelegenheid om het je alsnog te vragen.’
‘De ring is echt prachtig, Herman! Een mooier geschenk had je me niet kunnen geven!’
‘Eindelijk, je bent eens tevreden, met wat ik je als geschenk geef!’
En weer levert hem dat een liefdevolle stomp op. We kunnen er alleen maar om lachen. Lisa fluistert in mijn oor: ‘Ze doen wel stoer, maar als je ze zo samen ziet, dan hebben ze maar kleine hartjes. Wat een leuk stel zijn ze samen!’
Ik knik en zeg: ‘En dan te bedenken, dat ik Eva eerst moest versieren om haar aan Herman te koppelen.’
Leo hoort dat en zegt lachend: ‘Ja, dat verhaal moet je nog eens vertellen, Peter. Dat was gewoonweg fantastisch, hoe je dat toen voor elkaar hebt gekregen!’
Eva glimlacht. ‘Misschien kan ik dat beter zelf vertellen, Leo.’
Ze begint. ‘Ik en mijn vriendin Martine waren op stap in een discotheek hier in de buurt. We hadden wel eens gehoord van een groep motorrijders, die daar regelmatig kwamen. We waren nog jong, eigenlijk veel te jong om al binnen te komen, maar Peter stond het toe, dat we binnen mochten komen. Natuurlijk waren we wel onder de indruk van hem. Mijn vriendin Martine was meteen al gevallen voor een vriend van Peter, ik geloof dat het Eric was.
Maar ik twijfelde nog. Ik zag erg op tegen Peter, maar ik vond Herman ook wel erg knap. Maar Herman maakte geen avances naar me, hoewel hij wel vaak naar me keek. Peter deed dat wel, en ik was er al snel achter, waarom hij me in de discotheek kon toelaten. Hij was immers de eigenaar. Dat hadden we echt niet verwacht, en dat maakte nog meer indruk op me.
Hij had me op dat moment al helemaal kunnen hebben, maar in plaats daarvan zette hij me bij Herman neer, en verdween. Het was toen al laat, en ik moest naar huis. Mijn vriendin Martine was in geen veld of wegen meer te bekennen en Herman bood me toen aan om me naar huis te brengen. Hij bleek heel galant te zijn, in tegenstelling wat je nu ziet.
Maar hij was erg aardig voor me, en op de weg naar mijn huis toe, hij heeft me helemaal naar huis gewandeld, heb ik mijn hart aan hem verloren. Natuurlijk waren mijn ouders er niet echt blij mee, want Herman was lid van een motorgroep, en dat was natuurlijk slecht. Maar ik wist, dat de waarheid anders was.
Nee, ze waren echt geen engeltjes, en dat zullen ze ook nooit echt worden. Maar ze waren wel altijd eerlijk en onrecht konden ze al helemaal niet zien. In al de tijd, dat we als groep bij elkaar waren, heb ik nog nooit meegemaakt, dat ze iets verkeerd gedaan hebben. Ze waren alleen een hele groep rauwe kerels, met hun hart op de juiste plaats.’
‘En hoe denken je ouders nu over hem?’
Herman lacht. ‘Haar vader, dat gaat nog wel. Met hem kan ik goed opschieten. Maar haar moeder, praat me er niet van! Ze denkt nog steeds, dat ik lid ben van een motorbende of zo. En dat ik er op ieder moment vandoor zou kunnen gaan met een andere snol. Nee, zo ben ik niet. Eva is echt de liefde van mijn leven, en iedereen mag dat rustig weten. En ik weet best, wat ik al die jaren gezegd heb, dat ik nooit zou trouwen. Maar ik heb geen spijt, dat ik haar nu gevraagd heb. Ik had het alleen veel eerder moeten doen, maar ja, een speciale vrouw heeft ook een speciale ring nodig om mijn liefde voor haar te kunnen betuigen. En die moest ik eerst even bij elkaar verdienen.’
Eva glimlacht als ze weer naar haar ring kijkt. ‘Wie heb je dat laten maken, Herman?’
‘De stenen heb ik laten slijpen, maar de rest heb ik zelf gemaakt, liefste. Ik heb het verschillende keren opnieuw moeten maken, omdat het niet voldeed aan mijn verwachtingen. Je bent kunstenaar of niet! En heb je de inscriptie ook al gelezen, die ik erin heb gezet?’
Ze haalt snel haar ring van haar vinger, en leest dan de inscriptie. ‘Wat het oog niet ziet, vertelt het hart. Voor eeuwig de jouwe, Herman.’
‘O, wat prachtig, Herman! Dat is onze spreuk!’
‘Ja, met die spreuk heb je me definitief binnengehaald, Eva. Je had dat ergens gelezen, en zei dat tegen mij. En toen wist ik, dat je de vrouw voor me was. En vanaf dat moment ben ik gaan werken om je dit te kunnen geven. Maar het duurt verdomme lang, voordat ik al dat geld bijeen had, en dan moest ik het zelf nog maken ook nog. Maar daarvoor heb ik wel mijn hele hart in dit sieraad kunnen leggen.’
‘Ben je daar al zolang mee bezig geweest? Dat was toch niet nodig, Herman?’
‘Jawel, Eva. Dat was het wel. Ik kan je namelijk niet met woorden vertellen, wat je voor me betekent. Dat kan ik wel met deze ring. Het heeft me acht jaren van mijn leven gekost, om je dit te kunnen geven.’
Eva moet nu nog eens harder slikken. Op deze manier krijgt de ring toch even een wat andere betekenis. Ze houdt het nu echt niet meer droog en begint te huilen. Ze kan haar emoties niet meer controleren, en ze huilt nu in de schouder van Herman. Zelf moeten we ook weer een paar traantjes wegpinken. Ik hoor Mae tegen
Lisa fluisteren: ‘Wat is dat toch mooi, of niet?’
Lisa knikt. ‘Als Peter me op die manier zoiets zou geven en me vragen, zou ik het ook niet droog kunnen houden. Dat kon ik ook al niet, toen hij me deze ketting en oorbellen gaf.’
Mae bekijkt de sieraden van Lisa. ‘Peter heeft je dat gegeven?’
Ze kijkt me verbaasd aan en zegt dan: ‘Dan ben je nog meer verliefd op haar, dan ik eerst wilde geloven. Is er nog meer dat we moeten weten, Peter?’
‘Wat? Mag ik een vrouw nu ook al geen geschenken meer geven, omdat ik aanvoel, dat ze de juiste vrouw voor me is? Ik heb haar dit gegeven, toen ik haar vroeg officieel mijn vriendin te worden. Toen woonden we nog niet samen, maar dat gebeurde wel een paar dagen later.’
‘Dat is voor jou net zoiets, als haar ten huwelijk vragen, Peter!’
Mae bekijkt de sieraden nog eens goed. ‘Dat is mooi werk, Peter! Het is wel goud, maar dat zijn geen diamanten, of wel?
‘Nee, dat heb je goed gezien, Mae. Maar het zijn wel Swarovski kristallen.’
‘Zo, ook niet heel slecht. Dat is ook niet echt goedkoop.’
‘Ik wilde voor het begin niet al te zeer overdrijven, Mae.’
Mae buigt zich over naar Lisa en fluistert: ‘Pff, hij kan het best betalen! Hij heeft echt geld genoeg!’
Ik lach en zeg: ‘Je hoeft niet zo te fluisteren, ik hoor het toch wel. En ja, ik heb geld genoeg, maar ik loop er ook niet mee te koop, en dat weet je ook best!’
‘Dat is ook weer waar. Maar wist ze het al?’
‘Ik heb het haar inmiddels al verteld, ja.’
‘En weet ze ook hoeveel je bezit?’
‘Niet precies.’
Mae buigt zich over en zegt: ‘Je hebt jezelf een miljonair aan de haak geslagen, Lisa. Wist je dat?’
Lisa kijkt me verbaasd aan. ‘Hij heeft me wel verteld, dat hij veel geld had. Maar dat hij ook veel belegd heeft, en een gedeelte achter de hand houdt voor noodgevallen.’
Mae lacht. ‘Pff, van dat geld kun je nog heel goed leven, Lisa. Mijnheer hier heeft enkele panden in Apeldoorn, waar enkele advocatenbureaus in huizen. Geen goedkope panden dus. En hij heeft verder nog een flinke beleggingsportefeuille. Alleen al van het geld, dat hij daarmee verdient, kun je al royaal leven. Maar dat doet hij niet. Nee, zo is Peter niet. Hij leeft liever gewoon, wel net wat comfortabeler dan normaal, maar wel heel bescheiden.’
Ik kijk verbaasd en zeg: ‘En hoe wil jij dat dan weten, Mae?’
‘Omdat ik al veel langer weet, waar je woont. Maar je had een beslissing genomen, om te verdwijnen uit ons leven, en dat heb ik gerespecteerd. Pas toen ik van Leo hoorde, dat je blij was om hem terug te zien, kon ik eindelijk blij zijn om je weer te zien. Ik heb namelijk altijd gedacht, dat je ons bewust buitengesloten had. Want ik begreep wel heel goed, waarom je het deed.’
Nu is kijk ik nog verbaasder. ‘Je wist waar ik woonde? Maar je hebt wel gelijk, ik moest jullie een tijdlang buitensluiten. Anders zou ik nooit dit allemaal gekund hebben. Maar hoe weet je dan, van al mijn bezittingen?’
‘Ik werk bij het kantoor, waar je je beleggingen laat beheren, Peter. Daardoor wist ik het.’
Ik begin te lachen. ‘Had ik dat maar geweten, Mae. Dan had ik al veel eerder contact met jullie opgenomen. Ik heb het geprobeerd, maar ik had alleen het telefoonnummer nog van Danny. En die nam nooit op.’
Nu kijken mijn gasten wel even bedrukt en ik zeg: ‘Is er iets met Danny?’
Herman knikt en zegt: ‘Ja, dat kun je wel stellen. Niet lang, nadat jij weg was, heeft Danny een ongeluk gehad. Het was niet zijn schuld, een dronken mongool heeft hem aangereden. Danny heeft het niet overleefd. En dat was ook meteen het moment, dat onze groep uit elkaar begon te vallen. Emile trok zich terug naar zijn tent in Duitsland, Jeroen is vertrokken naar Portugal, Karel had ik je al gezegd, die zit nu in Canada. Wat er gebeurd is met Alfred en Math, dat weet ik niet. Ik heb ze nooit meer gezien of van ze gehoord.’
Leo gaat verder. Van John en Lennaert weet ik, dat ze samen een tocht hebben gemaakt naar China, maar daarvan heb ik sindsdien nooit weer iets van gehoord. En Tony woont ergens boven in het land, maar wil niets meer met ons te maken hebben. Meer weet ik er ook niet van.’
‘Dus met andere woorden, van de hele groep zijn wij alleen nog over?’
‘Ja, zo zou je het kunnen stellen. Alleen Emile laat nog regelmatig van zich horen, dus die kun je ook wel erbij rekenen. Wist je trouwens, dat hij je motor heeft opgekocht en helemaal heeft laten restaureren?’
Ik kijk Leo verbaasd aan. ‘Heeft hij die gekocht? Waarom dat dan?’
‘Dat weet ik niet. Misschien als aandenken aan jou. Ik weet dat hij er nog nooit op gereden heeft. Hij staat gewoon als showobject in zijn garage. En misschien wist je het nog niet, maar hij heeft zijn hoerenkeet verkocht voor flink veel geld en is daarmee een motorgarage begonnen. En daarmee is hij best succesvol. Hij maakt custom bikes op bestelling en jouw motor is zijn absolute pronkstuk.’
‘Is hij ook nog steeds vrijgezel?’
‘Oh nee! Hij is verliefd geworden op een van de hoertjes in zijn keet, en is daarmee getrouwd. Nu hebben ze samen drie kinderen. De oudste is inmiddels al zeven.’
‘Zit hij alweer zo lang daar in Duitsland? Pff, waar gaat de tijd heen!’
‘Je zou hem amper nog herkennen, Peter. Hij is echt helemaal anders geworden. Eigenlijk het tegenovergestelde van jou. Hij zit onder de tattoos en piercings en hij is zo kaal als een neet. Niet bepaald wat je de ideale schoonzoon noemt, zal ik maar zeggen.’
‘Toch zou ik hem best nog wel eens willen zien. Gewoon voor old sakes.’
‘Hij komt met de kerst nog een keer naar Nederland, Peter. Dan zou je hem nog een keer kunnen zien. Of je rijdt naar Mindelheim, want daar woont hij nu.’
‘Dan weten we nog niet of we thuis zijn. Dat ligt eraan, of we nog terug moeten naar ons huisje in Frankrijk om het winterklaar te maken.’
‘Anders bel hem gewoon een keer op, je hebt nu toch zijn telefoonnummer!’
Opeens gaat de achterpoort open en zie ik Ben binnenkomen. Charlotte springt meteen op en loopt hem tegemoet. Eva zegt: ‘Dat moet wel haar vriendje zijn, dat kan niet anders!’
‘Ja, dat is Ben. Die twee zijn ook erg flink verliefd op elkaar. Maar natuurlijk wel onschuldiger, dan ik en Lisa.’
Eva glimlacht. ‘Lisa past echt goed bij je, Peter. Dat meen ik echt. Mae zei het straks aan, maar ze heeft gelijk. En je weet dat ze het zelden mis heeft.’
Ik stel mijn vrienden voor aan Ben, en Ben wordt al meteen ingepalmd door Herman, vanwege zijn tekenkunsten. En Ben is best wel onder de indruk van Herman, hoewel hij dat maar heel lichtjes laat merken. Dat vind ik knap van hem, want Herman kan soms best dwingend zijn, als hij dat wil. Maar Herman is eveneens wel onder de indruk van de kunsten van Ben, als die hem iets voortekent.
‘Je hebt echt talent, jongen. Daar moet je echt meer mee doen.’
‘Dat kan best zijn, maar eerst wil ik mijn opleiding voltooien en mijn diploma’s op zak hebben. Dan kan ik me nog altijd gaan toeleggen op mijn tekeningen.’
Eva zegt: ‘Dat is erg verstandig van je. Heb je al toekomstplannen?’
‘Nog niet helemaal. Eerst was ik er tevreden mee, dat ik timmerman zou worden, maar nu denk ik erover om toch verder te gaan leren. Ik heb nu geleerd om met hout om te gaan, en ik kan goed tekenen. Waarom zou ik dan geen technisch tekenaar worden? Daar komt zowel handwerk als rekenwerk aan te pas, en in beide ben ik goed.’
‘Heeft daar Peter aan bijgedragen, om je toekomstplannen te veranderen?’
‘Ik weet het niet. Misschien wel, misschien niet. Ik heb wel geleerd van Peter, dat je in een relatie veel moet investeren. En als ik later Charlotte een goed leven wil bieden, moet ik meer willen, dan alleen timmerman worden. Niet dat we daarmee niet gelukkig zouden kunnen worden, maar ik wil haar meer kunnen bieden, dan alleen dat.’
‘Dus je denkt al een beetje aan de toekomst?’
‘Ja, maar ik bekijk het wel nuchter. Charlotte en ik zijn nog erg jong. Er kan nog van alles gebeuren. Maar ik wil wel een toekomst voor mezelf veiligstellen. Als Charlotte daarbij is, is dat meegenomen, en zo niet, dan heeft ze pech gehad.’
‘Dan ben je goed bezig. Maar ik neem aan, dat je wel probeert Charlotte zo lang mogelijk te houden?’
‘Ja, natuurlijk! Heb je gezien hoe mooi ze wel is? En daarnaast vind ik haar echt leuk!’
Eva komt dan naar me toe en zegt: ‘Je buurjongen is een intelligent kereltje. Hij weet wel, wat hij voor de toekomst wil.’
Lisa antwoordt meteen: ‘Nou, dat was enkele maanden geleden toch nog echt niet zo. Zijn hele leven bestond uit computerspelletjes spelen en liefst de hele dag. Het is dankzij Charlotte, dat hij nu helemaal anders is gaan denken. En ook wel aan Peter, want die heeft de beiden wel een beetje aangestuurd, dat ze wat met elkaar kregen.’
Eva lacht. ‘Zoiets dacht ik al. Zoiets kun je wel aan Peter overlaten.’
Leo zegt dan tegen mij: ‘Zeg Peter, je zei me, dat je nog steeds foto’s van ons had. Daarvoor zijn we eigenlijk wel gekomen, om die nog eens terug te zien!’
‘Die heb ik klaarstaan, maar jullie waren zo druk bezig met bijkletsen, dat ik het nog maar even niet op tafel gezet heb. Wacht, ik zal het even pakken.’
Ik haal de doos met foto’s tevoorschijn en geef ze aan mijn vrienden. Er komen meteen herinneringen los bij vrijwel iedere foto, die ik gemaakt heb. We moeten regelmatig lachen om die verhalen, die weer boven water komen. De middag vliegt voorbij en al snel is het tijd om mijn gasten van eten te voorzien. De wraps vallen in goede aarde, zeker omdat ik voor hun kinderen speciale kleine wraps heb gemaakt, die ze zelf kunnen vasthouden.
Mae zegt: ‘Dat talent heb je zeker nog niet verloren, Peter. Ik denk, dat je nu nog beter kunt koken, dan eerst.’
Dan zegt ze tegen Lisa: ‘Vroeger, toen we tochten maakten met onze motoren, was het Peter die voor ons allemaal kookte. Geef hem een vuur en een ketel, en hij weet er nog een lekker gerecht uit te toveren. Hij zegt wel altijd, dat hij niet de leider was van onze groep, maar alles draaide uiteindelijk wel om hem. Dat werd maar al te duidelijk, toen hij zijn besluit nam, om afscheid te nemen van die wereld, waar hij zich in bevond.
Ik had het al wat langer zien aankomen, maar ik was destijds evengoed verrast door de snelheid waarmee hij dat deed.’
Lisa zegt dan: ‘Jullie zeggen steeds, dat Peter zo resolute beslissingen neemt. Maar zo ken ik hem eigenlijk helemaal niet. Hij twijfelt eigenlijk best veel.’
‘Hmm, interessant. Misschien dat hij dit nu op een andere manier doet, Lisa. Maar ik denk niet, dat hij ooit echt veranderd is. Peter is behoorlijk standvastig, of koppig, zo zou je het ook kunnen noemen. Als hij eenmaal ergens zijn zinnen op heeft gezet, dan zal hij niet rusten, voordat hij zijn zin krijgt. Er tegenin gaan, dat is echt zinloos. O, hij luistert wel naar je, en zal zich ook wel aanpassen, maar zijn doel blijft staan. En nu heeft hij zijn zinnen echt op jou gezet, dat zie ik aan alles.’
Lisa lacht. ‘Ik denk dat je dat verkeerd ziet. Hij is niet degene geweest, die me versierd heeft, dat ben ik geweest. Ik ben al sinds mijn zestiende al verliefd op hem geweest. Maar destijds was ik nog veel te jong voor hem. Dat begrijp ik nu wel. Toen ben ik gaan studeren, en heb een aantal jaren op kamers gewoond. En tja, kleine meisjes worden ook volwassen. En toen ik noodgedwongen van mijn studie af moest, en weer thuis ging wonen, heb ik de eerste de beste gelegenheid aangegrepen om zijn aandacht op me te krijgen.
En daar was deze zomer echt heel erg perfect voor. Je weet wel, een bikini, waar je net maar alles mee kunt verbergen en dan thuis een tuin hebben, waar nauwelijks zon komt. En dan vraag je je lieve buurman, of je in zijn tuin mag zonnen. En tja, dan kan er wel eens iets gebeuren.’
Mae lacht. ‘Zo, the way to go, meid! Dus jij hebt de eerste zet gedaan? Petje af, hoor! Dat is bij Peter al heel wat. Meestal heeft hij geen interesse voor meiden, die de eerste stap zetten. Maar als ik me jou zo voorstel in zo’n kleine bikini, dan kan ik me ook wel voorstellen, dat hij geen nee kon zeggen.’
Lisa lacht. ‘Het was natuurlijk een enorme gok, maar ik zou erge spijt hebben gehad, als ik het niet gedaan had. Dan was ik misschien nog steeds de verliefde huismus geweest, die stiekem verliefd op haar buurman is.’
‘Het scheelt misschien wel, dat jullie elkaar toch al wat langer kennen, Lisa. Vroeger zou hij dat anders echt nooit gedaan hebben. En hij is nu ook wat ouder en rustiger. Dat scheelt natuurlijk ook.’
Dan komt de foto van Yvonne met mij boven water. Mae zegt dan meteen: ‘Kijk aan, een foto van Yvonne! Dat is alweer even geleden, Peter!’
Ik zeg: ‘Heb je nog ooit wat van haar gehoord?’
‘O, jawel hoor. Het gaat goed met haar. En uiteindelijk heb je haar een goede dienst bewezen, ze is gaan liften en is opgepikt door een of andere rijke stinker, waarmee ze getrouwd is. En gelukkig getrouwd, begrijp me niet verkeerd. Ze is niet getrouwd voor zijn geld. Ze heeft nu twee kinderen, en woont nu in Zwitserland. We bellen nog regelmatig met elkaar.’
‘Ah, ik ben blij, dat het goed met haar gaat. Want ik voelde me wel een beetje schuldig, toen ik haar toen daar liet staan bij dat hotel.’
‘Ow? Peter die schuldgevoelens heeft? Dat is ook nieuw!’
‘Nee, dat is er altijd wel geweest, Mae. Maar ik liet het nooit blijken. Dat is wat anders.’
Mae glimlacht en zegt: ‘Ik kan merken, dat Lisa je veranderd heeft, Peter. Je bent aanzienlijk milder dan vroeger. Daar moet wel een vrouwelijke hand achter zitten.’
‘Ik ben toch al jaren anders, Mae. Maar ik zal niet ontkennen, dat Lisa ook al haar invloed heeft gehad. Ik vind nu zelfs winkelen met haar leuk.’
Mae lacht nu hard. ‘Dat is dan wel een wereldwonder!’
Lisa heeft het niet gehoord, en vraagt: ‘Wat is er een wereldwonder?’
‘Dat Peter nu zelfs graag met je gaat winkelen.’
‘Graag is wel een beetje overdreven, maar ik moet toegeven, dat hij in ieder geval niet wegloopt en ook zijn mening durft te geven, als hij iets niet mooi vindt. Dat is al meer dan de andere vriendjes, die ik ooit heb gehad.’
‘Geloof me, als er vroeger iemand een afkeer van winkelen had, dan was hij dat wel. Zelfs aan de supermarkt had hij nog een hekel. Hij kan koken als de beste, maar winkelen, daar heeft hij een broertje dood aan.’
Ik lach en zeg: ‘Dat is nu wel anders, Mae. Het is vooral omdat ik toch inkopen moet doen, dat ik nu ga, maar ik ga nu toch liever naar de kleine groenteboer en de slager om mijn spullen te kopen. Ik leg nu meer waarde op kwaliteit, en bovendien vind ik boodschappen doen bij zo’n kleine ondernemer wel gezellig. Aan de supermarkt heb ik nog steeds wel een hekel, maar dat is een noodzakelijk kwaad. Daar koop ik ook alleen, wat ik elders niet kan krijgen.’
‘Zo ken ik je weer. Maar toch, je gaat nu samen met je vriendin winkelen. Dat is voor jou een enorme stap.’
‘Zoals ik al eerder zei, ik omarm het leven nu wat meer. En die momenten horen er ook bij. Ik weet dat Lisa wel graag gaat winkelen, dus pas ik me een beetje aan.’
De avond vordert snel, en dan is het toch echt tijd voor Leo en Mae om naar huis te gaan. Hun kinderen zijn moe en beginnen te jengelen, en ook het zoontje van Herman is zichtbaar moe aan het worden. Ik spreek met hun af om elkaar snel weer te zien, als Lisa opeens zegt: ‘En waarom nodig je ze dan komende zaterdag niet uit, als we de barbecue geven voor al onze vrienden? Zij horen er toch eigenlijk ook bij?’
‘Ja, daar heb ik helemaal niet meer aan gedacht! Ja, jullie moeten zaterdagmiddag ook komen. Dan geven Lisa en ik een groot feest voor al onze vrienden vanwege het feit, dat we gaan samenwonen. En dat is meteen ook een moment, dat ik haar vrienden wat leer kennen en Lisa mijn vrienden leert kennen.’
Leo kijkt naar Mae, en die knikt. ‘Voor zaterdag kunnen we nog wel een oppas regelen. Ik denk dat mijn ouders er helemaal geen probleem van zullen maken, als ze een keer op hun kleinkinderen mogen passen.’
Herman zegt: ‘Voor ons zal hetzelfde wel gelden. Ik kan misschien wel niet zo goed opschieten met mijn schoonmoeder, maar als ik haar vraag om op te passen op Peter, dan is er opeens geen ruzie meer. Ze is absoluut dol op hem.’
Eva knikt. ‘Ja, dat is absoluut waar. En als we dan welkom zijn, dan komen we graag!’
‘Natuurlijk zijn jullie welkom! Jullie zijn mijn vrienden, en echte vriendschap slijt niet!’
‘Daar ben ik blij om. Ik ben je altijd blijven beschouwen als een vriend, en dat doe ik nog steeds.’
We omhelzen elkaar dan als afscheid en zwaaien mijn oude, maar hernieuwde vrienden uit.
We lopen weer naar binnen en Lisa zegt: ‘Ik vond ze allemaal stuk voor stuk heel erg leuk en vooral aardig. En Herman, wat een figuur is me dat!’
‘Herman is altijd wel zo excentriek geweest, Lisa. Zoiets kun je altijd wel van hem verwachten. Ik ben blij, dat het goed met ze gaat. Het heeft me echt goed gedaan om ze weer eens te zien.’
‘En ik ben blij, jouw vrienden uit het verleden eens te leren kennen. Ik heb vandaag veel geleerd over jou. Mae en Eva bleven me zeggen, dat je erg veel veranderd bent. Maar ook weer niet.’
‘Dan zullen ze het wel gehad hebben over mijn resolute besluiten, of niet?’
Lisa knikt.
‘Toen ik het besluit genomen had, om me van hun te distantiëren, heeft me dat enorm veel pijn gedaan. Maar ik kon niet anders. Het zou anders echt de verkeerde kant op zijn gegaan. Maar het heeft me ook doen beseffen, dat ik voortaan mijn besluiten wat meer overwogen moest gaan doen. Ik kan nog steeds zeer resoluut zijn, dat ontken ik ook niet.
Dat gebruik ik ook in mijn lessen, mijn leerlingen weten heel goed, wat ze wel kunnen en wat niet. Protesteren helpt dan niet. Dat helpt bij hun erg goed, omdat ze weten waaraan ze toe zijn. Maar aan de andere kant, dwing ik ze wel op een bepaalde manier. Dat is ook niet goed. Dat is ook een reden, waarom ik ook zo zoek naar alternatieve lesmethoden, om ze zo zelf hun eigen kunde te toetsen.’
‘Dus je bent wat anders gaan denken over je resolute besluiten. Hoe dan?’
‘Voordat ik mijn besluit neem, luister ik nu eerst wat de anderen te zeggen hebben. Op basis daarvan bepaal ik dan ook of ik mijn besluit dan moet herzien. Maar als dat besluit dan ook eenmaal staat, zal ik er niet snel vanaf wijken. Eerst nam ik het besluit, en de rest moest zich maar bekijken, wat ze er mee deden. Dat is het verschil.’
‘Goed dat ik het weet, dan kan ik daar rekening mee houden, mochten we ooit eens ruzie krijgen. Dan weet ik, dat ik eerder mijn argumenten op tafel moet gooien en er niet mee moet wachten.’
We lopen samen naar binnen, waar Charlotte, samen met Ben al bezig is, om de rommel op te ruimen. Ik zeg tegen Lisa: ‘Als we ooit een keer ruzie hebben, Lisa. En dan bedoel ik flinke ruzie. Doe me dan een plezier en noem me Kobus.’
‘Kobus? Waarom dat dan?’
‘Weet je nog wat we bij Mark hebben gedaan?’
‘Ja, je noemde hem Josef, als hij te ver ging.’
‘Kobus is mijn stopwoord, Lisa. Ik word niet heel snel boos, maar als ik het word, dan kan ik echt doorslaan. En ik heb me geleerd omtws Kobus riepen, dan wist ik, dat er iets ernstigs loos was. Dan stormde ik toe om ze te helpen.’
‘Dus je bent zowel Peter als Kobus? Moet ik me zorgen maken, Peter? Heb je een gespleten persoonlijkheid?’
Ik lach. ‘Nee, zo zit dat niet in elkaar. Jakobus is mijn tweede doopnaam en voor het gemak hebben met vrienden er Kobus van gemaakt.’
‘Ik hoop niet, dat ik het ooit nodig zal hebben, Peter. Maar met iemand met jouw bagage weet je toch maar nooit!’
‘En dat zegt mijn vriendin, die ooit vroeger stripper is geweest!’
Lisa trekt een verontwaardigd gezicht en kijkt me geschokt aan, maar ziet me dan lachen. ‘Wacht maar, jou krijg ik nog wel!’
‘Daar reken ik op. Hoe ga je me het betaalt zetten? Kinky avonturen in de slaapkamer?’
‘Hmm, wacht maar af. Je zal er nog wel spijt van krijgen om me een stripper te noemen!’
Lisa kijkt nu echt even boos, waar ik wel even van schrik.
‘Sorry, zo heb ik dat niet bedoeld, Lisa.’
Opeens breekt Lisa in lachen uit. ‘O, je had net je gezicht moeten zien, Peter. Ik kan heus wel tegen een grapje!’
Ik zucht en zeg: ‘God, je had me wel even te pakken! Ik dacht echt even, dat je boos was.’
‘Nee, ik wist hoe je het bedoelde. Maar van iedereen anders zou ik het niet geaccepteerd hebben. Dan kan ik soms echt een kreng zijn. Ik waarschuw je maar vast. Dat is wel zo eerlijk, nu je mij ook gewaarschuwd hebt.’
‘En wat is jouw stopwoord, Lisa?’
‘Ik heb eigenlijk geen stopwoord, Peter. Nooit aan gedacht, waarom ook?’
‘Dat kan soms wel eens handig zijn. Je kunt het op meerdere manieren gebruiken. Zeg het normaal in een gesprek, dan kan het een teken zijn, dat je me even apart wilt spreken, zonder meteen de rest in te lichten, maar er zijn ook andere dingen, die je zo kunt afspreken.’
‘Hmm, misschien dan toch niet zo’n gek idee. Noem me dan ook maar bij mijn tweede doopnaam, dat doet mijn moeder ook altijd als ze erg boos op me is. Daar reageer ik dus ook wel op.’
‘En dat is?’
‘Christina, mijn volledige doopnaam is Lisa Christina Antonius Maria Meulendijck’
‘Oké, dan is jouw stopwoord voor mij voortaan Christina. En misschien ook wel je koosnaampje. Ik vind het wel een leuke naam.’
‘Wat zijn eigenlijk jouw doopnamen, Peter?’
‘Pieter Jakobus Hubertus Petrus Hoogmans’
‘Pieter?’
‘Ja, zo sta ik officieel te boek in de papieren, maar mijn roepnaam is Peter.’
We gaan dan Charlotte en Ben meehelpen met opruimen, om dan nog even kort van de avond te kunnen genieten. Ben zegt dan tegen Charlotte: ‘Charlotte, heb je morgen zin om naar het verjaardagsfeest te gaan van een van mijn vrienden? Ik zou je namelijk graag aan hun willen voorstellen. Ze geloven me niet echt, dat ik nu een vriendin heb.’
Charlotte zegt: ‘Waarom zouden ze je niet geloven, Ben?’
Ben kijkt nu even wat moeilijk en zegt: ‘Omdat ik er wel eens over gelogen heb, Charlotte. En ik wil nu iedereen laten zien, dat je echt mijn vriendin bent.’
‘Waarom heb je daar dan eens over gelogen, Ben? Dat is toch raar?’
‘Dat is het ook, maar denk je dat het leuk is, als al je vrienden opeens nog maar weinig tijd voor je hebben, en jij geen vriendin hebt. Dus probeerde ik indruk te maken, door te zeggen, dat ik een vriendin had. Maar ze hadden al snel door, dat het niet zo was.’
‘En nu wil je ze laten zien, dat je echt een vriendin hebt. Is dat de enige reden, waarom je me nu pas vraagt? Dat had je toch ook al eerder kunnen doen?’
‘Ik weet het, en het spijt me ook. Ik had het je eerder moeten vertellen. Maar Julian kwam er zelf ook pas laat mee. Hij houdt zijn verjaardag morgen, in plaats van in het weekend.’
‘Dat kan ik nog begrijpen, maar neem je me alleen mee om je vrienden te tonen, dat je eindelijk eens een meisje hebt, of ook om andere redenen?’
Dat is even te veel gevraagd aan Ben. Hij mag dan wel slim zijn, maar op sommige niveaus is hij soms wel wat traag van begrip. En dat is nu ook het geval. Ik zie het aankomen en ik zeg tegen hem: ‘Wat Charlotte probeert te vragen, is of je ook het alleen doet om je vrienden te tonen, dat je een vriendin hebt, of dat je met haar daar heen wilt, om de wereld te laten zien, dat je een vriendin hebt, Ben? Altijd goed luisteren wat een vrouw je vraagt. Die kunnen namelijk soms heel sikkeneurig zijn op je antwoord. Je antwoord moet meteen goed zijn, anders is het fout of te laat. Ik help je nu, maar de volgende keer moet je het op eigen kracht doen.’
‘Natuurlijk wil ik de wereld laten zien, dat ik van Charlotte houd. Dat heb ik toch altijd al gezegd?’
‘Dat klopt, maar een vrouw wil dat erg graag en vaak horen, Ben. Liefst iedere dag, en dan nog meerdere keren per dag. Ze wil zich gewaardeerd voelen en gewild. Geen gebruiksobject, die je kunt gebruiken naar believen. Neem dat nu maar als advies aan van een man, die al een beetje weet hoe dat werkt. En geloof me, als je tachtig bent, dan weet je nog steeds niet hoe vrouwen precies werken. Wat dat betreft zijn ze en blijven ze mysterieuze wezens. En dat is ook precies waarom we zo van ze houden, anders was het veel te snel saai in ons leven.’
Lisa zegt: ‘Oeh, daar heb je je anders ook maar net goed uit gered, Kobus!’
‘Ik weet wel wat ik zeg, Christina!’
We glimlachen naar elkaar.
Ben zegt: ‘Heb ik iets gemist? Waarom noemen jullie elkaar nu anders?’
Charlotte zegt dan: ‘Laat ze toch, ik heb wel eens vaker gehoord, dat mensen, die veel van elkaar houden elkaar koosnaampjes geven.’
Ben knikt, maar richt zich dan nog een keer naar Charlotte. ‘Charlotte, zou je morgen met me mee willen, als mijn vriendin, naar de verjaardag van mijn vriend Julian?’
Nu glimlacht Charlotte weer. ‘Die vraag staat me beter aan, Ben. Maar ik ga morgen graag met je mee. We laten die vrienden van je wel eens een poepje ruiken!’
Ben is nu opgelucht, maar heeft wel al meteen een belangrijke les in zijn leven geleerd. Hij slaat een arm om haar heen en zegt: ‘Ik hou van je, Charlotte. Dat weet je toch?’
Charlotte knikt en zegt: ‘Dat weet ik, maar Peter had wel gelijk. Het is leuk om te horen, dat je nog steeds van me houdt. En voor een meisje, zoals ik, kan dat soms belangrijk zijn. Ik heb nog nooit eerder een vriendje gehad, en dat geeft me ook twijfels, als ik je lang niet gezien heb!’
‘Maar je hebt me vanmorgen nog gezien?’
‘Dat doet er niet toe, Ben. Soms ben ik zo bang, dat ik je aan iemand anders verlies, dat ik echt soms bijna gek word.’
Nu begint Ben eindelijk te begrijpen, waarom Charlotte zo reageerde. Hij glimlacht en zegt: ‘Als het je beter doet voelen, als ik je zeg, dat ik nog steeds van je houd, dan zal ik dat nu voortaan zo vaak mogelijk doen. Tot je me zegt, ermee te stoppen.’
Dan zegt hij tegen haar: ‘Charlotte de Graaf, ik hou met heel mijn hart van je!’
Charlotte lacht, maar is duidelijk wel ingenomen met deze geste van Ben. Ze kijkt me aan en zegt: ‘Peter, zou je het een probleem vinden, als Ben vanavond bij me blijft slapen?’
‘Ik heb er geen probleem mee, maar vinden zijn ouders dat goed?’
Ben antwoordt zelf en zegt: ‘Die vinden alles goed, als ik het maar veilig doe. Ze hebben me zelfs een hele verpakking condooms gekocht. Dat is toch niet nodig, Charlotte is toch aan de pil?’
‘Nog wel, Ben. Ze heeft die prikpil gehad, maar dat zal niet lang meer werken. Wil je dat risico lopen?’
Daar schrikt Ben wel even van. ‘O, dat wist ik niet. Nou ja, zo erg is het ook weer niet, als ik een condoom moet gebruiken. Zekerheid voor alles.’
Charlotte zegt: ‘Het lijkt me wel eens leuk om het eens met condoom te proberen, Ben. Dat is weer eens wat anders.’
Ben staat dan meteen op en zegt: ‘Dan ga ik nu naar huis om wat condooms te halen! En dan vertel ik thuis wel, dat ik hier blijf slapen.’
Hij haast zich meteen weg, en we kijken hem na. Charlotte zegt tegen mij: ‘Ik vond het wel lief van je, dat je Ben wilde helpen. Maar waarom begreep jij wel, wat ik bedoelde, maar hij niet?’
‘Ben mist nog de ervaring, Lotje. Ik draai toch al wat meer jaren mee, dan Ben. Bovendien heb ik in mijn wilde jaren meer vrouwen versleten, dan onderbroeken. Dan leer je wel eens wat. Maar jij moet ook leren om wat meer geduld met hem te hebben. Je kan nog niet van hem verwachten, dat hij blindelings je wensen van je lippen kan aflezen en daar ook meteen aan kan voldoen. Zover is hij nog niet. Dat leert hij uiteindelijk wel, maar daar gaat tijd overheen.’
‘Maar jij bent nu al net zo lang samen met Lisa, als ik met Ben. Maar jij ziet dat wel allemaal!’
‘Je moet je nog niet aan mij en Lisa spiegelen, Lotje. We zijn ouder en bovendien ook al een heel stuk verder in onze relatie. Maar ook wij moeten nog bouwen aan onze relatie. Ik kan echt nog niet blindelings haar wensen van haar lippen lezen. Ik doe mijn best, maar gemakkelijk is het niet. Vrouwen zijn voor mannen altijd een raadsel. En omgekeerd zal dat ook wel gelden, daar ben ik ook wel overtuigd van.’
Lisa lacht. ‘Daar heb je ook wel gelijk in. Er zijn altijd wel van die momenten, dat je soms denkt, waarom doe je nou gewoon niet wat ik wil. Maar je wilt het niet hardop zeggen, omdat je dan weet, dat je hem daarmee zijn trots krenkt. Dat was ten minste zo bij mijn vorige vriendje. Bij jou heb ik dat nog niet gehad, Peter. Dus een compliment voor jou, tot nu toe dan!’
Ik lach. ‘Dat pak ik dan ook als een compliment. Maar gelukkig hebben we nu voor die momenten wel iets goeds afgesproken, of niet Christina?’
Lisa glimlacht. ‘Ja, nu begrijp ik ook meteen waarom je daarover begon. Goed idee, Kobus.’
Charlotte schudt haar hoofd en zegt: ‘Ik zal ook wel iets gemist hebben, maar ik hoef het ook niet te weten. Ik ga vlug nog een tweede kussen op het bed leggen, voordat Ben terug is.’
‘Je weet waar ze liggen, Lotje!’
Ze knikt en haast zich weg.
Lisa zegt dan tegen mij: ‘Zullen we ook vroeg naar bed gaan, Peter? Ik weet niet of het door mijn zwangerschap komt, maar ik heb nu steeds meer zin in seks!’
‘Ow, dan zal ik er maar grondig misbruik van maken, voordat we niet meer kunnen!’
Lisa lacht. ‘Je kunt geen misbruik van me maken, ik heb veel te graag seks met je!’
‘Durf je dat ook zwart op wit vast te leggen, voor als ik later dan toch droog sta?’
‘Je mag me er dan best aan herinneren, Peter. Maar nu kan ik in ieder geval nooit genoeg van je krijgen.’
Ben komt alweer terug, met een kleine weekendtas.
‘Ik moest van mam wat kleren en een toilettas meenemen.’
Ik lach en zeg: ‘Ja, daar begon Lisa ook mee. En voordat je het weet woon je er.’
Ben lacht. ‘Dat zal bij ons heus niet zo’n vaart lopen, Peter.’
Hij snelt naar boven, terwijl wij weer in de woonkamer gaan zitten. We willen hun geluk nu even niet verstoren. In plaats daarvan kijken we even wat televisie. Opeens vraagt Lisa: ‘Ben je echt zo rijk, als Mae me zei?’
‘Maakt dat dan iets uit?’
‘Nee, maar waarom heb je me het niet direct gezegd?’
‘Ik heb de ervaring, dat men je anders bejegend, als men weet dat je rijk bent. Ja, ik heb veel geld en bezittingen. Maar ik kan dat geld niet allemaal zo direct aan. Dat heb ik heel bewust gedaan, om niet in de verleiding te komen opeens veel geld uit te geven. En het geld dat ik verdien met mijn investeringen laat ik voor een groot deel ook weer investeren. Een klein deel blijft erover voor mijn reservepotje, waar ik leuke dingen van kan doen. Op die manier valt het ook niet op, dat ik veel geld heb, en hoef ik er ook niet naar te leven, alsof ik rijk ben. Natuurlijk, ik leef misschien wat royaler, dan ik met mijn beroep kan veroorloven. Maar ik schreeuw het ook niet van de daken, of wel?’
‘Misschien heb je ook wel gelijk, Peter. Eigenlijk maakt het me ook niets uit. Ik begrijp, waarom je wilt, dat ik zelf ga bijdragen aan het huishouden. Geld moet je leren verdienen, dan waardeer je het meer. Dat heeft mijn vader me altijd gezegd.’
‘En gelijk heeft hij. En ik wil best zeggen, dat ik flink geërfd heb van mijn ouders. Jessica en ik hebben allebei ruim twee miljoen geërfd. In mijn wilde tijd heb ik er bijna de helft daarvan doorheen gejaagd, hoewel die kroeg wel een hele goede investering was. Ik kocht die destijds voor zeven ton, en kreeg er een negen ton voor terug. En het is nu nog steeds een van de beste kroegen van Apeldoorn. Maar daarmee had ik dus wel geluk. Dus al met al heb ik in mijn wilde jaren ongeveer ruim twee ton verbrast. Ik kreeg toen een goede tip, dat ik twee panden kon overkopen, van iemand, die in geldnood zat. Ze waren veel meer waard, maar ik kon cash betalen. En die man had echt heel snel geld nodig, dus ik heb die gok gewaagd. Ik heb ze meteen laten opknappen, en ze toen aangeboden als kantoren. Binnen een maand, nadat ik ze aanbood, waren ze allebei verhuurd. Daar vang ik goed geld voor, en mijn huurders zijn dan ook heel erg tevreden.
Onderhoud besteed ik uit, daar doe ik zelf vrijwel niets aan. Ik krijg een melding, dat er iets gebeuren moet, en ik schakel het klusbedrijf in. Die regelt de verdere rest. De klanten zijn tevreden, want ze worden echt op hun wenken bediend, maar daar betalen ze dan ook grif veel geld voor. En ik ben nu bijna zo ver, dat ik de panden naast hun kantoren ook kan kopen en verhuren, want ze zouden graag willen uitbreiden. Die onderhandelingen laat ik over aan het bureau, waar ik mijn geldzaken laat regelen, die doen ook al mijn verdere administratie. Dus ik heb er zelf geen omkijken naar.’
‘Hoe rijk ben je dan nu precies?’
‘Heel precies weet ik het niet, maar ik zal nu zo rond de tweeënhalf miljoen bezitten. Maar dat zit allemaal geïnvesteerd. Het geld, dat ik direct aan kan, is echt niet zo heel veel. Ik had er een halve ton op staan, maar door de koop van het huisje in Sare is daar een flinke hap af gegaan. Nu is het nog maar de helft. Op dat huisje heb ik gewoon een hypotheek, net als op dit huis. En ook die panden heb ik later gewoon laten financieren. En van het geld, dat toen weer vrijkwam, heb ik een hoop laten beleggen. En wat ik daarmee weer verdien, kan ik de hypotheek aflossen, en kan ik weer goed leven van mijn loontje als leraar.’
‘Je werkt dus als het ware voor de hobby?’
‘Zo zou je het kunnen noemen, maar zoals ik het geregeld heb, moet ik wel werken, anders komt er echt geen brood op de plank. Maar ik kan wel lekker royaal leven, dat wel.’
‘Dus daarom heb je ook zo’n flinke grote keuken en een smaakvol ingericht huis?’
‘Zo zou je het kunnen noemen, Lisa. Ik houd ervan om de dingen, die ik graag doe, ook goed aan te pakken. Ik doe graag leuke dingen met mijn vrienden. Zo organiseerde ik ieder jaar de kerstavond. Al denk ik, dat ik dit jaar iets anders ga doen. Ik vind het sinterklaasfeest ook wel leuk, maar ik ben erover na aan het denken om met kerst naar Sare te gaan. Gewoon, alleen samen met jou.’
‘Niet met familie of vrienden?’
Ik schud mijn hoofd. ‘Het is echt niet, dat ze niet welkom zouden zijn, maar onze families wonen wel heel erg kort bij. En onze vrienden weten ons heus hier wel te vinden. Ik heb nooit gebrek aan gezelschap gehad, eerder een gebrek aan rust. En het zal misschien onze laatste kans zijn om nog eens lekker alleen te zijn, met ons twee. Volgend jaar loopt er een kleine rond, en zal ons leven nooit meer hetzelfde zijn. De momenten, dat we dan nog even alleen zijn, worden dan alleen maar schaarser. En ik zou toch graag nog minstens een moment rust, met jou alleen, willen hebben.’
‘Je hebt er al flink over nagedacht, Peter!’
‘Sinds we terug zijn, doe ik al amper iets anders, Lisa. Zelfs al voor we echt samenwoonden, dacht ik daar al over na. En sinds ik weet, dat je zwanger bent, nog veel meer. Er gaat zoveel veranderen, voor jou, voor mij, dat kunnen we ons zelf amper goed voorstellen.
Ik moet je vertellen, waarom ik destijds zo roekeloos was, Lisa. Ik heb nooit echt afscheid kunnen nemen van mijn ouders, hoe gek dat ook klinkt. Mijn vader was ziek, maar ik was jong en dacht dat hij het eeuwige leven had. En opeens was hij er niet meer. En hetzelfde was bij mijn moeder. Ik wist, dat ze mijn vader miste, maar ik had nooit verwacht, dat ze ook zo snel zou sterven. Je kunt je niet voorstellen, hoe groot die schok voor me was. Ze waren weg, en ik heb ze nooit meer kunnen vertellen, dat ik van ze hield. Dat nam ik me zelf kwalijk. Ik viel echt in een diep gat. En wat ik je nu ga vertellen, heb ik echt nog nooit iemand eerder verteld, Lisa.’
Lisa kijkt me verbaasd aan. Ze voelt aan, dat dit echt diep uit mijn hart komt. En dat is het ook, mijn grootste geheim.
‘Een half jaar, nadat mijn moeder gestorven was, wilde ik een einde aan mijn leven maken. En ik heb ook serieus een poging gedaan. Een domme, en gelukkig onsuccesvolle poging. Ik probeerde mezelf te elektrocuteren. Ik had geluk, dat de stoppen doorsloegen, de zekering was te zwak. Maar het had wel een bepaald effect. Ik weet niet of het een hallucinatie was, of iets anders, maar ik heb toen even nog kort mijn ouders gezien. Ik wilde ze net vertellen, dat ik van ze hield, maar toen kwam ik weer bij kennis. Ik begreep toen, dat ik moest blijven leven, dat voelde ik aan alles. Maar ik bleef met een schuldgevoel zitten. Ik ging gevaarlijke dingen doen, omdat ik gemerkt had, dat het een soort portaal kon zijn met de wereld, of hemel. Ik wilde mijn afscheid kunnen nemen van mijn ouders. En dat is de reden, waarom ik toen zo was.
Maar tegelijkertijd wilde ik mijn ouders ook niet teleurstellen, dat ik niet van hun geleerd zou hebben. Dus heb ik mijn levensstijl aangepast en daar verzamelde zich een hoop andere vrienden omheen, die ongeveer eenzelfde gevoel hadden. Misschien hadden ze niet hetzelfde motief, maar wel hetzelfde gevoel. Ze wilden alles uit hun leven halen, maar tegelijkertijd niet afglijden in de goot. En ik ben eigenlijk wel trots, dat ons dat gelukt is. ten minste, de meesten van ons is dat gelukt, als ik het nu zo hoor.
Maar wat ik ook deed, het lukte me niet meer om in contact te komen met mijn ouders. Ik was al bijna aan het opgeven, toen ik dat ongeluk kreeg. Eigenlijk wel grappig, het was precies voor het huis, waar ik altijd gewoond had, en waar mijn ouders gestorven zijn. De nieuwe bewoner had vergeten zijn auto op de handrem te zetten, terwijl daar de oprit een helling is. Ik kwam er net aangereden, en knalde vol op zijn auto. Het was maar goed, dat we vroeger aan het begin van de straat woonden, anders was ik heel zeker dood geweest. Maar het heeft me wel gegeven, waar ik al zolang naar verlangde.
Ik heb mijn ouders weer gezien, en ik heb mijn afscheid kunnen nemen. En daarmee was voor mij toen ook geen reden meer om die levensstijl voort te zetten. Ik heb de hemel gezien, Lisa. En dat is echt een mooie plaats, maar echt niet zoals ze beschrijven in de bijbel.
Ooit hoop ik daar heen te gaan, maar nu nog niet. Er wacht mij hier nog een heel leven, waar ik met volle teugen van wil genieten. En dat doe ik ook sindsdien. Maar ik kon steeds niemand vinden, waar ik mijn leven mee kon delen. En ik heb echt overal gezocht, maar nooit verwacht het zo dicht bij huis te vinden. En dan blijk je nog fantastischer te zijn, dan ik ooit verwacht had. Misschien was dat mijn boete om zo blind te zijn voor de mooie wereld. Maar daarvoor ben ik nu gelukkiger dan ooit!’
‘Wow, Peter! Dat is nogal een bekentenis! Denk je echt, dat je in de hemel bent geweest en je ouders gezien hebt?’
‘Ik kan het niet met zekerheid vertellen. Misschien was het ook alleen maar mijn fantasie. Hoe dan ook, vanaf dat moment was die schuldenlast er niet meer en kon ik weer normaal leven. Maar ik wist niet, hoe ik afscheid moest nemen van mijn vrienden. Ik had die wereld niet meer nodig, ik moest daar weg. Daarom heb ik ook heel abrupt mijn banden verbroken, omdat dat voor mij het gemakkelijkste was. Maar nu besef ik me, dat ik daar ook mijn vrienden mee gekwetst heb. Dat spijt me dan weer wel, met die schuldenlast kan ik wel leven.’
‘Mis je dat leven nog wel eens?’
‘Heel soms. Maar nu ik weer een aantal vrienden van vroeger heb teruggevonden, is dat gevoel wel iets sterker geworden, maar wel anders. Ik ben nu eerder blij, dat het goed met ze gaat.’
‘En je motor dan? Mis je die dan niet?’
‘Ja en nee. Ja, ik zou hem best nog wel eens een keer willen zien, maar nee, ik heb er geen behoefte aan om er nog mee te rijden. Nou ja, een ritje als afscheid, dat nog wel, maar meer ook niet.’
‘Je weet nu toch waar die motor is, Peter? En je hebt nog een paar dagen vakantie. Waarom rijd je er niet naar toe? Dan gaan we samen kijken naar die motor van je.’
‘Dat gaat niet, Lisa. Morgen heb ik vergadering, en vrijdag ook. En zaterdag komen al onze vrienden.’
‘En volgend weekend dan?’
‘Dat zou kunnen, maar waarom wil je dit?’
‘Omdat ik merk, dat je behoefte hebt om dat hoofdstuk van je leven ook goed af te sluiten, Peter. Je zegt wel, dat je alle banden abrupt hebt afgebroken, maar echt afscheid genomen heb je niet. Dat hoor ik in je verhalen, maar ook in die van je vrienden. Ze hebben je allemaal heel erg gemist, en jij hun ook. Je moet het goed afsluiten, anders kun je ook daar niet goed verder.’
Ik ben werkelijk perplex. Lisa heeft volledig gelijk. Ik ga recht zitten en reik naar mijn telefoon, die op tafel ligt. Lisa weet al, wat ik nu ga doen en ze knikt me bemoedigend toe.
‘Doe het nou maar, anders blijf je spijt hebben.’
Ik pak mijn telefoon en zoek het nummer, dat ik wil bellen. Het duurt even, voordat de telefoon wordt opgenomen.
‘Emile Storlen. Met wie spreek ik?’
‘Ben jij het echt, Emile?’
Het is even stil aan de andere kant. ‘Wie is dit? Ik ken die stem, maar ik kan het niet thuisbrengen.’
‘En als ik zeg: Een wheelie kan iedere gek maken, maar welke gek maakt dan ook een wheelie van een kilometer!’
Het is weer even stil. Aarzelend vraagt de man: ‘Ben jij dat, Peter?’
‘Ja man! Daar spreek je mee!’
‘Oh mijn God! Ben je het echt? Hoe ben je aan mijn telefoonnummer gekomen?’
‘Ja, ik ben het echt. Ik heb je telefoonnummer van Leo gekregen. Het stomme toeval is, dat hij mijn nieuwe collega is.’
‘Dat meen je niet! Hoe gaat het met je? Ik heb in geen jaren meer van je gehoord!’
‘Met mij gaat het heel erg goed, Emile. En met jou?’
‘Ik mag niet klagen. Ik heb nu mijn eigen motorgarage en de zaken gaan heel erg goed!’
‘Dat had ik gehoord van Leo. Ze zijn hier net weg. Herman is ook hier geweest.’
‘Man, ik had er goud voor gegeven om daar bij te kunnen zijn! Ik sta echt te trillen van spanning! Je was zo plotseling weg, en je was een van mijn beste vrienden.’
‘Sorry, ik kon op dat moment niet anders. Maar nu weet ik, dat die beslissing niet juist is geweest.’
‘Dat weet ik wel, we wisten allemaal wel, dat er iets met je was gebeurd met dat ongeluk. Je bent nooit meer dezelfde geworden, en je was ook niet meer gelukkig als je bij ons was. Het was daarom ook maar een kwestie van tijd, dat je zou gaan. Ik neem je dan ook niets kwalijk, maar toch kwam het afscheid zo plotseling. Maar je was altijd al zo. Als je besluit stond, dan kon niemand je daar meer vanaf brengen.’
‘Nu ben ik ouder en wijzer geworden, Emile. En ik begin net een gezinnetje te vormen. Ik woon nu sinds een paar dagen samen, hoe vind je dat?’
‘Fantastisch man! Ik mag ook niet klagen. Ik heb een lieve vrouw gevonden, je kent haar nog wel. Tanja, uit die hoerenkeet.’
‘Ja, Mae heeft me er al over verteld. Dus je bent ook al getrouwd?’
‘Ja, alweer zeven jaar. En ik heb al enkele kinderen, drie stuks. Je moet eens langskomen om ze te ontmoeten! Wist je trouwens, dat ik je oude motor heb opgekocht?’
‘Ja, Dat vertelde Leo me. Die zou ik echt graag nog eens een keer zien. Gewoon om er nog een keer afscheid van te nemen, meer niet. Die periode is voorgoed voorbij, Emile.’
‘Je zal er toch nog wel een keer op willen rijden, Peter? Ik heb hem helemaal gerestaureerd, precies zoals hij was. Hij staat nu te pronken in mijn garage, als een van mijn pronkstukken.’
‘En jij moet weten, hoe die was, want je hebt hem zelf voor me gemaakt.’
‘Ja, maar op jouw wensen. En ik vind die motor nog een van mijn beste werken ooit. En dat is ook de mening van mijn klanten.’
‘Hebben ze dan nooit geprobeerd dat ding te kopen?’
‘O, jawel hoor! Maar die motor is gewoon niet te koop! Ze hebben me er al een ton voor geboden, maar de waarde van die motor is gewoon niet in geld uit te drukken. Ze hebben hem zelfs al een keer proberen te stelen, maar die dat geprobeerd hebben, is dat erg slecht bekomen. Niet dat ik er zelf iets mee te maken heb, maar ik heb door de jaren heen behoorlijk wat fans gekregen. Die hebben de dader een flink lesje geleerd. Je weet hoe dat gaat in die wereld.’
‘Ja, dat weet ik nog heel goed. Dat zal wel een goede waarschuwing zijn geweest voor anderen, die het in hun gedachten hadden om het eens te proberen.’
‘Dat kun je wel zeggen, Peter. Maar waarom kom je me niet eens opzoeken?’
‘Ik zou graag komen, maar dat gaat nog wel even duren. Kon je zaterdag maar hier zijn, dan geef ik voor al mijn vrienden en van mijn vriendin een barbecuefeest.’
‘Zeg maar waar ik moet zijn, en ik zal er zaterdag zijn, Peter!’
‘Kom op! Zou je dat echt doen?’
‘Natuurlijk! Weet je wat? Ik haal je motor uit de garage, en kom je daarmee opzoeken! Hoe vind je dat?’
‘En je gezin dan? Je vrouw en kinderen?’
‘Ach, die zijn het wel gewend, dat ik een weekend weg ben. Je kent me, ik ben en blijf een biker.’
‘Als je echt wilt komen, dan zorg ik, dat ik een bed voor je vrij heb, Emile. Maar dan spreken we wel af, dat ik en mijn vriendin een tegenbezoek bij je gaan doen.’
‘Dat is een deal, Peter. Maar dat spreken we dan zaterdag wel af. Jongen, ik krijg er nu al zin in! En ik mag toch wel hopen, dat je een nog betere kok bent geworden!’
Ik lach. ‘Eet maar niet te veel, Emile. Anders kun je niet alles proeven. Trouwens, Leo, Mae, Herman en Eva komen ook.’
‘Het wordt steeds beter! En ik neem aan, dat je andere vrienden er dan ook zijn?’
‘Ja, maar die moeten het maar even voor lief nemen, dat jullie komen opduiken.’
‘Ow, misschien heb ik nog wel een verrassing voor hen. Zou je het erg vinden, als ik nog iemand meeneem? Iemand, die je misschien nog wel kent?’
‘Wie dan?’
‘John. Je weet wel, die met die rode Harley.’
‘John Sagelaar?’
‘Juist, die John.’
‘Leo zei me, dat die met Lennaert een tocht naar China hebben gemaakt?’
‘Dat klopt, John is net terug. Lennaert woont nu in Hong Kong, waar hij getrouwd is. John is toen alleen teruggekomen. Nou ja, alleen klopt ook weer niet, hij is nu ook getrouwd, maar ze is net als hem een biker.
En je raadt nooit met wie. De kans, dat hij haar op die tocht zou tegenkomen, is minder dan een op tien miljard, maar hij is haar tegengekomen en meteen met haar getrouwd. En ze zijn nu hier. Ze willen hier ergens een bestaan opbouwen. En ik heb John een baan in mijn garage aangeboden. Een betere vakkracht kan ik nergens vinden.’
‘Wie is zijn vrouw dan? Ken ik haar?’
‘Je weet, John heeft altijd gezegd, dat hij maar met een vrouw wil trouwen.’
‘Linda?’
‘Je hebt het meteen goed.’
‘Sinds wanneer rijdt die motor?’
‘Sinds dat ze hoorde, dat John naar China was vertrokken op zijn motor.’
‘En ze had hem juist afgewezen? Dat weet ik nog wel, toen was ik nog niet weg.’
‘Ze heeft ook een tijdje een ander gehad, maar ontdekte toen, dat ze John toch miste. Ze heeft toen haar motorrijbewijs gehaald, een motor gekocht en hem achternagereden. En ze heeft hem ook nog gevonden!’
‘Nou moe, dan moet ze echt wel veel van hem houden. Wens ze maar proficiat van me. Maar weet je wie er gaat trouwen? Dat raad je echt nooit!’
‘Dat moet jij dan zijn, is daarvoor dat feest?’
‘Nee, zo ver zijn Lisa en ik nog niet, Emile. Nog lang niet! Nee, Herman en Eva gaan trouwen!’
‘Nu maak je een grapje, Peter? Echt?’
‘Ik meen het serieus. Eerst had Eva hem gevraagd, maar Herman had al jarenlang gespaard om haar de ring te geven, die ze verdiende. Dus deed hij dat vanmiddag gewoon nog eens dunnetjes over.’
‘Dan meen je alles al meegemaakt te hebben en dan hoor je dit! De wonderen zijn de wereld nog niet uit! Maar dat wil ik echt van hem zelf horen, Peter! Eigenlijk hebben we best nog veel bij te kletsen!’
‘Dan blijf ook het hele weekend hier, Emile. En neem Linda en John ook maar mee. Ik moet me dan wel even wat verzinnen om die ook onderdak te regelen, maar dat lukt me wel.’
‘Als je het niet erg vindt, Peter, graag. Ik heb je altijd als een vriend beschouwd en zou graag die band weer terug willen opbouwen.’
‘Dat is dan insgelijks, Emile. Dan zie ik je komend weekend komen. Ik stuur je het adres wel per bericht naar je op!’
‘Doe dat, Peter. Ik kijk er nu al naar uit!’
We nemen afscheid van elkaar en ik hang op. Lisa kijkt me aan en zegt: ‘Volgens mij krijgen we komend weekend gasten, of heb ik het mis?’
Ik knik en zeg: ‘Emile komt, maar ook een andere vriend met zijn vrouw, John en Linda. John had die trip naar China gemaakt, en Linda was ook al in onze vriendengroep, al was het toen uit met Lennaert, waar ze een tijd lang een relatie mee had. Maar ze bleef toen in de groep en reed toen met John mee. John dacht toen met haar te kunnen aanpappen, omdat hij al vanaf het begin, dat ze in de groep kwam, verliefd op haar was. Maar ze wees hem af, wat ons allemaal wel verbaasde. Want ze leek juist heel erg gecharmeerd van hem te zijn. Dat was ongeveer, toen ik mijn afscheid aankondigde.
Kort daarna zijn John en Lennaert naar China vertrokken, en kwam schijnbaar Linda erachter, dat ze een verkeerde beslissing genomen had. Maar ja, John was al weg, en Linda had inmiddels wel meer dan genoeg ervaring met motors, dat ze haar rijbewijs snel gehaald had, en is hem toen achternagereden. En ze heeft hem gevonden ook nog!’
‘Wow, dan moet John toch een grotere indruk gemaakt hebben, dan ze eerst gedacht heeft. Maar die komen dus ook? En waar laat je die dan slapen?’
‘Daar moet ik me iets voor bedenken, Lisa. Ik heb maar drie slaapkamers, een daar slapen wij, in de andere slaapt Charlotte en de derde is de logeerkamer.’
‘En je zou op zolder ook nog een matras neer kunnen leggen.’
Ik kijk Lisa verheugd aan. ‘Ja, dat is een goed idee. Daar zou Emile kunnen slapen! Maar dan moet ik nog wel ergens een matras vanaf toveren.’
‘En wat als wij nu samen eens een ander bed gingen kopen, Peter? Ik vind eerlijk gezegd dat matras toch niet meer zo heel erg goed. Ik slaap er niet zo heel lekker op.’
‘Morgen is het woensdag, Lisa. Denk je echt, dat ze het zo snel kunnen leveren?’
‘We kunnen het toch wel even proberen, of niet dan? En anders is er heus nog wel ergens iets anders voor je vrienden te regelen.’
‘Dan gaan we morgenvroeg toch even naar de winkel. Maar ik moet wel al om tien uur op school zijn voor die vergadering.’
‘Dan moeten we nu meteen naar bed gaan, Peter. En ’s morgens meteen naar die winkel in Apeldoorn gaan, ik zag in een folder, dat ze al om half negen open zijn en ze hebben aanbiedingen.’
‘Dus je was al van plan om dit ter sprake te brengen?’
Ze knikt. ‘Ja, want ik lig er echt niet heel erg lekker in. En als ik de rest van mijn leven daarop moet slapen, dan wil ik toch echt iets anders.’
Ik geef haar een zoen en zeg: ‘Oké, dan gaan we dat doen. Onze eerste gezamenlijke aankoop!’
Ze glimlacht en zegt: ‘Ja, maar het moet wel een heel goed bed zijn, Peter. Want het zal wel tegen flink wat misbruik moeten kunnen.’
Lachend staan we dan op en lopen naar boven om te gaan slapen.
Ik lach en zeg: ‘Als je iets heel erg graag doet, dan leer je zoiets heel gemakkelijk. Het is zoals bij wiskunde. Toen ik je leerde, hoe je sommige dingen ook op een andere manier kunt doen, ging het toch ook veel gemakkelijker, of niet dan? Zo doe ik dat ook met koken.’
‘Ja, maar je doet het allemaal zo gemakkelijk lijken! Nu is dit wel niet zo’n heel moeilijk gerecht, maar toch.’
Ik lach. ‘Natuurlijk maak ik wel alles zelf klaar, in plaats dat ik het allemaal kant en klaar koop. Neem nu de tortilla wraps die we nu aan het maken zijn. De meesten zouden die wraps gewoon gekocht hebben. Ik maak ze zelf, evenals de vulling.’
‘Maar dat van jou is ook veel lekkerder, als dat vanuit de winkel!’
‘Daarom doe ik het ook. Je weet toch, ik houd wel van goed en lekker eten!’
Charlotte lacht. ‘Ja, dat heb ik de afgelopen weken wel van je geleerd. Ik heb nu al meer geleerd van jou, dan al die jaren met mam in de keuken.’
‘Misschien moet je dan je vader en moeder maar eens verrassen, door voor hun te gaan koken. Laat maar eens zien, wat je allemaal kunt. Ze zullen zeker heel aangenaam verrast zijn.’
‘Hmm, dat kon ik wel eens doen! Goed idee, Peter. Dat ga ik zeker doen! Maar kun je me dan eens die salade met dat fruit en witlof nog eens leren? Ik heb wel een idee, wat ik daarbij kan klaarmaken!’
Ik glimlach en zeg: ‘Oké, dan maken we dat morgen klaar. En volgens mij begin je het zelfs leuk te vinden!’
‘Dat is ook, dat had ik zelf eerst ook niet verwacht. Maar als jij het me leert, is het zoveel leuker. En nu kan ik haast niet wachten, totdat ik het aan pap en mam kan tonen!’
Lisa lacht en zegt: ‘Zie je nou wel, Peter? Dat bedoelde ik nou gisteren.’
Ik glimlach. Ik begrijp nu wel, wat ze bedoelt. Charlotte is inderdaad het beste voorbeeld. Ik zet dan de laatste wraps voor vanavond in de koelkast, en begin er dan nog wat klaar te maken.
‘Heb je nou nog niet genoeg, Peter?’
‘Jawel, maar ik heb nog wat materiaal over, en het is zonde om het weg te gooien, of niet dan? En het is al bijna middag, dus ik dacht, dat we dit dan maar als lunch konden gebruiken.’
‘O, dat is geen slecht idee. Kan ik de rest wel al schoonmaken?’
‘Ja, doe dat maar.’
Lisa en Charlotte beginnen dan met de keuken en de vaat schoon te maken, terwijl ik onze lunch klaarmaak. Niet veel later kan ik dat al in de oven zetten, en help ze dan mee met het schoonmaken. Het werk is dan snel gedaan, en een klein half uur later zitten we al aan de heerlijk warme, en zeer goed smakende wraps.
‘Wow, Peter! Je hebt je nu echt weer overtroffen! Hoe komt het toch, dat je zo goed kunt koken? O nee, niets zeggen, je houdt van goed en lekker eten! Ik weet het al!’
Ik lach. ‘Onthoud een ding, Lotje. De liefde van de man gaat door de maag!’
Lisa lacht en zegt: ‘Nou, dat geldt ook best wel voor vrouwen, Peter!’
Daarop moeten we allemaal hard lachen. Na het eten ruimen we snel op, want we verwachten al snel onze gasten. En die komen dan ook al snel genoeg. Er stoppen twee auto’s voor mijn deur, en ik kom ze al tegemoet. Ik begroet mijn oude vrienden en vriendinnen enthousiast. Ik heb ze dan ook al jaren niet meer gezien. In de tussentijd staan Lisa en Charlotte keurig af te wachten, tot ze hun gelegenheid krijgen om voorgesteld te worden.
Leo vraagt dan aan mij: ‘Ik neem aan, dat de mooie vrouw daar aan de deur je vriendin is? Is dat Lisa?’
Ik glimlach en zeg: ‘Ja, dat is haar. Ik zal haar even aan jullie voorstellen.’
Ik wenk Lisa naar me toe. Dat doet ze glimlachend en stralend. ‘Dit is Lisa Meulendijck. Lisa, dit zijn nu mijn oude vrienden, Leo Scherens en zijn vrouw Mae. Maar vroeger heette ze Mae Suresh. En die andere kerel, dat is Herman Schouten en zijn vriendin Eva Ruiven. Hun kinderen moeten ze zelf maar even voorstellen, die namen ken ik nog niet.’
Ze geven Lisa een keurige hand. Ik bekijk mijn vrienden nog eens goed. Leo ziet er, net als ik, heel burgerlijk uit, maar aan Herman is helemaal nog niets veranderd, behalve dan dat hij ouder is geworden. En datzelfde geldt ook voor zijn vriendin Eva. Die zijn nog steeds gekleed in de ruige rocksfeer, zoals we vroeger gekleed waren.
Herman slaat me dan nog eens uitbundig op mijn schouder. ‘Ik had echt nooit gedacht je ooit weer te zien, Peter. Je kondigde je afscheid aan, en weg was je. Je was altijd wel resoluut met je beslissingen. Maar sindsdien is het nooit meer hetzelfde geweest. De groep viel daarna snel uit elkaar. Ik heb eigenlijk nog alleen contact met Leo en heel af en toe met Karel. Maar die woont tegenwoordig in Canada, dus die zie je nooit.’
‘Wat is er eigenlijk met de rest gebeurd?’
‘Die zijn ook tot inkeer gekomen. Toen jij vertrok, was er geen reden meer om nog langer zo door te leven. Er was gewoon niets meer aan. Bovendien waren we allemaal wel op een punt in ons leven gekomen, dat we ons wilden gaan settelen. En jij gaf daar de voorzet voor. Het verbaast me alleen, dat je nu opeens een vriendin hebt, Peter. Je gaf me altijd de indruk, dat je je nooit echt wilde binden.’
‘Ik word, net als jij, ook ouder, Herman. Ze kwam gewoon op het juiste ogenblik, en toen was het al gebeurd. Je weet zelf hoe snel dat kan gaan. Maar ik hoor, dat jij je ook nog niet echt wilt binden, Herman? Nog steeds niet getrouwd?’
Herman lacht. ‘Nee, maar dat duurt niet lang meer.’
Leo en Mae kijken even verbaasd als ik dat doe.
‘Hoe bedoel je, Herman?’
‘Toen we gisteren bij Leo op bezoek waren, waren we er eigenlijk om iets anders bekend te maken. Maar toen hoorde ik, dat jij opeens weer opgedoken was! Eva en ik hadden geen woorden nodig, om te besluiten tot vandaag te wachten. Jullie zijn allemaal van harte uitgenodigd op ons aanstaande huwelijk.’
Leo zegt verbaasd: ‘Hoe bedoel je, Herman? Ga je nu echt trouwen?’
Herman knikt. ‘Ik heb er al veel te lang mee gewacht. Vanaf het eerste moment dat Eva me had, wist ik al, dat ze de vrouw van mijn leven was. Maar ik was stoer en heb altijd gezegd, dat ik nooit zou trouwen. Maar het bloed kruipt waar het niet kon gaan, en Eva wilde echt niet meer langer wachten, dus in plaats dat ik haar vroeg, heeft ze mij gevraagd. En ik kon echt niets anders antwoorden, dan ja.’
‘Wow, dat is dan wel een enorme stap in je leven, Herman! Jullie allebei gefeliciteerd!’
Eva glimlacht. ‘Dank je, Leo. Maar achteraf gezien, bleek dat Herman toch al eenzelfde gedachte had, want hij had me wel al een ring gekocht, waar ik niets vanaf wist!’
We kijken Herman verbaasd aan. Hij lacht. ‘Ze was me gewoon te snel af, zoals normaal ook altijd!’
We lachen en ik klop hem op zijn schouder. ‘Nou, ik ben ook echt blij voor jullie twee! Van harte gefeliciteerd! En natuurlijk komen we graag op jullie bruiloft. Wanneer is het?’
‘Ja, dat is nu zo’n ding, Peter. We moesten dit plannen, en toen wist ik niet, dat jij nog in onze levens zou opduiken. Het valt nu precies een dag voor je verjaardag. Is dat een probleem?’
‘Nee, waarom? Al zou het op mijn verjaardag plaatsvinden, dan zou ik nog komen!’
‘Zo ken ik je weer, ouwe jongen! Man, wat zie je er goed uit! Een beetje burgerlijk, maar verder geen steek veranderd!’
‘Toch ben ik wel veranderd, Herman. De verandering van levensstijl heeft me goed gedaan. Ik kan alles nu veel beter een plaats geven. En dat heeft me een hele andere man gemaakt.’
‘Dat kan wel zijn, maar ik zie in je toch nog een beetje de oude Peter, die ik ken.’
Ik glimlach, maar zeg niets. Dan zegt Herman opeens: ‘En wie is dat meisje, daar aan de deur? Toch geen dochter van al de vrouwen, waarmee je hebt samen gelegen?’
‘Nee, gelukkig niet, Herman. Nee, dat is Charlotte, je weet wel, mijn nichtje. Je hebt haar nog wel eens op schoot gehad.’
‘Wat? Is dat je kleine nichtje? Nou, dan is ze zeker gegroeid! En waarom is ze hier?’
‘Ze logeert tijdelijk bij me, totdat haar ouders verhuisd zijn. Daarna gaat ze weer naar huis. En daarnaast heeft ze al een aantal weken meer bij me gewoond, vanwege haar herexamens, die ze nog moest doen, terwijl haar ouders op vakantie waren. Die reis was al geboekt, maar ze hadden niet verwacht, dat Charlotte ook nog herexamen moest doen.’
‘Dus je was zo te zeggen, haar oppasser?’
‘En leraar, want ze moest herexamen wiskunde doen. En daarna is ze met me mee geweest op vakantie.’
‘Toe maar, en je bent ook nog eens haar suikeroompje!’
‘Dat valt wel mee, Herman. Ze heeft moeten werken voor haar kost. Ik heb me namelijk een oud huisje in Zuid-Frankrijk gekocht, wat nog opgeknapt moest worden. En daar heeft ze me keurig bij geholpen.’
‘Nou, dan stel me nog maar eens voor aan je kleine nichtje. De laatste keer, dat ik haar gezien heb, moet meer dan tien jaar geleden zijn!’
‘Dat zou wel eens kunnen, toen was ze nog zes.’
Ik wenk Charlotte erbij en ik zeg tegen haar: ‘Misschien kun je Herman nog herinneren van vroeger. Hij heeft je ooit eens meegenomen op zijn motor.’
Charlotte denkt even na en zegt: ‘Oei, dat weet ik nog, maar toen was ik nog heel klein! Is hij dat?’
Ik knik. ‘Ja, dat was Herman. En het was maar goed, dat je moeder en je vader dat niet wisten. Die waren helemaal geflipt, als ze dat geweten hadden.’
Charlotte lacht. ‘Dat weet ik wel zeker!’
Ik stel haar dan voor aan de rest en zo zijn we aan ieder goed voorgesteld. Leo en Herman hebben me ook voorgesteld aan hun kinderen. Leo heeft twee mooie dochters, een van twee en een van vijf. Ze heten Isabelle en Tamara. De zoon van Herman is vier jaar oud en heet Peter, en ik moet wel even slikken, als hij me vertelt, dat hij zijn zoon naar mij heeft vernoemd. Ik ben best wel geroerd door die geste.
‘Mag ik vragen, waarom je dat gedaan hebt, Herman?’
‘Gewoon, ik heb je altijd als een voorbeeld gezien.’
‘Ik, een voorbeeld?’
‘Jazeker! Jij was altijd degene, die het voortouw nam. Je bent eerlijk en respectvol. En je neemt voor niemand een blad voor de mond. En door mijn zoon jouw voornaam te geven, hoop ik, dat hij later ook zo wordt als jij. Dat hoop ik oprecht.’
‘Wow, dat is nogal een eer. Ik hoop dan ook, dat mijn naamgenoot dan ook mijn naam eer aan doet.’
‘Dat doet hij tot nu toe ook. Het is een fijne knul. Al zou ik soms willen, dat hij meer karaktertrekken van zijn moeder zou hebben.’
Ik nodig ze uit om binnen te komen. Ik geef ze een korte rondleiding door mijn huis en laat ze dan plaatsnemen op het terras buiten. Het is nog steeds heerlijk weer en op het terras kun je nog lekker in de schaduw zitten.
Mae zegt: ‘Je hebt een mooi huis, Peter. En je tuin mag er ook wel zijn. Hier zou je een voetbaltoernooi kunnen houden!’
‘Dat zullen we maar niet doen. Ik ben zuinig op mijn gazon. Maar bedankt voor het compliment, dat waardeer ik erg.’
Mae moet lachen. ‘Je bent duidelijk wel iets veranderd, Peter. Vroeger zou je dat niets gedaan hebben.’
‘Ik waardeer nu het leven meer, Mae. Met alles wat erbij komt. Dus nu doen me zo’n complimenten ook veel meer, dan vroeger. Ik waardeer nu wat ik heb, wat er nog in de toekomst in het verschiet ligt ook. Ik omarm het allemaal. En de reden waarom, dat weten jullie allemaal.’
Mae knikt. ‘Dat komt door je ongeluk, of niet? Je afscheid was zo plotseling, dan we er nooit echt de kans meer voor hebben gekregen om er eens goed over met je te praten. Maar aan de andere kant, als jij eenmaal iets besloten hebt, ga je er ook vol voor. Het had geen zin om het je uit je hoofd te praten, of er überhaupt iets over te zeggen. Je zou toch niet luisteren.’
‘Dat besluit was voor mij ook niet gemakkelijk, Mae. Maar ik moest breken met die wereld, om in deze wereld te kunnen slagen. Ik heb met dat ongeluk iets meegemaakt, dat me deed beseffen, dat er meer was, dan wat ik toen deed. Ik moest iets zoeken, en dat heb ik nu uiteindelijk gevonden. Al heb ik zowat de halve wereld afgereisd om het te vinden, terwijl het gewoon naast mijn deur woonde.’
Mae kijkt meteen naar Lisa en zegt: ‘Ja, ze past wel bij je, Peter. Ik zie hoe je op haar reageert, dat is heel anders, dan je vroeger bij andere vrouwen deed. Volgens mij ben je nu echt eens verliefd.’
‘Dat wil ik best toegeven, Mae. Ik ben verliefd, en ook nog eens heel erg verliefd. Het gaat alleen allemaal zo enorm snel.’
‘Dat is altijd wel zo, Peter. Leo en ik zijn al samen sinds de lagere school. En toch lijkt die tijd voorbijgevlogen alsof het niets is.’
‘Dat bedoel ik niet. Lisa en ik zijn nog maar twee maanden samen. En eigenlijk woont ze pas enkele dagen met me samen.’
Mae kijkt verbaasd en zegt: ‘Nou, dan moet je het echt wel van haar te pakken hebben, dat kan echt niet anders! Wie had dat nou ooit gedacht, Peter die hartstikke verliefd zou worden!’
Ik glimlach. ‘Soms gebeuren er wonderen, Mae. Meer als je lief is.’
Mae glimlacht en zegt: ‘Ik heb in mijn leven drie wonderen mogen beleven, Peter. Een daarvan, is dat ik mijn jeugdliefde mocht huwen, en de andere twee rennen daarachter rond.’
Ze wijst naar haar dochters. Ik lach en zeg: ‘Dat van je dochters, dat wil ik je wel geloven, maar dat van Leo, nooit. Hij moet je zeker gedwongen hebben om met hem te trouwen!’
Zowel Leo als Mae lachen luid. ‘Zo ken ik je weer, Peter. Ach, wat is het goed om je weer terug te zien!’
Herman en Eva zijn het er mee eens. Ik zeg tegen Herman: ‘En, wat doe jij tegenwoordig voor de kost?’
‘Ik heb mijn eigen tattooshop in Apeldoorn, Peter. Dat was voor mij de weg om toch die ene levensstijl voort te zetten, maar toch in de nette burgermaatschappij te kunnen settelen.’
‘Kijk aan! Dus je hebt van je hobby een beroep gemaakt?’
Herman knikt. Ik zeg tegen Lisa: ‘Herman is degene geweest, die me die tattoo op mijn rug heeft gezet.’
Lisa kijkt verbaasd en zegt: ‘Heeft hij dat gedaan?’
Ik knik en zeg: ‘Hij kan echt fantastisch tekenen, en ik heb altijd gezegd, dat hij er een kunstenaar in hem school.’
‘En je hebt gelijk gehad, Peter. Naast mijn tattooshop ben ik ook nog kunstenaar. Ik maak kunstzinnige pamfletten en portretten. Die teken ik met houtskool.’
Charlotte zegt: ‘O, dan zou je mijn vriendje eens moeten zien tekenen, die kan dat ook heel goed.’
Ik glimlach en zeg: ‘Ja, Ben kan dat ook goed. En even voor de goede orde, Ben is niet alleen haar vriendje, maar ook het broertje van Lisa. En dus ook mijn buurjongen.’
Herman lacht. ‘Dat had ik wel kunnen raden. Je bent altijd wel een koppelaar geweest. Ik weet nog heel goed, hoe je Eva aan me koppelde, en daar heb ik nog geen moment spijt van gehad!’
Eva lacht en zegt: ‘Je liegt dat je barst, Herman!’
Herman glimlacht en zegt: ‘Nou ja, onze liefde gaat niet altijd over rozen. Eva heeft soms venijnige doorns.’
Het levert hem een liefdevolle tik tegen zijn hoofd op.
Eva zegt: ‘Maar het is wel waar, wat Herman zegt. Dat was het beste, wat iemand ooit voor ons gedaan heeft. Peter, je hebt een talent om het beste in iemand te zien. En je wist al vanaf het eerste moment, dat wij bij elkaar horen. En ook al botsen we regelmatig met elkaar, we kunnen ook niet zonder elkaar. Maar het gaat steeds beter. Zeker nu hij eindelijk eens heeft toegestemd om met me te trouwen.’
Herman lacht. ‘Je was alleen een dag te vroeg, anders had ik je gevraagd!’
‘Pff, laat me niet lachen! Als ik op jou had moeten wachten, dan had je me nog steeds niet gevraagd!’
‘Denk je soms, dat ik dat niet gedurfd had?’
‘Ja, inderdaad! Soms ben je gewoon een lieve, angstige man. En juist daarom houd ik ook zo van je!’
Herman staat op, en tovert uit het niets een doosje tevoorschijn. Eva kijkt erg verbaasd en zegt: ‘Wat doe je nou, Herman?’
‘Wat ik eigenlijk een dag eerder had moeten doen, dan jij bij mij deed, Eva. Ik vraag je hier, in het overstaan van mijn beste vrienden, om met me te trouwen, Eva. Je bent het allerbeste, wat me in mijn leven is overkomen, en ik kan en wil niet meer zonder je leven. Trouw met me, Eva!’
Eva is echt helemaal overrompeld. Dan herstelt ze zich en zegt: ‘Maar ik heb je zelf toch al gevraagd?’
‘Je moest me onderhand wel beter kennen, Eva.’
Ze glimlacht. ‘Ja, dat is ook weer waar. Dat is je eer te na. Maar ja, ik wil dolgraag met je trouwen! Maar wat ben je soms ook een malle vent!’
Herman lacht. ‘Ja, maar wel jouw malle vent! Kom hier, dan kan ik die belachelijk dure ring, die ik voor je heb laten maken, over je ring schuiven.’
Hij opent het doosje voor haar, en Eva’s adem stokt even. ‘Maar Herman! Dat ding moet een fortuin gekost hebben! Dat kunnen we niet betalen!’
‘Jawel, dat kunnen we wel. Waarom denk je, dat ik het afgelopen jaar zo hard en zo veel heb gewerkt? Alleen maar om je dit te kunnen geven.’
‘En die andere ring dan?’
‘Die heb ik ooit van mijn moeder gekregen, die moest ik geven aan de vrouw, die de moeder van mijn kinderen zou worden. Ik heb hem alleen laten aanpassen aan je ringmaat.’
Herman schuift dan de ring over de trillende vingers van Eva. Eva moet echt een keer slikken en er rolt een traan over haar wang. Ze doet niet eens de moeite om die weg te pinken. De rest houdt het ook niet echt droog, ze zijn allemaal wel geroerd door deze openlijke daad van liefde.
Dan geeft ze Herman een zoen, die er wel mag zijn. Zoals alleen Herman en Eva dat kunnen. Dan bekijkt ze haar ring nog eens met gepaste trots. ‘Dus daarom was je zo vaak weg, en heb je uiteindelijk zo lang gewacht. Wow, ik weet echt niet wat ik nu zeggen moet.’
‘Je hebt me al je antwoord gegeven, dat volstaat, Eva. Niet dat ik echt een ander antwoord had verwacht!’
Ze geeft hem nog eens een stomp op zijn arm en zegt: ‘Je bent echt een malle vent! Wie vraagt zijn vriendin nog eens ten huwelijk, terwijl ze hem een week geleden zelf heeft gevraagd!’
‘Ja, ik! Wat moest ik dan doen? Ik heb verdomme acht jaar voor dat ding kromgelegen! Had ik het dan moeten weggooien? En vandaag zag ik een mooie gelegenheid om het je alsnog te vragen.’
‘De ring is echt prachtig, Herman! Een mooier geschenk had je me niet kunnen geven!’
‘Eindelijk, je bent eens tevreden, met wat ik je als geschenk geef!’
En weer levert hem dat een liefdevolle stomp op. We kunnen er alleen maar om lachen. Lisa fluistert in mijn oor: ‘Ze doen wel stoer, maar als je ze zo samen ziet, dan hebben ze maar kleine hartjes. Wat een leuk stel zijn ze samen!’
Ik knik en zeg: ‘En dan te bedenken, dat ik Eva eerst moest versieren om haar aan Herman te koppelen.’
Leo hoort dat en zegt lachend: ‘Ja, dat verhaal moet je nog eens vertellen, Peter. Dat was gewoonweg fantastisch, hoe je dat toen voor elkaar hebt gekregen!’
Eva glimlacht. ‘Misschien kan ik dat beter zelf vertellen, Leo.’
Ze begint. ‘Ik en mijn vriendin Martine waren op stap in een discotheek hier in de buurt. We hadden wel eens gehoord van een groep motorrijders, die daar regelmatig kwamen. We waren nog jong, eigenlijk veel te jong om al binnen te komen, maar Peter stond het toe, dat we binnen mochten komen. Natuurlijk waren we wel onder de indruk van hem. Mijn vriendin Martine was meteen al gevallen voor een vriend van Peter, ik geloof dat het Eric was.
Maar ik twijfelde nog. Ik zag erg op tegen Peter, maar ik vond Herman ook wel erg knap. Maar Herman maakte geen avances naar me, hoewel hij wel vaak naar me keek. Peter deed dat wel, en ik was er al snel achter, waarom hij me in de discotheek kon toelaten. Hij was immers de eigenaar. Dat hadden we echt niet verwacht, en dat maakte nog meer indruk op me.
Hij had me op dat moment al helemaal kunnen hebben, maar in plaats daarvan zette hij me bij Herman neer, en verdween. Het was toen al laat, en ik moest naar huis. Mijn vriendin Martine was in geen veld of wegen meer te bekennen en Herman bood me toen aan om me naar huis te brengen. Hij bleek heel galant te zijn, in tegenstelling wat je nu ziet.
Maar hij was erg aardig voor me, en op de weg naar mijn huis toe, hij heeft me helemaal naar huis gewandeld, heb ik mijn hart aan hem verloren. Natuurlijk waren mijn ouders er niet echt blij mee, want Herman was lid van een motorgroep, en dat was natuurlijk slecht. Maar ik wist, dat de waarheid anders was.
Nee, ze waren echt geen engeltjes, en dat zullen ze ook nooit echt worden. Maar ze waren wel altijd eerlijk en onrecht konden ze al helemaal niet zien. In al de tijd, dat we als groep bij elkaar waren, heb ik nog nooit meegemaakt, dat ze iets verkeerd gedaan hebben. Ze waren alleen een hele groep rauwe kerels, met hun hart op de juiste plaats.’
‘En hoe denken je ouders nu over hem?’
Herman lacht. ‘Haar vader, dat gaat nog wel. Met hem kan ik goed opschieten. Maar haar moeder, praat me er niet van! Ze denkt nog steeds, dat ik lid ben van een motorbende of zo. En dat ik er op ieder moment vandoor zou kunnen gaan met een andere snol. Nee, zo ben ik niet. Eva is echt de liefde van mijn leven, en iedereen mag dat rustig weten. En ik weet best, wat ik al die jaren gezegd heb, dat ik nooit zou trouwen. Maar ik heb geen spijt, dat ik haar nu gevraagd heb. Ik had het alleen veel eerder moeten doen, maar ja, een speciale vrouw heeft ook een speciale ring nodig om mijn liefde voor haar te kunnen betuigen. En die moest ik eerst even bij elkaar verdienen.’
Eva glimlacht als ze weer naar haar ring kijkt. ‘Wie heb je dat laten maken, Herman?’
‘De stenen heb ik laten slijpen, maar de rest heb ik zelf gemaakt, liefste. Ik heb het verschillende keren opnieuw moeten maken, omdat het niet voldeed aan mijn verwachtingen. Je bent kunstenaar of niet! En heb je de inscriptie ook al gelezen, die ik erin heb gezet?’
Ze haalt snel haar ring van haar vinger, en leest dan de inscriptie. ‘Wat het oog niet ziet, vertelt het hart. Voor eeuwig de jouwe, Herman.’
‘O, wat prachtig, Herman! Dat is onze spreuk!’
‘Ja, met die spreuk heb je me definitief binnengehaald, Eva. Je had dat ergens gelezen, en zei dat tegen mij. En toen wist ik, dat je de vrouw voor me was. En vanaf dat moment ben ik gaan werken om je dit te kunnen geven. Maar het duurt verdomme lang, voordat ik al dat geld bijeen had, en dan moest ik het zelf nog maken ook nog. Maar daarvoor heb ik wel mijn hele hart in dit sieraad kunnen leggen.’
‘Ben je daar al zolang mee bezig geweest? Dat was toch niet nodig, Herman?’
‘Jawel, Eva. Dat was het wel. Ik kan je namelijk niet met woorden vertellen, wat je voor me betekent. Dat kan ik wel met deze ring. Het heeft me acht jaren van mijn leven gekost, om je dit te kunnen geven.’
Eva moet nu nog eens harder slikken. Op deze manier krijgt de ring toch even een wat andere betekenis. Ze houdt het nu echt niet meer droog en begint te huilen. Ze kan haar emoties niet meer controleren, en ze huilt nu in de schouder van Herman. Zelf moeten we ook weer een paar traantjes wegpinken. Ik hoor Mae tegen
Lisa fluisteren: ‘Wat is dat toch mooi, of niet?’
Lisa knikt. ‘Als Peter me op die manier zoiets zou geven en me vragen, zou ik het ook niet droog kunnen houden. Dat kon ik ook al niet, toen hij me deze ketting en oorbellen gaf.’
Mae bekijkt de sieraden van Lisa. ‘Peter heeft je dat gegeven?’
Ze kijkt me verbaasd aan en zegt dan: ‘Dan ben je nog meer verliefd op haar, dan ik eerst wilde geloven. Is er nog meer dat we moeten weten, Peter?’
‘Wat? Mag ik een vrouw nu ook al geen geschenken meer geven, omdat ik aanvoel, dat ze de juiste vrouw voor me is? Ik heb haar dit gegeven, toen ik haar vroeg officieel mijn vriendin te worden. Toen woonden we nog niet samen, maar dat gebeurde wel een paar dagen later.’
‘Dat is voor jou net zoiets, als haar ten huwelijk vragen, Peter!’
Mae bekijkt de sieraden nog eens goed. ‘Dat is mooi werk, Peter! Het is wel goud, maar dat zijn geen diamanten, of wel?
‘Nee, dat heb je goed gezien, Mae. Maar het zijn wel Swarovski kristallen.’
‘Zo, ook niet heel slecht. Dat is ook niet echt goedkoop.’
‘Ik wilde voor het begin niet al te zeer overdrijven, Mae.’
Mae buigt zich over naar Lisa en fluistert: ‘Pff, hij kan het best betalen! Hij heeft echt geld genoeg!’
Ik lach en zeg: ‘Je hoeft niet zo te fluisteren, ik hoor het toch wel. En ja, ik heb geld genoeg, maar ik loop er ook niet mee te koop, en dat weet je ook best!’
‘Dat is ook weer waar. Maar wist ze het al?’
‘Ik heb het haar inmiddels al verteld, ja.’
‘En weet ze ook hoeveel je bezit?’
‘Niet precies.’
Mae buigt zich over en zegt: ‘Je hebt jezelf een miljonair aan de haak geslagen, Lisa. Wist je dat?’
Lisa kijkt me verbaasd aan. ‘Hij heeft me wel verteld, dat hij veel geld had. Maar dat hij ook veel belegd heeft, en een gedeelte achter de hand houdt voor noodgevallen.’
Mae lacht. ‘Pff, van dat geld kun je nog heel goed leven, Lisa. Mijnheer hier heeft enkele panden in Apeldoorn, waar enkele advocatenbureaus in huizen. Geen goedkope panden dus. En hij heeft verder nog een flinke beleggingsportefeuille. Alleen al van het geld, dat hij daarmee verdient, kun je al royaal leven. Maar dat doet hij niet. Nee, zo is Peter niet. Hij leeft liever gewoon, wel net wat comfortabeler dan normaal, maar wel heel bescheiden.’
Ik kijk verbaasd en zeg: ‘En hoe wil jij dat dan weten, Mae?’
‘Omdat ik al veel langer weet, waar je woont. Maar je had een beslissing genomen, om te verdwijnen uit ons leven, en dat heb ik gerespecteerd. Pas toen ik van Leo hoorde, dat je blij was om hem terug te zien, kon ik eindelijk blij zijn om je weer te zien. Ik heb namelijk altijd gedacht, dat je ons bewust buitengesloten had. Want ik begreep wel heel goed, waarom je het deed.’
Nu is kijk ik nog verbaasder. ‘Je wist waar ik woonde? Maar je hebt wel gelijk, ik moest jullie een tijdlang buitensluiten. Anders zou ik nooit dit allemaal gekund hebben. Maar hoe weet je dan, van al mijn bezittingen?’
‘Ik werk bij het kantoor, waar je je beleggingen laat beheren, Peter. Daardoor wist ik het.’
Ik begin te lachen. ‘Had ik dat maar geweten, Mae. Dan had ik al veel eerder contact met jullie opgenomen. Ik heb het geprobeerd, maar ik had alleen het telefoonnummer nog van Danny. En die nam nooit op.’
Nu kijken mijn gasten wel even bedrukt en ik zeg: ‘Is er iets met Danny?’
Herman knikt en zegt: ‘Ja, dat kun je wel stellen. Niet lang, nadat jij weg was, heeft Danny een ongeluk gehad. Het was niet zijn schuld, een dronken mongool heeft hem aangereden. Danny heeft het niet overleefd. En dat was ook meteen het moment, dat onze groep uit elkaar begon te vallen. Emile trok zich terug naar zijn tent in Duitsland, Jeroen is vertrokken naar Portugal, Karel had ik je al gezegd, die zit nu in Canada. Wat er gebeurd is met Alfred en Math, dat weet ik niet. Ik heb ze nooit meer gezien of van ze gehoord.’
Leo gaat verder. Van John en Lennaert weet ik, dat ze samen een tocht hebben gemaakt naar China, maar daarvan heb ik sindsdien nooit weer iets van gehoord. En Tony woont ergens boven in het land, maar wil niets meer met ons te maken hebben. Meer weet ik er ook niet van.’
‘Dus met andere woorden, van de hele groep zijn wij alleen nog over?’
‘Ja, zo zou je het kunnen stellen. Alleen Emile laat nog regelmatig van zich horen, dus die kun je ook wel erbij rekenen. Wist je trouwens, dat hij je motor heeft opgekocht en helemaal heeft laten restaureren?’
Ik kijk Leo verbaasd aan. ‘Heeft hij die gekocht? Waarom dat dan?’
‘Dat weet ik niet. Misschien als aandenken aan jou. Ik weet dat hij er nog nooit op gereden heeft. Hij staat gewoon als showobject in zijn garage. En misschien wist je het nog niet, maar hij heeft zijn hoerenkeet verkocht voor flink veel geld en is daarmee een motorgarage begonnen. En daarmee is hij best succesvol. Hij maakt custom bikes op bestelling en jouw motor is zijn absolute pronkstuk.’
‘Is hij ook nog steeds vrijgezel?’
‘Oh nee! Hij is verliefd geworden op een van de hoertjes in zijn keet, en is daarmee getrouwd. Nu hebben ze samen drie kinderen. De oudste is inmiddels al zeven.’
‘Zit hij alweer zo lang daar in Duitsland? Pff, waar gaat de tijd heen!’
‘Je zou hem amper nog herkennen, Peter. Hij is echt helemaal anders geworden. Eigenlijk het tegenovergestelde van jou. Hij zit onder de tattoos en piercings en hij is zo kaal als een neet. Niet bepaald wat je de ideale schoonzoon noemt, zal ik maar zeggen.’
‘Toch zou ik hem best nog wel eens willen zien. Gewoon voor old sakes.’
‘Hij komt met de kerst nog een keer naar Nederland, Peter. Dan zou je hem nog een keer kunnen zien. Of je rijdt naar Mindelheim, want daar woont hij nu.’
‘Dan weten we nog niet of we thuis zijn. Dat ligt eraan, of we nog terug moeten naar ons huisje in Frankrijk om het winterklaar te maken.’
‘Anders bel hem gewoon een keer op, je hebt nu toch zijn telefoonnummer!’
Opeens gaat de achterpoort open en zie ik Ben binnenkomen. Charlotte springt meteen op en loopt hem tegemoet. Eva zegt: ‘Dat moet wel haar vriendje zijn, dat kan niet anders!’
‘Ja, dat is Ben. Die twee zijn ook erg flink verliefd op elkaar. Maar natuurlijk wel onschuldiger, dan ik en Lisa.’
Eva glimlacht. ‘Lisa past echt goed bij je, Peter. Dat meen ik echt. Mae zei het straks aan, maar ze heeft gelijk. En je weet dat ze het zelden mis heeft.’
Ik stel mijn vrienden voor aan Ben, en Ben wordt al meteen ingepalmd door Herman, vanwege zijn tekenkunsten. En Ben is best wel onder de indruk van Herman, hoewel hij dat maar heel lichtjes laat merken. Dat vind ik knap van hem, want Herman kan soms best dwingend zijn, als hij dat wil. Maar Herman is eveneens wel onder de indruk van de kunsten van Ben, als die hem iets voortekent.
‘Je hebt echt talent, jongen. Daar moet je echt meer mee doen.’
‘Dat kan best zijn, maar eerst wil ik mijn opleiding voltooien en mijn diploma’s op zak hebben. Dan kan ik me nog altijd gaan toeleggen op mijn tekeningen.’
Eva zegt: ‘Dat is erg verstandig van je. Heb je al toekomstplannen?’
‘Nog niet helemaal. Eerst was ik er tevreden mee, dat ik timmerman zou worden, maar nu denk ik erover om toch verder te gaan leren. Ik heb nu geleerd om met hout om te gaan, en ik kan goed tekenen. Waarom zou ik dan geen technisch tekenaar worden? Daar komt zowel handwerk als rekenwerk aan te pas, en in beide ben ik goed.’
‘Heeft daar Peter aan bijgedragen, om je toekomstplannen te veranderen?’
‘Ik weet het niet. Misschien wel, misschien niet. Ik heb wel geleerd van Peter, dat je in een relatie veel moet investeren. En als ik later Charlotte een goed leven wil bieden, moet ik meer willen, dan alleen timmerman worden. Niet dat we daarmee niet gelukkig zouden kunnen worden, maar ik wil haar meer kunnen bieden, dan alleen dat.’
‘Dus je denkt al een beetje aan de toekomst?’
‘Ja, maar ik bekijk het wel nuchter. Charlotte en ik zijn nog erg jong. Er kan nog van alles gebeuren. Maar ik wil wel een toekomst voor mezelf veiligstellen. Als Charlotte daarbij is, is dat meegenomen, en zo niet, dan heeft ze pech gehad.’
‘Dan ben je goed bezig. Maar ik neem aan, dat je wel probeert Charlotte zo lang mogelijk te houden?’
‘Ja, natuurlijk! Heb je gezien hoe mooi ze wel is? En daarnaast vind ik haar echt leuk!’
Eva komt dan naar me toe en zegt: ‘Je buurjongen is een intelligent kereltje. Hij weet wel, wat hij voor de toekomst wil.’
Lisa antwoordt meteen: ‘Nou, dat was enkele maanden geleden toch nog echt niet zo. Zijn hele leven bestond uit computerspelletjes spelen en liefst de hele dag. Het is dankzij Charlotte, dat hij nu helemaal anders is gaan denken. En ook wel aan Peter, want die heeft de beiden wel een beetje aangestuurd, dat ze wat met elkaar kregen.’
Eva lacht. ‘Zoiets dacht ik al. Zoiets kun je wel aan Peter overlaten.’
Leo zegt dan tegen mij: ‘Zeg Peter, je zei me, dat je nog steeds foto’s van ons had. Daarvoor zijn we eigenlijk wel gekomen, om die nog eens terug te zien!’
‘Die heb ik klaarstaan, maar jullie waren zo druk bezig met bijkletsen, dat ik het nog maar even niet op tafel gezet heb. Wacht, ik zal het even pakken.’
Ik haal de doos met foto’s tevoorschijn en geef ze aan mijn vrienden. Er komen meteen herinneringen los bij vrijwel iedere foto, die ik gemaakt heb. We moeten regelmatig lachen om die verhalen, die weer boven water komen. De middag vliegt voorbij en al snel is het tijd om mijn gasten van eten te voorzien. De wraps vallen in goede aarde, zeker omdat ik voor hun kinderen speciale kleine wraps heb gemaakt, die ze zelf kunnen vasthouden.
Mae zegt: ‘Dat talent heb je zeker nog niet verloren, Peter. Ik denk, dat je nu nog beter kunt koken, dan eerst.’
Dan zegt ze tegen Lisa: ‘Vroeger, toen we tochten maakten met onze motoren, was het Peter die voor ons allemaal kookte. Geef hem een vuur en een ketel, en hij weet er nog een lekker gerecht uit te toveren. Hij zegt wel altijd, dat hij niet de leider was van onze groep, maar alles draaide uiteindelijk wel om hem. Dat werd maar al te duidelijk, toen hij zijn besluit nam, om afscheid te nemen van die wereld, waar hij zich in bevond.
Ik had het al wat langer zien aankomen, maar ik was destijds evengoed verrast door de snelheid waarmee hij dat deed.’
Lisa zegt dan: ‘Jullie zeggen steeds, dat Peter zo resolute beslissingen neemt. Maar zo ken ik hem eigenlijk helemaal niet. Hij twijfelt eigenlijk best veel.’
‘Hmm, interessant. Misschien dat hij dit nu op een andere manier doet, Lisa. Maar ik denk niet, dat hij ooit echt veranderd is. Peter is behoorlijk standvastig, of koppig, zo zou je het ook kunnen noemen. Als hij eenmaal ergens zijn zinnen op heeft gezet, dan zal hij niet rusten, voordat hij zijn zin krijgt. Er tegenin gaan, dat is echt zinloos. O, hij luistert wel naar je, en zal zich ook wel aanpassen, maar zijn doel blijft staan. En nu heeft hij zijn zinnen echt op jou gezet, dat zie ik aan alles.’
Lisa lacht. ‘Ik denk dat je dat verkeerd ziet. Hij is niet degene geweest, die me versierd heeft, dat ben ik geweest. Ik ben al sinds mijn zestiende al verliefd op hem geweest. Maar destijds was ik nog veel te jong voor hem. Dat begrijp ik nu wel. Toen ben ik gaan studeren, en heb een aantal jaren op kamers gewoond. En tja, kleine meisjes worden ook volwassen. En toen ik noodgedwongen van mijn studie af moest, en weer thuis ging wonen, heb ik de eerste de beste gelegenheid aangegrepen om zijn aandacht op me te krijgen.
En daar was deze zomer echt heel erg perfect voor. Je weet wel, een bikini, waar je net maar alles mee kunt verbergen en dan thuis een tuin hebben, waar nauwelijks zon komt. En dan vraag je je lieve buurman, of je in zijn tuin mag zonnen. En tja, dan kan er wel eens iets gebeuren.’
Mae lacht. ‘Zo, the way to go, meid! Dus jij hebt de eerste zet gedaan? Petje af, hoor! Dat is bij Peter al heel wat. Meestal heeft hij geen interesse voor meiden, die de eerste stap zetten. Maar als ik me jou zo voorstel in zo’n kleine bikini, dan kan ik me ook wel voorstellen, dat hij geen nee kon zeggen.’
Lisa lacht. ‘Het was natuurlijk een enorme gok, maar ik zou erge spijt hebben gehad, als ik het niet gedaan had. Dan was ik misschien nog steeds de verliefde huismus geweest, die stiekem verliefd op haar buurman is.’
‘Het scheelt misschien wel, dat jullie elkaar toch al wat langer kennen, Lisa. Vroeger zou hij dat anders echt nooit gedaan hebben. En hij is nu ook wat ouder en rustiger. Dat scheelt natuurlijk ook.’
Dan komt de foto van Yvonne met mij boven water. Mae zegt dan meteen: ‘Kijk aan, een foto van Yvonne! Dat is alweer even geleden, Peter!’
Ik zeg: ‘Heb je nog ooit wat van haar gehoord?’
‘O, jawel hoor. Het gaat goed met haar. En uiteindelijk heb je haar een goede dienst bewezen, ze is gaan liften en is opgepikt door een of andere rijke stinker, waarmee ze getrouwd is. En gelukkig getrouwd, begrijp me niet verkeerd. Ze is niet getrouwd voor zijn geld. Ze heeft nu twee kinderen, en woont nu in Zwitserland. We bellen nog regelmatig met elkaar.’
‘Ah, ik ben blij, dat het goed met haar gaat. Want ik voelde me wel een beetje schuldig, toen ik haar toen daar liet staan bij dat hotel.’
‘Ow? Peter die schuldgevoelens heeft? Dat is ook nieuw!’
‘Nee, dat is er altijd wel geweest, Mae. Maar ik liet het nooit blijken. Dat is wat anders.’
Mae glimlacht en zegt: ‘Ik kan merken, dat Lisa je veranderd heeft, Peter. Je bent aanzienlijk milder dan vroeger. Daar moet wel een vrouwelijke hand achter zitten.’
‘Ik ben toch al jaren anders, Mae. Maar ik zal niet ontkennen, dat Lisa ook al haar invloed heeft gehad. Ik vind nu zelfs winkelen met haar leuk.’
Mae lacht nu hard. ‘Dat is dan wel een wereldwonder!’
Lisa heeft het niet gehoord, en vraagt: ‘Wat is er een wereldwonder?’
‘Dat Peter nu zelfs graag met je gaat winkelen.’
‘Graag is wel een beetje overdreven, maar ik moet toegeven, dat hij in ieder geval niet wegloopt en ook zijn mening durft te geven, als hij iets niet mooi vindt. Dat is al meer dan de andere vriendjes, die ik ooit heb gehad.’
‘Geloof me, als er vroeger iemand een afkeer van winkelen had, dan was hij dat wel. Zelfs aan de supermarkt had hij nog een hekel. Hij kan koken als de beste, maar winkelen, daar heeft hij een broertje dood aan.’
Ik lach en zeg: ‘Dat is nu wel anders, Mae. Het is vooral omdat ik toch inkopen moet doen, dat ik nu ga, maar ik ga nu toch liever naar de kleine groenteboer en de slager om mijn spullen te kopen. Ik leg nu meer waarde op kwaliteit, en bovendien vind ik boodschappen doen bij zo’n kleine ondernemer wel gezellig. Aan de supermarkt heb ik nog steeds wel een hekel, maar dat is een noodzakelijk kwaad. Daar koop ik ook alleen, wat ik elders niet kan krijgen.’
‘Zo ken ik je weer. Maar toch, je gaat nu samen met je vriendin winkelen. Dat is voor jou een enorme stap.’
‘Zoals ik al eerder zei, ik omarm het leven nu wat meer. En die momenten horen er ook bij. Ik weet dat Lisa wel graag gaat winkelen, dus pas ik me een beetje aan.’
De avond vordert snel, en dan is het toch echt tijd voor Leo en Mae om naar huis te gaan. Hun kinderen zijn moe en beginnen te jengelen, en ook het zoontje van Herman is zichtbaar moe aan het worden. Ik spreek met hun af om elkaar snel weer te zien, als Lisa opeens zegt: ‘En waarom nodig je ze dan komende zaterdag niet uit, als we de barbecue geven voor al onze vrienden? Zij horen er toch eigenlijk ook bij?’
‘Ja, daar heb ik helemaal niet meer aan gedacht! Ja, jullie moeten zaterdagmiddag ook komen. Dan geven Lisa en ik een groot feest voor al onze vrienden vanwege het feit, dat we gaan samenwonen. En dat is meteen ook een moment, dat ik haar vrienden wat leer kennen en Lisa mijn vrienden leert kennen.’
Leo kijkt naar Mae, en die knikt. ‘Voor zaterdag kunnen we nog wel een oppas regelen. Ik denk dat mijn ouders er helemaal geen probleem van zullen maken, als ze een keer op hun kleinkinderen mogen passen.’
Herman zegt: ‘Voor ons zal hetzelfde wel gelden. Ik kan misschien wel niet zo goed opschieten met mijn schoonmoeder, maar als ik haar vraag om op te passen op Peter, dan is er opeens geen ruzie meer. Ze is absoluut dol op hem.’
Eva knikt. ‘Ja, dat is absoluut waar. En als we dan welkom zijn, dan komen we graag!’
‘Natuurlijk zijn jullie welkom! Jullie zijn mijn vrienden, en echte vriendschap slijt niet!’
‘Daar ben ik blij om. Ik ben je altijd blijven beschouwen als een vriend, en dat doe ik nog steeds.’
We omhelzen elkaar dan als afscheid en zwaaien mijn oude, maar hernieuwde vrienden uit.
We lopen weer naar binnen en Lisa zegt: ‘Ik vond ze allemaal stuk voor stuk heel erg leuk en vooral aardig. En Herman, wat een figuur is me dat!’
‘Herman is altijd wel zo excentriek geweest, Lisa. Zoiets kun je altijd wel van hem verwachten. Ik ben blij, dat het goed met ze gaat. Het heeft me echt goed gedaan om ze weer eens te zien.’
‘En ik ben blij, jouw vrienden uit het verleden eens te leren kennen. Ik heb vandaag veel geleerd over jou. Mae en Eva bleven me zeggen, dat je erg veel veranderd bent. Maar ook weer niet.’
‘Dan zullen ze het wel gehad hebben over mijn resolute besluiten, of niet?’
Lisa knikt.
‘Toen ik het besluit genomen had, om me van hun te distantiëren, heeft me dat enorm veel pijn gedaan. Maar ik kon niet anders. Het zou anders echt de verkeerde kant op zijn gegaan. Maar het heeft me ook doen beseffen, dat ik voortaan mijn besluiten wat meer overwogen moest gaan doen. Ik kan nog steeds zeer resoluut zijn, dat ontken ik ook niet.
Dat gebruik ik ook in mijn lessen, mijn leerlingen weten heel goed, wat ze wel kunnen en wat niet. Protesteren helpt dan niet. Dat helpt bij hun erg goed, omdat ze weten waaraan ze toe zijn. Maar aan de andere kant, dwing ik ze wel op een bepaalde manier. Dat is ook niet goed. Dat is ook een reden, waarom ik ook zo zoek naar alternatieve lesmethoden, om ze zo zelf hun eigen kunde te toetsen.’
‘Dus je bent wat anders gaan denken over je resolute besluiten. Hoe dan?’
‘Voordat ik mijn besluit neem, luister ik nu eerst wat de anderen te zeggen hebben. Op basis daarvan bepaal ik dan ook of ik mijn besluit dan moet herzien. Maar als dat besluit dan ook eenmaal staat, zal ik er niet snel vanaf wijken. Eerst nam ik het besluit, en de rest moest zich maar bekijken, wat ze er mee deden. Dat is het verschil.’
‘Goed dat ik het weet, dan kan ik daar rekening mee houden, mochten we ooit eens ruzie krijgen. Dan weet ik, dat ik eerder mijn argumenten op tafel moet gooien en er niet mee moet wachten.’
We lopen samen naar binnen, waar Charlotte, samen met Ben al bezig is, om de rommel op te ruimen. Ik zeg tegen Lisa: ‘Als we ooit een keer ruzie hebben, Lisa. En dan bedoel ik flinke ruzie. Doe me dan een plezier en noem me Kobus.’
‘Kobus? Waarom dat dan?’
‘Weet je nog wat we bij Mark hebben gedaan?’
‘Ja, je noemde hem Josef, als hij te ver ging.’
‘Kobus is mijn stopwoord, Lisa. Ik word niet heel snel boos, maar als ik het word, dan kan ik echt doorslaan. En ik heb me geleerd omtws Kobus riepen, dan wist ik, dat er iets ernstigs loos was. Dan stormde ik toe om ze te helpen.’
‘Dus je bent zowel Peter als Kobus? Moet ik me zorgen maken, Peter? Heb je een gespleten persoonlijkheid?’
Ik lach. ‘Nee, zo zit dat niet in elkaar. Jakobus is mijn tweede doopnaam en voor het gemak hebben met vrienden er Kobus van gemaakt.’
‘Ik hoop niet, dat ik het ooit nodig zal hebben, Peter. Maar met iemand met jouw bagage weet je toch maar nooit!’
‘En dat zegt mijn vriendin, die ooit vroeger stripper is geweest!’
Lisa trekt een verontwaardigd gezicht en kijkt me geschokt aan, maar ziet me dan lachen. ‘Wacht maar, jou krijg ik nog wel!’
‘Daar reken ik op. Hoe ga je me het betaalt zetten? Kinky avonturen in de slaapkamer?’
‘Hmm, wacht maar af. Je zal er nog wel spijt van krijgen om me een stripper te noemen!’
Lisa kijkt nu echt even boos, waar ik wel even van schrik.
‘Sorry, zo heb ik dat niet bedoeld, Lisa.’
Opeens breekt Lisa in lachen uit. ‘O, je had net je gezicht moeten zien, Peter. Ik kan heus wel tegen een grapje!’
Ik zucht en zeg: ‘God, je had me wel even te pakken! Ik dacht echt even, dat je boos was.’
‘Nee, ik wist hoe je het bedoelde. Maar van iedereen anders zou ik het niet geaccepteerd hebben. Dan kan ik soms echt een kreng zijn. Ik waarschuw je maar vast. Dat is wel zo eerlijk, nu je mij ook gewaarschuwd hebt.’
‘En wat is jouw stopwoord, Lisa?’
‘Ik heb eigenlijk geen stopwoord, Peter. Nooit aan gedacht, waarom ook?’
‘Dat kan soms wel eens handig zijn. Je kunt het op meerdere manieren gebruiken. Zeg het normaal in een gesprek, dan kan het een teken zijn, dat je me even apart wilt spreken, zonder meteen de rest in te lichten, maar er zijn ook andere dingen, die je zo kunt afspreken.’
‘Hmm, misschien dan toch niet zo’n gek idee. Noem me dan ook maar bij mijn tweede doopnaam, dat doet mijn moeder ook altijd als ze erg boos op me is. Daar reageer ik dus ook wel op.’
‘En dat is?’
‘Christina, mijn volledige doopnaam is Lisa Christina Antonius Maria Meulendijck’
‘Oké, dan is jouw stopwoord voor mij voortaan Christina. En misschien ook wel je koosnaampje. Ik vind het wel een leuke naam.’
‘Wat zijn eigenlijk jouw doopnamen, Peter?’
‘Pieter Jakobus Hubertus Petrus Hoogmans’
‘Pieter?’
‘Ja, zo sta ik officieel te boek in de papieren, maar mijn roepnaam is Peter.’
We gaan dan Charlotte en Ben meehelpen met opruimen, om dan nog even kort van de avond te kunnen genieten. Ben zegt dan tegen Charlotte: ‘Charlotte, heb je morgen zin om naar het verjaardagsfeest te gaan van een van mijn vrienden? Ik zou je namelijk graag aan hun willen voorstellen. Ze geloven me niet echt, dat ik nu een vriendin heb.’
Charlotte zegt: ‘Waarom zouden ze je niet geloven, Ben?’
Ben kijkt nu even wat moeilijk en zegt: ‘Omdat ik er wel eens over gelogen heb, Charlotte. En ik wil nu iedereen laten zien, dat je echt mijn vriendin bent.’
‘Waarom heb je daar dan eens over gelogen, Ben? Dat is toch raar?’
‘Dat is het ook, maar denk je dat het leuk is, als al je vrienden opeens nog maar weinig tijd voor je hebben, en jij geen vriendin hebt. Dus probeerde ik indruk te maken, door te zeggen, dat ik een vriendin had. Maar ze hadden al snel door, dat het niet zo was.’
‘En nu wil je ze laten zien, dat je echt een vriendin hebt. Is dat de enige reden, waarom je me nu pas vraagt? Dat had je toch ook al eerder kunnen doen?’
‘Ik weet het, en het spijt me ook. Ik had het je eerder moeten vertellen. Maar Julian kwam er zelf ook pas laat mee. Hij houdt zijn verjaardag morgen, in plaats van in het weekend.’
‘Dat kan ik nog begrijpen, maar neem je me alleen mee om je vrienden te tonen, dat je eindelijk eens een meisje hebt, of ook om andere redenen?’
Dat is even te veel gevraagd aan Ben. Hij mag dan wel slim zijn, maar op sommige niveaus is hij soms wel wat traag van begrip. En dat is nu ook het geval. Ik zie het aankomen en ik zeg tegen hem: ‘Wat Charlotte probeert te vragen, is of je ook het alleen doet om je vrienden te tonen, dat je een vriendin hebt, of dat je met haar daar heen wilt, om de wereld te laten zien, dat je een vriendin hebt, Ben? Altijd goed luisteren wat een vrouw je vraagt. Die kunnen namelijk soms heel sikkeneurig zijn op je antwoord. Je antwoord moet meteen goed zijn, anders is het fout of te laat. Ik help je nu, maar de volgende keer moet je het op eigen kracht doen.’
‘Natuurlijk wil ik de wereld laten zien, dat ik van Charlotte houd. Dat heb ik toch altijd al gezegd?’
‘Dat klopt, maar een vrouw wil dat erg graag en vaak horen, Ben. Liefst iedere dag, en dan nog meerdere keren per dag. Ze wil zich gewaardeerd voelen en gewild. Geen gebruiksobject, die je kunt gebruiken naar believen. Neem dat nu maar als advies aan van een man, die al een beetje weet hoe dat werkt. En geloof me, als je tachtig bent, dan weet je nog steeds niet hoe vrouwen precies werken. Wat dat betreft zijn ze en blijven ze mysterieuze wezens. En dat is ook precies waarom we zo van ze houden, anders was het veel te snel saai in ons leven.’
Lisa zegt: ‘Oeh, daar heb je je anders ook maar net goed uit gered, Kobus!’
‘Ik weet wel wat ik zeg, Christina!’
We glimlachen naar elkaar.
Ben zegt: ‘Heb ik iets gemist? Waarom noemen jullie elkaar nu anders?’
Charlotte zegt dan: ‘Laat ze toch, ik heb wel eens vaker gehoord, dat mensen, die veel van elkaar houden elkaar koosnaampjes geven.’
Ben knikt, maar richt zich dan nog een keer naar Charlotte. ‘Charlotte, zou je morgen met me mee willen, als mijn vriendin, naar de verjaardag van mijn vriend Julian?’
Nu glimlacht Charlotte weer. ‘Die vraag staat me beter aan, Ben. Maar ik ga morgen graag met je mee. We laten die vrienden van je wel eens een poepje ruiken!’
Ben is nu opgelucht, maar heeft wel al meteen een belangrijke les in zijn leven geleerd. Hij slaat een arm om haar heen en zegt: ‘Ik hou van je, Charlotte. Dat weet je toch?’
Charlotte knikt en zegt: ‘Dat weet ik, maar Peter had wel gelijk. Het is leuk om te horen, dat je nog steeds van me houdt. En voor een meisje, zoals ik, kan dat soms belangrijk zijn. Ik heb nog nooit eerder een vriendje gehad, en dat geeft me ook twijfels, als ik je lang niet gezien heb!’
‘Maar je hebt me vanmorgen nog gezien?’
‘Dat doet er niet toe, Ben. Soms ben ik zo bang, dat ik je aan iemand anders verlies, dat ik echt soms bijna gek word.’
Nu begint Ben eindelijk te begrijpen, waarom Charlotte zo reageerde. Hij glimlacht en zegt: ‘Als het je beter doet voelen, als ik je zeg, dat ik nog steeds van je houd, dan zal ik dat nu voortaan zo vaak mogelijk doen. Tot je me zegt, ermee te stoppen.’
Dan zegt hij tegen haar: ‘Charlotte de Graaf, ik hou met heel mijn hart van je!’
Charlotte lacht, maar is duidelijk wel ingenomen met deze geste van Ben. Ze kijkt me aan en zegt: ‘Peter, zou je het een probleem vinden, als Ben vanavond bij me blijft slapen?’
‘Ik heb er geen probleem mee, maar vinden zijn ouders dat goed?’
Ben antwoordt zelf en zegt: ‘Die vinden alles goed, als ik het maar veilig doe. Ze hebben me zelfs een hele verpakking condooms gekocht. Dat is toch niet nodig, Charlotte is toch aan de pil?’
‘Nog wel, Ben. Ze heeft die prikpil gehad, maar dat zal niet lang meer werken. Wil je dat risico lopen?’
Daar schrikt Ben wel even van. ‘O, dat wist ik niet. Nou ja, zo erg is het ook weer niet, als ik een condoom moet gebruiken. Zekerheid voor alles.’
Charlotte zegt: ‘Het lijkt me wel eens leuk om het eens met condoom te proberen, Ben. Dat is weer eens wat anders.’
Ben staat dan meteen op en zegt: ‘Dan ga ik nu naar huis om wat condooms te halen! En dan vertel ik thuis wel, dat ik hier blijf slapen.’
Hij haast zich meteen weg, en we kijken hem na. Charlotte zegt tegen mij: ‘Ik vond het wel lief van je, dat je Ben wilde helpen. Maar waarom begreep jij wel, wat ik bedoelde, maar hij niet?’
‘Ben mist nog de ervaring, Lotje. Ik draai toch al wat meer jaren mee, dan Ben. Bovendien heb ik in mijn wilde jaren meer vrouwen versleten, dan onderbroeken. Dan leer je wel eens wat. Maar jij moet ook leren om wat meer geduld met hem te hebben. Je kan nog niet van hem verwachten, dat hij blindelings je wensen van je lippen kan aflezen en daar ook meteen aan kan voldoen. Zover is hij nog niet. Dat leert hij uiteindelijk wel, maar daar gaat tijd overheen.’
‘Maar jij bent nu al net zo lang samen met Lisa, als ik met Ben. Maar jij ziet dat wel allemaal!’
‘Je moet je nog niet aan mij en Lisa spiegelen, Lotje. We zijn ouder en bovendien ook al een heel stuk verder in onze relatie. Maar ook wij moeten nog bouwen aan onze relatie. Ik kan echt nog niet blindelings haar wensen van haar lippen lezen. Ik doe mijn best, maar gemakkelijk is het niet. Vrouwen zijn voor mannen altijd een raadsel. En omgekeerd zal dat ook wel gelden, daar ben ik ook wel overtuigd van.’
Lisa lacht. ‘Daar heb je ook wel gelijk in. Er zijn altijd wel van die momenten, dat je soms denkt, waarom doe je nou gewoon niet wat ik wil. Maar je wilt het niet hardop zeggen, omdat je dan weet, dat je hem daarmee zijn trots krenkt. Dat was ten minste zo bij mijn vorige vriendje. Bij jou heb ik dat nog niet gehad, Peter. Dus een compliment voor jou, tot nu toe dan!’
Ik lach. ‘Dat pak ik dan ook als een compliment. Maar gelukkig hebben we nu voor die momenten wel iets goeds afgesproken, of niet Christina?’
Lisa glimlacht. ‘Ja, nu begrijp ik ook meteen waarom je daarover begon. Goed idee, Kobus.’
Charlotte schudt haar hoofd en zegt: ‘Ik zal ook wel iets gemist hebben, maar ik hoef het ook niet te weten. Ik ga vlug nog een tweede kussen op het bed leggen, voordat Ben terug is.’
‘Je weet waar ze liggen, Lotje!’
Ze knikt en haast zich weg.
Lisa zegt dan tegen mij: ‘Zullen we ook vroeg naar bed gaan, Peter? Ik weet niet of het door mijn zwangerschap komt, maar ik heb nu steeds meer zin in seks!’
‘Ow, dan zal ik er maar grondig misbruik van maken, voordat we niet meer kunnen!’
Lisa lacht. ‘Je kunt geen misbruik van me maken, ik heb veel te graag seks met je!’
‘Durf je dat ook zwart op wit vast te leggen, voor als ik later dan toch droog sta?’
‘Je mag me er dan best aan herinneren, Peter. Maar nu kan ik in ieder geval nooit genoeg van je krijgen.’
Ben komt alweer terug, met een kleine weekendtas.
‘Ik moest van mam wat kleren en een toilettas meenemen.’
Ik lach en zeg: ‘Ja, daar begon Lisa ook mee. En voordat je het weet woon je er.’
Ben lacht. ‘Dat zal bij ons heus niet zo’n vaart lopen, Peter.’
Hij snelt naar boven, terwijl wij weer in de woonkamer gaan zitten. We willen hun geluk nu even niet verstoren. In plaats daarvan kijken we even wat televisie. Opeens vraagt Lisa: ‘Ben je echt zo rijk, als Mae me zei?’
‘Maakt dat dan iets uit?’
‘Nee, maar waarom heb je me het niet direct gezegd?’
‘Ik heb de ervaring, dat men je anders bejegend, als men weet dat je rijk bent. Ja, ik heb veel geld en bezittingen. Maar ik kan dat geld niet allemaal zo direct aan. Dat heb ik heel bewust gedaan, om niet in de verleiding te komen opeens veel geld uit te geven. En het geld dat ik verdien met mijn investeringen laat ik voor een groot deel ook weer investeren. Een klein deel blijft erover voor mijn reservepotje, waar ik leuke dingen van kan doen. Op die manier valt het ook niet op, dat ik veel geld heb, en hoef ik er ook niet naar te leven, alsof ik rijk ben. Natuurlijk, ik leef misschien wat royaler, dan ik met mijn beroep kan veroorloven. Maar ik schreeuw het ook niet van de daken, of wel?’
‘Misschien heb je ook wel gelijk, Peter. Eigenlijk maakt het me ook niets uit. Ik begrijp, waarom je wilt, dat ik zelf ga bijdragen aan het huishouden. Geld moet je leren verdienen, dan waardeer je het meer. Dat heeft mijn vader me altijd gezegd.’
‘En gelijk heeft hij. En ik wil best zeggen, dat ik flink geërfd heb van mijn ouders. Jessica en ik hebben allebei ruim twee miljoen geërfd. In mijn wilde tijd heb ik er bijna de helft daarvan doorheen gejaagd, hoewel die kroeg wel een hele goede investering was. Ik kocht die destijds voor zeven ton, en kreeg er een negen ton voor terug. En het is nu nog steeds een van de beste kroegen van Apeldoorn. Maar daarmee had ik dus wel geluk. Dus al met al heb ik in mijn wilde jaren ongeveer ruim twee ton verbrast. Ik kreeg toen een goede tip, dat ik twee panden kon overkopen, van iemand, die in geldnood zat. Ze waren veel meer waard, maar ik kon cash betalen. En die man had echt heel snel geld nodig, dus ik heb die gok gewaagd. Ik heb ze meteen laten opknappen, en ze toen aangeboden als kantoren. Binnen een maand, nadat ik ze aanbood, waren ze allebei verhuurd. Daar vang ik goed geld voor, en mijn huurders zijn dan ook heel erg tevreden.
Onderhoud besteed ik uit, daar doe ik zelf vrijwel niets aan. Ik krijg een melding, dat er iets gebeuren moet, en ik schakel het klusbedrijf in. Die regelt de verdere rest. De klanten zijn tevreden, want ze worden echt op hun wenken bediend, maar daar betalen ze dan ook grif veel geld voor. En ik ben nu bijna zo ver, dat ik de panden naast hun kantoren ook kan kopen en verhuren, want ze zouden graag willen uitbreiden. Die onderhandelingen laat ik over aan het bureau, waar ik mijn geldzaken laat regelen, die doen ook al mijn verdere administratie. Dus ik heb er zelf geen omkijken naar.’
‘Hoe rijk ben je dan nu precies?’
‘Heel precies weet ik het niet, maar ik zal nu zo rond de tweeënhalf miljoen bezitten. Maar dat zit allemaal geïnvesteerd. Het geld, dat ik direct aan kan, is echt niet zo heel veel. Ik had er een halve ton op staan, maar door de koop van het huisje in Sare is daar een flinke hap af gegaan. Nu is het nog maar de helft. Op dat huisje heb ik gewoon een hypotheek, net als op dit huis. En ook die panden heb ik later gewoon laten financieren. En van het geld, dat toen weer vrijkwam, heb ik een hoop laten beleggen. En wat ik daarmee weer verdien, kan ik de hypotheek aflossen, en kan ik weer goed leven van mijn loontje als leraar.’
‘Je werkt dus als het ware voor de hobby?’
‘Zo zou je het kunnen noemen, maar zoals ik het geregeld heb, moet ik wel werken, anders komt er echt geen brood op de plank. Maar ik kan wel lekker royaal leven, dat wel.’
‘Dus daarom heb je ook zo’n flinke grote keuken en een smaakvol ingericht huis?’
‘Zo zou je het kunnen noemen, Lisa. Ik houd ervan om de dingen, die ik graag doe, ook goed aan te pakken. Ik doe graag leuke dingen met mijn vrienden. Zo organiseerde ik ieder jaar de kerstavond. Al denk ik, dat ik dit jaar iets anders ga doen. Ik vind het sinterklaasfeest ook wel leuk, maar ik ben erover na aan het denken om met kerst naar Sare te gaan. Gewoon, alleen samen met jou.’
‘Niet met familie of vrienden?’
Ik schud mijn hoofd. ‘Het is echt niet, dat ze niet welkom zouden zijn, maar onze families wonen wel heel erg kort bij. En onze vrienden weten ons heus hier wel te vinden. Ik heb nooit gebrek aan gezelschap gehad, eerder een gebrek aan rust. En het zal misschien onze laatste kans zijn om nog eens lekker alleen te zijn, met ons twee. Volgend jaar loopt er een kleine rond, en zal ons leven nooit meer hetzelfde zijn. De momenten, dat we dan nog even alleen zijn, worden dan alleen maar schaarser. En ik zou toch graag nog minstens een moment rust, met jou alleen, willen hebben.’
‘Je hebt er al flink over nagedacht, Peter!’
‘Sinds we terug zijn, doe ik al amper iets anders, Lisa. Zelfs al voor we echt samenwoonden, dacht ik daar al over na. En sinds ik weet, dat je zwanger bent, nog veel meer. Er gaat zoveel veranderen, voor jou, voor mij, dat kunnen we ons zelf amper goed voorstellen.
Ik moet je vertellen, waarom ik destijds zo roekeloos was, Lisa. Ik heb nooit echt afscheid kunnen nemen van mijn ouders, hoe gek dat ook klinkt. Mijn vader was ziek, maar ik was jong en dacht dat hij het eeuwige leven had. En opeens was hij er niet meer. En hetzelfde was bij mijn moeder. Ik wist, dat ze mijn vader miste, maar ik had nooit verwacht, dat ze ook zo snel zou sterven. Je kunt je niet voorstellen, hoe groot die schok voor me was. Ze waren weg, en ik heb ze nooit meer kunnen vertellen, dat ik van ze hield. Dat nam ik me zelf kwalijk. Ik viel echt in een diep gat. En wat ik je nu ga vertellen, heb ik echt nog nooit iemand eerder verteld, Lisa.’
Lisa kijkt me verbaasd aan. Ze voelt aan, dat dit echt diep uit mijn hart komt. En dat is het ook, mijn grootste geheim.
‘Een half jaar, nadat mijn moeder gestorven was, wilde ik een einde aan mijn leven maken. En ik heb ook serieus een poging gedaan. Een domme, en gelukkig onsuccesvolle poging. Ik probeerde mezelf te elektrocuteren. Ik had geluk, dat de stoppen doorsloegen, de zekering was te zwak. Maar het had wel een bepaald effect. Ik weet niet of het een hallucinatie was, of iets anders, maar ik heb toen even nog kort mijn ouders gezien. Ik wilde ze net vertellen, dat ik van ze hield, maar toen kwam ik weer bij kennis. Ik begreep toen, dat ik moest blijven leven, dat voelde ik aan alles. Maar ik bleef met een schuldgevoel zitten. Ik ging gevaarlijke dingen doen, omdat ik gemerkt had, dat het een soort portaal kon zijn met de wereld, of hemel. Ik wilde mijn afscheid kunnen nemen van mijn ouders. En dat is de reden, waarom ik toen zo was.
Maar tegelijkertijd wilde ik mijn ouders ook niet teleurstellen, dat ik niet van hun geleerd zou hebben. Dus heb ik mijn levensstijl aangepast en daar verzamelde zich een hoop andere vrienden omheen, die ongeveer eenzelfde gevoel hadden. Misschien hadden ze niet hetzelfde motief, maar wel hetzelfde gevoel. Ze wilden alles uit hun leven halen, maar tegelijkertijd niet afglijden in de goot. En ik ben eigenlijk wel trots, dat ons dat gelukt is. ten minste, de meesten van ons is dat gelukt, als ik het nu zo hoor.
Maar wat ik ook deed, het lukte me niet meer om in contact te komen met mijn ouders. Ik was al bijna aan het opgeven, toen ik dat ongeluk kreeg. Eigenlijk wel grappig, het was precies voor het huis, waar ik altijd gewoond had, en waar mijn ouders gestorven zijn. De nieuwe bewoner had vergeten zijn auto op de handrem te zetten, terwijl daar de oprit een helling is. Ik kwam er net aangereden, en knalde vol op zijn auto. Het was maar goed, dat we vroeger aan het begin van de straat woonden, anders was ik heel zeker dood geweest. Maar het heeft me wel gegeven, waar ik al zolang naar verlangde.
Ik heb mijn ouders weer gezien, en ik heb mijn afscheid kunnen nemen. En daarmee was voor mij toen ook geen reden meer om die levensstijl voort te zetten. Ik heb de hemel gezien, Lisa. En dat is echt een mooie plaats, maar echt niet zoals ze beschrijven in de bijbel.
Ooit hoop ik daar heen te gaan, maar nu nog niet. Er wacht mij hier nog een heel leven, waar ik met volle teugen van wil genieten. En dat doe ik ook sindsdien. Maar ik kon steeds niemand vinden, waar ik mijn leven mee kon delen. En ik heb echt overal gezocht, maar nooit verwacht het zo dicht bij huis te vinden. En dan blijk je nog fantastischer te zijn, dan ik ooit verwacht had. Misschien was dat mijn boete om zo blind te zijn voor de mooie wereld. Maar daarvoor ben ik nu gelukkiger dan ooit!’
‘Wow, Peter! Dat is nogal een bekentenis! Denk je echt, dat je in de hemel bent geweest en je ouders gezien hebt?’
‘Ik kan het niet met zekerheid vertellen. Misschien was het ook alleen maar mijn fantasie. Hoe dan ook, vanaf dat moment was die schuldenlast er niet meer en kon ik weer normaal leven. Maar ik wist niet, hoe ik afscheid moest nemen van mijn vrienden. Ik had die wereld niet meer nodig, ik moest daar weg. Daarom heb ik ook heel abrupt mijn banden verbroken, omdat dat voor mij het gemakkelijkste was. Maar nu besef ik me, dat ik daar ook mijn vrienden mee gekwetst heb. Dat spijt me dan weer wel, met die schuldenlast kan ik wel leven.’
‘Mis je dat leven nog wel eens?’
‘Heel soms. Maar nu ik weer een aantal vrienden van vroeger heb teruggevonden, is dat gevoel wel iets sterker geworden, maar wel anders. Ik ben nu eerder blij, dat het goed met ze gaat.’
‘En je motor dan? Mis je die dan niet?’
‘Ja en nee. Ja, ik zou hem best nog wel eens een keer willen zien, maar nee, ik heb er geen behoefte aan om er nog mee te rijden. Nou ja, een ritje als afscheid, dat nog wel, maar meer ook niet.’
‘Je weet nu toch waar die motor is, Peter? En je hebt nog een paar dagen vakantie. Waarom rijd je er niet naar toe? Dan gaan we samen kijken naar die motor van je.’
‘Dat gaat niet, Lisa. Morgen heb ik vergadering, en vrijdag ook. En zaterdag komen al onze vrienden.’
‘En volgend weekend dan?’
‘Dat zou kunnen, maar waarom wil je dit?’
‘Omdat ik merk, dat je behoefte hebt om dat hoofdstuk van je leven ook goed af te sluiten, Peter. Je zegt wel, dat je alle banden abrupt hebt afgebroken, maar echt afscheid genomen heb je niet. Dat hoor ik in je verhalen, maar ook in die van je vrienden. Ze hebben je allemaal heel erg gemist, en jij hun ook. Je moet het goed afsluiten, anders kun je ook daar niet goed verder.’
Ik ben werkelijk perplex. Lisa heeft volledig gelijk. Ik ga recht zitten en reik naar mijn telefoon, die op tafel ligt. Lisa weet al, wat ik nu ga doen en ze knikt me bemoedigend toe.
‘Doe het nou maar, anders blijf je spijt hebben.’
Ik pak mijn telefoon en zoek het nummer, dat ik wil bellen. Het duurt even, voordat de telefoon wordt opgenomen.
‘Emile Storlen. Met wie spreek ik?’
‘Ben jij het echt, Emile?’
Het is even stil aan de andere kant. ‘Wie is dit? Ik ken die stem, maar ik kan het niet thuisbrengen.’
‘En als ik zeg: Een wheelie kan iedere gek maken, maar welke gek maakt dan ook een wheelie van een kilometer!’
Het is weer even stil. Aarzelend vraagt de man: ‘Ben jij dat, Peter?’
‘Ja man! Daar spreek je mee!’
‘Oh mijn God! Ben je het echt? Hoe ben je aan mijn telefoonnummer gekomen?’
‘Ja, ik ben het echt. Ik heb je telefoonnummer van Leo gekregen. Het stomme toeval is, dat hij mijn nieuwe collega is.’
‘Dat meen je niet! Hoe gaat het met je? Ik heb in geen jaren meer van je gehoord!’
‘Met mij gaat het heel erg goed, Emile. En met jou?’
‘Ik mag niet klagen. Ik heb nu mijn eigen motorgarage en de zaken gaan heel erg goed!’
‘Dat had ik gehoord van Leo. Ze zijn hier net weg. Herman is ook hier geweest.’
‘Man, ik had er goud voor gegeven om daar bij te kunnen zijn! Ik sta echt te trillen van spanning! Je was zo plotseling weg, en je was een van mijn beste vrienden.’
‘Sorry, ik kon op dat moment niet anders. Maar nu weet ik, dat die beslissing niet juist is geweest.’
‘Dat weet ik wel, we wisten allemaal wel, dat er iets met je was gebeurd met dat ongeluk. Je bent nooit meer dezelfde geworden, en je was ook niet meer gelukkig als je bij ons was. Het was daarom ook maar een kwestie van tijd, dat je zou gaan. Ik neem je dan ook niets kwalijk, maar toch kwam het afscheid zo plotseling. Maar je was altijd al zo. Als je besluit stond, dan kon niemand je daar meer vanaf brengen.’
‘Nu ben ik ouder en wijzer geworden, Emile. En ik begin net een gezinnetje te vormen. Ik woon nu sinds een paar dagen samen, hoe vind je dat?’
‘Fantastisch man! Ik mag ook niet klagen. Ik heb een lieve vrouw gevonden, je kent haar nog wel. Tanja, uit die hoerenkeet.’
‘Ja, Mae heeft me er al over verteld. Dus je bent ook al getrouwd?’
‘Ja, alweer zeven jaar. En ik heb al enkele kinderen, drie stuks. Je moet eens langskomen om ze te ontmoeten! Wist je trouwens, dat ik je oude motor heb opgekocht?’
‘Ja, Dat vertelde Leo me. Die zou ik echt graag nog eens een keer zien. Gewoon om er nog een keer afscheid van te nemen, meer niet. Die periode is voorgoed voorbij, Emile.’
‘Je zal er toch nog wel een keer op willen rijden, Peter? Ik heb hem helemaal gerestaureerd, precies zoals hij was. Hij staat nu te pronken in mijn garage, als een van mijn pronkstukken.’
‘En jij moet weten, hoe die was, want je hebt hem zelf voor me gemaakt.’
‘Ja, maar op jouw wensen. En ik vind die motor nog een van mijn beste werken ooit. En dat is ook de mening van mijn klanten.’
‘Hebben ze dan nooit geprobeerd dat ding te kopen?’
‘O, jawel hoor! Maar die motor is gewoon niet te koop! Ze hebben me er al een ton voor geboden, maar de waarde van die motor is gewoon niet in geld uit te drukken. Ze hebben hem zelfs al een keer proberen te stelen, maar die dat geprobeerd hebben, is dat erg slecht bekomen. Niet dat ik er zelf iets mee te maken heb, maar ik heb door de jaren heen behoorlijk wat fans gekregen. Die hebben de dader een flink lesje geleerd. Je weet hoe dat gaat in die wereld.’
‘Ja, dat weet ik nog heel goed. Dat zal wel een goede waarschuwing zijn geweest voor anderen, die het in hun gedachten hadden om het eens te proberen.’
‘Dat kun je wel zeggen, Peter. Maar waarom kom je me niet eens opzoeken?’
‘Ik zou graag komen, maar dat gaat nog wel even duren. Kon je zaterdag maar hier zijn, dan geef ik voor al mijn vrienden en van mijn vriendin een barbecuefeest.’
‘Zeg maar waar ik moet zijn, en ik zal er zaterdag zijn, Peter!’
‘Kom op! Zou je dat echt doen?’
‘Natuurlijk! Weet je wat? Ik haal je motor uit de garage, en kom je daarmee opzoeken! Hoe vind je dat?’
‘En je gezin dan? Je vrouw en kinderen?’
‘Ach, die zijn het wel gewend, dat ik een weekend weg ben. Je kent me, ik ben en blijf een biker.’
‘Als je echt wilt komen, dan zorg ik, dat ik een bed voor je vrij heb, Emile. Maar dan spreken we wel af, dat ik en mijn vriendin een tegenbezoek bij je gaan doen.’
‘Dat is een deal, Peter. Maar dat spreken we dan zaterdag wel af. Jongen, ik krijg er nu al zin in! En ik mag toch wel hopen, dat je een nog betere kok bent geworden!’
Ik lach. ‘Eet maar niet te veel, Emile. Anders kun je niet alles proeven. Trouwens, Leo, Mae, Herman en Eva komen ook.’
‘Het wordt steeds beter! En ik neem aan, dat je andere vrienden er dan ook zijn?’
‘Ja, maar die moeten het maar even voor lief nemen, dat jullie komen opduiken.’
‘Ow, misschien heb ik nog wel een verrassing voor hen. Zou je het erg vinden, als ik nog iemand meeneem? Iemand, die je misschien nog wel kent?’
‘Wie dan?’
‘John. Je weet wel, die met die rode Harley.’
‘John Sagelaar?’
‘Juist, die John.’
‘Leo zei me, dat die met Lennaert een tocht naar China hebben gemaakt?’
‘Dat klopt, John is net terug. Lennaert woont nu in Hong Kong, waar hij getrouwd is. John is toen alleen teruggekomen. Nou ja, alleen klopt ook weer niet, hij is nu ook getrouwd, maar ze is net als hem een biker.
En je raadt nooit met wie. De kans, dat hij haar op die tocht zou tegenkomen, is minder dan een op tien miljard, maar hij is haar tegengekomen en meteen met haar getrouwd. En ze zijn nu hier. Ze willen hier ergens een bestaan opbouwen. En ik heb John een baan in mijn garage aangeboden. Een betere vakkracht kan ik nergens vinden.’
‘Wie is zijn vrouw dan? Ken ik haar?’
‘Je weet, John heeft altijd gezegd, dat hij maar met een vrouw wil trouwen.’
‘Linda?’
‘Je hebt het meteen goed.’
‘Sinds wanneer rijdt die motor?’
‘Sinds dat ze hoorde, dat John naar China was vertrokken op zijn motor.’
‘En ze had hem juist afgewezen? Dat weet ik nog wel, toen was ik nog niet weg.’
‘Ze heeft ook een tijdje een ander gehad, maar ontdekte toen, dat ze John toch miste. Ze heeft toen haar motorrijbewijs gehaald, een motor gekocht en hem achternagereden. En ze heeft hem ook nog gevonden!’
‘Nou moe, dan moet ze echt wel veel van hem houden. Wens ze maar proficiat van me. Maar weet je wie er gaat trouwen? Dat raad je echt nooit!’
‘Dat moet jij dan zijn, is daarvoor dat feest?’
‘Nee, zo ver zijn Lisa en ik nog niet, Emile. Nog lang niet! Nee, Herman en Eva gaan trouwen!’
‘Nu maak je een grapje, Peter? Echt?’
‘Ik meen het serieus. Eerst had Eva hem gevraagd, maar Herman had al jarenlang gespaard om haar de ring te geven, die ze verdiende. Dus deed hij dat vanmiddag gewoon nog eens dunnetjes over.’
‘Dan meen je alles al meegemaakt te hebben en dan hoor je dit! De wonderen zijn de wereld nog niet uit! Maar dat wil ik echt van hem zelf horen, Peter! Eigenlijk hebben we best nog veel bij te kletsen!’
‘Dan blijf ook het hele weekend hier, Emile. En neem Linda en John ook maar mee. Ik moet me dan wel even wat verzinnen om die ook onderdak te regelen, maar dat lukt me wel.’
‘Als je het niet erg vindt, Peter, graag. Ik heb je altijd als een vriend beschouwd en zou graag die band weer terug willen opbouwen.’
‘Dat is dan insgelijks, Emile. Dan zie ik je komend weekend komen. Ik stuur je het adres wel per bericht naar je op!’
‘Doe dat, Peter. Ik kijk er nu al naar uit!’
We nemen afscheid van elkaar en ik hang op. Lisa kijkt me aan en zegt: ‘Volgens mij krijgen we komend weekend gasten, of heb ik het mis?’
Ik knik en zeg: ‘Emile komt, maar ook een andere vriend met zijn vrouw, John en Linda. John had die trip naar China gemaakt, en Linda was ook al in onze vriendengroep, al was het toen uit met Lennaert, waar ze een tijd lang een relatie mee had. Maar ze bleef toen in de groep en reed toen met John mee. John dacht toen met haar te kunnen aanpappen, omdat hij al vanaf het begin, dat ze in de groep kwam, verliefd op haar was. Maar ze wees hem af, wat ons allemaal wel verbaasde. Want ze leek juist heel erg gecharmeerd van hem te zijn. Dat was ongeveer, toen ik mijn afscheid aankondigde.
Kort daarna zijn John en Lennaert naar China vertrokken, en kwam schijnbaar Linda erachter, dat ze een verkeerde beslissing genomen had. Maar ja, John was al weg, en Linda had inmiddels wel meer dan genoeg ervaring met motors, dat ze haar rijbewijs snel gehaald had, en is hem toen achternagereden. En ze heeft hem gevonden ook nog!’
‘Wow, dan moet John toch een grotere indruk gemaakt hebben, dan ze eerst gedacht heeft. Maar die komen dus ook? En waar laat je die dan slapen?’
‘Daar moet ik me iets voor bedenken, Lisa. Ik heb maar drie slaapkamers, een daar slapen wij, in de andere slaapt Charlotte en de derde is de logeerkamer.’
‘En je zou op zolder ook nog een matras neer kunnen leggen.’
Ik kijk Lisa verheugd aan. ‘Ja, dat is een goed idee. Daar zou Emile kunnen slapen! Maar dan moet ik nog wel ergens een matras vanaf toveren.’
‘En wat als wij nu samen eens een ander bed gingen kopen, Peter? Ik vind eerlijk gezegd dat matras toch niet meer zo heel erg goed. Ik slaap er niet zo heel lekker op.’
‘Morgen is het woensdag, Lisa. Denk je echt, dat ze het zo snel kunnen leveren?’
‘We kunnen het toch wel even proberen, of niet dan? En anders is er heus nog wel ergens iets anders voor je vrienden te regelen.’
‘Dan gaan we morgenvroeg toch even naar de winkel. Maar ik moet wel al om tien uur op school zijn voor die vergadering.’
‘Dan moeten we nu meteen naar bed gaan, Peter. En ’s morgens meteen naar die winkel in Apeldoorn gaan, ik zag in een folder, dat ze al om half negen open zijn en ze hebben aanbiedingen.’
‘Dus je was al van plan om dit ter sprake te brengen?’
Ze knikt. ‘Ja, want ik lig er echt niet heel erg lekker in. En als ik de rest van mijn leven daarop moet slapen, dan wil ik toch echt iets anders.’
Ik geef haar een zoen en zeg: ‘Oké, dan gaan we dat doen. Onze eerste gezamenlijke aankoop!’
Ze glimlacht en zegt: ‘Ja, maar het moet wel een heel goed bed zijn, Peter. Want het zal wel tegen flink wat misbruik moeten kunnen.’
Lachend staan we dan op en lopen naar boven om te gaan slapen.
Lees verder: Charlotte - 17
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10