Door: Maxine
Datum: 06-04-2019 | Cijfer: 9.5 | Gelezen: 11277
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 56 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Beffen, Buurman, Buurmeisje, Neuken, Pijpen, Vingeren,
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 56 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Beffen, Buurman, Buurmeisje, Neuken, Pijpen, Vingeren,
Vervolg op: Charlotte - 14
De volgende morgen laat ik er geen gras over groeien en bel pastoor Daems op en vraag hem of hij vandaag tijd voor me heeft. De goede man schrikt ervan, want hij weet heel goed, hoe ik over het geloof en over hem denk.
‘Uhm, waar komt die goede dag vandaan, Peter?’
‘We zouden graag een biecht afleggen, eerwaarde. Maar als het niet kan, wil ik best naar de bisschop gaan?’
‘Nee, nee! Ik heb wel tijd. Maar kan het nog voor de middag? Ik heb vanmiddag nog een huwelijk, en dan heb ik geen tijd meer.’
‘Voor de middag is wel in orde, eerwaarde. Schikt u het over een uur?’
‘Ja, dat is wel in orde. In de kerk of bij mij thuis?’
‘U weet best, dat ik me niet fijn voel in de kerk, dus doe maar bij u thuis.’
‘Oké, dan zie ik u over een uur.’
Als ik ophang, moet ik lachen. Ik kon de schrik van de man door de telefoon gewoon horen. En waarvoor heeft hij eigenlijk schrik? Omdat ik hem eens betrapt heb met een hoertje? Pff, moet hij daarom zo bang zijn? Hij is toch ook maar een man!
Ik loop naar Charlotte toe en zeg: ‘Over een uur moeten we bij pastoor Daems zijn. Ben je er klaar voor?’
Ze schudt haar hoofd en ik glimlach. ‘Het is altijd moeilijk om voor je daden verantwoordelijk te zijn. Maar je zal je daarna wel beter voelen. Geloof me maar, het komt wel goed.’
Een uur later rijd ik met Charlotte naar de pastoor toe. Lisa laat ik heel bewust thuis. Dat vond ze niet prettig, maar ik stond er echt op. Wat ik met de pastoor te bespreken heb, hoeft verder niemand te horen. Dat is alleen tussen mij en hem bestemd.
Ik bel aan en de pastoor doet zelf open. Maar hij kijkt erg verbaasd op, als hij Charlotte naast me ziet staan.
‘Uhm, ik dacht dat je alleen zou komen.’
‘Nee, ik heb gezegd, dat we een biecht wilden afleggen. En met we, bedoel ik dan ook, dat ik niet alleen kom. Ik voel me immers niet verheven boven het volk, dat ik in meervoud moet gaan spreken.’
De man kijkt me vertwijfelt aan. Maar hij laat ons wel binnen.
Hij brengt ons naar zijn bureau en laat ons plaats nemen in een paar comfortabele stoelen.
‘Mag ik vragen, waarom jullie hier zijn?’
‘Dat heb ik toch al gezegd, voor een biecht.’
‘Maar dat kun je toch ook in de kerk?’
‘Dit is eerder een speciale biecht, eerwaarde. Dit meisje heeft namelijk wel wat te bekennen.’
Ik wijs op Charlotte, die nu een vuurrode kop krijgt.
De pastoor kijkt verbaasd. Hij kent Charlotte vrij goed, aangezien ze altijd trouw naar de kerk kwam. Al heeft hij haar al verschillende weken niet gezien, maar hij wist ook, dat ze een tijd lang bij mij zou gaan logeren.
‘Charlotte? Wat wil je biechten, mijn kind? En waarom kan dit niet in de kerk?’
Ik zeg tegen de pastoor: ‘Omdat het ook u aangaat, eerwaarde. En in een private sfeer kan deze biecht prima worden gedaan, dat volstaat ruim. Of wilt u me zeggen, dat men alleen maar in de kerk kan biechten? Ik meen toch echt, dat het niet verplicht is.’
‘Nee, nee. Je hebt gelijk. Ik ben alleen nog altijd verbaasd, dat je, ondanks je afkeer van de kerk, er zoveel vanaf weet.’
‘Ik heb geen afkeer van het geloof, daar begrijpt u me verkeerd, eerwaarde. Ik heb er problemen mee met de uitleg die u geeft. De pracht en praal, die onzin over hoe de hemel eruit moet zien, de engelen, bah, flauwekul. Ik geloof wel in God, en in de hemel, en zelfs ook de engelen. Want God weet, dat ik er een gezien heb. Maar niet in de versie, die u predikt.’
De man knikt. ‘Je zou een goede priester zijn geworden, als je ouders niet zo plotseling gestorven waren, Peter.’
‘Misschien, maar misschien was dit wel mijn lot, eerwaarde. Maar genoeg over mij, ik ben hier niet voor mezelf, maar voor Charlotte.’
De pastoor kijkt naar Charlotte en zegt: ‘Normaal zou ik de biecht afnemen in volledige afzondering, zonder iemand erbij, maar ik begrijp dat je je oom er heel graag bij wilt hebben?’
Charlotte knikt en kijkt verlegen naar de grond.
‘Nou, omdat dit toch al zo’n bijzondere biecht is, dan vertel me maar je zonde.’
‘Vader, ik heb gezondigd. Een hele tijd geleden heb ik een grote doos wijn gestolen. En omdat ik de verleiding niet kon weerstaan, heb ik ervan geproefd en heb toen, samen met een vriendin, alles leeggedronken.’
Ik zie de man denken en nu begint het hem te dagen.
‘O, ik begrijp het. Dat is ongeveer anderhalf jaar geleden. Dat is nogal een heel vergrijp, jongedame!’
‘Ik heb er ook heel erge spijt van, eerwaarde. Ik zal het nooit weer doen!’
‘Maar dit is een zwaar vergrijp. In de tien geboden staat: Gij zult niet stelen! Dus ik kan dit niet zomaar over mijn kant laten gaan. Ik zal hiervan je ouders op de hoogte moeten stellen.’
Ik had al verwacht, dat het zo zou lopen, ik ken de man goed.
‘Dat laatste raad ik u af, eerwaarde. Anders zie ik me genoodzaakt om uw superieuren te informeren over uw misstappen. En ik geloof dat er in de bijbel ook staat, dat we elkaars zonden moeten vergeven. Ze bekent haar misstappen en het is uw taak als geestelijke om haar zonden te vergeven. En natuurlijk, ze verdient een straf, maar dat betekent niet dat u haar ouders moet informeren. En ik denk dat we samen wel tot een passende straf kunnen komen, denkt u niet?’
De man denkt na en overweegt zijn opties. ‘Wat stel je dan voor?’
‘De gebruikelijke boetedoening voor diefstal, en daarnaast komt ze de komende maand de kerkvloer aanvegen. En daarnaast vergoedt ze u uiteraard de wijn, die ze u gestolen heeft. En in ruil daarvoor houd ik mijn mond over u.’
‘Dat is zeer acceptabel. Maar ik begrijp u niet. Waarom doet u dit voor uw nichtje?’
‘Zie het als mijn boetedoening voor alles wat ik gedaan heb. Charlotte is een onschuldig meisje, ze heeft nog nooit eerder iets fout gedaan. Maar ze verdient wel straf voor wat ze gedaan heeft. En ik snap haar volledig, dat ze niet wil, dat haar ouders het te weten komen.’
‘Vooruit, mijn woord heeft u. Er zijn voor Charlotte ook wel verzachtende omstandigheden te noemen. Ik hoor van haar ouders, dat ze sociale vooruitgang boekt, en dat stemt me ook blij.’
‘Dat klopt. Ze heeft zelfs nu een vriendje, en ik denk dat ze het in de toekomst ook veel beter zal doen op school, ook sociaal gezien. Ze is sterker nu, dat is wel zeker.’
‘Kijk, zoiets hoor ik graag, Charlotte. Maar wat zeg je zelf nu van de straf, die je oom voor je pleit.’
Ze bloost nu nog steeds, maar is wel opgelucht, dat de pastoor nu niet haar ouders informeert. Ze kijkt hem aan en zegt: ‘Ik denk dat ik die straf wel verdiend heb, pastoor.’
‘Goed, als boetedoening bid je een rozenkrans, en als straf veeg je de komende twee zondagen na de mis de vloer. En uiteraard betaal je me de gestolen wijn terug.’
Charlotte knikt en zegt: ‘Dank u, pastoor. Ik zal het met opgeheven hoofd doen.’
De pastoor glimlacht. ‘We hebben allemaal wel eens een zwak moment, Charlotte. Zelfs ik, een man van God, kan soms de verleidingen in het leven niet weerstaan. Daarom ga ik ook akkoord met het voorstel van je oom. Ik ben niet boos, omdat je de wijn gestolen hebt, maar blij, omdat je het toegegeven hebt.’
‘Ik voel me nu ook minder schuldig, als ik u zie, pastoor.’
‘Kijk, daar gaat het toch om? Je oom heeft helemaal gelijk, we moeten elkaars zonden vergeven. Ik vergeet af en toe, hoe goed hij de bijbel wel kent. Ik weet niet of hij je dit al ooit verteld heeft, maar eens was zijn doel om ook pastoor te worden.
Maar door de dood van zijn ouders, heeft hij zijn zienswijze op het geloof drastisch gewijzigd. Dat kan ik begrijpen, ieder mens heeft zo zijn momenten van twijfel. Ik kan slechts hopen, dat hij op enig moment het licht weer zal zien.’
‘Daar wilde ik u nog even over spreken, pastoor. Charlotte, zou je even in de auto willen wachten? Ik moet nog even met de pastoor wat bespreken.’
Charlotte knikt en neemt afscheid van de pastoor. Zodra ze weg is, zegt de pastoor: ‘Peter, ik zie de veranderingen van Charlotte met genoegen. Je hebt goed werk geleverd voor haar.’
‘Hmm, zoveel heb ik niet gedaan. Het was belangrijker voor haar om uit de verstikkende omgeving van haar oma te geraken. De rest ging vrijwel vanzelf.’
‘Toch denk ik, dat je een grote bijdrage hebt geleverd. Je moet niet zo bescheiden zijn, Peter.’
‘Dat zal wel, ik zie het echter niet zo. Maar goed, dat wilde ik niet met u bespreken.’
‘Ah, juist. Waarover wilde je dan wel met me spreken?’
‘U weet nu mijn standpunten, betreffende mijn geloof. Maar het feit wil nu, dat ik, als alles goed gaat, ik over een kleine acht maanden vader zal gaan worden. Nu is mijn vriendin wel gelovig, en ik wil niet, dat haar en mijn toekomstig kind de kans ontnomen wordt, om het te dopen. Ik mag dan wel niet van de pracht en praal houden in de kerk, maar dat wil ik hun niet ontnemen.’
De man kijkt me verbaasd aan. ‘Je wordt vader? Dat is nogal een heel aangaan, Peter. Is het verwacht?’
‘Nee, niet verwacht, wel gewenst. Het komt alleen heel erg vroeg in onze relatie. We zijn nog maar vrij kort bij elkaar, dat is juist het probleem. Alleen is het wel zo, dat Lisa en ik elkaar al langer kennen, ze is immers al ruim vijf jaar mijn buurmeisje.’
‘O, ze is je buurmeisje! Ow, en weten haar ouders dat ook al?’
‘Ja, al is dat ook niet zonder slag of stoot gegaan. Maar dat had minder te maken, met het feit, dat ze me niet wilden als schoonzoon, maar eerder met gemene roddels, die over ons verspreid werden. Maar de man, die ze verspreid had, heeft nu zijn gerechte straf. Hij was namelijk zelf geen haar beter.’
‘Hoe bedoel je, Peter?’
‘Hij had roddels verspreid, dat ik Lisa zou slaan en dwingen tot seks. Dat was absoluut een leugen, maar een overbuurman van hem wist, dat de man zelf zijn vrouw sloeg. Toen ik verhaal tegen die man ging halen, gaf hem dat net de moed om aangifte tegen de man te doen. Die hebben ze toen met een politieauto afgevoerd en ik heb hem sindsdien ook niet meer teruggezien.’
‘Zoiets is altijd naar, Peter. De roddels, maar ook wat de man gedaan heeft bij zijn vrouw. Maar toen die lucht geklaard was, was het voor je schoonouders ook geen probleem meer?’
‘Nee, dat was toen geen probleem meer, al ben ik wel blij, dat ze ook geen probleem maakten vanwege het leeftijdsverschil. Ik ben namelijk wel achtenhalf jaar ouder dan Lisa.’
‘Dat is inderdaad wel een behoorlijk verschil, maar daar staat tegenover, dat je nog steeds jong bent, Peter. Maar om antwoord te geven op je vraag, ik zie geen enkele belemmering om je toekomstig kind te dopen. Waarom ook? Iedere ziel, die we kunnen redden, is er een. En ik ben al blij, dat je je niet helemaal afkeert van het geloof, al heb je je eigen ideeën over het geloof.’
‘Laten we het erop houden, dat ik liever een modernere versie aanhang. Mijn buurman, en tegenwoordig ook mijn schoonvader, was het met me eens, dat de bijbel in zijn huidige vertelling behoorlijk gedateerd was. Dat kan echt niet meer in deze tijd.’
De man lacht. ‘Misschien heb je wel een beetje gelijk. Het is wat oubollig geschreven. Maar ik weet, dat de kerk hard aan het werken is, om een modernere versie te maken. Misschien dat je dat dan weer kan bekoren.’
‘Ik betwijfel het, eerwaarde. Noem nu uw misstap, die ik bij toeval gezien heb. Sorry, ik vind daar echt niets verkeerds aan. Ik snap, dat u een celibaat heeft, maar God heeft de man en de vrouw niet voor niets geschapen. Hij zal er heus wel een bedoeling mee gehad hebben, toen hij ons schiep. En ik zie seks als een natuurlijk iets, dat voor niemand verboden zou moeten zijn. Ook niet voor priesters.’
‘Ow, en waarom dreigde je er dan mee, toen ik Charlotte wilde straffen?’
‘Omdat Charlotte buiten dat nog nooit iets verkeerd heeft gedaan. Ze is het meest onschuldige meisje, dat ik ken, al leert ze het leven nu wel in versneld tempo kennen. Het was niet nodig om haar ook nog eens dubbel te straffen. Ze had al berouw, dus daarom gebruikte ik het als argument om u te overtuigen.’
‘Daar heb je ook een punt. Goed, dan laat ik het ook daarbij, ik heb haar immers ook mijn woord als een man van God gegeven. Ik ga daar niet op terugkomen. Maar ik heb nog wel een vraag, Peter. Wat deed jij daar in die plaats?’
Ik lach. ‘Een vriend van mij is eigenaar van die tent. In die tijd kwam ik er regelmatig, al heb ik hem nu al tijden niet meer gezien. Ik vraag me af, hoe het nu met hem gaat.’
‘Ik weet dat die tent nog een keer verkocht is, Peter. Dus of je vriend er nog woont, dat weet ik niet. Maar misschien is het toch goed, als je hem eens gaat opzoeken. Goede vriendschappen slijten nooit.’
‘En hoe weet u dat nu?’
De pastoor lacht. ‘Een bevriende pastoor, die ik nog ken vanuit mijn opleiding, heeft daar zijn parochie in de buurt. Je hebt me toen aangetroffen in een zwak moment, maar ik heb het sindsdien niet meer gedaan.’
‘Zonden zijn menselijk, eerwaarde. Ik denk niet, dat God u een slechtere priester vindt, dan voorheen.’
‘Misschien niet in de ogen van God, maar wel in de mijne. Maar ik heb mijn boetedoening ook gehad. Ik heb jaren in angst geleefd, dat je me zou verraden, maar je hebt het nooit gedaan. Nu begrijp ik ook waarom.’
‘U heeft nu toch ook gebiecht, of niet dan? En het lijkt me niet meer dan fair, dat u de juiste boete zult doen, die daar tegenover staat. Ik geloof dat het vier rozenkransen waren, klopt dat?’
De man glimlacht. ‘Dat klopt, en je hebt gelijk. Ook als man van God sta ik niet boven de boetedoening. En ik zal ze met een glimlach boetedoen. Maar ik heb nog wel een laatste vraag voor je, voordat je gaat.’
‘En dat is?’
‘Nu je van je vriendin een kind verwacht, denk je er ook over na, om met haar te gaan trouwen?’
‘Dat weet ik nog niet. Het is wel al eens opgekomen, maar we zijn nog maar zo kort samen, daar kan ik nu nog geen antwoord op geven. Maar het is wel al zo, dat we al samenwonen. Ook nog maar sinds een paar dagen, maar zover zijn we wel al.’
‘Dat is een goed en eerlijk antwoord. Maar ik had niet anders verwacht, dan van de uitstekende misdienaar, die je vroeger was. God zal je de weg wijzen, mijn zoon.’
‘En moge hij uw pad verlichten, eerwaarde.’
De man glimlacht en we schudden elkaar de hand. Ik neem afscheid van hem, en stap in de auto, waar Charlotte op me zit te wachten. Ze is bezig haar boete te doen, en ik glimlach.
‘En, hoever ben je, Lotje?’
‘Gelukkig ben ik al halverwege. Maar waarom pleitte je wel straf voor me, Peter?’
‘Omdat je voor je daden moet boeten. Je vroeg me, om je te helpen, dat je ouders het niet te weten komen. Maar dat wil niet zeggen, dat je geen straf verdient. En ik denk dat je de pastoor heel dankbaar mag zijn, dat hij zo ontzettend mild is geweest. Hij had ook kunnen kiezen voor een heel zwaardere straf. Of alsnog je ouders te informeren.’
‘Zou hij dat doen?’
‘Ja, dat zou hij kunnen doen, maar dat doet hij niet. Ik heb hem zojuist een en ander uitgelegd, en nu begrijpt hij mijn standpunt ook beter. Je hebt niets meer te vrezen, hij zal niets tegen je ouders vertellen.’
Charlotte knikt. ‘Dus dat wordt de komende twee zondagen na de mis de kerk vegen. Nou ja, dat heb ik misschien ook wel verdiend. Maar heb jij dan nog nooit gestolen?’
Ik schud mijn hoofd. ‘Nee, nog nooit. Wel eens ongevraagd geleend, dat wel. Maar ik vergoedde altijd de schade of bracht het terug, met vergoeding.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Nou ja, als we ooit eens ergens langs een appelgaard kwamen, plukten we dan wel wat appels, maar ik probeerde altijd uit te vinden, van wie die appels waren. En die betaalde ik dan ook netjes. Mijn vrienden wisten dat, maar ze vonden het niet erg.
En een andere keer had ik dringend vervoer nodig naar het ziekenhuis, omdat een vriend van me een flink wond had vanwege een valpartij met zijn motor. Er stond daar een auto in de buurt, met de sleutels op contact. Ik heb toen de wagen meegenomen, en mijn vriend daarmee naar het ziekenhuis gebracht.
Later heb ik de wagen naar de politie gebracht en uitgelegd waarom ik het gedaan heb. De eigenaar was vooral blij, dat ik zo eerlijk was, en nadat ik ook nog de schade vergoed had, want er was bloed op de bekleding gekomen, was het geen probleem meer. Hij trok de aangifte in, en daarmee was de kous af.
Al had hij dat zeker niet verwacht van een kerel, die gehuld was in zwarte lederen kleding op een motor.’
‘Heb je daar nog foto’s van? Ik zou dat best wel eens willen zien. En ik denk Lisa ook wel.’
‘Ik heb op zolder nog wel een doos foto’s liggen. En misschien is het nu wel een goed moment om die eens aan anderen te laten zien. Lisa heeft gelijk, ze moet ook weten van mijn verleden. Het is niet alleen maar slecht geweest, het had heel zeker zijn positieve dingen. Het heeft me wel gevormd in de man, die ik nu ben. Dat is wel zeker.’
‘Dat zou ik echt leuk vinden, Peter. Maar ik ga weer verder met mijn rozenkrans, misschien dat ik klaar ben, voordat we thuis zijn.’
Ik knik en rij dan op huis aan. Eenmaal thuis wacht Lisa vol spanning op ons.
‘En, hoe is het gegaan?’
‘Goed, Charlotte heeft haar verdiende boete en straf gekregen, en daarmee was de kous af.’
Charlotte is nog steeds niet klaar met haar boete en Lisa glimlacht. ‘Ik zie het, ze is nog steeds aan het bidden.’
Maar Charlotte is juist op dat moment wel klaar met haar boete en zegt dan opgelucht: ‘Maar nu wel! Pff, ik ben blij, dat ik het achter de rug heb. Maar ik vind het niet leuk, dat ik nog wel straf heb gekregen.’
Lisa antwoordt: ‘Je kunt niet verwachten, dat je daden ongestraft blijven, Charlotte. Maar voel je je nu dan wel meer opgelucht?’
Charlotte knikt. ‘Maar ik ben wel weer een nieuw leuk feitje over Peter te weten gekomen. Wist je, dat hij misdienaar is geweest?’
Lisa kijkt me verbaasd aan en ik antwoord: ‘Dat was voor het overlijden van mijn ouders, Lisa. Daarvoor was ik jarenlang misdienaar en de pastoor had toen zelfs de hoop, dat ik ooit priester zou worden.’
‘Ow, je hebt me wel verteld, waarom je zo van gedachten veranderd bent. Maar waarom heb je me dit niet verteld?’
‘Het was de tijd er nog niet voor. Maar Lotje heeft me op een idee gebracht. Je wilde toch meer weten over mijn verleden? Ik heb boven nog een doos staan met stapels foto’s uit mijn wilde verleden. Wil je die zien?’
‘Maar je moet straks toch nog weg voor die vergadering?’
‘Ja, maar zolang duurt die ook weer niet. En we hebben nog wel de tijd, om ze allemaal door te nemen, ook al zijn het er behoorlijk veel.’
‘Pak ze dan maar, ik ben nu wel eens nieuwsgierig.’
Ik ga naar de zolder en zoek daar de doos, met de betreffende foto’s. Ik weet precies waar ze staan en het duurt dan ook niet lang, voordat ik ze gevonden heb. Er zit een dikke laag stof op de doos, die heeft al vijf jaar onaangeraakt daar gestaan. Ik veeg het stof eraf en bekijk de inhoud. De foto’s hebben gelukkig niets geleden en ik neem de doos weer naar beneden.
Lisa en Charlotte kijken vol verwondering naar de grote doos, die ik mee naar beneden genomen heb, en ze zijn nog meer verbaasd als ze zien hoeveel foto’s het zijn.
‘Dat zijn honderden foto’s, Peter!’
‘Ja, dat klopt wel. Ik heb toen niet echt gespaard op een fotorolletje meer of minder. Ik wilde alles vastleggen, voordat het verdwenen was. Je weet wel, vanwege mijn ouders, dat trauma.’
Lisa knikt. Ik heb daar met haar al uitvoerig over gepraat, toen we in nog in Frankrijk waren. Ik heb toen alleen niet veel verteld over mijn roerig verleden.
Dan laat ik hun de foto’s zien. Bovenop ligt een foto van mij en mijn motor. Lisa zegt: ‘Wow, dat was nog een hele mooie motor, Peter. Nu kan ik wel begrijpen, waarom je er spijt van had, om die te verkopen.’
Ik glimlach. ‘Nu ik de motor weerzie, heb ik er vreemd genoeg wel vrede mee, Lisa. Ik heb altijd gevreesd, dat het me mij pijn zou doen, als ik dit terug zou kijken. Maar nu heb ik er vooral goede herinneringen aan.’
Ik laat ze nog meer foto’s zien, tot het tijd is om naar mijn werk te gaan. Maar ik beloof ze, dat we vanavond verder gaan. Het voelt goed om mijn verleden aan hun te vertellen.
Eenmaal op school is het eerst weer een leuk weerzien met mijn collega’s. Ook een nieuwe collega, die in plaats van Jeannette komt, Leo Scherens, zie ik daar voor het eerst. Maar zodra ik hem beter bekijk, moet ik hard lachen. Mijn collega’s kijken me verbaasd aan en ook Jozef kijkt me een moment verbaasd aan.
‘Mens, Leo Scherens? Ik ben het, Peter Hoogmans! Je kent me toch nog wel?’
Nu herkent hij me en begint ook te lachen. ‘Dat we ons uitgerekend hier moeten treffen, Peter! Hoelang is het geleden, dat we elkaar hebben gezien?’
‘Bijna zes jaar, Leo. Maar je bent dus ook leraar geworden?’
‘Dat was ik al, toen ik met jou op stap ging. Maar ik had toen nog geen zin op te gaan werken als leraar. Nu ben ik getrouwd, en liggen de zaken natuurlijk heel anders.’
‘O, getrouwd? Met Mae?’
Hij glimlacht. ‘Ja, dat was toen al behoorlijk serieus, en nadat jij afscheid van ons genomen hebt, heb ik dat kort daarna ook gedaan. Het was tijd voor een nieuwe stap in ons leven. En ik heb er nooit een moment spijt van gehad. Ik mag me gelukkig prijzen met een goede vrouw, en dat ik vader mag zijn van twee mooie dochters. Maar hoe is het met jou gegaan, Peter? We hebben sinds je afscheid nooit meer iets van je gehoord!’
‘Het gaat goed met me, Leo. Heel goed. En dan zal ik meteen maar ook voor de rest van mijn collega’s iets bekend maken, ik heb tegenwoordig een vriendin en we wonen ook al samen.’
Dat zorgt wel voor rumoer bij mijn collega’s. Die hadden dit echt nooit zien aankomen.
Leo heeft daar minder last van en zegt: ‘En? Hoe heet de gelukkige?’
‘Ze heet Lisa. Het enige probleem is, dat ze achtenhalf jaar jonger dan me is.’
‘Pff, leeftijd is maar een ding, Peter. Zolang je van elkaar houdt, zie ik geen beperking.’
‘Zo zie ik het ook, Leo. Maar ik ben blij je te zien. Ik was eigenlijk net bezig om mijn verleden aan haar te vertellen. Waarom kom je niet een keer op bezoek? Het zal leuk zijn om weer eens bij te kletsen over vroeger!’
‘Dat is nou nog eens een goed idee. Maar heb je ook nog steeds foto’s van vroeger? Ik weet dat je er toen massa’s hebt gemaakt.’
‘Ja, die heb ik net van zolder gehaald. Jezus, wat een tijd hebben we toen meegemaakt!’
Leo knikt. ‘Het was een fantastische tijd, maar ik zou nu echt niet meer terug willen. Dit leven bevalt me ook prima.’
Dat ben ik helemaal met hem eens. ‘Maar ik vind het vooral leuk om jou nu als collega te mogen begroeten. En ik weet heel zeker, dat je niet over je heen zal laten lopen door je leerlingen. Daar kan ik je nog goed genoeg voor. En dat zal je ook nodig hebben.’
Leo glimlacht. ‘Dat denk ik ook. Maar ik hoor ook goede verhalen over jou, Peter. Ik heb wel van je naam gehoord, maar ik had nooit gedacht, dat je het ook werkelijk zou zijn. Je bent nu bezig met een nieuw leerproject?’
‘Ja, een manier om de leerlingen de zware kost van wiskunde op een fijne manier bij te brengen.’
‘Daar had ik dus van gehoord, en dat was voor mij een reden om hier te gaan solliciteren. Want ik vind je denkwijzen wel interessant, en dat sprak me wel aan. En nu ik weet, dat jij het bent die dat idee geopperd heeft, kun je al helemaal op mijn medewerking rekenen. Ik wil weten, of ik dat ook in mijn lesmethoden kan implementeren.’
De directeur roept ons dan tot de orde. ‘Nu iedereen weer elkaar begroet heeft en mijnheer Hoogmans schijnbaar een oude vriend weerziet, kunnen we dan nu beginnen met de vergadering?’
We gaan zitten, en beginnen met de vergadering. Pas rond vijf uur zijn we klaar, maar ik moet nog eens terugkomen, en Leo heeft me al toegezegd, ook bij die vergadering aanwezig te willen zijn. We lopen samen de deur uit, en praten veel over ons roerige verleden. Ik zeg: ‘Je moet echt snel eens langskomen, Leo. Ik ben echt net die foto’s allemaal aan het bekijken.’
Leo denkt even na en zegt: ‘Wacht, ik bel Mae even op. Misschien dat we vanavond al kunnen.’
Hij belt zijn vrouw op en legt uit, wie hij getroffen heeft. Mae is meteen razend enthousiast en wil me meteen zien. Leo vraagt me dan: ‘Peter, vanavond gaat niet. Maar is het een probleem, als we morgen komen en dan onze dochters meenemen? Want zo snel kunnen we geen oppas regelen.’
‘Geen probleem, Leo. Ik heb een grote tuin, en die is helemaal gesloten. Daar kunnen ze naar hartenlust in ravotten, terwijl je ze nog goed in de gaten kunt houden.’
‘Als morgen dan geen probleem is, dan graag!’
‘Je bent van harte welkom. Ik zal alleen nog even Lisa moeten informeren.’
We wisselen de adressen en telefoonnummers van elkaar uit, en Leo blijkt helemaal niet zo ver uit de buurt te wonen. Amper tien kilometer woont hij van me vandaan. Hoe klein kan de wereld zijn!
Ik ga terug naar huis, en ben verrast als ik merk, dat zowel Lisa als Charlotte het eten al hebben klaargemaakt. Ze hebben zich extra veel moeite genomen om me een heerlijk maal voor te zetten. De keuken ziet er wel uit, alsof er een bom ontploft is, maar dat neem ik graag voor lief. En het is ook geen heel speciale maaltijd, gewoon een pastamaaltijd, maar wel gemaakt van verse producten, zoals ik het normaal ook doe. En ik waardeer de moeite, die ze gemaakt hebben, dan ook wel.
Ik laat het me goed smaken en zeg dan: ‘O, voordat ik het vergeet, Lisa. We krijgen morgen bezoek. Ik heb vandaag mijn nieuwe collega ontmoet, die in de plaats komt voor mevrouw van Loon. Dat blijkt een oude vriend van me te zijn, je weet wel, uit mijn roerige verleden. Ze blijken hier vlakbij in de buurt te wonen, en dat wist ik niet eens! Ik heb ze uitgenodigd om samen met ons die foto’s te komen bekijken. Daar zijn ze allebei heel nieuwsgierig naar.’
‘Allebei, Peter?’
‘Leo en zijn vrouw Mae. Zij was er destijds ook al bij. Ze was al zijn vriendin, sinds Leo zich bij ons voegde.’
‘Ah, leuk om ze te ontmoeten. Hoe laat komen ze?’
‘Na de middag. En ik ben erover aan het denken om ze ook uit te nodigen om te blijven eten. Ik vind het zonde, als ik niet alle foto’s en de leuke momenten met hun zou kunnen ophalen. En bovendien moet jij ze ook leren kennen. Je wilde toch alles weten over mijn verleden? Leo kan je zowat alles vertellen. Hij was een van mijn beste vrienden destijds.’
‘Ik ken nog maar amper je andere vrienden, Peter.’
‘Dat komt nog wel, Lisa. En maak je maar geen zorgen, ze zijn allemaal stuk voor stuk heel erg aardig.’
Lisa glimlacht. ‘Oké, maar dan heb ik een tegenvoorwaarde. Dan nodig ik overmorgen of donderdag al mijn vriendinnen uit.’
Ik lach. ‘Oei, ik weet niet of ik dat wel allemaal aankan! Over hoeveel meiden praten we dan?’
Lisa lacht. ‘Een stuk of acht. Maar ik zal hun vriendjes ook wel uitnodigen, dan hoef je niet naar al die meidenpraat te luisteren.’
‘Deal! Maar zaterdag blijft staan, toch?’
‘Natuurlijk! Maar ik wil je zo graag aan hun voorstellen, dat ik eigenlijk niet meer langer wil wachten.’
Opeens gaat mijn telefoon, en ik zie dat het Leo is.
‘Met Peter.’
‘Hey, met Leo.’
‘Hoi, je gaat me nu toch niet bellen, dat je niet gaat komen? Ik heb het net aan Lisa verteld!’
‘O nee, we hebben juist heel erg veel zin om te komen. Maar zou je het ook leuk vinden om Herman en Eva nog eens te zien? Die zijn net hier, en toen ze hoorden, dat we elkaar hadden teruggevonden en we morgen bij je op bezoek gaan, wilden ze eigenlijk heel graag met ons mee. Maar dat moet jij natuurlijk ook wel goed vinden.’
‘Wat? Herman en Eva? Natuurlijk mogen die ook komen! O, wat leuk! Heb je nog meer contact met onze vroegere vrienden, Leo?’
‘Nee, niet echt. Alleen Emile belt me een paar keer per jaar op. Dan praten we een hele tijd over die goeie tijd. Hij heeft trouwens laatst nog naar je gevraagd.’
‘Ah, hij leeft dus nog. Daar ben ik wel blij om. Je moet me echt zijn telefoonnummer eens geven, Leo. En neem Herman en Eva maar gerust mee. Maar dan moeten jullie ook wel blijven eten, ik zorg wel, dat er voor iedereen wat lekkers klaarstaat.’
‘Dat is aan jou wel toevertrouwd, Peter. Goed, ik zal het voorstellen, en dan hoor je nog van mij. Tot morgen!’
Ik hang op en zeg: ‘Zo, we krijgen zelfs nog meer gasten, Lisa. Schijnbaar heeft mijn oude vriend Leo nog contact met een andere goede vriend van me, Herman en zijn vriendin Eva. Hoewel, die zouden nu ook wel eens getrouwd kunnen zijn, dat weet ik niet. Die willen morgen ook komen.’
Lisa ziet hoe blij ik ben om mijn oude vrienden weer te treffen. Daar is ze blij om. ‘Dan moet je morgen ook maar zorgen, dat je wat lekkers voor ze klaarmaakt, Peter. Jij weet wel, wat ze lekker vinden.’
‘Ja, maar Leo neemt ook zijn kinderen mee. En van Herman weet ik niet eens of die kinderen heeft.’
Ik krijg dan meteen al een berichtje van Leo, die me mededeelt, dat ze graag blijven voor het eten, en dat Herman zijn zoontje ook meeneemt. Ik stuur meteen een berichtje terug, dat het akkoord is, en ik vraag dan ook meteen of Herman al getrouwd is of niet.
Ik krijg meteen antwoord. ‘Je moest wel beter weten. Herman en trouwen, dat zit er echt niet in.’
Ik lach, en stuur een antwoord terug: ‘Ik had beter moeten weten, maar het zou kunnen, dat hij verstand heeft gekregen.’
Ik weet zeker, dat zowel Leo als Herman hard lachen om mijn antwoord. Ik pak, nadat we de keuken en de vaat hebben opgeruimd, de doos met foto’s weer tevoorschijn en begin ze dan te sorteren, terwijl Lisa en Charlotte de foto’s mee bekijken. Zo heel af en toe licht ik de foto’s toe. Opeens zie ik een foto van een oude vlam van me. Haar ben ik echt helemaal vergeten en Lisa vraagt me: ‘Wie is dat, Peter?’
‘Dat is Yvonne. Dat is een ex van me. Met haar heb ik een keer hele flinke ruzie gehad, dat ik haar onderweg van mijn motor heb gezet, en verder ben gereden. Sindsdien heb ik nooit meer iets van haar gehoord, hoewel ik meen dat ze nog wel contact had met Mae. Dat waren vriendinnen van elkaar.’
‘Heb je haar echt zomaar langs de weg gezet?’
Ik knik. ‘Het ging al een hele tijd niet goed meer tussen ons. Yvonne wilde dat ik rustiger aan ging doen, en we gingen samenwonen. Daar was ik toen nog helemaal niet aan toe. En daar hadden we toen weer een keer flinke knallende ruzie over. En dat was voor mij toen de druppel. Ik heb haar tas van de motor gegooid en ben weggereden. En ik heb niet meer naar haar omgekeken. Mijn vrienden wisten ook niet wat te doen, want die konden haar ook niet meenemen. Dus uiteindelijk hebben ze haar daar moeten achterlaten. Ze hebben het er toen ook nooit meer over gehad, omdat ze wisten dat het gevoelig bij me lag.’
‘Dus je weet helemaal niet hoe het nu met haar is vergaan?’
Ik schud mijn hoofd. ‘Zo was ik toen in die tijd, Lisa. Ik kon erg hard zijn. Als ik een besluit had genomen, week ik daar ook niet vanaf. Dat is nu nog steeds zo, maar nu denk ik er meer over na.’
‘Was je dan ook een beetje de leider van de groep?’
‘Ik heb me nooit als een leider gezien, maar ik was meestal wel degene, die het initiatief nam, Lisa. Of dat je een leider maakt, geen idee.’
Lisa kijkt me aan en zegt: ‘Maar ik begrijp iets niet, Peter. Je hebt vroeger zo’n ruig leven geleid, waarom ben je nu dan zo anders? Ik bedoel, nu ben je zelfs heel erg normaal. Je had er best wel grote moeite mee om daar in Frankrijk bloot te gaan lopen.’
Ik lach en zeg: ‘Jij toch ook, of niet dan? Maar dat kan ik wel verklaren, Lisa. Toen ik dat ongeluk kreeg met de motor, heb ik een bijna dood ervaring gehad.
Jessica zegt wel, dat het niet zo erg was, maar dat was het wel. Ik had net zo goed dood kunnen zijn. Dat heeft me tot inkeer gebracht. Ik begon me te beseffen, dat er andere dingen in het leven belangrijk zijn.
Ik had een bepaalde kennis, die ik wilde overbrengen. Dus begon ik met mijn opleiding tot leraar. Normaal duurt zoiets vier jaar, ik had het al in twee jaar gedaan. Ik was gewoon in de wieg gelegd om leraar te worden. Natuurlijk heb ik er veel voor moeten doen, om het in dat tempo te kunnen bereiken, maar daarvoor kon ik ook meteen beginnen daar op school. Ik leerde me weer naar het normale leven te schikken.
De normen en waarden, die ik jarenlang met voeten getreden had, werden opeens weer belangrijk. En dat is hoe je me kent, Lisa. Ik ben nu anders, dan ruim zes jaar geleden. Voor dat ongeluk was ik echt een heel ander persoon.’
Lisa glimlacht en zegt: ‘Met andere woorden, je werd opeens volwassen?’
Ik lach. ‘Zo zou je het ook kunnen zeggen, Lisa. Maar ik voelde een roeping, en dat was om leraar te worden. En dat ben ik dus nu ook.’
‘Dus daarom zei je ook tegen pap en mam, dat je geen kok wilde worden.’
‘Onder andere, Lisa. Ik heb dat ook al eens gedaan, ik ben een tijdje lang kok geweest. Dat is niets voor mij. Dan gaat het plezier, dat ik erin heb, verloren.’
Lisa leunt tegen me aan en zegt: ‘Ook al zag je er destijds ook al heel erg goed uit, ik ben blij, je nu zo bent, Peter. Ik vind het wel leuk, dat je stoere dingen hebt gedaan, maar dat is niet waar ik van houd. En ik begrijp ook wel, waarom je het deed. Maar ik ben wel blij, dat je er nu bewust voor kiest om een normaal leven te leiden.’
‘Dat is de beste beslissing van mijn leven geweest. Nee, dat klopt niet. De een na beste beslissing. De beste beslissing was, dat we besloten hebben, dat we gingen samenwonen.’
Lisa glimlacht en geeft me een zoen. Ik weet niet waarom, maar ondanks de eenvoud van haar zoen, was dit ongetwijfeld een van de beste zoenen, die ze me ooit gegeven heeft. Gewoon een zoen van pure liefde.
Charlotte ziet het, en glimlacht blij. Ze vindt het prachtig, hoe verliefd we op elkaar zijn. Ze laat ons alleen en gaat televisiekijken. We merken pas, dat ze weg is, als we onze zoen verbreken. Lisa hangt op mijn schouder en zegt: ‘Ik heb me nog nooit zo gelukkig gevoeld, Peter. En ik weet, dat we nog niet zo lang samen zijn, maar ik kan me geen leven meer zonder jou voorstellen.’
‘Ons leven is nu hoe dan ook voor altijd met elkaar verbonden, Lisa. Wat er ook in de toekomst gebeurt. Als alles goed gaat, ben je over een goed acht maanden de moeder van ons kind, en dat zal ons voor altijd met elkaar verbinden, Lisa. Wat er dan ook gebeurt. Maar ik hoop, dat we voor altijd bij elkaar zijn, dat hoop ik echt oprecht. Want ik heb me nog nooit zo goed bij iemand gevoeld, dan bij jou.
Ik kan alles aan je kwijt, en dat had ik echt niet verwacht. Door mijn verleden dacht ik, dat het ik nooit aan iemand zou kunnen vertellen, zonder dat ze bang van me weg zou rennen.’
Lisa lacht. ‘Zo erg ben je heus niet, Peter. En ik heb altijd al geweten, dat er iets mysterieus over je hangt. Dat was al zo, vanaf je naast ons kwam wonen, Peter. En dat is ook een gedeelte van je aantrekkingskracht op me.’
‘En als je dan alles over me weet, is die aantrekkingskracht dan weg?’
Ze schudt haar hoofd. ‘Van wat ik nu al gehoord heb, maakt je dat alleen maar aantrekkelijker voor mij. Het toont me alleen maar, dat ik de juiste keuze heb gemaakt, door voor jou te kiezen en geen ander.’
‘En als ik dan toch geen oog voor je zou hebben gehad, wat had je dan gedaan?’
‘Dan was ik waarschijnlijk nog een saaiere huismus zijn geworden, dan ik al was, Peter.’
Ik frons mijn wenkbrauwen. ‘Jij en een saaie huismus? Dat kan ik me niet voorstellen!’
‘Jawel, want ik zou me anders nooit hebben laten overtuigen, om het eens te proberen naakt te gaan lopen. Je moest eens weten, hoe groot die stap voor me is geweest. Maar jij was bij me, en dat maakte alles goed.
En daar heb ik flink van geleerd. En ik leer nog iedere dag van je. Je bent niet alleen een leraar voor je leerlingen, maar ook voor mij. Ik ontdek nu het leven, zoals het werkelijk is. Zelfs in mijn studententijd heb ik dit niet zo ervaren. En ik moet echt zeggen, dat het me prima bevalt. Natuurlijk is het allemaal nog wennen en is het nieuw voor me, maar ik zie er niet meer tegenop. Ik kijk er juist naar uit. Iedere dag met jou is een feest voor me. Het is fantastisch om te weten, dat de man van mijn dromen naast me ligt en ook nog van me houdt.’
‘En? Ben ik nog steeds de man van je dromen, nu je ook wat over mijn verleden weet?’
‘Ja, dat verandert daar niets aan. Het verleden kan je gevormd hebben, maar dit is wie je nu bent. En dat is de man, waar ik van hou, Peter.’
‘En ik hou ook veel van de vrouw, die je bent geworden, Lisa. Je bent niet alleen ontzettend mooi geworden, maar ook nog een vrouw met inhoud. Je durft je ten minste bloot te geven, en ook je ongezouten mening aan me te geven. Daar houd ik wel van. En je hebt ook lef, dat heb je me al meerdere keren getoond. Vooral hoe we begonnen zijn.’
Lisa lacht. ‘Daar heb ik anders toch wel heel mijn moed voor bij elkaar moeten pakken, Peter. Maar ik ben blij, dat ik het gedaan heb.’
‘Anders ik ook wel! Anders zou het er zeker niet van gekomen zijn, dat is mijn mening.’
Lisa knikt. ‘Die kans is wel groot, ja. Het was een grote gok van me, maar het was de beste gok ooit!’
Ik krijg plotseling een idee. ‘En wat als we die nacht nog eens over zouden doen, Lisa?’
Ze kijkt me grijnzend aan en zegt: ‘Daar zeg ik geen nee tegen, Peter. Die staat nog altijd te boek als een van de beste nachten in mijn leven!’
Ik geef haar dan een zoen, en houd haar stevig vast, terwijl ik haar bloesje losknoop. Ze wil me tegenhouden en zegt: ‘Charlotte is hier!’
‘Nou en? Alsof ze in Frankrijk dat nog niet gezien heeft?’
Lisa glimlacht, en laat me dan begaan. Ze kreunt van genot, als ik haar borsten zachtjes streel en dan kneed. Heel teder. Ze voelen al wat steviger aan, een van de eerste tekenen van een zwangerschap. Ik til haar dan op, en draag haar naar de slaapkamer, terwijl ze lichtjes gilt, als ik haar oppak. Maar ik breng haar veilig naar de slaapkamer, waar we meteen verder gaan met onze activiteiten.
Nu heeft Lisa ook haast om mijn shirt uit te krijgen. Als ik haar niet geholpen had het uit te trekken, zou ze het kapot getrokken hebben. De riem van mijn broek heeft ze ook al los, en de knoop en de rits van mijn broek heeft ze ook al los, voordat ik er erg in heb. Mijn broek valt al snel op mijn enkels, en ik schop mijn schoenen uit en stap dan uit mijn broek. Er tekent zich al een flinke erectie in mijn boxershort af, die Lisa maar wat graag streelt, om mijn pik nog stijver te maken. Maar zo snel wil ik nog niet gaan. Lisa heeft nog steeds haar kleren aan, dus vind ik het nu mijn beurt om haar uit te kleden.
Ze weerhoudt me niet, als ik haar begint uit te kleden. Haar blouse trek ik nu helemaal uit, waardoor ze enkel nog haar borsten bedekt heeft met een prachtig kanten bh. Gewoon in wit, dat staat haar gewoon goed. Ik geef haar borsten een kusje, bovenop haar bh.
Verwachtingsvol kijkt ze me aan, en glimlacht als ik dan naar beneden zak. Ik maak haar beige broek los, zo’n linnen ding, dat haar echt ontzettend goed staat. Het maakt haar echt een vrouw. Het laat haar contouren goed uitkomen, en ik ben er ook blij om, dat ze echt de moeite doet om mooi voor me te zijn.
En ze weet precies hoe ze dat moet doen. Ik houd niet van toeters en bellen, en ze gebruikt dan ook niet veel make-up. Niet dat ze het nodig heeft, Lisa heeft een natuurlijke schoonheid. En ook qua sieraden is ze niet al te uitbundig, precies zoals het mij bevalt. Maar ze draagt wel haar oorbellen en het kettinkje, dat ik haar gegeven heb.
Nu staat ze voor me, enkel nog gehuld in haar lingerie, en een paar witte sokjes. Het beneemt me bijna de adem. Ze is gewoonweg prachtig, bijna een godin, mijn Venus. De liefde, die ik nu voor haar voel, overstelpt me bijna. Het is bijna verstikkend, maar ik kan er geen genoeg van krijgen. Ze is zelfs meer dan ik ooit verwacht had van een vrouw. Ze maakt mijn leven compleet. Dus eer ik haar op de beste manier, dat ik kan. Ik geef haar een heerlijke intieme zoen, en leg haar voorzichtig op het bed neer, terwijl ik me naast haar vlij.
We zoenen eerst lange tijd met elkaar, voordat we verder gaan. Iets anders zou het moment volledig verstoord hebben. Maar dan slaat de liefde om in pure passie en begeerte. We beginnen op hetzelfde moment haast te krijgen om de resterende kledingstukken te verwijderen. Nu gaat het er ruiger aan toe. Ik kneed nu flink haar borsten, omdat ik weet, dat ze daar wel van houdt. En dat is ook wel te merken aan haar reactie. Met een enorme zucht en een flinke kreun hoor ik haar genieten. En dat doet ze nog eens, als ik haar borsten kus. En wat heeft ze ook heerlijke borsten. Precies de juiste maat. Niet te groot, niet te klein, gewoon precies goed. Een lekkere handvol, en nog meer dan genoeg om er lekker mee te spelen.
Ze hapt verwachtingsvol naar adem, als ze merkt dat ik mijn handen haar lichaam al laat dalen, ook al blijf ik met mijn mond bij haar borsten. En als ik met mijn handen bij haar spleetje kom, voel ik al haar vochtige sappen. Ze is er al klaar voor, maar ik wil het nog wat langer rekken.
Ze krult haar rug, als ik haar schaamlippen streel en dan haar genotsknobbeltje raak. Ik kan er heerlijk van genieten om haar zo intens van mijn handelingen genieten. Het geeft me de motivatie nog meer mijn best voor haar te doen. Ik laat mijn vingers in haar kutje glijden en voel haar vochtige warmte. Ze kreunt lichtjes, als ik dat doe, en kronkelt bijna, als ik vrijwel meteen haar gevoelige plekjes betast. Zo kort ik haar ook nog maar ken, zo goed ken ik die plekjes al. Lisa is wat dat betreft erg gemakkelijk. Je kan haar op meerder plekken helemaal gek maken, en meestal komt ze dan ook daverend klaar. En dat is nu ook niet anders. Maar het fijne van Lisa vind ik dan wel, dat ze dan meteen meer wil. Meestal smeekt ze me dan om haar te neuken. En ook nu stelt ze me niet teleur.
‘Alsjeblieft, Peter! Neuk me! Ik wil je in me!’
Ik voldoe maar wat graag aan haar verzoek en mijn pik staat al volledig stijf. Ik ga op haar liggen en laat mijn stijve pik tussen haar benen bungelen. Ze duwt al bijna zelf haar kutje om mijn pik, en slaakt een zucht van verlichting, als ik dan zelf mijn pik bij haar naar binnen duw.
‘Ja! Neuk me hard! Ik wil je hard in me voelen!’
Zo ken ik haar op haar best. Ze houdt wel van een flink potje ketsen. En dat doe ik dan ook. Het snelle en harde stoten begin ik haar te neuken. Lisa kreunt van genot en klemt me vast tussen haar benen en beweegt met me mee. Ze gaat helemaal los, en we bewegen als een geheel. Hoewel ik haar snel en hard neuk, probeer ik mijn orgasme nog een tijdje uit te stellen, omdat Lisa nog niet zo ver is. Maar als ik merk, dat haar orgasme zich opbouwt, laat ik me helemaal gaan. Ik laat haar alle hoeken van het bed zien, en ze doet net zo graag mee. Ze komt net voor me klaar, en haar hele lichaam schudt, als ze klaarkomt. Dan houd ik het zelf ook niet meer, en kom zeer voldaan klaar in haar knijpende kutje.
We liggen een tijdje uitgeput langs elkaar en we kijken elkaar alleen maar aan, terwijl we zwijgen. Woorden zijn echt overbodig, onze gevoelens voor elkaar zijn nu wel duidelijk. Dan kruipt ze tegen me aan, en zegt: ‘Zal dit altijd zo blijven, Peter? Ik bedoel, zal ik altijd zoveel van je houden, als ik nu doe?’
Ik glimlach. ‘Dat mag ik hopen van wel, Lisa. Maar als ik realistisch ben, dan ben ik bang van niet. Ik weet wel heel zeker, dat je wel een aantal keren flink boos op me zal worden, en misschien is dat ook wel omgekeerd. Maar ik denk niet, dat het zo erg zal worden, dat we van elkaar scheiden, Lisa. Daarvoor voel ik te veel voor je. Meer dan goed voor me is.’
Lisa glimlacht. ‘Zo voel ik me ook, Peter. Ik ben blij, dat je soms zo realistisch bent. Dat zet me weer met twee voeten op de grond, als ik weer eens droom.’
‘Er is niets mis met dromen, Lisa. Sinds lange tijd kan en durf ik weer te dromen. En die dromen gaan allemaal, zonder uitzondering, over jou, Lisa.’
‘Wat droom je dan, Peter?’
‘Ik droom hoe onze kinderen hier op het gazon spelen, en hoe we samen oud worden. En dan voel ik me zo goed en zo blij, dat ik wil, dat het eeuwig duurt.’
Lisa kijkt me vertedert aan. ‘O, dat vind ik zo’n lieve droom, Peter! Dan zijn mijn dromen eigenlijk een beetje een cliché…’
Ik lach en zeg: ‘Laat me eens raden. Je droomde zeker, dat je met me trouwde.’
Ze kijkt me verbaasd aan. ‘Ja, hoe weet jij dat?’
‘Je praat nogal eens in je slaap, Lisa.’
Ze lacht. ‘Echt waar? Dat wist ik niet!’
‘Het geeft ook niet, Lisa. En wie weet, Lisa. Misschien komt die dag ooit nog eens. Maar laten we nog niet op de zaken vooruitlopen. Er wacht ons nog een behoorlijk hectisch jaar op ons. We wonen nu samen, we worden ouders. Is dat voorlopig nog niet genoeg?’
Lisa glimlacht. ‘Ja, je hebt gelijk. Ik moet er ook nog steeds aan wennen, dat ik nu hier woon en niet meer thuis. Vanmorgen toen je weg was, heb ik even boodschappen gedaan, en ging toen bijna de verkeerde deur binnen. En ik besef me zelf ook nog maar amper, dat ik zwanger ben. Het gaat allemaal zo snel!’
‘Dat is ook, Lisa. En dat zal ook niet gemakkelijk worden. Maar waar heb je schrik voor?’
‘Als jij bij me bent, dan heb ik nergens meer schrik voor, Peter. Je hebt het talent om onzekerheid weg te nemen. Niet alleen bij mij, maar ook bij anderen.
Kijk maar eens naar Charlotte. Die is echt enorm veranderd, en dat is mede door jou. En dat was ook al zo, toen ik nog bij je op school zat. Je hebt iets over je, dat je zelfvertrouwen geeft. Je manier, waarop je iemand aanspreekt, dat geeft ze moed. Geloof me nou maar, het is echt waar. Maar voor mij betekent het, dat ik met het volle vertrouwen naar de toekomst kijk. Misschien is dat dom, maar ik vertrouw jou. En daarom kan ik mezelf ook met mijn hele hart aan je geven. En daarom houd ik ook zoveel van je, Peter.’
Zo had ik mezelf nog nooit bekeken. Voor mij is het iets natuurlijks om te helpen. Dat heb ik altijd gedaan, en dat is ook, waarom ik zo goed ben als leraar. En natuurlijk probeer ik mijn leerlingen het vertrouwen te geven, dat ze het best zelf kunnen. Want daar draait het zich juist om.
Ik kijk haar glimlachend aan en zeg: ‘Maar dat kan ik ook van jou zeggen, Lisa. Je hebt bij mij in korte tijd meer bereikt dan iedere andere vrouw. Het klinkt misschien gek, maar je geeft me veel meer zelfvertrouwen. Ik ben zelf van nature niet zo zelfverzekerd, als je misschien denkt. Ik doe wel alsof, maar onderhuids ben ik niet zo.’
Lisa glimlacht en zegt: ‘Dat weet ik. En ik zie ook wel, dat je met kleine beetjes aan het veranderen bent. Je durft je nu veel meer bloot te geven, en dat staat me wel aan.’
Ik lach en zeg: ‘Dan is het wel duidelijk, Lisa. We horen gewoon bij elkaar, voor nu en altijd!’
Ze kruipt nog dichter tegen me aan en zegt: ‘Dat hoop ik, Peter, met heel mijn hart!’
Zo liggen we nog een hele tijd langs elkaar, en vallen uiteindelijk in slaap.
‘Uhm, waar komt die goede dag vandaan, Peter?’
‘We zouden graag een biecht afleggen, eerwaarde. Maar als het niet kan, wil ik best naar de bisschop gaan?’
‘Nee, nee! Ik heb wel tijd. Maar kan het nog voor de middag? Ik heb vanmiddag nog een huwelijk, en dan heb ik geen tijd meer.’
‘Voor de middag is wel in orde, eerwaarde. Schikt u het over een uur?’
‘Ja, dat is wel in orde. In de kerk of bij mij thuis?’
‘U weet best, dat ik me niet fijn voel in de kerk, dus doe maar bij u thuis.’
‘Oké, dan zie ik u over een uur.’
Als ik ophang, moet ik lachen. Ik kon de schrik van de man door de telefoon gewoon horen. En waarvoor heeft hij eigenlijk schrik? Omdat ik hem eens betrapt heb met een hoertje? Pff, moet hij daarom zo bang zijn? Hij is toch ook maar een man!
Ik loop naar Charlotte toe en zeg: ‘Over een uur moeten we bij pastoor Daems zijn. Ben je er klaar voor?’
Ze schudt haar hoofd en ik glimlach. ‘Het is altijd moeilijk om voor je daden verantwoordelijk te zijn. Maar je zal je daarna wel beter voelen. Geloof me maar, het komt wel goed.’
Een uur later rijd ik met Charlotte naar de pastoor toe. Lisa laat ik heel bewust thuis. Dat vond ze niet prettig, maar ik stond er echt op. Wat ik met de pastoor te bespreken heb, hoeft verder niemand te horen. Dat is alleen tussen mij en hem bestemd.
Ik bel aan en de pastoor doet zelf open. Maar hij kijkt erg verbaasd op, als hij Charlotte naast me ziet staan.
‘Uhm, ik dacht dat je alleen zou komen.’
‘Nee, ik heb gezegd, dat we een biecht wilden afleggen. En met we, bedoel ik dan ook, dat ik niet alleen kom. Ik voel me immers niet verheven boven het volk, dat ik in meervoud moet gaan spreken.’
De man kijkt me vertwijfelt aan. Maar hij laat ons wel binnen.
Hij brengt ons naar zijn bureau en laat ons plaats nemen in een paar comfortabele stoelen.
‘Mag ik vragen, waarom jullie hier zijn?’
‘Dat heb ik toch al gezegd, voor een biecht.’
‘Maar dat kun je toch ook in de kerk?’
‘Dit is eerder een speciale biecht, eerwaarde. Dit meisje heeft namelijk wel wat te bekennen.’
Ik wijs op Charlotte, die nu een vuurrode kop krijgt.
De pastoor kijkt verbaasd. Hij kent Charlotte vrij goed, aangezien ze altijd trouw naar de kerk kwam. Al heeft hij haar al verschillende weken niet gezien, maar hij wist ook, dat ze een tijd lang bij mij zou gaan logeren.
‘Charlotte? Wat wil je biechten, mijn kind? En waarom kan dit niet in de kerk?’
Ik zeg tegen de pastoor: ‘Omdat het ook u aangaat, eerwaarde. En in een private sfeer kan deze biecht prima worden gedaan, dat volstaat ruim. Of wilt u me zeggen, dat men alleen maar in de kerk kan biechten? Ik meen toch echt, dat het niet verplicht is.’
‘Nee, nee. Je hebt gelijk. Ik ben alleen nog altijd verbaasd, dat je, ondanks je afkeer van de kerk, er zoveel vanaf weet.’
‘Ik heb geen afkeer van het geloof, daar begrijpt u me verkeerd, eerwaarde. Ik heb er problemen mee met de uitleg die u geeft. De pracht en praal, die onzin over hoe de hemel eruit moet zien, de engelen, bah, flauwekul. Ik geloof wel in God, en in de hemel, en zelfs ook de engelen. Want God weet, dat ik er een gezien heb. Maar niet in de versie, die u predikt.’
De man knikt. ‘Je zou een goede priester zijn geworden, als je ouders niet zo plotseling gestorven waren, Peter.’
‘Misschien, maar misschien was dit wel mijn lot, eerwaarde. Maar genoeg over mij, ik ben hier niet voor mezelf, maar voor Charlotte.’
De pastoor kijkt naar Charlotte en zegt: ‘Normaal zou ik de biecht afnemen in volledige afzondering, zonder iemand erbij, maar ik begrijp dat je je oom er heel graag bij wilt hebben?’
Charlotte knikt en kijkt verlegen naar de grond.
‘Nou, omdat dit toch al zo’n bijzondere biecht is, dan vertel me maar je zonde.’
‘Vader, ik heb gezondigd. Een hele tijd geleden heb ik een grote doos wijn gestolen. En omdat ik de verleiding niet kon weerstaan, heb ik ervan geproefd en heb toen, samen met een vriendin, alles leeggedronken.’
Ik zie de man denken en nu begint het hem te dagen.
‘O, ik begrijp het. Dat is ongeveer anderhalf jaar geleden. Dat is nogal een heel vergrijp, jongedame!’
‘Ik heb er ook heel erge spijt van, eerwaarde. Ik zal het nooit weer doen!’
‘Maar dit is een zwaar vergrijp. In de tien geboden staat: Gij zult niet stelen! Dus ik kan dit niet zomaar over mijn kant laten gaan. Ik zal hiervan je ouders op de hoogte moeten stellen.’
Ik had al verwacht, dat het zo zou lopen, ik ken de man goed.
‘Dat laatste raad ik u af, eerwaarde. Anders zie ik me genoodzaakt om uw superieuren te informeren over uw misstappen. En ik geloof dat er in de bijbel ook staat, dat we elkaars zonden moeten vergeven. Ze bekent haar misstappen en het is uw taak als geestelijke om haar zonden te vergeven. En natuurlijk, ze verdient een straf, maar dat betekent niet dat u haar ouders moet informeren. En ik denk dat we samen wel tot een passende straf kunnen komen, denkt u niet?’
De man denkt na en overweegt zijn opties. ‘Wat stel je dan voor?’
‘De gebruikelijke boetedoening voor diefstal, en daarnaast komt ze de komende maand de kerkvloer aanvegen. En daarnaast vergoedt ze u uiteraard de wijn, die ze u gestolen heeft. En in ruil daarvoor houd ik mijn mond over u.’
‘Dat is zeer acceptabel. Maar ik begrijp u niet. Waarom doet u dit voor uw nichtje?’
‘Zie het als mijn boetedoening voor alles wat ik gedaan heb. Charlotte is een onschuldig meisje, ze heeft nog nooit eerder iets fout gedaan. Maar ze verdient wel straf voor wat ze gedaan heeft. En ik snap haar volledig, dat ze niet wil, dat haar ouders het te weten komen.’
‘Vooruit, mijn woord heeft u. Er zijn voor Charlotte ook wel verzachtende omstandigheden te noemen. Ik hoor van haar ouders, dat ze sociale vooruitgang boekt, en dat stemt me ook blij.’
‘Dat klopt. Ze heeft zelfs nu een vriendje, en ik denk dat ze het in de toekomst ook veel beter zal doen op school, ook sociaal gezien. Ze is sterker nu, dat is wel zeker.’
‘Kijk, zoiets hoor ik graag, Charlotte. Maar wat zeg je zelf nu van de straf, die je oom voor je pleit.’
Ze bloost nu nog steeds, maar is wel opgelucht, dat de pastoor nu niet haar ouders informeert. Ze kijkt hem aan en zegt: ‘Ik denk dat ik die straf wel verdiend heb, pastoor.’
‘Goed, als boetedoening bid je een rozenkrans, en als straf veeg je de komende twee zondagen na de mis de vloer. En uiteraard betaal je me de gestolen wijn terug.’
Charlotte knikt en zegt: ‘Dank u, pastoor. Ik zal het met opgeheven hoofd doen.’
De pastoor glimlacht. ‘We hebben allemaal wel eens een zwak moment, Charlotte. Zelfs ik, een man van God, kan soms de verleidingen in het leven niet weerstaan. Daarom ga ik ook akkoord met het voorstel van je oom. Ik ben niet boos, omdat je de wijn gestolen hebt, maar blij, omdat je het toegegeven hebt.’
‘Ik voel me nu ook minder schuldig, als ik u zie, pastoor.’
‘Kijk, daar gaat het toch om? Je oom heeft helemaal gelijk, we moeten elkaars zonden vergeven. Ik vergeet af en toe, hoe goed hij de bijbel wel kent. Ik weet niet of hij je dit al ooit verteld heeft, maar eens was zijn doel om ook pastoor te worden.
Maar door de dood van zijn ouders, heeft hij zijn zienswijze op het geloof drastisch gewijzigd. Dat kan ik begrijpen, ieder mens heeft zo zijn momenten van twijfel. Ik kan slechts hopen, dat hij op enig moment het licht weer zal zien.’
‘Daar wilde ik u nog even over spreken, pastoor. Charlotte, zou je even in de auto willen wachten? Ik moet nog even met de pastoor wat bespreken.’
Charlotte knikt en neemt afscheid van de pastoor. Zodra ze weg is, zegt de pastoor: ‘Peter, ik zie de veranderingen van Charlotte met genoegen. Je hebt goed werk geleverd voor haar.’
‘Hmm, zoveel heb ik niet gedaan. Het was belangrijker voor haar om uit de verstikkende omgeving van haar oma te geraken. De rest ging vrijwel vanzelf.’
‘Toch denk ik, dat je een grote bijdrage hebt geleverd. Je moet niet zo bescheiden zijn, Peter.’
‘Dat zal wel, ik zie het echter niet zo. Maar goed, dat wilde ik niet met u bespreken.’
‘Ah, juist. Waarover wilde je dan wel met me spreken?’
‘U weet nu mijn standpunten, betreffende mijn geloof. Maar het feit wil nu, dat ik, als alles goed gaat, ik over een kleine acht maanden vader zal gaan worden. Nu is mijn vriendin wel gelovig, en ik wil niet, dat haar en mijn toekomstig kind de kans ontnomen wordt, om het te dopen. Ik mag dan wel niet van de pracht en praal houden in de kerk, maar dat wil ik hun niet ontnemen.’
De man kijkt me verbaasd aan. ‘Je wordt vader? Dat is nogal een heel aangaan, Peter. Is het verwacht?’
‘Nee, niet verwacht, wel gewenst. Het komt alleen heel erg vroeg in onze relatie. We zijn nog maar vrij kort bij elkaar, dat is juist het probleem. Alleen is het wel zo, dat Lisa en ik elkaar al langer kennen, ze is immers al ruim vijf jaar mijn buurmeisje.’
‘O, ze is je buurmeisje! Ow, en weten haar ouders dat ook al?’
‘Ja, al is dat ook niet zonder slag of stoot gegaan. Maar dat had minder te maken, met het feit, dat ze me niet wilden als schoonzoon, maar eerder met gemene roddels, die over ons verspreid werden. Maar de man, die ze verspreid had, heeft nu zijn gerechte straf. Hij was namelijk zelf geen haar beter.’
‘Hoe bedoel je, Peter?’
‘Hij had roddels verspreid, dat ik Lisa zou slaan en dwingen tot seks. Dat was absoluut een leugen, maar een overbuurman van hem wist, dat de man zelf zijn vrouw sloeg. Toen ik verhaal tegen die man ging halen, gaf hem dat net de moed om aangifte tegen de man te doen. Die hebben ze toen met een politieauto afgevoerd en ik heb hem sindsdien ook niet meer teruggezien.’
‘Zoiets is altijd naar, Peter. De roddels, maar ook wat de man gedaan heeft bij zijn vrouw. Maar toen die lucht geklaard was, was het voor je schoonouders ook geen probleem meer?’
‘Nee, dat was toen geen probleem meer, al ben ik wel blij, dat ze ook geen probleem maakten vanwege het leeftijdsverschil. Ik ben namelijk wel achtenhalf jaar ouder dan Lisa.’
‘Dat is inderdaad wel een behoorlijk verschil, maar daar staat tegenover, dat je nog steeds jong bent, Peter. Maar om antwoord te geven op je vraag, ik zie geen enkele belemmering om je toekomstig kind te dopen. Waarom ook? Iedere ziel, die we kunnen redden, is er een. En ik ben al blij, dat je je niet helemaal afkeert van het geloof, al heb je je eigen ideeën over het geloof.’
‘Laten we het erop houden, dat ik liever een modernere versie aanhang. Mijn buurman, en tegenwoordig ook mijn schoonvader, was het met me eens, dat de bijbel in zijn huidige vertelling behoorlijk gedateerd was. Dat kan echt niet meer in deze tijd.’
De man lacht. ‘Misschien heb je wel een beetje gelijk. Het is wat oubollig geschreven. Maar ik weet, dat de kerk hard aan het werken is, om een modernere versie te maken. Misschien dat je dat dan weer kan bekoren.’
‘Ik betwijfel het, eerwaarde. Noem nu uw misstap, die ik bij toeval gezien heb. Sorry, ik vind daar echt niets verkeerds aan. Ik snap, dat u een celibaat heeft, maar God heeft de man en de vrouw niet voor niets geschapen. Hij zal er heus wel een bedoeling mee gehad hebben, toen hij ons schiep. En ik zie seks als een natuurlijk iets, dat voor niemand verboden zou moeten zijn. Ook niet voor priesters.’
‘Ow, en waarom dreigde je er dan mee, toen ik Charlotte wilde straffen?’
‘Omdat Charlotte buiten dat nog nooit iets verkeerd heeft gedaan. Ze is het meest onschuldige meisje, dat ik ken, al leert ze het leven nu wel in versneld tempo kennen. Het was niet nodig om haar ook nog eens dubbel te straffen. Ze had al berouw, dus daarom gebruikte ik het als argument om u te overtuigen.’
‘Daar heb je ook een punt. Goed, dan laat ik het ook daarbij, ik heb haar immers ook mijn woord als een man van God gegeven. Ik ga daar niet op terugkomen. Maar ik heb nog wel een vraag, Peter. Wat deed jij daar in die plaats?’
Ik lach. ‘Een vriend van mij is eigenaar van die tent. In die tijd kwam ik er regelmatig, al heb ik hem nu al tijden niet meer gezien. Ik vraag me af, hoe het nu met hem gaat.’
‘Ik weet dat die tent nog een keer verkocht is, Peter. Dus of je vriend er nog woont, dat weet ik niet. Maar misschien is het toch goed, als je hem eens gaat opzoeken. Goede vriendschappen slijten nooit.’
‘En hoe weet u dat nu?’
De pastoor lacht. ‘Een bevriende pastoor, die ik nog ken vanuit mijn opleiding, heeft daar zijn parochie in de buurt. Je hebt me toen aangetroffen in een zwak moment, maar ik heb het sindsdien niet meer gedaan.’
‘Zonden zijn menselijk, eerwaarde. Ik denk niet, dat God u een slechtere priester vindt, dan voorheen.’
‘Misschien niet in de ogen van God, maar wel in de mijne. Maar ik heb mijn boetedoening ook gehad. Ik heb jaren in angst geleefd, dat je me zou verraden, maar je hebt het nooit gedaan. Nu begrijp ik ook waarom.’
‘U heeft nu toch ook gebiecht, of niet dan? En het lijkt me niet meer dan fair, dat u de juiste boete zult doen, die daar tegenover staat. Ik geloof dat het vier rozenkransen waren, klopt dat?’
De man glimlacht. ‘Dat klopt, en je hebt gelijk. Ook als man van God sta ik niet boven de boetedoening. En ik zal ze met een glimlach boetedoen. Maar ik heb nog wel een laatste vraag voor je, voordat je gaat.’
‘En dat is?’
‘Nu je van je vriendin een kind verwacht, denk je er ook over na, om met haar te gaan trouwen?’
‘Dat weet ik nog niet. Het is wel al eens opgekomen, maar we zijn nog maar zo kort samen, daar kan ik nu nog geen antwoord op geven. Maar het is wel al zo, dat we al samenwonen. Ook nog maar sinds een paar dagen, maar zover zijn we wel al.’
‘Dat is een goed en eerlijk antwoord. Maar ik had niet anders verwacht, dan van de uitstekende misdienaar, die je vroeger was. God zal je de weg wijzen, mijn zoon.’
‘En moge hij uw pad verlichten, eerwaarde.’
De man glimlacht en we schudden elkaar de hand. Ik neem afscheid van hem, en stap in de auto, waar Charlotte op me zit te wachten. Ze is bezig haar boete te doen, en ik glimlach.
‘En, hoever ben je, Lotje?’
‘Gelukkig ben ik al halverwege. Maar waarom pleitte je wel straf voor me, Peter?’
‘Omdat je voor je daden moet boeten. Je vroeg me, om je te helpen, dat je ouders het niet te weten komen. Maar dat wil niet zeggen, dat je geen straf verdient. En ik denk dat je de pastoor heel dankbaar mag zijn, dat hij zo ontzettend mild is geweest. Hij had ook kunnen kiezen voor een heel zwaardere straf. Of alsnog je ouders te informeren.’
‘Zou hij dat doen?’
‘Ja, dat zou hij kunnen doen, maar dat doet hij niet. Ik heb hem zojuist een en ander uitgelegd, en nu begrijpt hij mijn standpunt ook beter. Je hebt niets meer te vrezen, hij zal niets tegen je ouders vertellen.’
Charlotte knikt. ‘Dus dat wordt de komende twee zondagen na de mis de kerk vegen. Nou ja, dat heb ik misschien ook wel verdiend. Maar heb jij dan nog nooit gestolen?’
Ik schud mijn hoofd. ‘Nee, nog nooit. Wel eens ongevraagd geleend, dat wel. Maar ik vergoedde altijd de schade of bracht het terug, met vergoeding.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Nou ja, als we ooit eens ergens langs een appelgaard kwamen, plukten we dan wel wat appels, maar ik probeerde altijd uit te vinden, van wie die appels waren. En die betaalde ik dan ook netjes. Mijn vrienden wisten dat, maar ze vonden het niet erg.
En een andere keer had ik dringend vervoer nodig naar het ziekenhuis, omdat een vriend van me een flink wond had vanwege een valpartij met zijn motor. Er stond daar een auto in de buurt, met de sleutels op contact. Ik heb toen de wagen meegenomen, en mijn vriend daarmee naar het ziekenhuis gebracht.
Later heb ik de wagen naar de politie gebracht en uitgelegd waarom ik het gedaan heb. De eigenaar was vooral blij, dat ik zo eerlijk was, en nadat ik ook nog de schade vergoed had, want er was bloed op de bekleding gekomen, was het geen probleem meer. Hij trok de aangifte in, en daarmee was de kous af.
Al had hij dat zeker niet verwacht van een kerel, die gehuld was in zwarte lederen kleding op een motor.’
‘Heb je daar nog foto’s van? Ik zou dat best wel eens willen zien. En ik denk Lisa ook wel.’
‘Ik heb op zolder nog wel een doos foto’s liggen. En misschien is het nu wel een goed moment om die eens aan anderen te laten zien. Lisa heeft gelijk, ze moet ook weten van mijn verleden. Het is niet alleen maar slecht geweest, het had heel zeker zijn positieve dingen. Het heeft me wel gevormd in de man, die ik nu ben. Dat is wel zeker.’
‘Dat zou ik echt leuk vinden, Peter. Maar ik ga weer verder met mijn rozenkrans, misschien dat ik klaar ben, voordat we thuis zijn.’
Ik knik en rij dan op huis aan. Eenmaal thuis wacht Lisa vol spanning op ons.
‘En, hoe is het gegaan?’
‘Goed, Charlotte heeft haar verdiende boete en straf gekregen, en daarmee was de kous af.’
Charlotte is nog steeds niet klaar met haar boete en Lisa glimlacht. ‘Ik zie het, ze is nog steeds aan het bidden.’
Maar Charlotte is juist op dat moment wel klaar met haar boete en zegt dan opgelucht: ‘Maar nu wel! Pff, ik ben blij, dat ik het achter de rug heb. Maar ik vind het niet leuk, dat ik nog wel straf heb gekregen.’
Lisa antwoordt: ‘Je kunt niet verwachten, dat je daden ongestraft blijven, Charlotte. Maar voel je je nu dan wel meer opgelucht?’
Charlotte knikt. ‘Maar ik ben wel weer een nieuw leuk feitje over Peter te weten gekomen. Wist je, dat hij misdienaar is geweest?’
Lisa kijkt me verbaasd aan en ik antwoord: ‘Dat was voor het overlijden van mijn ouders, Lisa. Daarvoor was ik jarenlang misdienaar en de pastoor had toen zelfs de hoop, dat ik ooit priester zou worden.’
‘Ow, je hebt me wel verteld, waarom je zo van gedachten veranderd bent. Maar waarom heb je me dit niet verteld?’
‘Het was de tijd er nog niet voor. Maar Lotje heeft me op een idee gebracht. Je wilde toch meer weten over mijn verleden? Ik heb boven nog een doos staan met stapels foto’s uit mijn wilde verleden. Wil je die zien?’
‘Maar je moet straks toch nog weg voor die vergadering?’
‘Ja, maar zolang duurt die ook weer niet. En we hebben nog wel de tijd, om ze allemaal door te nemen, ook al zijn het er behoorlijk veel.’
‘Pak ze dan maar, ik ben nu wel eens nieuwsgierig.’
Ik ga naar de zolder en zoek daar de doos, met de betreffende foto’s. Ik weet precies waar ze staan en het duurt dan ook niet lang, voordat ik ze gevonden heb. Er zit een dikke laag stof op de doos, die heeft al vijf jaar onaangeraakt daar gestaan. Ik veeg het stof eraf en bekijk de inhoud. De foto’s hebben gelukkig niets geleden en ik neem de doos weer naar beneden.
Lisa en Charlotte kijken vol verwondering naar de grote doos, die ik mee naar beneden genomen heb, en ze zijn nog meer verbaasd als ze zien hoeveel foto’s het zijn.
‘Dat zijn honderden foto’s, Peter!’
‘Ja, dat klopt wel. Ik heb toen niet echt gespaard op een fotorolletje meer of minder. Ik wilde alles vastleggen, voordat het verdwenen was. Je weet wel, vanwege mijn ouders, dat trauma.’
Lisa knikt. Ik heb daar met haar al uitvoerig over gepraat, toen we in nog in Frankrijk waren. Ik heb toen alleen niet veel verteld over mijn roerig verleden.
Dan laat ik hun de foto’s zien. Bovenop ligt een foto van mij en mijn motor. Lisa zegt: ‘Wow, dat was nog een hele mooie motor, Peter. Nu kan ik wel begrijpen, waarom je er spijt van had, om die te verkopen.’
Ik glimlach. ‘Nu ik de motor weerzie, heb ik er vreemd genoeg wel vrede mee, Lisa. Ik heb altijd gevreesd, dat het me mij pijn zou doen, als ik dit terug zou kijken. Maar nu heb ik er vooral goede herinneringen aan.’
Ik laat ze nog meer foto’s zien, tot het tijd is om naar mijn werk te gaan. Maar ik beloof ze, dat we vanavond verder gaan. Het voelt goed om mijn verleden aan hun te vertellen.
Eenmaal op school is het eerst weer een leuk weerzien met mijn collega’s. Ook een nieuwe collega, die in plaats van Jeannette komt, Leo Scherens, zie ik daar voor het eerst. Maar zodra ik hem beter bekijk, moet ik hard lachen. Mijn collega’s kijken me verbaasd aan en ook Jozef kijkt me een moment verbaasd aan.
‘Mens, Leo Scherens? Ik ben het, Peter Hoogmans! Je kent me toch nog wel?’
Nu herkent hij me en begint ook te lachen. ‘Dat we ons uitgerekend hier moeten treffen, Peter! Hoelang is het geleden, dat we elkaar hebben gezien?’
‘Bijna zes jaar, Leo. Maar je bent dus ook leraar geworden?’
‘Dat was ik al, toen ik met jou op stap ging. Maar ik had toen nog geen zin op te gaan werken als leraar. Nu ben ik getrouwd, en liggen de zaken natuurlijk heel anders.’
‘O, getrouwd? Met Mae?’
Hij glimlacht. ‘Ja, dat was toen al behoorlijk serieus, en nadat jij afscheid van ons genomen hebt, heb ik dat kort daarna ook gedaan. Het was tijd voor een nieuwe stap in ons leven. En ik heb er nooit een moment spijt van gehad. Ik mag me gelukkig prijzen met een goede vrouw, en dat ik vader mag zijn van twee mooie dochters. Maar hoe is het met jou gegaan, Peter? We hebben sinds je afscheid nooit meer iets van je gehoord!’
‘Het gaat goed met me, Leo. Heel goed. En dan zal ik meteen maar ook voor de rest van mijn collega’s iets bekend maken, ik heb tegenwoordig een vriendin en we wonen ook al samen.’
Dat zorgt wel voor rumoer bij mijn collega’s. Die hadden dit echt nooit zien aankomen.
Leo heeft daar minder last van en zegt: ‘En? Hoe heet de gelukkige?’
‘Ze heet Lisa. Het enige probleem is, dat ze achtenhalf jaar jonger dan me is.’
‘Pff, leeftijd is maar een ding, Peter. Zolang je van elkaar houdt, zie ik geen beperking.’
‘Zo zie ik het ook, Leo. Maar ik ben blij je te zien. Ik was eigenlijk net bezig om mijn verleden aan haar te vertellen. Waarom kom je niet een keer op bezoek? Het zal leuk zijn om weer eens bij te kletsen over vroeger!’
‘Dat is nou nog eens een goed idee. Maar heb je ook nog steeds foto’s van vroeger? Ik weet dat je er toen massa’s hebt gemaakt.’
‘Ja, die heb ik net van zolder gehaald. Jezus, wat een tijd hebben we toen meegemaakt!’
Leo knikt. ‘Het was een fantastische tijd, maar ik zou nu echt niet meer terug willen. Dit leven bevalt me ook prima.’
Dat ben ik helemaal met hem eens. ‘Maar ik vind het vooral leuk om jou nu als collega te mogen begroeten. En ik weet heel zeker, dat je niet over je heen zal laten lopen door je leerlingen. Daar kan ik je nog goed genoeg voor. En dat zal je ook nodig hebben.’
Leo glimlacht. ‘Dat denk ik ook. Maar ik hoor ook goede verhalen over jou, Peter. Ik heb wel van je naam gehoord, maar ik had nooit gedacht, dat je het ook werkelijk zou zijn. Je bent nu bezig met een nieuw leerproject?’
‘Ja, een manier om de leerlingen de zware kost van wiskunde op een fijne manier bij te brengen.’
‘Daar had ik dus van gehoord, en dat was voor mij een reden om hier te gaan solliciteren. Want ik vind je denkwijzen wel interessant, en dat sprak me wel aan. En nu ik weet, dat jij het bent die dat idee geopperd heeft, kun je al helemaal op mijn medewerking rekenen. Ik wil weten, of ik dat ook in mijn lesmethoden kan implementeren.’
De directeur roept ons dan tot de orde. ‘Nu iedereen weer elkaar begroet heeft en mijnheer Hoogmans schijnbaar een oude vriend weerziet, kunnen we dan nu beginnen met de vergadering?’
We gaan zitten, en beginnen met de vergadering. Pas rond vijf uur zijn we klaar, maar ik moet nog eens terugkomen, en Leo heeft me al toegezegd, ook bij die vergadering aanwezig te willen zijn. We lopen samen de deur uit, en praten veel over ons roerige verleden. Ik zeg: ‘Je moet echt snel eens langskomen, Leo. Ik ben echt net die foto’s allemaal aan het bekijken.’
Leo denkt even na en zegt: ‘Wacht, ik bel Mae even op. Misschien dat we vanavond al kunnen.’
Hij belt zijn vrouw op en legt uit, wie hij getroffen heeft. Mae is meteen razend enthousiast en wil me meteen zien. Leo vraagt me dan: ‘Peter, vanavond gaat niet. Maar is het een probleem, als we morgen komen en dan onze dochters meenemen? Want zo snel kunnen we geen oppas regelen.’
‘Geen probleem, Leo. Ik heb een grote tuin, en die is helemaal gesloten. Daar kunnen ze naar hartenlust in ravotten, terwijl je ze nog goed in de gaten kunt houden.’
‘Als morgen dan geen probleem is, dan graag!’
‘Je bent van harte welkom. Ik zal alleen nog even Lisa moeten informeren.’
We wisselen de adressen en telefoonnummers van elkaar uit, en Leo blijkt helemaal niet zo ver uit de buurt te wonen. Amper tien kilometer woont hij van me vandaan. Hoe klein kan de wereld zijn!
Ik ga terug naar huis, en ben verrast als ik merk, dat zowel Lisa als Charlotte het eten al hebben klaargemaakt. Ze hebben zich extra veel moeite genomen om me een heerlijk maal voor te zetten. De keuken ziet er wel uit, alsof er een bom ontploft is, maar dat neem ik graag voor lief. En het is ook geen heel speciale maaltijd, gewoon een pastamaaltijd, maar wel gemaakt van verse producten, zoals ik het normaal ook doe. En ik waardeer de moeite, die ze gemaakt hebben, dan ook wel.
Ik laat het me goed smaken en zeg dan: ‘O, voordat ik het vergeet, Lisa. We krijgen morgen bezoek. Ik heb vandaag mijn nieuwe collega ontmoet, die in de plaats komt voor mevrouw van Loon. Dat blijkt een oude vriend van me te zijn, je weet wel, uit mijn roerige verleden. Ze blijken hier vlakbij in de buurt te wonen, en dat wist ik niet eens! Ik heb ze uitgenodigd om samen met ons die foto’s te komen bekijken. Daar zijn ze allebei heel nieuwsgierig naar.’
‘Allebei, Peter?’
‘Leo en zijn vrouw Mae. Zij was er destijds ook al bij. Ze was al zijn vriendin, sinds Leo zich bij ons voegde.’
‘Ah, leuk om ze te ontmoeten. Hoe laat komen ze?’
‘Na de middag. En ik ben erover aan het denken om ze ook uit te nodigen om te blijven eten. Ik vind het zonde, als ik niet alle foto’s en de leuke momenten met hun zou kunnen ophalen. En bovendien moet jij ze ook leren kennen. Je wilde toch alles weten over mijn verleden? Leo kan je zowat alles vertellen. Hij was een van mijn beste vrienden destijds.’
‘Ik ken nog maar amper je andere vrienden, Peter.’
‘Dat komt nog wel, Lisa. En maak je maar geen zorgen, ze zijn allemaal stuk voor stuk heel erg aardig.’
Lisa glimlacht. ‘Oké, maar dan heb ik een tegenvoorwaarde. Dan nodig ik overmorgen of donderdag al mijn vriendinnen uit.’
Ik lach. ‘Oei, ik weet niet of ik dat wel allemaal aankan! Over hoeveel meiden praten we dan?’
Lisa lacht. ‘Een stuk of acht. Maar ik zal hun vriendjes ook wel uitnodigen, dan hoef je niet naar al die meidenpraat te luisteren.’
‘Deal! Maar zaterdag blijft staan, toch?’
‘Natuurlijk! Maar ik wil je zo graag aan hun voorstellen, dat ik eigenlijk niet meer langer wil wachten.’
Opeens gaat mijn telefoon, en ik zie dat het Leo is.
‘Met Peter.’
‘Hey, met Leo.’
‘Hoi, je gaat me nu toch niet bellen, dat je niet gaat komen? Ik heb het net aan Lisa verteld!’
‘O nee, we hebben juist heel erg veel zin om te komen. Maar zou je het ook leuk vinden om Herman en Eva nog eens te zien? Die zijn net hier, en toen ze hoorden, dat we elkaar hadden teruggevonden en we morgen bij je op bezoek gaan, wilden ze eigenlijk heel graag met ons mee. Maar dat moet jij natuurlijk ook wel goed vinden.’
‘Wat? Herman en Eva? Natuurlijk mogen die ook komen! O, wat leuk! Heb je nog meer contact met onze vroegere vrienden, Leo?’
‘Nee, niet echt. Alleen Emile belt me een paar keer per jaar op. Dan praten we een hele tijd over die goeie tijd. Hij heeft trouwens laatst nog naar je gevraagd.’
‘Ah, hij leeft dus nog. Daar ben ik wel blij om. Je moet me echt zijn telefoonnummer eens geven, Leo. En neem Herman en Eva maar gerust mee. Maar dan moeten jullie ook wel blijven eten, ik zorg wel, dat er voor iedereen wat lekkers klaarstaat.’
‘Dat is aan jou wel toevertrouwd, Peter. Goed, ik zal het voorstellen, en dan hoor je nog van mij. Tot morgen!’
Ik hang op en zeg: ‘Zo, we krijgen zelfs nog meer gasten, Lisa. Schijnbaar heeft mijn oude vriend Leo nog contact met een andere goede vriend van me, Herman en zijn vriendin Eva. Hoewel, die zouden nu ook wel eens getrouwd kunnen zijn, dat weet ik niet. Die willen morgen ook komen.’
Lisa ziet hoe blij ik ben om mijn oude vrienden weer te treffen. Daar is ze blij om. ‘Dan moet je morgen ook maar zorgen, dat je wat lekkers voor ze klaarmaakt, Peter. Jij weet wel, wat ze lekker vinden.’
‘Ja, maar Leo neemt ook zijn kinderen mee. En van Herman weet ik niet eens of die kinderen heeft.’
Ik krijg dan meteen al een berichtje van Leo, die me mededeelt, dat ze graag blijven voor het eten, en dat Herman zijn zoontje ook meeneemt. Ik stuur meteen een berichtje terug, dat het akkoord is, en ik vraag dan ook meteen of Herman al getrouwd is of niet.
Ik krijg meteen antwoord. ‘Je moest wel beter weten. Herman en trouwen, dat zit er echt niet in.’
Ik lach, en stuur een antwoord terug: ‘Ik had beter moeten weten, maar het zou kunnen, dat hij verstand heeft gekregen.’
Ik weet zeker, dat zowel Leo als Herman hard lachen om mijn antwoord. Ik pak, nadat we de keuken en de vaat hebben opgeruimd, de doos met foto’s weer tevoorschijn en begin ze dan te sorteren, terwijl Lisa en Charlotte de foto’s mee bekijken. Zo heel af en toe licht ik de foto’s toe. Opeens zie ik een foto van een oude vlam van me. Haar ben ik echt helemaal vergeten en Lisa vraagt me: ‘Wie is dat, Peter?’
‘Dat is Yvonne. Dat is een ex van me. Met haar heb ik een keer hele flinke ruzie gehad, dat ik haar onderweg van mijn motor heb gezet, en verder ben gereden. Sindsdien heb ik nooit meer iets van haar gehoord, hoewel ik meen dat ze nog wel contact had met Mae. Dat waren vriendinnen van elkaar.’
‘Heb je haar echt zomaar langs de weg gezet?’
Ik knik. ‘Het ging al een hele tijd niet goed meer tussen ons. Yvonne wilde dat ik rustiger aan ging doen, en we gingen samenwonen. Daar was ik toen nog helemaal niet aan toe. En daar hadden we toen weer een keer flinke knallende ruzie over. En dat was voor mij toen de druppel. Ik heb haar tas van de motor gegooid en ben weggereden. En ik heb niet meer naar haar omgekeken. Mijn vrienden wisten ook niet wat te doen, want die konden haar ook niet meenemen. Dus uiteindelijk hebben ze haar daar moeten achterlaten. Ze hebben het er toen ook nooit meer over gehad, omdat ze wisten dat het gevoelig bij me lag.’
‘Dus je weet helemaal niet hoe het nu met haar is vergaan?’
Ik schud mijn hoofd. ‘Zo was ik toen in die tijd, Lisa. Ik kon erg hard zijn. Als ik een besluit had genomen, week ik daar ook niet vanaf. Dat is nu nog steeds zo, maar nu denk ik er meer over na.’
‘Was je dan ook een beetje de leider van de groep?’
‘Ik heb me nooit als een leider gezien, maar ik was meestal wel degene, die het initiatief nam, Lisa. Of dat je een leider maakt, geen idee.’
Lisa kijkt me aan en zegt: ‘Maar ik begrijp iets niet, Peter. Je hebt vroeger zo’n ruig leven geleid, waarom ben je nu dan zo anders? Ik bedoel, nu ben je zelfs heel erg normaal. Je had er best wel grote moeite mee om daar in Frankrijk bloot te gaan lopen.’
Ik lach en zeg: ‘Jij toch ook, of niet dan? Maar dat kan ik wel verklaren, Lisa. Toen ik dat ongeluk kreeg met de motor, heb ik een bijna dood ervaring gehad.
Jessica zegt wel, dat het niet zo erg was, maar dat was het wel. Ik had net zo goed dood kunnen zijn. Dat heeft me tot inkeer gebracht. Ik begon me te beseffen, dat er andere dingen in het leven belangrijk zijn.
Ik had een bepaalde kennis, die ik wilde overbrengen. Dus begon ik met mijn opleiding tot leraar. Normaal duurt zoiets vier jaar, ik had het al in twee jaar gedaan. Ik was gewoon in de wieg gelegd om leraar te worden. Natuurlijk heb ik er veel voor moeten doen, om het in dat tempo te kunnen bereiken, maar daarvoor kon ik ook meteen beginnen daar op school. Ik leerde me weer naar het normale leven te schikken.
De normen en waarden, die ik jarenlang met voeten getreden had, werden opeens weer belangrijk. En dat is hoe je me kent, Lisa. Ik ben nu anders, dan ruim zes jaar geleden. Voor dat ongeluk was ik echt een heel ander persoon.’
Lisa glimlacht en zegt: ‘Met andere woorden, je werd opeens volwassen?’
Ik lach. ‘Zo zou je het ook kunnen zeggen, Lisa. Maar ik voelde een roeping, en dat was om leraar te worden. En dat ben ik dus nu ook.’
‘Dus daarom zei je ook tegen pap en mam, dat je geen kok wilde worden.’
‘Onder andere, Lisa. Ik heb dat ook al eens gedaan, ik ben een tijdje lang kok geweest. Dat is niets voor mij. Dan gaat het plezier, dat ik erin heb, verloren.’
Lisa leunt tegen me aan en zegt: ‘Ook al zag je er destijds ook al heel erg goed uit, ik ben blij, je nu zo bent, Peter. Ik vind het wel leuk, dat je stoere dingen hebt gedaan, maar dat is niet waar ik van houd. En ik begrijp ook wel, waarom je het deed. Maar ik ben wel blij, dat je er nu bewust voor kiest om een normaal leven te leiden.’
‘Dat is de beste beslissing van mijn leven geweest. Nee, dat klopt niet. De een na beste beslissing. De beste beslissing was, dat we besloten hebben, dat we gingen samenwonen.’
Lisa glimlacht en geeft me een zoen. Ik weet niet waarom, maar ondanks de eenvoud van haar zoen, was dit ongetwijfeld een van de beste zoenen, die ze me ooit gegeven heeft. Gewoon een zoen van pure liefde.
Charlotte ziet het, en glimlacht blij. Ze vindt het prachtig, hoe verliefd we op elkaar zijn. Ze laat ons alleen en gaat televisiekijken. We merken pas, dat ze weg is, als we onze zoen verbreken. Lisa hangt op mijn schouder en zegt: ‘Ik heb me nog nooit zo gelukkig gevoeld, Peter. En ik weet, dat we nog niet zo lang samen zijn, maar ik kan me geen leven meer zonder jou voorstellen.’
‘Ons leven is nu hoe dan ook voor altijd met elkaar verbonden, Lisa. Wat er ook in de toekomst gebeurt. Als alles goed gaat, ben je over een goed acht maanden de moeder van ons kind, en dat zal ons voor altijd met elkaar verbinden, Lisa. Wat er dan ook gebeurt. Maar ik hoop, dat we voor altijd bij elkaar zijn, dat hoop ik echt oprecht. Want ik heb me nog nooit zo goed bij iemand gevoeld, dan bij jou.
Ik kan alles aan je kwijt, en dat had ik echt niet verwacht. Door mijn verleden dacht ik, dat het ik nooit aan iemand zou kunnen vertellen, zonder dat ze bang van me weg zou rennen.’
Lisa lacht. ‘Zo erg ben je heus niet, Peter. En ik heb altijd al geweten, dat er iets mysterieus over je hangt. Dat was al zo, vanaf je naast ons kwam wonen, Peter. En dat is ook een gedeelte van je aantrekkingskracht op me.’
‘En als je dan alles over me weet, is die aantrekkingskracht dan weg?’
Ze schudt haar hoofd. ‘Van wat ik nu al gehoord heb, maakt je dat alleen maar aantrekkelijker voor mij. Het toont me alleen maar, dat ik de juiste keuze heb gemaakt, door voor jou te kiezen en geen ander.’
‘En als ik dan toch geen oog voor je zou hebben gehad, wat had je dan gedaan?’
‘Dan was ik waarschijnlijk nog een saaiere huismus zijn geworden, dan ik al was, Peter.’
Ik frons mijn wenkbrauwen. ‘Jij en een saaie huismus? Dat kan ik me niet voorstellen!’
‘Jawel, want ik zou me anders nooit hebben laten overtuigen, om het eens te proberen naakt te gaan lopen. Je moest eens weten, hoe groot die stap voor me is geweest. Maar jij was bij me, en dat maakte alles goed.
En daar heb ik flink van geleerd. En ik leer nog iedere dag van je. Je bent niet alleen een leraar voor je leerlingen, maar ook voor mij. Ik ontdek nu het leven, zoals het werkelijk is. Zelfs in mijn studententijd heb ik dit niet zo ervaren. En ik moet echt zeggen, dat het me prima bevalt. Natuurlijk is het allemaal nog wennen en is het nieuw voor me, maar ik zie er niet meer tegenop. Ik kijk er juist naar uit. Iedere dag met jou is een feest voor me. Het is fantastisch om te weten, dat de man van mijn dromen naast me ligt en ook nog van me houdt.’
‘En? Ben ik nog steeds de man van je dromen, nu je ook wat over mijn verleden weet?’
‘Ja, dat verandert daar niets aan. Het verleden kan je gevormd hebben, maar dit is wie je nu bent. En dat is de man, waar ik van hou, Peter.’
‘En ik hou ook veel van de vrouw, die je bent geworden, Lisa. Je bent niet alleen ontzettend mooi geworden, maar ook nog een vrouw met inhoud. Je durft je ten minste bloot te geven, en ook je ongezouten mening aan me te geven. Daar houd ik wel van. En je hebt ook lef, dat heb je me al meerdere keren getoond. Vooral hoe we begonnen zijn.’
Lisa lacht. ‘Daar heb ik anders toch wel heel mijn moed voor bij elkaar moeten pakken, Peter. Maar ik ben blij, dat ik het gedaan heb.’
‘Anders ik ook wel! Anders zou het er zeker niet van gekomen zijn, dat is mijn mening.’
Lisa knikt. ‘Die kans is wel groot, ja. Het was een grote gok van me, maar het was de beste gok ooit!’
Ik krijg plotseling een idee. ‘En wat als we die nacht nog eens over zouden doen, Lisa?’
Ze kijkt me grijnzend aan en zegt: ‘Daar zeg ik geen nee tegen, Peter. Die staat nog altijd te boek als een van de beste nachten in mijn leven!’
Ik geef haar dan een zoen, en houd haar stevig vast, terwijl ik haar bloesje losknoop. Ze wil me tegenhouden en zegt: ‘Charlotte is hier!’
‘Nou en? Alsof ze in Frankrijk dat nog niet gezien heeft?’
Lisa glimlacht, en laat me dan begaan. Ze kreunt van genot, als ik haar borsten zachtjes streel en dan kneed. Heel teder. Ze voelen al wat steviger aan, een van de eerste tekenen van een zwangerschap. Ik til haar dan op, en draag haar naar de slaapkamer, terwijl ze lichtjes gilt, als ik haar oppak. Maar ik breng haar veilig naar de slaapkamer, waar we meteen verder gaan met onze activiteiten.
Nu heeft Lisa ook haast om mijn shirt uit te krijgen. Als ik haar niet geholpen had het uit te trekken, zou ze het kapot getrokken hebben. De riem van mijn broek heeft ze ook al los, en de knoop en de rits van mijn broek heeft ze ook al los, voordat ik er erg in heb. Mijn broek valt al snel op mijn enkels, en ik schop mijn schoenen uit en stap dan uit mijn broek. Er tekent zich al een flinke erectie in mijn boxershort af, die Lisa maar wat graag streelt, om mijn pik nog stijver te maken. Maar zo snel wil ik nog niet gaan. Lisa heeft nog steeds haar kleren aan, dus vind ik het nu mijn beurt om haar uit te kleden.
Ze weerhoudt me niet, als ik haar begint uit te kleden. Haar blouse trek ik nu helemaal uit, waardoor ze enkel nog haar borsten bedekt heeft met een prachtig kanten bh. Gewoon in wit, dat staat haar gewoon goed. Ik geef haar borsten een kusje, bovenop haar bh.
Verwachtingsvol kijkt ze me aan, en glimlacht als ik dan naar beneden zak. Ik maak haar beige broek los, zo’n linnen ding, dat haar echt ontzettend goed staat. Het maakt haar echt een vrouw. Het laat haar contouren goed uitkomen, en ik ben er ook blij om, dat ze echt de moeite doet om mooi voor me te zijn.
En ze weet precies hoe ze dat moet doen. Ik houd niet van toeters en bellen, en ze gebruikt dan ook niet veel make-up. Niet dat ze het nodig heeft, Lisa heeft een natuurlijke schoonheid. En ook qua sieraden is ze niet al te uitbundig, precies zoals het mij bevalt. Maar ze draagt wel haar oorbellen en het kettinkje, dat ik haar gegeven heb.
Nu staat ze voor me, enkel nog gehuld in haar lingerie, en een paar witte sokjes. Het beneemt me bijna de adem. Ze is gewoonweg prachtig, bijna een godin, mijn Venus. De liefde, die ik nu voor haar voel, overstelpt me bijna. Het is bijna verstikkend, maar ik kan er geen genoeg van krijgen. Ze is zelfs meer dan ik ooit verwacht had van een vrouw. Ze maakt mijn leven compleet. Dus eer ik haar op de beste manier, dat ik kan. Ik geef haar een heerlijke intieme zoen, en leg haar voorzichtig op het bed neer, terwijl ik me naast haar vlij.
We zoenen eerst lange tijd met elkaar, voordat we verder gaan. Iets anders zou het moment volledig verstoord hebben. Maar dan slaat de liefde om in pure passie en begeerte. We beginnen op hetzelfde moment haast te krijgen om de resterende kledingstukken te verwijderen. Nu gaat het er ruiger aan toe. Ik kneed nu flink haar borsten, omdat ik weet, dat ze daar wel van houdt. En dat is ook wel te merken aan haar reactie. Met een enorme zucht en een flinke kreun hoor ik haar genieten. En dat doet ze nog eens, als ik haar borsten kus. En wat heeft ze ook heerlijke borsten. Precies de juiste maat. Niet te groot, niet te klein, gewoon precies goed. Een lekkere handvol, en nog meer dan genoeg om er lekker mee te spelen.
Ze hapt verwachtingsvol naar adem, als ze merkt dat ik mijn handen haar lichaam al laat dalen, ook al blijf ik met mijn mond bij haar borsten. En als ik met mijn handen bij haar spleetje kom, voel ik al haar vochtige sappen. Ze is er al klaar voor, maar ik wil het nog wat langer rekken.
Ze krult haar rug, als ik haar schaamlippen streel en dan haar genotsknobbeltje raak. Ik kan er heerlijk van genieten om haar zo intens van mijn handelingen genieten. Het geeft me de motivatie nog meer mijn best voor haar te doen. Ik laat mijn vingers in haar kutje glijden en voel haar vochtige warmte. Ze kreunt lichtjes, als ik dat doe, en kronkelt bijna, als ik vrijwel meteen haar gevoelige plekjes betast. Zo kort ik haar ook nog maar ken, zo goed ken ik die plekjes al. Lisa is wat dat betreft erg gemakkelijk. Je kan haar op meerder plekken helemaal gek maken, en meestal komt ze dan ook daverend klaar. En dat is nu ook niet anders. Maar het fijne van Lisa vind ik dan wel, dat ze dan meteen meer wil. Meestal smeekt ze me dan om haar te neuken. En ook nu stelt ze me niet teleur.
‘Alsjeblieft, Peter! Neuk me! Ik wil je in me!’
Ik voldoe maar wat graag aan haar verzoek en mijn pik staat al volledig stijf. Ik ga op haar liggen en laat mijn stijve pik tussen haar benen bungelen. Ze duwt al bijna zelf haar kutje om mijn pik, en slaakt een zucht van verlichting, als ik dan zelf mijn pik bij haar naar binnen duw.
‘Ja! Neuk me hard! Ik wil je hard in me voelen!’
Zo ken ik haar op haar best. Ze houdt wel van een flink potje ketsen. En dat doe ik dan ook. Het snelle en harde stoten begin ik haar te neuken. Lisa kreunt van genot en klemt me vast tussen haar benen en beweegt met me mee. Ze gaat helemaal los, en we bewegen als een geheel. Hoewel ik haar snel en hard neuk, probeer ik mijn orgasme nog een tijdje uit te stellen, omdat Lisa nog niet zo ver is. Maar als ik merk, dat haar orgasme zich opbouwt, laat ik me helemaal gaan. Ik laat haar alle hoeken van het bed zien, en ze doet net zo graag mee. Ze komt net voor me klaar, en haar hele lichaam schudt, als ze klaarkomt. Dan houd ik het zelf ook niet meer, en kom zeer voldaan klaar in haar knijpende kutje.
We liggen een tijdje uitgeput langs elkaar en we kijken elkaar alleen maar aan, terwijl we zwijgen. Woorden zijn echt overbodig, onze gevoelens voor elkaar zijn nu wel duidelijk. Dan kruipt ze tegen me aan, en zegt: ‘Zal dit altijd zo blijven, Peter? Ik bedoel, zal ik altijd zoveel van je houden, als ik nu doe?’
Ik glimlach. ‘Dat mag ik hopen van wel, Lisa. Maar als ik realistisch ben, dan ben ik bang van niet. Ik weet wel heel zeker, dat je wel een aantal keren flink boos op me zal worden, en misschien is dat ook wel omgekeerd. Maar ik denk niet, dat het zo erg zal worden, dat we van elkaar scheiden, Lisa. Daarvoor voel ik te veel voor je. Meer dan goed voor me is.’
Lisa glimlacht. ‘Zo voel ik me ook, Peter. Ik ben blij, dat je soms zo realistisch bent. Dat zet me weer met twee voeten op de grond, als ik weer eens droom.’
‘Er is niets mis met dromen, Lisa. Sinds lange tijd kan en durf ik weer te dromen. En die dromen gaan allemaal, zonder uitzondering, over jou, Lisa.’
‘Wat droom je dan, Peter?’
‘Ik droom hoe onze kinderen hier op het gazon spelen, en hoe we samen oud worden. En dan voel ik me zo goed en zo blij, dat ik wil, dat het eeuwig duurt.’
Lisa kijkt me vertedert aan. ‘O, dat vind ik zo’n lieve droom, Peter! Dan zijn mijn dromen eigenlijk een beetje een cliché…’
Ik lach en zeg: ‘Laat me eens raden. Je droomde zeker, dat je met me trouwde.’
Ze kijkt me verbaasd aan. ‘Ja, hoe weet jij dat?’
‘Je praat nogal eens in je slaap, Lisa.’
Ze lacht. ‘Echt waar? Dat wist ik niet!’
‘Het geeft ook niet, Lisa. En wie weet, Lisa. Misschien komt die dag ooit nog eens. Maar laten we nog niet op de zaken vooruitlopen. Er wacht ons nog een behoorlijk hectisch jaar op ons. We wonen nu samen, we worden ouders. Is dat voorlopig nog niet genoeg?’
Lisa glimlacht. ‘Ja, je hebt gelijk. Ik moet er ook nog steeds aan wennen, dat ik nu hier woon en niet meer thuis. Vanmorgen toen je weg was, heb ik even boodschappen gedaan, en ging toen bijna de verkeerde deur binnen. En ik besef me zelf ook nog maar amper, dat ik zwanger ben. Het gaat allemaal zo snel!’
‘Dat is ook, Lisa. En dat zal ook niet gemakkelijk worden. Maar waar heb je schrik voor?’
‘Als jij bij me bent, dan heb ik nergens meer schrik voor, Peter. Je hebt het talent om onzekerheid weg te nemen. Niet alleen bij mij, maar ook bij anderen.
Kijk maar eens naar Charlotte. Die is echt enorm veranderd, en dat is mede door jou. En dat was ook al zo, toen ik nog bij je op school zat. Je hebt iets over je, dat je zelfvertrouwen geeft. Je manier, waarop je iemand aanspreekt, dat geeft ze moed. Geloof me nou maar, het is echt waar. Maar voor mij betekent het, dat ik met het volle vertrouwen naar de toekomst kijk. Misschien is dat dom, maar ik vertrouw jou. En daarom kan ik mezelf ook met mijn hele hart aan je geven. En daarom houd ik ook zoveel van je, Peter.’
Zo had ik mezelf nog nooit bekeken. Voor mij is het iets natuurlijks om te helpen. Dat heb ik altijd gedaan, en dat is ook, waarom ik zo goed ben als leraar. En natuurlijk probeer ik mijn leerlingen het vertrouwen te geven, dat ze het best zelf kunnen. Want daar draait het zich juist om.
Ik kijk haar glimlachend aan en zeg: ‘Maar dat kan ik ook van jou zeggen, Lisa. Je hebt bij mij in korte tijd meer bereikt dan iedere andere vrouw. Het klinkt misschien gek, maar je geeft me veel meer zelfvertrouwen. Ik ben zelf van nature niet zo zelfverzekerd, als je misschien denkt. Ik doe wel alsof, maar onderhuids ben ik niet zo.’
Lisa glimlacht en zegt: ‘Dat weet ik. En ik zie ook wel, dat je met kleine beetjes aan het veranderen bent. Je durft je nu veel meer bloot te geven, en dat staat me wel aan.’
Ik lach en zeg: ‘Dan is het wel duidelijk, Lisa. We horen gewoon bij elkaar, voor nu en altijd!’
Ze kruipt nog dichter tegen me aan en zegt: ‘Dat hoop ik, Peter, met heel mijn hart!’
Zo liggen we nog een hele tijd langs elkaar, en vallen uiteindelijk in slaap.
Lees verder: Charlotte - 16
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10