Door: Miesje
Datum: 02-05-2019 | Cijfer: 8.7 | Gelezen: 7836
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 8 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 8 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Nieuwe Teamgenoten - 2
Ik open m’n ogen, zonnestralen glijden over mijn gezicht en voor dat ik kan bedenken waar ik ben voel ik een scheut van hoofdpijn.
“Goedemorgen”.
Met één oog dicht recht ik mijn nek en kijk de kamer in, Lou zit op de sofa en houdt haar ogen op het boek dat ze vasthoudt. In het grote witte T-shirt met haar krullen die ongecontroleerd langs haar gezicht vallen lijkt ze op een engel.
“Hé ja, Goedemorgen”, stamel ik terug.
“Ik mag straks de scooter van mijn moeder meenemen om thuis te komen, zal ik jou dan maar gelijk afzetten?”, haar ogen komen nog steeds niet los van het boek.
Ik knik en voel me dom dat ik gister niet naar huis ben gegaan, in mijn dronken roes had ik het idee dat er een vonk tussen ons was over gesprongen, ik voel me nu vooral naïef.
Ze laat de scooter afslaan voor mijn deur, dus kruip ik eraf. Ik gooi mijn voetbaltas op de stoep om zo mijn sleutels uit te graaien en glimlach nog even naar Lou. “Geen dank”, lacht ze met een knipoog. Als ik me om draai om de sleutels te zoeken valt het me op dat ze nog niet weg is gereden.
“Wil je anders even binnenkomen?”, ik vraag het zonder naar haar te kijken.
“Kan wel even”, mompelt ze terug, waarna ik hoor hoe ze de scooter op het standaard zet.
Ik open de deur en ga haar voor de trap op naar de woonkamer. Als ik de deur open doe zie ik tot mijn geluk dat het huis enigszins is opgeruimd, en dat mijn huisgenoten nergens te bekennen zijn.
“Leuk”, merkt Lou op terwijl ze gaat zitten op de hoekbank die voor 2 grote ramen staat en uitkijkt op de straat. “Met hoeveel woon je?”.
Ik pak 2 glazen uit de keuken en een grote kan met zelfgemaakte limonade die in de ijskast staat. “We wonen met zes, nog 3 meisjes en 2 jongens”.
“Gezellig”, mompelt Lou terwijl ze het glas aanpakt en limonade inschenkt.
“Mooi plekje hier ook, je kunt iedereen zien lopen vanaf hier. Als ik hier zou wonen had ik deze plek voor mijzelf opgeëist”. Glimlachend neemt ze een slok en bekijkt de groepjes mensen die door de winkelstraat lopen. Ik betrap mijzelf erop dat ik knik, maar in plaats van met haar mee kijk mijn ogen aan Lou gekluisterd heb.
“En jouw kamer?”.
Ik voel me betrapt, want terwijl ze deze vraag stelt richt ze zich tot mij en kijkt me recht aan.
“Ja, ehh.. loop maar mee”, met de glazen in onze handen lopen we de steile trap op naar mijn kamer. Ik heb de zolderkamer, de één na grootste kamer van het huis. Ik duw het luik open boven aan de trap en stap mijn kamer in, meteen krijg ik spijt van het feit dat ik mij gister zo moest haasten en het hierdoor niet erg opgeruimd is.
“Mooi!”. Lou loopt direct door naar het dakraam en steekt haar hoofd eruit om te kijken of ze vanaf hier ook de straat kan zien.
“In de zomer zitten we vaak op het dak, het is niet al te schuin en we hebben een behoorlijk grote dakgoot.” Ik zie Lou knikken terwijl ik dit vertel en gris zelf nog wat kleding van de vloer af die ik in de wasmand kan gooien.
Lou stapt van het raam af en gaat op mijn bed zitten terwijl ze al drinkend toekijkt hoe ik mijn kleding bij elkaar raap.
“Mijn kamer is een grotere puinhoop hoor, ik zou je geen zorgen maken”, lachend rijkt ze met het glas naar mijn nachtkastje om die hier neer zetten. Blijkbaar mislukt dit want ik hoor achter mij het glas op de grond vallen en Lou opspringen van de schrik. “Och nee, sorry!”, roept ze uit terwijl ze het glas zo snel mogelijk weer op raapt, maar de limonade ligt al over de vloer. Ze is rood aangelopen en staart me een beetje hulpeloos aan.
Ik schiet in de lach. “Maak je niet druk”.
Achteloos gooi ik één van mijn vieze handdoeken die ik zonet van de vloer heb gevist eroverheen, en veeg de limonade op.
“Sorry Puck, ik kan ook zo onhandig zijn”, verontschuldigt ze zich nog.
Al lachend raap ik de handdoek weer op en gooi hem naar de wasmand, “Grappig dat je nu niet meer zo bijdehand bent”.
Lou slaat haar ogen neer, “Ben ik dat?”.
“Dat weet je zelf toch wel”, pest ik haar nog even na.
“Jij bent gewoon erg intimiderend”.
Ik kijk verbaasd op; “Ik ben wat?”.
“Ja, nou.. Weet ik veel. Je bent knap en grappig en iedereen is altijd graag om je heen. Daarnaast kun je enorm goed voetballen, dat soort dingen. Ik doe gewoon niet graag voor je onder.” Lou’s onzekerheid is overgeslagen naar velheid. “Niet iedereen heeft het zo goed voor elkaar als jij, ik zou dat wel willen. Als ik Pien was zou ik wat meer oppassen met je”.
Ik ben van stomheid geslagen en kijk haar vol gekheid aan, “Pien?”.
“Ja, je vindt niet overal zo’n vriendin”.
“Pien en Sofie hebben iets met elkaar, niet ik!”.
Lou kijkt mij verstrooid aan, “Niet?”.
“Nee!”, ik schiet weer in de lach terwijl ik toe kijk hoe Lou voor de tweede keer rood aanloopt.
Dan pas dringt het tot me door wat Lou net heeft gezegd, en zet direct een stap dichter naar haar toe. Ze is net iets kleiner dan ik en staart me aan met haar grote groene ogen, als ik voel hoe ze haar handen op mijn heupen legt. Onze gezichten zijn nog geen centimeter bij elkaar vandaan en ik voel haar adem tegen mijn huid.
Ik leg mijn vingers tegen haar kin, om die iets meer naar mij op te tillen. “Kom eens hier”.
Onze lippen vinden elkaar, voorzichtig. We zoenen niet, maar kussen, tasten naar elkaar af. Dan laten onze lippen los en kijken we elkaar even kort aan, ik kan mijn glimlach niet onderdrukken en gelukkig zie ik dat zij dit ook niet kan. Ik laat mijn handen om haar hals vallen en onze lippen vinden elkaar nu voor de tweede keer, niet meer voorzichtig maar verlangend naar elkaar. Al zoenend vallen we op bed, ik voel hoe Lou met het puntje van haar tong over mijn lippen laat glijden en ik trek haar benen op zodat ze over mij heen zit. Mijn handen glijden langs haar zij richting haar heupen en haar handen liggen op onder mijn kaak, elke aanraking voelt alsof we elektrisch geladen zijn, ik wil haar.
In één worp leg ik Lou op haar rug en ga zelf half over haar heen liggen om haar te blijven zoenen. Ik voel hoe haar handen naar mijn heupen glijden en voorzichtig de stof van mijn shirt naar boven duwen. Als ik haar vingers over mijn vel voel glijden lijkt het alsof ik alles verlies, mijn hoofd voelt licht en het lijkt alsof ik zweef.
“Mijn god, Lou”, stamel ik door het zoenen heen, waarna ik de glimlach op haar lippen voel. “Niks zeggen”, fluistert ze terug.
“Goedemorgen”.
Met één oog dicht recht ik mijn nek en kijk de kamer in, Lou zit op de sofa en houdt haar ogen op het boek dat ze vasthoudt. In het grote witte T-shirt met haar krullen die ongecontroleerd langs haar gezicht vallen lijkt ze op een engel.
“Hé ja, Goedemorgen”, stamel ik terug.
“Ik mag straks de scooter van mijn moeder meenemen om thuis te komen, zal ik jou dan maar gelijk afzetten?”, haar ogen komen nog steeds niet los van het boek.
Ik knik en voel me dom dat ik gister niet naar huis ben gegaan, in mijn dronken roes had ik het idee dat er een vonk tussen ons was over gesprongen, ik voel me nu vooral naïef.
Ze laat de scooter afslaan voor mijn deur, dus kruip ik eraf. Ik gooi mijn voetbaltas op de stoep om zo mijn sleutels uit te graaien en glimlach nog even naar Lou. “Geen dank”, lacht ze met een knipoog. Als ik me om draai om de sleutels te zoeken valt het me op dat ze nog niet weg is gereden.
“Wil je anders even binnenkomen?”, ik vraag het zonder naar haar te kijken.
“Kan wel even”, mompelt ze terug, waarna ik hoor hoe ze de scooter op het standaard zet.
Ik open de deur en ga haar voor de trap op naar de woonkamer. Als ik de deur open doe zie ik tot mijn geluk dat het huis enigszins is opgeruimd, en dat mijn huisgenoten nergens te bekennen zijn.
“Leuk”, merkt Lou op terwijl ze gaat zitten op de hoekbank die voor 2 grote ramen staat en uitkijkt op de straat. “Met hoeveel woon je?”.
Ik pak 2 glazen uit de keuken en een grote kan met zelfgemaakte limonade die in de ijskast staat. “We wonen met zes, nog 3 meisjes en 2 jongens”.
“Gezellig”, mompelt Lou terwijl ze het glas aanpakt en limonade inschenkt.
“Mooi plekje hier ook, je kunt iedereen zien lopen vanaf hier. Als ik hier zou wonen had ik deze plek voor mijzelf opgeëist”. Glimlachend neemt ze een slok en bekijkt de groepjes mensen die door de winkelstraat lopen. Ik betrap mijzelf erop dat ik knik, maar in plaats van met haar mee kijk mijn ogen aan Lou gekluisterd heb.
“En jouw kamer?”.
Ik voel me betrapt, want terwijl ze deze vraag stelt richt ze zich tot mij en kijkt me recht aan.
“Ja, ehh.. loop maar mee”, met de glazen in onze handen lopen we de steile trap op naar mijn kamer. Ik heb de zolderkamer, de één na grootste kamer van het huis. Ik duw het luik open boven aan de trap en stap mijn kamer in, meteen krijg ik spijt van het feit dat ik mij gister zo moest haasten en het hierdoor niet erg opgeruimd is.
“Mooi!”. Lou loopt direct door naar het dakraam en steekt haar hoofd eruit om te kijken of ze vanaf hier ook de straat kan zien.
“In de zomer zitten we vaak op het dak, het is niet al te schuin en we hebben een behoorlijk grote dakgoot.” Ik zie Lou knikken terwijl ik dit vertel en gris zelf nog wat kleding van de vloer af die ik in de wasmand kan gooien.
Lou stapt van het raam af en gaat op mijn bed zitten terwijl ze al drinkend toekijkt hoe ik mijn kleding bij elkaar raap.
“Mijn kamer is een grotere puinhoop hoor, ik zou je geen zorgen maken”, lachend rijkt ze met het glas naar mijn nachtkastje om die hier neer zetten. Blijkbaar mislukt dit want ik hoor achter mij het glas op de grond vallen en Lou opspringen van de schrik. “Och nee, sorry!”, roept ze uit terwijl ze het glas zo snel mogelijk weer op raapt, maar de limonade ligt al over de vloer. Ze is rood aangelopen en staart me een beetje hulpeloos aan.
Ik schiet in de lach. “Maak je niet druk”.
Achteloos gooi ik één van mijn vieze handdoeken die ik zonet van de vloer heb gevist eroverheen, en veeg de limonade op.
“Sorry Puck, ik kan ook zo onhandig zijn”, verontschuldigt ze zich nog.
Al lachend raap ik de handdoek weer op en gooi hem naar de wasmand, “Grappig dat je nu niet meer zo bijdehand bent”.
Lou slaat haar ogen neer, “Ben ik dat?”.
“Dat weet je zelf toch wel”, pest ik haar nog even na.
“Jij bent gewoon erg intimiderend”.
Ik kijk verbaasd op; “Ik ben wat?”.
“Ja, nou.. Weet ik veel. Je bent knap en grappig en iedereen is altijd graag om je heen. Daarnaast kun je enorm goed voetballen, dat soort dingen. Ik doe gewoon niet graag voor je onder.” Lou’s onzekerheid is overgeslagen naar velheid. “Niet iedereen heeft het zo goed voor elkaar als jij, ik zou dat wel willen. Als ik Pien was zou ik wat meer oppassen met je”.
Ik ben van stomheid geslagen en kijk haar vol gekheid aan, “Pien?”.
“Ja, je vindt niet overal zo’n vriendin”.
“Pien en Sofie hebben iets met elkaar, niet ik!”.
Lou kijkt mij verstrooid aan, “Niet?”.
“Nee!”, ik schiet weer in de lach terwijl ik toe kijk hoe Lou voor de tweede keer rood aanloopt.
Dan pas dringt het tot me door wat Lou net heeft gezegd, en zet direct een stap dichter naar haar toe. Ze is net iets kleiner dan ik en staart me aan met haar grote groene ogen, als ik voel hoe ze haar handen op mijn heupen legt. Onze gezichten zijn nog geen centimeter bij elkaar vandaan en ik voel haar adem tegen mijn huid.
Ik leg mijn vingers tegen haar kin, om die iets meer naar mij op te tillen. “Kom eens hier”.
Onze lippen vinden elkaar, voorzichtig. We zoenen niet, maar kussen, tasten naar elkaar af. Dan laten onze lippen los en kijken we elkaar even kort aan, ik kan mijn glimlach niet onderdrukken en gelukkig zie ik dat zij dit ook niet kan. Ik laat mijn handen om haar hals vallen en onze lippen vinden elkaar nu voor de tweede keer, niet meer voorzichtig maar verlangend naar elkaar. Al zoenend vallen we op bed, ik voel hoe Lou met het puntje van haar tong over mijn lippen laat glijden en ik trek haar benen op zodat ze over mij heen zit. Mijn handen glijden langs haar zij richting haar heupen en haar handen liggen op onder mijn kaak, elke aanraking voelt alsof we elektrisch geladen zijn, ik wil haar.
In één worp leg ik Lou op haar rug en ga zelf half over haar heen liggen om haar te blijven zoenen. Ik voel hoe haar handen naar mijn heupen glijden en voorzichtig de stof van mijn shirt naar boven duwen. Als ik haar vingers over mijn vel voel glijden lijkt het alsof ik alles verlies, mijn hoofd voelt licht en het lijkt alsof ik zweef.
“Mijn god, Lou”, stamel ik door het zoenen heen, waarna ik de glimlach op haar lippen voel. “Niks zeggen”, fluistert ze terug.
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10