Door: Maxine
Datum: 03-07-2020 | Cijfer: 9.6 | Gelezen: 10088
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 68 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 68 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: De Gezusters Santegoed - 37
Na het bezoek aan Aud zijn we terug naar huis gegaan om verder te gaan met de voorbereidingen van het karaokefeestje. Sean en Hilde komen helpen, hoewel we al bijna helemaal klaar zijn. Rond acht uur komen de eerste gasten, vrienden van Sean en Hilde. En iets later komen ook de ouders van Hilde, die willen zeker dit feestje niet missen. En dan volgt er een hele stroom aan mensen, velen zijn te voet gekomen, zodat ze ook wat kunnen drinken. Bovendien is voor de meesten de weg naar beneden, dat is gemakkelijker dan omhoog lopen…
Een van de vrienden van Hilde komt met hun reeds volwassen zoon. Ze heten Hauk en Bente en hun zoon Finn is ongeveer van onze leeftijd. We raken al snel met hem in gesprek, het is een leuke gast. Finn vertelt, dat hij bij een band zit, en gewoon eens zin had om eens wat anders te zingen, dan de hardrock, die zijn band speelt. Als hij dan hoort, dat Chantal op het conservatorium zit, en voor zanglerares leert, is hij best geïnteresseerd. Maar dat verandert meteen, als Aud met haar ouders arriveert. Hij roept meteen: ‘Aud, jij ook hier?’
Ik zie meteen Aud blozen. ‘Finn? Ben je ook hier uitgenodigd?’
Finn lacht. ‘Ik heb mezelf uitgenodigd. Mijn ouders waren wel uitgenodigd, en ze hebben Hilde gevraagd of het een probleem zou zijn, als ik mee zou komen. Ik had wel eens zin om karaoke te doen.’
‘Ah, ik dacht al. Maar moet je niet met je band spelen?’
‘Eigenlijk wel, maar ik had er even niet zo veel zin in. Kom er toch lekker bijzitten. Dan kunnen we weer eens bijkletsen. Ik heb je al even niet meer gezien!’
‘Ja, ik heb tegenwoordig een baan bij de Dalsnibba. Ik moet daar de toeristen van informatie voorzien. En er moet toch geld op de plank komen, Finn!’
Ze komt tussen ons in zitten, terwijl haar ouders elders plaats nemen. Het is meteen gezellig, en ik laat de karaoke voorlopig alleen maar wat achtergrondmuziek spelen. We leren onze gasten al snel iets kennen, waardoor het contact al snel beter verloopt. De meesten spreken wel wat Engels, niet zo verwonderlijk in zo’n toeristische plaats als Geiranger en daardoor lopen de gesprekken wat gemakkelijker. En dat er een en ander aan alcohol genuttigd wordt, dat zorgt voor een ontspannen sfeer. Hilde vraagt dan aan mij: ‘Wanneer beginnen we aan de karaoke?’
Ik lach en zeg: ‘Zodra de eerste zich meldt, Hilde. En aangezien jij je als eerste meldt, mag jij het eerste nummer zingen!’
Hilde bloost meteen, waardoor iedereen moet lachen. Maar ze neemt het sportief op en loopt zonder stok naar de microfoon. Ik zet de speler aan, en Hilde begint. Ze kan inderdaad niet erg goed zingen, maar iedereen zingt mee, dus het valt nauwelijks op. Maar er wordt wel flink gelachen, en daar gaat het zich ook om met zo’n avond. En dan melden zich vanzelf de volgende kandidaten. Chantal en ik hebben ons niet meer zo zeer om Finn en Aud bekommerd, omdat die al een hele tijd met elkaar in gesprek zijn. Het komt me voor, dat er wel iets meer kon ontstaan als een vriendschap.
En dat hebben ook hun ouders door, waar we dan toevallig naast zitten. Bente, de moeder van Finn, zegt dan: ‘Dat zou ik nooit gedacht hebben, dat Finn oog voor Aud zou hebben. Maar ik moet toegeven, ze is een leuke, mooie meid. Hoelang is ze nu afgestudeerd, Kell?’
‘Nu anderhalf jaar. Ik weet nog steeds niet echt, wat ze met haar studie wil gaan doen. Ze wil graag hier een museum openen, op zich kan dat, ze heeft al spullen genoeg! Maar daarvoor ga ik haar toch geen pand kopen! Ik ben niet helemaal gek!’
Ik zeg: ‘Ik ben vanmiddag in haar huis geweest. Ik vond het echt interessant. Ze kan er ook goed over vertellen, en ik denk dat het ook wel een aanwinst voor het dorp kan zijn. Er zullen zeker toeristen op afkomen. En misschien dat ze nu wat meer bekendheid zal krijgen, nu ze haar verloren bijl weer terug heeft.’
Kell kijkt me verbaasd aan. ‘Heeft ze die bijl weer terug? Hoe kan dat dan?’
‘Die hebben we gisteren toevallig teruggevonden bij ons tocht naar de Tretindanibba. Op de terugweg gleed ik uit bij het meer, en gleed een schuine helling af. Die was behoorlijk schuins, maar vlak. Op een richel vond ik weer houvast. Maar goed ook, anders had ik een nat pak gekregen! Maar op die richel voelde ik iets onder mijn voeten. En dat was haar bijl. En toen ik in haar huis die lege plek zag, en ze vertelde hoe ze die kwijt is geraakt, heb ik haar die toen terug gegeven.’
‘Daar heeft ze me nog niets van verteld!’
Hij roept meteen naar Aud. ‘Aud, waarom heb je me niets verteld, dat je je bijl weer terug hebt?’
‘O, sorry, vader! Ik ben de hele middag nog bezig geweest met het bestuderen van de bijl. John en Chantal hebben me ook meteen een goede hint gegeven, wat de inscripties betekenen. En daar ben ik eigenlijk de hele tijd mee bezig geweest.’
‘En dat vond je niet belangrijk genoeg om te vertellen?’
‘Natuurlijk wel, maar toen kwamen jullie al, en moest ik opschieten, omdat ik de tijd niet in de gaten gehouden had! Maar ik ben echt John en Chantal heel erg dankbaar, dat ze me die terug hebben gegeven! Die bijl is onvervangbaar! Het zou kunnen betekenen, dat de Vikingen hier al meer dan duizend jaar hebben gewoond! Dat zou echt een doorbraak kunnen zijn!’
Er wordt opgewonden gepraat over die ontdekking. Kell zegt: ‘Je hebt John toch wel vindersloon gegeven?’
Ik zeg tegen Kell: ‘Als het een belangrijk stuk is, voor jullie historie, dan wil ik daar niets voor terug. Het was me heel duidelijk, dat die bijl ooit van Aud is geweest, getuige haar lege plakkaat aan de wand. En wat zou ik moeten met die bijl? Voor mij heeft die niet meer waarde dan een souvenir. En dat zou eeuwig zonde zijn.’
‘Maar toch! Heb je wel een idee, wat zo’n ding waard is?’
‘Geen idee, maar ik denk dat het in waarde wel compenseert, met hetgeen wat je me al gegeven hebt. En daarom wil ik er ook niets voor, zeker niet als ik daar kan bijdragen aan jullie historie.’
Kell knikt goedkeurend. ‘Goed, dan staan we quitte.’
Aud roept dan: ‘Maar ik heb wel iets meegenomen om ze te bedanken, pap! Ik heb genoeg van die kleine hangers uit die tijd, dus ik heb voor ze allebei een mee genomen. Dat is veel praktischer als souvenir, dan zo’n bijl.’
Ze haalt dan twee kleine zakjes uit haar handtas, die ze dan aan ons geeft. We bekijken de hangertjes. Het zijn kunstig vormgegeven kruisjes van metaal. Aud zegt: ‘Dit zijn bronzen kruisjes. Daar heb ik er meer dan genoeg van. En dit zijn best wel goede en mooie exemplaren. Als dank voor het terugbrengen van mijn bijl en voor het repareren van mijn wagen.’
‘Dank je, maar dat had niet gehoeven. Maar toch erg bedankt!’
Aud glimlacht. Hilde zegt dan: ‘Aud, dan mag jij nu eens zingen om John en Chantal te bedanken!’
Aud bloost. ‘Ik durf dat echt niet!’
Finn zegt daarop: ‘Kom, dan zingen we samen! Durf je het dan?’
Aud bloost nu nog harder, maar tegen de knappe Finn durft ze geen nee te zeggen. Finn staat op en trekt Aud overeind. Ik zet een duet op, The Time of my Life. Finn heeft een mooie, rauwe stem, en kan ook best goed zingen. Aud heeft een mooie alt, al is ze duidelijk niet geschoold, dat kan ik zelfs opmaken, bovendien zingt ze zacht en onzeker. Maar er is zeker niets mis met haar stem. Ik fluister bij Chantal in haar oor: ‘Zo slecht is Aud toch niet?’
‘Nee, maar ook niet heel speciaal. Geen uitgesproken talent. Maar Finn verrast me, die is echt goed!’
Dat ben ik meteen met haar eens. Bovendien zal Chantal er meer kijk op hebben, dan ik. Het liedje is al snel afgelopen, en Aud gaat snel zitten. We complimenteren haar voor haar zang, maar Finn heeft nog wel zin om nog eens wat te zingen. Hij zoekt een nummer, dat bij hem past en begint te zingen. Dat doet hij zeer voortreffelijk, en dat oogst hem een flink applaus. Ik zeg dan ook tegen Finn: ‘Je kunt echt goed zingen! Maar nu zullen Chantal en ik wel eens wat zingen!’
Ik kijk Chantal aan en het is al meteen duidelijk welk lied het zal worden. Het is inmiddels van ons allebei ons lievelingslied geworden. En ik heb het nummer ook al in de lijst zien staan. Finn antwoordt me: ‘Nou, dan laat ik me verrassen. Wat gaan jullie zingen?’
‘Time to Say Goodbye.’
Finn fluit eens door zijn tanden. ‘Dat is een pittig nummer! Succes!’
We lopen allebei naar de microfoons toe en ik zet het nummer op. We hadden het ook wel zonder de muziek kunnen doen, maar met muziek is het gewoon veel mooier. Chantal begint, en dat doet wel wat gezichten verrast kijken. En ook al ik inval, en we samen zingen, dan kon de verrassing niet groter zijn. We krijgen dan ook een flink applaus. Finn is erg enthousiast.
‘Wauw, dat was echt prachtig! Alsof je naar het origineel luisterde!’
We bedanken Finn, en Chantal vraagt: ‘Je stem lijkt wel geschoold, Finn. Heb je enige opleiding gehad?’
‘Ja, ik heb enkele jaren aan het conservatorium in Tromsø gestudeerd, maar ik heb het niet afgemaakt. Maar ik heb plannen om me weer aan te melden. Ik wil meer doen met mijn muziek. Toen ik van school afging, had ik niet echt een idee, wat ik precies wilde doen. En dan heeft het geen zin om je opleiding af te maken. Maar nu heb ik wel een idee, maar ik moet me eerst genoeg geld verdienen, zodat ik de opleiding ook verder kan financieren. Het is niet goedkoop om op kamers te gaan, en ik wil me dan ook volledig werpen op mijn studie, zonder afgeleid te worden door werk of andere dingen.’
‘Dat lijkt me een goed plan. Je bent best goed, je hebt een prettige stem en je bereik is best groot. Maar misschien is het beter voor jou om naar de Rock Academy te gaan. Dat gaat veel dieper in op alles wat met de popindustrie te maken heeft.’
‘Rock Academy? Bestaat zoiets?’
‘Ja, in Nederland, Tilburg. Dat zou je zeker moeten overwegen. Het conservatorium is goed om je muzikaal verder te helpen, maar het komt wat te kort bij bijvoorbeeld een businessplan technische mogelijkheden, netwerken, en PR. Dat kun je daar leren. Ik denk niet, dat je nog echt muzikaal wat bijgebracht hoeft te worden, dat zit wel goed. Ik denk echt, dat er een goede artiest in je zit.’
Finn kijkt verbaasd. ‘Dat zou precies zijn, wat ik zoek! En die nemen ook internationale studenten aan?’
Chantal knikt. ‘Een van de mensen, die ik op mijn stage moet begeleiden, komt van die opleiding. Ik studeer voor zangcoach, en hij wil nog wat bijscholing op zijn stem.’
Ze wendt zich even tot mij en zegt: ‘Dat was die ene, die maar niet deed, wat ik hem wilde laten doen.’
Ik knik begrijpend en glimlach. Finn is best onder de indruk en zegt: ‘Jij bent zangcoach? Maar je zingt zelf zo ontzettend goed!’
‘Dat weet ik, maar om de een of andere manier lukt me dat alleen als John erbij is. Raar eigenlijk, want ik leer anderen om zelfvertrouwen te hebben, terwijl me dat zelf niet lukt. Alleen als John erbij is, dan kan ik me helemaal laten gaan.’
‘Het was echt heel erg mooi! Maar zo’n stem krijg je niet, door maar af en toe te zingen.’
‘We oefenen thuis erg vaak. Ik moet nog steeds leren, en John is dan mijn proefkonijn. Maar daardoor boek ik wel goede vorderingen. En ik kan misschien na mijn stage blijven werken, waar ik nu stage loop.’
Finn glimlacht. ‘Bedankt, dat je me op die mogelijkheid gewezen hebt. Maar ik zal dan hoe dan ook moeten gaan sparen om die opleiding te gaan doen. Maar het klinkt zeker interessant!’
We laten dan ook anderen deelnemen aan de karaoke, en dat is best leuk. Dat niet iedereen zo goed kan zingen, dat maakt het juist leuk. En we zingen soms net zo vals mee. Er wordt flink wat afgelachen, en dat was ook de hele opzet van de avond. Maar zo tegen het einde van de dag gaan de meesten toch wel op huis aan. Sommigen staan echt niet meer zo vast op hun benen, maar dat mag de pret niet drukken. Maar dan valt pas op, dat we Finn en Aud al even niet meer gezien hebben. Dat is als de ouders van Aud naar huis heen willen gaan. Maar Aud en Finn zijn zelf oud genoeg om zelfstandig hun eigen dingen te doen. Als iedereen naar huis is, ruimen we op. Ik zet een tafel terug in het tuinhuisje, en daar vind ik dan Aud en Finn terug, die elkaar innig aan het zoenen zijn. Ze schrikken, als ik de deur van het tuinhuisje open doe.
Ik lach. ‘Dus hier zijn jullie! We waren jullie al kwijt!’
Finn lacht. ‘Tja, we wilden even wat in rust met elkaar praten. Ik geloof, dat het iets wat uit de hand gelopen is.’
‘Dat is toch niet erg, of wel? Jullie zijn toch geen kleine kinderen meer!’
Finn glimlacht. ‘Hoe laat is het eigenlijk?’
‘Net twaalf uur geweest, iedereen is al weg!’
Finn en Aud kijken geschokt. ‘Is het al zo laat? En dan moeten we nog helemaal naar beneden lopen!’
Ik antwoord: ‘Ik ga jullie ook niet wegbrengen, daarvoor hebben ik en Chantal te veel gedronken. Maar kom eerst even mee, dan kunnen jullie nog even helpen met opruimen, en dan kijken we wel wat we ermee doen!’
Finn staat op, en zo ook Aud. Ze helpen me mee de tafels en de stoelen op te ruimen, en drinken dan nog wat met ons mee in de kamer. Chantal glimlacht als ze de beiden naast elkaar ziet zitten. Ze zegt me: ‘Dat doet me een beetje herinneren, toen wij elkaar net ontmoet hebben.’
Finn zegt dan: ‘Ik moet nu echt naar huis heen. Ik moet morgenvroeg weer werken.’
Aud knikt. ‘Ik ook. Om negen uur moet ik op het werk zijn.’
‘Negen uur pas? Dan kunnen jullie ook wel hier slapen, en dan brengen we jullie morgenvroeg wel weg. Wij zijn toch altijd redelijk vroeg wakker.’
‘Dat kunnen we niet van jullie verlangen. Bovendien zijn we niet eens verloofd of getrouwd!’
Chantal lacht. ‘Is dat een reden om niet hier te blijven slapen? Ik ben ook erg gelovig, maar ik sliep ook binnen de kortste keren bij John in bed, toen we elkaar net leerden kennen. Maar als het gevoel goed is, en je met respect elkaar bejegend, dan is dat toch geen probleem? Dat je samen in een bed slaapt, wil nog niet zeggen, dat je meteen seks met elkaar hebt.’
‘Dat kan best zijn, maar dan loop ik toch liever naar huis, en heb dan maar wat minder slaap. Ik wil niet hebben, dat er bepaalde praat van komt.’
‘Oké, dan wens ik jullie een goede terugreis.’
Aud knikt. ‘Bedankt, Chantal. En ook jij, John! Jullie zijn echt super!’
Ze nemen dan gezamenlijk afscheid en lopen de berg naar beneden. Zelf gaan we dan ook slapen, en vallen vrijwel direct in slaap. De volgende morgen gaan we verder met opruimen, maar ook met een en ander inpakken. We hebben nog een paar dagen, maar we pakken onze koffers toch al een beetje. Zoveel kleren zullen we wel niet meer nodig hebben. ’s Middags maken we een kleine toertocht met de auto, waarbij we ook de gastank nog even volgooien. En bij toeval komen we daar Finn bij tegen. Hij werkt bij de garage, waar het tankstation gevestigd is.
Verrast begroet hij ons. ‘John! Chantal! Jullie hier?’
‘Finn! Werk jij hier?’
‘Tja, er moet toch geld verdiend worden. Alleen ben ik nu wel bekaf. Het was pas half drie, voordat we thuis waren.’
Ik kijk verbaasd. Zelfs al heb je wat gedronken, dan duurt het echt geen anderhalf uur om beneden in het dorp aan te komen. Finn ziet me bedenkelijk kijken en lacht. ‘We waren al snel genoeg beneden, maar we konden echt geen afscheid van elkaar nemen.’
Chantal en ik lachen, dat is een zeer aannemelijk antwoord. Finn bekijkt dan Chantals wagen en zegt: ‘Dat is een mooie wagen! Maar toen jullie hier kwamen aanrijden, meende ik te horen, dat de ontsteking niet helemaal goed staat. Of hebben jullie dat niet gemerkt?’
Ik knik, dat was me wel opgevallen, maar zo ernstig leek het me helemaal niet. Finn biedt ons aan om er even naar te kijken, waarin we toestemmen. Chantal rijdt de wagen in de werkplaats, waar Finn meteen aan de slag gaat om de timing na te kijken. Het kost hem niet al te veel tijd om die goed te zetten, en is hij al klaar. Ik wil hem dan betalen voor zijn werk, maar dat weigert Finn. ‘Niet nodig! Jullie waren gisteren zo aardig, deze gaat op kosten van het huis.’
‘En je baas dan?’
‘Ik leg hem dat wel uit. Hij kon er in ieder geval wel om lachen, dat ik vandaag zo brak ben. Want ik moest hem wel uitleggen, waarom het zo is.’
Chantal vraagt hem: ‘Dus er is wel een klik met jou en Aud?’
Finn glimlacht. ‘Ze was me al eens eerder opgevallen, maar op de een of andere manier kon ik geen contact met hem maken. We hebben dan ook veel verschillende vrienden. Ik zit meer in de rock-scene, en Aud zit bij haar natuur- en historievrienden. Dat zijn niet per sé culturen, die goed met elkaar matchen. En nu we wat meer met elkaar opgescheept zaten, heb ik natuurlijk mijn kans meteen gegrepen. En gelukkig niet voor niets!’
‘Maar hoe ga je het dan doen, als je weer muziek wilt studeren?’
Finn glimlacht. ‘Muziek is een droom voor me. Als ik daarin verder wil gaan, dan moet ik bepaalde dingen opgeven. Maar aan de andere kant, het is een droom. Dromen komen niet altijd uit. En als ik moet kiezen tussen een droom najagen en misschien de vrouw van mijn leven vinden, dan kies ik toch echt voor het laatste. Ik speel nu ook al in een band. Misschien dat het nooit wat wordt, misschien wel. Maar zo kan ik toch met mijn muziek bezig zijn. Maar de vrouw van je leven hoop ik maar eens in mijn leven te vinden. En ik hoop, dat Aud dat voor me is.’
Chantal knikt begrijpend. ‘Ik heb het geluk gehad, dat John me stimuleert om verder te gaan. Ik wil juist heel graag kinderen, maar studeren en kinderen, dat gaat niet goed samen. Dus motiveert hij me om eerst mijn opleiding af te maken, en dan aan kinderen te beginnen. Dat is moeilijk en ook zwaar. Maar als ik echt ooit een keuze moet gaan maken voor de muziek of mijn gezin, dan kies ik voor mijn gezin. Muziek is mooi, ik zou er zelfs mijn brood mee kunnen verdienen. Maar muziek geeft me niet het warme gevoel van liefde. Het is een hele andere emotie. Het is wat je zegt, een droom. Dromen kun je missen, de liefde van een gezin, je man en je kinderen niet.’
Ik sla mijn arm om Chantal heen. Ik ben trots op haar.
Finn zegt dan: ‘Maar hoorde ik jullie gisteren nog vertellen, dat jullie naar de Big Power Meet gaan? Daar willen enkele vrienden van me ook heen gaan. En ik ben van plan ook mee te gaan. Ik heb dan nog geen wagen, maar die wil ik me ook ooit een kopen.’
‘Leuk! Maar ik geloof, dat Aud met haar ouders ook daarheen wilde gaan. Haar ouders hebben daar een vakantiewoning, geloof ik. Dat moet je haar eens vragen!’
‘O, dat wist ik nog niet. Maar het duurt nog even, totdat die meeting is. Misschien zie ik jullie dan weer!’
‘Ons te vinden, dat is niet zo moeilijk. We weten onze standplaatsen al. We hebben premium plaatsen gekregen, omdat onze band een plaats krijgt op een van de kleinere podia.’
‘Spelen jullie in een band?’
Chantal lacht. ‘Zo ongeveer. We zijn niet echt lid van de band, maar we zingen wel vaak mee. Maar misschien zijn we tegen die tijd wel lid, maar de tijd zal het leren! Dan zal John zijn Cadillac ook bij hebben. Die moet immers de caravan trekken!’
Er komt nog een jongeman bij ons staan. ‘O, en dit is mijn beste vriend Kai. Van hem is die El Camino daar.’
‘Ah, ik had hem al gezien. Mooie wagen.’
Kai stelt zich even aan ons voor. ‘Mooie Dodge! Je ziet ze niet vaak meer in deze toestand!’
Chantal glundert. ‘Dank je! Ik ben er ook heel erg trots op!’
Kai kijkt verbaasd. ‘Dit is jouw wagen?’
Chantal kijkt Kai een beetje verbolgen aan. ‘Hoezo, mag een vrouw zo’n wagen niet mooi vinden dan?’
‘Natuurlijk wel! Maar omdat dit eigenlijk best wel een sportiever model is, ook vanwege de wegligging, had ik dat niet zo verwacht!’
Chantals blik verzacht weer. ‘Toen John me die wagen liet zien, was ik meteen verkocht. De kleur, de vorm, de lijnen van de wagen. Ik vond de wagen meteen mooi. En John heeft er ook niets aan hoeven doen, alleen hebben we nog een gasinstallatie ingebouwd, zodat ik de wagen dagelijks kan rijden.’
Kai kijkt weer verbaasd. ‘Je rijdt deze wagen dagelijks?’
‘Nu wel, maar voor de komende winter wil John me een andere wagen kopen. Dat vind ik ook beter, het zou zonde zijn als deze wagen zou gaan roesten door al dat zout‘.
‘Maar dan nog. Dan ziet deze wagen er zeker nog heel goed uit! Respect!’
Dan zegt hij tegen mij: ‘En jij hebt een Cadillac?’
‘Ja, een De Ville uit 1964. In werkelijk prachtige staat. Maar heb ik jou vorig jaar niet ontmoet op de Big Power Meet? Je stond te praten met mijn vriend Daan bij onze tentjes. We rijden allemaal in een Cadillac.’
‘Ah, dat klopt! Ik meende al, dat ik je herkende! Wat is de wereld toch klein! Maar dit jaar kom ik met een nieuwe wagen. Die is bijna klaar. Een Dodge Challenger R/T 440 Magnum uit 1970. Helemaal origineel gerestaureerd, zelfs met de originele wielen. Alleen geen matching numbers, maar je kan niet alles hebben.’
‘Mooi! Die zal ik zeker graag willen zien. Ik ben zelf ook nog bezig met een restauratie, maar die zal ik volgend jaar wel bij hebben. Maar dat is geen auto, maar een Airstream-caravan.’
‘Cool! Dat zijn zulke mooie dingen!’
‘Hij zal dan wel niet origineel meer zijn, maar de buitenkant zal er als nieuw uit zien. We hebben hem van de grond af opnieuw opgebouwd. Dat is al allemaal klaar, we zijn nu bezig met de inrichting. En aangezien het een best grote caravan is, heeft dat wel zijn tijd nodig.’
‘Als we je daar zien, drinken we er samen een, afgesproken?’
We wisselen email en telefoonnummers uit, en rijden dan weer terug naar huis.
We wandelen nog een lekker groot stuk met Renn, als Sheila me opbelt.
‘Hey, neefje van me!’
‘Sheila! Wat leuk dat je belt?’
‘Ja, maar we zijn helaas al op de terugweg. Jullie vertrekken morgenavond toch?’
‘Ja, we willen nog ergens overnachten, zodat we ons niet hoeven te haasten.’
‘Misschien dat we elkaar nog net treffen. Je huis hebben we helemaal zuiver achtergelaten. En ik moest je zeggen, dat Geir zich een Cadillac heeft gekocht via Daan. Die moet nog uit America komen, maar daar zal Geir de komende tijd wel zoet mee zijn.’
‘Nou, dan hebben we wel wat paraat gemaakt hier, Sheila. Sean wil zich nu ook al zoiets kopen!’
Sheila lacht. ‘Och god, dan weet ik al waar de rest van de zomer over gepraat wordt! Maar hoe gaat het met Hilde?’
‘Fantastisch! Ze kan nu ook al zonder stok lopen, maar gebruikt die soms nog wel. Maar het gaat al stukken beter! Je kunt gewoon zien, dat ze er beter aan is, en dat ze er erg blij mee is. Dus dat is goed afgelopen!’
‘Oh, daar ben ik echt blij om! Verder nog leuke dingen beleefd?’
‘Ja, gisteren hebben we hier nog een karaokeavond gehouden, was erg leuk. En zo hebben we weer nieuwe vrienden gemaakt. En hoe is het jullie vergaan?’
‘Ook erg leuk. We zijn bij een oefensessie van jullie band geweest. Dat was erg leuk. Maar we zijn blij toch weer thuis te zijn.’
‘Dat zal voor ons ook gelden. Maar er zijn wel meer dingen gebeurd, Sheila. Maar dat zal je nog wel allemaal te horen krijgen. Dan hoop ik je morgenavond nog te zien!’
Ik beëindig het gesprek en we lopen verder. Nog lekker genieten van de omgeving en de natuur, en ook van de laatste dagen van onze vakantie. En zo genieten we ook nog ’s avonds. We kijken hoe de zon de hemel mooi rood kleurt, terwijl we langs elkaar in een tuinstoel liggen. Simpele dingen, die het leven zo mooi maken. Zeker als je verliefd bent, en samen met je vriendin dit mag bewonderen. Dat maakt je zo gelukkig…
De volgende dag staat in het teken van inpakken en poetsen. Ook de Dodge wordt nog eens opgepoetst, en dat doet de dag snel voorbij gaan. Sean en Hilde komen nog eens langs om afscheid te nemen, deze twee mensen zijn in korte tijd vrienden geworden. En we moeten ze beloven, dat we weer eens terugkomen. En dat zijn we ook echt van plan, want de vakantie was echt heerlijk en voor herhaling vatbaar. We hebben dan nog contact met Sheila, die rond vijf uur arriveert. Het is een leuk weerzien, maar helaas kunnen we niet al te lang blijven. Rond zeven uur moeten we toch echt gaan en rijden we weg, met pijn in ons hart. Dat is toch nog goed drie uren rijden, en het is maar goed, dat Sheila ons hotel heeft gebeld, zodat we nog zo laat terecht konden. We gaan weer ’s morgens verder, na een heerlijk, maar eenvoudig ontbijt, waarbij we echt niets te kort kwamen. Het weer is echt prachtig, maar er beginnen zich donkere wolken te pakken richting het zuiden. Maar het blijft droog, tot we net de veerboot inrijden. Dan begint het er met bakken uit de hemel te vallen. Alsof Noorwegen treurt dat we vertrokken zijn, en zo voelt het ook voor ons.
We genieten dan de lange overtocht naar Duitsland, waarna we nog zo’n 600 kilometer naar huis moeten afleggen. Dat doet de wagen echt zonder problemen. Het afstellen van de wagen heeft een positief effect gehad op het brandstofverbruik, wat natuurlijk altijd wel prettig is. In de late namiddag komen we thuis. Maar daar wacht ons een verrassing. Al onze vrienden zijn gekomen om ons weer welkom te heten.
Dat is nog eens een leuke verrassing! Het wordt meteen een tuinfeest, waarbij we natuurlijk alles vertellen over wat we allemaal beleefd hebben en gezien hebben. Natuurlijk laten we de pikante details eruit, maar we laten wel wat weten over de JomFru Stein. Gerard heeft zelfs het podium opgebouwd voor de band, die natuurlijk speelt.
Maar dat is niet de enige verrassing, die ze voor ons hebben. Chantal en ik krijgen allebei een jas van Gerard, we worden ereleden van de band. Daar zijn we natuurlijk zeer vereerd door, maar ik kijk mijn vriend Daan even schuins aan, omdat ik vermoed, dat hij achter dit alles zit. En dat blijkt ook zo te zijn, kom ik later achter, hoewel Gerard ook al een tijdje met dat idee rondliep. Het is hun manier om ons te bedanken voor alles wat we doen en gedaan hebben.
Gelukkig blijft niet iedereen heel lang, en rond middernacht kunnen we dan toch naar bed toe om wat te bekomen van de lange reis. We zijn dan ook zo moe, dat we al bijna slapen, zodra ons hoofd ons kussen raakt.
De volgende morgen ben ik weer lekker vroeg wakker, door geluid van beneden. Het is Joey, die net terugkomt van zijn rondje rennen.
‘Hey, ik heb je gisteren gemist!’
Joey glimlacht. ‘Sorry, ik was druk bezig. Veerle heeft komend weekend wedstrijden, en Otto had geen tijd om haar te trainen. Dus heb ik dat op me genomen.’
‘Ja, dat had je me al verteld, maar ik had gehoopt je toch nog even te zien. Maar dat is niet erg, Joey. Nog iets gehoord van de woningbouw?’
Joey schudt zijn hoofd. ‘Ik heb ze nog eens gebeld, er is nog geen woning vrij, maar ik sta nu wel twee op de lijst. Dus er kan ieder moment iets vrij komen.’
‘Kijk, dat is toch ook nieuws! Want afgelopen vakantie is er wel weer iets gebeurd, dat voor ons wel effect heeft. We krijgen misschien een buitenlandse studente, die we dan in jouw kamer willen huisvesten. Dat is nog niet helemaal zeker, maar ik denk wel dat het gaat gebeuren.’
‘En ik dacht, dat jullie wat rust zouden willen?’
‘Dat weet ik, maar je weet hoe dat gaat. Bovendien is dat meisje best getalenteerd. Als ze hier komt, dan zal ze met Chantal meegaan naar het conservatorium. En dat helpt Chantal weer met haar werk, en bovendien hebben we afgesproken, dat ze ons dan hier in huis moet gaan helpen.’
‘Hoe oud is ze?’
‘Nog maar net achttien. Maar ze is een leuke meid, en ze kan al wat Nederlands, omdat ze vlak naast Sheila woont, en van haar Nederlands heeft geleerd. Dat zou haar hier wel het leven gemakkelijker maken, hoewel de lessen ook wel in het Engels worden gegeven.’
‘En ze komt dan helemaal naar hier heen om naar het conservatorium te gaan. Hebben ze die niet in Noorwegen?’
‘Jawel, maar het is daar erg duur om een kamer te krijgen. En zo rijk zijn hun ouders ook weer niet. Natuurlijk zou Eira ook kunnen werken, maar dan nog zou het erg duur zijn. En haar ouders hebben nu kunnen regelen, dat het schoolgeld hier ook betaald wordt, want leren in Noorwegen is gratis. En nu wordt daar een groot gedeelte van betaald. En dan zouden ze alleen nog moeten betalen voor haar kost en inwoning hier. Maar jij weet inmiddels wel, hoe dat werkt!’
Joey knikt. ‘Dan is ze hier in de allerbeste handen, John! Dat weet ik zeker!’
We zetten samen dan het ontbijt klaar, terwijl niet veel later Chantal naar beneden komt. Chantal begroet Joey enthousiast met een omhelzing. ‘Joey! Waar was je gisteren? We hadden je nog wel even verwacht!’
Joey glimlacht en legt haar uit, waarom hij er niet kon zijn. Ik zeg dan: ‘En natuurlijk heb je er ook meteen van geprofiteerd, dat haar ouders er niet waren!’
Joey grijnst. ‘Natuurlijk! Ik ben ook niet gek!’
We praten nog wat kort, maar Joey moet naar zijn werk, terwijl Chantal en ik nog een dag vrij hebben. Morgen mogen we weer aan de slag. We laten Renn uit, die ook duidelijk blij is om weer thuis te zijn. Ze rent met grote sprongen vooruit en komt dan weer net zo hard terug gerend. Maar terwijl we aan het wandelen zijn, krijgt Chantal telefoon van haar werk. Ze neemt op, en ik merk meteen, dat ze best schrikt van het telefoongesprek. Even later hangt ze op.
Ze kijkt beduusd en zegt: ‘Verdorie! We hebben zo hard getraind om dat muziekstuk te kunnen opvoeren, en nu is onze belangrijkste zanger ziek. Hij heeft een aandoening aan zijn stembanden, en mag minstens twee maanden niet meer zingen!’
‘En nu? Gaat nu die opvoering niet door?’
‘Die opvoering gaat wel door, maar we komen wel iemand tekort. Dat zou betekenen, dat die ene alle voorstellingen moet doen, en dat is wel wat veel. Dus nu moet ik nog iemand zoeken, die ik in die tijd nog alles kan leren.’
‘Oei, en ik meen, dat je zei, dat die opvoering al over twee weken is?’
Chantal knikt. ‘Ja, kan op zich wel, maar dat is wel heel erg moeilijk! En dan moet ik zo snel ook nog iemand vinden!’
Chantal zit meteen in zak en as. Ik probeer haar te steunen, want ik weet hoe belangrijk dat voor haar is. Opeens springt ze op en kijkt me aan. ‘John, en als jij dan zou invallen? Ik bedoel, je kent al vrijwel alles!’
Ik kijkt verbaasd en lach. ‘Chantal, dat kun je toch niet menen! Dat ga ik echt niet doen! Ik vind zingen prima, maar zolang het maar voor mijn plezier is.’
Ze kijkt me smekend aan. ‘Alsjeblieft! Mijn beoordeling hangt ervan af! Je weet toch hoe belangrijk dit voor me is!’
‘Ja, dat weet ik wel, Chantal! Maar kun je echt van me verlangen, dat ik opeens opspring, en voor een heel publiek ga optreden? Zoiets heb ik nog nooit gedaan!’
Chantal begrijpt mijn bezwaren. Maar ze geeft toch niet op. ‘Maar als ik echt niemand anders kan vinden, John? Wil je het dan echt niet doen?’
Ik zucht eens diep. Ik weet hoe belangrijk dit voor haar is en ik wil haar ook weer niet helemaal alleen hierin laten staan. Ik zucht nog eens en zeg dan: ‘Oké, als je echt niemand anders kan vinden. Maar ik wil wel, dat je eerst op zoek gaat. Dit is echt niet, wat ik graag doe, Chantal. Maar ik wil je ook niet alleen laten staan.’
Chantal vliegt me om mijn nek en geeft me een zoen. ‘O, dank je, John! En ik weet, dat je dit eigenlijk niet graag doet. Dus ik zal echt zoeken naar iemand anders, maar het fijn om te weten, dat je me zou willen helpen.’
Ik glimlach, maar vooral om haar uitbundigheid en haar blijdschap. Maar ik zie het echt niet zo zitten om daar voor een hoop mensen op een podium te gaan zingen. Nu vind ik het zingen nog niet eens zo erg, maar er komt ook wel iets van acteren bij, en dat vind ik ronduit eng! Maar wat kon ik anders doen? We lopen zwijgzaam terug naar huis, en het valt Chantal op, dat ik wat stilletjes ben.
‘Ik ga heus wel zoeken naar iemand, die het van Jerome kan overnemen, John!’
‘Dat weet ik wel, maar ik voel me er gewoon niet prettig bij. Zingen, dat gaat wel. Dat heb ik inmiddels al meer gedaan, maar ik kan echt niet acteren. En daarbij vind ik dat zo eng!’
Chantal lacht. ‘Dus je bent niet bang om met iemand de ring in te stappen, die je flink had kunnen verwonden, je bent niet bang om op een bruiloft te zingen, maar je bent wel bang om af te gaan op een podium, waar je een kleine rol moet acteren?’
Ik knik. ‘Ik kan er niets aan doen, Chantal. Dat vind ik nu eenmaal erg eng. Ik hou er niet van om me anders voor te doen, dan ik ben!’
Maar Chantal moet nog steeds lachen. ‘Wat is nu het engste, wat je tot nu toe ooit gedaan hebt, John?’
Nu moet ik lachen. ‘Wil je dat echt weten? Dat was, nadat je me voor het eerst gekust had, en ik weer terug naar je ouders ging. Toen moest ik een klein beetje acteren, en dat voelde absoluut niet prettig!’
Chantal lacht. ‘Dat kan ik me helemaal voorstellen. Maar goed, dat je mijn moeder toen nog niet goed kende!’
Ik lach hard. ‘Ja, dat is maar goed ook! Maar ja, toen was het kwaad al geschied!’ Ik kijk Chantal aan en vraag: ‘En wat was voor jou het engste, wat je ooit gedaan hebt, Chantal?’
‘Of het eng was, dat weet ik niet. Wel het moeilijkste. Maar het is wel iets, waar ik geen enkele seconde spijt van heb gehad, dat ik het gedaan heb! Dat was jou opeens overrompelen en te kussen. Want ik wist, als ik het niet zou doen, dat ik eeuwig spijt zou hebben. Maar ik wist, dat jij en Melissa al eens gezoend hadden. En…’
Ze slikt iets weg, en draait zich dan weg. ‘Wat is er, Chantal?’
Ze schudt haar hoofd. ‘Weet je, John? Ik zag je al eerder het plein op lopen, samen met Melissa. En toen al wenste ik, dat ik de vrouw was, die naast je mocht lopen. Ik vond je al meteen knap! En toen zag ik Melissa je kussen, en ik zag dat je ook een beetje overrompeld was. Misschien dat ik daarom toen zo heftig reageerde, dat durf ik niet met zekerheid te zeggen.’
Ik glimlach, maar ik ben wel een beetje verrast. Dit heeft ze me nog nooit eerder verteld.
‘Ik had ongeveer hetzelfde, Chantal. Het gekke is, dat jij en Melissa er bijna hetzelfde eruit zien, maar toen ik je daar op dat podium zag staan, had ik meteen iets van: Wauw, wat een vrouw! Je zong zo mooi, en met die jurk zag je er fantastisch uit! Terwijl, als ik Melissa en jij naast elkaar zet, nauwelijks een verschil kan zien. Met Melissa had ik niet meteen die klik, die ik met jou wel had!’
Chantal glimlacht. ‘Dat heb je soms, John. Maar waarom heb je dan nog zo lang gewacht? Ik bedoel, je had het toch ook meteen tegen Melissa kunnen vertellen, dat je geen klik voelde?’
‘Dat weet ik eigenlijk niet. Het was wel leuk om begeerd te worden door twee mooie vrouwen, misschien daarom. Maar ik wist, dat ik een keuze moest maken, en gelukkig werd me die keuze heel gemakkelijk gemaakt.’
Ik trek Chantal dicht tegen me aan, en ze kijkt me glimlachend en vol liefde aan. En ik weet weer meteen, waarom ik haar gekozen heb. En daar heb ik geen milliseconde spijt van.
We lopen dan weer naar huis. Daarna ga ik aan de slag om mijn Cadillac klaar te maken voor de zomervakantie, die moet immers een lange rit maken naar Zweden, en ook nog eens een caravan slepen. Dus moet de wagen helemaal in orde zijn. Nu is dat geen heel moeilijk werk, olie vervangen, remmen controleren, van dat soort klusjes. En ook de caravan wordt door mij goed nagekeken. En dat blijkt ook maar goed, want een van de banden blijken haarscheurtjes te hebben, die ik eerst niet heb gezien. En de linker achterlamp doet zijn werk niet helemaal zoals het hoort. Nu heb ik daar nog de tijd voor om dat te repareren. Maar dat levert geen enkel probleem op. Ik gooi de wielen van de caravan in mijn Cadillac en ga daarmee naar de bandenboer. Die zet me er een nieuwe set op, en merkt dan bij de Cadillac op, dat de banden nog wel goed zijn, maar wel te oud beginnen te worden. Dat was me niet opgevallen, maar de man heeft gelijk. Dus daar leg ik dan ook maar meteen nieuwe banden op. Better safe, than sorry! En daarmee keer ik huiswaarts. De banden zijn snel gemonteerd op de caravan, waarop ik de caravan buiten neerzet om te wassen. Chantal neemt zich van de gelegenheid gebruik om de binnenkant nog eens te poetsen, terwijl ik de buitenkant voor mijn rekening neem. Als ik daarmee klaar ben, haal ik de enorme voortent eruit, die uit twee delen bestaat, en probeer die op te zetten. Maar dat is gemakkelijker gezegd, dan gedaan. Het ene deel, dat is vrij eenvoudig, die hebben we al eens eerder opgezet. Maar het tweede gedeelte, eigenlijk het grootste gedeelte, hebben we nog niet eerder opgezet. Dat zou wat extra ruimte opleveren, waar zelfs nog wat kamers in zitten. Maar samen met Chantal lukt het me om dat gedeelte ook op te zetten. Maar daar zitten helaas wel wat gaten in. Chantal komt op het idee om daarvoor Melissa te bellen, wat ze dan ook gelijk doet. Tegen het einde van de middag komt Melissa dan ook, samen met Daan, om de schade op te nemen. Daan begroet me en zegt: ‘Zo, dat is een enorme voortent! Die had je met de bruiloft niet bij!’
‘Nee, dat was ook niet nodig. Maar nu willen we echt op vakantie gaan, en dan is dat een andere zaak. Maar er zitten wel nog een paar scheuren in.’
Melissa is de scheuren al aan het bekijken en komt even later rapport uitbrengen.
‘Het is nog wel te maken, maar het zal er niet mooier op worden, John.’
‘Dat maakt me niet uit, trouwens, die zitten toch niet op een zichtkant. Maar je kunt het wel maken?’
Melissa knikt. ‘Maar daar wil ik wel iets voor terug, John!’
Ik kijk verbaasd, dat had ik niet zo verwacht. Melissa glimlacht. ‘Geen zorgen, ik hoef echt geen geld of zo. Maar Daan wil zijn aanhanger meenemen, en ik heb niet echt zin om in een kleine tent te gaan slapen. En deze voortent is zo enorm groot, daar zijn nog wel een paar slaapplaatsen over. Als we daar gebruik van mogen maken, dan maak ik je die gaten wel.’
Ik lach. ‘Als het dat maar is! Natuurlijk mogen jullie daar wel gebruik van maken! Dat hadden jullie zo ook wel gemogen, hoor!’
Melissa grijnst. ‘Dat weet ik, maar ik had gewoon zin om je te plagen.’
Ik vraag dan: ‘Hoe wil je dat dan maken? Die scheuren zitten vrijwel in het midden!’
‘Op school hebben ze een naaimachine, juist voor zulke dingen. Speciaal voor zeilen. Die mag ik wel even lenen.’
‘O, dat zou wel fijn zijn. Je weet maar nooit met het weer, daar in Zweden. Maar ik neem ook een paar ventilators mee. Vorig jaar was het stervensheet!’
Daan knikt. ‘Ja, dat kan ik me goed herinneren. Maar misschien heb ik een beter idee, John! In het kantoor stond zo’n mobiele airco. Die heb ik niet meer nodig, misschien zouden we die kunnen gebruiken in de tent om het wat koeler te maken? Dan in combinatie met de ventilators?’
Ik kijk Daan verbaasd aan. Dat kon best wel eens een goed idee zijn. We gaan dan in de voortent zitten. Die is echt enorm. Melissa zucht eens diep. ‘Ik vind het wel jammer, dat we dit jaar niet op vakantie kunnen. Dat zit er gewoon niet aan voor ons.’
Ik kijk Daan aan. ‘En ik dacht, dat je het zo druk had?’
‘Dat is ook wel zo, maar ik heb wel flink geïnvesteerd, en dat moet allemaal terugverdiend worden, John. Het is niet zo, dat we geen tijd hebben om op vakantie te gaan, maar we moeten het gewoon wat zuinig aan doen. In ieder geval dit jaar.’
Chantal kijkt me aan, en ik weet al precies, wat ze bedoelt. Ik knik tegen haar en Chantal zegt dan: ‘En als jullie dan met ons meegaan naar Mellerud? De camping daar kost echt niet zo veel, en we zijn ook niet van plan het heel duur te maken. En zoals je ziet, is de voortent meer dan ruim genoeg!’
‘Maar jullie wilden toch even wat tijd alleen?’
‘Dat klopt wel, maar jullie zijn familie en goede vrienden. Bovendien hebben we toch Joey en Veerle met ons mee, dus echt alleen zijn we dan ook weer niet.’
Daan kijkt Melissa even aan. Hij heeft er wel zin in. Melissa kijkt Daan smekend aan. Ze heeft er nog wel meer zin in. Dan zegt Daan: ‘En hoe gaan we dat dan financieel doen? We willen best wel, maar zoals ik al zei, echt veel heb ik dit jaar niet meer te besteden.’
‘Je betaalt gewoon de overnachtingen voor jullie twee en voor het parkeren van je wagen, dat kan ik wel voor je doen. En dan delen we de kosten voor het eten, zoals we nu ook al voor Joey en Veerle doen. Dat is echt geen wereldbedrag.’
Ik laat Daan zien, hoeveel de camping kost, en dan is hij al meteen om. Zodra Daan toestemt, springt Melissa meteen op en roept: ‘Yes! Dus toch vakantie!’
Ik kan alleen maar glimlachen, en ik zeg tegen Daan: ‘Nou, dan is dat ook geregeld. Ik zal wel contact opnemen met de camping, of ze ook nog plaats hebben voor jouw wagen met aanhanger. Dat laat ik je dan wel weten.’
Daan knikt blij. ‘Je bent echt een goede vriend, John. Ik vond het al zo erg, dat ik Melissa moest teleurstellen. Maar anderhalve week kunnen we ons nog wel veroorloven, als we ten minste geen gekke dingen doen.’
‘Ach, wie weet, kun je er nog goede zaken doen, Daan. Welke wagen wil je meenemen voor de verkoop?’
‘Ik twijfel nog. Ik zou er nog veel meer mee willen nemen. Dat is ook de reden, waarom ik nu even zo krap zit. Ik heb namelijk een hele partij opknappers gekocht in één koop. Dat is een risico, maar ik denk, dat het risico waard was. Daarvoor ben ik even op en neer naar America gereisd. Ik moest weten, of het de moeite waard was. Ze zijn allemaal wel in redelijke staat, maar niet echt goed. Maar van de meesten is nog wel wat te maken. Het was een partij van tachtig wagens, waar er maar vijftig de moeite waard waren. Maar ik kon ze wel kopen voor de totale prijs van tachtigduizend. Het kost me verder wel een fortuin om ze hier te krijgen, en dan moet ik nog wat regelen om ze zolang te kunnen laten, maar dan heb ik wel voorlopig meer dan genoeg voorraad.’
‘Wauw, je pakt het nogal groot aan!’
‘Soms krijg je zo’n kans. Deze wagens stonden te koop bij iemand, die onlangs was overleden, en deze wagens verzameld had. Alleen deed hij er niets mee, zo jammer! Maar ja, ik hoorde ervan, en ik heb meteen toegeslagen. Maar nu heb ik wel even geen rode cent meer te makken!’
‘En je hebt Geir nog een wagen verkocht?’
‘Die zit daarbij. Dat was een meevaller voor Geir, maar ook voor mij. Want met dat geld kon ik de deal net sluiten. Geir krijgt daar een hele mooie wagen voor, met niet al te veel werk.’
‘Maar waar laat je 50 wagens, Daan?’
‘Daar heb ik al een oplossing voor. Bij Geert Huijbers kan ik het overgrote deel stallen. Die heeft al tijden zijn stallen leeg staan, en ik kon ze van hem huren voor niet al te veel geld. Ik verwacht, dat ik er daar zo’n veertig in kan stallen, de rest wil ik zo snel mogelijk verkopen.’
Melissa zegt daarop: ‘Het kan zelfs betekenen, dat mijn Topolino misschien niet meekan. Daan wil graag twee wagens voor de verkoop meenemen…’
‘Dat zou erg jammer zijn! Je hebt er zoveel werk in gestoken!’
Melissa knikt treurig. ‘Dat is inderdaad jammer, maar ik heb er wel al in gereden! En we hebben de wagen laten schatten voor de verzekering, en die hebben ze op negentienduizend euro geschat!’
Ik fluit eens door mijn tanden. ‘Dat is niet mis! Dan heb je goede winst gemaakt, als je die voor dat geld kunt verkopen!’
Melissa kijkt Daan aan. ‘Als we dat eens deden, Daan? Dan kan ik mijn Topolino toch meenemen, en je kunt hem dan ook verkopen.’
‘Maar je hebt er zo hard voor gewerkt! Weet je het zeker?’
Melissa knikt. Dan grijnst ze en zegt: ‘Maar dat wil niet zeggen, dat ik daarna geen andere wil! Ik vond die blauwe cabriolet, die je in die partij gekocht had, ook wel leuk. Maar ik weet ook wel, dat ik die niet zomaar erbij kan houden. Dan moet ik kiezen, en dan vind ik die blauwe toch net wat leuker!’
Daan kijkt verbaasd, maar moet dan lachen. ‘Volgens mij heb je ook wel een beetje het autovirus te pakken!’
Melissa glimlacht. ‘Kan het ook anders? Thuis zit ik de hele dag tussen de benzinedampen in!’
Daan zegt dan: ‘Als je het zeker weet, dan mag dat van mij! Ik weet zeker, dat er interesse in de Topolino zou zijn. En ik denk, dat we die ook voor rond de zeventienduizend kunnen verkopen.’
Melissa knikt nog eens. ‘Maar krijg ik dan die blauwe?’
‘De Nash? Ja, als je dat echt wilt, dan mag dat. Ik vind dat ook wel een leuke wagen. Alleen de motor is kapot, maar daar weet ik wel een oplossing voor.’
Ik zeg tegen Daan: ‘Laat eens zien, wat je je allemaal gekocht hebt!’
Daan pakt zijn telefoon en laat ons een hele serie foto’s zien van oude wagens. Ze zien er inderdaad niet allemaal erg goed uit, maar ze zijn zeker nog de moeite waard. Ook de Nash, die Melissa zo graag wil hebben, ziet er nog best goed uit. Er is wel wat laswerk aan, en de motor is kapot, maar dat moet wel op te lossen zijn. En ik kan me best voorstellen, waarom Melissa graag deze wil hebben. Het is een leuk model, en ook niet zo alledaags. Net iets groter dan de Topolino en misschien ook wel wat praktischer.
‘Aan die Rambler is anders toch nog flink wat werk, Daan. Het ziet er niet slecht uit, maar er moet werkelijk nog alles aan gebeuren!’
‘Ach, dat komt wel goed. Bovendien kan ik daar Joey op loslaten, als die even niets te doen heeft. En de motor, daar ga ik niets meer aan doen. Maar ik weet, dat er nog een losse motor bij de partij zit van een wat nieuwer type, met wat meer vermogen. Dat ga ik proberen in te passen, en dan is dat probleem ook opgelost. Dan is de wagen wel niet meer origineel, maar wel beter om mee te rijden.’
Ik lach. ‘Dat los je wel op, Daan.’
‘Dat komt allemaal wel weer goed, daar maak ik me geen zorgen om. Maar waar ik eigenlijk voor kom, is om jou te vragen of ik hier dan nog de rest zo lang mag stallen. Ze mogen best buiten staan, en zelfs achter de loods, maar ik moet ze gewoon ergens kwijt!’
‘Misschien weet ik een oplossing, Daan. Ik wil achter de loods een schuur en stal gaan maken. Gewoon van hout, niets bijzonders. Chantal wil daar wat kippen en geiten gaan houden. Die zouden dan aan de rechtse kant van de loods moeten komen staan, waar nu nog die bomen staan. Daar wil ik er enkele van omzagen, zodat die dieren daar ook plaats hebben om te lopen. Maar aan de linkerkant wil ik eigenlijk een overkapping maken. Die zou ik wat groter kunnen maken, en dan kun je daar met wat passen en meten ook wel een stuk of 5 wagens kwijt. En als we binnen de wagens nog wat beter zetten, passen daar ook wel enkele wagens meer in. Maar ook al ben je mijn beste vriend, dat kan ik niet allemaal gratis doen!’
‘Dat weet ik wel, en dat is ook niet erg. Alleen heb ik op het moment niet veel geld, John. Ik zou je hoogstens een van die wagens kunnen geven, of je pas veel later betalen.’
Ik denk even na. Dan herinner ik me een van de foto’s, die Daan me heet laten zien.
‘Ik weet een deal voor je. Bij die partij zat ook een Plymouth Fury Station wagon? Daar heb ik op zich wel interesse in. Kun je daar iets mee?’
Daan kijkt me verbaasd aan. ‘Wat wil je daar nu mee?’
‘Gewoon, een daily driver van maken. Bovendien heeft die ook een beetje de stijl van mijn Cadillac. Zeg maar wat je ervoor wilt hebben, dan komen we er wel aan uit!’
Daan pakt zijn telefoon, want hij moet wel even kijken, wat hij voor die wagen betaald heeft. Maar uiteindelijk komen we er samen uit, en moet ik wat bijbetalen, want de wagen is meer waard, dan ik aan Daan voor huur wil vragen. Maar we hebben allebei een goede deal, en daarbij is Daan dan alweer een van zijn wagens kwijt.
Chantal heeft alles in stilte zitten luisteren, en als Melissa en Daan weer naar huis toe gaan, staat ze op en geeft me een zoen. Ze zegt glimlachend: ‘Dus je hebt jezelf nog een wagen gegund, John?’
Ik knik en zeg dan: ‘Ik had het je eigenlijk eerst even moeten vragen, Chantal. Maar ik wilde er ook met Daan aan uit komen.’
Chantal glimlacht. ‘Dat is wel goed, John. Maar wil je daar dan ook dagelijks in gaan rijden?’
Ik knik. ‘Dat is wel de bedoeling. Ik hoop dan wel, dat de caravan klaar is, als ik hieraan ga beginnen. Maar als je wilt, mag je ook gerust meehelpen!’
Chantal lacht. ‘En misschien doe ik dat ook nog wel! Ik vond het best leuk om die Topolino samen met Melissa op te bouwen. Maar deze zal wel flink wat groter zijn, denk ik zo.’
Ik knik en laat haar dan wat foto’s zien van een gelijksoortig model. Ze begrijpt meteen, waarom ik deze wagen wil hebben. Qua uiterlijk heeft de wagen iets van een Cadillac, minstens zo groot, maar het zou me ook de ruimte bieden om eens wat spullen mee te nemen, zoals ik dat nu ook gewend ben van mijn huidige wagen. En ze is het meteen met me eens, dat het een leuke dagelijkse wagen zal worden, waarmee je zeker gezien mag worden. Bovendien, de caravan is over niet al te lange tijd klaar, en dan heb ik ook wat nieuws om handen.
Ik trek Chantal op mijn schoot en geef haar een zoen. Haar blik doet mijn hart smelten, en me beseffen, hoeveel ik van haar houd. Ze is in alles een droomvrouw. Want ik vind het nogal bijzonder, dat ze mijn voorliefde voor oude wagens heeft omarmd en zelfs mee wil doen. Daarvoor halen menige vrouwen hun neuzen voor op, maar niet Chantal. Ze geeft er niets om, dat haar nagels smerig worden, of dat ze wat smerig wordt bij het sleutelen. Daarvoor was het gezamenlijke project met haar zus een goede proef. En met dit nieuwe project kunnen we samen er wat van maken. Ook al doen we dat nu ook al met onze caravan. Hoewel de voortgang daarvan flink vordert, is het nog verre van klaar. De slaapkamer en het woongedeelte zijn nu grotendeels klaar, we zijn nu bezig met de badkamer. De keuken staat ook wel grotendeels, maar omdat vanaf hier de meeste stroomleidingen lopen, hebben we dat nog niet helemaal afgemaakt. Maar het begint nu wel vorm te krijgen. Nog een half jaar flink doorwerken, dan zal de caravan wel klaar zijn, en dat is al veel sneller, dan ik ooit had durven dromen! Maar ik wil er ook graag weer airco in plaatsen. De originele installatie heb ik laten inspecteren, maar dat bleek helaas toch niet meer in zo’n goede conditie te zijn, als we hoopten. We hebben overwogen om de airco dan maar te laten, maar met het oog op de warme zomers van de laatste jaren, en dat de Airstream van blinkend metaal is, wordt het dan een bakoven. En er zijn nog een aantal dingen, die ik graag nog wil aanpassen. Op een website in de VS heb ik een originele luifel kunnen vinden, die nog nieuw in de rekken lag. Kostte wel een aardige duit, maar ook die gaat gemonteerd worden, maar ook aangepast worden, zodat we het als een soort voortent kunnen gebruiken, met wat extra panelen. En om alles goed te doen, nemen we ons flink de tijd. We hebben immers nog een caravan.
Met dat alles in mijn gedachten kijk ik Chantal aan. ‘Ik hou van je, Chantal! Meer dan ik je ooit duidelijk kan maken!’
Chantal glimlacht. ‘Dat weet ik, John. Je laat het me op meerdere manieren weten, maar het is wel leuk om het zo nu en dan eens uit je mond te horen.’
‘Ik zou echt niet meer weten, wat ik zonder jou zou moeten! Je hebt mijn wereld zo verrijkt!’
Chantal glimlacht weer breder. Dan zegt ze: ‘En ik zou ook niet weten, wat ik nog zonder jou zou moeten doen, John. Maar ik heb nog wel een klein slecht berichtje.’
Ik kijk haar verbaasd aan. ‘Wat is er dan?’
Chantal lacht als ik meteen zo bezorgd reageer. ‘Het is niet erg, alleen jammer! Ik ben vanmorgen weer ongesteld geworden, dus ik ben niet zwanger geraakt.’
Ik slaak een zucht van verlichting. ‘O, dat is inderdaad wat minder nieuws, maar geen reden om er meteen mee te stoppen, of wel?’
Chantal kijkt me aan en zegt: ‘Misschien wil ik het toch nog even uitstellen, John. Waar ik nu mee bezig ben, dat is zo ontzettend belangrijk voor me! En als ik dan zwanger raak, dan gooit dat misschien de ramen voor mijn toekomst in! Dat is wel moeilijk voor me, maar ik zie geen andere oplossing!’
Ik zie, hoe moeilijk deze beslissing voor haar is en ik sla mijn armen om haar heen. ‘Wat je ook beslist, Chantal, ik zal er voor je zijn! Ik weet hoe graag je een kind wilt, maar ook hoe graag je je werk doet. En daar kan niemand anders een keuze in maken, dan jezelf.’
Ze omhelst me, en begint te huilen. ‘Maar het is zo moeilijk, John! Maar ik voel, dat dit mijn grote kans is, om door te breken! Anders hadden ze me dat nieuwe project niet toevertrouwd.’
‘Een nieuw project? Daar heb je me nog niets over verteld?’
‘Ik heb het ook pas te horen gekregen, John. Ik heb je toch verteld, dat ze me willen aannemen, als mijn stage is afgelopen?’
Ik knik, dat heeft ze me inderdaad verteld.
‘Nou, vandaag zat er bij de post een brief voor mij. Wacht, ik zal hem wel even pakken.’
Ze staat op en haalt de brief. Ze laat me die lezen, en nu begrijp ik ook, waarom ze het er zo moeilijk mee heeft. Want dit zou een behoorlijke kans voor haar zijn! Ze bieden haar aan om de assistente te worden van de artistiek leider, waarbij ze die functie zal combineren met haar opleiding als zangdocente. Dat is een behoorlijk vooruitzicht en een grote kans voor haar. Want dat zal ook betekenen, dat ze straks ook redelijk goed gaat verdienen. Nu krijgt ze maar een bescheiden salaris, wat niet echt overhoudt… Maar daarmee kan ze haar kleding van betalen en ook haar reiskosten, de rest betaal ik allemaal. Maar ik heb een goed salaris, en ik kan niet zeggen, dat ik ergens iets voor hoef te laten. Maar als Chantal dat salaris er ook nog bij krijgt, dan krijgen we het financieel wel een stuk ruimer, wat wel handig is, als je aan kinderen wilt beginnen, maar dat is bijzaak.
Ik omhels Chantal en zeg: ‘Dat is zeker een geweldige kans voor je. Als je het echt wilt, dan moet je het doen. Maar als je zegt, ik kies voor kinderen, dan vind ik dat ook goed. Maar als je kiest voor je baan, dan wil dat nog niet zeggen, dat we niet aan kinderen kunnen denken?’
‘Dat weet ik wel, maar dat nieuwe project duurt bijna een jaar. Zolang kan ik dan ook nog wel wachten.’
‘En wat als er dan weer een nieuwe kans is, en je nog langer wacht? En dan weer een nieuwe kans, en dan nog een nieuwe kans. Voordat je het weet ben je dan weer te oud om nog kinderen te krijgen. Ik wil gewoon, dat je zeker bent van je keuze. Niet dat je straks spijt krijgt.’
Chantal knikt. ‘Dat is ook, waar ik zo mee zit, John. Zo dik gezaaid zijn zulke kansen niet, maar als ik het nu niet doe, dan krijg ik nooit meer zo’n kans! En als ik dan eenmaal heb laten zien, wat ik werkelijk kan, dan kunnen we alsnog gaan proberen om een kind te krijgen? Er zijn daar wel meer vrouwen, die het op die manier gedaan hebben.’
‘Nou, dan grijp je kans! Maar ik weet, dat je zo verlangt naar een kind, daarom wil ik ook zeker weten, dat je de juiste keuze maakt.’
Chantal knikt. ‘Dat weet ik, maar soms moet je prioriteiten stellen. Maar morgen zal ik meer weten, ik zal dan meteen vragen, welke voorwaarden aan dat contract zullen zitten.’
Ik houd haar dan stevig vast, wetende dat dit een zware beslissing voor haar is. En daar lijkt ze de steun in te vinden, die ze nodig heeft. Dan staat ze op en loopt naar de keuken heen.
‘Ik ga het eten klaarmaken, John. Laat me maar even, ik wil dat even alleen doen.’
Ik knik begrijpend, en loop dan naar buiten, waar ik de buitentent weer afbreek en opruim. Dan zet ik de caravan weer binnen neer, net als mijn Cadillac. En als ik daarmee klaar ben, is Joey thuis en is Chantal klaar met het eten.
Tijdens het eten vertel ik, dat ik me een wagen van Daan gekocht heb. Joey kijkt blij verrast. ‘Wat heb je dan gekocht?’
‘Een Plymouth Fury Wagon uit 1966. Ik heb alleen nog maar foto’s gezien, maar Daan zegt, dat de wagen nog best goed is. Hij zou in ieder geval grotendeels roestvrij zijn. Er moet nog wel een en ander aan gebeuren, maar dat is niet erg. En als die dan klaar is, dan gaat de SUV de deur uit. Dat wordt mijn dagelijks ritje naar mijn werk!’
‘Cool! En weet je ook al wat voor motor erin zit?’
‘Nee, niet precies, maar dat vind ik nu ook nog niet belangrijk. Wat ik wel weet, dat het een V8 is, en een automaat. Maar het is dan even afwachten in welke staat de motor en versnellingsbak zijn. Eerst moet Daan al die wagens eens hier krijgen! En dan heb jij meer dan genoeg werk bij hem, om die wagens te gaan herstellen!’
Joey grijnst. ‘Fijn toch? Dan kan ik hele dagen aan mooie auto’s werken, en weer in ere herstellen!’
‘Ja, en dan mag je ook aan Melissa’s nieuwe wagen werken. Maar ze mag zelf vertellen, wat dat voor iets is.’
‘Wat? Gaat ze haar Fiat verkopen? Die is net klaar!’
‘Ja, dat klopt. Maar ze hebben nu niet meer zoveel reserves, en ik weet zeker, dat er liefhebbers voor de Topolino zullen zijn. Die raken ze snel kwijt, want die is echt mooi geworden!’
Joey knikt. ‘Ja, dat is echt een mooi karretje geworden! En Melissa heeft echt goed werk gemaakt van het interieur! Ik vond, dat de verzekering hem nogal laag inschatte! Ik denk, als ze er twintigduizend voor vragen, dat ze die ook wel krijgen! Dat ding heeft nergens meer roest en de motor is echt als nieuw!’
‘Ja, maar hij is niet meer helemaal origineel, Joey. Dan mag hij er nog zo mooi uitzien, dat is waar mensen voor gaan. Maar er zijn er ook genoeg, die daar overheen kijken en zien hoe mooi dat wagentje geworden is.’
En in die mening kan Joey zich helemaal vinden.
Een van de vrienden van Hilde komt met hun reeds volwassen zoon. Ze heten Hauk en Bente en hun zoon Finn is ongeveer van onze leeftijd. We raken al snel met hem in gesprek, het is een leuke gast. Finn vertelt, dat hij bij een band zit, en gewoon eens zin had om eens wat anders te zingen, dan de hardrock, die zijn band speelt. Als hij dan hoort, dat Chantal op het conservatorium zit, en voor zanglerares leert, is hij best geïnteresseerd. Maar dat verandert meteen, als Aud met haar ouders arriveert. Hij roept meteen: ‘Aud, jij ook hier?’
Ik zie meteen Aud blozen. ‘Finn? Ben je ook hier uitgenodigd?’
Finn lacht. ‘Ik heb mezelf uitgenodigd. Mijn ouders waren wel uitgenodigd, en ze hebben Hilde gevraagd of het een probleem zou zijn, als ik mee zou komen. Ik had wel eens zin om karaoke te doen.’
‘Ah, ik dacht al. Maar moet je niet met je band spelen?’
‘Eigenlijk wel, maar ik had er even niet zo veel zin in. Kom er toch lekker bijzitten. Dan kunnen we weer eens bijkletsen. Ik heb je al even niet meer gezien!’
‘Ja, ik heb tegenwoordig een baan bij de Dalsnibba. Ik moet daar de toeristen van informatie voorzien. En er moet toch geld op de plank komen, Finn!’
Ze komt tussen ons in zitten, terwijl haar ouders elders plaats nemen. Het is meteen gezellig, en ik laat de karaoke voorlopig alleen maar wat achtergrondmuziek spelen. We leren onze gasten al snel iets kennen, waardoor het contact al snel beter verloopt. De meesten spreken wel wat Engels, niet zo verwonderlijk in zo’n toeristische plaats als Geiranger en daardoor lopen de gesprekken wat gemakkelijker. En dat er een en ander aan alcohol genuttigd wordt, dat zorgt voor een ontspannen sfeer. Hilde vraagt dan aan mij: ‘Wanneer beginnen we aan de karaoke?’
Ik lach en zeg: ‘Zodra de eerste zich meldt, Hilde. En aangezien jij je als eerste meldt, mag jij het eerste nummer zingen!’
Hilde bloost meteen, waardoor iedereen moet lachen. Maar ze neemt het sportief op en loopt zonder stok naar de microfoon. Ik zet de speler aan, en Hilde begint. Ze kan inderdaad niet erg goed zingen, maar iedereen zingt mee, dus het valt nauwelijks op. Maar er wordt wel flink gelachen, en daar gaat het zich ook om met zo’n avond. En dan melden zich vanzelf de volgende kandidaten. Chantal en ik hebben ons niet meer zo zeer om Finn en Aud bekommerd, omdat die al een hele tijd met elkaar in gesprek zijn. Het komt me voor, dat er wel iets meer kon ontstaan als een vriendschap.
En dat hebben ook hun ouders door, waar we dan toevallig naast zitten. Bente, de moeder van Finn, zegt dan: ‘Dat zou ik nooit gedacht hebben, dat Finn oog voor Aud zou hebben. Maar ik moet toegeven, ze is een leuke, mooie meid. Hoelang is ze nu afgestudeerd, Kell?’
‘Nu anderhalf jaar. Ik weet nog steeds niet echt, wat ze met haar studie wil gaan doen. Ze wil graag hier een museum openen, op zich kan dat, ze heeft al spullen genoeg! Maar daarvoor ga ik haar toch geen pand kopen! Ik ben niet helemaal gek!’
Ik zeg: ‘Ik ben vanmiddag in haar huis geweest. Ik vond het echt interessant. Ze kan er ook goed over vertellen, en ik denk dat het ook wel een aanwinst voor het dorp kan zijn. Er zullen zeker toeristen op afkomen. En misschien dat ze nu wat meer bekendheid zal krijgen, nu ze haar verloren bijl weer terug heeft.’
Kell kijkt me verbaasd aan. ‘Heeft ze die bijl weer terug? Hoe kan dat dan?’
‘Die hebben we gisteren toevallig teruggevonden bij ons tocht naar de Tretindanibba. Op de terugweg gleed ik uit bij het meer, en gleed een schuine helling af. Die was behoorlijk schuins, maar vlak. Op een richel vond ik weer houvast. Maar goed ook, anders had ik een nat pak gekregen! Maar op die richel voelde ik iets onder mijn voeten. En dat was haar bijl. En toen ik in haar huis die lege plek zag, en ze vertelde hoe ze die kwijt is geraakt, heb ik haar die toen terug gegeven.’
‘Daar heeft ze me nog niets van verteld!’
Hij roept meteen naar Aud. ‘Aud, waarom heb je me niets verteld, dat je je bijl weer terug hebt?’
‘O, sorry, vader! Ik ben de hele middag nog bezig geweest met het bestuderen van de bijl. John en Chantal hebben me ook meteen een goede hint gegeven, wat de inscripties betekenen. En daar ben ik eigenlijk de hele tijd mee bezig geweest.’
‘En dat vond je niet belangrijk genoeg om te vertellen?’
‘Natuurlijk wel, maar toen kwamen jullie al, en moest ik opschieten, omdat ik de tijd niet in de gaten gehouden had! Maar ik ben echt John en Chantal heel erg dankbaar, dat ze me die terug hebben gegeven! Die bijl is onvervangbaar! Het zou kunnen betekenen, dat de Vikingen hier al meer dan duizend jaar hebben gewoond! Dat zou echt een doorbraak kunnen zijn!’
Er wordt opgewonden gepraat over die ontdekking. Kell zegt: ‘Je hebt John toch wel vindersloon gegeven?’
Ik zeg tegen Kell: ‘Als het een belangrijk stuk is, voor jullie historie, dan wil ik daar niets voor terug. Het was me heel duidelijk, dat die bijl ooit van Aud is geweest, getuige haar lege plakkaat aan de wand. En wat zou ik moeten met die bijl? Voor mij heeft die niet meer waarde dan een souvenir. En dat zou eeuwig zonde zijn.’
‘Maar toch! Heb je wel een idee, wat zo’n ding waard is?’
‘Geen idee, maar ik denk dat het in waarde wel compenseert, met hetgeen wat je me al gegeven hebt. En daarom wil ik er ook niets voor, zeker niet als ik daar kan bijdragen aan jullie historie.’
Kell knikt goedkeurend. ‘Goed, dan staan we quitte.’
Aud roept dan: ‘Maar ik heb wel iets meegenomen om ze te bedanken, pap! Ik heb genoeg van die kleine hangers uit die tijd, dus ik heb voor ze allebei een mee genomen. Dat is veel praktischer als souvenir, dan zo’n bijl.’
Ze haalt dan twee kleine zakjes uit haar handtas, die ze dan aan ons geeft. We bekijken de hangertjes. Het zijn kunstig vormgegeven kruisjes van metaal. Aud zegt: ‘Dit zijn bronzen kruisjes. Daar heb ik er meer dan genoeg van. En dit zijn best wel goede en mooie exemplaren. Als dank voor het terugbrengen van mijn bijl en voor het repareren van mijn wagen.’
‘Dank je, maar dat had niet gehoeven. Maar toch erg bedankt!’
Aud glimlacht. Hilde zegt dan: ‘Aud, dan mag jij nu eens zingen om John en Chantal te bedanken!’
Aud bloost. ‘Ik durf dat echt niet!’
Finn zegt daarop: ‘Kom, dan zingen we samen! Durf je het dan?’
Aud bloost nu nog harder, maar tegen de knappe Finn durft ze geen nee te zeggen. Finn staat op en trekt Aud overeind. Ik zet een duet op, The Time of my Life. Finn heeft een mooie, rauwe stem, en kan ook best goed zingen. Aud heeft een mooie alt, al is ze duidelijk niet geschoold, dat kan ik zelfs opmaken, bovendien zingt ze zacht en onzeker. Maar er is zeker niets mis met haar stem. Ik fluister bij Chantal in haar oor: ‘Zo slecht is Aud toch niet?’
‘Nee, maar ook niet heel speciaal. Geen uitgesproken talent. Maar Finn verrast me, die is echt goed!’
Dat ben ik meteen met haar eens. Bovendien zal Chantal er meer kijk op hebben, dan ik. Het liedje is al snel afgelopen, en Aud gaat snel zitten. We complimenteren haar voor haar zang, maar Finn heeft nog wel zin om nog eens wat te zingen. Hij zoekt een nummer, dat bij hem past en begint te zingen. Dat doet hij zeer voortreffelijk, en dat oogst hem een flink applaus. Ik zeg dan ook tegen Finn: ‘Je kunt echt goed zingen! Maar nu zullen Chantal en ik wel eens wat zingen!’
Ik kijk Chantal aan en het is al meteen duidelijk welk lied het zal worden. Het is inmiddels van ons allebei ons lievelingslied geworden. En ik heb het nummer ook al in de lijst zien staan. Finn antwoordt me: ‘Nou, dan laat ik me verrassen. Wat gaan jullie zingen?’
‘Time to Say Goodbye.’
Finn fluit eens door zijn tanden. ‘Dat is een pittig nummer! Succes!’
We lopen allebei naar de microfoons toe en ik zet het nummer op. We hadden het ook wel zonder de muziek kunnen doen, maar met muziek is het gewoon veel mooier. Chantal begint, en dat doet wel wat gezichten verrast kijken. En ook al ik inval, en we samen zingen, dan kon de verrassing niet groter zijn. We krijgen dan ook een flink applaus. Finn is erg enthousiast.
‘Wauw, dat was echt prachtig! Alsof je naar het origineel luisterde!’
We bedanken Finn, en Chantal vraagt: ‘Je stem lijkt wel geschoold, Finn. Heb je enige opleiding gehad?’
‘Ja, ik heb enkele jaren aan het conservatorium in Tromsø gestudeerd, maar ik heb het niet afgemaakt. Maar ik heb plannen om me weer aan te melden. Ik wil meer doen met mijn muziek. Toen ik van school afging, had ik niet echt een idee, wat ik precies wilde doen. En dan heeft het geen zin om je opleiding af te maken. Maar nu heb ik wel een idee, maar ik moet me eerst genoeg geld verdienen, zodat ik de opleiding ook verder kan financieren. Het is niet goedkoop om op kamers te gaan, en ik wil me dan ook volledig werpen op mijn studie, zonder afgeleid te worden door werk of andere dingen.’
‘Dat lijkt me een goed plan. Je bent best goed, je hebt een prettige stem en je bereik is best groot. Maar misschien is het beter voor jou om naar de Rock Academy te gaan. Dat gaat veel dieper in op alles wat met de popindustrie te maken heeft.’
‘Rock Academy? Bestaat zoiets?’
‘Ja, in Nederland, Tilburg. Dat zou je zeker moeten overwegen. Het conservatorium is goed om je muzikaal verder te helpen, maar het komt wat te kort bij bijvoorbeeld een businessplan technische mogelijkheden, netwerken, en PR. Dat kun je daar leren. Ik denk niet, dat je nog echt muzikaal wat bijgebracht hoeft te worden, dat zit wel goed. Ik denk echt, dat er een goede artiest in je zit.’
Finn kijkt verbaasd. ‘Dat zou precies zijn, wat ik zoek! En die nemen ook internationale studenten aan?’
Chantal knikt. ‘Een van de mensen, die ik op mijn stage moet begeleiden, komt van die opleiding. Ik studeer voor zangcoach, en hij wil nog wat bijscholing op zijn stem.’
Ze wendt zich even tot mij en zegt: ‘Dat was die ene, die maar niet deed, wat ik hem wilde laten doen.’
Ik knik begrijpend en glimlach. Finn is best onder de indruk en zegt: ‘Jij bent zangcoach? Maar je zingt zelf zo ontzettend goed!’
‘Dat weet ik, maar om de een of andere manier lukt me dat alleen als John erbij is. Raar eigenlijk, want ik leer anderen om zelfvertrouwen te hebben, terwijl me dat zelf niet lukt. Alleen als John erbij is, dan kan ik me helemaal laten gaan.’
‘Het was echt heel erg mooi! Maar zo’n stem krijg je niet, door maar af en toe te zingen.’
‘We oefenen thuis erg vaak. Ik moet nog steeds leren, en John is dan mijn proefkonijn. Maar daardoor boek ik wel goede vorderingen. En ik kan misschien na mijn stage blijven werken, waar ik nu stage loop.’
Finn glimlacht. ‘Bedankt, dat je me op die mogelijkheid gewezen hebt. Maar ik zal dan hoe dan ook moeten gaan sparen om die opleiding te gaan doen. Maar het klinkt zeker interessant!’
We laten dan ook anderen deelnemen aan de karaoke, en dat is best leuk. Dat niet iedereen zo goed kan zingen, dat maakt het juist leuk. En we zingen soms net zo vals mee. Er wordt flink wat afgelachen, en dat was ook de hele opzet van de avond. Maar zo tegen het einde van de dag gaan de meesten toch wel op huis aan. Sommigen staan echt niet meer zo vast op hun benen, maar dat mag de pret niet drukken. Maar dan valt pas op, dat we Finn en Aud al even niet meer gezien hebben. Dat is als de ouders van Aud naar huis heen willen gaan. Maar Aud en Finn zijn zelf oud genoeg om zelfstandig hun eigen dingen te doen. Als iedereen naar huis is, ruimen we op. Ik zet een tafel terug in het tuinhuisje, en daar vind ik dan Aud en Finn terug, die elkaar innig aan het zoenen zijn. Ze schrikken, als ik de deur van het tuinhuisje open doe.
Ik lach. ‘Dus hier zijn jullie! We waren jullie al kwijt!’
Finn lacht. ‘Tja, we wilden even wat in rust met elkaar praten. Ik geloof, dat het iets wat uit de hand gelopen is.’
‘Dat is toch niet erg, of wel? Jullie zijn toch geen kleine kinderen meer!’
Finn glimlacht. ‘Hoe laat is het eigenlijk?’
‘Net twaalf uur geweest, iedereen is al weg!’
Finn en Aud kijken geschokt. ‘Is het al zo laat? En dan moeten we nog helemaal naar beneden lopen!’
Ik antwoord: ‘Ik ga jullie ook niet wegbrengen, daarvoor hebben ik en Chantal te veel gedronken. Maar kom eerst even mee, dan kunnen jullie nog even helpen met opruimen, en dan kijken we wel wat we ermee doen!’
Finn staat op, en zo ook Aud. Ze helpen me mee de tafels en de stoelen op te ruimen, en drinken dan nog wat met ons mee in de kamer. Chantal glimlacht als ze de beiden naast elkaar ziet zitten. Ze zegt me: ‘Dat doet me een beetje herinneren, toen wij elkaar net ontmoet hebben.’
Finn zegt dan: ‘Ik moet nu echt naar huis heen. Ik moet morgenvroeg weer werken.’
Aud knikt. ‘Ik ook. Om negen uur moet ik op het werk zijn.’
‘Negen uur pas? Dan kunnen jullie ook wel hier slapen, en dan brengen we jullie morgenvroeg wel weg. Wij zijn toch altijd redelijk vroeg wakker.’
‘Dat kunnen we niet van jullie verlangen. Bovendien zijn we niet eens verloofd of getrouwd!’
Chantal lacht. ‘Is dat een reden om niet hier te blijven slapen? Ik ben ook erg gelovig, maar ik sliep ook binnen de kortste keren bij John in bed, toen we elkaar net leerden kennen. Maar als het gevoel goed is, en je met respect elkaar bejegend, dan is dat toch geen probleem? Dat je samen in een bed slaapt, wil nog niet zeggen, dat je meteen seks met elkaar hebt.’
‘Dat kan best zijn, maar dan loop ik toch liever naar huis, en heb dan maar wat minder slaap. Ik wil niet hebben, dat er bepaalde praat van komt.’
‘Oké, dan wens ik jullie een goede terugreis.’
Aud knikt. ‘Bedankt, Chantal. En ook jij, John! Jullie zijn echt super!’
Ze nemen dan gezamenlijk afscheid en lopen de berg naar beneden. Zelf gaan we dan ook slapen, en vallen vrijwel direct in slaap. De volgende morgen gaan we verder met opruimen, maar ook met een en ander inpakken. We hebben nog een paar dagen, maar we pakken onze koffers toch al een beetje. Zoveel kleren zullen we wel niet meer nodig hebben. ’s Middags maken we een kleine toertocht met de auto, waarbij we ook de gastank nog even volgooien. En bij toeval komen we daar Finn bij tegen. Hij werkt bij de garage, waar het tankstation gevestigd is.
Verrast begroet hij ons. ‘John! Chantal! Jullie hier?’
‘Finn! Werk jij hier?’
‘Tja, er moet toch geld verdiend worden. Alleen ben ik nu wel bekaf. Het was pas half drie, voordat we thuis waren.’
Ik kijk verbaasd. Zelfs al heb je wat gedronken, dan duurt het echt geen anderhalf uur om beneden in het dorp aan te komen. Finn ziet me bedenkelijk kijken en lacht. ‘We waren al snel genoeg beneden, maar we konden echt geen afscheid van elkaar nemen.’
Chantal en ik lachen, dat is een zeer aannemelijk antwoord. Finn bekijkt dan Chantals wagen en zegt: ‘Dat is een mooie wagen! Maar toen jullie hier kwamen aanrijden, meende ik te horen, dat de ontsteking niet helemaal goed staat. Of hebben jullie dat niet gemerkt?’
Ik knik, dat was me wel opgevallen, maar zo ernstig leek het me helemaal niet. Finn biedt ons aan om er even naar te kijken, waarin we toestemmen. Chantal rijdt de wagen in de werkplaats, waar Finn meteen aan de slag gaat om de timing na te kijken. Het kost hem niet al te veel tijd om die goed te zetten, en is hij al klaar. Ik wil hem dan betalen voor zijn werk, maar dat weigert Finn. ‘Niet nodig! Jullie waren gisteren zo aardig, deze gaat op kosten van het huis.’
‘En je baas dan?’
‘Ik leg hem dat wel uit. Hij kon er in ieder geval wel om lachen, dat ik vandaag zo brak ben. Want ik moest hem wel uitleggen, waarom het zo is.’
Chantal vraagt hem: ‘Dus er is wel een klik met jou en Aud?’
Finn glimlacht. ‘Ze was me al eens eerder opgevallen, maar op de een of andere manier kon ik geen contact met hem maken. We hebben dan ook veel verschillende vrienden. Ik zit meer in de rock-scene, en Aud zit bij haar natuur- en historievrienden. Dat zijn niet per sé culturen, die goed met elkaar matchen. En nu we wat meer met elkaar opgescheept zaten, heb ik natuurlijk mijn kans meteen gegrepen. En gelukkig niet voor niets!’
‘Maar hoe ga je het dan doen, als je weer muziek wilt studeren?’
Finn glimlacht. ‘Muziek is een droom voor me. Als ik daarin verder wil gaan, dan moet ik bepaalde dingen opgeven. Maar aan de andere kant, het is een droom. Dromen komen niet altijd uit. En als ik moet kiezen tussen een droom najagen en misschien de vrouw van mijn leven vinden, dan kies ik toch echt voor het laatste. Ik speel nu ook al in een band. Misschien dat het nooit wat wordt, misschien wel. Maar zo kan ik toch met mijn muziek bezig zijn. Maar de vrouw van je leven hoop ik maar eens in mijn leven te vinden. En ik hoop, dat Aud dat voor me is.’
Chantal knikt begrijpend. ‘Ik heb het geluk gehad, dat John me stimuleert om verder te gaan. Ik wil juist heel graag kinderen, maar studeren en kinderen, dat gaat niet goed samen. Dus motiveert hij me om eerst mijn opleiding af te maken, en dan aan kinderen te beginnen. Dat is moeilijk en ook zwaar. Maar als ik echt ooit een keuze moet gaan maken voor de muziek of mijn gezin, dan kies ik voor mijn gezin. Muziek is mooi, ik zou er zelfs mijn brood mee kunnen verdienen. Maar muziek geeft me niet het warme gevoel van liefde. Het is een hele andere emotie. Het is wat je zegt, een droom. Dromen kun je missen, de liefde van een gezin, je man en je kinderen niet.’
Ik sla mijn arm om Chantal heen. Ik ben trots op haar.
Finn zegt dan: ‘Maar hoorde ik jullie gisteren nog vertellen, dat jullie naar de Big Power Meet gaan? Daar willen enkele vrienden van me ook heen gaan. En ik ben van plan ook mee te gaan. Ik heb dan nog geen wagen, maar die wil ik me ook ooit een kopen.’
‘Leuk! Maar ik geloof, dat Aud met haar ouders ook daarheen wilde gaan. Haar ouders hebben daar een vakantiewoning, geloof ik. Dat moet je haar eens vragen!’
‘O, dat wist ik nog niet. Maar het duurt nog even, totdat die meeting is. Misschien zie ik jullie dan weer!’
‘Ons te vinden, dat is niet zo moeilijk. We weten onze standplaatsen al. We hebben premium plaatsen gekregen, omdat onze band een plaats krijgt op een van de kleinere podia.’
‘Spelen jullie in een band?’
Chantal lacht. ‘Zo ongeveer. We zijn niet echt lid van de band, maar we zingen wel vaak mee. Maar misschien zijn we tegen die tijd wel lid, maar de tijd zal het leren! Dan zal John zijn Cadillac ook bij hebben. Die moet immers de caravan trekken!’
Er komt nog een jongeman bij ons staan. ‘O, en dit is mijn beste vriend Kai. Van hem is die El Camino daar.’
‘Ah, ik had hem al gezien. Mooie wagen.’
Kai stelt zich even aan ons voor. ‘Mooie Dodge! Je ziet ze niet vaak meer in deze toestand!’
Chantal glundert. ‘Dank je! Ik ben er ook heel erg trots op!’
Kai kijkt verbaasd. ‘Dit is jouw wagen?’
Chantal kijkt Kai een beetje verbolgen aan. ‘Hoezo, mag een vrouw zo’n wagen niet mooi vinden dan?’
‘Natuurlijk wel! Maar omdat dit eigenlijk best wel een sportiever model is, ook vanwege de wegligging, had ik dat niet zo verwacht!’
Chantals blik verzacht weer. ‘Toen John me die wagen liet zien, was ik meteen verkocht. De kleur, de vorm, de lijnen van de wagen. Ik vond de wagen meteen mooi. En John heeft er ook niets aan hoeven doen, alleen hebben we nog een gasinstallatie ingebouwd, zodat ik de wagen dagelijks kan rijden.’
Kai kijkt weer verbaasd. ‘Je rijdt deze wagen dagelijks?’
‘Nu wel, maar voor de komende winter wil John me een andere wagen kopen. Dat vind ik ook beter, het zou zonde zijn als deze wagen zou gaan roesten door al dat zout‘.
‘Maar dan nog. Dan ziet deze wagen er zeker nog heel goed uit! Respect!’
Dan zegt hij tegen mij: ‘En jij hebt een Cadillac?’
‘Ja, een De Ville uit 1964. In werkelijk prachtige staat. Maar heb ik jou vorig jaar niet ontmoet op de Big Power Meet? Je stond te praten met mijn vriend Daan bij onze tentjes. We rijden allemaal in een Cadillac.’
‘Ah, dat klopt! Ik meende al, dat ik je herkende! Wat is de wereld toch klein! Maar dit jaar kom ik met een nieuwe wagen. Die is bijna klaar. Een Dodge Challenger R/T 440 Magnum uit 1970. Helemaal origineel gerestaureerd, zelfs met de originele wielen. Alleen geen matching numbers, maar je kan niet alles hebben.’
‘Mooi! Die zal ik zeker graag willen zien. Ik ben zelf ook nog bezig met een restauratie, maar die zal ik volgend jaar wel bij hebben. Maar dat is geen auto, maar een Airstream-caravan.’
‘Cool! Dat zijn zulke mooie dingen!’
‘Hij zal dan wel niet origineel meer zijn, maar de buitenkant zal er als nieuw uit zien. We hebben hem van de grond af opnieuw opgebouwd. Dat is al allemaal klaar, we zijn nu bezig met de inrichting. En aangezien het een best grote caravan is, heeft dat wel zijn tijd nodig.’
‘Als we je daar zien, drinken we er samen een, afgesproken?’
We wisselen email en telefoonnummers uit, en rijden dan weer terug naar huis.
We wandelen nog een lekker groot stuk met Renn, als Sheila me opbelt.
‘Hey, neefje van me!’
‘Sheila! Wat leuk dat je belt?’
‘Ja, maar we zijn helaas al op de terugweg. Jullie vertrekken morgenavond toch?’
‘Ja, we willen nog ergens overnachten, zodat we ons niet hoeven te haasten.’
‘Misschien dat we elkaar nog net treffen. Je huis hebben we helemaal zuiver achtergelaten. En ik moest je zeggen, dat Geir zich een Cadillac heeft gekocht via Daan. Die moet nog uit America komen, maar daar zal Geir de komende tijd wel zoet mee zijn.’
‘Nou, dan hebben we wel wat paraat gemaakt hier, Sheila. Sean wil zich nu ook al zoiets kopen!’
Sheila lacht. ‘Och god, dan weet ik al waar de rest van de zomer over gepraat wordt! Maar hoe gaat het met Hilde?’
‘Fantastisch! Ze kan nu ook al zonder stok lopen, maar gebruikt die soms nog wel. Maar het gaat al stukken beter! Je kunt gewoon zien, dat ze er beter aan is, en dat ze er erg blij mee is. Dus dat is goed afgelopen!’
‘Oh, daar ben ik echt blij om! Verder nog leuke dingen beleefd?’
‘Ja, gisteren hebben we hier nog een karaokeavond gehouden, was erg leuk. En zo hebben we weer nieuwe vrienden gemaakt. En hoe is het jullie vergaan?’
‘Ook erg leuk. We zijn bij een oefensessie van jullie band geweest. Dat was erg leuk. Maar we zijn blij toch weer thuis te zijn.’
‘Dat zal voor ons ook gelden. Maar er zijn wel meer dingen gebeurd, Sheila. Maar dat zal je nog wel allemaal te horen krijgen. Dan hoop ik je morgenavond nog te zien!’
Ik beëindig het gesprek en we lopen verder. Nog lekker genieten van de omgeving en de natuur, en ook van de laatste dagen van onze vakantie. En zo genieten we ook nog ’s avonds. We kijken hoe de zon de hemel mooi rood kleurt, terwijl we langs elkaar in een tuinstoel liggen. Simpele dingen, die het leven zo mooi maken. Zeker als je verliefd bent, en samen met je vriendin dit mag bewonderen. Dat maakt je zo gelukkig…
De volgende dag staat in het teken van inpakken en poetsen. Ook de Dodge wordt nog eens opgepoetst, en dat doet de dag snel voorbij gaan. Sean en Hilde komen nog eens langs om afscheid te nemen, deze twee mensen zijn in korte tijd vrienden geworden. En we moeten ze beloven, dat we weer eens terugkomen. En dat zijn we ook echt van plan, want de vakantie was echt heerlijk en voor herhaling vatbaar. We hebben dan nog contact met Sheila, die rond vijf uur arriveert. Het is een leuk weerzien, maar helaas kunnen we niet al te lang blijven. Rond zeven uur moeten we toch echt gaan en rijden we weg, met pijn in ons hart. Dat is toch nog goed drie uren rijden, en het is maar goed, dat Sheila ons hotel heeft gebeld, zodat we nog zo laat terecht konden. We gaan weer ’s morgens verder, na een heerlijk, maar eenvoudig ontbijt, waarbij we echt niets te kort kwamen. Het weer is echt prachtig, maar er beginnen zich donkere wolken te pakken richting het zuiden. Maar het blijft droog, tot we net de veerboot inrijden. Dan begint het er met bakken uit de hemel te vallen. Alsof Noorwegen treurt dat we vertrokken zijn, en zo voelt het ook voor ons.
We genieten dan de lange overtocht naar Duitsland, waarna we nog zo’n 600 kilometer naar huis moeten afleggen. Dat doet de wagen echt zonder problemen. Het afstellen van de wagen heeft een positief effect gehad op het brandstofverbruik, wat natuurlijk altijd wel prettig is. In de late namiddag komen we thuis. Maar daar wacht ons een verrassing. Al onze vrienden zijn gekomen om ons weer welkom te heten.
Dat is nog eens een leuke verrassing! Het wordt meteen een tuinfeest, waarbij we natuurlijk alles vertellen over wat we allemaal beleefd hebben en gezien hebben. Natuurlijk laten we de pikante details eruit, maar we laten wel wat weten over de JomFru Stein. Gerard heeft zelfs het podium opgebouwd voor de band, die natuurlijk speelt.
Maar dat is niet de enige verrassing, die ze voor ons hebben. Chantal en ik krijgen allebei een jas van Gerard, we worden ereleden van de band. Daar zijn we natuurlijk zeer vereerd door, maar ik kijk mijn vriend Daan even schuins aan, omdat ik vermoed, dat hij achter dit alles zit. En dat blijkt ook zo te zijn, kom ik later achter, hoewel Gerard ook al een tijdje met dat idee rondliep. Het is hun manier om ons te bedanken voor alles wat we doen en gedaan hebben.
Gelukkig blijft niet iedereen heel lang, en rond middernacht kunnen we dan toch naar bed toe om wat te bekomen van de lange reis. We zijn dan ook zo moe, dat we al bijna slapen, zodra ons hoofd ons kussen raakt.
De volgende morgen ben ik weer lekker vroeg wakker, door geluid van beneden. Het is Joey, die net terugkomt van zijn rondje rennen.
‘Hey, ik heb je gisteren gemist!’
Joey glimlacht. ‘Sorry, ik was druk bezig. Veerle heeft komend weekend wedstrijden, en Otto had geen tijd om haar te trainen. Dus heb ik dat op me genomen.’
‘Ja, dat had je me al verteld, maar ik had gehoopt je toch nog even te zien. Maar dat is niet erg, Joey. Nog iets gehoord van de woningbouw?’
Joey schudt zijn hoofd. ‘Ik heb ze nog eens gebeld, er is nog geen woning vrij, maar ik sta nu wel twee op de lijst. Dus er kan ieder moment iets vrij komen.’
‘Kijk, dat is toch ook nieuws! Want afgelopen vakantie is er wel weer iets gebeurd, dat voor ons wel effect heeft. We krijgen misschien een buitenlandse studente, die we dan in jouw kamer willen huisvesten. Dat is nog niet helemaal zeker, maar ik denk wel dat het gaat gebeuren.’
‘En ik dacht, dat jullie wat rust zouden willen?’
‘Dat weet ik, maar je weet hoe dat gaat. Bovendien is dat meisje best getalenteerd. Als ze hier komt, dan zal ze met Chantal meegaan naar het conservatorium. En dat helpt Chantal weer met haar werk, en bovendien hebben we afgesproken, dat ze ons dan hier in huis moet gaan helpen.’
‘Hoe oud is ze?’
‘Nog maar net achttien. Maar ze is een leuke meid, en ze kan al wat Nederlands, omdat ze vlak naast Sheila woont, en van haar Nederlands heeft geleerd. Dat zou haar hier wel het leven gemakkelijker maken, hoewel de lessen ook wel in het Engels worden gegeven.’
‘En ze komt dan helemaal naar hier heen om naar het conservatorium te gaan. Hebben ze die niet in Noorwegen?’
‘Jawel, maar het is daar erg duur om een kamer te krijgen. En zo rijk zijn hun ouders ook weer niet. Natuurlijk zou Eira ook kunnen werken, maar dan nog zou het erg duur zijn. En haar ouders hebben nu kunnen regelen, dat het schoolgeld hier ook betaald wordt, want leren in Noorwegen is gratis. En nu wordt daar een groot gedeelte van betaald. En dan zouden ze alleen nog moeten betalen voor haar kost en inwoning hier. Maar jij weet inmiddels wel, hoe dat werkt!’
Joey knikt. ‘Dan is ze hier in de allerbeste handen, John! Dat weet ik zeker!’
We zetten samen dan het ontbijt klaar, terwijl niet veel later Chantal naar beneden komt. Chantal begroet Joey enthousiast met een omhelzing. ‘Joey! Waar was je gisteren? We hadden je nog wel even verwacht!’
Joey glimlacht en legt haar uit, waarom hij er niet kon zijn. Ik zeg dan: ‘En natuurlijk heb je er ook meteen van geprofiteerd, dat haar ouders er niet waren!’
Joey grijnst. ‘Natuurlijk! Ik ben ook niet gek!’
We praten nog wat kort, maar Joey moet naar zijn werk, terwijl Chantal en ik nog een dag vrij hebben. Morgen mogen we weer aan de slag. We laten Renn uit, die ook duidelijk blij is om weer thuis te zijn. Ze rent met grote sprongen vooruit en komt dan weer net zo hard terug gerend. Maar terwijl we aan het wandelen zijn, krijgt Chantal telefoon van haar werk. Ze neemt op, en ik merk meteen, dat ze best schrikt van het telefoongesprek. Even later hangt ze op.
Ze kijkt beduusd en zegt: ‘Verdorie! We hebben zo hard getraind om dat muziekstuk te kunnen opvoeren, en nu is onze belangrijkste zanger ziek. Hij heeft een aandoening aan zijn stembanden, en mag minstens twee maanden niet meer zingen!’
‘En nu? Gaat nu die opvoering niet door?’
‘Die opvoering gaat wel door, maar we komen wel iemand tekort. Dat zou betekenen, dat die ene alle voorstellingen moet doen, en dat is wel wat veel. Dus nu moet ik nog iemand zoeken, die ik in die tijd nog alles kan leren.’
‘Oei, en ik meen, dat je zei, dat die opvoering al over twee weken is?’
Chantal knikt. ‘Ja, kan op zich wel, maar dat is wel heel erg moeilijk! En dan moet ik zo snel ook nog iemand vinden!’
Chantal zit meteen in zak en as. Ik probeer haar te steunen, want ik weet hoe belangrijk dat voor haar is. Opeens springt ze op en kijkt me aan. ‘John, en als jij dan zou invallen? Ik bedoel, je kent al vrijwel alles!’
Ik kijkt verbaasd en lach. ‘Chantal, dat kun je toch niet menen! Dat ga ik echt niet doen! Ik vind zingen prima, maar zolang het maar voor mijn plezier is.’
Ze kijkt me smekend aan. ‘Alsjeblieft! Mijn beoordeling hangt ervan af! Je weet toch hoe belangrijk dit voor me is!’
‘Ja, dat weet ik wel, Chantal! Maar kun je echt van me verlangen, dat ik opeens opspring, en voor een heel publiek ga optreden? Zoiets heb ik nog nooit gedaan!’
Chantal begrijpt mijn bezwaren. Maar ze geeft toch niet op. ‘Maar als ik echt niemand anders kan vinden, John? Wil je het dan echt niet doen?’
Ik zucht eens diep. Ik weet hoe belangrijk dit voor haar is en ik wil haar ook weer niet helemaal alleen hierin laten staan. Ik zucht nog eens en zeg dan: ‘Oké, als je echt niemand anders kan vinden. Maar ik wil wel, dat je eerst op zoek gaat. Dit is echt niet, wat ik graag doe, Chantal. Maar ik wil je ook niet alleen laten staan.’
Chantal vliegt me om mijn nek en geeft me een zoen. ‘O, dank je, John! En ik weet, dat je dit eigenlijk niet graag doet. Dus ik zal echt zoeken naar iemand anders, maar het fijn om te weten, dat je me zou willen helpen.’
Ik glimlach, maar vooral om haar uitbundigheid en haar blijdschap. Maar ik zie het echt niet zo zitten om daar voor een hoop mensen op een podium te gaan zingen. Nu vind ik het zingen nog niet eens zo erg, maar er komt ook wel iets van acteren bij, en dat vind ik ronduit eng! Maar wat kon ik anders doen? We lopen zwijgzaam terug naar huis, en het valt Chantal op, dat ik wat stilletjes ben.
‘Ik ga heus wel zoeken naar iemand, die het van Jerome kan overnemen, John!’
‘Dat weet ik wel, maar ik voel me er gewoon niet prettig bij. Zingen, dat gaat wel. Dat heb ik inmiddels al meer gedaan, maar ik kan echt niet acteren. En daarbij vind ik dat zo eng!’
Chantal lacht. ‘Dus je bent niet bang om met iemand de ring in te stappen, die je flink had kunnen verwonden, je bent niet bang om op een bruiloft te zingen, maar je bent wel bang om af te gaan op een podium, waar je een kleine rol moet acteren?’
Ik knik. ‘Ik kan er niets aan doen, Chantal. Dat vind ik nu eenmaal erg eng. Ik hou er niet van om me anders voor te doen, dan ik ben!’
Maar Chantal moet nog steeds lachen. ‘Wat is nu het engste, wat je tot nu toe ooit gedaan hebt, John?’
Nu moet ik lachen. ‘Wil je dat echt weten? Dat was, nadat je me voor het eerst gekust had, en ik weer terug naar je ouders ging. Toen moest ik een klein beetje acteren, en dat voelde absoluut niet prettig!’
Chantal lacht. ‘Dat kan ik me helemaal voorstellen. Maar goed, dat je mijn moeder toen nog niet goed kende!’
Ik lach hard. ‘Ja, dat is maar goed ook! Maar ja, toen was het kwaad al geschied!’ Ik kijk Chantal aan en vraag: ‘En wat was voor jou het engste, wat je ooit gedaan hebt, Chantal?’
‘Of het eng was, dat weet ik niet. Wel het moeilijkste. Maar het is wel iets, waar ik geen enkele seconde spijt van heb gehad, dat ik het gedaan heb! Dat was jou opeens overrompelen en te kussen. Want ik wist, als ik het niet zou doen, dat ik eeuwig spijt zou hebben. Maar ik wist, dat jij en Melissa al eens gezoend hadden. En…’
Ze slikt iets weg, en draait zich dan weg. ‘Wat is er, Chantal?’
Ze schudt haar hoofd. ‘Weet je, John? Ik zag je al eerder het plein op lopen, samen met Melissa. En toen al wenste ik, dat ik de vrouw was, die naast je mocht lopen. Ik vond je al meteen knap! En toen zag ik Melissa je kussen, en ik zag dat je ook een beetje overrompeld was. Misschien dat ik daarom toen zo heftig reageerde, dat durf ik niet met zekerheid te zeggen.’
Ik glimlach, maar ik ben wel een beetje verrast. Dit heeft ze me nog nooit eerder verteld.
‘Ik had ongeveer hetzelfde, Chantal. Het gekke is, dat jij en Melissa er bijna hetzelfde eruit zien, maar toen ik je daar op dat podium zag staan, had ik meteen iets van: Wauw, wat een vrouw! Je zong zo mooi, en met die jurk zag je er fantastisch uit! Terwijl, als ik Melissa en jij naast elkaar zet, nauwelijks een verschil kan zien. Met Melissa had ik niet meteen die klik, die ik met jou wel had!’
Chantal glimlacht. ‘Dat heb je soms, John. Maar waarom heb je dan nog zo lang gewacht? Ik bedoel, je had het toch ook meteen tegen Melissa kunnen vertellen, dat je geen klik voelde?’
‘Dat weet ik eigenlijk niet. Het was wel leuk om begeerd te worden door twee mooie vrouwen, misschien daarom. Maar ik wist, dat ik een keuze moest maken, en gelukkig werd me die keuze heel gemakkelijk gemaakt.’
Ik trek Chantal dicht tegen me aan, en ze kijkt me glimlachend en vol liefde aan. En ik weet weer meteen, waarom ik haar gekozen heb. En daar heb ik geen milliseconde spijt van.
We lopen dan weer naar huis. Daarna ga ik aan de slag om mijn Cadillac klaar te maken voor de zomervakantie, die moet immers een lange rit maken naar Zweden, en ook nog eens een caravan slepen. Dus moet de wagen helemaal in orde zijn. Nu is dat geen heel moeilijk werk, olie vervangen, remmen controleren, van dat soort klusjes. En ook de caravan wordt door mij goed nagekeken. En dat blijkt ook maar goed, want een van de banden blijken haarscheurtjes te hebben, die ik eerst niet heb gezien. En de linker achterlamp doet zijn werk niet helemaal zoals het hoort. Nu heb ik daar nog de tijd voor om dat te repareren. Maar dat levert geen enkel probleem op. Ik gooi de wielen van de caravan in mijn Cadillac en ga daarmee naar de bandenboer. Die zet me er een nieuwe set op, en merkt dan bij de Cadillac op, dat de banden nog wel goed zijn, maar wel te oud beginnen te worden. Dat was me niet opgevallen, maar de man heeft gelijk. Dus daar leg ik dan ook maar meteen nieuwe banden op. Better safe, than sorry! En daarmee keer ik huiswaarts. De banden zijn snel gemonteerd op de caravan, waarop ik de caravan buiten neerzet om te wassen. Chantal neemt zich van de gelegenheid gebruik om de binnenkant nog eens te poetsen, terwijl ik de buitenkant voor mijn rekening neem. Als ik daarmee klaar ben, haal ik de enorme voortent eruit, die uit twee delen bestaat, en probeer die op te zetten. Maar dat is gemakkelijker gezegd, dan gedaan. Het ene deel, dat is vrij eenvoudig, die hebben we al eens eerder opgezet. Maar het tweede gedeelte, eigenlijk het grootste gedeelte, hebben we nog niet eerder opgezet. Dat zou wat extra ruimte opleveren, waar zelfs nog wat kamers in zitten. Maar samen met Chantal lukt het me om dat gedeelte ook op te zetten. Maar daar zitten helaas wel wat gaten in. Chantal komt op het idee om daarvoor Melissa te bellen, wat ze dan ook gelijk doet. Tegen het einde van de middag komt Melissa dan ook, samen met Daan, om de schade op te nemen. Daan begroet me en zegt: ‘Zo, dat is een enorme voortent! Die had je met de bruiloft niet bij!’
‘Nee, dat was ook niet nodig. Maar nu willen we echt op vakantie gaan, en dan is dat een andere zaak. Maar er zitten wel nog een paar scheuren in.’
Melissa is de scheuren al aan het bekijken en komt even later rapport uitbrengen.
‘Het is nog wel te maken, maar het zal er niet mooier op worden, John.’
‘Dat maakt me niet uit, trouwens, die zitten toch niet op een zichtkant. Maar je kunt het wel maken?’
Melissa knikt. ‘Maar daar wil ik wel iets voor terug, John!’
Ik kijk verbaasd, dat had ik niet zo verwacht. Melissa glimlacht. ‘Geen zorgen, ik hoef echt geen geld of zo. Maar Daan wil zijn aanhanger meenemen, en ik heb niet echt zin om in een kleine tent te gaan slapen. En deze voortent is zo enorm groot, daar zijn nog wel een paar slaapplaatsen over. Als we daar gebruik van mogen maken, dan maak ik je die gaten wel.’
Ik lach. ‘Als het dat maar is! Natuurlijk mogen jullie daar wel gebruik van maken! Dat hadden jullie zo ook wel gemogen, hoor!’
Melissa grijnst. ‘Dat weet ik, maar ik had gewoon zin om je te plagen.’
Ik vraag dan: ‘Hoe wil je dat dan maken? Die scheuren zitten vrijwel in het midden!’
‘Op school hebben ze een naaimachine, juist voor zulke dingen. Speciaal voor zeilen. Die mag ik wel even lenen.’
‘O, dat zou wel fijn zijn. Je weet maar nooit met het weer, daar in Zweden. Maar ik neem ook een paar ventilators mee. Vorig jaar was het stervensheet!’
Daan knikt. ‘Ja, dat kan ik me goed herinneren. Maar misschien heb ik een beter idee, John! In het kantoor stond zo’n mobiele airco. Die heb ik niet meer nodig, misschien zouden we die kunnen gebruiken in de tent om het wat koeler te maken? Dan in combinatie met de ventilators?’
Ik kijk Daan verbaasd aan. Dat kon best wel eens een goed idee zijn. We gaan dan in de voortent zitten. Die is echt enorm. Melissa zucht eens diep. ‘Ik vind het wel jammer, dat we dit jaar niet op vakantie kunnen. Dat zit er gewoon niet aan voor ons.’
Ik kijk Daan aan. ‘En ik dacht, dat je het zo druk had?’
‘Dat is ook wel zo, maar ik heb wel flink geïnvesteerd, en dat moet allemaal terugverdiend worden, John. Het is niet zo, dat we geen tijd hebben om op vakantie te gaan, maar we moeten het gewoon wat zuinig aan doen. In ieder geval dit jaar.’
Chantal kijkt me aan, en ik weet al precies, wat ze bedoelt. Ik knik tegen haar en Chantal zegt dan: ‘En als jullie dan met ons meegaan naar Mellerud? De camping daar kost echt niet zo veel, en we zijn ook niet van plan het heel duur te maken. En zoals je ziet, is de voortent meer dan ruim genoeg!’
‘Maar jullie wilden toch even wat tijd alleen?’
‘Dat klopt wel, maar jullie zijn familie en goede vrienden. Bovendien hebben we toch Joey en Veerle met ons mee, dus echt alleen zijn we dan ook weer niet.’
Daan kijkt Melissa even aan. Hij heeft er wel zin in. Melissa kijkt Daan smekend aan. Ze heeft er nog wel meer zin in. Dan zegt Daan: ‘En hoe gaan we dat dan financieel doen? We willen best wel, maar zoals ik al zei, echt veel heb ik dit jaar niet meer te besteden.’
‘Je betaalt gewoon de overnachtingen voor jullie twee en voor het parkeren van je wagen, dat kan ik wel voor je doen. En dan delen we de kosten voor het eten, zoals we nu ook al voor Joey en Veerle doen. Dat is echt geen wereldbedrag.’
Ik laat Daan zien, hoeveel de camping kost, en dan is hij al meteen om. Zodra Daan toestemt, springt Melissa meteen op en roept: ‘Yes! Dus toch vakantie!’
Ik kan alleen maar glimlachen, en ik zeg tegen Daan: ‘Nou, dan is dat ook geregeld. Ik zal wel contact opnemen met de camping, of ze ook nog plaats hebben voor jouw wagen met aanhanger. Dat laat ik je dan wel weten.’
Daan knikt blij. ‘Je bent echt een goede vriend, John. Ik vond het al zo erg, dat ik Melissa moest teleurstellen. Maar anderhalve week kunnen we ons nog wel veroorloven, als we ten minste geen gekke dingen doen.’
‘Ach, wie weet, kun je er nog goede zaken doen, Daan. Welke wagen wil je meenemen voor de verkoop?’
‘Ik twijfel nog. Ik zou er nog veel meer mee willen nemen. Dat is ook de reden, waarom ik nu even zo krap zit. Ik heb namelijk een hele partij opknappers gekocht in één koop. Dat is een risico, maar ik denk, dat het risico waard was. Daarvoor ben ik even op en neer naar America gereisd. Ik moest weten, of het de moeite waard was. Ze zijn allemaal wel in redelijke staat, maar niet echt goed. Maar van de meesten is nog wel wat te maken. Het was een partij van tachtig wagens, waar er maar vijftig de moeite waard waren. Maar ik kon ze wel kopen voor de totale prijs van tachtigduizend. Het kost me verder wel een fortuin om ze hier te krijgen, en dan moet ik nog wat regelen om ze zolang te kunnen laten, maar dan heb ik wel voorlopig meer dan genoeg voorraad.’
‘Wauw, je pakt het nogal groot aan!’
‘Soms krijg je zo’n kans. Deze wagens stonden te koop bij iemand, die onlangs was overleden, en deze wagens verzameld had. Alleen deed hij er niets mee, zo jammer! Maar ja, ik hoorde ervan, en ik heb meteen toegeslagen. Maar nu heb ik wel even geen rode cent meer te makken!’
‘En je hebt Geir nog een wagen verkocht?’
‘Die zit daarbij. Dat was een meevaller voor Geir, maar ook voor mij. Want met dat geld kon ik de deal net sluiten. Geir krijgt daar een hele mooie wagen voor, met niet al te veel werk.’
‘Maar waar laat je 50 wagens, Daan?’
‘Daar heb ik al een oplossing voor. Bij Geert Huijbers kan ik het overgrote deel stallen. Die heeft al tijden zijn stallen leeg staan, en ik kon ze van hem huren voor niet al te veel geld. Ik verwacht, dat ik er daar zo’n veertig in kan stallen, de rest wil ik zo snel mogelijk verkopen.’
Melissa zegt daarop: ‘Het kan zelfs betekenen, dat mijn Topolino misschien niet meekan. Daan wil graag twee wagens voor de verkoop meenemen…’
‘Dat zou erg jammer zijn! Je hebt er zoveel werk in gestoken!’
Melissa knikt treurig. ‘Dat is inderdaad jammer, maar ik heb er wel al in gereden! En we hebben de wagen laten schatten voor de verzekering, en die hebben ze op negentienduizend euro geschat!’
Ik fluit eens door mijn tanden. ‘Dat is niet mis! Dan heb je goede winst gemaakt, als je die voor dat geld kunt verkopen!’
Melissa kijkt Daan aan. ‘Als we dat eens deden, Daan? Dan kan ik mijn Topolino toch meenemen, en je kunt hem dan ook verkopen.’
‘Maar je hebt er zo hard voor gewerkt! Weet je het zeker?’
Melissa knikt. Dan grijnst ze en zegt: ‘Maar dat wil niet zeggen, dat ik daarna geen andere wil! Ik vond die blauwe cabriolet, die je in die partij gekocht had, ook wel leuk. Maar ik weet ook wel, dat ik die niet zomaar erbij kan houden. Dan moet ik kiezen, en dan vind ik die blauwe toch net wat leuker!’
Daan kijkt verbaasd, maar moet dan lachen. ‘Volgens mij heb je ook wel een beetje het autovirus te pakken!’
Melissa glimlacht. ‘Kan het ook anders? Thuis zit ik de hele dag tussen de benzinedampen in!’
Daan zegt dan: ‘Als je het zeker weet, dan mag dat van mij! Ik weet zeker, dat er interesse in de Topolino zou zijn. En ik denk, dat we die ook voor rond de zeventienduizend kunnen verkopen.’
Melissa knikt nog eens. ‘Maar krijg ik dan die blauwe?’
‘De Nash? Ja, als je dat echt wilt, dan mag dat. Ik vind dat ook wel een leuke wagen. Alleen de motor is kapot, maar daar weet ik wel een oplossing voor.’
Ik zeg tegen Daan: ‘Laat eens zien, wat je je allemaal gekocht hebt!’
Daan pakt zijn telefoon en laat ons een hele serie foto’s zien van oude wagens. Ze zien er inderdaad niet allemaal erg goed uit, maar ze zijn zeker nog de moeite waard. Ook de Nash, die Melissa zo graag wil hebben, ziet er nog best goed uit. Er is wel wat laswerk aan, en de motor is kapot, maar dat moet wel op te lossen zijn. En ik kan me best voorstellen, waarom Melissa graag deze wil hebben. Het is een leuk model, en ook niet zo alledaags. Net iets groter dan de Topolino en misschien ook wel wat praktischer.
‘Aan die Rambler is anders toch nog flink wat werk, Daan. Het ziet er niet slecht uit, maar er moet werkelijk nog alles aan gebeuren!’
‘Ach, dat komt wel goed. Bovendien kan ik daar Joey op loslaten, als die even niets te doen heeft. En de motor, daar ga ik niets meer aan doen. Maar ik weet, dat er nog een losse motor bij de partij zit van een wat nieuwer type, met wat meer vermogen. Dat ga ik proberen in te passen, en dan is dat probleem ook opgelost. Dan is de wagen wel niet meer origineel, maar wel beter om mee te rijden.’
Ik lach. ‘Dat los je wel op, Daan.’
‘Dat komt allemaal wel weer goed, daar maak ik me geen zorgen om. Maar waar ik eigenlijk voor kom, is om jou te vragen of ik hier dan nog de rest zo lang mag stallen. Ze mogen best buiten staan, en zelfs achter de loods, maar ik moet ze gewoon ergens kwijt!’
‘Misschien weet ik een oplossing, Daan. Ik wil achter de loods een schuur en stal gaan maken. Gewoon van hout, niets bijzonders. Chantal wil daar wat kippen en geiten gaan houden. Die zouden dan aan de rechtse kant van de loods moeten komen staan, waar nu nog die bomen staan. Daar wil ik er enkele van omzagen, zodat die dieren daar ook plaats hebben om te lopen. Maar aan de linkerkant wil ik eigenlijk een overkapping maken. Die zou ik wat groter kunnen maken, en dan kun je daar met wat passen en meten ook wel een stuk of 5 wagens kwijt. En als we binnen de wagens nog wat beter zetten, passen daar ook wel enkele wagens meer in. Maar ook al ben je mijn beste vriend, dat kan ik niet allemaal gratis doen!’
‘Dat weet ik wel, en dat is ook niet erg. Alleen heb ik op het moment niet veel geld, John. Ik zou je hoogstens een van die wagens kunnen geven, of je pas veel later betalen.’
Ik denk even na. Dan herinner ik me een van de foto’s, die Daan me heet laten zien.
‘Ik weet een deal voor je. Bij die partij zat ook een Plymouth Fury Station wagon? Daar heb ik op zich wel interesse in. Kun je daar iets mee?’
Daan kijkt me verbaasd aan. ‘Wat wil je daar nu mee?’
‘Gewoon, een daily driver van maken. Bovendien heeft die ook een beetje de stijl van mijn Cadillac. Zeg maar wat je ervoor wilt hebben, dan komen we er wel aan uit!’
Daan pakt zijn telefoon, want hij moet wel even kijken, wat hij voor die wagen betaald heeft. Maar uiteindelijk komen we er samen uit, en moet ik wat bijbetalen, want de wagen is meer waard, dan ik aan Daan voor huur wil vragen. Maar we hebben allebei een goede deal, en daarbij is Daan dan alweer een van zijn wagens kwijt.
Chantal heeft alles in stilte zitten luisteren, en als Melissa en Daan weer naar huis toe gaan, staat ze op en geeft me een zoen. Ze zegt glimlachend: ‘Dus je hebt jezelf nog een wagen gegund, John?’
Ik knik en zeg dan: ‘Ik had het je eigenlijk eerst even moeten vragen, Chantal. Maar ik wilde er ook met Daan aan uit komen.’
Chantal glimlacht. ‘Dat is wel goed, John. Maar wil je daar dan ook dagelijks in gaan rijden?’
Ik knik. ‘Dat is wel de bedoeling. Ik hoop dan wel, dat de caravan klaar is, als ik hieraan ga beginnen. Maar als je wilt, mag je ook gerust meehelpen!’
Chantal lacht. ‘En misschien doe ik dat ook nog wel! Ik vond het best leuk om die Topolino samen met Melissa op te bouwen. Maar deze zal wel flink wat groter zijn, denk ik zo.’
Ik knik en laat haar dan wat foto’s zien van een gelijksoortig model. Ze begrijpt meteen, waarom ik deze wagen wil hebben. Qua uiterlijk heeft de wagen iets van een Cadillac, minstens zo groot, maar het zou me ook de ruimte bieden om eens wat spullen mee te nemen, zoals ik dat nu ook gewend ben van mijn huidige wagen. En ze is het meteen met me eens, dat het een leuke dagelijkse wagen zal worden, waarmee je zeker gezien mag worden. Bovendien, de caravan is over niet al te lange tijd klaar, en dan heb ik ook wat nieuws om handen.
Ik trek Chantal op mijn schoot en geef haar een zoen. Haar blik doet mijn hart smelten, en me beseffen, hoeveel ik van haar houd. Ze is in alles een droomvrouw. Want ik vind het nogal bijzonder, dat ze mijn voorliefde voor oude wagens heeft omarmd en zelfs mee wil doen. Daarvoor halen menige vrouwen hun neuzen voor op, maar niet Chantal. Ze geeft er niets om, dat haar nagels smerig worden, of dat ze wat smerig wordt bij het sleutelen. Daarvoor was het gezamenlijke project met haar zus een goede proef. En met dit nieuwe project kunnen we samen er wat van maken. Ook al doen we dat nu ook al met onze caravan. Hoewel de voortgang daarvan flink vordert, is het nog verre van klaar. De slaapkamer en het woongedeelte zijn nu grotendeels klaar, we zijn nu bezig met de badkamer. De keuken staat ook wel grotendeels, maar omdat vanaf hier de meeste stroomleidingen lopen, hebben we dat nog niet helemaal afgemaakt. Maar het begint nu wel vorm te krijgen. Nog een half jaar flink doorwerken, dan zal de caravan wel klaar zijn, en dat is al veel sneller, dan ik ooit had durven dromen! Maar ik wil er ook graag weer airco in plaatsen. De originele installatie heb ik laten inspecteren, maar dat bleek helaas toch niet meer in zo’n goede conditie te zijn, als we hoopten. We hebben overwogen om de airco dan maar te laten, maar met het oog op de warme zomers van de laatste jaren, en dat de Airstream van blinkend metaal is, wordt het dan een bakoven. En er zijn nog een aantal dingen, die ik graag nog wil aanpassen. Op een website in de VS heb ik een originele luifel kunnen vinden, die nog nieuw in de rekken lag. Kostte wel een aardige duit, maar ook die gaat gemonteerd worden, maar ook aangepast worden, zodat we het als een soort voortent kunnen gebruiken, met wat extra panelen. En om alles goed te doen, nemen we ons flink de tijd. We hebben immers nog een caravan.
Met dat alles in mijn gedachten kijk ik Chantal aan. ‘Ik hou van je, Chantal! Meer dan ik je ooit duidelijk kan maken!’
Chantal glimlacht. ‘Dat weet ik, John. Je laat het me op meerdere manieren weten, maar het is wel leuk om het zo nu en dan eens uit je mond te horen.’
‘Ik zou echt niet meer weten, wat ik zonder jou zou moeten! Je hebt mijn wereld zo verrijkt!’
Chantal glimlacht weer breder. Dan zegt ze: ‘En ik zou ook niet weten, wat ik nog zonder jou zou moeten doen, John. Maar ik heb nog wel een klein slecht berichtje.’
Ik kijk haar verbaasd aan. ‘Wat is er dan?’
Chantal lacht als ik meteen zo bezorgd reageer. ‘Het is niet erg, alleen jammer! Ik ben vanmorgen weer ongesteld geworden, dus ik ben niet zwanger geraakt.’
Ik slaak een zucht van verlichting. ‘O, dat is inderdaad wat minder nieuws, maar geen reden om er meteen mee te stoppen, of wel?’
Chantal kijkt me aan en zegt: ‘Misschien wil ik het toch nog even uitstellen, John. Waar ik nu mee bezig ben, dat is zo ontzettend belangrijk voor me! En als ik dan zwanger raak, dan gooit dat misschien de ramen voor mijn toekomst in! Dat is wel moeilijk voor me, maar ik zie geen andere oplossing!’
Ik zie, hoe moeilijk deze beslissing voor haar is en ik sla mijn armen om haar heen. ‘Wat je ook beslist, Chantal, ik zal er voor je zijn! Ik weet hoe graag je een kind wilt, maar ook hoe graag je je werk doet. En daar kan niemand anders een keuze in maken, dan jezelf.’
Ze omhelst me, en begint te huilen. ‘Maar het is zo moeilijk, John! Maar ik voel, dat dit mijn grote kans is, om door te breken! Anders hadden ze me dat nieuwe project niet toevertrouwd.’
‘Een nieuw project? Daar heb je me nog niets over verteld?’
‘Ik heb het ook pas te horen gekregen, John. Ik heb je toch verteld, dat ze me willen aannemen, als mijn stage is afgelopen?’
Ik knik, dat heeft ze me inderdaad verteld.
‘Nou, vandaag zat er bij de post een brief voor mij. Wacht, ik zal hem wel even pakken.’
Ze staat op en haalt de brief. Ze laat me die lezen, en nu begrijp ik ook, waarom ze het er zo moeilijk mee heeft. Want dit zou een behoorlijke kans voor haar zijn! Ze bieden haar aan om de assistente te worden van de artistiek leider, waarbij ze die functie zal combineren met haar opleiding als zangdocente. Dat is een behoorlijk vooruitzicht en een grote kans voor haar. Want dat zal ook betekenen, dat ze straks ook redelijk goed gaat verdienen. Nu krijgt ze maar een bescheiden salaris, wat niet echt overhoudt… Maar daarmee kan ze haar kleding van betalen en ook haar reiskosten, de rest betaal ik allemaal. Maar ik heb een goed salaris, en ik kan niet zeggen, dat ik ergens iets voor hoef te laten. Maar als Chantal dat salaris er ook nog bij krijgt, dan krijgen we het financieel wel een stuk ruimer, wat wel handig is, als je aan kinderen wilt beginnen, maar dat is bijzaak.
Ik omhels Chantal en zeg: ‘Dat is zeker een geweldige kans voor je. Als je het echt wilt, dan moet je het doen. Maar als je zegt, ik kies voor kinderen, dan vind ik dat ook goed. Maar als je kiest voor je baan, dan wil dat nog niet zeggen, dat we niet aan kinderen kunnen denken?’
‘Dat weet ik wel, maar dat nieuwe project duurt bijna een jaar. Zolang kan ik dan ook nog wel wachten.’
‘En wat als er dan weer een nieuwe kans is, en je nog langer wacht? En dan weer een nieuwe kans, en dan nog een nieuwe kans. Voordat je het weet ben je dan weer te oud om nog kinderen te krijgen. Ik wil gewoon, dat je zeker bent van je keuze. Niet dat je straks spijt krijgt.’
Chantal knikt. ‘Dat is ook, waar ik zo mee zit, John. Zo dik gezaaid zijn zulke kansen niet, maar als ik het nu niet doe, dan krijg ik nooit meer zo’n kans! En als ik dan eenmaal heb laten zien, wat ik werkelijk kan, dan kunnen we alsnog gaan proberen om een kind te krijgen? Er zijn daar wel meer vrouwen, die het op die manier gedaan hebben.’
‘Nou, dan grijp je kans! Maar ik weet, dat je zo verlangt naar een kind, daarom wil ik ook zeker weten, dat je de juiste keuze maakt.’
Chantal knikt. ‘Dat weet ik, maar soms moet je prioriteiten stellen. Maar morgen zal ik meer weten, ik zal dan meteen vragen, welke voorwaarden aan dat contract zullen zitten.’
Ik houd haar dan stevig vast, wetende dat dit een zware beslissing voor haar is. En daar lijkt ze de steun in te vinden, die ze nodig heeft. Dan staat ze op en loopt naar de keuken heen.
‘Ik ga het eten klaarmaken, John. Laat me maar even, ik wil dat even alleen doen.’
Ik knik begrijpend, en loop dan naar buiten, waar ik de buitentent weer afbreek en opruim. Dan zet ik de caravan weer binnen neer, net als mijn Cadillac. En als ik daarmee klaar ben, is Joey thuis en is Chantal klaar met het eten.
Tijdens het eten vertel ik, dat ik me een wagen van Daan gekocht heb. Joey kijkt blij verrast. ‘Wat heb je dan gekocht?’
‘Een Plymouth Fury Wagon uit 1966. Ik heb alleen nog maar foto’s gezien, maar Daan zegt, dat de wagen nog best goed is. Hij zou in ieder geval grotendeels roestvrij zijn. Er moet nog wel een en ander aan gebeuren, maar dat is niet erg. En als die dan klaar is, dan gaat de SUV de deur uit. Dat wordt mijn dagelijks ritje naar mijn werk!’
‘Cool! En weet je ook al wat voor motor erin zit?’
‘Nee, niet precies, maar dat vind ik nu ook nog niet belangrijk. Wat ik wel weet, dat het een V8 is, en een automaat. Maar het is dan even afwachten in welke staat de motor en versnellingsbak zijn. Eerst moet Daan al die wagens eens hier krijgen! En dan heb jij meer dan genoeg werk bij hem, om die wagens te gaan herstellen!’
Joey grijnst. ‘Fijn toch? Dan kan ik hele dagen aan mooie auto’s werken, en weer in ere herstellen!’
‘Ja, en dan mag je ook aan Melissa’s nieuwe wagen werken. Maar ze mag zelf vertellen, wat dat voor iets is.’
‘Wat? Gaat ze haar Fiat verkopen? Die is net klaar!’
‘Ja, dat klopt. Maar ze hebben nu niet meer zoveel reserves, en ik weet zeker, dat er liefhebbers voor de Topolino zullen zijn. Die raken ze snel kwijt, want die is echt mooi geworden!’
Joey knikt. ‘Ja, dat is echt een mooi karretje geworden! En Melissa heeft echt goed werk gemaakt van het interieur! Ik vond, dat de verzekering hem nogal laag inschatte! Ik denk, als ze er twintigduizend voor vragen, dat ze die ook wel krijgen! Dat ding heeft nergens meer roest en de motor is echt als nieuw!’
‘Ja, maar hij is niet meer helemaal origineel, Joey. Dan mag hij er nog zo mooi uitzien, dat is waar mensen voor gaan. Maar er zijn er ook genoeg, die daar overheen kijken en zien hoe mooi dat wagentje geworden is.’
En in die mening kan Joey zich helemaal vinden.
Lees verder: De Gezusters Santegoed - 39
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10