Door: Zazie
Datum: 26-02-2022 | Cijfer: 9.5 | Gelezen: 8024
Lengte: Lang | Leestijd: 29 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Sprookje, Tiener,
Lengte: Lang | Leestijd: 29 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Sprookje, Tiener,
Vervolg op: Hannes En Gretchen: Sprookje 6
Sprookje 7
Het chickje dat ik vandaag op mijn pik heb zitten, echt, cette petite poussin is het mooiste sinds weken en ze past ook nog eens perfect om mijn paal. Genietend lig ik met mijn handen onder mijn hoofd haar te bekijken terwijl zij het werk doet. IJverig wipt ze op mijn poteau op en neer, haar ogen dicht, haar handen om haar tietjes die ze ondertussen flink bewerkt. Ze is niet groot en alles is perfect aan haar. Slank lenig lijfje, olijfkleurige huid, kleine ronde tieten, een gezichtje dat ik niet gauw zal vergeten. Marie heet ze en als ze me vol aankijkt met die grote bruine ogen onder dat donkere krullenkopje, whow. Ehm, alors…
‘Jij lijkt op Antonio Banderas’ zei ze toen ik haar oppikte. Duh, dat heb ik dus pas achttienhonderd negenenvijftig keer in mijn leven gehoord. En ’t klopt ook echt trouwens, ik vind het zelf ook wel verwonderlijk, zelfde chocolade-ogen zoals de meiden altijd zeggen, zelfde lange zwarte haren op een staart, zelfde bruin gezicht, zelfde lach, áls ik lach. En ik ben er blij mee , want ik hoef die Marseillaise-poussins maar aan te kijken of ze vallen in bosjes naar me toe.
Dat is dan ook het belangrijkste wat ik heb in mijn leven, iedere dag halverwege de middag zo’n gewillig grietje scoren en haar daarna suf naaien in onze garagebox. Een dag niet genaaid is een dag niet geleefd. De jacht op de grietjes, dat is dus waar ik voor besta, tótdat ik er een op of onder me heb draait mijn hele dag daar om.
Als ik niet spijbel om een beetje in de stad rond te hangen ga ik s-morgens naar school, officieel leer ik daar voor automonteur. Na schooltijd ga ik rond half een met mijn beste vriend Mazòn naar monsieur Louis, die hier in Marseille tegen de havens aan een autogarage heeft, hoewel ’t eigenlijk meer een sloperij is.
Meneer Louis is echt de liefste man ter wereld, zowel Mazòn als ik hebben geen vader meer en we zijn heel graag bij hem omdat hij ons altijd lijkt te begrijpen. Hij is best wel dik en kortademig en wij helpen hem, als een soort stage, om lastige onderdelen uit of in auto’s sleutelen. Als beloning mogen wij een van zijn boxen gebruiken die achter op het terrein staan. In de garage en er omheen is het overal een zootje maar die box hebben wij helemaal opgefrist met een verfje en daarna gezellig ingericht met tapijten, wat banken en gekleurde kerstlichtjes.
Vandaag ben ik alleen hier, Mazòn moest naar de tandarts, lekker rustig wel een keer, zo. Als ik zin heb om zelf te gaan neuken til ik het grietje met een stevige greep om haar heupen van me af en gooi ik haar op haar rug. Ik vouw haar open tot ze met haar enkels zo’n beetje langs haar schouders ligt en beuk me dan in een keer tot de wortel in haar strakke kutje. Ze is vast nog niet vaak gebruikt, zo lekker nauw en strak. Hier hoor ik thuis, in onze box, op een mooi mokkeltje, mijn pik diep verankerd in haar petite chatte.
Tevreden naai ik haar eindeloos door, in het begin kreunt ze nog een beetje mee maar na een kwartier of zo kan ze alleen nog maar glazig uit haar ogen kijken. Zo heb ik ze het liefst, als ik ze zo’n beetje uit hun hoofd heb geneukt kan ik alles met ze doen. Niet dat dat gekke dingen zijn, lang en stevig neuken is genoeg. Soms een beetje in hun tietjes knijpen of er wat klapjes op geven, verder niet. Langzaam maar zeker kom ik zelf ook in een trance van bewegen, glijden, stoten, beuken, diep, nog dieper, hard, zacht, harder, zachter, bijna eruit, helemaal erin, ik kan zo eindeloos doorgaan…
Maman is het zat
Maman heeft vanmorgen verteld dat ze me op tijd thuis verwacht, omdat papa’s broer oom Yusuf uit Algiers op bezoek komt. Ze wil met hem erbij over mijn toekomst praten. Om de zoveel tijd wil maman daar met me over praten, al helemaal sinds papá dood is. Ze vindt dat ik maar wat rondrommel, nergens voor wil deugen en dat ik eens wat met mijn leven moet gaan doen. Alsof meisjes neuken niet iets met je leven doen is…
We wonen in zo’n ultrasaaie grote buitenwijk in een piepklein flatje en als ik arriveer moppert maman: ‘je bent weer eens te laat Alain, Yusuf zit al een uur te wachten.’ Zwijgend haal ik mijn schouders op, maman heeft altijd wat te zeuren. Sinds papá op zee is verdronken kan er nooit meer een lachje vanaf, alleen al daarom kom ik liefst maar zo weinig mogelijk thuis.
Eén keer eerder in mijn leven heb ik oom Yusuf gezien, bij de afscheidsdienst van papá. Hij was het enige familielid van papá dat erbij was, verder was het zaaltje alleen maar gevuld met de Franse familie van maman.
Net als toen draagt oom Yusuf ook nu weer zo’n rare Algerijnse soepjurk. Verder is zijn baard langer en grijzer dan toen maar wat nog hetzelfde is gebleven zijn die priemende ogen van hem, ik vind ze een beetje eng, ik heb het gevoel dat hij daarmee dwars door me heen kijkt.
Ik groet oom Yusuf door te buigen, met mijn handen tegen elkaar, prevel ondertussen iets over Allah en ik zie dat hem dat wel bevalt, dat ik weet hoe het moet. Meteen steekt hij van wal, dat hij zich een tijdje over me gaat ontfermen en dat ik met hem meega naar Algiers. Ik kijk maman verbijsterd aan, meent hij dat nou? Maar zij zit er serieus bij en knikt als ik haar zo aankijk: ‘je bent al zeventien Alain, en ik wil dat je serieus wordt. Ik weet heus wel wat jullie daar bij die garage uitspoken, ik heb mijn ogen niet in mijn zak. Het moet afgelopen zijn, je gaat met oom Yusuf mee en als je daar je best doet kan je over een half jaar weer thuis zijn.
Wóedend ben ik. Maar tegelijk weet ik dat protesteren dit keer niet gaat helpen, maman haar besluit staat vast. Ik bel Mazòn dat ik een tijd weg ben, pak een koffer in en amper twee uur later zitten we al op de ferry naar Algiers. Het voelt alsof ik op klaarlichte dag wordt ontvoerd…
De boottocht is saai en duurt eindeloos lang, bijna een etmaal doet dat ding er over, ik snap niet wat mij pa eraan vond om matroos te zijn. We pitten in een soort slaapstoelen op het dek en als het dag wordt op die merde bateau mis ik al snel het neuken van een grietje. Onrustig loop ik rond om te kijken of ik er een kan scoren maar ik zie niks fatsoenlijks. Ik ben daarom blij als tegen de avond eindelijk in de verte Algiers aan de horizon verschijnt.
Naast oom Yusuf aan de reling staand kijk ik hoe de stad steeds dichterbij komt en ik moet bekennen dat het een mooi schouwspel is. Het is een modernere stad dan ik dacht, veel hoge witte gebouwen, met in het centrum aan de kust de oude stad, zo’n beetje als bij Marseille. Heel trots zegt oom Yusuf dat dat oude centrum op de werelderfgoedlijst staat, nou, het zal wel.
Als we zijn aangemeerd gaan we te voet de stad in, ik sjouw me de pleuris met die koffer maar gelukkig, al snel lopen we de oude Kashba in, waar oom Yusuf een winkeltje heeft. Daarboven heeft hij een appartementje waar hij alleen woont en wijst hij me de kamer waar ik dus minstens een half jaar zal wonen. Nou ja kamer, het is meer een wit geverfde cel van twee bij drie meter met een bed en een ouderwetse wasbak. Zwijgend eten we samen iets wat ik niet herken en dan is het bedtijd.
En daar lig ik, in mijn uppie, met medewerking van maman ontvoerd door een maffe oom in een soepjurk, in een stad die ik totaal niet ken…
Mijn nieuwe leven..
De volgende morgen blijkt dat oom Yusuf eigenlijk twee winkeltjes heeft, naast elkaar, met een deur ertussen. Het ene lijkt me een soort drogisterij of apotheek, allemaal flessen en potten met poedertjes en zalfjes waar oom Yusuf van alles van maakt voor mensen die iets mankeren. Het andere winkeltje staat rámvol met antieke lampen, serviesgoed en andere prullaria voor in huis. Ik snap niks van deze combinatie van winkels, maar oom Yusuf vertelt dat het antiek eigenlijk meer een hobby is. Een keer in de maand struint hij dorpjes in de omgeving af naar spulletjes die mensen wegdoen en een paar keer per jaar gaat hij er een hele week op uit, meer het achterland in en volgens hem vindt hij daar de meest waardevolle voorwerpen.
Het is mijn taak om het antiekwinkeltje te gaan beheren. Ik moet klanten te woord staan, als het Algerijnen zijn moeten die een normale prijs betalen maar toeristen moet ik zo veel mogelijk geld uit de zak zien te kloppen. En als er geen klanten zijn moet ik poetsen. Bijna alles wat er staat is van zilver en moet vaak gepoetst worden. Een groter klotewerkje kan je je niet voorstellen.
Binnen een paar dagen hangt het me mijlenver de strot uit, waardeloos werk, en omdat het straatje ook nog eens overdekt en benauwd en ramvol met andere winkeltjes is krijg ik het er al gauw benauwd. Als we in de middag een paar uur sluiten ga ik het liefst boven op het dak van het huisje zitten, voor wat frisse lucht en om de stad een beetje te bekijken.
Ook de avonden zit ik daar vaak, want oom Yusuf heeft me verboden op pad te gaan, pas als ik een maand lang heb laten zien dat ik mijn best doe mag ik een keer met hem mee. Merde, ik lijk wel een baby met een oppas te zijn geworden. Ondertussen mis ik les poussins en het neuken ontzettend, ik zou ik weet niet wat over hebben voor een kutje om mijn poteau in te steken, me weer eens lekker op zo’n bijbehorend grietje uit te leven.
Maar er zit momenteel niet veel anders op dan me in mijn lot te schikken. Ik verkoop wat er te verkopen valt, poets wat er moet worden gepoetst en zit verder eigenlijk maar een beetje te overleven. Het verbaast me ondertussen wat oom Yusuf allemaal uitspookt. Hij maakt niet alleen maar zalfjes en poedertjes maar lijkt ook mensen te behandelen of zo. Soms zit hij minutenlang tegen iemand te wauwelen terwijl hij met zijn handen allerlei vreemde gebaren maakt rondom hun lichaam. Mensen vertrekken altijd blij en opgelucht, het lijkt wel of oom een soort van tovenaar is.
Djinny
Inmiddels ben ik een maand hier en vandaag mag ik voor het eerst met oom Yusuf mee de stad uit, dorpjes afstruinen naar spullen voor zijn antiekwinkeltje. Het is fijn om eens even wat anders te zien. Oom Yusuf blijkt aan de rand van de Kasbah een magazijn te hebben, dat al net zo ramvol staat met antiek huisraad als zijn winkeltje. Ook heeft hij er een oude pick-up staan en daarmee rammelen over uit elkaar vallende asfaltweggetjes en stuivende zandpaden naast de meest kleine gehuchten.
Overal waar we komen gaat oom Yusuf midden op het dorpsplein staan, rolt dan een groot doek uit waarop staat dat hij antiek inkoopt en dan kan je er op wachten dat binnen de kortste keren allerlei mensen met hun troep aankomen zetten. Soms krijgt hij een vraag of hij het huis van een overleden iemand wil checken op waardevolle spullen en na een dorpje of vijf hebben we de laadbak van de pick-up afgeladen vol zitten met dozen en kisten met allerlei spul.
Terug in het magazijn draagt oom me op de boel uit te laden en in stellingen te rangschikken, waarna hij vertrekt. Eigenlijk is er helemaal geen plek om ook maar íets op te bergen en ik besluit het magazijn eerst maar eens op te ruimen. Inmiddels heb ik al wel een oog voor wat waardevol is en wat niet, alle prullaria doe ik in dozen en oom Yusuf moet later maar bekijken wat hij daarmee wil. Het valt me op dat er vooral veel draagbare zilveren olielampen zijn, die de mensen vroeger als een soort draagbaar lichtje gebruikten.
Inmiddels ben ik tot achter in het magazijn gevorderd en als ik daar zo’n lampje op wil pakken om meer voorin bij de voorraad voor de winkel te zetten hoor ik een raar geluid. Ik kijk om me heen of er een vogel of een rat is of zo, maar als ik het geluid weer hoor komt het duidelijk uit het lampje. Het lijkt of er iemand iets fluistert en als ik mijn oor tegen het lampje houd hoor ik duidelijk ‘wrijf mij, wrijf mij!’ Zoiets vreemds heb ik nog nooit meegemaakt. Nieuwsgierig geworden pak ik een poetsdoekje en wrijf het lampje blinkend. Terwijl ik daarmee bezig ben begint er wat rook uit het tuitje voor de vlam te kringelen en dan ineens zie ik een gedaante tevoorschijn komen.
Als ik van mijn verbazing bekomen ben zie ik een jong Afrikaans meisje voor me staan, helemaal bloot. Haar huid is gitzwart en ze heeft een beeldschoon sexy lijf. Haar ogen zijn bijna zwart en op haar hoofd groeien schattige krulletjes. Het vreemde is dat ik haar zie en tegelijk bijna dwars door haar heen kan kijken, alsof ze eigenlijk alleen maar een waanbeeld is. Ze kijkt me lief aan en begint dan te praten. ‘Dankjewel Alain, dat je me hebt bevrijd. Ik heb lang op jou gewacht.’
Ik kan haar alleen maar met open mond aankijken en als ik onthutst blijf zwijgen gaat ze verder: ‘je oom is al jaren naar me op zoek maar ik weet dat hij me wil misbruiken voor zijn toverkunsten. Mijn vloek kan alleen worden opgeheven als ik iemand gelukkig maak. Daarom heb ik op jou gewacht.’ Eindelijk, het lukt me haar iets te vragen: ‘…ehm…, wie ben je en hoe kom je daarin terecht?’ Het meisje giechelt lief: ‘ik ben een djinn, je mag me Djinny noemen. En ik ben hier omdat lang geleden een zelfde tovenaar als jouw oom Yusuf me voor zichzelf wilde hebben. Hij sloot me daarom op in deze lamp. Ik moet daar zo meteen ook in terug en zal pas definitief bevrijd zijn als het me is gelukt jou gelukkig te maken.’
Het wordt steeds vreemder allemaal. ‘En hoe ga je dat doen dan?’ Djinny antwoordt: ‘neem dit lampje met mij erin straks mee en verberg het voor je oom. Iedere avond om tien uur als je de lamp wrijft zal ik je verschijnen. Iedere dag mag je een wens doen, maar denk er goed over na Alain. Want besef goed, dat geld of veel bezit niet gelukkig maken…’ en weg is ze, alsof ze weer terug het lampje in wordt gezogen. Verbijsterd sta ik er mee in mijn hand en stop het dan weg in mijn rugzak.
Daarna ga ik weer hard aan het werk, ondertussen me bedenkend wat ik zal wensen. Als oom Yusuf als het al bijna donker is terugkomt geeft hij me een compliment voor hoe het magazijn eruit ziet en ondertussen zie ik hem de nieuwe spullen inspecteren, vooral de lampjes. Nu begrijp ik waarom hij deze business heeft opgezet naast zijn toverwinkeltje, hij zoekt Djinny…
Seks en nog eens seks
Die avond als ik alleen in mijn kamer ben wrijf ik het lampje op en meteen verschijnt tot mijn opluchting inderdaad Djinny, het begon al bijna te voelen als een droom. Daar staat ze, dat mooie blote Afrikaanse meisje waar ik mijn ogen op uitkijk, voor het eerst sinds dagen voel ik hoe mijn pik weer onrustig wordt. ‘En Alain, wat mag ik voor je doen…?’ vraagt Djinny dan liefjes. En voor ik het besef wens ik in een reflex een mooie meid in mijn bed. ‘Jouw wens is mijn wens, Alain. Zij zal er zijn maar besef goed, zodra je in slaap valt is zij weer weg’ waarna Djinny terug de lamp in wordt gezogen. Als ik me omdraai om de lamp weer in mijn geheime plekje te verbergen zie ik een meisje op mijn bed liggen.
Ze is helemaal naakt en heeft een vol figuur met grote borsten. Haar haren zijn lang, blond van kleur, met een lichte krul erin. Haar gezicht is onwijs knap en met grote blauwe ogen kijkt ze me sexy aan. Hoewel ze niet echt mijn type is besluit ik er toch goed van te gaan genieten, want een kutje is ten slotte een kutje. Als ik me uitkleed en op haar afloop spreidt zij al haar benen om me te ontvangen. ‘Komt u binnen heer’ terwijl ze over haar buik naar mijn poteau reikt en die tussen haar kutlippen trekt.
Het enige wat ik dan nog hoef te doen is in haar te glijden, en dat is toch wel weer heel fijn, dat zachte nauwe warme van een meisjeslijf. Ik steek me in haar tot ik niet verder kan en dan vouwt zij haar benen om mijn heupen, om me aan te moedigen haar te gaan berijden. Ik beleef het daarna alsof ik door haar voluptueuze lijf helemaal wordt verzwolgen, deinend glijd ik in en op haar op en neer en hoewel het iets heel anders is dan de strakke grietjes die ik zelf altijd uitkies, heeft dit ook wel wat. Het meisje is één en al zachtheid, welwillendheid, warme ontvangst en het voelt alsof ik door haar wordt verzwolgen, zoals golven het strand op rollen en daarna alles meenemen wat hen van pas komt. Kreunend laat ik me in haar opgaan en het voelt heerlijk als ik eindelijk weer mijn zaad in een kutje kan schieten. Meteen daarna val ik in slaap en als ik wakker word is ze weg.
Ik had niet gedacht dat ik zo snel zou slapen, meestal kan ik er geen genoeg van krijgen. De volgende avond vraag ik Djinny weer om een meisje en die is dit keer niet gewoon mollig maar serieus dik. In haar verlies ik me nog meer dan in het eerste meisje en avondenlang gaat het zo door, de mollige en de dikke meisjes wisselen elkaar af en steeds weer lijkt het of ze me verzwelgen, me helemaal in hen opnemen waardoor ik daarna slapend achterblijf.
Na een week vraag ik Djinny waarom ze me toch steeds alleen díe meisjes stuurt. Dan kijkt ze me verbaasd aan: ‘mais Alain, iedere Arabische man doet een moord voor zo’n behaaglijk vol en ook nog eens blank meisje. Deze komen allemaal uit harems van de sjeiks, zij zijn opgeleid om jou te behagen.’ Aha, dat is het dus: ‘eh, maar Djinny, ik ben dus géén Arabische man en ik hou van dun en strak. Heb je die ook in de aanbieding?’
Als Djinny me dan vraagt zo’n meisje te beschrijven neem ik voor ik het besef het laatste meisje dat ik thuis neukte voor ogen, Marie. En blijkbaar kan Djinny meekijken in mijn hoofd want als ze terug in haar lamp is ligt zij bloot in mijn bed. Marie…
Uw wensen zijn mijn wensen
Met een intens plezier bekijk ik Marie haar mooie lijf, zo bij mij passend, tenger en strak, haar tietjes maar net een hand vol. Pas nu, na een hele week deinende meiden onder me, besef ik dat ik niet alleen de meisjes uit Marseille heb gemist maar vooral dít meisje. Ze was de laatste die ik had en ze lijkt wel in me te zijn gekropen. Ondertussen ligt Marie al helemaal voor me klaar, als ik bij haar kom spreid ze haar benen om me in haar te verwelkomen. Ze lijkt in dezelfde trance te zijn als waar ik haar in de garagebox in wist te palen.
Als ik op haar lig en me helemaal in haar heb gestoken vraag ik zachtjes: ‘weet je nog wie ik ben?’ Even is het stil: ‘… hoe bedoelt u heer?’ Hmm, dit is dus opnieuw zo’n door Djinny betoverd meisje, zo meteen ben ik leeg geschoten en is het weer afgelopen met me. Voorzichtig beweeg ik me een tijdje op en neer maar gelukkig heb ik deze week al zo vaak zaad geschoten dat het nog wel even rustig blijft zitten.
Met Marie op mijn paal draai ik me om zodat zij me kan gaan neuken en meteen begint ze dan ook ijverig te wippen. Haar grote bruine ogen zijn open en op mij gericht maar ze lijkt er weinig mee te zien. Genietend voel ik hoe haar nauwe kutwandje om mijn paal op en neer glijdt, op en neer, steeds weer. Marie haar tietjes veren parmantig mee in het ritme en op een gegeven moment neem ik ze in mijn handen, wrijf en masseer ik ze en kneed ik haar tepels hard.
Niet veel later laat ze zich kreunend voorover vallen, haar eerste orgasme is er. Ik neem me voor om niet in slaap te vallen, om haar zo lang mogelijk bij me te hebben. Ik trek me terug uit haar kutje, til haar van me af en leg haar naast me. Dan neem haar in het holletje van mijn oksel en zo tegen elkaar aanliggend geniet ik van haar aanwezigheid. Ik voel dat ik aan het veranderen ben, dat seks fijn is maar niet álles, dat ik graag meer wil met dit meisje. Alleen, ze is er dus niet bij, in haar hoofd.
De volgende avond vraag ik Djinny opnieuw om Marie naar mijn bed te brengen. Maar ik zeg haar ook dat het me niet alleen om het neuken gaat, dat ik met Marie samen wil zijn en dat ik alleen wil neuken als zij het ook wil. Zie ik daar een klein glimlachje om de mond van Djinny? Zodra ze weg is ligt Marie weer in mijn bed, maar dit keer onder het dunne katoenen dek, niet bloot maar in een nachtjurkje of zo. Ik ga naast haar liggen, neem haar in mijn armen en zo liggen we wakker naast elkaar tot het vier uur in de ochtend is, waarna ze verdwijnt.
De avond daarna vraag ik opnieuw om Marie in mijn bed, en wéér is ze daar, met een nachtkleedje aan. En díe avond gebeurt het, Marie herkent me weer, dat ik lijk op ‘Antonio Banderas’. Dat leuke lachje dat ze toen liet zien is er ook weer en ik besef dat ik het nu anders wil doen. Ik wil genieten dat ze bij me is, niet alleen met haar neuken. En nog weer een dag later is het zo ver. Djinny verschijnt en vraagt me wat ik wil. ‘Ik wil Marie’ is mijn antwoord. ‘Ik wil Marie in mijn leven. Ik wil met haar samen zijn. Ja, ik wil ook vaak met haar neuken. Maar dan niet alleen, ik wil álles met Marie. Ik wil Marie in haar geheel!’
Het lijkt of Djinny verder van de lamp af staat dan normaal. ‘Jouw wens is mijn wens, Alain. En verder? Vandaag mag je drie wensen doen, dus je hebt er nog twee…’ Op een of andere manier lijk ik dit te hebben verwacht want ik weet al wat mijn andere wensen zijn. Ik wil terug naar Marseille, terug naar maman, terug naar mijn maatje Mazòn, maar ik wil het mét Marie. En ik zou heel graag een garage hebben. Dát zijn mijn wensen. ‘Uw wensen zijn mijn wensen, heer Alain’ en met de mooiste glimlach die ik ooit bij iemand zag verdwijnt Djinny, niet in de lamp, maar naar ijle verten…
Terug Thuis
Ik kom uit mijn neuktrance, ik zie hoe het grietje onder me ligt, met weggedraaide ogen. Whow, hoe ver ik haar heb weg geneukt. Ik voel mijn zaad opkomen maar om een of andere reden houd ik me in, ik wil dat ze bij me blijft. Ik trek mijn lul uit haar terug en ga naast haar liggen, trek haar tegen me aan en samen vallen we zo in slaap…
We worden wakker omdat Mazòn aan de deur van de box staat te beuken: ‘alors, Alain, wordt wakker, er is iets met Louis!’ Langzaam word ik helder, alsof ik uit een hele diepe droom kom. Het meisje, Marie, ligt nog tegen me aan en wordt ook maar heel moeizaam wakker. Voorzichtig maak ik me van haar los, trek mijn shorts en shirt aan en loop met Mazòn mee. Bij de garage staat een ambulance waar net als we arriveren Louis op een brancard in wordt geschoven. Een van de broeders komt naar ons toe en vraagt: ‘personeel?’ We knikken. ‘Il est mort, hij is dood’ zegt hij dan botweg, en weg zijn ze, Mazòn en mij verbijsterd achterlatend. Louis, die lieve Louis die steeds minder deed en altijd maar at en dronk en lag te vervetten op zijn bank…
Terwijl we onthutst de ambulance staan na te kijken komt Marie vanuit de box ook aangelopen en gaat dan tegen me aan staan. Dan pas besef ik dat ik zo intens over haar heb gedroomd, en dat ze misschien wel meer voor me is dan al die andere grietjes die ik oppik. ‘Ga je even met Mazòn en mij mee naar mij thuis?’ vraag ik haar een beetje aarzelend, bang dat ze nee zegt. Maar ze knikt ja en niet veel later zitten we alle drie thuis bij maman op de bank.
Marie zit dicht tegen me aan, we lijken wel een setje dat al lang wat met elkaar heeft. Maman is lief voor ons, ze geeft ons eten en drinken en daarna praten we samen na over Louis en wat een fijne man hij voor Mazòn en mij was. Dat hij alles van ons kon hebben, waardoor we hem juist zo graag hielpen. Zowel Mazòn als ik moeten echt even om hem huilen en zo lief hoe Marie mij dan troost, met haar armen om me heen.
De volgende morgen wordt maman door een notaris gebeld. Het blijkt dat hij zijn garage aan Mazòn en mij heeft nagelaten, met maman als beheerder tot we meerderjarig zijn…
Fijn dat je mijn verhaal las! X. zazie
‘Jij lijkt op Antonio Banderas’ zei ze toen ik haar oppikte. Duh, dat heb ik dus pas achttienhonderd negenenvijftig keer in mijn leven gehoord. En ’t klopt ook echt trouwens, ik vind het zelf ook wel verwonderlijk, zelfde chocolade-ogen zoals de meiden altijd zeggen, zelfde lange zwarte haren op een staart, zelfde bruin gezicht, zelfde lach, áls ik lach. En ik ben er blij mee , want ik hoef die Marseillaise-poussins maar aan te kijken of ze vallen in bosjes naar me toe.
Dat is dan ook het belangrijkste wat ik heb in mijn leven, iedere dag halverwege de middag zo’n gewillig grietje scoren en haar daarna suf naaien in onze garagebox. Een dag niet genaaid is een dag niet geleefd. De jacht op de grietjes, dat is dus waar ik voor besta, tótdat ik er een op of onder me heb draait mijn hele dag daar om.
Als ik niet spijbel om een beetje in de stad rond te hangen ga ik s-morgens naar school, officieel leer ik daar voor automonteur. Na schooltijd ga ik rond half een met mijn beste vriend Mazòn naar monsieur Louis, die hier in Marseille tegen de havens aan een autogarage heeft, hoewel ’t eigenlijk meer een sloperij is.
Meneer Louis is echt de liefste man ter wereld, zowel Mazòn als ik hebben geen vader meer en we zijn heel graag bij hem omdat hij ons altijd lijkt te begrijpen. Hij is best wel dik en kortademig en wij helpen hem, als een soort stage, om lastige onderdelen uit of in auto’s sleutelen. Als beloning mogen wij een van zijn boxen gebruiken die achter op het terrein staan. In de garage en er omheen is het overal een zootje maar die box hebben wij helemaal opgefrist met een verfje en daarna gezellig ingericht met tapijten, wat banken en gekleurde kerstlichtjes.
Vandaag ben ik alleen hier, Mazòn moest naar de tandarts, lekker rustig wel een keer, zo. Als ik zin heb om zelf te gaan neuken til ik het grietje met een stevige greep om haar heupen van me af en gooi ik haar op haar rug. Ik vouw haar open tot ze met haar enkels zo’n beetje langs haar schouders ligt en beuk me dan in een keer tot de wortel in haar strakke kutje. Ze is vast nog niet vaak gebruikt, zo lekker nauw en strak. Hier hoor ik thuis, in onze box, op een mooi mokkeltje, mijn pik diep verankerd in haar petite chatte.
Tevreden naai ik haar eindeloos door, in het begin kreunt ze nog een beetje mee maar na een kwartier of zo kan ze alleen nog maar glazig uit haar ogen kijken. Zo heb ik ze het liefst, als ik ze zo’n beetje uit hun hoofd heb geneukt kan ik alles met ze doen. Niet dat dat gekke dingen zijn, lang en stevig neuken is genoeg. Soms een beetje in hun tietjes knijpen of er wat klapjes op geven, verder niet. Langzaam maar zeker kom ik zelf ook in een trance van bewegen, glijden, stoten, beuken, diep, nog dieper, hard, zacht, harder, zachter, bijna eruit, helemaal erin, ik kan zo eindeloos doorgaan…
Maman is het zat
Maman heeft vanmorgen verteld dat ze me op tijd thuis verwacht, omdat papa’s broer oom Yusuf uit Algiers op bezoek komt. Ze wil met hem erbij over mijn toekomst praten. Om de zoveel tijd wil maman daar met me over praten, al helemaal sinds papá dood is. Ze vindt dat ik maar wat rondrommel, nergens voor wil deugen en dat ik eens wat met mijn leven moet gaan doen. Alsof meisjes neuken niet iets met je leven doen is…
We wonen in zo’n ultrasaaie grote buitenwijk in een piepklein flatje en als ik arriveer moppert maman: ‘je bent weer eens te laat Alain, Yusuf zit al een uur te wachten.’ Zwijgend haal ik mijn schouders op, maman heeft altijd wat te zeuren. Sinds papá op zee is verdronken kan er nooit meer een lachje vanaf, alleen al daarom kom ik liefst maar zo weinig mogelijk thuis.
Eén keer eerder in mijn leven heb ik oom Yusuf gezien, bij de afscheidsdienst van papá. Hij was het enige familielid van papá dat erbij was, verder was het zaaltje alleen maar gevuld met de Franse familie van maman.
Net als toen draagt oom Yusuf ook nu weer zo’n rare Algerijnse soepjurk. Verder is zijn baard langer en grijzer dan toen maar wat nog hetzelfde is gebleven zijn die priemende ogen van hem, ik vind ze een beetje eng, ik heb het gevoel dat hij daarmee dwars door me heen kijkt.
Ik groet oom Yusuf door te buigen, met mijn handen tegen elkaar, prevel ondertussen iets over Allah en ik zie dat hem dat wel bevalt, dat ik weet hoe het moet. Meteen steekt hij van wal, dat hij zich een tijdje over me gaat ontfermen en dat ik met hem meega naar Algiers. Ik kijk maman verbijsterd aan, meent hij dat nou? Maar zij zit er serieus bij en knikt als ik haar zo aankijk: ‘je bent al zeventien Alain, en ik wil dat je serieus wordt. Ik weet heus wel wat jullie daar bij die garage uitspoken, ik heb mijn ogen niet in mijn zak. Het moet afgelopen zijn, je gaat met oom Yusuf mee en als je daar je best doet kan je over een half jaar weer thuis zijn.
Wóedend ben ik. Maar tegelijk weet ik dat protesteren dit keer niet gaat helpen, maman haar besluit staat vast. Ik bel Mazòn dat ik een tijd weg ben, pak een koffer in en amper twee uur later zitten we al op de ferry naar Algiers. Het voelt alsof ik op klaarlichte dag wordt ontvoerd…
De boottocht is saai en duurt eindeloos lang, bijna een etmaal doet dat ding er over, ik snap niet wat mij pa eraan vond om matroos te zijn. We pitten in een soort slaapstoelen op het dek en als het dag wordt op die merde bateau mis ik al snel het neuken van een grietje. Onrustig loop ik rond om te kijken of ik er een kan scoren maar ik zie niks fatsoenlijks. Ik ben daarom blij als tegen de avond eindelijk in de verte Algiers aan de horizon verschijnt.
Naast oom Yusuf aan de reling staand kijk ik hoe de stad steeds dichterbij komt en ik moet bekennen dat het een mooi schouwspel is. Het is een modernere stad dan ik dacht, veel hoge witte gebouwen, met in het centrum aan de kust de oude stad, zo’n beetje als bij Marseille. Heel trots zegt oom Yusuf dat dat oude centrum op de werelderfgoedlijst staat, nou, het zal wel.
Als we zijn aangemeerd gaan we te voet de stad in, ik sjouw me de pleuris met die koffer maar gelukkig, al snel lopen we de oude Kashba in, waar oom Yusuf een winkeltje heeft. Daarboven heeft hij een appartementje waar hij alleen woont en wijst hij me de kamer waar ik dus minstens een half jaar zal wonen. Nou ja kamer, het is meer een wit geverfde cel van twee bij drie meter met een bed en een ouderwetse wasbak. Zwijgend eten we samen iets wat ik niet herken en dan is het bedtijd.
En daar lig ik, in mijn uppie, met medewerking van maman ontvoerd door een maffe oom in een soepjurk, in een stad die ik totaal niet ken…
Mijn nieuwe leven..
De volgende morgen blijkt dat oom Yusuf eigenlijk twee winkeltjes heeft, naast elkaar, met een deur ertussen. Het ene lijkt me een soort drogisterij of apotheek, allemaal flessen en potten met poedertjes en zalfjes waar oom Yusuf van alles van maakt voor mensen die iets mankeren. Het andere winkeltje staat rámvol met antieke lampen, serviesgoed en andere prullaria voor in huis. Ik snap niks van deze combinatie van winkels, maar oom Yusuf vertelt dat het antiek eigenlijk meer een hobby is. Een keer in de maand struint hij dorpjes in de omgeving af naar spulletjes die mensen wegdoen en een paar keer per jaar gaat hij er een hele week op uit, meer het achterland in en volgens hem vindt hij daar de meest waardevolle voorwerpen.
Het is mijn taak om het antiekwinkeltje te gaan beheren. Ik moet klanten te woord staan, als het Algerijnen zijn moeten die een normale prijs betalen maar toeristen moet ik zo veel mogelijk geld uit de zak zien te kloppen. En als er geen klanten zijn moet ik poetsen. Bijna alles wat er staat is van zilver en moet vaak gepoetst worden. Een groter klotewerkje kan je je niet voorstellen.
Binnen een paar dagen hangt het me mijlenver de strot uit, waardeloos werk, en omdat het straatje ook nog eens overdekt en benauwd en ramvol met andere winkeltjes is krijg ik het er al gauw benauwd. Als we in de middag een paar uur sluiten ga ik het liefst boven op het dak van het huisje zitten, voor wat frisse lucht en om de stad een beetje te bekijken.
Ook de avonden zit ik daar vaak, want oom Yusuf heeft me verboden op pad te gaan, pas als ik een maand lang heb laten zien dat ik mijn best doe mag ik een keer met hem mee. Merde, ik lijk wel een baby met een oppas te zijn geworden. Ondertussen mis ik les poussins en het neuken ontzettend, ik zou ik weet niet wat over hebben voor een kutje om mijn poteau in te steken, me weer eens lekker op zo’n bijbehorend grietje uit te leven.
Maar er zit momenteel niet veel anders op dan me in mijn lot te schikken. Ik verkoop wat er te verkopen valt, poets wat er moet worden gepoetst en zit verder eigenlijk maar een beetje te overleven. Het verbaast me ondertussen wat oom Yusuf allemaal uitspookt. Hij maakt niet alleen maar zalfjes en poedertjes maar lijkt ook mensen te behandelen of zo. Soms zit hij minutenlang tegen iemand te wauwelen terwijl hij met zijn handen allerlei vreemde gebaren maakt rondom hun lichaam. Mensen vertrekken altijd blij en opgelucht, het lijkt wel of oom een soort van tovenaar is.
Djinny
Inmiddels ben ik een maand hier en vandaag mag ik voor het eerst met oom Yusuf mee de stad uit, dorpjes afstruinen naar spullen voor zijn antiekwinkeltje. Het is fijn om eens even wat anders te zien. Oom Yusuf blijkt aan de rand van de Kasbah een magazijn te hebben, dat al net zo ramvol staat met antiek huisraad als zijn winkeltje. Ook heeft hij er een oude pick-up staan en daarmee rammelen over uit elkaar vallende asfaltweggetjes en stuivende zandpaden naast de meest kleine gehuchten.
Overal waar we komen gaat oom Yusuf midden op het dorpsplein staan, rolt dan een groot doek uit waarop staat dat hij antiek inkoopt en dan kan je er op wachten dat binnen de kortste keren allerlei mensen met hun troep aankomen zetten. Soms krijgt hij een vraag of hij het huis van een overleden iemand wil checken op waardevolle spullen en na een dorpje of vijf hebben we de laadbak van de pick-up afgeladen vol zitten met dozen en kisten met allerlei spul.
Terug in het magazijn draagt oom me op de boel uit te laden en in stellingen te rangschikken, waarna hij vertrekt. Eigenlijk is er helemaal geen plek om ook maar íets op te bergen en ik besluit het magazijn eerst maar eens op te ruimen. Inmiddels heb ik al wel een oog voor wat waardevol is en wat niet, alle prullaria doe ik in dozen en oom Yusuf moet later maar bekijken wat hij daarmee wil. Het valt me op dat er vooral veel draagbare zilveren olielampen zijn, die de mensen vroeger als een soort draagbaar lichtje gebruikten.
Inmiddels ben ik tot achter in het magazijn gevorderd en als ik daar zo’n lampje op wil pakken om meer voorin bij de voorraad voor de winkel te zetten hoor ik een raar geluid. Ik kijk om me heen of er een vogel of een rat is of zo, maar als ik het geluid weer hoor komt het duidelijk uit het lampje. Het lijkt of er iemand iets fluistert en als ik mijn oor tegen het lampje houd hoor ik duidelijk ‘wrijf mij, wrijf mij!’ Zoiets vreemds heb ik nog nooit meegemaakt. Nieuwsgierig geworden pak ik een poetsdoekje en wrijf het lampje blinkend. Terwijl ik daarmee bezig ben begint er wat rook uit het tuitje voor de vlam te kringelen en dan ineens zie ik een gedaante tevoorschijn komen.
Als ik van mijn verbazing bekomen ben zie ik een jong Afrikaans meisje voor me staan, helemaal bloot. Haar huid is gitzwart en ze heeft een beeldschoon sexy lijf. Haar ogen zijn bijna zwart en op haar hoofd groeien schattige krulletjes. Het vreemde is dat ik haar zie en tegelijk bijna dwars door haar heen kan kijken, alsof ze eigenlijk alleen maar een waanbeeld is. Ze kijkt me lief aan en begint dan te praten. ‘Dankjewel Alain, dat je me hebt bevrijd. Ik heb lang op jou gewacht.’
Ik kan haar alleen maar met open mond aankijken en als ik onthutst blijf zwijgen gaat ze verder: ‘je oom is al jaren naar me op zoek maar ik weet dat hij me wil misbruiken voor zijn toverkunsten. Mijn vloek kan alleen worden opgeheven als ik iemand gelukkig maak. Daarom heb ik op jou gewacht.’ Eindelijk, het lukt me haar iets te vragen: ‘…ehm…, wie ben je en hoe kom je daarin terecht?’ Het meisje giechelt lief: ‘ik ben een djinn, je mag me Djinny noemen. En ik ben hier omdat lang geleden een zelfde tovenaar als jouw oom Yusuf me voor zichzelf wilde hebben. Hij sloot me daarom op in deze lamp. Ik moet daar zo meteen ook in terug en zal pas definitief bevrijd zijn als het me is gelukt jou gelukkig te maken.’
Het wordt steeds vreemder allemaal. ‘En hoe ga je dat doen dan?’ Djinny antwoordt: ‘neem dit lampje met mij erin straks mee en verberg het voor je oom. Iedere avond om tien uur als je de lamp wrijft zal ik je verschijnen. Iedere dag mag je een wens doen, maar denk er goed over na Alain. Want besef goed, dat geld of veel bezit niet gelukkig maken…’ en weg is ze, alsof ze weer terug het lampje in wordt gezogen. Verbijsterd sta ik er mee in mijn hand en stop het dan weg in mijn rugzak.
Daarna ga ik weer hard aan het werk, ondertussen me bedenkend wat ik zal wensen. Als oom Yusuf als het al bijna donker is terugkomt geeft hij me een compliment voor hoe het magazijn eruit ziet en ondertussen zie ik hem de nieuwe spullen inspecteren, vooral de lampjes. Nu begrijp ik waarom hij deze business heeft opgezet naast zijn toverwinkeltje, hij zoekt Djinny…
Seks en nog eens seks
Die avond als ik alleen in mijn kamer ben wrijf ik het lampje op en meteen verschijnt tot mijn opluchting inderdaad Djinny, het begon al bijna te voelen als een droom. Daar staat ze, dat mooie blote Afrikaanse meisje waar ik mijn ogen op uitkijk, voor het eerst sinds dagen voel ik hoe mijn pik weer onrustig wordt. ‘En Alain, wat mag ik voor je doen…?’ vraagt Djinny dan liefjes. En voor ik het besef wens ik in een reflex een mooie meid in mijn bed. ‘Jouw wens is mijn wens, Alain. Zij zal er zijn maar besef goed, zodra je in slaap valt is zij weer weg’ waarna Djinny terug de lamp in wordt gezogen. Als ik me omdraai om de lamp weer in mijn geheime plekje te verbergen zie ik een meisje op mijn bed liggen.
Ze is helemaal naakt en heeft een vol figuur met grote borsten. Haar haren zijn lang, blond van kleur, met een lichte krul erin. Haar gezicht is onwijs knap en met grote blauwe ogen kijkt ze me sexy aan. Hoewel ze niet echt mijn type is besluit ik er toch goed van te gaan genieten, want een kutje is ten slotte een kutje. Als ik me uitkleed en op haar afloop spreidt zij al haar benen om me te ontvangen. ‘Komt u binnen heer’ terwijl ze over haar buik naar mijn poteau reikt en die tussen haar kutlippen trekt.
Het enige wat ik dan nog hoef te doen is in haar te glijden, en dat is toch wel weer heel fijn, dat zachte nauwe warme van een meisjeslijf. Ik steek me in haar tot ik niet verder kan en dan vouwt zij haar benen om mijn heupen, om me aan te moedigen haar te gaan berijden. Ik beleef het daarna alsof ik door haar voluptueuze lijf helemaal wordt verzwolgen, deinend glijd ik in en op haar op en neer en hoewel het iets heel anders is dan de strakke grietjes die ik zelf altijd uitkies, heeft dit ook wel wat. Het meisje is één en al zachtheid, welwillendheid, warme ontvangst en het voelt alsof ik door haar wordt verzwolgen, zoals golven het strand op rollen en daarna alles meenemen wat hen van pas komt. Kreunend laat ik me in haar opgaan en het voelt heerlijk als ik eindelijk weer mijn zaad in een kutje kan schieten. Meteen daarna val ik in slaap en als ik wakker word is ze weg.
Ik had niet gedacht dat ik zo snel zou slapen, meestal kan ik er geen genoeg van krijgen. De volgende avond vraag ik Djinny weer om een meisje en die is dit keer niet gewoon mollig maar serieus dik. In haar verlies ik me nog meer dan in het eerste meisje en avondenlang gaat het zo door, de mollige en de dikke meisjes wisselen elkaar af en steeds weer lijkt het of ze me verzwelgen, me helemaal in hen opnemen waardoor ik daarna slapend achterblijf.
Na een week vraag ik Djinny waarom ze me toch steeds alleen díe meisjes stuurt. Dan kijkt ze me verbaasd aan: ‘mais Alain, iedere Arabische man doet een moord voor zo’n behaaglijk vol en ook nog eens blank meisje. Deze komen allemaal uit harems van de sjeiks, zij zijn opgeleid om jou te behagen.’ Aha, dat is het dus: ‘eh, maar Djinny, ik ben dus géén Arabische man en ik hou van dun en strak. Heb je die ook in de aanbieding?’
Als Djinny me dan vraagt zo’n meisje te beschrijven neem ik voor ik het besef het laatste meisje dat ik thuis neukte voor ogen, Marie. En blijkbaar kan Djinny meekijken in mijn hoofd want als ze terug in haar lamp is ligt zij bloot in mijn bed. Marie…
Uw wensen zijn mijn wensen
Met een intens plezier bekijk ik Marie haar mooie lijf, zo bij mij passend, tenger en strak, haar tietjes maar net een hand vol. Pas nu, na een hele week deinende meiden onder me, besef ik dat ik niet alleen de meisjes uit Marseille heb gemist maar vooral dít meisje. Ze was de laatste die ik had en ze lijkt wel in me te zijn gekropen. Ondertussen ligt Marie al helemaal voor me klaar, als ik bij haar kom spreid ze haar benen om me in haar te verwelkomen. Ze lijkt in dezelfde trance te zijn als waar ik haar in de garagebox in wist te palen.
Als ik op haar lig en me helemaal in haar heb gestoken vraag ik zachtjes: ‘weet je nog wie ik ben?’ Even is het stil: ‘… hoe bedoelt u heer?’ Hmm, dit is dus opnieuw zo’n door Djinny betoverd meisje, zo meteen ben ik leeg geschoten en is het weer afgelopen met me. Voorzichtig beweeg ik me een tijdje op en neer maar gelukkig heb ik deze week al zo vaak zaad geschoten dat het nog wel even rustig blijft zitten.
Met Marie op mijn paal draai ik me om zodat zij me kan gaan neuken en meteen begint ze dan ook ijverig te wippen. Haar grote bruine ogen zijn open en op mij gericht maar ze lijkt er weinig mee te zien. Genietend voel ik hoe haar nauwe kutwandje om mijn paal op en neer glijdt, op en neer, steeds weer. Marie haar tietjes veren parmantig mee in het ritme en op een gegeven moment neem ik ze in mijn handen, wrijf en masseer ik ze en kneed ik haar tepels hard.
Niet veel later laat ze zich kreunend voorover vallen, haar eerste orgasme is er. Ik neem me voor om niet in slaap te vallen, om haar zo lang mogelijk bij me te hebben. Ik trek me terug uit haar kutje, til haar van me af en leg haar naast me. Dan neem haar in het holletje van mijn oksel en zo tegen elkaar aanliggend geniet ik van haar aanwezigheid. Ik voel dat ik aan het veranderen ben, dat seks fijn is maar niet álles, dat ik graag meer wil met dit meisje. Alleen, ze is er dus niet bij, in haar hoofd.
De volgende avond vraag ik Djinny opnieuw om Marie naar mijn bed te brengen. Maar ik zeg haar ook dat het me niet alleen om het neuken gaat, dat ik met Marie samen wil zijn en dat ik alleen wil neuken als zij het ook wil. Zie ik daar een klein glimlachje om de mond van Djinny? Zodra ze weg is ligt Marie weer in mijn bed, maar dit keer onder het dunne katoenen dek, niet bloot maar in een nachtjurkje of zo. Ik ga naast haar liggen, neem haar in mijn armen en zo liggen we wakker naast elkaar tot het vier uur in de ochtend is, waarna ze verdwijnt.
De avond daarna vraag ik opnieuw om Marie in mijn bed, en wéér is ze daar, met een nachtkleedje aan. En díe avond gebeurt het, Marie herkent me weer, dat ik lijk op ‘Antonio Banderas’. Dat leuke lachje dat ze toen liet zien is er ook weer en ik besef dat ik het nu anders wil doen. Ik wil genieten dat ze bij me is, niet alleen met haar neuken. En nog weer een dag later is het zo ver. Djinny verschijnt en vraagt me wat ik wil. ‘Ik wil Marie’ is mijn antwoord. ‘Ik wil Marie in mijn leven. Ik wil met haar samen zijn. Ja, ik wil ook vaak met haar neuken. Maar dan niet alleen, ik wil álles met Marie. Ik wil Marie in haar geheel!’
Het lijkt of Djinny verder van de lamp af staat dan normaal. ‘Jouw wens is mijn wens, Alain. En verder? Vandaag mag je drie wensen doen, dus je hebt er nog twee…’ Op een of andere manier lijk ik dit te hebben verwacht want ik weet al wat mijn andere wensen zijn. Ik wil terug naar Marseille, terug naar maman, terug naar mijn maatje Mazòn, maar ik wil het mét Marie. En ik zou heel graag een garage hebben. Dát zijn mijn wensen. ‘Uw wensen zijn mijn wensen, heer Alain’ en met de mooiste glimlach die ik ooit bij iemand zag verdwijnt Djinny, niet in de lamp, maar naar ijle verten…
Terug Thuis
Ik kom uit mijn neuktrance, ik zie hoe het grietje onder me ligt, met weggedraaide ogen. Whow, hoe ver ik haar heb weg geneukt. Ik voel mijn zaad opkomen maar om een of andere reden houd ik me in, ik wil dat ze bij me blijft. Ik trek mijn lul uit haar terug en ga naast haar liggen, trek haar tegen me aan en samen vallen we zo in slaap…
We worden wakker omdat Mazòn aan de deur van de box staat te beuken: ‘alors, Alain, wordt wakker, er is iets met Louis!’ Langzaam word ik helder, alsof ik uit een hele diepe droom kom. Het meisje, Marie, ligt nog tegen me aan en wordt ook maar heel moeizaam wakker. Voorzichtig maak ik me van haar los, trek mijn shorts en shirt aan en loop met Mazòn mee. Bij de garage staat een ambulance waar net als we arriveren Louis op een brancard in wordt geschoven. Een van de broeders komt naar ons toe en vraagt: ‘personeel?’ We knikken. ‘Il est mort, hij is dood’ zegt hij dan botweg, en weg zijn ze, Mazòn en mij verbijsterd achterlatend. Louis, die lieve Louis die steeds minder deed en altijd maar at en dronk en lag te vervetten op zijn bank…
Terwijl we onthutst de ambulance staan na te kijken komt Marie vanuit de box ook aangelopen en gaat dan tegen me aan staan. Dan pas besef ik dat ik zo intens over haar heb gedroomd, en dat ze misschien wel meer voor me is dan al die andere grietjes die ik oppik. ‘Ga je even met Mazòn en mij mee naar mij thuis?’ vraag ik haar een beetje aarzelend, bang dat ze nee zegt. Maar ze knikt ja en niet veel later zitten we alle drie thuis bij maman op de bank.
Marie zit dicht tegen me aan, we lijken wel een setje dat al lang wat met elkaar heeft. Maman is lief voor ons, ze geeft ons eten en drinken en daarna praten we samen na over Louis en wat een fijne man hij voor Mazòn en mij was. Dat hij alles van ons kon hebben, waardoor we hem juist zo graag hielpen. Zowel Mazòn als ik moeten echt even om hem huilen en zo lief hoe Marie mij dan troost, met haar armen om me heen.
De volgende morgen wordt maman door een notaris gebeld. Het blijkt dat hij zijn garage aan Mazòn en mij heeft nagelaten, met maman als beheerder tot we meerderjarig zijn…
Fijn dat je mijn verhaal las! X. zazie
Lees verder: De Schone Slaapster: Sprookje 8
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10