Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Bookolos
Datum: 31-12-2024 | Cijfer: 8.6 | Gelezen: 2100
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 179 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Biseksueel, Groepsex, Tiener,
Mijn naam was tot voor een paar weken Valérie de Montmorency, maar nu ben ik het eigendom van Magdalena Chitelconti, slavenhoudster in het midden van Sicilië. Als slavin werd ik uitgekleed en uitgeburgerd, mijn nieuwe naam dient alleen maar om mij van mijn even naakte lotgenoten te onderscheiden. Al Magdalena’s slavinnen zijn naakt, en Magdalena zelf ook, al had zij natuurlijk wel het recht om kleren te dragen. Magdalena had mij ook gewoon een volgnummer kunnen geven, Prima of Seconda of Terza. Ik ben genoemd naar de plaats waar ik ben gekidnapt, nu ja, waar ik mij min of meer heb laten kidnappen: Marselja. Dat kwam zo.

Mijn vader, Jean-Marie de Montmorency, is eigenaar van een kasteel met een wijngaard en schatrijk. Daarom werd ik naar een jongedamesinstituut gestuurd, waar ik allerlei nuttige dingen leerde. Wij lazen Montesquieu en Rousseau en andere revolutionaire boeken, want de nonnen waren best vooruitstrevend. Achteraf heb ik me gerealiseerd, dat zij een fikse ruzie met de bisschop riskeerden, want die maakt deel uit van het establishment van het Franse koninkrijk van Lodewijk XVI. Het is 1780, en het wordt langzaam duidelijk dat er dingen moeten en zullen veranderen.

Toen ik na de kostschool weer naar huis kwam, deelde papa mij mee dat ik was uitgehuwelijkt aan de buurman van de aangrenzende wijngaard, twee generaties ouder dan ik, maar die geile bok was tuk op een jong kutje. Ik snapte toen ook waarom deze oude kerel, die ik toen oom Philippe moest noemen, mij tijdens de vakanties zo graag op schoot knuffelde. Ik kreeg toen al een steeds grotere afkeer van hem. Papa wenste natuurlijk zijn wijngaard te verdubbelen, en daar moest hij de kut van zijn dochter voor verkopen. Hij heeft mij zelf overigens nooit aangeraakt.

Bij mijn moeder kon ik niet terecht, die had ook niet met haar jeugdliefde mogen trouwen om een soortgelijke reden. “Je doet maar wat je vader zegt, je hebt geen keus.” Vrouwen zijn de baas in huis, maar het staat ze niet vrij om dat huis te kiezen. Toen vertelde ze dat ze op de huwelijksdag voor de pastoor geen “ja” had gezegd, maar luid en duidelijk “nee”. Maar de pastoor was omgekocht en had ijskoud de huwelijksakte vervalst, door erin te schrijven dat de bruid de schrijfkunst niet machtig was. Ik werd plaatsvervangend woedend en riep dat mij dat niet zou gebeuren. Maman schudde haar hoofd en dacht dat ik wel zou bijdraaien. Ik gokte dat zij de discussie niet aan mijn vader zou verklikken.

Intussen was ik zestien geworden, en één van de rituelen in het Ancien Régime is dat de jongedames van adellijke en gegoede afkomst zich aan het hof van de koning moesten presenteren. De reis naar Versailles en weer terug zou een paar weken duren, en omdat het net de tijd was van de druivenoogst kon papa gelukkig niet mee. Uit onze streek waren er een stuk of tien jongedames. Onder leiding van een dansmeester moesten wij de dansen volgens de laatste mode instuderen, zoals de almande, de courante en het menuet. Natuurlijk was daar op de nonnenschool ook al aandacht aan besteed, net als aan zang en instrumentale muziek, want wij waren te goed voor straatliedjes. En dansen voor de koning, dat moest natuurlijk perfect gaan.

Wij reisden met zijn tienen in twee koetsen, met een voormalig onderwijzer als oppasser. Grote koffers met dag- en avondkleding stonden achterop vastgesjord. We werden in elk district begeleid door twee gendarmes te paard, en moesten bij de grens van elk district wachten tot de aflossing verscheen. Onderweg overnachtten we in kloosters, want een herberg was niet vertrouwd voor jongedames. Natuurlijk was het gezellig in onze koets, en met de andere vier meiden hadden wij de grootste lol. Wij wisten dat er bij deze meidenkeuring niet op opleiding of intellect gelet, en wij namen dus vast een voorproefje. Om beurten showden wij elkaar ons blote lijf aan elkaar, en Yvonne leerde masturberen aan ieder die het durfde, op de cadans van de hotsende postkoets.

Met haar kreeg ik een bijzondere band, ze heette voluit Yvonne de Montélimar. Zij vertelde dat zij was uitgehuwelijkt aan een succesvolle legerofficier, die soms poeslief en loslippig tegen haar deed, maar vooral loshandig, vooral als hij wat teveel had gedronken. Haar papa vond dat allemaal heel gewoon, want maman moest het bij hem ook ontgelden. Yvonne was een paar maanden geleden stiekem het huis uitgegaan en was na een paar dagen lopen en links en rechts druiven plukken en klusjes opknappen in Marseille beland. Daar had ze zich als dienstmeisje en kinderoppas aangeboden, maar omdat iedereen naar getuigschriften vroeg, lukte het niet om een baantje te vinden. Uiteindelijk kon ze in een zeemanskroeg als barmeid terecht. Natuurlijk verhoogde een jonge meid de omzet daar, maar ze moest de klandizie wel sexy plezieren. Wij dragen door de week een lange rok, en een jakje dat van voren en van achter met veters wordt dicht gestrikt, en we dragen een nette halsdoek over ons decolleté. Bij haar werd die natuurlijk de eerste avond al afgerukt, en een aangeschoten matroos trok ook een van de veters los, zodat haar tieten uit het jak piepten. De waard greep zowaar in, want hij wilde zijn nieuwe aanwinst niet kwijt. Maar gek genoeg, zei Yvonne, ze kreeg er een vreemd warm gevoel bij in haar onderbuik. Ze knoopte de veter weer dicht, maar zó, dat haar tepels net niet uit het jakje flipten. De waard wist dat dat goed was voor de omzet, en prees zich gelukkig dat de nieuwe barmeid niet preuts was. Misschien kon hij nu of mettertijd ook commissie beuren als ze niet te beroerd was om met haar dijbenen wijd de klanten te plezieren.

Maar zover is het niet gekomen, zei Yvonne. Ze kreeg het iedere dag warm bij een laag decolleté en wilde een nieuwe uitdaging proberen. Na een paar avonden zei ze tegen de waard dat ze nog wat extra fooien wilde verdienen. Die stelde geen vragen maar vond dat natuurlijk goed: ze kon haar gang gaan.

“Dus ik klom op de grote gelagtafel en begon een pirouette te draaien. Dat wond mij op, ik voelde mijn kut nat worden. Toen de rok hoog genoeg kwam heb ik hem zo hoog mogelijk opgetild en schudde toen mijn blote kontje naar het publiek. Maar toen kreeg ik een harde klap op mijn blote billen, au! dat deed zeer. Ik richtte mij op en daar stond papa! Dus die sleurde mij mee naar huis, en toen de waard protesteerde, bedreigde papa hem met een rechtszaak. Dat was het einde van mijn ontsnappingspoging. Maar ik trouw niet met die officier, hoe dan ook. Ik word nog liever slavin in de harem van de sultan of de bei van Tunis.” “Maar hoe zou je dat dan aanleggen?” vroeg ik.

De waard had Yvonne gewaarschuwd dat alleenstaande jonge meiden, net als kinderen, het gevaar liepen door zeelui te worden gekidnapt en dan als slaaf te worden verkocht. Als haar patroon zou hij dat natuurlijk niet toelaten, maar hij wist ook dat er niet alleen in Noord-Afrika maar ook op Sicilië flink in slaafjes en slavinnen werd gehandeld. De Barbarijse zeerovers overvielen daarvoor niet alleen vissersdorpen, maar zij waren er ook niet vies van om met instemming van de voogden de overbevolkte armenweeshuizen te ontruimen. Gedeeltelijk natuurlijk, anders zou het teveel opvallen. Van de kerk mogen de kinderen niet aan ongelovigen worden overgelaten en slavernij is in Frankrijk natuurlijk ook verboden. De voogden beweren dat ze met de opbrengst de andere kinderen naar school konden sturen, maar in feite steken ze de opbrengst in hun eigen zak.

De rest van de reis heb ik zitten broeden hoe ik dit beter zou kunnen aanpakken dan Yvonne. Ze wilde een mes in het huwelijksbed verstoppen en de officier daarmee penetreren zodra hij dat bij haar met zijn lul zou proberen, en dan moest ze wel opnieuw op de vlucht. Dan zou ze ongetwijfeld op de slavenmarkt terechtkomen als ze niet eerder gearresteerd zou zijn. Het risico van cachot en schavot wilde ik niet nemen, dus ik moest slimmer zijn. Want ik had al besloten dat ik liever om mij als persoon en om mijn schoon lijf gewaardeerd en misschien wel liefgehad wilde worden dan om het fortuin van mijn vader te spekken. Desnoods zou ik me zelf verkopen.

Yvonne, de andere acht en ik amuseerden ons tijdens de reis en oefenden bij de nonnen in de kloosters de dansen die wij voor de koning zouden doen. In Versailles aangekomen werden we door hofdames opgevangen en naar eenvoudige gastenverblijven geleid. Tot onze verrassing waren er honderden jonge meisjes uit alle delen van het koninkrijk. De hofdames zeiden dat iedere groep ’s avonds bij de kaarsen in het hoftheater een kwartier kreeg om haar kunsten te laten zien, en dan mochten ze de volgende dag weer vertrekken. Dat ging zo iedere dag de hele avond door, en overmorgen kwam de volgende lading.

“En dat is dan alles?” vroegen wij ongelovig.

“Af en toe wordt er iemand uitgepikt die hofdame mag worden,” gniffelden de dames. Ik kreeg er een raar gevoel bij, maar Yvonne zei, dat ze al weer uit haar kut lekte.

We kregen een eenvoudig doch voedzaam maal en wat slap bier om niet voortijdig flauw te vallen. Toen hielpen wij elkaar in onze danscostuums, en werden we naar het paleistheater gebracht. Als derde groep wachtten we onze beurt af tussen de coulissen. Vooraan zat de koning, zodat hij onder onze rokken kon loeren. Deze Lodewijk had geen “maîtresse en titre,” dus hij kwam op een andere manier aan zijn neukvlees.

Koningin Marie-Antoinette ontbrak ook. Ze had haar vorstelijke plicht uitgevoerd, namelijk het baren van een kroonprins, en waarschijnlijk was ze blij dat ze die vetzak niet meer op haar buik hoefde te verdragen. Ze had trouwens een minnaar, een of andere Zweedse graaf. Ik vond zijne majesteit een walgelijke kerel. We zagen dat er uit elke groep een of meer jonge meisjes werden geplukt die elk naar een loge werden gebracht.

Toen we aan de beurt waren en een orkestje onze dans begon te spelen, probeerde ik zo netjes mogelijk de dans uit te voeren en daardoor niet op te vallen. Maar Yvonne sloofde zich uit, met als resultaat dat ze eruit werd gepikt. Ze mocht bij een of ander adellijk heerschap in een loge plaatsnemen en de rest van het schouwspel vanuit de zaal genieten.

Het heerschap had haar tieten betast en onder haar rokken zitten foezelen, en daarbij had hij gemerkt dat ze botergeil was. Maar omdat hij een partner bij zich had, had hij het gordijn opengelaten en haar niet genaaid, zo vertelde ze mij de volgende ochtend. Net toen we in de koetsen zouden stappen, kwam er een lakei aangelopen, die meedeelde dat Yvonne de Montélimar als junior-hofdame was ingelijfd. In ieder geval hoefde ze dus haar officier niet te vermoorden. Wij namen afscheid en kregen een brief mee voor haar vader, en bovendien een buidel geld. Ze was dus gewoon verkocht.

Terug naar de avond en het theater. Ik had gezien dat de koning drie meisjes uit een andere groep had gekozen, die naar zijn slaapkamer werden gebracht. Van flarden van gesprekken om mij heen begreep ik, dat hij er met eentje neukte, en dat de andere twee op handen en voeten onder een soort dunne matras moesten kruipen en de koning in het neukritme met hun rug moesten opdrukken en laten zakken. Het neukmeisje zat dus als ruitertje op zijn onderbuik, terwijl hij haar tieten kneedde, en de assistentjes fungeerden als de poten van een dravend paard. Als de koning een goede bui had, mochten de meisjes van plaats verwisselen, zodat hij een tweede en soms zelfs een derde beurt kon genieten.’s Konings sperma lekte met hun eigen geil langs de dijbenen van de opduwende meisjes.

Dat was dus de top van de apenrots, of was het een slangenkuil? Opgelucht stapte ik in de koets, met vier overgebleven meisjes en de andere vier en de oppasser in de andere koets. Na drie dagen rijden en elkaar flikflooien kwamen we bij het kasteel van Yvonne’s vader. De oppassende ex-schoolmeester zou de brief met geldbuidel aan hem overhandigen, en tevens werden de paarden en de escorterende gendarmes gewisseld, omdat het de grens van het graafschap was. Het was laat op de dag en al bijna donker. Daardoor werd de situatie wat onoverzichtelijk.

Ik zag kans er tussenuit te knijpen. Ik had een beetje zakgeld bij mij om fooien van uit te delen, en dat gebruikte ik om bij de herberg daar vlakbij de postkoets naar Marseille te nemen. De hutkoffer met danskleding had ik toch niet meer nodig. En omdat ik geen van de andere drie in de koets in vertrouwen had genomen zou niemand weten wat ik van plan was geweest. Papa kende de geschiedenis van Yvonne in Marseille natuurlijk niet en zou niet weten waar hij mij zou moeten zoeken. Natuurlijk zouden de andere drie mij missen. Maar op die plek vertrokken ook postkoetsen naar Bordeaux, Orléans en Lyon, zodat het onbekend zou blijven welke ik genomen had. Alle postkoetsen reden ’s nachts door, en ervaren koetsiers konden dat ook bij het licht van de volle maan. Later hoorde ik dat deze postmeester met spoed belangrijke brieven van de koning in de marinehaven moest afleveren.

De volgende dag kwamen we rond de middag in Marseille aan. Uit de beschrijving van Yvonne had ik onthouden dat haar herberg of havenkroeg De Spinnende Kater heette, en het kostte me geen moeite om die te vinden. Ik vroeg de waard of hij na Yvonne’s vertrek een nieuwe barmeid kon gebruiken. “Jawel, ben je net zo vrijpostig?” lachte hij.

“Wie weet, eerst maar even wennen,” zei ik. Meteen was daar een zeebonk die mijn halsdoek weg rukte. Hij wilde me op schoot trekken, maar dat voorkwam de waard.

“Een beetje respect voor de nieuweling, anders maak je haar kopschuw en is het meteen uit met de pret.” Ik schonk toen zijn bierkruik vol en bukte mij daarbij nodeloos diep naar voren. Meteen kreeg ik mijn eerste fooi, dus hij was nog niet beneveld. Ik voelde mij apetrots, want ik had nog nooit zelf geld verdiend. Van de waard mocht ik de helft van de fooien houden, en hij moedigde mij aan om de act van Yvonne te herhalen, want dat leverde beslist veel extra’s op. Maar ik herhaalde:

“Eerst maar even wennen.”

Ik werkte een paar weken bij de Spinnende Kater, en dankzij mijn aanwezigheid nam de klandizie toe. Ik danste iedere avond op de grote tafel en gunde de drinkebroers een ongebreidelde blik onder mijn lange, wijde rok. Langzaam trok ik de veter van het bovenlijfje los, zodat ik met mijn tepels kon prijken. Bij de pirouette gingen tegelijk met de rok de armen met bierkruiken omhoog om te toosten en zodra ik de rok optilde en mijn blote kont showde, klonken de munten in de fooienschaal. Ik schudde met mijn billen, en gooide toen mijn linkerbeen in de lucht om de heren te laten genieten van mijn gleufje. De rok lag toen over mijn hoofd en ik kon niet zien wie wat in de schaal gooide. Ik werd er niet geil van zoals Yvonne mij had toevertrouwd, maar ik voelde me wel heerlijk vrij in mijn blote onderlijf.

De avond erna liet ik een van de andere meisjes van tevoren de veter aan de achterkant van het bovenlijfje losmaken. Ik voerde de act uit zoals ik dat intussen gewoon was. Maar na de pirouette met mijn heerlijkheden liet ik de zoom van de rok weer zakken. Teleurgesteld joelden de gasten, en sommigen pakten hun fooi weer van de schaal. De waard vroeg zich af wat ik nu weer van plan was. Ik draaide koket met mijn blote tieten, trok toen de veters van voren los en het gordeltje van mijn heupen af. Toen pakte ik mijn wijde rok met twee handen bij mijn middel en schoof hem in één beweging over mijn hoofd. Met de rok in één hand stond ik daar naakt op de tafel, en met mijn andere hand duwde ik mijn tieten omhoog, waarbij het jak van mijn schouders gleed. Het gejoel veranderde onmiddellijk in gejuich en de munten vlogen weer in de schaal. Ik voelde me heel trots dat ik dat had gedurfd.

De avond daarop was het extra druk. Ik had besloten nog een stap verder te gaan. Voor een livre mocht iedere liefhebber na mijn vertoning een halve minuut lang mijn bil, tiet of kutje betasten. De waard zette er een zandloper naast, en als die leeg was, zou hij een bel luiden. De eerste keer dat ik zo beschikbaar was, had ik zowat een half huis kunnen kopen van de opbrengst, de andere helft was voor de waard. Maar ook toen het nieuwtje eraf was, kwamen er steeds weer nieuwe klanten die wel even dat jonge ding wilden kneden. Verder ging ik niet. Ik wilde geen vingers of lullen in mijn kut of kontgat.

Er werkten nog meer meiden in die kroeg, ongeveer even oud als ik, allemaal onder de twintig dus. Ik had al snel in de gaten dat die zich tegen betaling terugtrokken in de huurkamers van de herberg. Toen ze zagen hoe gemakkelijk ik mijn geld verdiende, volgden een paar ervan mij na met de uitkleeddans. In plaats van te kneden en vingeren mochten haar klanten hun vingers wel in kutje en kontje steken. Daarna verdwenen ze met hun opgefokte klant naar de serre, want openbare seks ging ze te ver. Ik had graag willen toekijken.

De waard had al eens bezorgd gevraagd of ik ook een vader had die mij zou willen weghalen, want hij had al lang gezien dat Yvonne en ik ongeveer dezelfde leeftijd hadden. Ik kon hem gerust stellen: niemand had gezien dat ik in de postkoets was gestapt, behalve de koetsier en een paar andere passagiers. Met die mensen had ik onderweg geen woord gewisseld, omdat zij het grootste deel van de reis hadden zitten slapen. In Marseille waren zij ook allemaal meteen vertrokken. Ik had dus geen sporen nagelaten. Maar helemaal gerust was ik er niet op: papa wilde vast het fortuin van buurman Philippe niet mislopen en zou alles op alles zetten om mij terug te vinden. Ik wilde wel zestig kroegtijgers aan en, op zeker moment, zeker ook in mijn lijf, maar voor geen prijs die oude viezerik.

Mijn tafeltheater werd na een paar weken de talk of the town. Ik realiseerde mij dat mijn roem zich wel eens tegen mij zou kunnen keren en mijn gefrustreerde vader naar mij toe zou kunnen leiden. Het werd dus tijd om mijn vertrek voor te bereiden, en de waard was het daarmee eens. Hij had ook mij gewaarschuwd voor kidnappers en slavenhandelaars. Dat bracht mij op het idee, mijn kidnapping in scene te zetten, ik had genoeg verdiend om het daarna een flinke tijd uit te kunnen zingen. Zo kon ik opnieuw spoorloos verdwijnen. De waard vond dat hij genoeg aan mij had verdiend en zou mij getuigschriften meegeven en zo kon ik een flink eind uit de buurt verhuizen om bijvoorbeeld in Venetië de talk of the town te worden. Het was toch wel een jofele kerel en ik vertrouwde hem dan ook volledig. Hij had een vriend die mij wel naar Venetië wilde brengen.

De volgende morgen ging ik als het nichtje van Alexandre, die vriend dus, aan boord van een schip dat ons langs de havens aan de westkust van Italië naar Venetië zou brengen. Zo kon ik tijdens het lossen en laden van het schip nog wat dingen zien waar ik in de aardrijkskundeles over had geleerd, zoals de scheve toren van Pisa. Ik vond het net een kolossale erectie. De Vesuvius vond ik precies een kolossale tiet, net als de Stromboli waar we langs voeren. Vanaf Reggio voer het schip naar Messina op Sicilië. Toen zei Alexandre, dat we daar van boord zouden gaan, omdat hij een oude vriendin wilde bezoeken. Al die tijd hadden we het gezellig, en zo had hij mij overreed om hem mijn koffertje met geld toe te vertrouwen. Maar ik begon me af te vragen waarom hij niet geprobeerd had mij te naaien of ten minste te bevingeren. Ik vind mezelf best sexy.

In Messina namen we de postkoets naar het binnenland, we reden alweer langs zo’n enorme tiet, de Etna deze keer. De vriendin heette madame Chaille-Cul, vertelde hij, en toen had ik natuurlijk nattigheid moeten voelen. Haar vader had een verlaten steengroeve voor haar gekocht en dwars voor de ingang daarvan een mooi poorthuis laten bouwen. Na twee dagen rijden kwamen we daar aan.

Het huis zag eruit als een kleine burcht. Aan de buitenkant had het op de benedenverdieping geen ramen, maar alleen een zware poort. Naast de poort zat een gewelf waar water uitstroomde naar een beekje. Alexandre zei, dat madame een oud Romeins aquaduct had laten opknappen om het binnenterrein van helder stromend water te voorzien. De postkoets hield stil om ons uit te laten stappen, en de koetsier blies op zijn hoorn om aan madame onze komst aan te kondigen. Wij stapten uit en de postkoets vervolgde zijn weg.

De poort ging open, wij gingen naar binnen en toen de poort weer dicht ging stond er een naakte jongeman achter ons.

“Kleed u zich in de linkse kamer maar uit,” zei hij, “hier is iedereen altijd naakt.” Ik deed wat mij gezegd werd en ook Alexandre kleedde zich uit. Hij kende de gebruiken van dit oord.

“Ik heet Leeuwenhart,” vervolgde hij, “want ik kom uit Corleone, een achterlijk gat hier in de buurt. Ik val op mannen en jongens, en daar konden ze niet tegen.”

“Dus dat is je bijnaam,” zei ik, “hoe heet je echt?”

“Dat mag ik me niet herinneren hier, want slaven verliezen hun burgernaam. Ik mag jouw naam ook niet weten.” Vreemd, ik was toch geen slavin?

Toen kwam madame Chaille-Cul binnen, die zich met haar Italiaanse naam voorstelde als Donna Chitelconti. Ze viel Alexandre om de hals, of liever, ze sprong meteen wijdbeens op zijn heupen, om zijn torentje bussenkruit in haar arsenaal te laten ontploffen. Leeuwenhart hielp Alexandre een beetje in positie. Ik keek toe, terwijl ik me afvroeg waarom hij zich als slaaf had aangeduid. En waarom mocht hij mijn naam niet weten? Daar zou ik gauw achter komen. Aan de binnenkant van het poorthuis was een enorme veranda op de verdieping, waar wij met zijn vieren aan een tafel plaats namen om wat te eten en te drinken. De veranda zag uit op een terrein zo groot als een malieveld, aan alle kanten omringd door steile rotsen, waarin een aantal grotten was uitgehouwen. Het leek wel een kolossaal amfitheater. Er stonden een paar bomen in en er liep een flinke beek dwars doorheen. Het leek erop dat de grote ruimte met heggen en hekken in drie afdelingen was verdeeld. Er speelden tientallen naakte kinderen in één ervan. Meer bij de rotsen zat een heel stel tieners te chillen, de jongens en de meisjes gescheiden door een hoog dubbel spijlenhek.

“Zo,” zei Donna Chitelconti, “jij bent onze nieuwste aanwinst. Je komt uit Marseille en dus heet je nu Marselja.”

“Hoezo,” vroeg ik, “ik ben op doorreis naar Venetië met Alexandre.”

“Niks hoor,” zei Alexandre, terwijl hij bulderend begon te lachen. “Je bent gewoon heel goede handel, madame betaalt goed, en nog eens driedubbel voor een maagd, en met je eigen geld erbij heb ik goed aan je verdiend.”

Ik snapte nu waarom hij zo overdreven netjes met mij was geweest, want je moet je koopwaar nu eenmaal niet zelf gebruiken, dan is het nieuwe eraf. Nou ja, slavin was altijd beter dan sloof van oude Philippe.

“Hoe gaat het met Veneta,die ik je laatst uit Venetië heb geleverd?” vroeg hij toen aan Donna Chitelconti, “die dacht dat ze in Frankrijk carrière kon maken.”

“Die heb ik verkocht,” zei ze, “die verzamelaar don Cesare wilde haar graag hebben voor zijn collectie. Het komt goed uit dat je een nieuwe brengt, want ik had nog een extra kleuteroppas nodig, en de pubers moeten ook hun lesje leren.” Ik zou dus niet meteen worden doorverkocht, begreep ik. Na wat eten en drinken moest ik bij Donna Chitelconti komen staan.

“Doe je mond open en steek je tong uit,” commandeerde ze, en inspecteerde mijn tong en gebit. Ze kneedde mijn armspieren en betastte mijn tieten en de rest van mijn romp, en greep met volle hand mijn billen. Toen moest ik op de tafel gaan staan met mijn gat achteruit. Met een middelvinger stelde ze vast dat mijn anus nog niet was opgerekt . Toen moest ik mijn benen spreiden. Ze kneedde mijn kuiten en dijen van onder af naar boven en trok toen mijn kutlippen uit elkaar.

“Inderdaad, maagd,” zei ze, “goedgekeurd.”

Leeuwenhart bracht mij naar een van de grotten, die als huisjes waren ingericht. “Plassen en poepen doe je in de beek bij het poorthuis, en water drinken en wassen aan de andere kant van het terrein, waar het schone water binnenkomt,” zei hij. “`s Winters stoken we voor de ingang van elke grot houtvuurtjes, maar dat is nu niet nodig.”

“Is Donna Chitelconti ook een slavin? Ze is toch ook naakt?” vroeg ik hem.

“Net zo min als die oplichter Alexandre, je voelt je vrij in je nakie. Terug naar de natuur, zei Rousseau, en daar is zij het mee eens.” Daar had ik bij Rousseau niets van gelezen, wel dat alle mensen gelijk waren en dat rangen en standen wanproducten van de maatschappij waren.

“Ben je echt nog maagd? Die oplichter van een Alexandre zou zijn grootmoeder nog als maagd verkopen als daar iemand in wilde trappen.” Leeuwenhart wist dat ik in een havenkroeg had gewerkt. Ik concludeerde dat er al een tijd geleden afspraken waren gemaakt. Ik vroeg me af of de waard daaraan had meegewerkt, want ook in Alexandre had ik mij volledig vergist.

De volgende dag kwam Leeuwenhart mij vertellen wat ik zoal te doen had. Het kwam erop neer dat ik de jongste groep kinderen moest bezighouden en ze langzamerhand dingen moest leren waarmee zij in hun toekomstige leven als slaaf of slavin voor hun eigenaar geld zouden verdienen. Leeuwenhart legde mij ook de drie afdelingen uit. Tot een jaar of tien bleven alle kinderen bij elkaar. Zodra de jongens een erectie konden krijgen en de meisjes menstrueerden of tieten kregen werden ze naar de gescheiden afdelingen voor de groteren gebracht.

Ik genoot van het gezicht op al die blote kinderen en begon gelijk spelletjes met ze te doen, zoals witte zwanen, groene zwanen en de zevensprong. Ook Leeuwenhart genoot van het moment dat zij bij “en dat is zeven” in een grote kring op hun knietjes met de billetjes in de lucht gingen. Hij kreeg er geen stijve bij, dus gelukkig voor hem en de kinderen was hij geen pedo. Ik vertelde de kinderen ook sprookjes en andere verhalen, uit mijn hoofd, want boeken waren er niet. Ik kon ze wel leren rekenen met mijn vinger in het zand, maar lezen en schrijven ging niet zonder materiaal. Als ze wat groter werden leerden we ze dansen en zingen en jongleren met ongevaarlijk speeltuig.

Leeuwenhart, Delia en Naxia, Griekse slavinnen dus die al langer bij het onderwijs betrokken waren, sliepen net als ik in een aparte grot. Bij het licht van het flakkerend houtvuur masturbeerden wij elkaar als onze verhalen op waren. Leeuwenhart viel niet op meiden, maar liet zich met liefde door ons aftrekken, terwijl wij onze kut opwreven, tot ons orgasme langs onze dijbenen droop.

Alexandre heb ik pas weken later teruggezien, van een afstand in de veranda. Hij had toen een paar geroofde kinderen bij zich, die de namen Elbo en Elba hadden gekregen en waar ik voor moest zorgen.

Ook de eigenares van dit kinderkamp was zeer tevreden over mij. Na een paar maanden werd ze over haar eigen carrière wat spraakzamer. Haar vader was een grootgrondbezitter in Estland, dat jaren geleden door de Russische czaar was veroverd. Hij was de eigenaar van een hele kihelkond, een district, met een enorm landhuis en boerderijen met horigen en lijfeigenen, dat is een ander woord voor slaven. De landbouw werd op de Russische manier bedreven, dus achterlijk en weinig productief. Veel horige en lijfeigen families hadden te veel kinderen, die niet allemaal bij minder kinderrijke verwanten konden worden ondergebracht, zoals in de rest van Europa gebruikelijk. Haar vader stuurde ze meestal naar een weeshuis in Reval, Narva of Tartu, want het land bracht niet genoeg op om al die monden te voeden.

“Maar ik had een bijzondere gave,” vervolgde Donna Chitelconti: “ik kan de toekomst voorspellen. Ik voorspelde bijvoorbeeld of de volgende oogst goed zou zijn en welke neef met wie zou trouwen. Ook meende ik zeker te weten dat de koning en de koningin van Frankrijk over een paar jaar onthoofd zouden worden, en omdat ik allerlei huiselijke dingen goed had voorspeld, geloofde mijn vader mij. Het was alleen heel gevaarlijke kennis, zei hij: ik zou om mijn gave ongetwijfeld als heks worden beschouwd. In de landen boven de Alpen word je dan door die primitievelingen op de brandstapel ter dood gebracht. Daarom stuurde mijn vader mij naar een beschaafder oord, Sicilië dus. Hier geldt iemand die de toekomst kan voorspellen niet als heks, maar als profetes of sibylle, en dat is een stuk veiliger. Hij kocht deze steengroeve en loste meteen het weeskinderenprobleem op. Af en toe krijg ik nieuwe kinderen om aan te sterken, en die blijven dan hier. Om de kosten te drukken heb ik de kleding afgeschaft en de kinderen weten al snel niet beter. Het is hier meestal lekker warm.”

“U heet dus Chitelconti vanwege het district Kihelkond,” zei ik, “maar als eigenares hoefde u toch geen slavinnennaam te kiezen?”

“Een nieuw leven vergt een nieuwe naam, en dat inspireerde mij om ook alle kinderen en het personeel slavennamen te geven. Ze heten naar de plaats waar ze gekidnapt zijn, soms is hun naam een volgnummer, en soms noem ik ze ook naar een dier, zoals Teefje of Konijntje of Lammetje. Alleen mijn voornaam heb ik gehouden. Slavernij is in heel Europa illegaal, en op het beschaafde Sicilië even onwettig als gewoon, al vind je in Noord-Europa ook achtergebleven landbouwgebieden met slaven. Mijn vader eist ook de toepassing van het recht van de bruidsnacht op. Als zijn pachters, horigen en lijfeigenen trouwen, mag hij de eerste nacht de bruid benutten. Hij is ouderwets genoeg om dat voorrecht in stand te houden. Naderhand pakt hij naar believen menige pachtersvrouw, en een deel van die zogenaamde weeskinderen zijn in feite halfbroertjes en -zusjes van mij.

De Barbarijse zeerovers overvallen nog steeds kustgebieden en vrouwen en kinderen worden op de slavenmarkten in Noord-Afrika verhandeld. Er is ook een clandestiene markt in Palermo. Over 50 jaar is de slavenindustrie afgeschaft, dat weet ik. Misschien ga ik tegen die tijd naar huis, want ook de heksenverbranding is dan uitgewoed, en de Russische revolutie is nog ver weg: 1917 haal ik niet. Had je niet gezien dat de kinderen allemaal uit verschillende landen afkomstig zijn? Ik koop ze in Palermo van de piraten, maar ook wel van particulieren zoals Alexandre. Kinderen en vooral kleuters zijn hier echt beter af dan in Engelse katoenspinnerijen. Maar over honderd jaar vinden ze dat een drogredenering.”

Ik wist wel dat een dagloner al in de oudheid slechter af was dan slaven: een eigenaar liet zijn bezit niet verhongeren. Toch probeerden slaven toen ook al te ontsnappen als ze de kans kregen. Dat zei ik dus, ja, “waarvoor was dit kamp anders zo afgesloten?”

Magdalena Chitelconti stond op en droeg mij op om dat ook te doen. Ze deed haar benen wijd en ook dat moest ik doen, want een slavin mag niets weigeren. Ik moest haar bij de billen grijpen en zij pakte mij ook zo, wij kietelden elkaar met ons kuthaar, terwijl wij elkaars venusheuvels en tepels wreven en masturbeerden tot we een kreunend orgasme kregen. Leeuwenhart keek geamuseerd toe en nam zijn eikel tussen twee vingers. Toen hij zich klaar gespoten had, haalde hij ergens een scheermes vandaan, loste wat zeep op in een kom en schoor met snelle halen Magdalena, mij en zichzelf schoon. Dat was ook één van zijn taken als de tienerslaven kruishaar kregen.

Dat was het moment om uitleg over de exploitatie van het kinderkamp te vragen.

“Blijven de kinderen hier als ze volwassen zijn?” vroeg ik dus. Eigenlijk was dat een overbodige vraag, want ik had Magdalena al met Alexandre over de verkoop van Veneta horen praten en daaruit mijn conclusies getrokken.

Magdalena antwoordde: “In principe gaan ze in de verkoop als ze zestien zijn, Marselja. Bij voorkeur verkoop ik ze aan kenners en liefhebbers, zoals Don Cesare. Die woont in een groot kasteel op een heuveltop met hoge muren. Hij verzamelt vrouwen, hij wil er van elk ras eentje hebben om aan zijn vrienden te laten zien. Het kost hem behoorlijk wat moeite om meiden uit Amerika en Oost-Azië in zijn collectie te krijgen, maar gelukkig komen de VOC en de WIC af en toe stiekem langs met contrabande. Eigenlijk handelen ze alleen binnen Azië en Afrika in vrouwen, want in Europa mag dat niet. Maar het is hem gelukt om zijn verzameling te completeren. Hij verkoopt ze weer door als ze dertig zijn. Afrikaanse meisjes zijn geen probleem, die koopt hij zo van de piraten, en soms ook bij mij. Als ze te jong zijn mag ik eerst een paar jaar voor ze zorgen, dat wil zeggen, dat is één van jouw taken. Van de Europesen selecteert hij een blanke blonde, een blanke en een lichtgetinte brunette en een sproetige roodharige. Hij let er op dat ze verschillende kleuren ogen hebben. Don Cesare bezit een stal van ongeveer 30 slavinnen, hij komt regelmatig een nieuwe uitzoeken voor zijn verzameling. De meesten van zijn vrienden hebben liever een stal van 30 paarden. Voorspelling: in de toekomst zullen rijke lieden zelfrijdende koetsen verzamelen, sportwagens heten die, en bijvoorbeeld postzegels. Gelukkig heeft hij liever jonge meiden, die rijp genoeg zijn om hun gleuven te gebruiken. Hij ontvangt zijn vrienden graag en toont dan vol trots zijn verzameling. Hij leent ze ook een slavin uit als ze daar zin in hebben. Hij wil alleen altijd toekijken als ze neuken in zijn kasteel, want ze mogen de poort niet uit.

Ik houd zelf ook wel open dagen voor de buren en de streekbewoners, want net als dolhuizen, spinhuizen en rasphuizen in Noord-Europa trek ik veel bezoekers, die willen betalen. De kijkers, bijna allemaal mannen en jongens, worden misschien later wel kopers. Alleen als ze bij de kinderen een erectie krijgen, grijpt Leeuwenhart ze bij hun lul en ballen en gooit ze met een wijde boog naakt de poort uit, want pedo’s moeten we hier niet, zeker niet als kopers.”

Donna Magdalena Chitelconti was een hoogstaande vrouw met principes, lieve lezer, dat hebt u vast wel gemerkt. Leeuwenhart en de andere verzorgsters vertelden me in de weken daarna hoe de kinderen van grofweg rond de zestien klaargemaakt werden voor de verkoop. De verzorgsters, ikzelf dus ook, regelden masturbatiesessies onder de meisjes en de jongens. De jongen die voor het eerst voorvocht of sperma spoot kreeg een dikke streep menie op zijn buik, van zijn navel tot zijn lul. De meisjes kregen hun streep bij hun eerste orgasme, al was dat wat moeilijker vast te stellen. En als ze kruishaar genoeg hadden werd dat meteen afgeschoren.

Als de jongens zestien waren moesten de verzorgsters zich stuk voor stuk door de jongens laten naaien. Dat was iedere maand een feestdag, waar de jongens erg naar uitkeken. Leeuwenhart schoor het kruishaar van de jongens weg en maakte hun eikels schoon, want Donna Chitelconti had voorspeld dat dat enge ziektes voorkwam. Delia, Naxia en ik gingen dan plat op onze rug en lieten de jongens één voor één insteken. Stiekeme verliefdheid op een jonge meid aan de andere kant van het hek was natuurlijk uit den boze, neukles kregen ze alleen van ons als verzorgsters. De meisjes mochten wel toekijken door het dubbele spijlenhek, want dat was leerzaam. De hekken stonden twee voet uit elkaar zodat de jongens en de meiden elkaar niet konden aanraken, maar masturberen was toegestaan.

Voor die tijd had ik mij door Leeuwenhart liefdevol laten ontmaagden, want het was niet pedagogisch om dat aan een onervaren jongen over te laten. Leeuwenhart had een ochtenderectie benut, want spontaan lukte het hem niet. Leeuwenhart moest ook de jongens in hun kontgat uitproberen, en daar had hij geen ochtenderectie voor nodig. Hij smeerde elk ongeoefende jongensgat eerst met olijfolie in, dan ging het wat soepeler. Sommigen bleken net zo homo als hij zelf, en dat was nuttige kennis voor de verkoop. Na hun neukfeest mochten de jongens zich op elkaar uitleven. De meiden mochten alleen jaloers toekijken. Dat ging zo tot de dag dat ze werden doorverkocht. Vooral de homojongens waren erg in trek. Magdalena probeerde bovendien zelf uit of een jongen op oudere vrouwen viel, want ook dat was een verkoopargument. Menige man kocht een slavin, en tegelijk voor zijn echtgenote een jongensslaaf, dat bracht balans in hun huwelijk. Volgens Rousseau had ook de vrouw haar rechten, en er brak immers een nieuwe tijd aan.

Op de kijkdagen moesten de meisjes natuurlijk wel hun gebit laten keuren, hun billen uit elkaar trekken en hun kutspleet openen, maar ze kregen geen praktijkles, want maagden brengen meer op. Vaders lieten op een kijkdag hun opgroeiende zoons een slavin uitzoeken, om het vak te leren voor als ze een rijke erfdochter trouwden. Als die niet goed neukte, had hij nog altijd een liefje bij de hand. Het leek het meeste op een paard kopen op de veemarkt of een puppie uit een nestje uitzoeken. Opgetogen namen de jongens dan hun aanwinst mee.

Na een jaar of drie kwam Magdalena mij vertellen dat ze mij aan Don Cesare had verkocht.

“Maar ik ben toch geen maagd meer?” zei ik verbaasd.

“Marselja, Don Cesare wil een bedrijfsleidster, die zijn orders kan doorgeven aan de meiden van zijn verzameling, en die erop let dat zijn vrienden de meisjes netjes behandelen, als hij even niet kan toekijken.”

Ik vond het spijtig dat ik Leeuwenhart en al die schattige kinderen achter moest laten. Vooral de sekslessen aan die potente zestienjarige jongens had ik nog lang vol willen houden. Maar ja, een slavin heeft niets te willen. Leeuwenhart moest mij klaarmaken voor het vertrek, dat wil zeggen, hij schoor voor de laatste keer mijn kuthaar. Ik leunde wijdbeens achterover. Als afscheid stopte hij toen zijn half stijve lul in mijn aarsje. Ik trok mijn knieën zo hoog mogelijk op en probeerde me te ontspannen zodat hij er zo diep mogelijk in kon. Want ongetwijfeld zou ik ook regelmatig anaal worden bestookt.”

Donna Chitelconti zei iets vreemds tegen mij de avond voor mijn overdracht aan Don Cesare.

“Je moet je belevenissen opschrijven. Over 220 jaar vindt iemand een schriftje en dan zal hij jouw verhaal bijzonder genoeg vinden om op een glazen scherm uit te geven. Talloze mensen, vooral mannen, zullen er plezier aan beleven.”

Profetieën zijn raadsels, per definitie, maar, dacht ik, hoe moet dat zonder ganzenveer en papier? En wat betekende dat glazen scherm?

Het bleek dat Don Cesare verliefd was geworden op mij. Dat had Donna Magdalena niet mogen weten, want dan had hij natuurlijk veel meer moeten betalen. Don Cesare droeg mij op de dag van de overdracht net zo naakt als altijd de postkoets in, hij trok zijn broek en kousen uit en zette mij op zijn schoot. Hij gaf de koetsier opdracht te vertrekken en begon meteen mijn rondingen te betasten en te kneden. Ik wist wat er van mij werd verwacht en werkte enthousiast mee. Hij was trouwens een stevige aantrekkelijke vent, wel twintig jaar ouder dan ik, maar potent en duidelijk geen oude viezerik. Hij had natuurlijk vrij gebruik van alle meisjes in zijn collectie, en was dus een geoefend neuker. Terwijl de koets over de keienweg hobbelde, vouwde ik mijn knieën dubbel en spreidde ik mijn dijen en zo schoof ik zijn neukworst in mijn gleuf, zodat ik tegelijk met hem klaar kwam.

Na een paar uur kwamen we bij zijn kasteel aan. We reden de poort door, we stapten uit en toen zag ik dat de koetsier een voetboei droeg waarmee hij aan de koets vast zat. Een naakte staljongen kreeg de sleutel van Don Cesare, maakte de koetsier los en hielp hem met uitkleden. Terwijl ik nog kleddernat was van Don Cesare’s spuitkop mocht hij mij als beloning ter plekke naaien, ik moest met mijn billen naar hem toe gaan staan. “Zo zie ik ook de kont van het paard,” zei hij, “de schommelende paardenbillen zijn urenlang mijn voorpret.”

“Ik heb alleen geen staart,” snibde ik, en ik kreeg een pets op mijn blanke merriebil.

De staljongen ging tegen mijn hoofd staan en pakte mijn handen beet. Terwijl de koetsier mijn kont bereed, kreeg de jongen een erectie, en voor het eerst van mijn leven hapte ik zo, voorover gebogen, naar zijn eikel. Hij boog zich een beetje achterover zodat ik er gemakkelijk bij kon en zo sabbelde ik hem leeg.

Don Cesare had zich ondertussen uitgekleed. Hij was door de lange rit alweer op krachten gekomen, en ons trio bezorgde hem een verse erectie. Toen de koetsier klaargekomen was en de staljongen zijn spuiter over mijn tieten had geleegd, moesten de jongen en ik van plaats verwisselen en de jongen bood blijkbaar uit gewoonte zijn kontgat aan Don Cesare aan. Die stopte zijn spuitstaaf geroutineerd in de gleuf tussen zijn tienerbillen.

“U verzamelde toch alleen vrouwen?” vroeg ik.

“Ja, maar mijn overige personeel is buiten hun gewone taak ook beschikbaar,” mompelde hij, terwijl hij de jongen volpompte. Die likte ondertussen mijn vers geschoren kut schoon.

Het bleek al snel dat Don Cesare’s kasteel een zoete inval was voor al zijn vrienden en hun tienerzonen. Ook uit veiligheidsoverwegingen gold er een kledingverbod voorbij de portiersloge. Even goed was er altijd een slaaf belast met het onderzoek van lichaamsholten, voordat ze het kasteelterrein op mochten.

De neukzaal was een ovale ruimte met rondom balkons. Wie niet neukte kon zich daar ontspannen met een hapje en een drankje. De meeste vrienden hadden wel een of meer favoriete slavinnen waarmee zij zich een tijdje mochten vermaken. Ik ontfermde mij graag over de tienerzonen, daar had ik veel ervaring mee, en die jongens waren nog potent genoeg om daarna van een andere bewoner van de meidenstal te genieten. Don Cesare keek graag toe, en als hij voldoende was opgehitst pakte hij mij of een andere slavin, en soms ook de jongensgatjes van zijn gasten. Daarvoor vroeg hij altijd toestemming van zo’n vrije jongen of zijn vader. Die durfden niet te weigeren, want ze dachten dat ze dan niet meer terug mochten komen om gratis met de meiden te neuken. Ja, Don Cesare had het goed voor elkaar, hij genoot er vooral zelf met volle teugen van.

Er waren gasten die systematisch alle meiden afwerkten. Die kwamen dagelijks, en hielden nauwkeurig bij wie ze al gehad hadden. Ook de slavenjongens mochten genaaid worden. In feite was het natuurlijk een groot gratis bordeel.

Als een slavin 30 jaar werd, werd ze op de clandestiene slavenmarkt van Palermo verkocht. Dertig slavinnen, die vanaf hun zestiende in Don Cesare’s collectie verbleven, dat betekent dus gemiddeld twee afscheidsfeesten per jaar.

De avond voor het vertrek nodigde Don Cesare alle vaste gasten uit, dat wil zeggen: als ze niet op kwamen dagen, mochten ze niet meer terugkomen en was Don Cesare’s vriendschap beëindigd.

De heren en hun zonen kregen op zo’n avond alleen toegang tot deze ene slavin. Alle andere slaven en slavinnen mochten vanaf de balkons toekijken, hoe de slavin tientallen keren werd gepenetreerd, als eerste door Don Cesare. Als de slaven, dat waren er een stuk of tien, zich netjes gedroegen, mochten ze na het feest eenmalig een slavin uitzoeken voor de rest van de nacht. Ook de slaven werden rond hun dertigste verkocht, behalve als ze iets bijzonders konden doen, zoals de koetsier of de kok, en ook zij kregen zo’n soort afscheidsfeest. De gasten waren dan niet verplicht te neuken, al deden vooral hun zonen hun best om ook hun eigen geslacht uit te proberen.

Na afloop van het feest was de slavin uitgeput en sliep ze een gat in de dag voordat ze in de koets kon stappen. Alle naakte meiden zwaaien haar uit, als ze met Don Cesare de poort uitreden. De verkoop handelde hij altijd zelf af, en hij vertelde mij daar nooit iets over, al was hij nog steeds verliefd op mij. Hij naaide mij dagelijks. Als hij zijn lul weer omhoog kreeg, zocht hij een andere slavin uit, liefst een anders gekleurde, voor de afwisseling. Ik ben een heel licht getinte brunette, met bruine ogen, en na mij pakte hij graag een roodharige bleke sproetige met groene ogen, die Connemara heette, of een heel donkere zwarte, Pantertje.

Maar verliefd of niet, toen ik 30 werd had hij een nieuwe favoriet uitgezocht bij Donna Chitelconti. Ik vroeg hem of hij mij niet aan haar terug kon verkopen, ik was uiteindelijk goed met kinderen en tieners. Maar dat wilde hij niet, want de slavenmarkt dat was een sensatie die hij met geen enkele meid wilde missen.

Het was intussen 1794. De tijd was voorbij gegaan zonder dat ik er erg in had, en ik had ook geen idee van wat er in de wereld buiten Magdalena’s kinderkamp en Don Cesare’s kasteel was gebeurd. Later begreep ik dat er inderdaad veel veranderd was, maar aan Sicilië was dat voorbijgegaan. De koetsier mocht mij voordat hij zijn uniform en zijn voetboei aantrok nog een keer in mijn kont neuken, en toen werd ik, al 14 jaar naakt, in de koets gezet. De staljongen had mijn kut voor de laatste keer schoongeschoren, ik werd er een beetje weemoedig van. De achterblijvende slavinnen zwaaiden mij uit, zoals altijd. Don Cesare was naakt, maar had een stel kleren bij zich. In de koets konden wij zo nog een paar keer neuken, want de reis duurde weer een paar dagen. In de herbergen onderweg werden Don Cesare en ik enthousiast onthaald, want de vaste gasten wisten blijkbaar dat er gratis neukvlees langskwam. Ik moest mij er maar op voorbereiden dat ik de rest van mijn leven hoer zou zijn, had Don Cesare gezegd, en daar kreeg ik dus een voorproefje van. Het kon mij weinig schelen, want Don Cesare’s kasteel was ook al hoerenkamp geweest.

Op de slavenmarkt stapte ik vanuit de koets regelrecht op het verkoopplateau, waar al een stel lotgenoten stonden. De markt werd gehouden op de binnenplaats van een groot stadspaleis. Er stond een menigte omheen, want de slavenmarkt is een publieke vermakelijkheid. Ik vond het een opwindende ervaring, ik was publiek gewend, maar geen mensenmassa. Voor de vorm kreeg ik net als het andere mensenvlees een voetboei aan. Ik zag dat de andere koopwaar een stuk jonger was dan ik. Degenen die zich als kopers hadden aangemeld hadden een borgsom moeten betalen, want anders mochten ze de koopwaar niet keuren. Dus de aspirant-kopers kwamen naar voren,

en begonnen zowel de jongens en de mannen als de meiden en vrouwen aan hun hele lijf van boven naar onderen te kneden om te voelen of hun aankopen gezond waren. Ook moesten we net als op de paardenmarkt een rondje lopen aan de ketting, onze monden open doen ter inspectie, en daarna de andere lichaamsopeningen. Jonge meiden die als maagd verkocht zouden worden, moesten hun gleuf uit elkaar trekken om te tonen dat ze maagd waren. En natuurlijk kneedde de aspirant-koper bovendien hun kutlippen. Bij degenen die niet als maagd verkocht werden, stak de koper zijn middelvinger eerst in een pot olijfolie en daarna in de kutgleuf en het kontgaatje. De kopers masturbeerden ze om hun kwaliteiten als seksslavin te keuren. De jongens en mannen moesten zich aftrekken om te tonen hoe potent ze waren. Ook zij kregen een olievinger in hun kontgat. Het publiek joelde bij ieder orgasme. De maagden moesten natuurlijk wel hun billen en poepgaatje aan de enthousiaste massa showen.

Uit die massa klonk een stem die mij bekend voorkwam, maar wat die riep begreep ik niet. Totdat ik de stem herkende: het was Yvonne. “Valérie!” had ze geroepen, bij herhaling omdat ik niet reageerde. Maar ik was als slavin mijn naam vergeten. Toen herkende ik haar, en de waard uit Marseille was bij haar.

Hoe waren die hier terechtgekomen?

Een deel van de jonge meiden en jongens was door Magdalena Chitelchonti ingebracht, zo riep de veilingmeester om. Ik herkende er een paar die ik nog als kleuter kinderliedjes had geleerd, zoals Elbo en Elba. Zij brachten als tweeling meer op dan elk afzonderlijk, zodat zij als één kavel geveild werden. De anderen werden de een na de ander aangeboden, en Don Cesare kocht er een paar die hij in zijn verzameling kon gebruiken. Maar de meesten gingen naar baardige lieden uit Tunis en Algiers, en ook de jongens en de mannen hadden hun interesse. Ze zouden wel in Oran of Algiers worden doorverkocht aan de schout van een of andere rijke Arabier.

Toen ik aan de beurt was liet ik hoerig zien wat ik allemaal kon, ik wierp mijn benen in de lucht, ik had er echt lol in, en het publiek maakte een enorm lawaai. De veilingmeester riep mijn naam af en de bodemprijs, en de mensen begonnen te scanderen “Marselja, Marselja!” Maar de Noord-Afrikanen hadden voor mij geen belangstelling: te oud. Toen begon de waard uit Marseille mee te bieden, hoewel hij geen borgsom had betaald. Maar hij had mij niet had hoeven keuren, en zo werd ik voor een zacht prijsje voor hem afgemijnd, als goedkope hoer dus. Dat was niet zo goed voor mijn zelfbeeld, ik vond mezelf nog steeds beeldschoon en sexy, al was ik, ja hoe oud was ik intussen? Bijna 30?

Don Cesare vertrok in de koets en had alleen aandacht voor zijn nieuwe aanwinsten. Mijn voetboei werd losgemaakt en betast door de omstanders kwam ik bij de poort van het paleis. Daar kocht de waard een tuniekje en een paar slippers voor me, want anders kon ik niet over straat, en ik ging met hem mee naar de herberg, waar hij en Yvonne logeerden. Raar gevoel om weer kleren te dragen.

Onderweg en in de herberg vroeg ik Yvonne waarom zij geen hofdame meer was. “Weet je niet dat het koninklijke hof niet meer bestaat? De koning is vorig jaar onthoofd, maar het hof is al opgeheven toen hij samen met de koningin was gearresteerd. Toen zijn alle hofdames en bijna alle personeel naar huis gestuurd. Mijn officier was intussen met een ander slachtoffer getrouwd, en daarom heb ik mijn leventje verplaatst naar Marseille. De waard is al weer een paar jaar blij met mij. Maar hoe ben jij hier gekomen?”

Ik vertelde van het bedrog van Alexandre. Ondertussen probeerde ik de reactie van de waard te peilen om te zien of hij wel of niet met hem onder een hoedje had gespeeld. Yvonne reageerde:

“Dat wisten we al. Hij kwam met een meisje uit Venetië langs, ik heb hem dronken gevoerd en toen begon hij te blaten dat Veneta te koop was.”

“Dat hoorde ik hem lallen,” vervolgde de waard, “en toen vroeg ik hem of Valérie in Venetië was. Die? blufte hij, die heb ik verkocht aan mijn lieve vriendin op Sicilië. Toen hebben wij zijn geldbuidel geroofd en hem dronken en wel de deur uit gesmeten. De volgende morgen kwam hij verhaal halen, maar samen met een paar potige klanten heb ik gedreigd zijn kloten af te snijden als hij zich ooit weer zou laten zien. Een paar klanten wisten van de slavenmarkt in Palermo, en zo zijn we hier terecht gekomen.”

“Veneta?” vroeg ik, “dat was toch al voordat ik bij Donna Chitelconti kwam? Die had hij van haar gekocht, 14 of 15 jaar geleden.”

“Hij had connecties met een weeshuis in Venetië, en gemakshalve gaf hij alle meisjes zijn stal dezelfde naam.”

Ik begreep dat de waard van de Spinnende Kater een eerlijke man was, en dat bleek nog eens extra, toen hij mij terug in Marseille de geldbuidel van Alexandre overhandigde. Natuurlijk ging ik weer in zijn kroeg optreden, samen met Yvonne. De klanten die durfden, mochten gratis op de theatertafel met mij neuken, aangemoedigd door de klandizie. Als ze apart wilden, dan kon dat, als ze maar betaalden. Zo ben ik nu dus een trotse hoer, en beslist geen goedkope. Ik bleef wel mijn slavinnennaam gebruiken, Marselja, om te voorkomen dat mijn aanwezigheid tot mijn vader zou doordringen. Op de een of andere manier of om de een of andere reden is hij toch in Marseille terechtgekomen en na gedane zaken de kroeg ingegaan, de Spinnende Kater. Ik herkende hem wel maar hij mij niet. Na mijn naakte optreden was hij zo opgefokt dat hij met zijn dikke lul in mijn kont wilde kietelen. Daarvoor heb ik hem flink laten betalen.

Lezer op uw glazen scherm, ik heb mijn belevenissen van de laatste twintig jaar opgeschreven en in een perkamenten bandje gedaan, zodat er minder kans is dat mijn losse velletjes zoekraken. Magdalena Chitelconti heeft mijn carrière bepaald, en daarom schrijf ik haar naam erop.

Bookolos, ik dus, heb in een brocanterie in Zuid-Frankrijk een onooglijk schriftje met een perkamenten bandje gevonden. Uit nieuwsgierigheid heb ik het gekocht. Hoewel de inkt wat verbleekt was, heb ik een lange kampeervakanie genoten van de avonturen van Valérie de Montmorency, en op haar dringend verzoek toch de naam van Magdalena Kietelkont aan de vertaling gegeven.

Verhaal 33 Magdalena Kietelkont

Mijn naam was tot voor een paar weken Valérie de Montmorency, maar nu ben ik het eigendom van Magdalena Chitelconti, slavenhoudster in het midden van Sicilië. Als slavin werd ik uitgekleed en uitgeburgerd, mijn nieuwe naam dient alleen maar om mij van mijn even naakte lotgenoten te onderscheiden. Al Magdalena’s slavinnen zijn naakt, en Magdalena zelf ook, al had zij natuurlijk wel het recht om kleren te dragen. Magdalena had mij ook gewoon een volgnummer kunnen geven, Prima of Seconda of Terza. Ik ben genoemd naar de plaats waar ik ben gekidnapt, nu ja, waar ik mij min of meer heb laten kidnappen: Marselja. Dat kwam zo.

Mijn vader, Jean-Marie de Montmorency, is eigenaar van een kasteel met een wijngaard en schatrijk. Daarom werd ik naar een jongedamesinstituut gestuurd, waar ik allerlei nuttige dingen leerde. Wij lazen Montesquieu en Rousseau en andere revolutionaire boeken, want de nonnen waren best vooruitstrevend. Achteraf heb ik me gerealiseerd, dat zij een fikse ruzie met de bisschop riskeerden, want die maakt deel uit van het establishment van het Franse koninkrijk van Lodewijk XVI. Het is 1780, en het wordt langzaam duidelijk dat er dingen moeten en zullen veranderen.

Toen ik na de kostschool weer naar huis kwam, deelde papa mij mee dat ik was uitgehuwelijkt aan de buurman van de aangrenzende wijngaard, twee generaties ouder dan ik, maar die geile bok was tuk op een jong kutje. Ik snapte toen ook waarom deze oude kerel, die ik toen oom Philippe moest noemen, mij tijdens de vakanties zo graag op schoot knuffelde. Ik kreeg toen al een steeds grotere afkeer van hem. Papa wenste natuurlijk zijn wijngaard te verdubbelen, en daar moest hij de kut van zijn dochter voor verkopen. Hij heeft mij zelf overigens nooit aangeraakt.

Bij mijn moeder kon ik niet terecht, die had ook niet met haar jeugdliefde mogen trouwen om een soortgelijke reden. “Je doet maar wat je vader zegt, je hebt geen keus.” Vrouwen zijn de baas in huis, maar het staat ze niet vrij om dat huis te kiezen. Toen vertelde ze dat ze op de huwelijksdag voor de pastoor geen “ja” had gezegd, maar luid en duidelijk “nee”. Maar de pastoor was omgekocht en had ijskoud de huwelijksakte vervalst, door erin te schrijven dat de bruid de schrijfkunst niet machtig was. Ik werd plaatsvervangend woedend en riep dat mij dat niet zou gebeuren. Maman schudde haar hoofd en dacht dat ik wel zou bijdraaien. Ik gokte dat zij de discussie niet aan mijn vader zou verklikken.

Intussen was ik zestien geworden, en één van de rituelen in het Ancien Régime is dat de jongedames van adellijke en gegoede afkomst zich aan het hof van de koning moesten presenteren. De reis naar Versailles en weer terug zou een paar weken duren, en omdat het net de tijd was van de druivenoogst kon papa gelukkig niet mee. Uit onze streek waren er een stuk of tien jongedames. Onder leiding van een dansmeester moesten wij de dansen volgens de laatste mode instuderen, zoals de almande, de courante en het menuet. Natuurlijk was daar op de nonnenschool ook al aandacht aan besteed, net als aan zang en instrumentale muziek, want wij waren te goed voor straatliedjes. En dansen voor de koning, dat moest natuurlijk perfect gaan.

Wij reisden met zijn tienen in twee koetsen, met een voormalig onderwijzer als oppasser. Grote koffers met dag- en avondkleding stonden achterop vastgesjord. We werden in elk district begeleid door twee gendarmes te paard, en moesten bij de grens van elk district wachten tot de aflossing verscheen. Onderweg overnachtten we in kloosters, want een herberg was niet vertrouwd voor jongedames. Natuurlijk was het gezellig in onze koets, en met de andere vier meiden hadden wij de grootste lol. Wij wisten dat er bij deze meidenkeuring niet op opleiding of intellect gelet, en wij namen dus vast een voorproefje. Om beurten showden wij elkaar ons blote lijf aan elkaar, en Yvonne leerde masturberen aan ieder die het durfde, op de cadans van de hotsende postkoets.

Met haar kreeg ik een bijzondere band, ze heette voluit Yvonne de Montélimar. Zij vertelde dat zij was uitgehuwelijkt aan een succesvolle legerofficier, die soms poeslief en loslippig tegen haar deed, maar vooral loshandig, vooral als hij wat teveel had gedronken. Haar papa vond dat allemaal heel gewoon, want maman moest het bij hem ook ontgelden. Yvonne was een paar maanden geleden stiekem het huis uitgegaan en was na een paar dagen lopen en links en rechts druiven plukken en klusjes opknappen in Marseille beland. Daar had ze zich als dienstmeisje en kinderoppas aangeboden, maar omdat iedereen naar getuigschriften vroeg, lukte het niet om een baantje te vinden. Uiteindelijk kon ze in een zeemanskroeg als barmeid terecht. Natuurlijk verhoogde een jonge meid de omzet daar, maar ze moest de klandizie wel sexy plezieren. Wij dragen door de week een lange rok, en een jakje dat van voren en van achter met veters wordt dicht gestrikt, en we dragen een nette halsdoek over ons decolleté. Bij haar werd die natuurlijk de eerste avond al afgerukt, en een aangeschoten matroos trok ook een van de veters los, zodat haar tieten uit het jak piepten. De waard greep zowaar in, want hij wilde zijn nieuwe aanwinst niet kwijt. Maar gek genoeg, zei Yvonne, ze kreeg er een vreemd warm gevoel bij in haar onderbuik. Ze knoopte de veter weer dicht, maar zó, dat haar tepels net niet uit het jakje flipten. De waard wist dat dat goed was voor de omzet, en prees zich gelukkig dat de nieuwe barmeid niet preuts was. Misschien kon hij nu of mettertijd ook commissie beuren als ze niet te beroerd was om met haar dijbenen wijd de klanten te plezieren.

Maar zover is het niet gekomen, zei Yvonne. Ze kreeg het iedere dag warm bij een laag decolleté en wilde een nieuwe uitdaging proberen. Na een paar avonden zei ze tegen de waard dat ze nog wat extra fooien wilde verdienen. Die stelde geen vragen maar vond dat natuurlijk goed: ze kon haar gang gaan.

“Dus ik klom op de grote gelagtafel en begon een pirouette te draaien. Dat wond mij op, ik voelde mijn kut nat worden. Toen de rok hoog genoeg kwam heb ik hem zo hoog mogelijk opgetild en schudde toen mijn blote kontje naar het publiek. Maar toen kreeg ik een harde klap op mijn blote billen, au! dat deed zeer. Ik richtte mij op en daar stond papa! Dus die sleurde mij mee naar huis, en toen de waard protesteerde, bedreigde papa hem met een rechtszaak. Dat was het einde van mijn ontsnappingspoging. Maar ik trouw niet met die officier, hoe dan ook. Ik word nog liever slavin in de harem van de sultan of de bei van Tunis.” “Maar hoe zou je dat dan aanleggen?” vroeg ik.

De waard had Yvonne gewaarschuwd dat alleenstaande jonge meiden, net als kinderen, het gevaar liepen door zeelui te worden gekidnapt en dan als slaaf te worden verkocht. Als haar patroon zou hij dat natuurlijk niet toelaten, maar hij wist ook dat er niet alleen in Noord-Afrika maar ook op Sicilië flink in slaafjes en slavinnen werd gehandeld. De Barbarijse zeerovers overvielen daarvoor niet alleen vissersdorpen, maar zij waren er ook niet vies van om met instemming van de voogden de overbevolkte armenweeshuizen te ontruimen. Gedeeltelijk natuurlijk, anders zou het teveel opvallen. Van de kerk mogen de kinderen niet aan ongelovigen worden overgelaten en slavernij is in Frankrijk natuurlijk ook verboden. De voogden beweren dat ze met de opbrengst de andere kinderen naar school konden sturen, maar in feite steken ze de opbrengst in hun eigen zak.

De rest van de reis heb ik zitten broeden hoe ik dit beter zou kunnen aanpakken dan Yvonne. Ze wilde een mes in het huwelijksbed verstoppen en de officier daarmee penetreren zodra hij dat bij haar met zijn lul zou proberen, en dan moest ze wel opnieuw op de vlucht. Dan zou ze ongetwijfeld op de slavenmarkt terechtkomen als ze niet eerder gearresteerd zou zijn. Het risico van cachot en schavot wilde ik niet nemen, dus ik moest slimmer zijn. Want ik had al besloten dat ik liever om mij als persoon en om mijn schoon lijf gewaardeerd en misschien wel liefgehad wilde worden dan om het fortuin van mijn vader te spekken. Desnoods zou ik me zelf verkopen.

Yvonne, de andere acht en ik amuseerden ons tijdens de reis en oefenden bij de nonnen in de kloosters de dansen die wij voor de koning zouden doen. In Versailles aangekomen werden we door hofdames opgevangen en naar eenvoudige gastenverblijven geleid. Tot onze verrassing waren er honderden jonge meisjes uit alle delen van het koninkrijk. De hofdames zeiden dat iedere groep ’s avonds bij de kaarsen in het hoftheater een kwartier kreeg om haar kunsten te laten zien, en dan mochten ze de volgende dag weer vertrekken. Dat ging zo iedere dag de hele avond door, en overmorgen kwam de volgende lading.

“En dat is dan alles?” vroegen wij ongelovig.

“Af en toe wordt er iemand uitgepikt die hofdame mag worden,” gniffelden de dames. Ik kreeg er een raar gevoel bij, maar Yvonne zei, dat ze al weer uit haar kut lekte.

We kregen een eenvoudig doch voedzaam maal en wat slap bier om niet voortijdig flauw te vallen. Toen hielpen wij elkaar in onze danscostuums, en werden we naar het paleistheater gebracht. Als derde groep wachtten we onze beurt af tussen de coulissen. Vooraan zat de koning, zodat hij onder onze rokken kon loeren. Deze Lodewijk had geen “maîtresse en titre,” dus hij kwam op een andere manier aan zijn neukvlees.

Koningin Marie-Antoinette ontbrak ook. Ze had haar vorstelijke plicht uitgevoerd, namelijk het baren van een kroonprins, en waarschijnlijk was ze blij dat ze die vetzak niet meer op haar buik hoefde te verdragen. Ze had trouwens een minnaar, een of andere Zweedse graaf. Ik vond zijne majesteit een walgelijke kerel. We zagen dat er uit elke groep een of meer jonge meisjes werden geplukt die elk naar een loge werden gebracht.

Toen we aan de beurt waren en een orkestje onze dans begon te spelen, probeerde ik zo netjes mogelijk de dans uit te voeren en daardoor niet op te vallen. Maar Yvonne sloofde zich uit, met als resultaat dat ze eruit werd gepikt. Ze mocht bij een of ander adellijk heerschap in een loge plaatsnemen en de rest van het schouwspel vanuit de zaal genieten.

Het heerschap had haar tieten betast en onder haar rokken zitten foezelen, en daarbij had hij gemerkt dat ze botergeil was. Maar omdat hij een partner bij zich had, had hij het gordijn opengelaten en haar niet genaaid, zo vertelde ze mij de volgende ochtend. Net toen we in de koetsen zouden stappen, kwam er een lakei aangelopen, die meedeelde dat Yvonne de Montélimar als junior-hofdame was ingelijfd. In ieder geval hoefde ze dus haar officier niet te vermoorden. Wij namen afscheid en kregen een brief mee voor haar vader, en bovendien een buidel geld. Ze was dus gewoon verkocht.

Terug naar de avond en het theater. Ik had gezien dat de koning drie meisjes uit een andere groep had gekozen, die naar zijn slaapkamer werden gebracht. Van flarden van gesprekken om mij heen begreep ik, dat hij er met eentje neukte, en dat de andere twee op handen en voeten onder een soort dunne matras moesten kruipen en de koning in het neukritme met hun rug moesten opdrukken en laten zakken. Het neukmeisje zat dus als ruitertje op zijn onderbuik, terwijl hij haar tieten kneedde, en de assistentjes fungeerden als de poten van een dravend paard. Als de koning een goede bui had, mochten de meisjes van plaats verwisselen, zodat hij een tweede en soms zelfs een derde beurt kon genieten.’s Konings sperma lekte met hun eigen geil langs de dijbenen van de opduwende meisjes.

Dat was dus de top van de apenrots, of was het een slangenkuil? Opgelucht stapte ik in de koets, met vier overgebleven meisjes en de andere vier en de oppasser in de andere koets. Na drie dagen rijden en elkaar flikflooien kwamen we bij het kasteel van Yvonne’s vader. De oppassende ex-schoolmeester zou de brief met geldbuidel aan hem overhandigen, en tevens werden de paarden en de escorterende gendarmes gewisseld, omdat het de grens van het graafschap was. Het was laat op de dag en al bijna donker. Daardoor werd de situatie wat onoverzichtelijk.

Ik zag kans er tussenuit te knijpen. Ik had een beetje zakgeld bij mij om fooien van uit te delen, en dat gebruikte ik om bij de herberg daar vlakbij de postkoets naar Marseille te nemen. De hutkoffer met danskleding had ik toch niet meer nodig. En omdat ik geen van de andere drie in de koets in vertrouwen had genomen zou niemand weten wat ik van plan was geweest. Papa kende de geschiedenis van Yvonne in Marseille natuurlijk niet en zou niet weten waar hij mij zou moeten zoeken. Natuurlijk zouden de andere drie mij missen. Maar op die plek vertrokken ook postkoetsen naar Bordeaux, Orléans en Lyon, zodat het onbekend zou blijven welke ik genomen had. Alle postkoetsen reden ’s nachts door, en ervaren koetsiers konden dat ook bij het licht van de volle maan. Later hoorde ik dat deze postmeester met spoed belangrijke brieven van de koning in de marinehaven moest afleveren.

De volgende dag kwamen we rond de middag in Marseille aan. Uit de beschrijving van Yvonne had ik onthouden dat haar herberg of havenkroeg De Spinnende Kater heette, en het kostte me geen moeite om die te vinden. Ik vroeg de waard of hij na Yvonne’s vertrek een nieuwe barmeid kon gebruiken. “Jawel, ben je net zo vrijpostig?” lachte hij.

“Wie weet, eerst maar even wennen,” zei ik. Meteen was daar een zeebonk die mijn halsdoek weg rukte. Hij wilde me op schoot trekken, maar dat voorkwam de waard.

“Een beetje respect voor de nieuweling, anders maak je haar kopschuw en is het meteen uit met de pret.” Ik schonk toen zijn bierkruik vol en bukte mij daarbij nodeloos diep naar voren. Meteen kreeg ik mijn eerste fooi, dus hij was nog niet beneveld. Ik voelde mij apetrots, want ik had nog nooit zelf geld verdiend. Van de waard mocht ik de helft van de fooien houden, en hij moedigde mij aan om de act van Yvonne te herhalen, want dat leverde beslist veel extra’s op. Maar ik herhaalde:

“Eerst maar even wennen.”

Ik werkte een paar weken bij de Spinnende Kater, en dankzij mijn aanwezigheid nam de klandizie toe. Ik danste iedere avond op de grote tafel en gunde de drinkebroers een ongebreidelde blik onder mijn lange, wijde rok. Langzaam trok ik de veter van het bovenlijfje los, zodat ik met mijn tepels kon prijken. Bij de pirouette gingen tegelijk met de rok de armen met bierkruiken omhoog om te toosten en zodra ik de rok optilde en mijn blote kont showde, klonken de munten in de fooienschaal. Ik schudde met mijn billen, en gooide toen mijn linkerbeen in de lucht om de heren te laten genieten van mijn gleufje. De rok lag toen over mijn hoofd en ik kon niet zien wie wat in de schaal gooide. Ik werd er niet geil van zoals Yvonne mij had toevertrouwd, maar ik voelde me wel heerlijk vrij in mijn blote onderlijf.

De avond erna liet ik een van de andere meisjes van tevoren de veter aan de achterkant van het bovenlijfje losmaken. Ik voerde de act uit zoals ik dat intussen gewoon was. Maar na de pirouette met mijn heerlijkheden liet ik de zoom van de rok weer zakken. Teleurgesteld joelden de gasten, en sommigen pakten hun fooi weer van de schaal. De waard vroeg zich af wat ik nu weer van plan was. Ik draaide koket met mijn blote tieten, trok toen de veters van voren los en het gordeltje van mijn heupen af. Toen pakte ik mijn wijde rok met twee handen bij mijn middel en schoof hem in één beweging over mijn hoofd. Met de rok in één hand stond ik daar naakt op de tafel, en met mijn andere hand duwde ik mijn tieten omhoog, waarbij het jak van mijn schouders gleed. Het gejoel veranderde onmiddellijk in gejuich en de munten vlogen weer in de schaal. Ik voelde me heel trots dat ik dat had gedurfd.

De avond daarop was het extra druk. Ik had besloten nog een stap verder te gaan. Voor een livre mocht iedere liefhebber na mijn vertoning een halve minuut lang mijn bil, tiet of kutje betasten. De waard zette er een zandloper naast, en als die leeg was, zou hij een bel luiden. De eerste keer dat ik zo beschikbaar was, had ik zowat een half huis kunnen kopen van de opbrengst, de andere helft was voor de waard. Maar ook toen het nieuwtje eraf was, kwamen er steeds weer nieuwe klanten die wel even dat jonge ding wilden kneden. Verder ging ik niet. Ik wilde geen vingers of lullen in mijn kut of kontgat.

Er werkten nog meer meiden in die kroeg, ongeveer even oud als ik, allemaal onder de twintig dus. Ik had al snel in de gaten dat die zich tegen betaling terugtrokken in de huurkamers van de herberg. Toen ze zagen hoe gemakkelijk ik mijn geld verdiende, volgden een paar ervan mij na met de uitkleeddans. In plaats van te kneden en vingeren mochten haar klanten hun vingers wel in kutje en kontje steken. Daarna verdwenen ze met hun opgefokte klant naar de serre, want openbare seks ging ze te ver. Ik had graag willen toekijken.

De waard had al eens bezorgd gevraagd of ik ook een vader had die mij zou willen weghalen, want hij had al lang gezien dat Yvonne en ik ongeveer dezelfde leeftijd hadden. Ik kon hem gerust stellen: niemand had gezien dat ik in de postkoets was gestapt, behalve de koetsier en een paar andere passagiers. Met die mensen had ik onderweg geen woord gewisseld, omdat zij het grootste deel van de reis hadden zitten slapen. In Marseille waren zij ook allemaal meteen vertrokken. Ik had dus geen sporen nagelaten. Maar helemaal gerust was ik er niet op: papa wilde vast het fortuin van buurman Philippe niet mislopen en zou alles op alles zetten om mij terug te vinden. Ik wilde wel zestig kroegtijgers aan en, op zeker moment, zeker ook in mijn lijf, maar voor geen prijs die oude viezerik.

Mijn tafeltheater werd na een paar weken de talk of the town. Ik realiseerde mij dat mijn roem zich wel eens tegen mij zou kunnen keren en mijn gefrustreerde vader naar mij toe zou kunnen leiden. Het werd dus tijd om mijn vertrek voor te bereiden, en de waard was het daarmee eens. Hij had ook mij gewaarschuwd voor kidnappers en slavenhandelaars. Dat bracht mij op het idee, mijn kidnapping in scene te zetten, ik had genoeg verdiend om het daarna een flinke tijd uit te kunnen zingen. Zo kon ik opnieuw spoorloos verdwijnen. De waard vond dat hij genoeg aan mij had verdiend en zou mij getuigschriften meegeven en zo kon ik een flink eind uit de buurt verhuizen om bijvoorbeeld in Venetië de talk of the town te worden. Het was toch wel een jofele kerel en ik vertrouwde hem dan ook volledig. Hij had een vriend die mij wel naar Venetië wilde brengen.

De volgende morgen ging ik als het nichtje van Alexandre, die vriend dus, aan boord van een schip dat ons langs de havens aan de westkust van Italië naar Venetië zou brengen. Zo kon ik tijdens het lossen en laden van het schip nog wat dingen zien waar ik in de aardrijkskundeles over had geleerd, zoals de scheve toren van Pisa. Ik vond het net een kolossale erectie. De Vesuvius vond ik precies een kolossale tiet, net als de Stromboli waar we langs voeren. Vanaf Reggio voer het schip naar Messina op Sicilië. Toen zei Alexandre, dat we daar van boord zouden gaan, omdat hij een oude vriendin wilde bezoeken. Al die tijd hadden we het gezellig, en zo had hij mij overreed om hem mijn koffertje met geld toe te vertrouwen. Maar ik begon me af te vragen waarom hij niet geprobeerd had mij te naaien of ten minste te bevingeren. Ik vind mezelf best sexy.

In Messina namen we de postkoets naar het binnenland, we reden alweer langs zo’n enorme tiet, de Etna deze keer. De vriendin heette madame Chaille-Cul, vertelde hij, en toen had ik natuurlijk nattigheid moeten voelen. Haar vader had een verlaten steengroeve voor haar gekocht en dwars voor de ingang daarvan een mooi poorthuis laten bouwen. Na twee dagen rijden kwamen we daar aan.

Het huis zag eruit als een kleine burcht. Aan de buitenkant had het op de benedenverdieping geen ramen, maar alleen een zware poort. Naast de poort zat een gewelf waar water uitstroomde naar een beekje. Alexandre zei, dat madame een oud Romeins aquaduct had laten opknappen om het binnenterrein van helder stromend water te voorzien. De postkoets hield stil om ons uit te laten stappen, en de koetsier blies op zijn hoorn om aan madame onze komst aan te kondigen. Wij stapten uit en de postkoets vervolgde zijn weg.

De poort ging open, wij gingen naar binnen en toen de poort weer dicht ging stond er een naakte jongeman achter ons.

“Kleed u zich in de linkse kamer maar uit,” zei hij, “hier is iedereen altijd naakt.” Ik deed wat mij gezegd werd en ook Alexandre kleedde zich uit. Hij kende de gebruiken van dit oord.

“Ik heet Leeuwenhart,” vervolgde hij, “want ik kom uit Corleone, een achterlijk gat hier in de buurt. Ik val op mannen en jongens, en daar konden ze niet tegen.”

“Dus dat is je bijnaam,” zei ik, “hoe heet je echt?”

“Dat mag ik me niet herinneren hier, want slaven verliezen hun burgernaam. Ik mag jouw naam ook niet weten.” Vreemd, ik was toch geen slavin?

Toen kwam madame Chaille-Cul binnen, die zich met haar Italiaanse naam voorstelde als Donna Chitelconti. Ze viel Alexandre om de hals, of liever, ze sprong meteen wijdbeens op zijn heupen, om zijn torentje bussenkruit in haar arsenaal te laten ontploffen. Leeuwenhart hielp Alexandre een beetje in positie. Ik keek toe, terwijl ik me afvroeg waarom hij zich als slaaf had aangeduid. En waarom mocht hij mijn naam niet weten? Daar zou ik gauw achter komen. Aan de binnenkant van het poorthuis was een enorme veranda op de verdieping, waar wij met zijn vieren aan een tafel plaats namen om wat te eten en te drinken. De veranda zag uit op een terrein zo groot als een malieveld, aan alle kanten omringd door steile rotsen, waarin een aantal grotten was uitgehouwen. Het leek wel een kolossaal amfitheater. Er stonden een paar bomen in en er liep een flinke beek dwars doorheen. Het leek erop dat de grote ruimte met heggen en hekken in drie afdelingen was verdeeld. Er speelden tientallen naakte kinderen in één ervan. Meer bij de rotsen zat een heel stel tieners te chillen, de jongens en de meisjes gescheiden door een hoog dubbel spijlenhek.

“Zo,” zei Donna Chitelconti, “jij bent onze nieuwste aanwinst. Je komt uit Marseille en dus heet je nu Marselja.”

“Hoezo,” vroeg ik, “ik ben op doorreis naar Venetië met Alexandre.”

“Niks hoor,” zei Alexandre, terwijl hij bulderend begon te lachen. “Je bent gewoon heel goede handel, madame betaalt goed, en nog eens driedubbel voor een maagd, en met je eigen geld erbij heb ik goed aan je verdiend.”

Ik snapte nu waarom hij zo overdreven netjes met mij was geweest, want je moet je koopwaar nu eenmaal niet zelf gebruiken, dan is het nieuwe eraf. Nou ja, slavin was altijd beter dan sloof van oude Philippe.

“Hoe gaat het met Veneta,die ik je laatst uit Venetië heb geleverd?” vroeg hij toen aan Donna Chitelconti, “die dacht dat ze in Frankrijk carrière kon maken.”

“Die heb ik verkocht,” zei ze, “die verzamelaar don Cesare wilde haar graag hebben voor zijn collectie. Het komt goed uit dat je een nieuwe brengt, want ik had nog een extra kleuteroppas nodig, en de pubers moeten ook hun lesje leren.” Ik zou dus niet meteen worden doorverkocht, begreep ik. Na wat eten en drinken moest ik bij Donna Chitelconti komen staan.

“Doe je mond open en steek je tong uit,” commandeerde ze, en inspecteerde mijn tong en gebit. Ze kneedde mijn armspieren en betastte mijn tieten en de rest van mijn romp, en greep met volle hand mijn billen. Toen moest ik op de tafel gaan staan met mijn gat achteruit. Met een middelvinger stelde ze vast dat mijn anus nog niet was opgerekt . Toen moest ik mijn benen spreiden. Ze kneedde mijn kuiten en dijen van onder af naar boven en trok toen mijn kutlippen uit elkaar.

“Inderdaad, maagd,” zei ze, “goedgekeurd.”

Leeuwenhart bracht mij naar een van de grotten, die als huisjes waren ingericht. “Plassen en poepen doe je in de beek bij het poorthuis, en water drinken en wassen aan de andere kant van het terrein, waar het schone water binnenkomt,” zei hij. “`s Winters stoken we voor de ingang van elke grot houtvuurtjes, maar dat is nu niet nodig.”

“Is Donna Chitelconti ook een slavin? Ze is toch ook naakt?” vroeg ik hem.

“Net zo min als die oplichter Alexandre, je voelt je vrij in je nakie. Terug naar de natuur, zei Rousseau, en daar is zij het mee eens.” Daar had ik bij Rousseau niets van gelezen, wel dat alle mensen gelijk waren en dat rangen en standen wanproducten van de maatschappij waren.

“Ben je echt nog maagd? Die oplichter van een Alexandre zou zijn grootmoeder nog als maagd verkopen als daar iemand in wilde trappen.” Leeuwenhart wist dat ik in een havenkroeg had gewerkt. Ik concludeerde dat er al een tijd geleden afspraken waren gemaakt. Ik vroeg me af of de waard daaraan had meegewerkt, want ook in Alexandre had ik mij volledig vergist.

De volgende dag kwam Leeuwenhart mij vertellen wat ik zoal te doen had. Het kwam erop neer dat ik de jongste groep kinderen moest bezighouden en ze langzamerhand dingen moest leren waarmee zij in hun toekomstige leven als slaaf of slavin voor hun eigenaar geld zouden verdienen. Leeuwenhart legde mij ook de drie afdelingen uit. Tot een jaar of tien bleven alle kinderen bij elkaar. Zodra de jongens een erectie konden krijgen en de meisjes menstrueerden of tieten kregen werden ze naar de gescheiden afdelingen voor de groteren gebracht.

Ik genoot van het gezicht op al die blote kinderen en begon gelijk spelletjes met ze te doen, zoals witte zwanen, groene zwanen en de zevensprong. Ook Leeuwenhart genoot van het moment dat zij bij “en dat is zeven” in een grote kring op hun knietjes met de billetjes in de lucht gingen. Hij kreeg er geen stijve bij, dus gelukkig voor hem en de kinderen was hij geen pedo. Ik vertelde de kinderen ook sprookjes en andere verhalen, uit mijn hoofd, want boeken waren er niet. Ik kon ze wel leren rekenen met mijn vinger in het zand, maar lezen en schrijven ging niet zonder materiaal. Als ze wat groter werden leerden we ze dansen en zingen en jongleren met ongevaarlijk speeltuig.

Leeuwenhart, Delia en Naxia, Griekse slavinnen dus die al langer bij het onderwijs betrokken waren, sliepen net als ik in een aparte grot. Bij het licht van het flakkerend houtvuur masturbeerden wij elkaar als onze verhalen op waren. Leeuwenhart viel niet op meiden, maar liet zich met liefde door ons aftrekken, terwijl wij onze kut opwreven, tot ons orgasme langs onze dijbenen droop.

Alexandre heb ik pas weken later teruggezien, van een afstand in de veranda. Hij had toen een paar geroofde kinderen bij zich, die de namen Elbo en Elba hadden gekregen en waar ik voor moest zorgen.

Ook de eigenares van dit kinderkamp was zeer tevreden over mij. Na een paar maanden werd ze over haar eigen carrière wat spraakzamer. Haar vader was een grootgrondbezitter in Estland, dat jaren geleden door de Russische czaar was veroverd. Hij was de eigenaar van een hele kihelkond, een district, met een enorm landhuis en boerderijen met horigen en lijfeigenen, dat is een ander woord voor slaven. De landbouw werd op de Russische manier bedreven, dus achterlijk en weinig productief. Veel horige en lijfeigen families hadden te veel kinderen, die niet allemaal bij minder kinderrijke verwanten konden worden ondergebracht, zoals in de rest van Europa gebruikelijk. Haar vader stuurde ze meestal naar een weeshuis in Reval, Narva of Tartu, want het land bracht niet genoeg op om al die monden te voeden.

“Maar ik had een bijzondere gave,” vervolgde Donna Chitelconti: “ik kan de toekomst voorspellen. Ik voorspelde bijvoorbeeld of de volgende oogst goed zou zijn en welke neef met wie zou trouwen. Ook meende ik zeker te weten dat de koning en de koningin van Frankrijk over een paar jaar onthoofd zouden worden, en omdat ik allerlei huiselijke dingen goed had voorspeld, geloofde mijn vader mij. Het was alleen heel gevaarlijke kennis, zei hij: ik zou om mijn gave ongetwijfeld als heks worden beschouwd. In de landen boven de Alpen word je dan door die primitievelingen op de brandstapel ter dood gebracht. Daarom stuurde mijn vader mij naar een beschaafder oord, Sicilië dus. Hier geldt iemand die de toekomst kan voorspellen niet als heks, maar als profetes of sibylle, en dat is een stuk veiliger. Hij kocht deze steengroeve en loste meteen het weeskinderenprobleem op. Af en toe krijg ik nieuwe kinderen om aan te sterken, en die blijven dan hier. Om de kosten te drukken heb ik de kleding afgeschaft en de kinderen weten al snel niet beter. Het is hier meestal lekker warm.”

“U heet dus Chitelconti vanwege het district Kihelkond,” zei ik, “maar als eigenares hoefde u toch geen slavinnennaam te kiezen?”

“Een nieuw leven vergt een nieuwe naam, en dat inspireerde mij om ook alle kinderen en het personeel slavennamen te geven. Ze heten naar de plaats waar ze gekidnapt zijn, soms is hun naam een volgnummer, en soms noem ik ze ook naar een dier, zoals Teefje of Konijntje of Lammetje. Alleen mijn voornaam heb ik gehouden. Slavernij is in heel Europa illegaal, en op het beschaafde Sicilië even onwettig als gewoon, al vind je in Noord-Europa ook achtergebleven landbouwgebieden met slaven. Mijn vader eist ook de toepassing van het recht van de bruidsnacht op. Als zijn pachters, horigen en lijfeigenen trouwen, mag hij de eerste nacht de bruid benutten. Hij is ouderwets genoeg om dat voorrecht in stand te houden. Naderhand pakt hij naar believen menige pachtersvrouw, en een deel van die zogenaamde weeskinderen zijn in feite halfbroertjes en -zusjes van mij.

De Barbarijse zeerovers overvallen nog steeds kustgebieden en vrouwen en kinderen worden op de slavenmarkten in Noord-Afrika verhandeld. Er is ook een clandestiene markt in Palermo. Over 50 jaar is de slavenindustrie afgeschaft, dat weet ik. Misschien ga ik tegen die tijd naar huis, want ook de heksenverbranding is dan uitgewoed, en de Russische revolutie is nog ver weg: 1917 haal ik niet. Had je niet gezien dat de kinderen allemaal uit verschillende landen afkomstig zijn? Ik koop ze in Palermo van de piraten, maar ook wel van particulieren zoals Alexandre. Kinderen en vooral kleuters zijn hier echt beter af dan in Engelse katoenspinnerijen. Maar over honderd jaar vinden ze dat een drogredenering.”

Ik wist wel dat een dagloner al in de oudheid slechter af was dan slaven: een eigenaar liet zijn bezit niet verhongeren. Toch probeerden slaven toen ook al te ontsnappen als ze de kans kregen. Dat zei ik dus, ja, “waarvoor was dit kamp anders zo afgesloten?”

Magdalena Chitelconti stond op en droeg mij op om dat ook te doen. Ze deed haar benen wijd en ook dat moest ik doen, want een slavin mag niets weigeren. Ik moest haar bij de billen grijpen en zij pakte mij ook zo, wij kietelden elkaar met ons kuthaar, terwijl wij elkaars venusheuvels en tepels wreven en masturbeerden tot we een kreunend orgasme kregen. Leeuwenhart keek geamuseerd toe en nam zijn eikel tussen twee vingers. Toen hij zich klaar gespoten had, haalde hij ergens een scheermes vandaan, loste wat zeep op in een kom en schoor met snelle halen Magdalena, mij en zichzelf schoon. Dat was ook één van zijn taken als de tienerslaven kruishaar kregen.

Dat was het moment om uitleg over de exploitatie van het kinderkamp te vragen.

“Blijven de kinderen hier als ze volwassen zijn?” vroeg ik dus. Eigenlijk was dat een overbodige vraag, want ik had Magdalena al met Alexandre over de verkoop van Veneta horen praten en daaruit mijn conclusies getrokken.

Magdalena antwoordde: “In principe gaan ze in de verkoop als ze zestien zijn, Marselja. Bij voorkeur verkoop ik ze aan kenners en liefhebbers, zoals Don Cesare. Die woont in een groot kasteel op een heuveltop met hoge muren. Hij verzamelt vrouwen, hij wil er van elk ras eentje hebben om aan zijn vrienden te laten zien. Het kost hem behoorlijk wat moeite om meiden uit Amerika en Oost-Azië in zijn collectie te krijgen, maar gelukkig komen de VOC en de WIC af en toe stiekem langs met contrabande. Eigenlijk handelen ze alleen binnen Azië en Afrika in vrouwen, want in Europa mag dat niet. Maar het is hem gelukt om zijn verzameling te completeren. Hij verkoopt ze weer door als ze dertig zijn. Afrikaanse meisjes zijn geen probleem, die koopt hij zo van de piraten, en soms ook bij mij. Als ze te jong zijn mag ik eerst een paar jaar voor ze zorgen, dat wil zeggen, dat is één van jouw taken. Van de Europesen selecteert hij een blanke blonde, een blanke en een lichtgetinte brunette en een sproetige roodharige. Hij let er op dat ze verschillende kleuren ogen hebben. Don Cesare bezit een stal van ongeveer 30 slavinnen, hij komt regelmatig een nieuwe uitzoeken voor zijn verzameling. De meesten van zijn vrienden hebben liever een stal van 30 paarden. Voorspelling: in de toekomst zullen rijke lieden zelfrijdende koetsen verzamelen, sportwagens heten die, en bijvoorbeeld postzegels. Gelukkig heeft hij liever jonge meiden, die rijp genoeg zijn om hun gleuven te gebruiken. Hij ontvangt zijn vrienden graag en toont dan vol trots zijn verzameling. Hij leent ze ook een slavin uit als ze daar zin in hebben. Hij wil alleen altijd toekijken als ze neuken in zijn kasteel, want ze mogen de poort niet uit.

Ik houd zelf ook wel open dagen voor de buren en de streekbewoners, want net als dolhuizen, spinhuizen en rasphuizen in Noord-Europa trek ik veel bezoekers, die willen betalen. De kijkers, bijna allemaal mannen en jongens, worden misschien later wel kopers. Alleen als ze bij de kinderen een erectie krijgen, grijpt Leeuwenhart ze bij hun lul en ballen en gooit ze met een wijde boog naakt de poort uit, want pedo’s moeten we hier niet, zeker niet als kopers.”

Donna Magdalena Chitelconti was een hoogstaande vrouw met principes, lieve lezer, dat hebt u vast wel gemerkt. Leeuwenhart en de andere verzorgsters vertelden me in de weken daarna hoe de kinderen van grofweg rond de zestien klaargemaakt werden voor de verkoop. De verzorgsters, ikzelf dus ook, regelden masturbatiesessies onder de meisjes en de jongens. De jongen die voor het eerst voorvocht of sperma spoot kreeg een dikke streep menie op zijn buik, van zijn navel tot zijn lul. De meisjes kregen hun streep bij hun eerste orgasme, al was dat wat moeilijker vast te stellen. En als ze kruishaar genoeg hadden werd dat meteen afgeschoren.

Als de jongens zestien waren moesten de verzorgsters zich stuk voor stuk door de jongens laten naaien. Dat was iedere maand een feestdag, waar de jongens erg naar uitkeken. Leeuwenhart schoor het kruishaar van de jongens weg en maakte hun eikels schoon, want Donna Chitelconti had voorspeld dat dat enge ziektes voorkwam. Delia, Naxia en ik gingen dan plat op onze rug en lieten de jongens één voor één insteken. Stiekeme verliefdheid op een jonge meid aan de andere kant van het hek was natuurlijk uit den boze, neukles kregen ze alleen van ons als verzorgsters. De meisjes mochten wel toekijken door het dubbele spijlenhek, want dat was leerzaam. De hekken stonden twee voet uit elkaar zodat de jongens en de meiden elkaar niet konden aanraken, maar masturberen was toegestaan.

Voor die tijd had ik mij door Leeuwenhart liefdevol laten ontmaagden, want het was niet pedagogisch om dat aan een onervaren jongen over te laten. Leeuwenhart had een ochtenderectie benut, want spontaan lukte het hem niet. Leeuwenhart moest ook de jongens in hun kontgat uitproberen, en daar had hij geen ochtenderectie voor nodig. Hij smeerde elk ongeoefende jongensgat eerst met olijfolie in, dan ging het wat soepeler. Sommigen bleken net zo homo als hij zelf, en dat was nuttige kennis voor de verkoop. Na hun neukfeest mochten de jongens zich op elkaar uitleven. De meiden mochten alleen jaloers toekijken. Dat ging zo tot de dag dat ze werden doorverkocht. Vooral de homojongens waren erg in trek. Magdalena probeerde bovendien zelf uit of een jongen op oudere vrouwen viel, want ook dat was een verkoopargument. Menige man kocht een slavin, en tegelijk voor zijn echtgenote een jongensslaaf, dat bracht balans in hun huwelijk. Volgens Rousseau had ook de vrouw haar rechten, en er brak immers een nieuwe tijd aan.

Op de kijkdagen moesten de meisjes natuurlijk wel hun gebit laten keuren, hun billen uit elkaar trekken en hun kutspleet openen, maar ze kregen geen praktijkles, want maagden brengen meer op. Vaders lieten op een kijkdag hun opgroeiende zoons een slavin uitzoeken, om het vak te leren voor als ze een rijke erfdochter trouwden. Als die niet goed neukte, had hij nog altijd een liefje bij de hand. Het leek het meeste op een paard kopen op de veemarkt of een puppie uit een nestje uitzoeken. Opgetogen namen de jongens dan hun aanwinst mee.

Na een jaar of drie kwam Magdalena mij vertellen dat ze mij aan Don Cesare had verkocht.

“Maar ik ben toch geen maagd meer?” zei ik verbaasd.

“Marselja, Don Cesare wil een bedrijfsleidster, die zijn orders kan doorgeven aan de meiden van zijn verzameling, en die erop let dat zijn vrienden de meisjes netjes behandelen, als hij even niet kan toekijken.”

Ik vond het spijtig dat ik Leeuwenhart en al die schattige kinderen achter moest laten. Vooral de sekslessen aan die potente zestienjarige jongens had ik nog lang vol willen houden. Maar ja, een slavin heeft niets te willen. Leeuwenhart moest mij klaarmaken voor het vertrek, dat wil zeggen, hij schoor voor de laatste keer mijn kuthaar. Ik leunde wijdbeens achterover. Als afscheid stopte hij toen zijn half stijve lul in mijn aarsje. Ik trok mijn knieën zo hoog mogelijk op en probeerde me te ontspannen zodat hij er zo diep mogelijk in kon. Want ongetwijfeld zou ik ook regelmatig anaal worden bestookt.”

Donna Chitelconti zei iets vreemds tegen mij de avond voor mijn overdracht aan Don Cesare.

“Je moet je belevenissen opschrijven. Over 220 jaar vindt iemand een schriftje en dan zal hij jouw verhaal bijzonder genoeg vinden om op een glazen scherm uit te geven. Talloze mensen, vooral mannen, zullen er plezier aan beleven.”

Profetieën zijn raadsels, per definitie, maar, dacht ik, hoe moet dat zonder ganzenveer en papier? En wat betekende dat glazen scherm?

Het bleek dat Don Cesare verliefd was geworden op mij. Dat had Donna Magdalena niet mogen weten, want dan had hij natuurlijk veel meer moeten betalen. Don Cesare droeg mij op de dag van de overdracht net zo naakt als altijd de postkoets in, hij trok zijn broek en kousen uit en zette mij op zijn schoot. Hij gaf de koetsier opdracht te vertrekken en begon meteen mijn rondingen te betasten en te kneden. Ik wist wat er van mij werd verwacht en werkte enthousiast mee. Hij was trouwens een stevige aantrekkelijke vent, wel twintig jaar ouder dan ik, maar potent en duidelijk geen oude viezerik. Hij had natuurlijk vrij gebruik van alle meisjes in zijn collectie, en was dus een geoefend neuker. Terwijl de koets over de keienweg hobbelde, vouwde ik mijn knieën dubbel en spreidde ik mijn dijen en zo schoof ik zijn neukworst in mijn gleuf, zodat ik tegelijk met hem klaar kwam.

Na een paar uur kwamen we bij zijn kasteel aan. We reden de poort door, we stapten uit en toen zag ik dat de koetsier een voetboei droeg waarmee hij aan de koets vast zat. Een naakte staljongen kreeg de sleutel van Don Cesare, maakte de koetsier los en hielp hem met uitkleden. Terwijl ik nog kleddernat was van Don Cesare’s spuitkop mocht hij mij als beloning ter plekke naaien, ik moest met mijn billen naar hem toe gaan staan. “Zo zie ik ook de kont van het paard,” zei hij, “de schommelende paardenbillen zijn urenlang mijn voorpret.”

“Ik heb alleen geen staart,” snibde ik, en ik kreeg een pets op mijn blanke merriebil.

De staljongen ging tegen mijn hoofd staan en pakte mijn handen beet. Terwijl de koetsier mijn kont bereed, kreeg de jongen een erectie, en voor het eerst van mijn leven hapte ik zo, voorover gebogen, naar zijn eikel. Hij boog zich een beetje achterover zodat ik er gemakkelijk bij kon en zo sabbelde ik hem leeg.

Don Cesare had zich ondertussen uitgekleed. Hij was door de lange rit alweer op krachten gekomen, en ons trio bezorgde hem een verse erectie. Toen de koetsier klaargekomen was en de staljongen zijn spuiter over mijn tieten had geleegd, moesten de jongen en ik van plaats verwisselen en de jongen bood blijkbaar uit gewoonte zijn kontgat aan Don Cesare aan. Die stopte zijn spuitstaaf geroutineerd in de gleuf tussen zijn tienerbillen.

“U verzamelde toch alleen vrouwen?” vroeg ik.

“Ja, maar mijn overige personeel is buiten hun gewone taak ook beschikbaar,” mompelde hij, terwijl hij de jongen volpompte. Die likte ondertussen mijn vers geschoren kut schoon.

Het bleek al snel dat Don Cesare’s kasteel een zoete inval was voor al zijn vrienden en hun tienerzonen. Ook uit veiligheidsoverwegingen gold er een kledingverbod voorbij de portiersloge. Even goed was er altijd een slaaf belast met het onderzoek van lichaamsholten, voordat ze het kasteelterrein op mochten.

De neukzaal was een ovale ruimte met rondom balkons. Wie niet neukte kon zich daar ontspannen met een hapje en een drankje. De meeste vrienden hadden wel een of meer favoriete slavinnen waarmee zij zich een tijdje mochten vermaken. Ik ontfermde mij graag over de tienerzonen, daar had ik veel ervaring mee, en die jongens waren nog potent genoeg om daarna van een andere bewoner van de meidenstal te genieten. Don Cesare keek graag toe, en als hij voldoende was opgehitst pakte hij mij of een andere slavin, en soms ook de jongensgatjes van zijn gasten. Daarvoor vroeg hij altijd toestemming van zo’n vrije jongen of zijn vader. Die durfden niet te weigeren, want ze dachten dat ze dan niet meer terug mochten komen om gratis met de meiden te neuken. Ja, Don Cesare had het goed voor elkaar, hij genoot er vooral zelf met volle teugen van.

Er waren gasten die systematisch alle meiden afwerkten. Die kwamen dagelijks, en hielden nauwkeurig bij wie ze al gehad hadden. Ook de slavenjongens mochten genaaid worden. In feite was het natuurlijk een groot gratis bordeel.

Als een slavin 30 jaar werd, werd ze op de clandestiene slavenmarkt van Palermo verkocht. Dertig slavinnen, die vanaf hun zestiende in Don Cesare’s collectie verbleven, dat betekent dus gemiddeld twee afscheidsfeesten per jaar.

De avond voor het vertrek nodigde Don Cesare alle vaste gasten uit, dat wil zeggen: als ze niet op kwamen dagen, mochten ze niet meer terugkomen en was Don Cesare’s vriendschap beëindigd.

De heren en hun zonen kregen op zo’n avond alleen toegang tot deze ene slavin. Alle andere slaven en slavinnen mochten vanaf de balkons toekijken, hoe de slavin tientallen keren werd gepenetreerd, als eerste door Don Cesare. Als de slaven, dat waren er een stuk of tien, zich netjes gedroegen, mochten ze na het feest eenmalig een slavin uitzoeken voor de rest van de nacht. Ook de slaven werden rond hun dertigste verkocht, behalve als ze iets bijzonders konden doen, zoals de koetsier of de kok, en ook zij kregen zo’n soort afscheidsfeest. De gasten waren dan niet verplicht te neuken, al deden vooral hun zonen hun best om ook hun eigen geslacht uit te proberen.

Na afloop van het feest was de slavin uitgeput en sliep ze een gat in de dag voordat ze in de koets kon stappen. Alle naakte meiden zwaaien haar uit, als ze met Don Cesare de poort uitreden. De verkoop handelde hij altijd zelf af, en hij vertelde mij daar nooit iets over, al was hij nog steeds verliefd op mij. Hij naaide mij dagelijks. Als hij zijn lul weer omhoog kreeg, zocht hij een andere slavin uit, liefst een anders gekleurde, voor de afwisseling. Ik ben een heel licht getinte brunette, met bruine ogen, en na mij pakte hij graag een roodharige bleke sproetige met groene ogen, die Connemara heette, of een heel donkere zwarte, Pantertje.

Maar verliefd of niet, toen ik 30 werd had hij een nieuwe favoriet uitgezocht bij Donna Chitelconti. Ik vroeg hem of hij mij niet aan haar terug kon verkopen, ik was uiteindelijk goed met kinderen en tieners. Maar dat wilde hij niet, want de slavenmarkt dat was een sensatie die hij met geen enkele meid wilde missen.

Het was intussen 1794. De tijd was voorbij gegaan zonder dat ik er erg in had, en ik had ook geen idee van wat er in de wereld buiten Magdalena’s kinderkamp en Don Cesare’s kasteel was gebeurd. Later begreep ik dat er inderdaad veel veranderd was, maar aan Sicilië was dat voorbijgegaan. De koetsier mocht mij voordat hij zijn uniform en zijn voetboei aantrok nog een keer in mijn kont neuken, en toen werd ik, al 14 jaar naakt, in de koets gezet. De staljongen had mijn kut voor de laatste keer schoongeschoren, ik werd er een beetje weemoedig van. De achterblijvende slavinnen zwaaiden mij uit, zoals altijd. Don Cesare was naakt, maar had een stel kleren bij zich. In de koets konden wij zo nog een paar keer neuken, want de reis duurde weer een paar dagen. In de herbergen onderweg werden Don Cesare en ik enthousiast onthaald, want de vaste gasten wisten blijkbaar dat er gratis neukvlees langskwam. Ik moest mij er maar op voorbereiden dat ik de rest van mijn leven hoer zou zijn, had Don Cesare gezegd, en daar kreeg ik dus een voorproefje van. Het kon mij weinig schelen, want Don Cesare’s kasteel was ook al hoerenkamp geweest.

Op de slavenmarkt stapte ik vanuit de koets regelrecht op het verkoopplateau, waar al een stel lotgenoten stonden. De markt werd gehouden op de binnenplaats van een groot stadspaleis. Er stond een menigte omheen, want de slavenmarkt is een publieke vermakelijkheid. Ik vond het een opwindende ervaring, ik was publiek gewend, maar geen mensenmassa. Voor de vorm kreeg ik net als het andere mensenvlees een voetboei aan. Ik zag dat de andere koopwaar een stuk jonger was dan ik. Degenen die zich als kopers hadden aangemeld hadden een borgsom moeten betalen, want anders mochten ze de koopwaar niet keuren. Dus de aspirant-kopers kwamen naar voren,

en begonnen zowel de jongens en de mannen als de meiden en vrouwen aan hun hele lijf van boven naar onderen te kneden om te voelen of hun aankopen gezond waren. Ook moesten we net als op de paardenmarkt een rondje lopen aan de ketting, onze monden open doen ter inspectie, en daarna de andere lichaamsopeningen. Jonge meiden die als maagd verkocht zouden worden, moesten hun gleuf uit elkaar trekken om te tonen dat ze maagd waren. En natuurlijk kneedde de aspirant-koper bovendien hun kutlippen. Bij degenen die niet als maagd verkocht werden, stak de koper zijn middelvinger eerst in een pot olijfolie en daarna in de kutgleuf en het kontgaatje. De kopers masturbeerden ze om hun kwaliteiten als seksslavin te keuren. De jongens en mannen moesten zich aftrekken om te tonen hoe potent ze waren. Ook zij kregen een olievinger in hun kontgat. Het publiek joelde bij ieder orgasme. De maagden moesten natuurlijk wel hun billen en poepgaatje aan de enthousiaste massa showen.

Uit die massa klonk een stem die mij bekend voorkwam, maar wat die riep begreep ik niet. Totdat ik de stem herkende: het was Yvonne. “Valérie!” had ze geroepen, bij herhaling omdat ik niet reageerde. Maar ik was als slavin mijn naam vergeten. Toen herkende ik haar, en de waard uit Marseille was bij haar.

Hoe waren die hier terechtgekomen?

Een deel van de jonge meiden en jongens was door Magdalena Chitelchonti ingebracht, zo riep de veilingmeester om. Ik herkende er een paar die ik nog als kleuter kinderliedjes had geleerd, zoals Elbo en Elba. Zij brachten als tweeling meer op dan elk afzonderlijk, zodat zij als één kavel geveild werden. De anderen werden de een na de ander aangeboden, en Don Cesare kocht er een paar die hij in zijn verzameling kon gebruiken. Maar de meesten gingen naar baardige lieden uit Tunis en Algiers, en ook de jongens en de mannen hadden hun interesse. Ze zouden wel in Oran of Algiers worden doorverkocht aan de schout van een of andere rijke Arabier.

Toen ik aan de beurt was liet ik hoerig zien wat ik allemaal kon, ik wierp mijn benen in de lucht, ik had er echt lol in, en het publiek maakte een enorm lawaai. De veilingmeester riep mijn naam af en de bodemprijs, en de mensen begonnen te scanderen “Marselja, Marselja!” Maar de Noord-Afrikanen hadden voor mij geen belangstelling: te oud. Toen begon de waard uit Marseille mee te bieden, hoewel hij geen borgsom had betaald. Maar hij had mij niet had hoeven keuren, en zo werd ik voor een zacht prijsje voor hem afgemijnd, als goedkope hoer dus. Dat was niet zo goed voor mijn zelfbeeld, ik vond mezelf nog steeds beeldschoon en sexy, al was ik, ja hoe oud was ik intussen? Bijna 30?

Don Cesare vertrok in de koets en had alleen aandacht voor zijn nieuwe aanwinsten. Mijn voetboei werd losgemaakt en betast door de omstanders kwam ik bij de poort van het paleis. Daar kocht de waard een tuniekje en een paar slippers voor me, want anders kon ik niet over straat, en ik ging met hem mee naar de herberg, waar hij en Yvonne logeerden. Raar gevoel om weer kleren te dragen.

Onderweg en in de herberg vroeg ik Yvonne waarom zij geen hofdame meer was. “Weet je niet dat het koninklijke hof niet meer bestaat? De koning is vorig jaar onthoofd, maar het hof is al opgeheven toen hij samen met de koningin was gearresteerd. Toen zijn alle hofdames en bijna alle personeel naar huis gestuurd. Mijn officier was intussen met een ander slachtoffer getrouwd, en daarom heb ik mijn leventje verplaatst naar Marseille. De waard is al weer een paar jaar blij met mij. Maar hoe ben jij hier gekomen?”

Ik vertelde van het bedrog van Alexandre. Ondertussen probeerde ik de reactie van de waard te peilen om te zien of hij wel of niet met hem onder een hoedje had gespeeld. Yvonne reageerde:

“Dat wisten we al. Hij kwam met een meisje uit Venetië langs, ik heb hem dronken gevoerd en toen begon hij te blaten dat Veneta te koop was.”

“Dat hoorde ik hem lallen,” vervolgde de waard, “en toen vroeg ik hem of Valérie in Venetië was. Die? blufte hij, die heb ik verkocht aan mijn lieve vriendin op Sicilië. Toen hebben wij zijn geldbuidel geroofd en hem dronken en wel de deur uit gesmeten. De volgende morgen kwam hij verhaal halen, maar samen met een paar potige klanten heb ik gedreigd zijn kloten af te snijden als hij zich ooit weer zou laten zien. Een paar klanten wisten van de slavenmarkt in Palermo, en zo zijn we hier terecht gekomen.”

“Veneta?” vroeg ik, “dat was toch al voordat ik bij Donna Chitelconti kwam? Die had hij van haar gekocht, 14 of 15 jaar geleden.”

“Hij had connecties met een weeshuis in Venetië, en gemakshalve gaf hij alle meisjes zijn stal dezelfde naam.”

Ik begreep dat de waard van de Spinnende Kater een eerlijke man was, en dat bleek nog eens extra, toen hij mij terug in Marseille de geldbuidel van Alexandre overhandigde. Natuurlijk ging ik weer in zijn kroeg optreden, samen met Yvonne. De klanten die durfden, mochten gratis op de theatertafel met mij neuken, aangemoedigd door de klandizie. Als ze apart wilden, dan kon dat, als ze maar betaalden. Zo ben ik nu dus een trotse hoer, en beslist geen goedkope. Ik bleef wel mijn slavinnennaam gebruiken, Marselja, om te voorkomen dat mijn aanwezigheid tot mijn vader zou doordringen. Op de een of andere manier of om de een of andere reden is hij toch in Marseille terechtgekomen en na gedane zaken de kroeg ingegaan, de Spinnende Kater. Ik herkende hem wel maar hij mij niet. Na mijn naakte optreden was hij zo opgefokt dat hij met zijn dikke lul in mijn kont wilde kietelen. Daarvoor heb ik hem flink laten betalen.

Lezer op uw glazen scherm, ik heb mijn belevenissen van de laatste twintig jaar opgeschreven en in een perkamenten bandje gedaan, zodat er minder kans is dat mijn losse velletjes zoekraken. Magdalena Chitelconti heeft mijn carrière bepaald, en daarom schrijf ik haar naam erop.

Bookolos, ik dus, heb in een brocanterie in Zuid-Frankrijk een onooglijk schriftje met een perkamenten bandje gevonden. Uit nieuwsgierigheid heb ik het gekocht. Hoewel de inkt wat verbleekt was, heb ik een lange kampeervakanie genoten van de avonturen van Valérie de Montmorency, en op haar dringend verzoek toch de naam van Magdalena Kietelkont aan de vertaling gegeven.

Verhaal 33 Magdalena Kietelkont

Mijn naam was tot voor een paar weken Valérie de Montmorency, maar nu ben ik het eigendom van Magdalena Chitelconti, slavenhoudster in het midden van Sicilië. Als slavin werd ik uitgekleed en uitgeburgerd, mijn nieuwe naam dient alleen maar om mij van mijn even naakte lotgenoten te onderscheiden. Al Magdalena’s slavinnen zijn naakt, en Magdalena zelf ook, al had zij natuurlijk wel het recht om kleren te dragen. Magdalena had mij ook gewoon een volgnummer kunnen geven, Prima of Seconda of Terza. Ik ben genoemd naar de plaats waar ik ben gekidnapt, nu ja, waar ik mij min of meer heb laten kidnappen: Marselja. Dat kwam zo.

Mijn vader, Jean-Marie de Montmorency, is eigenaar van een kasteel met een wijngaard en schatrijk. Daarom werd ik naar een jongedamesinstituut gestuurd, waar ik allerlei nuttige dingen leerde. Wij lazen Montesquieu en Rousseau en andere revolutionaire boeken, want de nonnen waren best vooruitstrevend. Achteraf heb ik me gerealiseerd, dat zij een fikse ruzie met de bisschop riskeerden, want die maakt deel uit van het establishment van het Franse koninkrijk van Lodewijk XVI. Het is 1780, en het wordt langzaam duidelijk dat er dingen moeten en zullen veranderen.

Toen ik na de kostschool weer naar huis kwam, deelde papa mij mee dat ik was uitgehuwelijkt aan de buurman van de aangrenzende wijngaard, twee generaties ouder dan ik, maar die geile bok was tuk op een jong kutje. Ik snapte toen ook waarom deze oude kerel, die ik toen oom Philippe moest noemen, mij tijdens de vakanties zo graag op schoot knuffelde. Ik kreeg toen al een steeds grotere afkeer van hem. Papa wenste natuurlijk zijn wijngaard te verdubbelen, en daar moest hij de kut van zijn dochter voor verkopen. Hij heeft mij zelf overigens nooit aangeraakt.

Bij mijn moeder kon ik niet terecht, die had ook niet met haar jeugdliefde mogen trouwen om een soortgelijke reden. “Je doet maar wat je vader zegt, je hebt geen keus.” Vrouwen zijn de baas in huis, maar het staat ze niet vrij om dat huis te kiezen. Toen vertelde ze dat ze op de huwelijksdag voor de pastoor geen “ja” had gezegd, maar luid en duidelijk “nee”. Maar de pastoor was omgekocht en had ijskoud de huwelijksakte vervalst, door erin te schrijven dat de bruid de schrijfkunst niet machtig was. Ik werd plaatsvervangend woedend en riep dat mij dat niet zou gebeuren. Maman schudde haar hoofd en dacht dat ik wel zou bijdraaien. Ik gokte dat zij de discussie niet aan mijn vader zou verklikken.

Intussen was ik zestien geworden, en één van de rituelen in het Ancien Régime is dat de jongedames van adellijke en gegoede afkomst zich aan het hof van de koning moesten presenteren. De reis naar Versailles en weer terug zou een paar weken duren, en omdat het net de tijd was van de druivenoogst kon papa gelukkig niet mee. Uit onze streek waren er een stuk of tien jongedames. Onder leiding van een dansmeester moesten wij de dansen volgens de laatste mode instuderen, zoals de almande, de courante en het menuet. Natuurlijk was daar op de nonnenschool ook al aandacht aan besteed, net als aan zang en instrumentale muziek, want wij waren te goed voor straatliedjes. En dansen voor de koning, dat moest natuurlijk perfect gaan.

Wij reisden met zijn tienen in twee koetsen, met een voormalig onderwijzer als oppasser. Grote koffers met dag- en avondkleding stonden achterop vastgesjord. We werden in elk district begeleid door twee gendarmes te paard, en moesten bij de grens van elk district wachten tot de aflossing verscheen. Onderweg overnachtten we in kloosters, want een herberg was niet vertrouwd voor jongedames. Natuurlijk was het gezellig in onze koets, en met de andere vier meiden hadden wij de grootste lol. Wij wisten dat er bij deze meidenkeuring niet op opleiding of intellect gelet, en wij namen dus vast een voorproefje. Om beurten showden wij elkaar ons blote lijf aan elkaar, en Yvonne leerde masturberen aan ieder die het durfde, op de cadans van de hotsende postkoets.

Met haar kreeg ik een bijzondere band, ze heette voluit Yvonne de Montélimar. Zij vertelde dat zij was uitgehuwelijkt aan een succesvolle legerofficier, die soms poeslief en loslippig tegen haar deed, maar vooral loshandig, vooral als hij wat teveel had gedronken. Haar papa vond dat allemaal heel gewoon, want maman moest het bij hem ook ontgelden. Yvonne was een paar maanden geleden stiekem het huis uitgegaan en was na een paar dagen lopen en links en rechts druiven plukken en klusjes opknappen in Marseille beland. Daar had ze zich als dienstmeisje en kinderoppas aangeboden, maar omdat iedereen naar getuigschriften vroeg, lukte het niet om een baantje te vinden. Uiteindelijk kon ze in een zeemanskroeg als barmeid terecht. Natuurlijk verhoogde een jonge meid de omzet daar, maar ze moest de klandizie wel sexy plezieren. Wij dragen door de week een lange rok, en een jakje dat van voren en van achter met veters wordt dicht gestrikt, en we dragen een nette halsdoek over ons decolleté. Bij haar werd die natuurlijk de eerste avond al afgerukt, en een aangeschoten matroos trok ook een van de veters los, zodat haar tieten uit het jak piepten. De waard greep zowaar in, want hij wilde zijn nieuwe aanwinst niet kwijt. Maar gek genoeg, zei Yvonne, ze kreeg er een vreemd warm gevoel bij in haar onderbuik. Ze knoopte de veter weer dicht, maar zó, dat haar tepels net niet uit het jakje flipten. De waard wist dat dat goed was voor de omzet, en prees zich gelukkig dat de nieuwe barmeid niet preuts was. Misschien kon hij nu of mettertijd ook commissie beuren als ze niet te beroerd was om met haar dijbenen wijd de klanten te plezieren.

Maar zover is het niet gekomen, zei Yvonne. Ze kreeg het iedere dag warm bij een laag decolleté en wilde een nieuwe uitdaging proberen. Na een paar avonden zei ze tegen de waard dat ze nog wat extra fooien wilde verdienen. Die stelde geen vragen maar vond dat natuurlijk goed: ze kon haar gang gaan.

“Dus ik klom op de grote gelagtafel en begon een pirouette te draaien. Dat wond mij op, ik voelde mijn kut nat worden. Toen de rok hoog genoeg kwam heb ik hem zo hoog mogelijk opgetild en schudde toen mijn blote kontje naar het publiek. Maar toen kreeg ik een harde klap op mijn blote billen, au! dat deed zeer. Ik richtte mij op en daar stond papa! Dus die sleurde mij mee naar huis, en toen de waard protesteerde, bedreigde papa hem met een rechtszaak. Dat was het einde van mijn ontsnappingspoging. Maar ik trouw niet met die officier, hoe dan ook. Ik word nog liever slavin in de harem van de sultan of de bei van Tunis.” “Maar hoe zou je dat dan aanleggen?” vroeg ik.

De waard had Yvonne gewaarschuwd dat alleenstaande jonge meiden, net als kinderen, het gevaar liepen door zeelui te worden gekidnapt en dan als slaaf te worden verkocht. Als haar patroon zou hij dat natuurlijk niet toelaten, maar hij wist ook dat er niet alleen in Noord-Afrika maar ook op Sicilië flink in slaafjes en slavinnen werd gehandeld. De Barbarijse zeerovers overvielen daarvoor niet alleen vissersdorpen, maar zij waren er ook niet vies van om met instemming van de voogden de overbevolkte armenweeshuizen te ontruimen. Gedeeltelijk natuurlijk, anders zou het teveel opvallen. Van de kerk mogen de kinderen niet aan ongelovigen worden overgelaten en slavernij is in Frankrijk natuurlijk ook verboden. De voogden beweren dat ze met de opbrengst de andere kinderen naar school konden sturen, maar in feite steken ze de opbrengst in hun eigen zak.

De rest van de reis heb ik zitten broeden hoe ik dit beter zou kunnen aanpakken dan Yvonne. Ze wilde een mes in het huwelijksbed verstoppen en de officier daarmee penetreren zodra hij dat bij haar met zijn lul zou proberen, en dan moest ze wel opnieuw op de vlucht. Dan zou ze ongetwijfeld op de slavenmarkt terechtkomen als ze niet eerder gearresteerd zou zijn. Het risico van cachot en schavot wilde ik niet nemen, dus ik moest slimmer zijn. Want ik had al besloten dat ik liever om mij als persoon en om mijn schoon lijf gewaardeerd en misschien wel liefgehad wilde worden dan om het fortuin van mijn vader te spekken. Desnoods zou ik me zelf verkopen.

Yvonne, de andere acht en ik amuseerden ons tijdens de reis en oefenden bij de nonnen in de kloosters de dansen die wij voor de koning zouden doen. In Versailles aangekomen werden we door hofdames opgevangen en naar eenvoudige gastenverblijven geleid. Tot onze verrassing waren er honderden jonge meisjes uit alle delen van het koninkrijk. De hofdames zeiden dat iedere groep ’s avonds bij de kaarsen in het hoftheater een kwartier kreeg om haar kunsten te laten zien, en dan mochten ze de volgende dag weer vertrekken. Dat ging zo iedere dag de hele avond door, en overmorgen kwam de volgende lading.

“En dat is dan alles?” vroegen wij ongelovig.

“Af en toe wordt er iemand uitgepikt die hofdame mag worden,” gniffelden de dames. Ik kreeg er een raar gevoel bij, maar Yvonne zei, dat ze al weer uit haar kut lekte.

We kregen een eenvoudig doch voedzaam maal en wat slap bier om niet voortijdig flauw te vallen. Toen hielpen wij elkaar in onze danscostuums, en werden we naar het paleistheater gebracht. Als derde groep wachtten we onze beurt af tussen de coulissen. Vooraan zat de koning, zodat hij onder onze rokken kon loeren. Deze Lodewijk had geen “maîtresse en titre,” dus hij kwam op een andere manier aan zijn neukvlees.

Koningin Marie-Antoinette ontbrak ook. Ze had haar vorstelijke plicht uitgevoerd, namelijk het baren van een kroonprins, en waarschijnlijk was ze blij dat ze die vetzak niet meer op haar buik hoefde te verdragen. Ze had trouwens een minnaar, een of andere Zweedse graaf. Ik vond zijne majesteit een walgelijke kerel. We zagen dat er uit elke groep een of meer jonge meisjes werden geplukt die elk naar een loge werden gebracht.

Toen we aan de beurt waren en een orkestje onze dans begon te spelen, probeerde ik zo netjes mogelijk de dans uit te voeren en daardoor niet op te vallen. Maar Yvonne sloofde zich uit, met als resultaat dat ze eruit werd gepikt. Ze mocht bij een of ander adellijk heerschap in een loge plaatsnemen en de rest van het schouwspel vanuit de zaal genieten.

Het heerschap had haar tieten betast en onder haar rokken zitten foezelen, en daarbij had hij gemerkt dat ze botergeil was. Maar omdat hij een partner bij zich had, had hij het gordijn opengelaten en haar niet genaaid, zo vertelde ze mij de volgende ochtend. Net toen we in de koetsen zouden stappen, kwam er een lakei aangelopen, die meedeelde dat Yvonne de Montélimar als junior-hofdame was ingelijfd. In ieder geval hoefde ze dus haar officier niet te vermoorden. Wij namen afscheid en kregen een brief mee voor haar vader, en bovendien een buidel geld. Ze was dus gewoon verkocht.

Terug naar de avond en het theater. Ik had gezien dat de koning drie meisjes uit een andere groep had gekozen, die naar zijn slaapkamer werden gebracht. Van flarden van gesprekken om mij heen begreep ik, dat hij er met eentje neukte, en dat de andere twee op handen en voeten onder een soort dunne matras moesten kruipen en de koning in het neukritme met hun rug moesten opdrukken en laten zakken. Het neukmeisje zat dus als ruitertje op zijn onderbuik, terwijl hij haar tieten kneedde, en de assistentjes fungeerden als de poten van een dravend paard. Als de koning een goede bui had, mochten de meisjes van plaats verwisselen, zodat hij een tweede en soms zelfs een derde beurt kon genieten.’s Konings sperma lekte met hun eigen geil langs de dijbenen van de opduwende meisjes.

Dat was dus de top van de apenrots, of was het een slangenkuil? Opgelucht stapte ik in de koets, met vier overgebleven meisjes en de andere vier en de oppasser in de andere koets. Na drie dagen rijden en elkaar flikflooien kwamen we bij het kasteel van Yvonne’s vader. De oppassende ex-schoolmeester zou de brief met geldbuidel aan hem overhandigen, en tevens werden de paarden en de escorterende gendarmes gewisseld, omdat het de grens van het graafschap was. Het was laat op de dag en al bijna donker. Daardoor werd de situatie wat onoverzichtelijk.

Ik zag kans er tussenuit te knijpen. Ik had een beetje zakgeld bij mij om fooien van uit te delen, en dat gebruikte ik om bij de herberg daar vlakbij de postkoets naar Marseille te nemen. De hutkoffer met danskleding had ik toch niet meer nodig. En omdat ik geen van de andere drie in de koets in vertrouwen had genomen zou niemand weten wat ik van plan was geweest. Papa kende de geschiedenis van Yvonne in Marseille natuurlijk niet en zou niet weten waar hij mij zou moeten zoeken. Natuurlijk zouden de andere drie mij missen. Maar op die plek vertrokken ook postkoetsen naar Bordeaux, Orléans en Lyon, zodat het onbekend zou blijven welke ik genomen had. Alle postkoetsen reden ’s nachts door, en ervaren koetsiers konden dat ook bij het licht van de volle maan. Later hoorde ik dat deze postmeester met spoed belangrijke brieven van de koning in de marinehaven moest afleveren.

De volgende dag kwamen we rond de middag in Marseille aan. Uit de beschrijving van Yvonne had ik onthouden dat haar herberg of havenkroeg De Spinnende Kater heette, en het kostte me geen moeite om die te vinden. Ik vroeg de waard of hij na Yvonne’s vertrek een nieuwe barmeid kon gebruiken. “Jawel, ben je net zo vrijpostig?” lachte hij.

“Wie weet, eerst maar even wennen,” zei ik. Meteen was daar een zeebonk die mijn halsdoek weg rukte. Hij wilde me op schoot trekken, maar dat voorkwam de waard.

“Een beetje respect voor de nieuweling, anders maak je haar kopschuw en is het meteen uit met de pret.” Ik schonk toen zijn bierkruik vol en bukte mij daarbij nodeloos diep naar voren. Meteen kreeg ik mijn eerste fooi, dus hij was nog niet beneveld. Ik voelde mij apetrots, want ik had nog nooit zelf geld verdiend. Van de waard mocht ik de helft van de fooien houden, en hij moedigde mij aan om de act van Yvonne te herhalen, want dat leverde beslist veel extra’s op. Maar ik herhaalde:

“Eerst maar even wennen.”

Ik werkte een paar weken bij de Spinnende Kater, en dankzij mijn aanwezigheid nam de klandizie toe. Ik danste iedere avond op de grote tafel en gunde de drinkebroers een ongebreidelde blik onder mijn lange, wijde rok. Langzaam trok ik de veter van het bovenlijfje los, zodat ik met mijn tepels kon prijken. Bij de pirouette gingen tegelijk met de rok de armen met bierkruiken omhoog om te toosten en zodra ik de rok optilde en mijn blote kont showde, klonken de munten in de fooienschaal. Ik schudde met mijn billen, en gooide toen mijn linkerbeen in de lucht om de heren te laten genieten van mijn gleufje. De rok lag toen over mijn hoofd en ik kon niet zien wie wat in de schaal gooide. Ik werd er niet geil van zoals Yvonne mij had toevertrouwd, maar ik voelde me wel heerlijk vrij in mijn blote onderlijf.

De avond erna liet ik een van de andere meisjes van tevoren de veter aan de achterkant van het bovenlijfje losmaken. Ik voerde de act uit zoals ik dat intussen gewoon was. Maar na de pirouette met mijn heerlijkheden liet ik de zoom van de rok weer zakken. Teleurgesteld joelden de gasten, en sommigen pakten hun fooi weer van de schaal. De waard vroeg zich af wat ik nu weer van plan was. Ik draaide koket met mijn blote tieten, trok toen de veters van voren los en het gordeltje van mijn heupen af. Toen pakte ik mijn wijde rok met twee handen bij mijn middel en schoof hem in één beweging over mijn hoofd. Met de rok in één hand stond ik daar naakt op de tafel, en met mijn andere hand duwde ik mijn tieten omhoog, waarbij het jak van mijn schouders gleed. Het gejoel veranderde onmiddellijk in gejuich en de munten vlogen weer in de schaal. Ik voelde me heel trots dat ik dat had gedurfd.

De avond daarop was het extra druk. Ik had besloten nog een stap verder te gaan. Voor een livre mocht iedere liefhebber na mijn vertoning een halve minuut lang mijn bil, tiet of kutje betasten. De waard zette er een zandloper naast, en als die leeg was, zou hij een bel luiden. De eerste keer dat ik zo beschikbaar was, had ik zowat een half huis kunnen kopen van de opbrengst, de andere helft was voor de waard. Maar ook toen het nieuwtje eraf was, kwamen er steeds weer nieuwe klanten die wel even dat jonge ding wilden kneden. Verder ging ik niet. Ik wilde geen vingers of lullen in mijn kut of kontgat.

Er werkten nog meer meiden in die kroeg, ongeveer even oud als ik, allemaal onder de twintig dus. Ik had al snel in de gaten dat die zich tegen betaling terugtrokken in de huurkamers van de herberg. Toen ze zagen hoe gemakkelijk ik mijn geld verdiende, volgden een paar ervan mij na met de uitkleeddans. In plaats van te kneden en vingeren mochten haar klanten hun vingers wel in kutje en kontje steken. Daarna verdwenen ze met hun opgefokte klant naar de serre, want openbare seks ging ze te ver. Ik had graag willen toekijken.

De waard had al eens bezorgd gevraagd of ik ook een vader had die mij zou willen weghalen, want hij had al lang gezien dat Yvonne en ik ongeveer dezelfde leeftijd hadden. Ik kon hem gerust stellen: niemand had gezien dat ik in de postkoets was gestapt, behalve de koetsier en een paar andere passagiers. Met die mensen had ik onderweg geen woord gewisseld, omdat zij het grootste deel van de reis hadden zitten slapen. In Marseille waren zij ook allemaal meteen vertrokken. Ik had dus geen sporen nagelaten. Maar helemaal gerust was ik er niet op: papa wilde vast het fortuin van buurman Philippe niet mislopen en zou alles op alles zetten om mij terug te vinden. Ik wilde wel zestig kroegtijgers aan en, op zeker moment, zeker ook in mijn lijf, maar voor geen prijs die oude viezerik.

Mijn tafeltheater werd na een paar weken de talk of the town. Ik realiseerde mij dat mijn roem zich wel eens tegen mij zou kunnen keren en mijn gefrustreerde vader naar mij toe zou kunnen leiden. Het werd dus tijd om mijn vertrek voor te bereiden, en de waard was het daarmee eens. Hij had ook mij gewaarschuwd voor kidnappers en slavenhandelaars. Dat bracht mij op het idee, mijn kidnapping in scene te zetten, ik had genoeg verdiend om het daarna een flinke tijd uit te kunnen zingen. Zo kon ik opnieuw spoorloos verdwijnen. De waard vond dat hij genoeg aan mij had verdiend en zou mij getuigschriften meegeven en zo kon ik een flink eind uit de buurt verhuizen om bijvoorbeeld in Venetië de talk of the town te worden. Het was toch wel een jofele kerel en ik vertrouwde hem dan ook volledig. Hij had een vriend die mij wel naar Venetië wilde brengen.

De volgende morgen ging ik als het nichtje van Alexandre, die vriend dus, aan boord van een schip dat ons langs de havens aan de westkust van Italië naar Venetië zou brengen. Zo kon ik tijdens het lossen en laden van het schip nog wat dingen zien waar ik in de aardrijkskundeles over had geleerd, zoals de scheve toren van Pisa. Ik vond het net een kolossale erectie. De Vesuvius vond ik precies een kolossale tiet, net als de Stromboli waar we langs voeren. Vanaf Reggio voer het schip naar Messina op Sicilië. Toen zei Alexandre, dat we daar van boord zouden gaan, omdat hij een oude vriendin wilde bezoeken. Al die tijd hadden we het gezellig, en zo had hij mij overreed om hem mijn koffertje met geld toe te vertrouwen. Maar ik begon me af te vragen waarom hij niet geprobeerd had mij te naaien of ten minste te bevingeren. Ik vind mezelf best sexy.

In Messina namen we de postkoets naar het binnenland, we reden alweer langs zo’n enorme tiet, de Etna deze keer. De vriendin heette madame Chaille-Cul, vertelde hij, en toen had ik natuurlijk nattigheid moeten voelen. Haar vader had een verlaten steengroeve voor haar gekocht en dwars voor de ingang daarvan een mooi poorthuis laten bouwen. Na twee dagen rijden kwamen we daar aan.

Het huis zag eruit als een kleine burcht. Aan de buitenkant had het op de benedenverdieping geen ramen, maar alleen een zware poort. Naast de poort zat een gewelf waar water uitstroomde naar een beekje. Alexandre zei, dat madame een oud Romeins aquaduct had laten opknappen om het binnenterrein van helder stromend water te voorzien. De postkoets hield stil om ons uit te laten stappen, en de koetsier blies op zijn hoorn om aan madame onze komst aan te kondigen. Wij stapten uit en de postkoets vervolgde zijn weg.

De poort ging open, wij gingen naar binnen en toen de poort weer dicht ging stond er een naakte jongeman achter ons.

“Kleed u zich in de linkse kamer maar uit,” zei hij, “hier is iedereen altijd naakt.” Ik deed wat mij gezegd werd en ook Alexandre kleedde zich uit. Hij kende de gebruiken van dit oord.

“Ik heet Leeuwenhart,” vervolgde hij, “want ik kom uit Corleone, een achterlijk gat hier in de buurt. Ik val op mannen en jongens, en daar konden ze niet tegen.”

“Dus dat is je bijnaam,” zei ik, “hoe heet je echt?”

“Dat mag ik me niet herinneren hier, want slaven verliezen hun burgernaam. Ik mag jouw naam ook niet weten.” Vreemd, ik was toch geen slavin?

Toen kwam madame Chaille-Cul binnen, die zich met haar Italiaanse naam voorstelde als Donna Chitelconti. Ze viel Alexandre om de hals, of liever, ze sprong meteen wijdbeens op zijn heupen, om zijn torentje bussenkruit in haar arsenaal te laten ontploffen. Leeuwenhart hielp Alexandre een beetje in positie. Ik keek toe, terwijl ik me afvroeg waarom hij zich als slaaf had aangeduid. En waarom mocht hij mijn naam niet weten? Daar zou ik gauw achter komen. Aan de binnenkant van het poorthuis was een enorme veranda op de verdieping, waar wij met zijn vieren aan een tafel plaats namen om wat te eten en te drinken. De veranda zag uit op een terrein zo groot als een malieveld, aan alle kanten omringd door steile rotsen, waarin een aantal grotten was uitgehouwen. Het leek wel een kolossaal amfitheater. Er stonden een paar bomen in en er liep een flinke beek dwars doorheen. Het leek erop dat de grote ruimte met heggen en hekken in drie afdelingen was verdeeld. Er speelden tientallen naakte kinderen in één ervan. Meer bij de rotsen zat een heel stel tieners te chillen, de jongens en de meisjes gescheiden door een hoog dubbel spijlenhek.

“Zo,” zei Donna Chitelconti, “jij bent onze nieuwste aanwinst. Je komt uit Marseille en dus heet je nu Marselja.”

“Hoezo,” vroeg ik, “ik ben op doorreis naar Venetië met Alexandre.”

“Niks hoor,” zei Alexandre, terwijl hij bulderend begon te lachen. “Je bent gewoon heel goede handel, madame betaalt goed, en nog eens driedubbel voor een maagd, en met je eigen geld erbij heb ik goed aan je verdiend.”

Ik snapte nu waarom hij zo overdreven netjes met mij was geweest, want je moet je koopwaar nu eenmaal niet zelf gebruiken, dan is het nieuwe eraf. Nou ja, slavin was altijd beter dan sloof van oude Philippe.

“Hoe gaat het met Veneta,die ik je laatst uit Venetië heb geleverd?” vroeg hij toen aan Donna Chitelconti, “die dacht dat ze in Frankrijk carrière kon maken.”

“Die heb ik verkocht,” zei ze, “die verzamelaar don Cesare wilde haar graag hebben voor zijn collectie. Het komt goed uit dat je een nieuwe brengt, want ik had nog een extra kleuteroppas nodig, en de pubers moeten ook hun lesje leren.” Ik zou dus niet meteen worden doorverkocht, begreep ik. Na wat eten en drinken moest ik bij Donna Chitelconti komen staan.

“Doe je mond open en steek je tong uit,” commandeerde ze, en inspecteerde mijn tong en gebit. Ze kneedde mijn armspieren en betastte mijn tieten en de rest van mijn romp, en greep met volle hand mijn billen. Toen moest ik op de tafel gaan staan met mijn gat achteruit. Met een middelvinger stelde ze vast dat mijn anus nog niet was opgerekt . Toen moest ik mijn benen spreiden. Ze kneedde mijn kuiten en dijen van onder af naar boven en trok toen mijn kutlippen uit elkaar.

“Inderdaad, maagd,” zei ze, “goedgekeurd.”

Leeuwenhart bracht mij naar een van de grotten, die als huisjes waren ingericht. “Plassen en poepen doe je in de beek bij het poorthuis, en water drinken en wassen aan de andere kant van het terrein, waar het schone water binnenkomt,” zei hij. “`s Winters stoken we voor de ingang van elke grot houtvuurtjes, maar dat is nu niet nodig.”

“Is Donna Chitelconti ook een slavin? Ze is toch ook naakt?” vroeg ik hem.

“Net zo min als die oplichter Alexandre, je voelt je vrij in je nakie. Terug naar de natuur, zei Rousseau, en daar is zij het mee eens.” Daar had ik bij Rousseau niets van gelezen, wel dat alle mensen gelijk waren en dat rangen en standen wanproducten van de maatschappij waren.

“Ben je echt nog maagd? Die oplichter van een Alexandre zou zijn grootmoeder nog als maagd verkopen als daar iemand in wilde trappen.” Leeuwenhart wist dat ik in een havenkroeg had gewerkt. Ik concludeerde dat er al een tijd geleden afspraken waren gemaakt. Ik vroeg me af of de waard daaraan had meegewerkt, want ook in Alexandre had ik mij volledig vergist.

De volgende dag kwam Leeuwenhart mij vertellen wat ik zoal te doen had. Het kwam erop neer dat ik de jongste groep kinderen moest bezighouden en ze langzamerhand dingen moest leren waarmee zij in hun toekomstige leven als slaaf of slavin voor hun eigenaar geld zouden verdienen. Leeuwenhart legde mij ook de drie afdelingen uit. Tot een jaar of tien bleven alle kinderen bij elkaar. Zodra de jongens een erectie konden krijgen en de meisjes menstrueerden of tieten kregen werden ze naar de gescheiden afdelingen voor de groteren gebracht.

Ik genoot van het gezicht op al die blote kinderen en begon gelijk spelletjes met ze te doen, zoals witte zwanen, groene zwanen en de zevensprong. Ook Leeuwenhart genoot van het moment dat zij bij “en dat is zeven” in een grote kring op hun knietjes met de billetjes in de lucht gingen. Hij kreeg er geen stijve bij, dus gelukkig voor hem en de kinderen was hij geen pedo. Ik vertelde de kinderen ook sprookjes en andere verhalen, uit mijn hoofd, want boeken waren er niet. Ik kon ze wel leren rekenen met mijn vinger in het zand, maar lezen en schrijven ging niet zonder materiaal. Als ze wat groter werden leerden we ze dansen en zingen en jongleren met ongevaarlijk speeltuig.

Leeuwenhart, Delia en Naxia, Griekse slavinnen dus die al langer bij het onderwijs betrokken waren, sliepen net als ik in een aparte grot. Bij het licht van het flakkerend houtvuur masturbeerden wij elkaar als onze verhalen op waren. Leeuwenhart viel niet op meiden, maar liet zich met liefde door ons aftrekken, terwijl wij onze kut opwreven, tot ons orgasme langs onze dijbenen droop.

Alexandre heb ik pas weken later teruggezien, van een afstand in de veranda. Hij had toen een paar geroofde kinderen bij zich, die de namen Elbo en Elba hadden gekregen en waar ik voor moest zorgen.

Ook de eigenares van dit kinderkamp was zeer tevreden over mij. Na een paar maanden werd ze over haar eigen carrière wat spraakzamer. Haar vader was een grootgrondbezitter in Estland, dat jaren geleden door de Russische czaar was veroverd. Hij was de eigenaar van een hele kihelkond, een district, met een enorm landhuis en boerderijen met horigen en lijfeigenen, dat is een ander woord voor slaven. De landbouw werd op de Russische manier bedreven, dus achterlijk en weinig productief. Veel horige en lijfeigen families hadden te veel kinderen, die niet allemaal bij minder kinderrijke verwanten konden worden ondergebracht, zoals in de rest van Europa gebruikelijk. Haar vader stuurde ze meestal naar een weeshuis in Reval, Narva of Tartu, want het land bracht niet genoeg op om al die monden te voeden.

“Maar ik had een bijzondere gave,” vervolgde Donna Chitelconti: “ik kan de toekomst voorspellen. Ik voorspelde bijvoorbeeld of de volgende oogst goed zou zijn en welke neef met wie zou trouwen. Ook meende ik zeker te weten dat de koning en de koningin van Frankrijk over een paar jaar onthoofd zouden worden, en omdat ik allerlei huiselijke dingen goed had voorspeld, geloofde mijn vader mij. Het was alleen heel gevaarlijke kennis, zei hij: ik zou om mijn gave ongetwijfeld als heks worden beschouwd. In de landen boven de Alpen word je dan door die primitievelingen op de brandstapel ter dood gebracht. Daarom stuurde mijn vader mij naar een beschaafder oord, Sicilië dus. Hier geldt iemand die de toekomst kan voorspellen niet als heks, maar als profetes of sibylle, en dat is een stuk veiliger. Hij kocht deze steengroeve en loste meteen het weeskinderenprobleem op. Af en toe krijg ik nieuwe kinderen om aan te sterken, en die blijven dan hier. Om de kosten te drukken heb ik de kleding afgeschaft en de kinderen weten al snel niet beter. Het is hier meestal lekker warm.”

“U heet dus Chitelconti vanwege het district Kihelkond,” zei ik, “maar als eigenares hoefde u toch geen slavinnennaam te kiezen?”

“Een nieuw leven vergt een nieuwe naam, en dat inspireerde mij om ook alle kinderen en het personeel slavennamen te geven. Ze heten naar de plaats waar ze gekidnapt zijn, soms is hun naam een volgnummer, en soms noem ik ze ook naar een dier, zoals Teefje of Konijntje of Lammetje. Alleen mijn voornaam heb ik gehouden. Slavernij is in heel Europa illegaal, en op het beschaafde Sicilië even onwettig als gewoon, al vind je in Noord-Europa ook achtergebleven landbouwgebieden met slaven. Mijn vader eist ook de toepassing van het recht van de bruidsnacht op. Als zijn pachters, horigen en lijfeigenen trouwen, mag hij de eerste nacht de bruid benutten. Hij is ouderwets genoeg om dat voorrecht in stand te houden. Naderhand pakt hij naar believen menige pachtersvrouw, en een deel van die zogenaamde weeskinderen zijn in feite halfbroertjes en -zusjes van mij.

De Barbarijse zeerovers overvallen nog steeds kustgebieden en vrouwen en kinderen worden op de slavenmarkten in Noord-Afrika verhandeld. Er is ook een clandestiene markt in Palermo. Over 50 jaar is de slavenindustrie afgeschaft, dat weet ik. Misschien ga ik tegen die tijd naar huis, want ook de heksenverbranding is dan uitgewoed, en de Russische revolutie is nog ver weg: 1917 haal ik niet. Had je niet gezien dat de kinderen allemaal uit verschillende landen afkomstig zijn? Ik koop ze in Palermo van de piraten, maar ook wel van particulieren zoals Alexandre. Kinderen en vooral kleuters zijn hier echt beter af dan in Engelse katoenspinnerijen. Maar over honderd jaar vinden ze dat een drogredenering.”

Ik wist wel dat een dagloner al in de oudheid slechter af was dan slaven: een eigenaar liet zijn bezit niet verhongeren. Toch probeerden slaven toen ook al te ontsnappen als ze de kans kregen. Dat zei ik dus, ja, “waarvoor was dit kamp anders zo afgesloten?”

Magdalena Chitelconti stond op en droeg mij op om dat ook te doen. Ze deed haar benen wijd en ook dat moest ik doen, want een slavin mag niets weigeren. Ik moest haar bij de billen grijpen en zij pakte mij ook zo, wij kietelden elkaar met ons kuthaar, terwijl wij elkaars venusheuvels en tepels wreven en masturbeerden tot we een kreunend orgasme kregen. Leeuwenhart keek geamuseerd toe en nam zijn eikel tussen twee vingers. Toen hij zich klaar gespoten had, haalde hij ergens een scheermes vandaan, loste wat zeep op in een kom en schoor met snelle halen Magdalena, mij en zichzelf schoon. Dat was ook één van zijn taken als de tienerslaven kruishaar kregen.

Dat was het moment om uitleg over de exploitatie van het kinderkamp te vragen.

“Blijven de kinderen hier als ze volwassen zijn?” vroeg ik dus. Eigenlijk was dat een overbodige vraag, want ik had Magdalena al met Alexandre over de verkoop van Veneta horen praten en daaruit mijn conclusies getrokken.

Magdalena antwoordde: “In principe gaan ze in de verkoop als ze zestien zijn, Marselja. Bij voorkeur verkoop ik ze aan kenners en liefhebbers, zoals Don Cesare. Die woont in een groot kasteel op een heuveltop met hoge muren. Hij verzamelt vrouwen, hij wil er van elk ras eentje hebben om aan zijn vrienden te laten zien. Het kost hem behoorlijk wat moeite om meiden uit Amerika en Oost-Azië in zijn collectie te krijgen, maar gelukkig komen de VOC en de WIC af en toe stiekem langs met contrabande. Eigenlijk handelen ze alleen binnen Azië en Afrika in vrouwen, want in Europa mag dat niet. Maar het is hem gelukt om zijn verzameling te completeren. Hij verkoopt ze weer door als ze dertig zijn. Afrikaanse meisjes zijn geen probleem, die koopt hij zo van de piraten, en soms ook bij mij. Als ze te jong zijn mag ik eerst een paar jaar voor ze zorgen, dat wil zeggen, dat is één van jouw taken. Van de Europesen selecteert hij een blanke blonde, een blanke en een lichtgetinte brunette en een sproetige roodharige. Hij let er op dat ze verschillende kleuren ogen hebben. Don Cesare bezit een stal van ongeveer 30 slavinnen, hij komt regelmatig een nieuwe uitzoeken voor zijn verzameling. De meesten van zijn vrienden hebben liever een stal van 30 paarden. Voorspelling: in de toekomst zullen rijke lieden zelfrijdende koetsen verzamelen, sportwagens heten die, en bijvoorbeeld postzegels. Gelukkig heeft hij liever jonge meiden, die rijp genoeg zijn om hun gleuven te gebruiken. Hij ontvangt zijn vrienden graag en toont dan vol trots zijn verzameling. Hij leent ze ook een slavin uit als ze daar zin in hebben. Hij wil alleen altijd toekijken als ze neuken in zijn kasteel, want ze mogen de poort niet uit.

Ik houd zelf ook wel open dagen voor de buren en de streekbewoners, want net als dolhuizen, spinhuizen en rasphuizen in Noord-Europa trek ik veel bezoekers, die willen betalen. De kijkers, bijna allemaal mannen en jongens, worden misschien later wel kopers. Alleen als ze bij de kinderen een erectie krijgen, grijpt Leeuwenhart ze bij hun lul en ballen en gooit ze met een wijde boog naakt de poort uit, want pedo’s moeten we hier niet, zeker niet als kopers.”

Donna Magdalena Chitelconti was een hoogstaande vrouw met principes, lieve lezer, dat hebt u vast wel gemerkt. Leeuwenhart en de andere verzorgsters vertelden me in de weken daarna hoe de kinderen van grofweg rond de zestien klaargemaakt werden voor de verkoop. De verzorgsters, ikzelf dus ook, regelden masturbatiesessies onder de meisjes en de jongens. De jongen die voor het eerst voorvocht of sperma spoot kreeg een dikke streep menie op zijn buik, van zijn navel tot zijn lul. De meisjes kregen hun streep bij hun eerste orgasme, al was dat wat moeilijker vast te stellen. En als ze kruishaar genoeg hadden werd dat meteen afgeschoren.

Als de jongens zestien waren moesten de verzorgsters zich stuk voor stuk door de jongens laten naaien. Dat was iedere maand een feestdag, waar de jongens erg naar uitkeken. Leeuwenhart schoor het kruishaar van de jongens weg en maakte hun eikels schoon, want Donna Chitelconti had voorspeld dat dat enge ziektes voorkwam. Delia, Naxia en ik gingen dan plat op onze rug en lieten de jongens één voor één insteken. Stiekeme verliefdheid op een jonge meid aan de andere kant van het hek was natuurlijk uit den boze, neukles kregen ze alleen van ons als verzorgsters. De meisjes mochten wel toekijken door het dubbele spijlenhek, want dat was leerzaam. De hekken stonden twee voet uit elkaar zodat de jongens en de meiden elkaar niet konden aanraken, maar masturberen was toegestaan.

Voor die tijd had ik mij door Leeuwenhart liefdevol laten ontmaagden, want het was niet pedagogisch om dat aan een onervaren jongen over te laten. Leeuwenhart had een ochtenderectie benut, want spontaan lukte het hem niet. Leeuwenhart moest ook de jongens in hun kontgat uitproberen, en daar had hij geen ochtenderectie voor nodig. Hij smeerde elk ongeoefende jongensgat eerst met olijfolie in, dan ging het wat soepeler. Sommigen bleken net zo homo als hij zelf, en dat was nuttige kennis voor de verkoop. Na hun neukfeest mochten de jongens zich op elkaar uitleven. De meiden mochten alleen jaloers toekijken. Dat ging zo tot de dag dat ze werden doorverkocht. Vooral de homojongens waren erg in trek. Magdalena probeerde bovendien zelf uit of een jongen op oudere vrouwen viel, want ook dat was een verkoopargument. Menige man kocht een slavin, en tegelijk voor zijn echtgenote een jongensslaaf, dat bracht balans in hun huwelijk. Volgens Rousseau had ook de vrouw haar rechten, en er brak immers een nieuwe tijd aan.

Op de kijkdagen moesten de meisjes natuurlijk wel hun gebit laten keuren, hun billen uit elkaar trekken en hun kutspleet openen, maar ze kregen geen praktijkles, want maagden brengen meer op. Vaders lieten op een kijkdag hun opgroeiende zoons een slavin uitzoeken, om het vak te leren voor als ze een rijke erfdochter trouwden. Als die niet goed neukte, had hij nog altijd een liefje bij de hand. Het leek het meeste op een paard kopen op de veemarkt of een puppie uit een nestje uitzoeken. Opgetogen namen de jongens dan hun aanwinst mee.

Na een jaar of drie kwam Magdalena mij vertellen dat ze mij aan Don Cesare had verkocht.

“Maar ik ben toch geen maagd meer?” zei ik verbaasd.

“Marselja, Don Cesare wil een bedrijfsleidster, die zijn orders kan doorgeven aan de meiden van zijn verzameling, en die erop let dat zijn vrienden de meisjes netjes behandelen, als hij even niet kan toekijken.”

Ik vond het spijtig dat ik Leeuwenhart en al die schattige kinderen achter moest laten. Vooral de sekslessen aan die potente zestienjarige jongens had ik nog lang vol willen houden. Maar ja, een slavin heeft niets te willen. Leeuwenhart moest mij klaarmaken voor het vertrek, dat wil zeggen, hij schoor voor de laatste keer mijn kuthaar. Ik leunde wijdbeens achterover. Als afscheid stopte hij toen zijn half stijve lul in mijn aarsje. Ik trok mijn knieën zo hoog mogelijk op en probeerde me te ontspannen zodat hij er zo diep mogelijk in kon. Want ongetwijfeld zou ik ook regelmatig anaal worden bestookt.”

Donna Chitelconti zei iets vreemds tegen mij de avond voor mijn overdracht aan Don Cesare.

“Je moet je belevenissen opschrijven. Over 220 jaar vindt iemand een schriftje en dan zal hij jouw verhaal bijzonder genoeg vinden om op een glazen scherm uit te geven. Talloze mensen, vooral mannen, zullen er plezier aan beleven.”

Profetieën zijn raadsels, per definitie, maar, dacht ik, hoe moet dat zonder ganzenveer en papier? En wat betekende dat glazen scherm?

Het bleek dat Don Cesare verliefd was geworden op mij. Dat had Donna Magdalena niet mogen weten, want dan had hij natuurlijk veel meer moeten betalen. Don Cesare droeg mij op de dag van de overdracht net zo naakt als altijd de postkoets in, hij trok zijn broek en kousen uit en zette mij op zijn schoot. Hij gaf de koetsier opdracht te vertrekken en begon meteen mijn rondingen te betasten en te kneden. Ik wist wat er van mij werd verwacht en werkte enthousiast mee. Hij was trouwens een stevige aantrekkelijke vent, wel twintig jaar ouder dan ik, maar potent en duidelijk geen oude viezerik. Hij had natuurlijk vrij gebruik van alle meisjes in zijn collectie, en was dus een geoefend neuker. Terwijl de koets over de keienweg hobbelde, vouwde ik mijn knieën dubbel en spreidde ik mijn dijen en zo schoof ik zijn neukworst in mijn gleuf, zodat ik tegelijk met hem klaar kwam.

Na een paar uur kwamen we bij zijn kasteel aan. We reden de poort door, we stapten uit en toen zag ik dat de koetsier een voetboei droeg waarmee hij aan de koets vast zat. Een naakte staljongen kreeg de sleutel van Don Cesare, maakte de koetsier los en hielp hem met uitkleden. Terwijl ik nog kleddernat was van Don Cesare’s spuitkop mocht hij mij als beloning ter plekke naaien, ik moest met mijn billen naar hem toe gaan staan. “Zo zie ik ook de kont van het paard,” zei hij, “de schommelende paardenbillen zijn urenlang mijn voorpret.”

“Ik heb alleen geen staart,” snibde ik, en ik kreeg een pets op mijn blanke merriebil.

De staljongen ging tegen mijn hoofd staan en pakte mijn handen beet. Terwijl de koetsier mijn kont bereed, kreeg de jongen een erectie, en voor het eerst van mijn leven hapte ik zo, voorover gebogen, naar zijn eikel. Hij boog zich een beetje achterover zodat ik er gemakkelijk bij kon en zo sabbelde ik hem leeg.

Don Cesare had zich ondertussen uitgekleed. Hij was door de lange rit alweer op krachten gekomen, en ons trio bezorgde hem een verse erectie. Toen de koetsier klaargekomen was en de staljongen zijn spuiter over mijn tieten had geleegd, moesten de jongen en ik van plaats verwisselen en de jongen bood blijkbaar uit gewoonte zijn kontgat aan Don Cesare aan. Die stopte zijn spuitstaaf geroutineerd in de gleuf tussen zijn tienerbillen.

“U verzamelde toch alleen vrouwen?” vroeg ik.

“Ja, maar mijn overige personeel is buiten hun gewone taak ook beschikbaar,” mompelde hij, terwijl hij de jongen volpompte. Die likte ondertussen mijn vers geschoren kut schoon.

Het bleek al snel dat Don Cesare’s kasteel een zoete inval was voor al zijn vrienden en hun tienerzonen. Ook uit veiligheidsoverwegingen gold er een kledingverbod voorbij de portiersloge. Even goed was er altijd een slaaf belast met het onderzoek van lichaamsholten, voordat ze het kasteelterrein op mochten.

De neukzaal was een ovale ruimte met rondom balkons. Wie niet neukte kon zich daar ontspannen met een hapje en een drankje. De meeste vrienden hadden wel een of meer favoriete slavinnen waarmee zij zich een tijdje mochten vermaken. Ik ontfermde mij graag over de tienerzonen, daar had ik veel ervaring mee, en die jongens waren nog potent genoeg om daarna van een andere bewoner van de meidenstal te genieten. Don Cesare keek graag toe, en als hij voldoende was opgehitst pakte hij mij of een andere slavin, en soms ook de jongensgatjes van zijn gasten. Daarvoor vroeg hij altijd toestemming van zo’n vrije jongen of zijn vader. Die durfden niet te weigeren, want ze dachten dat ze dan niet meer terug mochten komen om gratis met de meiden te neuken. Ja, Don Cesare had het goed voor elkaar, hij genoot er vooral zelf met volle teugen van.

Er waren gasten die systematisch alle meiden afwerkten. Die kwamen dagelijks, en hielden nauwkeurig bij wie ze al gehad hadden. Ook de slavenjongens mochten genaaid worden. In feite was het natuurlijk een groot gratis bordeel.

Als een slavin 30 jaar werd, werd ze op de clandestiene slavenmarkt van Palermo verkocht. Dertig slavinnen, die vanaf hun zestiende in Don Cesare’s collectie verbleven, dat betekent dus gemiddeld twee afscheidsfeesten per jaar.

De avond voor het vertrek nodigde Don Cesare alle vaste gasten uit, dat wil zeggen: als ze niet op kwamen dagen, mochten ze niet meer terugkomen en was Don Cesare’s vriendschap beëindigd.

De heren en hun zonen kregen op zo’n avond alleen toegang tot deze ene slavin. Alle andere slaven en slavinnen mochten vanaf de balkons toekijken, hoe de slavin tientallen keren werd gepenetreerd, als eerste door Don Cesare. Als de slaven, dat waren er een stuk of tien, zich netjes gedroegen, mochten ze na het feest eenmalig een slavin uitzoeken voor de rest van de nacht. Ook de slaven werden rond hun dertigste verkocht, behalve als ze iets bijzonders konden doen, zoals de koetsier of de kok, en ook zij kregen zo’n soort afscheidsfeest. De gasten waren dan niet verplicht te neuken, al deden vooral hun zonen hun best om ook hun eigen geslacht uit te proberen.

Na afloop van het feest was de slavin uitgeput en sliep ze een gat in de dag voordat ze in de koets kon stappen. Alle naakte meiden zwaaien haar uit, als ze met Don Cesare de poort uitreden. De verkoop handelde hij altijd zelf af, en hij vertelde mij daar nooit iets over, al was hij nog steeds verliefd op mij. Hij naaide mij dagelijks. Als hij zijn lul weer omhoog kreeg, zocht hij een andere slavin uit, liefst een anders gekleurde, voor de afwisseling. Ik ben een heel licht getinte brunette, met bruine ogen, en na mij pakte hij graag een roodharige bleke sproetige met groene ogen, die Connemara heette, of een heel donkere zwarte, Pantertje.

Maar verliefd of niet, toen ik 30 werd had hij een nieuwe favoriet uitgezocht bij Donna Chitelconti. Ik vroeg hem of hij mij niet aan haar terug kon verkopen, ik was uiteindelijk goed met kinderen en tieners. Maar dat wilde hij niet, want de slavenmarkt dat was een sensatie die hij met geen enkele meid wilde missen.

Het was intussen 1794. De tijd was voorbij gegaan zonder dat ik er erg in had, en ik had ook geen idee van wat er in de wereld buiten Magdalena’s kinderkamp en Don Cesare’s kasteel was gebeurd. Later begreep ik dat er inderdaad veel veranderd was, maar aan Sicilië was dat voorbijgegaan. De koetsier mocht mij voordat hij zijn uniform en zijn voetboei aantrok nog een keer in mijn kont neuken, en toen werd ik, al 14 jaar naakt, in de koets gezet. De staljongen had mijn kut voor de laatste keer schoongeschoren, ik werd er een beetje weemoedig van. De achterblijvende slavinnen zwaaiden mij uit, zoals altijd. Don Cesare was naakt, maar had een stel kleren bij zich. In de koets konden wij zo nog een paar keer neuken, want de reis duurde weer een paar dagen. In de herbergen onderweg werden Don Cesare en ik enthousiast onthaald, want de vaste gasten wisten blijkbaar dat er gratis neukvlees langskwam. Ik moest mij er maar op voorbereiden dat ik de rest van mijn leven hoer zou zijn, had Don Cesare gezegd, en daar kreeg ik dus een voorproefje van. Het kon mij weinig schelen, want Don Cesare’s kasteel was ook al hoerenkamp geweest.

Op de slavenmarkt stapte ik vanuit de koets regelrecht op het verkoopplateau, waar al een stel lotgenoten stonden. De markt werd gehouden op de binnenplaats van een groot stadspaleis. Er stond een menigte omheen, want de slavenmarkt is een publieke vermakelijkheid. Ik vond het een opwindende ervaring, ik was publiek gewend, maar geen mensenmassa. Voor de vorm kreeg ik net als het andere mensenvlees een voetboei aan. Ik zag dat de andere koopwaar een stuk jonger was dan ik. Degenen die zich als kopers hadden aangemeld hadden een borgsom moeten betalen, want anders mochten ze de koopwaar niet keuren. Dus de aspirant-kopers kwamen naar voren,

en begonnen zowel de jongens en de mannen als de meiden en vrouwen aan hun hele lijf van boven naar onderen te kneden om te voelen of hun aankopen gezond waren. Ook moesten we net als op de paardenmarkt een rondje lopen aan de ketting, onze monden open doen ter inspectie, en daarna de andere lichaamsopeningen. Jonge meiden die als maagd verkocht zouden worden, moesten hun gleuf uit elkaar trekken om te tonen dat ze maagd waren. En natuurlijk kneedde de aspirant-koper bovendien hun kutlippen. Bij degenen die niet als maagd verkocht werden, stak de koper zijn middelvinger eerst in een pot olijfolie en daarna in de kutgleuf en het kontgaatje. De kopers masturbeerden ze om hun kwaliteiten als seksslavin te keuren. De jongens en mannen moesten zich aftrekken om te tonen hoe potent ze waren. Ook zij kregen een olievinger in hun kontgat. Het publiek joelde bij ieder orgasme. De maagden moesten natuurlijk wel hun billen en poepgaatje aan de enthousiaste massa showen.

Uit die massa klonk een stem die mij bekend voorkwam, maar wat die riep begreep ik niet. Totdat ik de stem herkende: het was Yvonne. “Valérie!” had ze geroepen, bij herhaling omdat ik niet reageerde. Maar ik was als slavin mijn naam vergeten. Toen herkende ik haar, en de waard uit Marseille was bij haar.

Hoe waren die hier terechtgekomen?

Een deel van de jonge meiden en jongens was door Magdalena Chitelchonti ingebracht, zo riep de veilingmeester om. Ik herkende er een paar die ik nog als kleuter kinderliedjes had geleerd, zoals Elbo en Elba. Zij brachten als tweeling meer op dan elk afzonderlijk, zodat zij als één kavel geveild werden. De anderen werden de een na de ander aangeboden, en Don Cesare kocht er een paar die hij in zijn verzameling kon gebruiken. Maar de meesten gingen naar baardige lieden uit Tunis en Algiers, en ook de jongens en de mannen hadden hun interesse. Ze zouden wel in Oran of Algiers worden doorverkocht aan de schout van een of andere rijke Arabier.

Toen ik aan de beurt was liet ik hoerig zien wat ik allemaal kon, ik wierp mijn benen in de lucht, ik had er echt lol in, en het publiek maakte een enorm lawaai. De veilingmeester riep mijn naam af en de bodemprijs, en de mensen begonnen te scanderen “Marselja, Marselja!” Maar de Noord-Afrikanen hadden voor mij geen belangstelling: te oud. Toen begon de waard uit Marseille mee te bieden, hoewel hij geen borgsom had betaald. Maar hij had mij niet had hoeven keuren, en zo werd ik voor een zacht prijsje voor hem afgemijnd, als goedkope hoer dus. Dat was niet zo goed voor mijn zelfbeeld, ik vond mezelf nog steeds beeldschoon en sexy, al was ik, ja hoe oud was ik intussen? Bijna 30?

Don Cesare vertrok in de koets en had alleen aandacht voor zijn nieuwe aanwinsten. Mijn voetboei werd losgemaakt en betast door de omstanders kwam ik bij de poort van het paleis. Daar kocht de waard een tuniekje en een paar slippers voor me, want anders kon ik niet over straat, en ik ging met hem mee naar de herberg, waar hij en Yvonne logeerden. Raar gevoel om weer kleren te dragen.

Onderweg en in de herberg vroeg ik Yvonne waarom zij geen hofdame meer was. “Weet je niet dat het koninklijke hof niet meer bestaat? De koning is vorig jaar onthoofd, maar het hof is al opgeheven toen hij samen met de koningin was gearresteerd. Toen zijn alle hofdames en bijna alle personeel naar huis gestuurd. Mijn officier was intussen met een ander slachtoffer getrouwd, en daarom heb ik mijn leventje verplaatst naar Marseille. De waard is al weer een paar jaar blij met mij. Maar hoe ben jij hier gekomen?”

Ik vertelde van het bedrog van Alexandre. Ondertussen probeerde ik de reactie van de waard te peilen om te zien of hij wel of niet met hem onder een hoedje had gespeeld. Yvonne reageerde:

“Dat wisten we al. Hij kwam met een meisje uit Venetië langs, ik heb hem dronken gevoerd en toen begon hij te blaten dat Veneta te koop was.”

“Dat hoorde ik hem lallen,” vervolgde de waard, “en toen vroeg ik hem of Valérie in Venetië was. Die? blufte hij, die heb ik verkocht aan mijn lieve vriendin op Sicilië. Toen hebben wij zijn geldbuidel geroofd en hem dronken en wel de deur uit gesmeten. De volgende morgen kwam hij verhaal halen, maar samen met een paar potige klanten heb ik gedreigd zijn kloten af te snijden als hij zich ooit weer zou laten zien. Een paar klanten wisten van de slavenmarkt in Palermo, en zo zijn we hier terecht gekomen.”

“Veneta?” vroeg ik, “dat was toch al voordat ik bij Donna Chitelconti kwam? Die had hij van haar gekocht, 14 of 15 jaar geleden.”

“Hij had connecties met een weeshuis in Venetië, en gemakshalve gaf hij alle meisjes zijn stal dezelfde naam.”

Ik begreep dat de waard van de Spinnende Kater een eerlijke man was, en dat bleek nog eens extra, toen hij mij terug in Marseille de geldbuidel van Alexandre overhandigde. Natuurlijk ging ik weer in zijn kroeg optreden, samen met Yvonne. De klanten die durfden, mochten gratis op de theatertafel met mij neuken, aangemoedigd door de klandizie. Als ze apart wilden, dan kon dat, als ze maar betaalden. Zo ben ik nu dus een trotse hoer, en beslist geen goedkope. Ik bleef wel mijn slavinnennaam gebruiken, Marselja, om te voorkomen dat mijn aanwezigheid tot mijn vader zou doordringen. Op de een of andere manier of om de een of andere reden is hij toch in Marseille terechtgekomen en na gedane zaken de kroeg ingegaan, de Spinnende Kater. Ik herkende hem wel maar hij mij niet. Na mijn naakte optreden was hij zo opgefokt dat hij met zijn dikke lul in mijn kont wilde kietelen. Daarvoor heb ik hem flink laten betalen.

Lezer op uw glazen scherm, ik heb mijn belevenissen van de laatste twintig jaar opgeschreven en in een perkamenten bandje gedaan, zodat er minder kans is dat mijn losse velletjes zoekraken. Magdalena Chitelconti heeft mijn carrière bepaald, en daarom schrijf ik haar naam erop.

***

Bookolos, ik dus, heb in een brocanterie in Zuid-Frankrijk een onooglijk schriftje met een perkamenten bandje gevonden. Uit nieuwsgierigheid heb ik het gekocht. Hoewel de inkt wat verbleekt was, heb ik een lange kampeervakanie genoten van de avonturen van Valérie de Montmorency, en op haar dringend verzoek toch de naam van Magdalena Kietelkont aan de vertaling gegeven.
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...