Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Jaakske
Datum: 02-03-2022 | Cijfer: 9 | Gelezen: 1354
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 6 minuten | Lezers Online: 1
Bijna niet geslapen.

De zaal zit overvol. Aasgieren.

De man helemaal links staat op. Begint te spreken. Nu eens zacht. Dan weer luider. Af en toe wijst hij mij aan. Ik hoor woorden als met voorbedachten rade, gepland, goed uitgekozen…Ik luister soms maar half. Hij spreekt anderhalf uur. Soms dondert zijn stem. Hij gesticuleert. Zijn arm wijst mij aan.

- Daar… Daar zit een moordenaar. Noch min noch meer. Een jonge gast die zijn handelen niet in toom kan houden, niet in toom wil houden. Een die doelbewust zijn daden voorbereidt. Hij sloeg met dat mes. Hij, en niemand anders. Van toeval kan geen sprake zijn. Hij mikte doelbewust. Doelbewust om te treffen. Doelbewust om te doden. Doelbewust om zich te wreken op een lichte spotternij van het slachtoffer. En dit slachtoffer had geen de minste verweer.

Wat een gezaag !

Dan komt die ander advocaat aan het woord. Eerst spreekt hij over het slachtoffer. Een allerbeste opvoeder, zowel bij de jeugdbeweging als in het instituut. Zijn er kleine accidentjes geweest ? Die kunnen enkel voortgesproten zijn uit zijn bezorgdheid om alles goed te doen. Och ja er gebeurt altijd wel ergens iets. Een ongewilde aanraking. Goedbedoeld, doch totaal verkeerd geïnterpreteerd. En dan gaat hij plots fel te keer. Tegen mij. Ook hij schildert mij af als een vulgaire moordenaar. Een moordenaar die met opzet en voorbedachte rade te werk is gegaan. Mijn jeugd kan geen excuus zijn om mijn daad te verschonen. Ik hoor hem met veel armgezwaai bezig.

- De dader, hij heeft doelbewust de aanslag voorbereid. Die namiddag moest er geen karton gesneden worden. Er lag nog een voorraad voor minstens drie dagen. Doch jij, de dader van de moordaanslag, heeft er bij de atelierleider op aangedrongen om toch maar karton te mogen snijden die namiddag, om toch maar aan het mes te geraken, dat anders in de kast opgeborgen is. Hij heeft afgewacht tot het slachtoffer naderde. Hij hield het mes verborgen achter zijn rug. En dan heeft hij uitgehaald. Nee, niet met de botte kant van het mes naar voren. Nee. Met de scherpe zaagkant naar voren. Geen een als hij kon het mes zo goed manipuleren. Doelbewust. Met opzet. Voorbereid.

Ik kan mij oren bijna niet geloven. Zo een loop nemen met de werkelijkheid. Ik heb geleerd mij in te tomen, niet recht te springen en te schreeuwen dat hij liegt. Nee. Ik ben alleen maar verstomd van zoveel leugen.

Dan staat mijn advocaat op. Hij spreekt zacht. Af en toe keert hij zich naar mij. Hij vertelt. Zijn stem klinkt soms wat luider. Meeslepend. Hij vertelt over mijn jeugd. Hij vertelt over mijn broertje waar ik zo over bezorgd ben. Hij vertelt over mijn verblijf bij de nonnetjes. Hij vertelt over mijn inzet voor anderen. Hij vertelt over mijn inzet in het atelier, hoe alle werkleiders het e rover eens zijn, dat ik een goede werkman was, voorbeeldig.

Het is half een. De zitting wordt geschorst tot twee uur. Met moeite krijg ik een hap door mijn keel. Straks….

Twee uur. Die van links haalt nog eens uit tegen mij. Die andere advocaat hemelt het slachtoffer op. Mijn advocaat verwijst naar de vele getuigenissen, naar de psychiater.

De voorzitter neemt het woord.

- Beschuldigde, wilt u op staan ?

Ik sta op.

- Beschuldigde, hebt u nog iets te zeggen ?

Ik kijk even om me heen. De aasgieren kijken mij aan.

- Ik heb het niet gewild, meneer de voorzitter. Het spijt me. Maar.. mijn broertje….

Mijn stem stokt.

Ik zit neer.

Ik hoor de voorzitter tot de juryleden. Er worden twee vragen aan hen gesteld.

Eerste vraag : “Is de genaamde Mario Baert schuldig aan doodslag op de persoon van Antoon Clarysse ?”

Tweede vraag : “Indien op vraag één positief geantwoord wordt, is de doodslag gebeurd met voorbedachten rade ?”.

Het is half vier. De juryleden verlaten de zaal.Ik word naar het wachtkamertje geleid.

Wachten. Om de muren op de rijden ! Alles hangt af van een “ja” of een “neen”.

Hoe lang kan het duren vooraleer er een antwoord komt ? Ik krijg een glas water. De jury beraadslaagt over de twee gestelde vragen.

Om half vijf rinkelt de bel. Een man-in-uniform zegt

- Dat is snel !

Ik word de zaal binnen geleid. Mijn hart klopt als nooit voorheen. De voorzitter staat op.

- Is de jury tot een antwoord gekomen op de gestelde vragen ?

Een van de juryleden staat op, legt zijn een hand op de borst.

- In eer en geweten, ja, meneer de voorzitter.

- Mag ik het antwoord van de jury kennen ?

Het jurylid overhandigt een papiertje aan de zaalwachter. Deze geeft het aan de voorzitter.

- Beschuldigde, wilt u op staan ?

Ik sta op.

De voorzitter plooit het briefje open. Hij leest.

- Op vraag één : neen.

Ik besef niet meteen wat er gezegd wordt.

De voorzitter kijkt me aan.

- Meneer Baert, u bent een vrij man.

Ik duizel. Ik hoor lawaai. Ik zak neer.

Ik zie hoe zich een persoon uit het publiek los wringt. Ik zie hoe die persoon op de bank af stormt, hoe die persoon op me af snelt. Hoe….

Franky omarmt me.

- Kom, Mario, grote broer van mij , we gaan naar huis.
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...