62.740 Gratis Sexverhalen
Klik hier voor meer...
Datum: 29-11-2022 | Cijfer: 8.9 | Gelezen: 11265x
Lengte: Zeer Lang | Lezers Online: 0
Dit is het vervolg op: Mini - 240
De bemanning van de helikopter gaf ons het teken om in te stappen. De ene kant van het ‘laadruim’ van de heli werd ingenomen door een grote, gele brandstoftank. Aan de andere zijde stonden simpele stoeltjes; net als in de C-130 haaks op de vliegrichting. Diverse leidingen, draden en kabels liepen over het plafond; er was niets weggewerkt. Lekker makkelijk bij reparatie, dat dan weer wel. De Bosnische loadmaster begon in nogal aanvechtbaar Engels iets te roepen over veiligheid. Het kwam erop neer dat we de gordels vast moesten doen en niet mochten roken. Nou ja, de meest verstokte roker zou het wel uit z’n hoofd laten om die brandstofgeur een sjekje op te steken…

De startproedure begon. Eerst gesis, na een minuut het gegier van een turbo, even later de tweede. De rotors begonnen te draaien en de kist startte met trillen. Na twee minuten: gedreun. De rotorbladen begonnen te ‘liften’ en lucht naar beneden te verplaatsen. De kist wiegde even naar voren, naar achteren, links en rechts; de vlieger controleerde zijn besturing. En niet veel later begon de kist te rijden: na een bocht van 180 graden steeg hij op. Met de neus laag begon het ding snelheid te maken. Het lawaai was overweldigend en ik was blij met m’n oordoppen.
De loadmaster kwam naar achteren en opende de bovenste helft van de rompdeur. Nog meer herrie. Hij clipte zijn veiligheidslijn vast en leunde ontspannen naar buiten. Het woei binnen nu behoorlijk, maar de brandstoflucht verdween snel. Of ik begon er aan gewend te raken, dat kon ook… Ik keek naast me naar een van de wat oudere heren.
Die zat er niet zo mee en stak zijn duim op. Hij pakte z’n telefoon en typte: ‘Lang geleden dat ik in een heli zat; bij 11 Infbat!’ Ik stak m’n duim op. Een voormalig luchtmobiel militair dus. Hij typte verder. ‘Toen nooit gedacht dat ik ooit in kostuum in een MI-8 zou zitten!’ Ik grinnikte, pakte een papiertje en schreef: ‘Time flies when you’re having fun!’
We vlogen ondertussen in noordwestelijke richting. Beneden me zag ik M5, tien jaar geleden het enige stuk snelweg wat Bosnië tien jaar geleden rijk was. Dat kwam uit in Busovaca, van daaruit nog een klein stukje naar het noorden en op de T-splitsing linksaf richting Novi Travnik… Mijn ouwe basis!
Ik schreef op mijn papiertje ‘Can you ask the pilot to fly over the former Dutch Base in Nova Bila?’ Ik wenkte de crewchief toen die mijn kant op keek en liet hem het papiertje lezen. Hij wenkte me mee naar de cockpit. Weer kreeg ik een headset op en nadat ik me had voorgesteld liet ik de 2e piloot m’n briefje lezen. “You have been here before?” Ik knikte. “SFOR 8.” Hij pakte een kaart. “Show me the location.”

Ik wees de locatie aan: de T-splitsing op de M5 naar Novi Travnik. Hij knikte. “Nema problema! Five minutes. You can stay here!” Hij overlegde even met de vlieger en die stak een duim op. En even later vlogen we boven mijn ouwe base! Niets meer te herkennen natuurlijk; er stonden nu een aantal trucks… Wacht even: de Opsroom, een bunker die deels boven de grond uit stak, was er nog steeds! We draaiden rustig een rondje om de base en ik stak mijn duim op naar piloot. “Thank you! Brings back memories!” “My pleasure, sir.”
De neus van de heli ging weer omlaag en we volgden de weg richting Travnik. Uiterst bekend terrein… rechts de dubbele witte torens van het Franciskaner klooster in Guca Gora, waar ik een paar keer een ‘moment van bezinning’ had gehad… even later de vallei in tussen Nova Bila en Travnik… Rechts het ‘witte kapelletje’, hoog op de heuvel boven Travnik, en recht voor ons het oude kasteel van Travnik. Eerst kasteel van de kruisvaarders, later door de Turken veroverd, die er meteen een moskee op bouwden… Iets verder boven het centrum van de stad, keek ik m’n ogen uit. Travnik was behoorlijk veranderd! Moderner geworden, betere wegen… Na een minuut hingen we boven het grasveld van de kazerne en liet de piloot de kist rustig zakken. Toen de motoren rustiger draaiden en de vliegers alleen maar bezig waren met het bekijken van metertjes, tikte ik de piloot op zijn schouder. “Thank you very much! Nice to see Travnik looks better than eleven years ago!” Hij grijnsde breed. “We do our best. See you Friday; we’ll fly you back te Sarajevo!”
Ik deed m’n headset af en stapte de vrachtruimte in. Fred keek me aan, maar ik gebaarde hem nog even te wachten. Teveel herrie. Uiteindelijk gooide de loadmaster de deur open en leidde ons naar buiten. Aan de rand van het grasveld zei Fred: “Wat was dat, Kees?” “Even een kleine trip back to memorylane, Fred. Ik heb m’n ouwe base weer gezien, en een paar bekende plekken hier in de stad.” Ik wees. “En die weg hier buiten het hek heb ik wel honderd keer gereden… Met de YPR, een MB, een viertonner… Nooit gedacht dat ik 11 jaar later weer hier zou staan.”
De Deense kapitein wenkte ons. “Lets go to the hotel. There is the lunch, at 14:00 we have the first meeting. With the mayor and some members of the citycounsel.” De burgemeester en een paar leden van de gemeenteraad… Oké. Het hotel lag slechts 300 meter buiten de kazerne, maar ‘Suus’ had het aardig moeilijk met haar twee koffers. Halverwege piepte ze: “Kan een van jullie een koffer overnemen?” De jongere man zuchtte en pakte een koffer aan. Beide oudere heren schudden het hoofd. “We hadden je gewaarschuwd, Suus.” En Fred zei droogjes: “Eigen spullen dragen mevrouw. Tenzij je je benen hebt gebroken.” De smekende blik werd een giftige, maar hij keek onaangedaan terug. Het tempo werd de laatste 150 meter een stuk langzamer.

De Deense kapitein verontschuldigde zich; hij moest wat dingen regelen en wees ons de lobby van het hotel. En daar, achter een kop koffie had mevrouw weer voldoende adem. Ze keek naar Fred en naar mij. “Ik ga een officiële klacht tegen jullie indienen bij Defensie. Jullie zijn nog niet van me af!” Fred wisselden een blik; ik zag in zijn ogen dat hij woedend was. “Regel ik wel, Fred… Mevrouw, wilt u hier uitgevloekt worden, waar uw collega’s bij zitten, of wilt u het liever onder vier ogen ondergaan? Zeg het maar…”
“Niemand vloekt mij uit, meneer van Defensie. Ik ben sinds kort Hoofd van de afdeling ondersteunende zaken Balkan. Dit zijn mijn ondergeschikten en dat bent u gedurende deze dagen ook, denk daar goed aan!” Ik hoorde zachtjes en laag grommen naast me. Ik boog me naar voren. “Mevrouw, wat heeft men op uw ministerie over de majoors van Laar en Jonkman verteld? Daar ben ik wel benieuwd naar…”
Ze keek me hooghartig aan. “In Bosnië zouden twee ingenieurs met ons meegaan, om te kijken of die waterkrachtcentrale technisch mogelijk was. Verder niks. En die ingenieurs heb ik nog steeds niet gezien; alleen maar twee militaire bodyguards.”
Ik haalde diep adem. “U heeft waarschijnlijk uiterst selectief geluisterd, mevrouw. Die ingenieurs zijn wij. Mijn collega majoor van Laar is ingenieur in ICT; hard nodig als je hier zaken wil doen om allerlei digitale bedreigingen buiten de deur te houden. Ik ben in het dagelijks leven elektrotechnisch ingenieur bij een klein, maar uiterst goed bekend staan ingenieursbureau. Wij houden ons bezig met het ontwerpen van elektrotechnische installaties in de offshore, op schepen, in diverse fabrieken en ja, ook in waterkrachtcentrales.
Daarnaast zijn wij beiden beroepsmilitair geweest en een paar keer uitgezonden. Als Infanterist. Ik onder andere hier in Bosnië; het rondje wat we een half uurtje geleden vlogen, was om mijn oude basis weer eens te bekijken. En majoor van Laar en ik hebben samen een missie in Afghanistan achter de kiezen. Wij sinds kort weer militair, nu reservist, en worden opgeroepen als men onze civiele expertise nodig heeft. Daarvoor zijn we hier, mevrouw. Niet om uw koffers te zeulen of koffie voor u in te schenken, zoals u vanochtend op Eindhoven zo onbeschoft vroeg. En als u aan mijn woorden twijfelt: Bel uw secretaris-generaal op en vraag even naar onze taak hier. En als u het antwoord gekregen heeft, geef uw telefoon dan even aan mij, dan zal ik iets over ú vertellen, mevrouw.”

“Dat telefoontje zal ik zeer zeker doen! En daarna kunt u uw spullen pakken en vertrekken!” “Nou, wie houdt je tegen, mevrouw? Als u zo’n grote meid bent: Nú je telefoon pakken en bellen! Anders doe ik het.” Fred’s stem klonk uiterst laag; teken dat hij pislink was.
Met een verbeten gezicht pakte ‘Suus’ haar telefoon uit haar tasje en belde. Na een aantal seconden zei ze: “Mevrouw, met Suus Verbaten. Ik bel u met een netelige kwestie. Ik zit hier in Bosnië opgescheept met twee soldaten die beweren de ingenieurs te zijn die ons waren toegezegd. Beiden zijn uiterst beledigend en onbeschoft. Hoe heten de echte ingenieurs die we zouden krijgen?” Het was even stil en toen verbleekte ze.
“Wát zei u? Maar…” Het werd stil en ze luisterde even. “Ja mevrouw…” Weer stilte. Toen stak ze de telefoon naar mij. “Onze SG, voor u.” Ik zette de telefoon op de speaker.
“Goedemiddag, majoor Jonkman hier” Een damesstem klonk. “Met de SG van BuZa. Ik begrijp dat mevrouw Verbaten en u niet door één deur kunnen?” “Dat kan op zich wel mevrouw, maar dan moet die deur minimaal een kilometer breed zijn. Zo groot is haar ego.”
Er klonk een lachje aan de andere kant. “Majoor, ik heb hele goeie verhalen over u gehoord. U heeft, samen met uw collega, de technische leiding over deze verkenning. Dat heb ik mevrouw Verbaten zojuist duidelijk gemaakt. En de leiding over mijn personeel draag ik over aan meneer Harm de Groot, ook in uw gezelschap. Mevrouw Verbaten is vanaf nu alleen nog maar tolk. Servo-Kroatisch – Nederlands. Dat kan ze prima. Als u klachten over haar heeft, kunt u die kwijt aan meneer de Groot. Succes, majoor. En mag ik nu meneer de Groot even spreken?”
Ik gaf de telefoon door. “Met de Groot, mevrouw.” “Meneer de Groot, het volgende: beide militairen leiden deze verkenning. Zij zijn de experts. U bent vanaf nu hoofd van de delegatie van BuZa. Mevrouw Verbaten mag tolken, verder niets. Doet ze het niet goed, dan wil ik dat onmiddellijk na terugkomst weten. Duidelijk?” “Duidelijk mevrouw.” “Mooi. Succes en maak er wat moois van.”

Ze verbrak de verbinding en ‘meneer de Groot’ keek ons aan. “Nou, bedankt hoor…” Ik wees naar een huilend vrouwelijk hoopje mens op een stoel. “Bedank haar maar. Zij heeft het verkloot. Jullie niet. En laten we eerst eens verder gaan met fatsoenlijk kennismaken, want dat is er nog niet van gekomen.” Ik stak mijn hand uit. “Kees Jonkman.” “Harm de Groot. En dit zijn mijn collega’s: Pieter Toorop en Alfred de Quaay. En de naam van mevrouw Verbaten ken je ondertussen.” Ik knikte. “Ja. Maar het zal nog wel een tijdje duren voor ik haar ga tutoyeren. En zij mij.” Fred stelde zich ook voor en vervolgde:
“Heren, we zitten hier voor de lunch. Laten we daar eens mee gaan beginnen, want ondergetekende wordt een beetje onhebbelijk als hij trek heeft.” Ik hield mijn commentaar maar voor me en wendde me tot ‘mevrouw Verbaten’.
“Ga je gezicht wassen en zorg dat je jezelf weer onder controle hebt. Grienen doe je vanavond op bed maar.” Ze keek me wanhopig aan. “Ja, maar…”
Ik sneed haar de pas af. “Mevrouw, u gaat deze drie dagen vertalen. En dat gaat u uitstekend doen, zonder gemor of gemiep.” Ik keek de anderen aan. “En voor ons allen geldt: tot de terugkomst in Eindhoven bent u drooggelegd. Geen, ik herhaal: geen alcohol. Heeft een van u daar moeite mee? Zo ja, dan nú zeggen.” Alfred, de jongere man, stak aarzelend z’n hand op. “Het is gebruikelijk dat in het diplomatieke verkeer wel eens een glaasje wordt gedronken, meneer. Met name ’s avonds, in de wandelgangen. Om een eventueel probleem wat makkelijker bespreekbaar te maken, zeg maar.”
Ik knikte. “Ja, dat zal wel. En met een beetje pech word je onder tafel gezopen door de andere partij. Heb ik geen zin in. U staat droog. Zelfs geen wijntje aan tafel. En als er getoast wordt, neemt u uit beleefdheid één piepklein nipje uit uw glas, en laat u het daarna staan. Ben ik duidelijk?” Drie knikken.
“Mevrouw?” “En op mijn hotelkamer? Daar bepaal ik toch zeker zelf wel wat ik drink…”
Ik boog me over haar heen. “Beste Suus, als jij het gore lef hebt om de roomservice van het hotel te bellen voor een fles wijn of Slivo, staat de volgende ochtend de vleesgeworden duivel voor je. In de vorm van Kees Jonkman. En vraag maar aan mijn bud hier hoe ik ben als ik in een wat minder goeie stemming ben.”
“Dan wil je maar één ding mevrouw: een hele grote schep om je eigen graf te graven en er zo snel mogelijk in liggen. Liefst met een steen boven je die meer dan tien ton weegt.” Ik knikte. “Zoiets. En nu naar het damestoilet, je gezicht fatsoeneren. En als je terugkomt is er niets meer te merken van enige huilbui; dan ben je de perfecte tolk, mevrouw.”

Ze stond op met een gezicht wat wéér op huilen stond en verdween. Ik wendde me tot de heren. “En wat is jullie functie op BuZa?” Beide oudere heren bleken inderdaad diplomaten te zijn. “Niet zo spannend hoor; de grotere zaken zijn voor de heren en dames die hoger in rang zijn. Maar we waren geschikt en beschikbaar om deze klus te doen.” De jongere man, Alfred, was net als Suus, eerst tolk geweest en na diverse studies opgeklommen tot aanstaand diplomaat. “Dit is mijn eerste opdracht die ik niet als tolk doe.” Ik knikte.
“Goed. Dan heb ik de volgende opdracht voor je: je tolkt niet; je houdt je op de achtergrond, als een soort slippendrager van beide heren hier. Maar je houdt je oren en ogen goed open en luistert naar alles wat je opvangt. Welke talen spreek je nog meer dan Servo-Kroatisch?” “Hongaars, Tjechisch, Russisch en een beetje Turks. En natuurlijk Engels, Frans en Duits.” “Mooi. Ik wil het weten als er ergens een andere taal dan Servo-Kroatisch wordt gesproken.”
We zaten even te wachten even op mevrouw Verbaten. Die kwam na tien minuten opdagen: geen rode ogen meer, minder zwaar opgemaakt en ze keek me niet aan. “Mooi. Tot slot: we zitten hier met een opdracht. Als Fred en ik het technisch haalbaar achten dat die centrale hier komt, is het aan jullie om te zorgen dat álle etniciteiten er profijt van hebben. Laat dat bijzonder goed tot de andere delegatie doordringen. Als er één etniciteit buiten de boot dreigt te vallen, gaat dit project niet door. En verder zou ik graag zien dat we, in ieder geval naar de buitenwereld toe, één gelukkig gezinnetje zijn. En ja, dat geldt ook voor u, mevrouw. In Eindhoven mag u proberen mijn gezicht open te halen met uw nagels, maar hier doet of u mij en uiteraard mijn collega Fred een hele fijne vent vindt. Dat gezegd hebbende: laten we gaan eten.”

“Dat werd tijd, Kees. Ik rammel.”
“Niet miepen, Fred. Je laatste boterham dateert van een uur geleden. In die Hercules, zo'n boterham met knoflook en een beetje worst.” Het eten verliep in relatieve stilte. Daarna konden we naar onze kamers; Twee tweepersoonskamers en twee éénpersoons. Fred en ik besloten om met beide oudere heren te mixen; ik lag met Harm op een kamer, Fred met Pieter. Alfred en Suus kregen de éénpersoons kamers. Ik keek op mijn horloge; half twee.
“Ik ga even douchen, Harm. Even wat kerosinelucht uit m’n haren spoelen. Doe je mee?” Hij keek verwonderd. Ik pakte een briefje en schreef: “Eventuele microfoons.” Hij knikte en kleedde zich ook uit. In de douchecel sprong ik onder de straal: lekker hard. Na een paar minuten kwam ik er uit en wees. “Jouw beurt.” Terwijl hij onder de straal stond zei ik: “Het zou me niet verbazen als hier microfoons zijn. Dus geen gesprekken over onze missie op de kamer. Dat doen we buiten, of, als het dringend is, hier in de douche, met de kraan wijd open.”
Hij keek me aan. “Lees jij niet teveel thrillers, Kees?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee. Ik heb een beetje ervaring met de mentaliteit hier. Eén verkeerd woord en een van de etniciteiten voelt zich achtergesteld. En dan zijn de rapen gaar.” Hij knikte langzaam. “Dan moeten de anderen dat ook weten…” “Fred weet dat al lang, onze beide jongere collega’s dienen daar ook van doordrongen te worden. Mag jij doen.” Weer een knik. “Roger.”

Wat mij er aan herinnerde dat hij ook voormalig militair was. “Wat heb jij bij Luchtmobiel gedaan, Harm?” “Ik was pelotonscommandant bij de Alfacompagnie van het 11e bataljon. De ‘Koningscompagnie’. Vrij kort nadat de Brigade Luchtmobiel was geworden, 1998. Ik dacht dat we heel vaak met heli’s zouden oefenen en zo, maar het heb meer in een container-met-raampjes gezeten dan in een echte heli. En na vier jaar had ik het wel gezien; de beloofde helikopters lieten nog even op zich wachten. Toen heb ik ontslag genomen en ben bij BuZa gaan werken.”
Hij grinnikte. “Daar heb ik vaker in heli’s gezeten dan bij Defensie. Alleen waren die aan de binnenkant bekleed.” Ondertussen was ook hij klaar met douchen en droogde zich af. “Zo. Eens kijken hoe onze gesprekspartners zijn…” Om tien voor twee stonden we weer in de lobby. De Deense kapitein ving ons op en leidde ons naar een vergaderzaaltje. Hij vertelde dat de delegatie uit Travnik zo meteen zou komen. Dat nam ik met een korrel zout; tijd is in Bosnië een nogal rekbaar begrip. En inderdaad; de voorzitter van de gemeenteraad kwam 15 minuten over tijd, de burgemeester ruim een half uur. Beiden begeleid door een aantal heren en een paar dames.

Na de gebruikelijke plichtplegingen nam de burgemeester het woord en vertelde dat hij bijzonder blij was dat ‘onze Hollandse vrienden’ de stad Travnik niet vergeten waren. En dat hij hoopte dat wij de oplossing hadden voor hun elektriciteits- en waterprobleem. Zijn toespraakje was nogal slijmerig. En werd netjes vertaald door Suus, die zich duidelijk bij elkaar geraapt had. Hij besloot met de opmerking dat hij nu graag zou zien wat wij in petto hadden.
Oké… mijn beurt. Fred had de laptop al aangesloten op een beamer . Ik stak mijn stick er in en startte Powerpoint. Heel even flikkerde het beeld en ik zag Fred verstrakken. “Eén moment, Kees…” Hij stak een andere USB-stick in de laptop en razendsnel vlogen zijn vingers over het toetsenbord. “Iemand zat digitaal te luistervinken. Nu zit hij alleen maar te vloeken” Hij grinnikte. Ik knikte en begon mijn verhaal. Watercapaciteit van het meer, ecologische gevolgen als het meer sneller leeg zou lopen dan de bedoeling was… De burgemeester werd wat ongeduldig en onderbrak me. “En wat wilt u dan plaatsen, meneer?” Zijn toon was korzelig, iets wat Suus niet hoefde te vertalen. Ik keek hem aan. “Als ik mijn verhaal af mag maken meneer, dan wordt het allemaal duidelijk.”
Toen Suus dat vertaald had werd hij wat rood. Duidelijk geen tegenspraak gewend… Langzaam maar zeker werd het verhaal technisch en toen ik wat foto’s liet zien van de centrale in Noorwegen en de output ervan veerde hij op Suus vertaalde: “Ja, zoiets moeten we hier hebben!” Ik ging nog een tijdje technisch verder en schakelde toen over op de financiën. Toen de globale begroting zichtbaar was werd de burgemeester nogal bleek.
Maar zonder blikken of blozen vroeg de voorzitter van de gemeenteraad: “En dat bedrag wordt geleverd door de EU?” Harm keek hem aan en zei: “Nee meneer. Dat bedrag zal de gemeente Travnik in eerste instantie zelf op moeten brengen. Wij leveren de technische kennis. Natuurlijk kan de gemeente een subsidie-aanvraag indienen bij de Federale regering in Sarajevo en wellicht dat de EU ook een bijdrage levert, maar die wordt pas overgemaakt als het hele project gereed is. En de EU zal dan ook de boekhouding willen inzien. En die moet kloppen, meneer.” Suus vertaalde netjes en de voorzitter ontplofte bijna. “Hoe kan de EU dat eisen?”
Harm keek hem glimlachend aan. “Meneer, de EU is geen geldput zonder bodem. Men zal in Brussel wellicht bereid zijn om, achteraf, een bijdrage te leveren, maar dan wil men ook dat alle geldstromen inzichtelijk zijn. Kloppen die niet, houdt men in Brussel de hand op de knip.” Na de vertaling van Suus werd de man er niet kalmer op. “Jullie proberen ons een systeem te verkopen wat schandalig duur is! Ik denk dat een Kroatisch aannemersbedrijf hetzelfde kan leveren voor de helft van de prijs!” Aha, nu kwam er een aap uit een mouw: de man was Kroaat.
Harm zei, nog steeds kalm: “Meneer, wij verkopen helemaal niets. De Gemeente Travnik heeft aan de EU gevraagd om ondersteuning bij dit vraagstuk. Wij hebben de technische kennis in de vorm van majoor Jonkman en majoor van Laar. Die biedt de EU aan. Hoe u de centrale wil bouwen en met wie: dat is uw zaak. Maar onthoudt éen ding bijzonder goed: alle etniciteiten in Travnik dienen hiervan te profiteren. Tijdens de bouw, maar ook van de elektriciteits-opbrengst. Is dat niet het geval, legt de EU de bouw meteen stil. Als u het daar niet mee eens bent, prima, maar dan pakken wij onze spullen en vertrekken.”

De burgemeester wenkte. “Ik stel een pauze voor, zodat wij ons beraden over vervolgstappen. Om drie uur hier weer terug, is dat goed?” Harm knikte. Ik trok mijn stick uit de laptop en zette de laptop uit. Fred pakte hem in en nam het ding mee. “Kom dame en heren, even een ommetje lopen.” Fred wees. “Naar het sportveld van de kazerne, daar kan niemand ongezien bij ons in de buurt komen.” Even later liepen we over een gravelbaan rondom het sportveld. “Hoe denk jij er over, Harm?” “Ik denk hetzelfde als jij, Kees. De heren willen voor een dubbeltje op eerste rang zitten.”
Ik knikte en Fred vulde aan: “Kees… Kun jij je die lezing van een aantal weken nog herinneren van die collega? De eerste avond bij Cimic?” Ik knikte. “Nou en of.” “Ik veronderstel dat hier net zo’n spelletje gespeeld gaat worden, als we niet oppassen. ‘Eigen volk eerst’ is hier met de paplepel ingegoten.”
Ik bromde wat en keek Harm aan. “Oké, het technische verhaal kennen ze nu globaal. Maar Kees is niet achterlijk; ik heb een aantal kleine, maar belangrijke details weggelaten uit mijn presentatie. Als men op een of andere manier mijn presentatie toch te pakken krijgt, komt men van de kouwe kermis thuis.”
“Welke details, meneer Jonkman?” Alfred liep schuin achter me en stelde de vraag. “Zwaar technisch verhaal, Alfred. Laten we het er maar op houden dat de stroom nogal … fluctueert als ze voor het eerst de installatie aanzetten.” “Ik ben redelijk technisch onderlegd, meneer Jonkman. Ben er wel benieuwd naar.” “Dat ben ik ook Alfred, maar toen Kees het uit ging leggen was ik na drie minuten de draad al kwijt. En Kees en ik hebben samen een aantal colleges gevolgd. Doe gerust geen moeite.” Fred z’n stem klonk gemoedelijk en dat liet een alarmbel in mijn hoofd afgaan. Die ouwe boef zei dat niet voor niets en bovendien hadden hij en ik geen seconde samen in collegebanken gezeten. Hij wilde me iets duidelijk maken!

Ik keek op m’n horloge. “Kom heren en dame; we gaan terug naar de rest van het gezelschap. Eens kijken of men ondertussen een ei heeft gelegd.” Eenmaal terug in de vergaderzaal waren de gemoederen wat gesust. De burgemeester verklaarde dat het voor hen best wel moeilijk was geweest om de EU om hulp te vragen; het liefst had men het hele project in eigen hand gehouden. Maar ja, de kennis ontbrak… Dus was men bijzonder blij dat ‘Brussel’ een handje wilde helpen. En dat uiteindelijk ‘onze Hollandse vrienden’ Travnik niet in de steek hadden gelaten…
Zijn toespraak duurde bijna een kwartier, mede doordat alles natuurlijk vertaald moest worden. Harm hield daarna ook een kort diplomatiek toespraakje. Hij deed geen toezeggingen, maar sloot af met de opmerking dat we morgen graag daadwerkelijk op verkenning wilden gaan. De burgemeester knikte. Er zou vervoer klaar staan om naar het stuwmeer te rijden. Ik brak in. “En ik wil graag ook het stuk grond bekijken waar de leidingen gaan lopen en waar de turbines komen te staan. Dus vanaf het punt van de inlaten naar beneden zeg maar.”
De voorzitter van de gemeenteraad fronsde. “Dat is nogal gevaarlijk gebied, majoor Jonkman. Er zijn daar in het verleden een aantal mijnen gevonden.” Ik keek hem strak aan. “Meneer, dan is het verstandig om EUFOR te vragen naar de meest recente mijnenkaart van dat gebied. Ik had in feite al aangenomen dat u dat al lang geregeld zou hebben. Want in een hotel, hoe fraai ook, kunnen wij geen beeld krijgen van de daadwerkelijke situatie. Daarvoor moeten we écht smerige schoenen krijgen. Kortom: geen recente mijnenkaart van het gebied houdt in: geen verkenning en dan loopt dit project ernstig vertraging op.”
Ik keek hem strak aan en dat leek hij niet zo prettig te vinden. Ik besloot hem de duimschroeven aan te draaien.

“Ik ben hier eerder geweest, meneer. En ik weet hoe het MICC werkt: Nu bellen en er wordt meteen een kaart uitgedraaid. Met de datum van vandaag. Dus kom morgen niet met een kaart van een maand oud op de proppen, meneer. Daar ga ik niet mee werken.” Harm vroeg: “MICC?” “Mine Information and Coordination Centre in EUFOR Headquarters. Een van de belangrijkste bureau’s daar.” Harm keek de voorzitter van de gemeenteraad aan en zei vriendelijk: “Het zou vrij slordig staan als een van ons op een mijn trapt, meneer. Gaan ze in Brussel niet leuk vinden.” “En in Rhenen ook niet”, gromde Fred naast me. Hij haalde bakzeil, zei iets tegen een van zijn ondergeschikten die de zaal uitrende.
En Suus vertaalde braaf: “Er gaat nu een telefoontje richting Sarajevo, meneer Jonkman.” “Mooi. Dank je wel, Suus.” De burgemeester sloeg op tafel en zei: “Goed. Jullie gaan morgen technisch verkennen. We horen morgenmiddag de uitslag wel.”
Ik trok een wenkbrauw op. “Meneer de burgemeester, dit project is belangrijk voor Travnik, toch?” Hij knikte na de vertaling. “Dan zou het uw imago schaden als u zelf niet bij de technische verkenning bent. U bent Bosniac?” Hij knikte. “En de voorzitter van de gemeenteraad is Kroaat?” Weer een knik. “En wie van de andere heren is van Bosnisch-Servische afkomst?” Geen respons. “Dan mis ik hier een entiteit, heren. En dat is niet zoals het hoort.”
De burgemeester keek nu kwaad. “Slechts twee procent van de inwoners van Travnik is van Bosnisch-Servische afkomst. Hebben slechts één stem in de gemeenteraad.” Ik knikte. “Mooi dat ze in ieder geval zijn vertegenwoordigd, burgemeester. Maar morgen is die Bosnisch-Servische meneer er wel bij, of een goeie vervanger van hem. De Dayton-accoorden gelden nog steeds. En ik zou graag zien dat u, en meneer de voorzitter én de Bosnisch-Servische vertegenwoordiger ons vergezellen op onze verkenning. En dan mag u er een mooie fotoreportage van laten maken voor de PR en zo, dat vind ik prima, maar u gaat mee en een recente mijnenkaart ook.”

De voorzitter begon te sputteren en Suus vertaalde: “Maar ik heb vrouw en kinderen… Ik ga niet in niet-verkend gebied lopen!” Ik keek hem aan. “En u zou ons daar wél in laten lopen, meneer? Of heeft u niet zoveel belang bij dit project? Dan mag u dat nú zeggen, hoor…” Harm greep in. “Suus, even wachten met vertalen… Kees, je gaat te hard van stapel. Met stroop vang je meer vliegen dan met azijn.” Ik keek hem aan.
“Harm, ik voel er weinig voor om ergens morgen binnen een seconde te veranderen van die aardige Kees Jonkman in 85 kilogram dood vlees, verspreid over een oppervlakte van 50 bij 50 meter. Ik wil zeker weten dat het gebied waar wij gaan verkennen veilig is. Dus zij gaan mee. Zo niet, dan pakken we onze spullen, huren een auto en rijden terug naar Sarajevo. Ik ken de weg dus da’s geen probleem. En dan wachten we tot vrijdag 12:00 op Camp Butmir op die mooie C130 die ons weer terugvliegt naar Eindhoven. Take it or leave it. Suus: je mag nu vertalen.”
En dat deed ze. De voorzitter keek me vuil aan en gromde iets. “Hij gaat mee, meneer Jonkman. En de burgemeester ook.” “Mooi. Dan is de bespreking wat mij aangaat afgelopen. Harm, als jij nog iets diplomatieks in te brengen hebt… Ga je gang.” Hij zuchtte. “Het zal meer puinruimen zijn, Kees. Maar we gaan een poging doen…”

Hij hield een toespraakje waarin hij refereerde aan de langdurige samenwerking van de mooie stad Travnik en Nederland. En dat hij hoopte dat die samenwerking nu een nieuwe fase in zou gaan, wellicht een stapje verder op het pad het lidmaatschap van Bosnië-Herzegowina in de EU… Ik zat het geheel aan te horen. Jaja, met stroop vang je meer vliegen dan met azijn… Toen dit diplomatieke gezeur achter de rug was, verdween het gezelschap. Een gezamenlijke maaltijd of een borrel zat er dus niet in. De heren waren duidelijk ‘not amused’ van de aanpak van Kees Jonkman. Het zij zo. En ik had behoefte aan frisse lucht.

“Kom dame en heren, we gaan weer een ommetje lopen op de sintelbaan.”
Eenmaal buiten op het sportveld keek Harm me aan. “Sorry Kees, maar ik moest je afremmen. Zo gaan we in diplomatiek verkeer niet met elkaar om. Dit sloeg nergens op.” “Heb jij genoeg van het leven, Harm? Ik niet. Een paar van deze figuren zijn ons liever kwijt dan rijk. In ieder geval de voorzitter van de gemeenteraad. Die ziet er helemaal niks in. Waarschijnlijk heeft het Kroatische deel van Travnik meer dan voldoende stroom, maar het wat armere deel, overwegend Bosniac, zit met de gebakken peren. Om van de Serven maar niet te spreken. En meneer de burgemeester wil goeie sier maken: kijk eens wat ik voor elkaar heb gekregen? Hé, dat mag, maar niet ten koste van Kees Jonkman die als vijf en tachtig kilo halfom gehakt in een lijkkist van de Vlasic af komt. Of Fred. Of jij, Suus, Alfred of Pieter.” Hij keek me aan. “Jij hebt een nogal plastische wijze van communiceren, majoor Jonkman…”

Ik knikte. “Ja. En weet je waarom?” Ik stond stil en keek hem recht aan. “Zo’n tien jaar geleden liep hier óók een zekere Kees Jonkman rond. Als korporaal der Infanterie. En die Kees was zo stom om zich op te geven voor de scherpschutterscursus. En drie weken later had Kees z’n ‘eigen’ Accuracy. En moest een aantal keren voor dekkingsvuur zorgen bij invallen om weer eens een oorlogsmisdadiger op te pakken. En heeft bij een aantal lui het licht uitgeblazen. Stuk voor stuk oorlogsmisdadigers van de ergste soort of hun lijfwachten. De Waffen SS van Hitler was een kleuterklasje, vergeleken bij een paar van die klootzakken.
Ik heb in de buurt van Sarajevo een jochie, een kleuter, op een antipersoneelsmijn zien stappen. Zijn ene been lag er af. Samen met mijn groepscommandant heb ik 'm uit dat mijnenveld gehaald, dus ik weet hoe dat er uit ziet en persoonlijk heb ik daar geen trek in. Ik heb, samen met een aantal anderen, dit land een stukje veiliger gemaakt.
En dat laat ik niet verkloten door een burgemeester die alleen maar aan z’n eigen PR denkt of een voorzitter van de gemeenteraad die het allemaal wel best vind of zelfs wil dat dit hele project mislukt!
Politici. Ego-trippers. Verslaafd aan pluche. Aan dat soort lui gaat dit land alsnog naar de bliksem en ik doe er alles aan om dat te voorkomen. Snap je me nu een beetje, beste Harm?”

Hij keek me aan. Peinzend. En knikte. “Misschien een beetje. Ik ben nooit uitgezonden, Kees. Daardoor mist waarschijnlijk nét dat stukje heilig vuur wat ik vanmiddag en net bij jou zag.” Zwijgend liepen we nog een rondje, toen zei ik: “Mensen, het is nog nét geen vijf uur. Ik heb een voorstel: We huren een busje bij de garage tegenover het hotel. En dan gaan we naar een plaats waar ik tien jaar geleden tot rust kwam. Ik weet de weg, dus geen paniek.” Ik grinnikte. “En ik ken de plaatselijke verkeersregels. Dat scheelt ook.” Alfred keek me aan. “Ik wil graag op tijd naar bed, Kees.” “Het duurt niet lang, Alfred. Bovendien geldt bij mij: samen uit, samen thuis. We gaan met z’n allen. Ook in het kader van een stukje vorming, zeg maar.”
Fred bromde: “Nou nou… De vorming van Kees Jonkman… Maak me gek, Kees.”
Ik grinnikte. “Wilma zal me dankbaar zijn, maat.” “Jaja…”

We liepen de kazerne af, terug richting hotel. Bij de garage er tegenover stonden een aantal VW-busjes. “Suus… vertalen!” Tien minuten later inspecteerde ik een redelijk uitziende VW Transporter. De verhuurder wilde ons het vel over de oren halen, maar ik zei, toen de prijs me niet aanstond, dat ik nog een paar andere adresjes wist. Toen haalde hij bakzeil en voor 25 euro mochten we het ding tot 23:00 gebruiken. “Dame, heren, instijgen.” En even later reden we in oostelijke richting. Politiebureau, de brandweer, de deels Bosnische, deels Kroatische middelbare school, het kasteel van Travnik, de stad uit. Ik vertelde een beetje wat ik nog wist.
Iets buiten de stad, vlak voor steenhouwerij ‘Granit’ linksaf, de steile weg op. Slingerdeslinger, een haarspeldbocht door en vervolgens redelijk rechtdoor. Weer een aantal haarspeldbochten bij Radojici, op de kruising linksaf richting het klooster, wat in de verte al zichtbaar was: twee grote witte torens, de kerk er tussen, het klooster er naast.
“Dit gebouw, dame en heren, is voor mij een paar keer een oase van rust geweest na een heftige actie. Ik hoop dat ik die rust nu weer mag ervaren. En u ook. En nee, ik ben niet Katholiek, maar…” Ik zette het busje bij de ingang van het klooster neer. Uitstappen en toen we de kloostertuin in liepen nam ik mijn baret af. Fred volgde mijn voorbeeld. Het beeld van Franciscus stond er nog steeds: en nog steeds doorzeefd met kogelgaten. Een kloosterbroeder kwam ons tegemoet. “Good afternoon… Can I help you?”
Ik knikte. “Father, I was here 10 years ago as a soldier of SFOR. I found here peace in a land full of war. Can we rest here a few minutes en experience that peace again?”
Hij glimlachte. “You are from Holland? I can hear that…I’m Father Francesco.” Hij gebaarde naar een paar banken in de kloostertuin. “Have a seat. Can I get you a drink?”
Even later kwam hij terug maar een aantal mokken met thee en we praatten een tijdje.
Ik vroeg naar de toestand in de kerk en hij glimlachte. “Our church looks better than ten years ago, my son. When you are ready with your tea, follow me.” Even later liepen we de kerk in. En die zag er inderdaad beter uit dan tien jaar geleden. Banken, altaar… En boven het altaar het mozaiek van het Laatste Avondmaal. Met nog steeds elf gezichten besmeurd door zwarte verf en twee niet. Ik draaide me naar het gezelschap om en vroeg aan Father Francesco of ik de geschiedenis van het mozaiek mocht vertellen. Hij knikte.

“Tijdens de burgeroorlog werd dit klooster bezet door een stel fanatieke Moslims. Lui uit Tetjenië, niets ontziende klootzakken die de buurt terroriseerden. Ze vernielden onder andere de bibliotheek van dit klooster, de oudste biblotheek van Bosnië. Schoten het beeld van de heilige Fransicus aan gort, zoals jullie buiten hebben gezien. Maar dit mozaiek vonden ze ook niet oké, want de Koran zegt ook iets over afbeeldingen van mensen. Dus ook het mozaiek moest er aan geloven en men smeerde zwarte verf over de gezichten. Op twee na. Die hadden baarden, dus het zouden wel eens Moslims kunnen zijn. Kijk maar eens goed.”

Even stonden we het mozaiek te bekijken en toen zei uitgerekend Suus: “Jezus en Petrus…”
Ik knikte. “Inderdaad. De Heer Jezus zelf en de apostel Petrus. De ‘rotssteen waarop ik mijn Kerk zal bouwen’, volgens de Heer. Juist de belangrijkste mensen rond die tafel had men gespaard.”

Father Francesco knikte mij toe. “You have a good memory, my son…” Ik keek verrast en hij glimlachte en zei in gebroken Nederlands: “Iek heb studeerd in Niemegen. 40 years ago. Iek kan Nederlandse een bietje verstaan…” Hij grinnikte. “klootzakke…” We schoten in de lach. “Sorry Father.” Ik draaide me om. “And what about the organ?” Er stond in ieder geval weer een orgel op de galerij achter in de kerk. Niet groot, maar het was meer dan niks. “We want to have a larger organ. But the money…” Hij zuchtte, draaide zich om, sloeg een kruis naar het altaar en zei: “Come with me.” Buiten in de kloostertuin praatten we nog wat, toen namen we afscheid. Fred wees op het beeld van Franciscus. “And what about him?” Francesco glimlachte. “He survived the war. With bulletholes. And he will survive a next war.” Met een handdruk namen we afscheid en toen we wegreden was het even stil in de bus.
Na een paar minuten gromde Fred: “Dit was de moeite waard, Kees. Dank je wel, man.” “Even motivatie tanken, Fred. En woede laten zakken.” We reden richting Nova Bila. “En nu eten, lui. En ik stel voor dat we in de stad eten; ik hoop dat mijn favoriete Italiaanse restaurant er nog is!” Ik parkeerde bij de Brandweerkazerne. “Het oudste brandweerkorps van Bosnië!” en we liepen de stad in.
Langs het beeld van Josip Broz, de latere Maarschalk Tito. Er lagen weer bloemen onder dat beeld "Er zijn hier nog steeds veel mensen die terugverlangen naar de tijd onder Tito. Ja, het was een communist en hij hield er behoorlijk de wind onder met z'n geheime dienst, maar... Hij probeerde ten minste één land van Joegoslavië te maken." Ik moest even zoeken maar toen had ik het gevonden: op de 1e verdieping van het winkelcentrum: de Italiaan.
“Goed mensen… Hier hebben ze de beste pizza’s van Travnik. En ook hun pasta is heerlijk. Bestel iets en binnen een paar minuten staat het dampend op tafel.” Harm boog zich voorover. “En de kosten, Kees? Ieder voor zich of…?” Ik grinnikte. “Kijk even naar de prijslijst, Harm. Het eerste bedrag is in ‘knoeten’, het plaatselijke geld, het tweede bedrag is in Euro’s. Daar gaat Kees Jonkman echt niet failliet van, hoor.”
“Een pizza voor 3 euro… Nee, dat is spotgoedkoop.” Suus keek op. Ze deed nu ten minste normaal en had goed vertaald. Niet meer die opgeblazen trut van vanochtend. Ik besloot dat ze dat wel even mocht weten. “Suus, de levensstandaard is hier nogal anders dan in Nederland. Een onderwijzer verdient hier ongeveer 800 euro in de maand. En het onderwijs staat hier goed aangeschreven! Als je dan een gezin hebt met vier kinderen is een avondje uit eten hier best wel een financiële aderlating.”
Ze knikte. “Ja, daar had ik even niet aan gedacht…”
Ik boog me naar haar toe. “En dank je wel voor het tolken vandaag. Dat deed je prima.” Ze boog haar hoofd. “Merci. En sorry voor m’n gedrag vanmorgen. Dat kost me waarschijnlijk m’n baan als bureauhoofd. Ben ik weer terug bij af: tolk.” Er kwam een man langs om de bestelling op te nemen. Het diplomatiek gezelschap ging aan de pizza, Fred en ik aan de pasta. “Bestel maar meteen twee porties voor jezelf, Fred. Anders ligt je maag vannacht weer te rommelen.”

Na dit intermezzo keek Fred Suus aan. “Tolken dat doe je prima. Waarom dan iets anders?” Ze keek op. “Het verdient een stuk meer.” Fred knikte. “Ja. Én? Ben je daardoor gelukkiger? Nee, laat ik anders stellen: Kom je als tolk in financiële problemen?” Ze schudde het hoofd. “Nee, een tolk met een aantal dienstjaren verdient best goed. Maar ik wilde hogerop. Meedoen in de diplomatieke wereld. Niet alleen maar een lopende Google Translate zijn…”
Fred schudde zijn hoofd. “En dat voor een paar honderd euro meer? Je bent gek. Je gevoel van eigenwaarde kun je ook ergens anders mee opkrikken, hoor. Doe het werk wat je leuk vind, waar je plezier in hebt, wat je goed kunt. En verder hou ik m’n mond maar.” “Ja, da’s wel eens fijn. Gebruik dat ding waarvoor je het het meeste gebruikt: om voer door naar binnen te schuiven, vreetzak.” Een grom was het antwoord en we grinnikten.

Even later werd het eten gebracht en de eigenaar kwam ook even langs en wees op de rood-wit-blauwe vlaggetjes op onze uniformen. “You are from Holland?” We knikten. “Then I have free wine for you. Dutch soldiers from IFOR and EUFOR made me always happy!” Ik stak mijn hand op. “Sorry, but no alcohol for us. We have business to do.” “Nema problema!” Het bekende antwoord in Bosnië.
Even later stond er een grote karaf vruchtensap op tafel. De pasta smaakte nog steeds prima en de pizza’s zo te zien ook. Toen ik halverwege was, had Fred z’n bordje al leeg en wenkte om zijn twee portie. De ‘baas’ kwam het zelf brengen. “You eat very well, my friend! I like that!” Onaangedaan smikkelde hij z’n tweede portie naar binnen. “Zo. Dat had ik even nodig. Nu nog een lekker toetje en ik kan er weer een uurtje tegen.”
Harm keek hem aan. “Man… Waar laat je het?” Ik was Fred te snel af. “Veel dansen, hardlopen en fitness. Bovendien is Fred nét een paar weken getrouwd, dus zijn er ook nog andere fysieke activiteiten die hij moet doen.” Een dreigende blik kwam mijn kant uit. “Kijk jij een beetje uit, majoor? Al die activiteiten, inclusief de laatste gelden ook voor jou hoor. We zijn immers samen getrouwd?” Vier ongelovige gezichten.

“Wááát?” Suus reageerde als eerste en ook Alfred keek ongelovig. Ik knikte. “Ja, wij zijn samen getrouwd. Nu bijna zes weken geleden…” Ik grijnsde. “Maar niet met elkaar. Fred met Wilma, ik met Joline. Twee schatten van vrouwen, die net zulke buddy’s zijn als Fred en ik.” Kort vertelden we iets over ons verleden, terwijl we een portie ijs naar binnen werkten. En hij besloot met: “En zo zijn we dus wéér bij elkaar. En dat bevalt prima. Hij op zijn terrein, ik op het mijne.”
Ik zag Alfred nadenken. “Maar jij bent dus ICT-er en Kees is elektrotechnisch ingenieur… “ Fred haakte daar handig op in. “Ja. Maar eerst wilde ik ook de elektrotechniek in. Heb een jaar lang dezelde college’s als Kees gevolgd, maar kwam er toen achter dat je daar wel eens smerige handen van kreeg. En toe ben ik geswitcht naar ICT.” Hij wilde me nog steeds iets duidelijk maken. Vertrouwde hij Alfred niet? Zou zo maar kunnen… Onder de douche maar eens aan Harm vragen. Ik vroeg om de rekening en die kwam. Zonder dat het drinken er op stond begroeg de rekening 21 euro. Ik maakte er 25 van en even later vertrokken we.

“Zo. Voorlopig even genoeg gegeten, mensen. We gaan die bus terugbrengen, dan nog een rondje sintelbaan lopen en dan gestrekt. Morgen om 08:00 ontbijt; 09:00 staat het vervoer klaar.” De bus werd zonder problemen ingeleverd en we liepen een paar rondjes over het veld. Ik drukte iedereen op het hart om bij elkaar te blijven en de heren uit Travnik voor te laten gaan. “Geen stap buiten de paden zetten, ook niet om te pissen! Geldt ook voor jou, Suus!” Ze keek verwonderd en ik legde het gevaar van de mijnen nogmaals uit. “Ondanks dat hoop ik dat je goed slaapt vannacht.” Eenmaal in het hotel zei ik tegen Harm: “Kom, nog even douchen en dan plat.”
Hij begreep me gelukkig. Even later, met het water ruisend op de grond keek hij me aan. “Wat is er loos, Kees?” Ik zei zachtjes: “Wij, Fred en ik, vertrouwen Alfred niet. Die was teveel gespitst op de ontbrekende stukjes techniek in m’n presentatie. Wat weet je van hem?” Harm dacht na. “Hij was tolk en is voor de duur van dit project plotseling aan ons toegevoegd als ‘junior’. Wij, Pieter en ik, kennen hem nauwelijks.” Ik knikte. “Als jullie terug zijn in Den Haag zou ik de AIVD maar eens goed op zijn spoor zetten. Ik wil hem buiten de technische zaken houden. Het zou me niks verwonderen als hij onder één hoedje wil spelen met een paar van de lui hier. Kennis verkopen. Fred heeft hetzelfde gevoel als ik.”
Hij knikte langzaam. “Kees, als ik merk dat hij twee petten op heeft, gaat hij een nogal onplezierige tijd beleven, dat kan ik je verzekeren!” “Mooi. En nu douchen, daarna ga ik. En dan gestrekt. Dit dagje hakte er nogal in.”
Hij keek me aan. “Nog één ding, Kees: Suus. Mijn complimenten over de manier hoe je haar weer uit de put hebt getrokken en een beetje normaal laat doen. Toen ze hoorde dat zij de verantwoording over deze opdracht had, ging ze plotseling de strenge cheffin uithangen. Jullie hebben haar weer even op aarde laten komen. Dank. Het is op zich een aardige meid en ze is een van onze beste tolken, maar ze is nogal ambitieus.”
Ik grinnikte. “Mooie woordspeling, Harm. ‘Op aarde laten komen’… Met een tactische landing op Sarajevo. Piloten noemen dat ‘gecontroleerd neerstorten’.” Hij glimlachte minzaam. “Ja, ik heb zoiets gemerkt. En dat ik dan ook over m’n nek ga… Het was voor een goeie zaak, zeg maar.” We lachten samen. “Kom, deze bedjes eens uitproberen… Morgen is er weer een dag.”

Even later was het donker en stil op de kamer. Buiten niet; het verkeer in Bosnië was nog net zo als tien jaar geleden: als je claxon het doet,is de auto APK goedgekeurd... Ontspannen, Kees. En maffen. Morgen zou wel eens heftig kunnen worden…
Lees verder in: Mini - 242
GEEF DIT VERHAAL EEN CIJFER  

5   6   7   8   9   10  

De Vriendengroep - 85Door: Jefferson
Reacties: 0
Lengte: Lang
"Dat had een mooi einde kunnen zijn. En een mooi begin van misschien wel een nieuw hoofdstuk in ons leven. Het nagenieten was ook begonnen. Adil had zijn ongeloof uitgesproken, en dit zonder zich schuldig te voelen. Goed zo, dacht ik dan. Elise vindt ..."
28-04
8.2
Mini - 307Door: Keith
Reacties: 2
Lengte: Zeer Lang
"Zaterdag Na een heerlijke knuffelpartij op bed stonden Joline en ik om acht uur in de keuken om het ontbijt klaar te maken. Met mijn butlerstem zei ik Goed eten, mevrouw. Heeft u nodig na zo n inspannende avond. Joline keek me ondeugend aan. D..."
28-04
9.5
De Vriendengroep - 84Door: Jefferson
Reacties: 5
Lengte: Lang
"Stond hij dan. Een metertje of anderhalf voor mijn vriendin die eindeloos geprobeerd had hem zo ver te krijgen. Ieder ander had zonder twijfel al bij het eerste aanbod toegeslagen. Maar hij niet. Zij zat daar nog poeslief op de rand van de tafel. Haa..."
27-04
9.0
Ontmoetingen - 1Door: Muffer
Reacties: 5
Lengte: Zeer Lang
Tags: Dochter, Moeder,
"De omgeving waar mijn caravan stond was prachtig een open plek in het bos aan de rand van een riviertje dat kon worden bereikt door een paadje te volgen dat alleen werd getoond op mijn gedetailleerde natuurbeheerkaart. Alleen die gespecialiseerde k..."
26-04
9.6
De Vriendengroep - 83Door: Jefferson
Reacties: 3
Lengte: Gemiddeld
"Ik was een belangrijk detail vergeten toen ik Adil inlichtte over de smaak van Elise. Dat had ik bewust weggelaten. Anders was hij misschien nooit komen helpen. Maar nu leek het weglaten van dit detail juist op dit moment weerstand op te roepen. Well..."
26-04
8.3
Sinds Een Dag ... - 13Door: Rainman
Reacties: 5
Lengte: Lang
Tags: Italië,
"Teun trok helemaal lijkwit weg bij het horen van die naam. In ongeloof staarde hij nu naar Alex die langzaam was opgestaan. Hoe...hoe ben je ..ik bedoel hoe weet je dat .ik ., Hoe ik weet dat je naar de hoeren bent gegaan onderbrak Ale..."
26-04
9.7
De Vriendengroep - 82Door: Jefferson
Reacties: 6
Lengte: Lang
"Met oud en nieuw wilde Elise wel thuis zijn. Ik bleef hier. Ik was ook gewoon open op oudjaar. De drukste dag van het jaar. Ik wilde Elise graag erbij hebben in de winkel, maar moest het uiteindelijk doen met de hulp van Eke. Ook niet vervelend. Zeke..."
25-04
8.7
De Vriendengroep - 81Door: Jefferson
Reacties: 3
Lengte: Lang
" Beste lezers, Wat betreft Elise en de Goden ... Ondanks dat het personages zijn uit De Vriendengroep , staat het verhaal er verder los van. Het zegt niks over een eventueel verloop van De Vriendengroep. Het heeft niet voor niks..."
24-04
9.1
Het Kasteel - 26Door: Borrie70
Reacties: 3
Lengte: Zeer Lang
Tags: Kasteel,
"De week vloog voorbij en in dat weekend hadden Sanne, Esmee en ik weer een heerlijke avond vol seks met elkaar. Na de miskraam had ik ook niet meer met Esmee geneukt en het was heerlijk om weer met haar te mogen vrijen en om te kijken hoe de twee moo..."
23-04
9.7
Sinds Een Dag ... - 12Door: Rainman
Reacties: 10
Lengte: Lang
Tags: Italie,
"Het gezin met de kinderen was inmiddels verdwenen, maar het leek alsof het alsmaar drukker werd in het restaurant. Aan de bar stond het 2 rijen dik met mensen gezellig keuvelend en stevig aan de drank. Links en rechts werden tafels aan de kant gescho..."
20-04
9.7
Sinds Een Dag ... - 12Door: Rainman
Reacties: 31
Lengte: Lang
Tags: Italie,
" Beste, deel 12 is ietwat uit de klauwen gelopen, waardoor ik het in twee n heb moeten knippen. Mocht er animo of belangstelling voor zijn, kan ik eventueel, bij hoge uitzondering .het volgende deel dit weekend nog plaatsen. Anders schuif ..."
19-04
9.8
Vriendinnen - 2Door: Muffer
Reacties: 1
Lengte: Lang
Tags: Vriendinnen,
"Martijn en ik hadden onze hockeywedstrijd gespeeld en na afloop nog een biertje gedronken in het clubhuis. Daarna gingen we weer naar huis, want hoe gezellig het ook was, we wilden weer naar Vera en de meiden toe. Maar toen ik onze telefoons en porte..."
18-04
9.7