Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Keith
Datum: 12-10-2023 | Cijfer: 9.7 | Gelezen: 5131
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 50 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 276
Tien voor twaalf liepen we het appartement binnen. Nog geen Rogier voor de deur. “Zet jij koffie, Kees? Dan haal ik het gebak uit de koelkast.” “Gebak?” Ze knikte. “Ja. Terwijl jij stond te blazen gisteren heeft Lot nog wat gebak gehaald, speciaal voor vandaag.” “Goed bezig, Lotje!” Ze kleurde. “Het is toch feest vandaag?” “Ja hoor. De eerste keer dat je vrijer bij jou thuis komt mag je vieren.” Ze keek me aan. “Gelukkig is dat hier, Kees. En niet in Groot-Ammers. Daar was hij de deur niet ingekomen, denk ik.”
Joline greep in. “Ja, gelukkig is dat hier, schat. En jij zit tweehonderd procent beter in je mooie velletje dan vijf maanden geleden. En Rogier is hier hartelijk welkom. Als jij blij met hem bent…”

Verder kwam ze niet, de bel ging. Lot rende naar de intercom en we hoorden haar zeggen: “… Ik doe de buitendeur voor je open, Rogier. Hal door, lift in, 9e verdieping. En als je uit de lift komt moet je zelf maar uitvinden waar je heen moet.” Ze hing op en draaide zich naar ons om. “Je moet het de kerels ten slotte niet te makkelijk maken.”
Margot snoof. “En raad eens wie er zo dadelijk voor de lift heen en weer staat te springen? Lotje. Sjongejonge, wat maak jij het je vrijer moeilijk…” Lot lachte. “Dat ga ik dan maar doen. Als het wat langer duurt, mogen jullie wel aan de koffie beginnen, hoor.” Ze glipte de deur uit. “Nou, die is écht verliefd”, stelde Margot droogjes vast. “Ik hoop dat ik me niet zo aanstel als het eenmaal zover is. Ik zal het gebak alvast snijden.”

Drie minuten later hoorden we de voordeur dicht gaan. En daarna ging de deur naar de kamer open en Lot kwam binnen met in haar kielzog Rogier. “Goedemiddag samen! Dit is nog eens wat anders dan een camper… Hoi, Margot.” Die lachte en stak haar hand uit. “Hallo Rogier.” “En hallo Joline. En Kees” Ook wij kregen een hand. “Ga zitten. Koffie? Dat zal wel, als je met de motor uit Nijmegen komt rijden.”
“Koffie graag, maar ik ben nu met de auto gekomen, hoor. Geen zin om me uit m’n motorpak te pellen als ik ergens op bezoek ga.” Hij ging op een stoel zitten, maar werd meteen door Lot gecorrigeerd. “Op de bank jij. Dan kan ik lekker naast je zitten.” Bengel moest ook even snuffelen, maar herkende Rogier blijkbaar snel. Haar staart ging enthousiast heen en weer en ze likte Rogiers hand.
Margot giechelde. “Heeft mijn zusje je nog een beetje heel gelaten, Rogier of…” Hij keek haar vragend aan. “Leg eens uit, Margot?” “Ze vraagt in redelijk nette bewoordingen of ik je niet meteen heb aangerand, Rogier”, snibde Lot. “En nee, dat heb ik niet gedaan; we moeten ten slotte een beetje representatief voor de dag komen vandaag.” “Nou, dat is jou behoorlijk gelukt, dame. Je ziet er fantastisch uit!” Rogier bekeek Charlotte van top tot teen.
Die bloosde. Joline redde haar. “Hier, je koffie, Rogier. En een stuk taart, liefdevol door Lot gekocht gisteren. Dus: geniet ervan!” De koffie smaakte, de appeltaart ook, dus het was even stil.

Met zijn stuk taart op zei Rogier: “Mensen, mag ik even wat zeggen? Sinds donderdag is mijn leven wat ingewikkelder geworden. Als het van jullie mag, heb ik nu een prachtige en lieve vriendin…” Joline onderbrak hem. “Rogier: Kees en ik hebben daar niets over te zeggen. Wij zijn goede vrienden van deze twee dames, hebben ze opgevangen toen dat nodig was, maar we zijn geen ouders, voogd of verzorgers of zo. Margot heeft veel meer recht van spreken dan Kees en ik.” Ik knikte. “Mee eens.” En Margot zei: “Ik ben dan wel Lot’s tweelingzus en hou vreselijk veel van haar, maar als jullie het eens zijn… Wie ben ik om daar tussen te gaan staan? Dus… Je hebt nu een prachtige en lieve vriendin… Ga door!”
Hij lachte, wat opgelucht. “Ik heb op de terugweg naar huis behoorlijk zitten denken. En gisteren ook. Jullie gaan straks samen in een huis in Arkel wonen. En werken in Gorinchem. Ik heb mijn werk in Nijmegen. Werk waarvoor ik, als het moet, binnen 30 minuten in het ziekenhuis moet zijn. Daarom woon ik ook in Nijmegen; ik huur een aardig appartement aan de Pandastraat.”
Hij keek om zich heen. “Niet zo groot als dit, maar ik woon er prima. Voldoende ruimte en ik kan op de fiets naar m’n werk: tien minuten trappen en ik ben er. Dus vroeg ik me af: En nu? Een andere baan, dichter bij Gorinchem? Verhuizen? Ik ben er nog niet over uit.”
Lot bleek nuchterder. “Lieve Rogier. We kennen elkaar nu nét drie dagen. En jij begint al over verhuizen, een andere baan…” Ze lachte liefjes. “Ik begrijp dat je natuurlijk helemaal ondersteboven bent van mijn verschijning, of dat nu in deze outfit is of in bikini, maar echt: ik wil eerst de kat uit de boom kijken. Gewoon verkering, net als iedereen. Elkaar goed leren kennen. Ik heb een studie af te ronden en ook een pittige baan. Die kosten tijd. En in de tijd die overblijft gaan we elkaar beter leren kennen. Wie is Rogier van der Vlist, hoe staat hij in het leven? En jij op jouw beurt mag er achter komen wie en wat Charlotte Bongers is. Die over niet al te lange tijd overigens als Charlotte Boogman door het leven wenst te gaan, maar dat terzijde.”
Hij keek haar aan. “Jij bent best wel rationeel, Lot.” Ze knikte. “Ja. En voor de duidelijkheid: ik ben nu al stapelgek op jou, maar ik ben niet gek. Wie weet val ik in de dagelijkse praktijk hard tegen… Margot: hou je mond!” De laatste woorden werden gesnauwd en we lachten haar uit.
Rogier keek opgelucht. “Dat lijkt me een goed plan. De kat uit de boom kijken oftewel: verkering hebben. Jij voorlopig jouw leven leven, ik het mijne en als het kan zijn we samen… Oké?” Lot knikte en Joline giechelde: “Er mag gezoend worden, hoor…” Rogier keek twijfelend, maar Lot trok hem naar zich toe. “Kom hier, knappe vent. Je bent vanaf nu van mij!” Een lange zoen volgde; Margot klapte in haar handen, Joline ook en ik floot op m’n vingers. Toen Rogier los liet zei Charlotte droog: “Zo, dat hebben we ook weer gehad. De eerste echte zoen met publiek. Dat er nog maar vele mogen volgen!” Margot vulde aan: “Waarvan een aantal zonder publiek graag…”

We grinnikten en Charlotte sprong op, “En nu lust ik nog wel een tweede kop koffie. De eerste heb ik niet zo goed geproefd. Een beetje zenuwachtig, geloof ik.” Met die tweede kop koffie voor ons lieten we Rogier vertellen. Geboren in Nijmegen (“Mijn ouders wonen nog steeds in mijn geboortehuis in Neerbosch”) en daar zijn hele jeugd doorgebracht. Werktuigbouw gestudeerd in Utrecht en via een stage uiteindelijk terecht gekomen in het ziekenhuis waar hij nu werkte. Daar binnen twee jaar chef Technische Dienst geworden, omdat de vorige chef plotseling ontslagen werd.
“Waarom is me nog steeds niet duidelijk.” Nu bezig om de TD van het ziekenhuis weer een beetje efficiënter te laten werken. “Toen ik het overnam deed iedereen een beetje waar hij zin in had. Men had de afdelingen onder elkaar verdeeld. En dat zou kunnen werken, ware het niet dat je niet alles van de apparatuur van een afdeling kunt weten. Dus ik heb geïnventariseerd wat het specialisme van iedereen was; elektrotechniek, fijnmechanica, krachtstroom, noodaggregaten, nutsvoorzieningen, enfin, noem dre hele santenkraam maar op.
En vervolgens geprobeerd om die specialismen te koppelen aan de diverse technische zaken in het ziekenhuis. Héél voorzichtig begint dat nu te werken. Nog met horten en stoten en soms moeten er drie man naar een klus omdat degene die het zou moeten kunnen nog niet helemaal alle ins en outs weet, maar als er niet al te veel ellende is, draait de TD nu redelijk lekker. De directie is er in ieder geval over te spreken, en dat is al heel wat. Recent zei mijn baas: “Voor zo’n jonge gast doe je het best aardig, meneer van der Vlist.” Nou, die kon ik in m’n zak steken; normaal is hij niet zo gul met complimenten.”

Hij grinnikte. Joline vroeg hem recht op de man af: “Heb je lól in je werk Rogier, of zie je het alleen maar als een manier om je kosten te dekken?” Hij keek nadenkend voor zich uit. “Ja, ik heb er lol in. Met name het deel om mensen te motiveren hun werk op een andere manier te doen. Kijk, wij komen opdraven als er iets kapot is. En dan maken we het, óf er komt een monteur van de fabrikant óf het gaat richting fabrikant voor reparatie. Een CT-scan kunnen wij niet repareren, dat lijkt me logisch. Maar we rennen dus vaak achter de feiten aan. Achterstallig onderhoud, bedieningsfouten, iemand is met een brancard tegen zo’n automatische deur aan geramd… Genoeg te doen.
Maar wat me enorm leuk zou lijken is om eens aan de voorkant van het proces te staan. Iets hufterproof ontwerpen. Sommige dingen kun je vooraf aan zien komen. Een voorbeeld: recent werd een verpleegafdeling gerenoveerd. Had de aannemer in het bestek alle wandcontactdozen van het opdektype laten uitvoeren. Enfin, een van mijn mannen zag de tekeningen, kwam gelukkig naar mij toe en meldde dat. Ik heb toen een nogal pittige aanvaring gehad met de uitvoerder en later met de calculator. En ze meegenomen naar een andere verpleegafdeling en ze een bed op z'n plaats laten zetten… tussen alle wandcontactdozen in. Daarna snapten ze het wel, geloof ik.”
Margot keek nieuwsgierig. “Wat is dan zo belangrijk aan die stopcontacten?” “Wandcontactdozen is de officiële naam, Margot…” Hij keek even rond en ik grinnikte. “Nee Rogier, alles is hier van het ingebouwde type. Alleen op de studeerkamer heb ik één opdekcontactdoos.” Hij veerde overeind. “Dan gaan we daarheen. Laat zien, Kees.” In de studeerkamer had hij het corpus delict meteen gevonden: naast de deur. “Kijk Margot… Als dit een verpleegkamer is, wordt hier regelmatig een bed naar binnen of buiten gereden. Naast de plaats van het bed vindt je bij ons een hele batterij aan wandcontactdozen. Van dát type.” Hij wees naar een inbouwwandcontactdoos naast mijn bureau.
“Weggewerkt in de muur, liefst nog met een stootrand er omheen. Dan kun je een foutje maken met het manoeuvreren met zo’n bed. Komt hij er tegenaan, is er niets aan de hand. Met zo’n opbouwcontactdoos zoals deze ram je het ding van de muur af bij een stuurfout. Want zo’n bed weegt nogal wat en als de patiënt ook nog eens honderd kilo weegt… dat heeft massa. Metaal van het bed komt in contact met 230 volt, kortsluiting, patiënt krijgt wellicht een oplawaai wat ook niet zo goed is voor recensies, de aardlek van de groep klapt er uit, kamer alleen op noodverlichting, alle hulp-apparatuur om de patiënt in leven te houden zonder stroom. Kortom: shit on the marble.”
Lot keek vragend. “Sorry. Stront aan de knikker. Bij bepaalde patiënten soms letterlijk.”

Margot knikte. “En waarom had die aannemer dan die opdekdingen in het bestek gezet?” “Geld. Per stuk scheelt dat misschien 50 cent, maar belangrijker is dat een inbouwcontactdoos wat lastiger is om te monteren. Meer tijd nodig, dus ook geld. Deze aannemer had het bestek niet zo goed gelezen: in elk ziekenhuis zijn alle wandcontactdozen van het inbouwtype. Landelijke eis. De reden begrijp je nu wel, denk ik.” Margot knikte.

Rogier keek rond. “Dus hier wordt technisch gestudeerd? Mooi man, zo’n ouderwetsch tekenbord… Op school nog op zitten tekenen, omdat we dat ook moesten kunnen, maar ik gebruik toch liever een PC…” “Er mist hier nog iets, Rogier”, zei Joline met uitgestreken gezicht. “Een foto op A-nul formaat van mij. Dat had Kees beloofd toen we elkaar nét leerden kennen. Maar ja, de muren waren al vol. Een fotootje op A-vier formaat was het beste wat meneer voor mij kon betekenen.”
Ze wees: een foto van Joline en mij bij het zweefvliegveld in Malden, in de sneeuw.
“Dame, de foto waar jij op doelt was de eerste foto die ik van jou onder ogen kreeg en die was ‘for my eyes only’! Die ga je niet showen aan de kersverse vrijer van een van onze protegé’s, denk er aan!” Joline knipoogde. “Nee, da’s ook weer waar. Sorry Rogier, die foto valt in de categorie Top Secret.” Hij keek naar de foto van ons samen. “Jammer dat Kees er ook op staat, maar jij staat er prachtig op, Joline.” Zij lachte en ik gromde. Laag en gemeen. “Jij moet goed zo doorgaan, meneer van der Vlist. Vandaag of hooguit morgen kom je dan onzacht in aanraking met een eind hout of zo.” “Niks ervan!” Charlotte sprong tussen ons in. “Vechten om een vrouw? Dat is zóó 1523…” Rogier pakte me bij m’n schouder. “Sorry Kees.”

Ik grinnikte. “Ik kan wel wat hebben hoor. Zeker van een techneut. Kom, dan laten we je meteen de rest van ons optrekje zien. Speciaal voor jou hebben we vanochtend de ouderlijke slaapkamer netjes opgeruimd.” “Begin daar dan maar eerst! Dan kunnen mijn zus en ik onze kamer nog even aan kant maken”, snauwde Margot. Ik leidde hem door de hal richting woonkamer. “Sorry; de deur van de zussenkamer is nog even out of bounds voor jou. Meiden: aan het werk!”
Lot en Margot schoten hun kamers in. En in de woonkamer keek hij om zich heen. “Wat een prachtig onderkomen hebben jullie… Ik ben zwaar jaloers!” Ik schudde mijn hoofd. “Niet doen. Ik heb dit appartement drie en een half jaar geleden voor een prikkie kunnen kopen. Die mooie rondlopende ramen? Lang de randen zo lek als een mandje. De vloer fungeerde hier vaak als zwembad. Bovenlichten: zouden elektrisch aangedreven moeten zijn, maar de motoren waren één bonk roest. Vervangen door handbediende spindels. Het elektrisch systeem? Eén grote geitenbende. De projectontwikkelaar dacht met deze appartementen op de flat goed winst te kunnen maken; de aannemer had er een goedkope bende van gemaakt.

Gevolg: de eerste bewoners hebben er vier jaar gewoond en vier jaar lang geprocedeerd tegen de verkoper. Daarna zijn ze vertrokken en heeft dit flatje 5 jaar leeg gestaan. Niemand wilde het hebben. Tot ene Kees Jonkman het op enig moment kocht, nadat hij, samen met zijn moeder wat pittige onderhandelingen met de makelaar had gevoerd. De prijs van dit optrekje lag daarna om en nabij de prijs van een modale twee-onder-een-dak woning, in plaats van het prijsniveau van een riant penthouse.” “Je moeder??” Rogiers ogen schoten vraagtekens en Joline lachte.

“Mijn lieve schoonmoeder is bouwkundig ingenieur. Volgens bepaalde lui kan zij door muren heen kijken, nietwaar, Kees?” “Breek me de bek niet los… Met name als ik weer eens een koekje uit de trommel had gegapt… Mijn zussen hebben daar nog veel meer ervaring mee. Maar goed: Mijn lieve Ma kraakte alles, maar dan ook letterlijk álles aan dit flatje af. Zo noemde ze het ook: ‘flatje’. De makelaar van de verkoper protesteerde daar hevig tegen en sprak over een ‘appartement’; mijn moeder bleef halsstarrig ‘flatje’ zeggen. Uiteindelijk had ze een lijstje van twee en een half A-viertje met constructieve gebreken. Dus geen vlekje op de muur, nee: belangrijke zaken, zoals deze mooie ramen die het niet deden.”
Ik drukte op de schakelaar en de ramen gleden zacht zoemend open. “Wauw… en een prachtig balkon… En wat een uitzicht, man! En dat kon jij zomaar betalen?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee Rogier. Niet ‘zomaar’. Mijn ouders stonden garant voor me, ik had een goedbetaalde baan als universitair docent aan de TU Eindhoven én ik leidde een uiterst zuinig en vooral celibatair leven. Ik heb hier ruim anderhalf jaar in een soort bivak gewoond. Slapen in de studeerkamer, leven in de hal. De rest was nog niet bewoonbaar. En elke minuut aan vrije tijd besteed om dit ‘flatje’ om te toveren in het riante penthouse waar we nu in staan.” Ik grinnikte. “Vraag te zijner tijd maar eens aan m’n zussen hoe die hier logeerden.”
“Je zussen?”
Joline antwoordde. “Kom, eerst de kamers van Lot en Mar bekijken, daarna mag Kees je iets voorliegen over onze families. Onder het genot van een glaasje en knabbels…” We klopten op de deur van de kamers van Lot en Mar en Joline riep: “Dames… Alle pikante lingerie opgeruimd? Kunnen we veilig binnenkomen?” “Ja hoor, jullie zijn welkom.” Lot deed lachend de deur open. Ook hier keek Rogier goed om zich heen. “Volgens mij valt hier prima te slapen…” Charlotte knikte. “Ja. Zeker met deze schat naast me.” Rogier fronste héél even, wat Margot zag.
“Rogier je moet even wat dingen begrijpen. Lot en ik waren vanaf onze geboorte op elkaar aangewezen. Onze fysieke verwekkers, om het woord ‘ouders’ maar even te vermijden, waren zwaar teleurgesteld dat ze twee meiden op de wereld hadden gezet; liever hadden ze één zoon gehad, die het transportbedrijf van hen kon voortzetten. Vanaf onze prilste jeugd moesten we onze moeder in huis meehelpen. Stoffen, dweilen, zuigen, opruimen… Alles moest 24/7 er picobello uitzien, want er zou eens onverwacht bezoek kunnen komen…
En toen we op de middelbare school economie in ons vakkenpakket hadden, moesten we ook nog in de boekhouding van het bedrijf werken. Scheelde twee medewerkers qua salaris. En de tijd die we niet besteedden in huis of op de administratie moesten we gebruiken om de boeken van de Beweging te lezen. En we werden streng overhoord! Geen minuut vrije tijd. Dus… we waren elkaars bondgenoot. Vanaf halverwege de basisschool tot nu toe hebben we nooit meer ruzie gehad. Je zult er aan moeten wennen dat wij vier handen op één buik zijn. En ja, wij slapen ook in één bed. Hoewel dat hier niet meer nodig is, want hier zijn we veilig. Maar het voelt prima om Lot tegen me aan te hebben.” Ze zweeg even. “Het zal wennen zijn als ze bij jou is.”

Rogier legde een hand op haar schouder. “Dank je wel Margot. Ik hoop dat jij ook snel een lieve vent vindt waar je veilig naast in slaap kan vallen als Lot dat bij mij doet.” Die keek op. “Hohoho meneer van der Vlist… Wie had het hier over naast elkaar in slaap vallen? Ik niet hoor. U gaat wel héél erg snel.” Rogier gniffelde.
“In Den Haag noemen ze zoiets een proefballonnetje. Eens kijken hoe iemand op een bepaalde uitdrukking reageert. Nu weet ik in ieder geval dat ik je niet meteen tussen de lakens krijg. En dat is prima, Lot.” Een snelle zoen volgde en daarna zei Lot ondeugend: “Lakens zijn zo uit de tijd, Rogier. Dekbedden zijn praktischer.” Hij sloeg zijn ogen omhoog en keek me aan. “Wat moet ik hiermee, Kees?”

Ik knipoogde. “Ik ga je niet helpen. Zoek het lekker zelf uit met die bruine krullenbol. Succes… En nu drinken met wat knabbels! Ik krijg een droge strot van al dat geleuter!” We gingen de woonkamer weer in en ik inventariseerde de drankwensen. De dames gingen aan de wijn, ik nam een glas fris en Rogier vroeg: “Heb je ook pils?” Ik keek met een schuin oog naar de zussen en werd niet teleurgesteld. Lot snauwde: “Als jij aan het bier gaat, wordt er vandaag niet meer gezoend, meneer van der Vlist! Dit meisje heeft geen zin om een naar verschraald bier stinkende vent af te lebberen.”
Hij keek hulp zoekend naar mij. “Kees?” “Je hoorde je vriendinnetje, Rogier. De dames zijn niet zo gecharmeerd van bierlucht. Bovendien moet jij straks terugrijden naar Nijmegen; een van de regels in dit huis is: geen drank als je binnen 10 uur aan het verkeer deelneemt. Dus… de keuze is reuze.”
Hij koos voor een glas cola en Charlotte kroop tegen hem aan. “Verstandige vent ben jij. Hou ik wel van.”
“Dat komt goed uit, dame. Wederzijds.” Hij sloeg zijn arm om Lot heen. “En vertel nu eens hoe jullie families in elkaar steken, Joline. Ik ving wat op over zussen…” Ze wees naar mij. “Daarvoor moet je bij Kees zijn. Maar goed… Ik kom niet zo ver bij jou uit de buurt. Mijn ouders wonen in Malden. Daar ben ik, samen met mijn twee broers opgegroeid. Heerlijk! En vervolgens in Utrecht bedrijfseconomie gaan studeren…” Ze vertelde beknopt wat zich het afgelopen jaar had afgespeeld, tot ons trouwen toe.

“En nu jij, Kees!” Ik keek verwonderd. “Wat heb ik hier aan toe te voegen? Je hebt alles al verklapt!” “Maar nog niks van jouw achtergrond, Kees”, zei Rogier. “Hmm… Jij hebt opgelet. Goed om te weten…” Ik vertelde van mijn geboortehuis, van mijn ‘draken van zussen’, studie en het werk bij DT. “En als klap op vuurpijl, want dat heeft mijn echtgenote nog niet verteld: mijn zusjes hebben allebei nogal stevige verkering met de beide broers van Joline. En samen met deze twee dames zijn we een octet. Vrienden voor het leven. We hebben samen een aantal dingen meegemaakt en dat schept een enorm goeie band…”
Ik grijnsde. “En dat octet is tevens de ballotagecommissie die potentiële partners van deze beide dames gaat testen. Zakken voor de test staat gelijk aan geen verkering, hou dat maar voor ogen. Maar omdat we de beroerdsten niet zijn: bij drie leden van de commissie heb je nu al een streepje voor: Margot, Joline en bij mij.”
Rogier protesteerde. “Oh? En bij Lot dan?” Joline antwoordde vóór mij. “Lot is nu geen lid van de commissie, wegens ‘chronische subjectiviteit’. Haar mening telt even niet.”
Hij grinnikte. “Lekkere commissie… En wat doen jullie zussen en broers?” “Mijn lieve zusjes Clara en Melissa studeren biochemische wetenschappen in Wageningen. Beiden derde… wacht effe… nu nét vierdejaars studentes. Hun college’s beginnen over twee weken ook weer. En Joline haar broers: dat mag ze zelf vertellen.”
“Mijn broers zijn geen tweeling. Ton, de jongste maakte kennis met Clara Jonkman toen de families Jonkman en Boogers hier uitgenodigd werden om eens kennis te maken. Hij viel als een grindtegel voor haar charmes. Twee dagen later hadden ze een relatie. Rob, mijn lieve oudste broer was machinist op een containerschuit, totdat hij tijdens een verlof een week later ene Melissa Jonkman op een nogal pijnlijke wijze ontmoette: Melissa haalde hem onderuit toen hij wat rottige opmerkingen over mij maakte. Mel is nogal goed in het toepassen van vuile rugbytrucs. Enfin, die avond was ze ook de enige EHBO-er, dus moest de schade die ze veroorzaakt had, zelf repareren. Lang verhaal kort: aan het einde van diezelfde avond hadden ook verkering.”

Rogier keek opgelucht. “Dus dan hebben wij het nog rustig aan gedaan, begrijp ik? Poeh, dat valt mee.” Hij dacht na. “En jullie ouders?” Margot wees op een van de foto’s aan de muur. “Zowel Kees als Joline’s ouders zijn de beste ouders die je je maar kunt wensen. Kees z’n ouders hebben ons hele goeie raad gegeven toen wij nét een dag in Veldhoven woonden. Joline’s ouders zijn ook schatten, maar nét op een andere manier. En kijk uit met het maken van rot-opmerkingen over hun dochter; Joline’s moeder deelt uiterst effectieve oorvijgen uit. En wij zijn in de leer om die kunst ook meester te worden, pas dus maar op.” Hij keek gespeeld benauwd. “Nogal een fysieke boel in jullie families, dus…”
Joline knikte. “Als het nodig is: ja. En als er ander geweld nodig is: ook.” Rogier keek nu zéér vragend en Joline verklaarde: “Komt op een later moment nog wel eens aan de orde. We houden het nu liever gezellig.” Hij knikte. “Ik ben benieuwd…” Hij keek nogmaals naar de foto’s aan de muur. “En dat zijn dus jullie ouders, broers en zussen?” Ik knikte. “Ja. De moeder van Joline kun je er wel uithalen denk ik, haar vader ook. Dan is de keuze met betrekking tot de oudere generatie verder simpel: wat overblijft zijn mijn ouders.” “En die rode dames? Zijn dat je zussen? Die kun je toch niet uit elkaar houden?” Joline giebelde. “Sinds een jaartje is dat wat makkelijker geworden, Rogier. Kijk, Clara heeft haar vriendje Ton bijzonder stevig vast en Melissa haar vriendje Rob. Ruilen hebben ze voor zover wij weten nog niet gedaan.” “Lekker stelletje zo samen…”

Hij wees op een andere foto. “En wie zijn dat?” “Deze foto is gemaakt een paar minuten nadat we hadden afgesproken dat we samen zouden trouwen. Fred, die uit z’n krachten gegroeide kleerkast daar, was mijn mitrailleurschutter in Afghanistan. Later mijn plaatsvervanger. Heeft een Masterdegree in ICT en Cyber en werkt als ICT-er voor DT. Wij hebben in Afghanistan elkaars leven gered. Dat schept een band die hier in Nederland niet te bevatten is. Zijn nu echtgenote Wilma is ook Master, maar in iets economisch. Joline en Wilma hebben samen op economisch gebied een rijke familie onderuit gehaald. Zij zitten ook op één lijn. En daarom zijn we samen getrouwd. In Villa Klein Heumen aan de Scheidingsweg. En een enorm feest bij Joline’s ouders in de tuin. En na het feest naar Kasteel Doorwerth gegaan om daar de bruidssuite eens te inspecteren…”
Expres hield ik stil, maar Joline vulde mijn zin aan. “Gelukkig hadden ze er twee. Je kunt ook te ver gaan in het samen vieren van je bruiloft en alles wat daarbij hoort.” “Hé schat, da’s flauw.. Nu is mijn grap verziekt.” Ze bitste: “Ik heb een reputatie op te houden, Kees. Dat jij en Fred daar niet zo aan hechten is jullie zaak, maar Wilma en ik…” Ze werd onderbroken door Margot en Charlotte. “…zijn nette meisjes!”
Ze gierden het uit en Joline zuchtte. “Als mijn reputatie van keurig opgevoede jongedame en nu uiterst degelijke huisvrouw en econome door het slijk gehaald dreigt te worden, corrigeer ik degene die dat wil gaan doen met de uitdrukking: ‘Ik ben een net meisje!’ De laatste tijd wordt die uitdrukking echter nogal vaak tegen me gebruikt. Waarom is me een raadsel.”

Rogier was niet voor één gat te vangen en zei gortdroog: “Tja… als jij, binnen een week nadat je de liefde hebt verklaard aan Kees, in Ter Aar de boel de boel laat en bij Kees intrekt…” Verder kwam hij niet; Joline haalde uit en hij had z’n eerste draai om de oren te pakken. “Auw, verdomme!” Joline keek tevreden, beide zussen en ik kwamen niet meer bij van het lachen. “Dat er nog maar vele oorvijgen mogen volgen, Rogier”, hikte ik.
Hij keek me verontwaardigd aan. “En waarom dan wel, als ik vragen mag?” “Dat betekent dat je nog een lange tijd in ons gezelschap bent en dus een relatie met Lot hebt…” Hij wreef over z’n oor. “Ik ga eens over de voor- en nadelen van zo’n relatie nadenken. Héél lang, denk ik.”
Lot kroop tegen hem aan. “Zal ik je even helpen met nadenken?” Een lange kus volgde. “Dat zijn goeie argumenten, Ga zo door en ik neem een besluit.” Margot zei pesterig: “Hou je er rekening mee dat Lot en ik ijverige leerlingen van Joline zijn geweest als het gaat om het uitdelen van draaien om oren?” Hij keek Lot ongelovig aan en die knikte. “Ja. Pas dus maar op, mannetje. En denk er aan: álle vrouwelijke leden van ons octet zijn de kunst machtig. Geleerd van Joline’s moeder.” Hij bromde: “Gelukkig is dat niet mijn toekomstige schoonmoeder…”
“Dat zou je nog wel eens tegen kunnen vallen, Rogier. Tony, Joline’s moeder, beschouwt deze twee dames bijna als haar eigen dochters. Dus…” “Ik zal m’n motorhelm wel opdoen als ik in Malden moet opdraven. Kijken of ze dan nóg zo mept.” Joline stond op. “Iedereen zijn of haar drankje op? Mooi, dan gaan Kees, Margot en ik een stukje wandelen. Lot en Rogier wat jullie doen, moet je zelf weten.” Lot keek Rogier aan en bloosde diep. “Wij passen wel op het huis…” Ik zag nog nét dat Margot haar een knipoog gaf. “Bengel! Ga je mee?” De hond sprong op, rende naar de keuken en kwam met haar riem in de bek terug. “Goed zo Bengel.” Joline aaide haar kop. “Jongelui, wij bellen wel even; een kwartiertje voor we terug zijn. Tot straks. Kees, Margot, Bengel: naar buiten.”

In de lift keek ze ons aan. “Laat die twee even lekker van elkaar genieten.” Margot knikte. “Lief van je. We maken er wel een uitgebreide wandeling van; niet een ommetje over het cooperparcours en terug.” Nou dames, dat wordt dan weer een wandelingetje Oirschotse Heide… Maar Margot, mijn sterke verhalen zijn een beetje op.” Margot lachte. “Het is nu niet nodig om me uit een dipje te halen, Kees. Ik denk dat ik, toen Lot die middag bij Ben was, hetzelfde voelde als zij. Zenuwachtig. En dat had z’n invloed op mijn humeur. Nu geen last van. Rogier is een leuke gast en dat is prima voor Lot. En ik? Ik zie wel tegen wie ik aan loop. Is het vandaag niet, dan over een jaar misschien.”
We stapten in de auto en ik reed naar Middelbeers. Daar zette ik de auto een parkeerplaats en we liepen naar het noordoosten, en stuk bos in waar ik nog niet zo vaak geweest was. We kletsten over DT, over de studie van de dames, over de vakantie… En Bengel genoot. Die rende van de ene interessante heidepol naar de andere denneboom… snuffeldesnuffel… en weer even checken of wij er nog waren en dóór. Ze liep minstens drie keer zoveel als wij. Een ven op een open plek in het bos werd als drinkbak gebruikt; ze slobberde haar buik vol.
“Als ze er maar niet induikt!” zei Joline. “Béngel! Hierrrr!” De hond gehoorzaamde braaf en werd met een paar brokken beloond. “Bengel: Side!” En daarna bleef ze netjes naast ons lopen. “Ze heeft genoeg beweging gehad nu. Die ligt straks te ronken in haar mand, met haar kop op Balou.” “Misschien dat Balou straks kan vertellen wat hij allemaal gezien en gehoord heeft, schat. Ik ga het beest eens uithoren, denk ik.” Joline keek me streng aan, Margot ook. “Niks ervan, Kees Jonkman! Je gaat op die twee geen lompe grappen loslaten, anders…” Ze hief haar hand dreigend omhoog. “Oké, oké… Ik zal me wel weer gedragen, hoor. Ik zwaai Rogier straks wel uit. Kunnen we als mannen onderling nog even…”

Nu was het Margot die me onderbrak. “Meneer Jonkman, de enige die Rogier straks uitzwaait is mijn lieve zus. En hoe ze dat doet? Daar heeft ze geen getuigen bij nodig!” Nu keek ik écht sip. “Wij mogen ook niks meer, verdorie.” “Nee”, bitste Joline. “Jullie zitten onder de plak van ons, de dames. En héél soms, als je vreselijk braaf geweest bent, krijg je een beloning en mag je een stukje van mijn bovenbenen bekijken. Let wel: een stukje.”
Margot giebelde. “Dan is Kees op sommige dagen wel héél bijzonder braaf geweest, Jolien. Als hij ’s avonds een stuk of zes bovenbenen mocht bekijken. En strelen. En voelen…” Joline trok me tegen zich aan. “Soms hebben wij vrouwen wel een zwak momentje, Margot.” Een korte zoen volgde. Toen keek ze op haar horloge. “Kees, waar staat de auto?” Ik wees. “Een half uurtje lopen, die kant uit.” “Mooi. Dan bel ik Lot even dat ze over een minuut of veertig de thee klaar hebben staan.” Ze pakte haar mobiel. Het duurde een tijdje voor er opgenomen werd.
“Hoi Lot, met Jolien. Kunnen jullie straks wat theewater heet hebben? We lopen nu richting auto; volgens Kees zijn we over een minuut of veertig thuis.” Charlotte zei of vroeg nog wat en Joline antwoordde: “Nee, we staan niet over een minuut voor de deur. Dat zijn grappen die Kees zou uithalen, maar zo zitten Margot en ik niet in elkaar. Tot straks!” Ze borg haar telefoon op. “Nou, mijn reputatie is weer eens aan scherven. Dank je wel, schat!” Ze keek me aan. “Je bent er toe in staat, rotzakje. En nu lopen, richting auto.”

En na bijna drie kwartier stonden we in de lift. Margot giechelde. “Benieuwd hoe we die twee aantreffen…”Joline keek haar strak aan. “Wat voor Kees geldt, geldt ook voor jou, Margot. Geen flauwe grappen of schuine toespelingen. Dat doe je vanavond maar, als Rogier weg is en jullie naast elkaar in je bedje liggen. Dáár mag je als zussen lekker kletsen en daar hebben wij op onze beurt niets mee te maken.” Braaf liepen we het appartement in en daar hadden Lot en Rogier inderdaad een thermosfles heet water en thee in diverse smaakjes op tafel gezet. “Zo, stoere stappers… Lekker gelopen?” Margot wees op Bengel. “Die stoere hond hier heeft minstens twee keer onze afstand gelopen. Háár moet je complimenteren. En wat water geven en wellicht een grote kluif.” Op het woord ‘kluif’ begon Bengel te kwispelen. Lot stond op, pakte een grote kauwstaaf en gaf die aan Rogier. “Geef jij ‘m maar aan Bengel. Maar ze moet eerst netjes zitten!” Bengel boeide het niet wie de kluif gaf, als ze ‘m maar kreeg! Maar ze ging netjes voor Rogier zitten, koppie scheef en gaf een zacht piepje. “Goed zo Bengel. Brave hond.” Rogier strekte zijn hand uit en Bengel pakte de kluif netjes en beheerst aan.
“Dat doet ze keurig, Joline!” Die knikte. “Mijn pa is het afgelopen jaar naar een gehoorzaamheidstraining geweest. De gevolgen zijn goed te merken. Een jaar geleden zou ze die kluif uit je hand gerukt hebben. Ik was van plan om ook Kees naar die cursus te sturen, maar ze namen geen tweebeners aan, zeiden ze.” Op die manier leidde ze de aandacht een beetje af; ik kon zien dat Lot wat schichtig was.
Tijdens de thee vertelde ik Rogier nog wat over de foto van ’Spotters Peak’. “Jij bent dus daadwerkelijk in Afghanistan geweest, Kees? En in Bosnië? Respect, man.” Ik knikte. “Dank je wel. Maar zowel Bosnië als Afghanistan zijn één grote leerschool voor me geweest. Voordat ik in dienst ging was ik de ultieme solist. Kon prima leren, maar op school had ik slechts één vriend. De rest liet me links liggen. Toen ik in dienst ging veranderde dat; teamwork is keihard nodig, in je eentje red je het niet. Dát heb ik in de opleiding al geleerd, later werd het nog veel belangrijker. Met sommige lui in je groep klikt het meteen, met anderen minder of helemaal niet. Maar op het moment dat je in gevecht bent móet je van de ander op aan kunnen, ook al is dat niet je beste maatje, maar die knul die je in feite niet zo mag. En hij moet van jou op aan kunnen. Is dat niet het geval, heb je het gevecht bij voorbaat verloren.
En die attitude probeer ik op mijn huidige werk ook vast te houden in mijn team. Voordat ik bij DT naar binnen stapte, werkte mijn team op ad-hoc basis soms wel eens samen. Maar grotendeels deden ze hun eigen ding en werden de individuele plannen en ideeën pas in een laat stadium van het project bij elkaar gebracht. Toen ik teamleider werd heb ik dat twee weken lang aangezien en toen de meute een middag bij elkaar gecommandeerd. En ze een stevige les ‘samenwerking’ gegeven. En ze vertelt dat iedereen die loopt te kloten in mijn team daar snel spijt van krijgt…” Joline grinnikte. “En op een gegeven moment kreeg een van de teamleden dat te horen toen Kees z’n team langs mijn desk liep. Was wel leerzaam. Toen ze terugkwamen van hun wandelingetje liepen ze weer geintjes te maken.” Ik knikte. “En langzaam maar zeker werd het een ‘Team’. Met hoofdletter. Deden dingen samen. En toen heb ik ze, samen met hun partners, een avond hier uitgenodigd om elkaar beter te leren kennen. Dat werkte ook prima. En nu hangen ze als klittenband aan elkaar.” Ik moest glimlachen. “Eén van de succesjes die het leven die moeite waard maakt. Kan ik vreselijk van genieten.”
En Joline vulde aan: “Die manier van werken is nu door een paar andere teams overgenomen. Het gevolg is dat DT een steeds betere naam heeft gekregen in de offshore- en maritieme wereld. Het is een klein bedrijf, nog geen 40 man personeel, maar het is in feite één enorme kennis- en ervaringsbank. Alle medewerkers van de ontwerpteams mogen minimaal Ing. voor hun naam zetten, de plaatsvervangers en de teamleiders zijn Ir. Van mijn bureau is er nog maar één medewerkster die geen HBO-opleiding heeft, maar dat is over een half jaar ook geregeld. Kortom: een heerlijk bedrijf. Keihard werken, maar als het kan een lolletje en samen klaren we de klus.”

Rogier knikte. “Lijkt me heerlijk om zo naar je werk te gaan. Dan is ‘werk’ bijna geen werk meer.” Charlotte stootte hem aan. “Hé, jij bent toch ook Ing? Waarom niet solliciteren?” Ze keek ondeugend. “Ben je meteen van een paar problemen af: je bereikbaarheid in het ziekenhuis en je moet wat dichter bij Gorinchem gaan wonen. Ik weet in Arkel nog wel een leuk boerderijtje wat verbouwd wordt…” Joline gooide roet in het eten. “Dichter bij Gorinchem wonen hoeft niet persé. Mijn grote broer Rob, teamleider bij het nautische team, woont in Berg en Dal bij Nijmegen. Maar ja, die is vaker op een scheepswerf dan in Gorinchem…” Rogier keek haar aan. “Jouw broer werkt ook bij DT?”
Joline knikte.
“Hij was 1e machinist op zo’n containerschuit. Had het prima naar z’n zin aan boord, op de koffie na. Totdat hij Kees z’n jongste zus Melissa leerde kennen. Ze kregen in no time verkering en toen vond hij de machinekamer van zijn schuit een stuk minder interessant. Kees heeft ‘m geadviseerd om een open sollicitatie te schrijven en twee maanden later liep hij bij DT rond. Hij is nu teamleider van het team wat de technische installaties van schepen doet. Booreilanden vinden de heren van dat team beneden hun waardigheid. Zijn plaatsvervanger is Henry. Een jaar geleden een nerd 1e klasse, maar sinds hij een relatie heeft met onze juriste is Henry aardig losgekomen. En verder heeft Rob nog twee voormalig studiegenoten overgehaald om bij DT te gaan werken: een machinist van zo’n enorm cruiseschip en een machinist van de Marine.” Rogier keek van Joline naar Charlotte en naar mij. “Zitten jullie me nu over te halen om in Gorinchem te gaan werken?”
Ik wees op Lot. “Hé dame: jouw beurt. Jij hebt wat betere argumenten, zeg maar.”

Lot snapte het meteen en trok haar rokje een paar centimeter op. “En schat… Wat vind je van mijn argumenten?” Rogier keek haar ondeugend aan. “Die waren een uurtje geleden een stuk overtuigender, schoonheid. Een centimeter of dertig, zeg maar.” Lot ontplofte. “Lomperd! We zouden het netjes houden vandaag, hadden we afgesproken!” Margot, Joline en ik lagen dubbel van het lachen. “Prima reactie, Rogier… Die houden we er in!” Charlotte mopperde nog wat na, ik nam het over. “Rogier, denk er eens over na. De sfeer bij DT is prima, het werk mega-interessant en wie weet: ondanks dat het een bedrijf is met botte technici kom je wellicht een aardig meisje tegen…”
Hij keek bedachtzaam. “Kees, ik heb ervaring met fijne apparatuur. Installatie-techniek. Ziekenhuis-inventaris. Vanaf een CT-scanner tot en met ingebouwde wandcontactdozen. Geen nautische ervaring, behalve een werkweekje op de bruine vloot op de Waddenzee. Heeft DT behoefte aan zo’n vent?” Ik boog voorover. “Rogier, één ding, en dat is het laatste wat ik hier over zeg: je bent HBO-opgeleid technicus. Redelijk allround, zo te horen. Dat moet je wel zijn als je op een booreiland een klus moet klaren. Soms elektrisch, soms elektronisch en soms zit je tot over je ellebogen in de diesel, als een generator kuren vertoont. Niet alleen beperkt tot je eigen vakgebied, maar ook buiten je hokje denken. Dát zijn de lui die we nodig hebben.
En los daarvan: je bent, voor zover ik dat met mijn manne-ogen kan beoordelen een best wel aardige vent die open staat voor de mening van anderen. En, ook belangrijk: uitvoerend personeel niet als voetveeg ziet, maar als de vaklui die ze zijn. Een verdere beoordeling van jouw persoonlijkheid laat ik graag aan Lot over, die kan zich daar… ahum… wat diepgaander mee bemoeien dan ik.”

Lot werd een beetje rood en Rogier ook. Joline zag het en zei liefjes: “Is er iets wat jullie kwijt willen? Het hoeft niet hoor, maar als jullie ergens mee zitten…” Margot begon te giechelen en Lot zuchtte. “Mijn lieve zusje heeft het al door, maar voor de volledigheid: Rogier heeft zich een uurtje geleden inderdaad nogal ‘diepgaand’ met me bemoeid.” Ze draaide zich naar Rogier om en gaf hem een lange zoen. “En dat beviel ons beiden meer dan uitstekend”, vulde Rogier aan. Margot knipoogde naar Joline. “Had je goed gezien, Jolien!”
Ik keek vragend van de één naar de ander. “Ehhh… Wat, als ik vragen mag?” “Lot heeft nu een panty aan. Voordat we gingen wandelen droeg ze nylons.”
Charlotte mopperde. “Verdorie… En ik had er nog zó op gelet dat het dezelfde kleur was…” Margot trok haar naar zich toe en kuste haar zus. Even fluisterde Margot iets en Lot schudde duidelijk nee. “Mooi, schat”, zei Margot. Toen liet ze Lot los. “Even zusjes onderling. Moet je maar aan wennen, Rogier.” Die knikte. “Ik had al zo’n vermoeden. Maar even terug naar het orginele gespreksonderwerp: Menen jullie dat, van dat solliciteren?” Nu deed Joline het woord. “Ja. We komen goeie lui tekort. Ingenieurs met de poten in de klei. Of in de diesel, maakt ons niet uit. Bij Kees z’n Piraten is sowieso een vacature.” “Piraten? Leg uit…”

In het kort vertelde ik de ontstaansgeschiedenis van de naam en hoe wij door Gonnie op tekening waren gezet. En Joline vulde aan hoe we in piratentenue plotseling voor haar desk stonden. “En sinds die dag heet Team Drie niet meer Team Drie maar worden die malloten aangeduid met ‘de Piraten’. En daar zijn ze apetrots op.”
Ze sloeg een arm om me heen. “En ik ben de chef van de opper-piraat!” Ik kuste haar. “Voor zo’n chef doe ik alles.” Rogier zat nog met z’n hoofd te schudden. “Sorry mensen, het duizelt me een beetje… Een uurtje geleden lag ik met die dame naast me wel héle prettige dingen te doen…” Lot bloosde niet meer, maar straalde “…en nu wordt me de kans gegeven om te solliciteren bij een bedrijf waar mijn liefje ook werkt! En dat allemaal drie dagen nadat ik jullie gekleed uit een camper zag rennen en plompverloren in een Duits stuwmeer zag duiken…”
Hij gniffelde. “De volgende ochtend hoorde ik jullie praten en toen heb ik als de bliksem m’n zwembroek aangetrokken en ben ook dat meer ingedoken… Voor die tijd zat m’n zwembroek ergens diep onder in een van m’n motorkoffers verstopt…” Lot gaf hem een stomp. “En wij maar denken dat jij zo’n sportief type was die ’s morgens vroeg dat stuwmeer rondzwemt…” “Nou ja, als daar plotseling drie knappe meiden zwemmen, wil ik best m’n zwembroek aantrekken hoor. Hoewel ik wel moet zeggen dat jullie zwemtempo voor mij een aantal klikken te hoog was. Gelukkig kwam ik Kees tegen die me voor de koffie uitnodigde, waarvoor nogmaals dank.”

Ik knikte. “Graag gedaan. En nu even een praktische vraag: het is bijna half zes. Blijf jij eten Rogier? Je hebt ons ten slotte op een diner in die campingtent getrakteerd, dan kan ik wel wat terugdoen.” “Als dat niet teveel moeite is… Graag!” “Moeite, moeite… drie piepers meer schillen en wat extra sla maken. Goh, wat een moeite. Is er iets waar je allergisch voor bent of wat je absoluut niet door je keel kunt krijgen? Nú zeggen, anders ben je te laat.” Hij schudde zijn hoofd. “Mooi. Dan gaat deze chefkok zich even met de keuken bemoeien.” Een uurtje later gingen we aan tafel; de dames hadden Rogier bezig gehouden met wat verhalen van de afgelopen maanden. Hij was nogal ontsteld toen hij de complete geschiedenis van de zussen hoorde en onze acties richting familie Bongers en aanhang.
Ik bemoeide me er niet mee; laat de zussen het maar vertellen. En tijdens het eten was de conversatie deels technisch en maakten we nogal wat flauwe grappen met elkaar. Het klikte prima, ook met Margot, Joline en mij. En na nog een bak koffie zei Rogier: “Mogen wij ons even terugtrekken? Ik wil over een half uurtje weg en voor die tijd wil ik uitgebreid afscheid nemen van deze bruinharige schoonheid.” Lot en hij verdwenen naar de kamers van de zussen, om er tien minuten later weer uit te komen.
“Zo. Afscheid genomen.” Hij keek ons aan. “Beste mensen, dank voor de ontvangst hier, de gastvrijheid, het eten en het aanbod om te solliciteren.” Margot giebelde. “Je moet nog iemand bedanken, Rogier…” Hij keek haar streng aan. “Die heb ik al bedankt, maar daar was je niet bij. Om de woorden van je zus te gebruiken: tutje!”
We grinnikten, toen nam hij afscheid. Een hand van mij, een zoen van Margot en Joline en Lot zei: “Ik loop even met mijn liefje mee naar beneden.” Ze verdwenen in de lift en wij weer naar binnen.
“Zo dames… En wie van jullie ontdekte als eerste dat Lot haar nylons had ingeruild voor een panty?”
Lees verder: Mini - 278
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...