Door: P.D. Vile
Datum: 19-10-2023 | Cijfer: 9.1 | Gelezen: 8288
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 35 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Aftrekken, Neuken, Pijpen, Prinses, Sprookje,
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 35 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Aftrekken, Neuken, Pijpen, Prinses, Sprookje,
Ik heb dit verhaal in 2019 geschreven voor een Engelse website die intussen helaas niet meer bestaat. De originele titel is “Princess Alice and the Evil Knight”. Twee jaar later heb ik dit verhaal in het Nederlands vertaald. En nu, in 2023, heb ik die vertaling herschreven en aangepast zodat de inhoud beter aansluit op de regels van Opwindend.Net.
Veel leesplezier! En laat me vooral ook weten wat je ervan vindt. Dat kan via de reactieknop hieronder, maar als je liever niet op de site staat, dan kun je me ook mailen. Zie mijn profiel voor mijn email adres.
* * *
“Vertel je me nog een verhaaltje voor het slapen gaan, PD?”
“Wil je dat echt, Alicia? Ben je daar niet te oud voor?”
“Soms is het leuk om voorgelezen te worden. En me weer even klein te voelen. Net als vroeger. Alsjeblieft, mag het?”
Hoe zou ik ooit je smekende ogen kunnen weerstaan, mijn lieve meid?
Ik kus je zachtjes op je voorhoofd.
“Natuurlijk, Alicia. Wil je dat ik uit je boek voorlees? Of moet ik iets verzinnen?”
“Oh, zou je dat willen doen, PD?”
“Natuurlijk. Voor jou altijd. Geef me even de tijd om iets te bedenken.”
Ik kijk naar je. Ik ben een schrijver, ik zou een verhaal moeten kunnen bedenken. Maar normaal schrijf ik voor volwassenen. Jij bent niet mijn normale publiek. Je bent mijn 17-jarige nicht. Ik moet ervoor zorgen dat het verhaal past bij jouw belevingswereld. Ik moet aansluiten op wat jij fijn vindt.
* * *
Er was eens, in een land ver van hier, een prachtig kasteel. En in dat kasteel leefden de koning en de koningin, met hun dochter, de prinses. Haar naam was Alicia.
Ja, net als jij!
En ze was zeventien jaar oud.
Ook net als jij!
En ze was beeldschoon en prachtig om te zien.
Uiteraard niet zo mooi als jij, lieve Alicia. Dat is onmogelijk. Maar bijna, bijna net zo mooi als jij.
Iedereen in het rijk wist dat prinses Alicia de mooiste jonge vrouw van het land was.
Maar toen, op een slechte dag, renden verkenners tijdens het diner de eetzaal binnen.
“Heer Koning, heer Koning! Wij komen met slecht nieuws. Ons is ter ore gekomen dat de Verdorven Ridder uit zijn kerker is ontsnapt. Hij is op weg naar ons koninkrijk, belust op wraak.”
Alicia zag angst in haar vaders ogen. Maar hij was niet voor niets de koning. Dus hij verhief zich en sprak, tegen alle aanwezigen.
“Voorwaar, dat is inderdaad slecht nieuws. Bereid u voor, geliefde burgers. Het duister valt over ons rijk en ons wacht een lange strijd. De Verdorven Ridder is een ontzagwekkende vijand. Als hij komt, belust op wraak, voorwaar dan zal er leed komen over ons land. Maar vrees niet! Ten morgenstond verzamel ik mijn dapperste ridders, en we zullen uitrijden. We zullen de vijand zoeken. We zullen hem vinden. We zullen vechten. En we zullen zegevieren!”
“Dienaren! Breng wijn en voedsel. Voorzie onze dappere ridders van alles wat ze maar willen, want velen van hen zullen niet terugkeren. Zij verdienen een vreugdevolle nacht voordat ze huid en haar wagen op het strijdveld!”
“Ridders! Vier vanavond feest! Keer dan huiswaarts, om je geliefden vaarwel te zeggen. Morgen bij zonsopgang rijden we uit. Sommigen van ons zullen terugkeren als winnaars, als helden. Maar velen zullen ook sterven, en slechts voortleven in liederen en verhalen over jullie heldhaftig offer, die we zullen vertellen aan onze kinderen en kindskinderen.”
“Ridder Jos, voor jou heb ik een speciale opdracht. Jij rijdt morgen ook uit, maar niet met ons. Jouw taak zal zijn mijn geliefde vrouw en dochter naar het Westelijk Kasteel te begeleiden, en ze veilig te houden tot de Verdorven Ridder verslagen is.”
Maar toen gebeurde iets onverwachts. Alle aanwezigen zwegen, toen prinses Alicia opstond uit haar stoel, onverzettelijk onder de strenge blik van haar vader.
“Nee vader, ik wil niet vluchten. Ik wil mee uitrijden, met jou en met de ridders, en ons koninkrijk beschermen!”
“Nee kind, dat kan ik niet toestaan. Vechten is mannenwerk. Jij bent mijn dochter en de erfgenaam van de troon. Jij moet veilig zijn. Jij moet overleven, voor als ik het niet overleef. Jij gaat morgen mee met ridder Jos, en dat is mijn laatste woord.”
Prinses Alicia ging gehoorzaam weer zitten. Ze wist wel beter dan haar vader tegen te spreken.
Maar die nacht plaagden gedachten haar geest. Ze had alle boeken gelezen die ze kon vinden. Ze wist precies hoe deze verhalen afliepen.
Het is altijd, wist ze, altijd de prins die het koninkrijk redt, de koning en koningin redt en het gevaar afwendt. Maar prinses Alicia was enig kind. Er was geen prins in dit koninkrijk. Betekende dit dat er niemand was om de situatie te redden? Was het koninkrijk gedoemd?
Prinses Alicia was troonopvolger omdat er geen prins was. Zij was de enige afstammeling in de koninklijke bloedlijn. Maar … als zij in plaats van een prins de troonopvolger was, rustten dan niet ook alle andere taken van een prins op haar?
Haar vader had natuurlijk gelijk dat vechten mannenwerk was. Ze had nog nooit in haar leven een zwaard vastgehouden, ze zou geen schijn van kans maken. Maar toen glimlachte Alicia, omdat ze een idee kreeg. Ze had andere wapens, wapens waarvan alleen zij wist hoe ze die kon hanteren.
Haar besluit stond vast. Ze wachtte niet langer. Ze wist dat ridder Jos haar morgen niet uit het oog zou verliezen. Ze moest nu handelen.
Prinses Alicia stapte uit haar bed en liep toen door de donkere gangen van het kasteel naar de stal. Alles was stil. Het was gemakkelijk om de nachtwakers uit de weg te gaan.
Ze liep regelrecht naar Nachtschade, haar favoriete paard.
“Sssttt, Nachtschade,” fluisterde ze, “jij en ik gaan een ritje maken, maar je moet stil zijn.”
Ze leidde Nachtschade aan de teugels de stal uit en besteeg hem toen. Ze had geen idee waar ze heen moest. Maar haar vader had haar bevolen om voor haar veiligheid naar het Westelijk Kasteel te gaan. Het gevaar moest dus in het oosten liggen.
“Ren, Nachtschade,” zei ze, en ze renden weg. Oostwaarts, in volle galop.
* * *
Ik pauzeer, kijk naar je ingespannen blik.
“Wil je doen alsof jij prinses Alicia bent?”
Je knikt.
“Er is hier geen paard, maar we kunnen mijn been gebruiken. Ga maar schrijlings op één van mijn dijen zitten. Dan kan ik mijn been op en neer bewegen, en dan is het net alsof ik je paard ben.”
Je klimt uit je bed, op mijn schoot. Je slaat je armen om mijn rug, voor steun. Ik weet dat je nooit ondergoed draagt naar bed. Ik voel je blote kut op mijn blote been. Ik stuiter met mijn been en voel je schaamlippen op mijn been stuiteren.
“Is dit fijn zo? Zal ik verder vertellen?”
* * *
Reeds spoedig bemerkte prinses Alicia dat ze een vergissing had gemaakt. In haar haast om het kasteel te verlaten had ze zich geen tijd gegund om zich aan te kleden. Gelukkig was haar nachtpon kort. Door haar gewaad op te tillen, had ze genoeg bewegingsruimte om haar paard te bestijgen. Maar ze droeg er niets onder. Dus nu stuiterde haar naakte kutje telkens op en neer, op de warme, gespierde rug van Nachtschade. Ze voelde het tintelende gevoel dat ze zo goed kende van de momenten dat ze met zichzelf speelde. Ze voelde haar kut nat worden.
Ja, net zoals jij nu nat wordt op mijn been, lieve Alicia.
Ze wilde stoppen, zich neervlijen in de berm, en zichzelf bevredigen. Haar kutje aanraken, haar klitje wrijven, het orgasme vinden waar ze zo naar verlangde.
Maar nee, vermaande ze zichzelf, ik moet sterk zijn. Ik moet het koninkrijk redden.
En dus zette ze door. Met op elkaar geklemde tanden, terwijl kreuntjes van genot haar jonge mond ontvlieden, en haar kutsap Nachtschades rug bedekte.
Toen ze het niet langer aankon, vertraagde ze Nachtschade tot een zachte draf, drukte haar lichaam naar beneden en gleed heen en weer op zijn rug. Zo gaf ze haar schaamlipjes en haar gevoelige klitje de massage waar ze naar hunkerde.
Ja, zo, lieve Alicia. Precies zo.
Sneller en sneller bewoog ze, sneller nog, totdat ze haar lichaam voelde trillen door haar orgasme.
* * *
Ik pauzeer. Je zit nog na te schudden en trillen op mijn dijbeen.
Ik wacht totdat je ademhaling weer kalmeert.
* * *
Zodra prinses Alicia haar orgasme voelde verminderen, beval ze Nachtschade weer in volle galop te gaan. Totdat ze opnieuw de drang niet meer kon weerstaan, opnieuw moest vertragen om zichzelf op de warme paardenrug klaar te wrijven.
Ze reden en reden. Na vele uren, en minstens zes fantastische orgasmes, zag prinses Alicia het vage licht van een vuur in de verte. Ze wist waar ze was. Dit moest de ingang van de Duistere Grot zijn. Het was logisch dat de Verdorven Ridder daar zijn kamp zou hebben opgeslagen.
Prinses Alicia stapte van Nachtschade af, fluisterde “Blijf,” en liep toen zo zachtjes als ze kon door de struiken, naar de ingang van de grot. Ze zag één enkele wacht op wacht staan bij de smeulende resten van een kampvuur. Hij had een gigantisch zwaard om zijn middel gebonden; zijn schild stond dichtbij tegen een boom.
Ze slikte moeizaam. Zouden haar speciale wapens goed genoeg zijn om hem te verslaan? Of zou ze sterven, sterven als een stomme jonge deerne die dacht te kunnen vechten, door de hand en het zwaard van deze bruut?
Maar ze was niet het kasteel ontvlucht en helemaal hierheen gereden om nu onverrichter zake te vluchten. En dus verhief ze zich. Trots en fier stapte ze vanuit het struikgewas het licht in.
“Halt! Wie is daar?” brulde de wacht, terwijl hij zijn zwaard uit de schede trok en op de prinses richtte. Maar toen stopte hij. Een jonge vrouwe? Bijna een meisje, nog? Dat had hij niet verwacht.
De pauze was genoeg voor prinses Alicia om te spreken.
“Alsjeblieft, dappere wacht, dood me niet. Want ik ben het, prinses Alicia. En ik kom voor een audiëntie bij uw meester, de Verdorven Ridder. Ik kom en breng de boodschap van liefde.”
“Mijn meester neemt geen audiënties aan. Ik heb strikte orders om iedereen te doden die de grot in durft te gaan. Ik heb geen zin om zo'n prachtige jonge vrouw als jij te doden, maar één stap verder en ik heb geen keus.”
Prinses Alicia wist dat dit het moment van de waarheid was. Het moment om haar wapens te tonen, en te zien of ze effect zouden hebben.
Ze pakte de zoom van haar nachtjapon, trok die over haar hoofd en liet hem op de grond vallen.
Ja, zo, lieve Alicia. Zo deed ze dat.
Daar stond ze, in al haar naakte onschuld. De gladde huid op haar strakke buik. Haar borstjes, stevig overeind, zoals het een deerne van haar leeftijd betaamt, tepels die trots omhoog wezen. Haar zachte, met donker dons begroeide heuvel, en daaronder haar spleet, nog druipend van haar sappen.
De mond van de wacht viel open, en zijn zwaard viel op de grond. Hij stond daar maar en bewonderde de pure schoonheid die de prinses zo gewillig toonde.
De prinses zag het effect dat haar wapens hadden. Ze zag hoe zijn lendendoek zich oprichtte. Ze deed een stap naar voren en toen nog één, totdat hun lichamen elkaar bijna raakten. De prinses glimlachte, reikte onder de kleding van de wacht en vond zijn gezwollen mannelijkheid.
Ja, Alicia, zo. Precies zo!
Toen sprak de prinses.
“Ik hoop dat je nu inziet dat het beter is lief te hebben dan te vechten. Want vechten is de weg van de dood, en liefhebben is de weg van het leven. Ik ben prinses Alicia. Ik ben de prinses van de liefde. Ik wijd mijn leven en mijn koninkrijk aan het leven, niet aan de dood. Ik ben de prinses van de liefde!”
En toen begon ze de wacht af te trekken. Hij hijgde en gromde. Zijn hand vond één van de stevige borsten van de prinses en streelde haar daar. Zijn andere hand vond haar kont, kneep en masseerde haar billen. En de prinses pompte zijn opgezwollen lid, harder en harder, sneller en sneller.
Misschien een beetje rustiger, Alicia? Anders ben ik eerder klaar dan het verhaal.
Toen de prinses voelde dat de wacht op het punt stond klaar te komen, tilde ze zijn lendendoek op, en kon voor het eerst zijn grote staaf zijn. Ze richtte hem op haar borst, trok en streelde, totdat de wacht met een luide schreeuw van plezier explodeerde in een orgasme. Straal na straal van zijn schurkenzaad spoot tegen haar borstkas, haar borsten, haar buik. Ze voelde hoe het langs haar buik liep, over haar heuvel, naar haar benen.
Toen sprak de wacht.
“Dank je wel, lieve prinses Alicia. Je hebt me de dwaling van mijn wegen laten zien. Vanaf nu zal ik niet meer vechten. Ook ik kies nu het pad der liefde.”
En daarmee stond hij op en liep weg.
Prinses Alicia was trots op zichzelf. Ze had haar wapens gebruikt, en ze hadden gewerkt!
Maar ze moest de Verdorven Ridder nog onder ogen zien. Een man, zó duister, zó verdorven, dat alleen al het noemen van zijn naam iedereen in het koninkrijk deed huiveren van angst. Was hij niet té verdorven, té zwart in zijn hart, voor haar boodschap van liefde?
Maar de prinses had geen keus. Ze was zó ver gekomen. Ze moest verder. Moest het koninkrijk redden.
Met hernieuwde vastberadenheid keerde ze zich naar de ingang van de grot en liep naar binnen. Naakt als de dag dat ze werd geboren, terwijl het sperma van de wacht nog altijd langs haar buik en benen droop.
Ze betrad de Duistere Grot. Het was donker binnen, maar niet helemaal donker. Toen haar ogen eenmaal gewend waren, merkte ze dat er glimwier in de gangen groeide; het wier gaf net genoeg licht om te kunnen zien.
Na enkele bochten van de kronkelige grot zag ze een tot de tanden bewapende man. De prinses verschuilde zich achter een grote steen en zorgde dat alleen haar hoofd zichtbaar was; terwijl ze sprak:
“Ik ben het, prinses Alicia. Bent gij de Verdorven Ridder? Ik kom en breng de boodschap van liefde.”
De man sprong in de houding en trok zijn zwaard. Maar ook hij hield zich in toen hij zag dat de indringer nog maar een jonge vrouwe was.
“Ik ben slechts een wacht, die levenslang dienstbaarheid is verschuldigd aan de Verdorven Ridder. Ik weet niet hoe je de eerste wacht bent gepasseerd, jongedame. Maar je komt niet langs mij heen.”
Maar prinses Alicia stapte dapper voorwaarts, vertrouwend dat haar charmante wapens haar niet teleur zouden stellen. Ze zette stap na stap. Zou de wacht zijn zwaard tegen haar verheffen? Maar toen zag ze dat het niet zijn zwaard was, maar zijn mannelijkheid die hij verhief.
Prinses Alicia knielde aan de voeten van de wacht, tilde zijn lendendoek op en nam zijn hard kloppende lid in haar handen. Toen opende ze haar mond en liet hem binnen.
Oohhh, ja. Ja, Alicia. Ja, zo deed de prinses het!
Ze draaide haar tong rond het gevoelige puntje. Ze zoog. Ze nam hem zo diep als ze kon, dan weer terug, bewoog haar hoofd steeds op en neer.
Rustig aan, Alicia, rustig aan!
Al snel voelde ze dat de man dicht bij zijn climax kwam. Ze sloot haar mond, zoog hard, en toen hoorde ze een diep grommend gebrul uit de keel van de man komen, terwijl ze straal na straal van zijn mannelijke vloeistoffen in haar jonge mond voelde spuiten.
Ze probeerde alles door te slikken, maar ze hield het niet bij. Het was te veel. Ze voelde een klein stroompje uit haar mond lopen, over haar kin, naar haar borst.
Eindelijk stopte de wacht met klaarkomen. Alicia stond op, slikte het laatste zaad dat ze in haar mond had door, en verklaarde toen statig:
“Ik ben prinses Alicia. Ik ben de prinses van de liefde. Ik hoop dat je nu inziet dat het beter is lief te hebben dan te vechten. Want vechten is de weg van de dood, en liefhebben is de weg van het leven. Ik wijd mijn leven en mijn koninkrijk aan het leven, niet aan de dood. Ik ben de prinses van de liefde!”
En de wacht zeeg zijn hoofd en antwoordde:
“Dank je wel, prinses Alicia. Je hebt me de dwaling van mijn wegen laten zien. Vanaf nu zal ik niet meer vechten. Ook ik kies nu het pad van de liefde.”
Hij draaide zich om om weg te gaan, maar sprak nog één keer.
“Als je door deze gang gaat, zul je nog één wacht vinden voordat je de Verdorven Ridder bereikt. Pas op, mijn prinses. De laatste wacht zal moeilijker te beïnvloeden zijn dan ik. En de Verdorven Ridder zelf …”
Hij huiverde.
“Ik hoop dat het je lukt, maar ik ben bang dat de duisternis van zijn ziel zelfs voor jou te veel zal zijn om te overwinnen.”
Prinses Alicia schraapte haar moed bijeen, en liep toen verder. Zacht schrijdend, zonder geluid te maken, om elke hoekje glurend voordat ze naar voren stapte. Al snel zag ze de derde wacht. Hij zat op de grond, ogen gesloten, alsof hij sliep. Maar zijn hand lag op zijn zwaard en de prinses twijfelde er niet aan dat hij direct zou ontwaken als ze zou proberen te passeren.
Ze zette een stap terug, weer volledig buiten zicht, en verhief toen haar stem.
“Wacht, wordt wakker! Ik ben het, prinses Alicia. En ik kom voor een audiëntie bij je meester, de Verdorven Ridder. Ik kom en breng de boodschap van liefde.”
Ze hoorde het geritsel van de wacht die zijn zwaard greep.
“Toon jezelf, indringer! Ik weet niet wie je bent. Ik weet niet hoe je hier bent gekomen. Maar één stap naderbij en ik steek mijn zwaard diep in je!”
Ze stapte uit de schaduw, in het licht. Ze toonde haar jonge naaktheid, haar met sperma bevlekte kin en buik, haar slanke vorm.
“Zou je niet liever iets anders diep in me willen steken?”
En zonder zijn antwoord af te wachten, ging ze schrijlings op hem zitten, greep zijn snel groeiende lid, leidde het naar haar nauwe ingang, en liet zich op hem zakken.
Ja inderdaad. Op die manier. Mmmm, zó lekker!
Ze voelde hoe zijn hardheid haar vulde en vroeg zich af of zij dit nu misschien zelfs meer nodig had dan hij. Ze spande haar inwendige spieren om zijn lid. En toen begon ze met haar heupen te bewegen, op en neer, op en neer, zo snel als ze kon. Ze hoorde de wacht hijgen en kreunen, voelde hoe zijn heupen synchroon met de hare op en neer bewogen.
En toen …
Oh mijn god, oh god. Oooohhh, ja! Ooooh, dit is zo lekker! Ik kom!!!
* * *
Mijn orgasme eindigt, en het jouwe ook. Ik sluit je in mijn armen. Heb je enig idee hoeveel ik op dit moment van je hou? Hoeveel ik altijd van je hou?
Je ademhaling wordt weer normaal. Je opent je ogen.
“Is dat het einde van het verhaal? Hoe zit het met de Verdorven Ridder?”
“Nee, er komt nog meer, lieve Alicia. Maar ik heb nog wat tijd nodig om weer op adem te komen.”
“Laat mij maar helpen,” zeg je, waarna je je mond om mijn lippen sluit en zachtjes wat lucht in mijn mond blaast.
Ik grinnik. “Waar waren we?”
* * *
De prinses voelde hoe zijn hardheid haar vulde en vroeg zich af of zij dit nu misschien zelfs meer nodig had dan hij. Ze spande haar inwendige spieren om zijn lid. En toen begon ze met haar heupen te bewegen, op en neer, op en neer, zo snel als ze kon. Ze hoorde de wacht hijgen en kreunen, voelde hoe zijn heupen synchroon met de hare op en neer bewogen.
En toen voelde ze een enorm orgasme door haar lijfje golven, sterker dan ze ooit had gehad. Ze beet op haar lip en onderdrukte een schreeuw. En tegelijkertijd voelde ze het krachtige lid van de wacht pulseren en krampen, haar wachtende baarmoeder vullen met straal na straal van zijn warme sperma.
Ze zaten een tijdje in stilte, om op adem te komen na hun wederzijdse orgasme. Maar toen stond prinses Alicia op. Ze zag zijn nu zachte mannelijkheid uit haar vallen, voelde een klodder sperma er achter aan naar buiten lopen.
“Ik ben prinses Alicia. Ik ben de prinses van de liefde. Ik hoop dat je nu inziet dat het beter is lief te hebben dan te vechten. Want vechten is de weg van de dood, en liefhebben is de weg van het leven. Ik wijd mijn leven en mijn koninkrijk aan het leven, niet aan de dood. Ik ben de prinses van de liefde!”
De wacht knikte slechts.
“Ik dank je voor je les, lieve prinses Alicia. Ik ben je voor altijd dank verschuldigd, en je hebt mijn trouw. Ik zal nooit meer het pad van vechten kiezen. Maar let op. Voor je ligt de laatste uitdaging, de Verdorven Ridder. Het zou mij een eer zijn om je te vergezellen op deze laatste uitdaging, en mijn leven voor je te geven als dat moet.”
Maar de prinses zei:
“Ik dank je, beste wacht. Maar deze uitdaging is voor mij en voor mij alleen. En jouw leven is niet aan mij om te nemen, noch aan jou om weg te geven. Het is aan jou om te leven. Ga heen, leid je leven, en verspreid mijn boodschap van liefde. Ik, prinses Alicia, de prinses van de liefde, zal nu op pad gaan en mijn grootste vijand onder ogen zien.”
De dappere prinses Alicia draaide zich toen om, en liep verder. Ze wist dat het moeilijk zou worden. Ze wist dat deze vijand anders zou zijn dan alle anderen. Maar ze wist ook dat ze haar koninkrijk moest verdedigen. Dat ze haar boodschap van liefde moest verdedigen … of moest sterven terwijl ze dat probeerde.
Weldra zag ze het dansende licht van een kampvuur om een bocht. Ze stapte naar voren, het licht in, en zag een grote grot. En daar, staande naast het vuur, was hij. De Verdorven Ridder.
Hij zag er verrassend knap uit. Sterk, groot, mannelijk. Maar de prinses huiverde toen ze zijn gezicht zag. Ondanks zijn goede trekken, de hoge jukbeenderen, het geweldige haar, het brede kaakbeen … ondanks al dat was zijn gezicht eng. Het waren de ogen, concludeerde ze. Ogen, donker als de nacht. En ogen zonder ziel, met nog geen spoortje empathie.
De prinses huiverde, maar ze gaf niet op.
“Ik ben het, prinses Alicia. En ik kom jou, Verdorven Ridder, de boodschap van liefde brengen. Het is beter lief te hebben dan te vechten. Want vechten is de weg van de dood, en liefhebben is de weg van het leven. Ik wijd mijn leven en mijn koninkrijk aan het leven, niet aan de dood. Ik ben de prinses van de liefde!”
De Verdorven Ridder opende zijn mond en er kwam een dreigend, hol gelach uit.
“Nou, prinses van de liefde. Ik heb je vorderingen bekeken. Ik geef toe, ik ben onder de indruk. En het is … ongemakkelijk, dat ik nu weer nieuwe wachten op moet leiden.”
“Maar je zoektocht eindigt hier. Want ik ben het, de Verdorven Ridder. Ik ken geen liefde, want mijn hart is verstoken van emotie en gevoelens. Ik ken alleen dood, verderf, en vernietiging. En jou vernietigen is wat ik zal doen.”
En daarna nam hij zijn zwaard ter hand en begon naar de prinses toe te lopen. Rustig, langzaam, beslist.
Prinses Alicia voelde paniek opkomen. Ze stond daar, naakt. Sperma gutste nog steeds uit haar jonge poes. De druppel die langs haar kin liep, baande zich nu langzaam een weg naar beneden langs haar borst. En de vlekken op haar buik begonnen al op te drogen.
Hoe konden haar schoonheid en haar ongeremde seksualiteit geen enkel effect hebben op deze man? Was hij dan immuun voor haar wapens?
Ze zag de Verdorven Ridder zijn zwaard opheffen en op haar borst richten. Ze zag hem naderbij komen. Langzaam, beslist, steeds dichterbij, stap voor stap. Ze wist dat hij niet zou stoppen. Ze wist dat rennen niet zou helpen. Ze wist dat ze zou sterven.
Tenzij …
“Verdorven Ridder, als vandaag mijn dag is om te sterven, dan sterf ik. Maar wil je je slachtoffer niet nog één laatste wens gunnen?”
De Verdorven Ridder stopte zijn nadering.
“Eén wens zul je krijgen, prinses Alicia. Wat is het dat je verlangt?”
“Ik verlang ernaar jou te plezieren, mijn Heer. Om jou te plezieren, en om door jou te worden bevredigd. Je voelt dan misschien geen liefde in je hart, maar je begrijpt toch zeker wel de lust? Er brand nu een lust in mijn lendenen. Laat me je berijden. Laat ons samen het ultieme plezier beleven. Daarna zal ik mijn lot aanvaarden en sterven door jouw hand en zwaard.”
De Verdorven Ridder antwoordde niet. Hij legde zijn zwaard weg, gespte zijn broek los, en trok zijn hemd uit. De prinses kon niet anders dan zijn lichaam te bewonderen. Zijn sterke spieren, zijn perfecte buikspieren. En zijn mannelijkheid, nog slap maar nu al een indrukwekkende maat. Als hij die lege holle ogen niet had gehad, dan was hij haar perfecte man geweest.
Hij ging op een groot rotsblok zitten en wachtte af wat de prinses zou doen.
Prinses Alicia stak voorzichtig een hand uit om zijn lid aan te raken. Ze pakte het vast, hield het stevig vast en begon toen te aaien.
Oh, ja, precies op die manier Alicia.
Al snel merkte ze het effect. Ze voelde zijn mannelijkheid opzwellen, voelde zijn lid groeien.
“Voelt dit goed?” vroeg ze.
De Verdorven Ridder gromde enkel. De prinses vatte dat op als een ja.
De Verdorven Ridder werd groter en stijver, totdat hij volledig hard was. De prinses kwam dichterbij en keek met belangstelling toe hoe zich een eerste druppel voorvocht vormde. Ze doopte haar vinger erin en bracht hem naar haar mond om van de smaak te genieten.
En toen, zonder waarschuwing, deed ze haar mond wijd open en liet haar hoofd zakken.
Ja! Ja, Alicia! Zo, inderdaad. Ga door!
De Boze Ridder voelde haar warme en zachte mond zijn hardheid omsluiten. Voelde haar tong draaien, voelde haar tanden schrapen, zachtjes en teder, niet genoeg voor pijn, net genoeg voor plezier.
De jonge prinses bleef maar zuigen en zuigen totdat ze eindelijk voelde dat de Verdorven Ridder zijn orgasme naderde. Toen stopte ze.
Voordat de Verdorven Ridder iets kon zeggen, zette ze zich op zijn schoot en liet zich zakken. Ze voelde zijn keiharde paal haar strakke jonge kut spietsen. Ze hoorde het vochtige geluid van haar sapjes die naar buiten werden geperst.
Oh ja! Ja, Alicia!
“Oh ja!” was alles wat de prinses kon zeggen, terwijl ze voelde hoe ze van binnen helemaal gevuld werd.
De Verdorven Ridder reageerde met een grom.
Prinses Alicia omhelsde zijn gespierde lichaam en drukte haar stevige tietjes hard tegen zijn borstkas. En toen begon ze met haar heupen te wiegen.
Oh... oh ja... Ja, Alicia, zo, zo. Oohhh!
De prinses voelde zijn lid in en uit glijden bij elke beweging die ze maakte. Ze voelde de punt van zijn staaf haar baarmoederhals kietelen bij elke inwaartse beweging. Voelde hoe de ruwe huid haar gevoelige klitje masseerde terwijl hij in en uit haar gleed.
Ze verhoogde het tempo. De Verdorven Ridder had haar wapens lange tijd weerstaan. Maar nu was zijn weerstand gebroken. Ze voelde dat zijn climax snel naderde. Ze voelde zijn lichaam verstrakken. Voelde hoe haar eigen kutje begon te stuiptrekken, terwijl golf na golf van pure vreugde door haar lichaam trok. En tegelijkertijd voelde ze hoe straal na sterke straal tegen de achterwand van haar baarmoeder spetterde.
* * *
Voelde dat fijn? Ik wacht wel even tot je bent bijgekomen voordat ik het verhaal afmaak.
* * *
De prinses voelde zich gelukkig. Ze wist zeker dat ze had gewonnen. De liefde was de sterkere kracht gebleken.
Maar toen opende hij zijn ogen en tot haar schrik zag ze nog steeds geen empathie, geen ziel.
“Je laatste wens is vervuld, dappere kleine prinses. Dus nu is je tijd gekomen. Bereid je voor om te sterven.”
De prinses wist dat ze snel moest handelen. Snel met een goed idee moest komen.
Vlug flapte ze eruit: “Wacht, we zijn nog niet klaar!”
“Niet?”
“Dit was nog maar het begin. Er is nog zoveel meer!”
Ze greep zijn hand, bracht die naar haar borst, en moedigde hem aan om te voelen, aan te raken, te spelen. Ze leunde naar voren, kuste hem, stak zachtjes haar tong in zijn mond. En ze concentreerde zich op haar bekkenspieren. Ze trok ze samen, liet weer los, trok ze weer samen. Ze voelde hoe de leeglopende mannelijkheid van de Verdorven Ridder in haar nu toch weer begon te groeien.
"Zie je wel?" fluisterde ze.
Ze bleef haar heupen bewegen, kuste zijn mond, streelde zijn buikspieren. Ze kwam, en ze kwam opnieuw, en opnieuw. En de derde keer werd hij ook over de drempel getrokken en liet nog een lading krachtig zaad achter in de jonge baarmoeder van de prinses.
“Nog niet klaar,” fluisterde de prinses, nog voordat de Verdorven Ridder zelfs maar kon bijkomen, “er is nog meer.”
Opnieuw slaagde ze erin om zijn staaf tot volledige erectie te masseren. Ze wist dat ze elke truc die ze kende, moest gebruiken. Het was tijd voor haar laatste, haar beste geheime wapen.
Het was haar eigen speciale techniek. Ze noemde het de bunnyhop. En als er ooit een moment was dat ze het nodig had, dan was dat …
Oh JA! Ja, Alicia, dat is het. ik kom klaar!!!
* * *
Wauw, dat was geweldig. Dank je wel, lief kind!
Wacht, nu heb ik meer tijd nodig. Eén minuut. Geen me één minuut, daarna vertel ik de rest.
* * *
De volgende ochtend, bij het eerste licht, reden de koning en zijn ridders uit om de Verdorven Ridder te vinden en te bevechten. Ze reden oostwaarts. Al snel bereikten ze de ingang van de Duistere Grot en vonden daar de overblijfselen van een kampvuur. Ze onderzochten de sporen. Het was duidelijk dat de Verdorven Ridder daar zijn kamp had opgeslagen voor de nacht, en ook dat hij nog niet was vertrokken.
Vreemd. Waarom waren er dan geen wachten?
Ze passeerden de ingang van de grot en liepen door de lange en bochtige gangen. Eindelijk kwamen ze aan in de grote grot, waar ze de Verdorven Ridder zagen, languit op de grond, slap en uitgeput. En schrijlings op hem, zijn slappe lid nog steeds in haar druipende kut, zat prinses Alicia, van onder tot boven bedekt met sperma en meisjessap.
“Ik ben prinses Alicia. Ik ben de prinses van de liefde. Ik hoop dat je nu inziet dat het beter is lief te hebben dan te vechten. Want vechten is de weg van de dood, en liefhebben is de weg van het leven. Ik wijd mijn leven en mijn koninkrijk aan het leven, niet aan de dood. Ik ben de prinses van de liefde!”
En toen draaide ze zich grijnzend naar het vermoeide gezicht van de Verdorven Ridder.
“Maar ik ben ook de prinses van de lust, en geen man of vrouw in dit land kan mij evenaren. Misschien heb je de weg van liefde nog steeds niet geleerd. Maar je hebt zeker geleerd dat je geen partij voor mij bent op het gebied van lust.”
En toen wendde ze zich weer tot de ridders.
“Is iemand van jullie mans genoeg voor mij? Ik ben nog maar net begonnen!”
* * *
Ik stop en lach je toe.
“Einde.”
Je kijkt me aan en slaakt een diepe zucht. Ik kus je zachtjes op je voorhoofd, terwijl ik je lakens instop.
“Maar wat is er dan met de Verdorven Ridder gebeurd?” vraag je.
“De ridders sloegen hem in de boeien. Hij was té uitgeput om weerstand te bieden. En toen werd hij weer in de kerker gesmeten waar hij eerder uit ontsnapte, met nóg meer bewakers en nóg meer kettingen en nóg meer deuren dan eerst.”
“En daar moet hij dan blijven? Voor altijd? Dat is toch zielig?”
“Hmmm, ja. Oké. Misschien kan ik het einde nog een beetje beter maken?”
* * *
De Verdorven Ridder was terug in zijn kerker. Alleen. Zoals vroeger.
Maar niet langer wilde hij nog ontsnappen. Niet langer bevocht hij zijn lot. Want er was één ding dat het goed maakte.
Eens per week hoorde hij zachte voetstappen de trap afdalen. De deur zou opengaan en een kleine, naakte figuur zou binnenkomen.
“Goede dag, prinses van de lust. Hoe kan ik je vandaag bevredigen?”
* * *
Veel leesplezier! En laat me vooral ook weten wat je ervan vindt. Dat kan via de reactieknop hieronder, maar als je liever niet op de site staat, dan kun je me ook mailen. Zie mijn profiel voor mijn email adres.
* * *
“Vertel je me nog een verhaaltje voor het slapen gaan, PD?”
“Wil je dat echt, Alicia? Ben je daar niet te oud voor?”
“Soms is het leuk om voorgelezen te worden. En me weer even klein te voelen. Net als vroeger. Alsjeblieft, mag het?”
Hoe zou ik ooit je smekende ogen kunnen weerstaan, mijn lieve meid?
Ik kus je zachtjes op je voorhoofd.
“Natuurlijk, Alicia. Wil je dat ik uit je boek voorlees? Of moet ik iets verzinnen?”
“Oh, zou je dat willen doen, PD?”
“Natuurlijk. Voor jou altijd. Geef me even de tijd om iets te bedenken.”
Ik kijk naar je. Ik ben een schrijver, ik zou een verhaal moeten kunnen bedenken. Maar normaal schrijf ik voor volwassenen. Jij bent niet mijn normale publiek. Je bent mijn 17-jarige nicht. Ik moet ervoor zorgen dat het verhaal past bij jouw belevingswereld. Ik moet aansluiten op wat jij fijn vindt.
* * *
Er was eens, in een land ver van hier, een prachtig kasteel. En in dat kasteel leefden de koning en de koningin, met hun dochter, de prinses. Haar naam was Alicia.
Ja, net als jij!
En ze was zeventien jaar oud.
Ook net als jij!
En ze was beeldschoon en prachtig om te zien.
Uiteraard niet zo mooi als jij, lieve Alicia. Dat is onmogelijk. Maar bijna, bijna net zo mooi als jij.
Iedereen in het rijk wist dat prinses Alicia de mooiste jonge vrouw van het land was.
Maar toen, op een slechte dag, renden verkenners tijdens het diner de eetzaal binnen.
“Heer Koning, heer Koning! Wij komen met slecht nieuws. Ons is ter ore gekomen dat de Verdorven Ridder uit zijn kerker is ontsnapt. Hij is op weg naar ons koninkrijk, belust op wraak.”
Alicia zag angst in haar vaders ogen. Maar hij was niet voor niets de koning. Dus hij verhief zich en sprak, tegen alle aanwezigen.
“Voorwaar, dat is inderdaad slecht nieuws. Bereid u voor, geliefde burgers. Het duister valt over ons rijk en ons wacht een lange strijd. De Verdorven Ridder is een ontzagwekkende vijand. Als hij komt, belust op wraak, voorwaar dan zal er leed komen over ons land. Maar vrees niet! Ten morgenstond verzamel ik mijn dapperste ridders, en we zullen uitrijden. We zullen de vijand zoeken. We zullen hem vinden. We zullen vechten. En we zullen zegevieren!”
“Dienaren! Breng wijn en voedsel. Voorzie onze dappere ridders van alles wat ze maar willen, want velen van hen zullen niet terugkeren. Zij verdienen een vreugdevolle nacht voordat ze huid en haar wagen op het strijdveld!”
“Ridders! Vier vanavond feest! Keer dan huiswaarts, om je geliefden vaarwel te zeggen. Morgen bij zonsopgang rijden we uit. Sommigen van ons zullen terugkeren als winnaars, als helden. Maar velen zullen ook sterven, en slechts voortleven in liederen en verhalen over jullie heldhaftig offer, die we zullen vertellen aan onze kinderen en kindskinderen.”
“Ridder Jos, voor jou heb ik een speciale opdracht. Jij rijdt morgen ook uit, maar niet met ons. Jouw taak zal zijn mijn geliefde vrouw en dochter naar het Westelijk Kasteel te begeleiden, en ze veilig te houden tot de Verdorven Ridder verslagen is.”
Maar toen gebeurde iets onverwachts. Alle aanwezigen zwegen, toen prinses Alicia opstond uit haar stoel, onverzettelijk onder de strenge blik van haar vader.
“Nee vader, ik wil niet vluchten. Ik wil mee uitrijden, met jou en met de ridders, en ons koninkrijk beschermen!”
“Nee kind, dat kan ik niet toestaan. Vechten is mannenwerk. Jij bent mijn dochter en de erfgenaam van de troon. Jij moet veilig zijn. Jij moet overleven, voor als ik het niet overleef. Jij gaat morgen mee met ridder Jos, en dat is mijn laatste woord.”
Prinses Alicia ging gehoorzaam weer zitten. Ze wist wel beter dan haar vader tegen te spreken.
Maar die nacht plaagden gedachten haar geest. Ze had alle boeken gelezen die ze kon vinden. Ze wist precies hoe deze verhalen afliepen.
Het is altijd, wist ze, altijd de prins die het koninkrijk redt, de koning en koningin redt en het gevaar afwendt. Maar prinses Alicia was enig kind. Er was geen prins in dit koninkrijk. Betekende dit dat er niemand was om de situatie te redden? Was het koninkrijk gedoemd?
Prinses Alicia was troonopvolger omdat er geen prins was. Zij was de enige afstammeling in de koninklijke bloedlijn. Maar … als zij in plaats van een prins de troonopvolger was, rustten dan niet ook alle andere taken van een prins op haar?
Haar vader had natuurlijk gelijk dat vechten mannenwerk was. Ze had nog nooit in haar leven een zwaard vastgehouden, ze zou geen schijn van kans maken. Maar toen glimlachte Alicia, omdat ze een idee kreeg. Ze had andere wapens, wapens waarvan alleen zij wist hoe ze die kon hanteren.
Haar besluit stond vast. Ze wachtte niet langer. Ze wist dat ridder Jos haar morgen niet uit het oog zou verliezen. Ze moest nu handelen.
Prinses Alicia stapte uit haar bed en liep toen door de donkere gangen van het kasteel naar de stal. Alles was stil. Het was gemakkelijk om de nachtwakers uit de weg te gaan.
Ze liep regelrecht naar Nachtschade, haar favoriete paard.
“Sssttt, Nachtschade,” fluisterde ze, “jij en ik gaan een ritje maken, maar je moet stil zijn.”
Ze leidde Nachtschade aan de teugels de stal uit en besteeg hem toen. Ze had geen idee waar ze heen moest. Maar haar vader had haar bevolen om voor haar veiligheid naar het Westelijk Kasteel te gaan. Het gevaar moest dus in het oosten liggen.
“Ren, Nachtschade,” zei ze, en ze renden weg. Oostwaarts, in volle galop.
* * *
Ik pauzeer, kijk naar je ingespannen blik.
“Wil je doen alsof jij prinses Alicia bent?”
Je knikt.
“Er is hier geen paard, maar we kunnen mijn been gebruiken. Ga maar schrijlings op één van mijn dijen zitten. Dan kan ik mijn been op en neer bewegen, en dan is het net alsof ik je paard ben.”
Je klimt uit je bed, op mijn schoot. Je slaat je armen om mijn rug, voor steun. Ik weet dat je nooit ondergoed draagt naar bed. Ik voel je blote kut op mijn blote been. Ik stuiter met mijn been en voel je schaamlippen op mijn been stuiteren.
“Is dit fijn zo? Zal ik verder vertellen?”
* * *
Reeds spoedig bemerkte prinses Alicia dat ze een vergissing had gemaakt. In haar haast om het kasteel te verlaten had ze zich geen tijd gegund om zich aan te kleden. Gelukkig was haar nachtpon kort. Door haar gewaad op te tillen, had ze genoeg bewegingsruimte om haar paard te bestijgen. Maar ze droeg er niets onder. Dus nu stuiterde haar naakte kutje telkens op en neer, op de warme, gespierde rug van Nachtschade. Ze voelde het tintelende gevoel dat ze zo goed kende van de momenten dat ze met zichzelf speelde. Ze voelde haar kut nat worden.
Ja, net zoals jij nu nat wordt op mijn been, lieve Alicia.
Ze wilde stoppen, zich neervlijen in de berm, en zichzelf bevredigen. Haar kutje aanraken, haar klitje wrijven, het orgasme vinden waar ze zo naar verlangde.
Maar nee, vermaande ze zichzelf, ik moet sterk zijn. Ik moet het koninkrijk redden.
En dus zette ze door. Met op elkaar geklemde tanden, terwijl kreuntjes van genot haar jonge mond ontvlieden, en haar kutsap Nachtschades rug bedekte.
Toen ze het niet langer aankon, vertraagde ze Nachtschade tot een zachte draf, drukte haar lichaam naar beneden en gleed heen en weer op zijn rug. Zo gaf ze haar schaamlipjes en haar gevoelige klitje de massage waar ze naar hunkerde.
Ja, zo, lieve Alicia. Precies zo.
Sneller en sneller bewoog ze, sneller nog, totdat ze haar lichaam voelde trillen door haar orgasme.
* * *
Ik pauzeer. Je zit nog na te schudden en trillen op mijn dijbeen.
Ik wacht totdat je ademhaling weer kalmeert.
* * *
Zodra prinses Alicia haar orgasme voelde verminderen, beval ze Nachtschade weer in volle galop te gaan. Totdat ze opnieuw de drang niet meer kon weerstaan, opnieuw moest vertragen om zichzelf op de warme paardenrug klaar te wrijven.
Ze reden en reden. Na vele uren, en minstens zes fantastische orgasmes, zag prinses Alicia het vage licht van een vuur in de verte. Ze wist waar ze was. Dit moest de ingang van de Duistere Grot zijn. Het was logisch dat de Verdorven Ridder daar zijn kamp zou hebben opgeslagen.
Prinses Alicia stapte van Nachtschade af, fluisterde “Blijf,” en liep toen zo zachtjes als ze kon door de struiken, naar de ingang van de grot. Ze zag één enkele wacht op wacht staan bij de smeulende resten van een kampvuur. Hij had een gigantisch zwaard om zijn middel gebonden; zijn schild stond dichtbij tegen een boom.
Ze slikte moeizaam. Zouden haar speciale wapens goed genoeg zijn om hem te verslaan? Of zou ze sterven, sterven als een stomme jonge deerne die dacht te kunnen vechten, door de hand en het zwaard van deze bruut?
Maar ze was niet het kasteel ontvlucht en helemaal hierheen gereden om nu onverrichter zake te vluchten. En dus verhief ze zich. Trots en fier stapte ze vanuit het struikgewas het licht in.
“Halt! Wie is daar?” brulde de wacht, terwijl hij zijn zwaard uit de schede trok en op de prinses richtte. Maar toen stopte hij. Een jonge vrouwe? Bijna een meisje, nog? Dat had hij niet verwacht.
De pauze was genoeg voor prinses Alicia om te spreken.
“Alsjeblieft, dappere wacht, dood me niet. Want ik ben het, prinses Alicia. En ik kom voor een audiëntie bij uw meester, de Verdorven Ridder. Ik kom en breng de boodschap van liefde.”
“Mijn meester neemt geen audiënties aan. Ik heb strikte orders om iedereen te doden die de grot in durft te gaan. Ik heb geen zin om zo'n prachtige jonge vrouw als jij te doden, maar één stap verder en ik heb geen keus.”
Prinses Alicia wist dat dit het moment van de waarheid was. Het moment om haar wapens te tonen, en te zien of ze effect zouden hebben.
Ze pakte de zoom van haar nachtjapon, trok die over haar hoofd en liet hem op de grond vallen.
Ja, zo, lieve Alicia. Zo deed ze dat.
Daar stond ze, in al haar naakte onschuld. De gladde huid op haar strakke buik. Haar borstjes, stevig overeind, zoals het een deerne van haar leeftijd betaamt, tepels die trots omhoog wezen. Haar zachte, met donker dons begroeide heuvel, en daaronder haar spleet, nog druipend van haar sappen.
De mond van de wacht viel open, en zijn zwaard viel op de grond. Hij stond daar maar en bewonderde de pure schoonheid die de prinses zo gewillig toonde.
De prinses zag het effect dat haar wapens hadden. Ze zag hoe zijn lendendoek zich oprichtte. Ze deed een stap naar voren en toen nog één, totdat hun lichamen elkaar bijna raakten. De prinses glimlachte, reikte onder de kleding van de wacht en vond zijn gezwollen mannelijkheid.
Ja, Alicia, zo. Precies zo!
Toen sprak de prinses.
“Ik hoop dat je nu inziet dat het beter is lief te hebben dan te vechten. Want vechten is de weg van de dood, en liefhebben is de weg van het leven. Ik ben prinses Alicia. Ik ben de prinses van de liefde. Ik wijd mijn leven en mijn koninkrijk aan het leven, niet aan de dood. Ik ben de prinses van de liefde!”
En toen begon ze de wacht af te trekken. Hij hijgde en gromde. Zijn hand vond één van de stevige borsten van de prinses en streelde haar daar. Zijn andere hand vond haar kont, kneep en masseerde haar billen. En de prinses pompte zijn opgezwollen lid, harder en harder, sneller en sneller.
Misschien een beetje rustiger, Alicia? Anders ben ik eerder klaar dan het verhaal.
Toen de prinses voelde dat de wacht op het punt stond klaar te komen, tilde ze zijn lendendoek op, en kon voor het eerst zijn grote staaf zijn. Ze richtte hem op haar borst, trok en streelde, totdat de wacht met een luide schreeuw van plezier explodeerde in een orgasme. Straal na straal van zijn schurkenzaad spoot tegen haar borstkas, haar borsten, haar buik. Ze voelde hoe het langs haar buik liep, over haar heuvel, naar haar benen.
Toen sprak de wacht.
“Dank je wel, lieve prinses Alicia. Je hebt me de dwaling van mijn wegen laten zien. Vanaf nu zal ik niet meer vechten. Ook ik kies nu het pad der liefde.”
En daarmee stond hij op en liep weg.
Prinses Alicia was trots op zichzelf. Ze had haar wapens gebruikt, en ze hadden gewerkt!
Maar ze moest de Verdorven Ridder nog onder ogen zien. Een man, zó duister, zó verdorven, dat alleen al het noemen van zijn naam iedereen in het koninkrijk deed huiveren van angst. Was hij niet té verdorven, té zwart in zijn hart, voor haar boodschap van liefde?
Maar de prinses had geen keus. Ze was zó ver gekomen. Ze moest verder. Moest het koninkrijk redden.
Met hernieuwde vastberadenheid keerde ze zich naar de ingang van de grot en liep naar binnen. Naakt als de dag dat ze werd geboren, terwijl het sperma van de wacht nog altijd langs haar buik en benen droop.
Ze betrad de Duistere Grot. Het was donker binnen, maar niet helemaal donker. Toen haar ogen eenmaal gewend waren, merkte ze dat er glimwier in de gangen groeide; het wier gaf net genoeg licht om te kunnen zien.
Na enkele bochten van de kronkelige grot zag ze een tot de tanden bewapende man. De prinses verschuilde zich achter een grote steen en zorgde dat alleen haar hoofd zichtbaar was; terwijl ze sprak:
“Ik ben het, prinses Alicia. Bent gij de Verdorven Ridder? Ik kom en breng de boodschap van liefde.”
De man sprong in de houding en trok zijn zwaard. Maar ook hij hield zich in toen hij zag dat de indringer nog maar een jonge vrouwe was.
“Ik ben slechts een wacht, die levenslang dienstbaarheid is verschuldigd aan de Verdorven Ridder. Ik weet niet hoe je de eerste wacht bent gepasseerd, jongedame. Maar je komt niet langs mij heen.”
Maar prinses Alicia stapte dapper voorwaarts, vertrouwend dat haar charmante wapens haar niet teleur zouden stellen. Ze zette stap na stap. Zou de wacht zijn zwaard tegen haar verheffen? Maar toen zag ze dat het niet zijn zwaard was, maar zijn mannelijkheid die hij verhief.
Prinses Alicia knielde aan de voeten van de wacht, tilde zijn lendendoek op en nam zijn hard kloppende lid in haar handen. Toen opende ze haar mond en liet hem binnen.
Oohhh, ja. Ja, Alicia. Ja, zo deed de prinses het!
Ze draaide haar tong rond het gevoelige puntje. Ze zoog. Ze nam hem zo diep als ze kon, dan weer terug, bewoog haar hoofd steeds op en neer.
Rustig aan, Alicia, rustig aan!
Al snel voelde ze dat de man dicht bij zijn climax kwam. Ze sloot haar mond, zoog hard, en toen hoorde ze een diep grommend gebrul uit de keel van de man komen, terwijl ze straal na straal van zijn mannelijke vloeistoffen in haar jonge mond voelde spuiten.
Ze probeerde alles door te slikken, maar ze hield het niet bij. Het was te veel. Ze voelde een klein stroompje uit haar mond lopen, over haar kin, naar haar borst.
Eindelijk stopte de wacht met klaarkomen. Alicia stond op, slikte het laatste zaad dat ze in haar mond had door, en verklaarde toen statig:
“Ik ben prinses Alicia. Ik ben de prinses van de liefde. Ik hoop dat je nu inziet dat het beter is lief te hebben dan te vechten. Want vechten is de weg van de dood, en liefhebben is de weg van het leven. Ik wijd mijn leven en mijn koninkrijk aan het leven, niet aan de dood. Ik ben de prinses van de liefde!”
En de wacht zeeg zijn hoofd en antwoordde:
“Dank je wel, prinses Alicia. Je hebt me de dwaling van mijn wegen laten zien. Vanaf nu zal ik niet meer vechten. Ook ik kies nu het pad van de liefde.”
Hij draaide zich om om weg te gaan, maar sprak nog één keer.
“Als je door deze gang gaat, zul je nog één wacht vinden voordat je de Verdorven Ridder bereikt. Pas op, mijn prinses. De laatste wacht zal moeilijker te beïnvloeden zijn dan ik. En de Verdorven Ridder zelf …”
Hij huiverde.
“Ik hoop dat het je lukt, maar ik ben bang dat de duisternis van zijn ziel zelfs voor jou te veel zal zijn om te overwinnen.”
Prinses Alicia schraapte haar moed bijeen, en liep toen verder. Zacht schrijdend, zonder geluid te maken, om elke hoekje glurend voordat ze naar voren stapte. Al snel zag ze de derde wacht. Hij zat op de grond, ogen gesloten, alsof hij sliep. Maar zijn hand lag op zijn zwaard en de prinses twijfelde er niet aan dat hij direct zou ontwaken als ze zou proberen te passeren.
Ze zette een stap terug, weer volledig buiten zicht, en verhief toen haar stem.
“Wacht, wordt wakker! Ik ben het, prinses Alicia. En ik kom voor een audiëntie bij je meester, de Verdorven Ridder. Ik kom en breng de boodschap van liefde.”
Ze hoorde het geritsel van de wacht die zijn zwaard greep.
“Toon jezelf, indringer! Ik weet niet wie je bent. Ik weet niet hoe je hier bent gekomen. Maar één stap naderbij en ik steek mijn zwaard diep in je!”
Ze stapte uit de schaduw, in het licht. Ze toonde haar jonge naaktheid, haar met sperma bevlekte kin en buik, haar slanke vorm.
“Zou je niet liever iets anders diep in me willen steken?”
En zonder zijn antwoord af te wachten, ging ze schrijlings op hem zitten, greep zijn snel groeiende lid, leidde het naar haar nauwe ingang, en liet zich op hem zakken.
Ja inderdaad. Op die manier. Mmmm, zó lekker!
Ze voelde hoe zijn hardheid haar vulde en vroeg zich af of zij dit nu misschien zelfs meer nodig had dan hij. Ze spande haar inwendige spieren om zijn lid. En toen begon ze met haar heupen te bewegen, op en neer, op en neer, zo snel als ze kon. Ze hoorde de wacht hijgen en kreunen, voelde hoe zijn heupen synchroon met de hare op en neer bewogen.
En toen …
Oh mijn god, oh god. Oooohhh, ja! Ooooh, dit is zo lekker! Ik kom!!!
* * *
Mijn orgasme eindigt, en het jouwe ook. Ik sluit je in mijn armen. Heb je enig idee hoeveel ik op dit moment van je hou? Hoeveel ik altijd van je hou?
Je ademhaling wordt weer normaal. Je opent je ogen.
“Is dat het einde van het verhaal? Hoe zit het met de Verdorven Ridder?”
“Nee, er komt nog meer, lieve Alicia. Maar ik heb nog wat tijd nodig om weer op adem te komen.”
“Laat mij maar helpen,” zeg je, waarna je je mond om mijn lippen sluit en zachtjes wat lucht in mijn mond blaast.
Ik grinnik. “Waar waren we?”
* * *
De prinses voelde hoe zijn hardheid haar vulde en vroeg zich af of zij dit nu misschien zelfs meer nodig had dan hij. Ze spande haar inwendige spieren om zijn lid. En toen begon ze met haar heupen te bewegen, op en neer, op en neer, zo snel als ze kon. Ze hoorde de wacht hijgen en kreunen, voelde hoe zijn heupen synchroon met de hare op en neer bewogen.
En toen voelde ze een enorm orgasme door haar lijfje golven, sterker dan ze ooit had gehad. Ze beet op haar lip en onderdrukte een schreeuw. En tegelijkertijd voelde ze het krachtige lid van de wacht pulseren en krampen, haar wachtende baarmoeder vullen met straal na straal van zijn warme sperma.
Ze zaten een tijdje in stilte, om op adem te komen na hun wederzijdse orgasme. Maar toen stond prinses Alicia op. Ze zag zijn nu zachte mannelijkheid uit haar vallen, voelde een klodder sperma er achter aan naar buiten lopen.
“Ik ben prinses Alicia. Ik ben de prinses van de liefde. Ik hoop dat je nu inziet dat het beter is lief te hebben dan te vechten. Want vechten is de weg van de dood, en liefhebben is de weg van het leven. Ik wijd mijn leven en mijn koninkrijk aan het leven, niet aan de dood. Ik ben de prinses van de liefde!”
De wacht knikte slechts.
“Ik dank je voor je les, lieve prinses Alicia. Ik ben je voor altijd dank verschuldigd, en je hebt mijn trouw. Ik zal nooit meer het pad van vechten kiezen. Maar let op. Voor je ligt de laatste uitdaging, de Verdorven Ridder. Het zou mij een eer zijn om je te vergezellen op deze laatste uitdaging, en mijn leven voor je te geven als dat moet.”
Maar de prinses zei:
“Ik dank je, beste wacht. Maar deze uitdaging is voor mij en voor mij alleen. En jouw leven is niet aan mij om te nemen, noch aan jou om weg te geven. Het is aan jou om te leven. Ga heen, leid je leven, en verspreid mijn boodschap van liefde. Ik, prinses Alicia, de prinses van de liefde, zal nu op pad gaan en mijn grootste vijand onder ogen zien.”
De dappere prinses Alicia draaide zich toen om, en liep verder. Ze wist dat het moeilijk zou worden. Ze wist dat deze vijand anders zou zijn dan alle anderen. Maar ze wist ook dat ze haar koninkrijk moest verdedigen. Dat ze haar boodschap van liefde moest verdedigen … of moest sterven terwijl ze dat probeerde.
Weldra zag ze het dansende licht van een kampvuur om een bocht. Ze stapte naar voren, het licht in, en zag een grote grot. En daar, staande naast het vuur, was hij. De Verdorven Ridder.
Hij zag er verrassend knap uit. Sterk, groot, mannelijk. Maar de prinses huiverde toen ze zijn gezicht zag. Ondanks zijn goede trekken, de hoge jukbeenderen, het geweldige haar, het brede kaakbeen … ondanks al dat was zijn gezicht eng. Het waren de ogen, concludeerde ze. Ogen, donker als de nacht. En ogen zonder ziel, met nog geen spoortje empathie.
De prinses huiverde, maar ze gaf niet op.
“Ik ben het, prinses Alicia. En ik kom jou, Verdorven Ridder, de boodschap van liefde brengen. Het is beter lief te hebben dan te vechten. Want vechten is de weg van de dood, en liefhebben is de weg van het leven. Ik wijd mijn leven en mijn koninkrijk aan het leven, niet aan de dood. Ik ben de prinses van de liefde!”
De Verdorven Ridder opende zijn mond en er kwam een dreigend, hol gelach uit.
“Nou, prinses van de liefde. Ik heb je vorderingen bekeken. Ik geef toe, ik ben onder de indruk. En het is … ongemakkelijk, dat ik nu weer nieuwe wachten op moet leiden.”
“Maar je zoektocht eindigt hier. Want ik ben het, de Verdorven Ridder. Ik ken geen liefde, want mijn hart is verstoken van emotie en gevoelens. Ik ken alleen dood, verderf, en vernietiging. En jou vernietigen is wat ik zal doen.”
En daarna nam hij zijn zwaard ter hand en begon naar de prinses toe te lopen. Rustig, langzaam, beslist.
Prinses Alicia voelde paniek opkomen. Ze stond daar, naakt. Sperma gutste nog steeds uit haar jonge poes. De druppel die langs haar kin liep, baande zich nu langzaam een weg naar beneden langs haar borst. En de vlekken op haar buik begonnen al op te drogen.
Hoe konden haar schoonheid en haar ongeremde seksualiteit geen enkel effect hebben op deze man? Was hij dan immuun voor haar wapens?
Ze zag de Verdorven Ridder zijn zwaard opheffen en op haar borst richten. Ze zag hem naderbij komen. Langzaam, beslist, steeds dichterbij, stap voor stap. Ze wist dat hij niet zou stoppen. Ze wist dat rennen niet zou helpen. Ze wist dat ze zou sterven.
Tenzij …
“Verdorven Ridder, als vandaag mijn dag is om te sterven, dan sterf ik. Maar wil je je slachtoffer niet nog één laatste wens gunnen?”
De Verdorven Ridder stopte zijn nadering.
“Eén wens zul je krijgen, prinses Alicia. Wat is het dat je verlangt?”
“Ik verlang ernaar jou te plezieren, mijn Heer. Om jou te plezieren, en om door jou te worden bevredigd. Je voelt dan misschien geen liefde in je hart, maar je begrijpt toch zeker wel de lust? Er brand nu een lust in mijn lendenen. Laat me je berijden. Laat ons samen het ultieme plezier beleven. Daarna zal ik mijn lot aanvaarden en sterven door jouw hand en zwaard.”
De Verdorven Ridder antwoordde niet. Hij legde zijn zwaard weg, gespte zijn broek los, en trok zijn hemd uit. De prinses kon niet anders dan zijn lichaam te bewonderen. Zijn sterke spieren, zijn perfecte buikspieren. En zijn mannelijkheid, nog slap maar nu al een indrukwekkende maat. Als hij die lege holle ogen niet had gehad, dan was hij haar perfecte man geweest.
Hij ging op een groot rotsblok zitten en wachtte af wat de prinses zou doen.
Prinses Alicia stak voorzichtig een hand uit om zijn lid aan te raken. Ze pakte het vast, hield het stevig vast en begon toen te aaien.
Oh, ja, precies op die manier Alicia.
Al snel merkte ze het effect. Ze voelde zijn mannelijkheid opzwellen, voelde zijn lid groeien.
“Voelt dit goed?” vroeg ze.
De Verdorven Ridder gromde enkel. De prinses vatte dat op als een ja.
De Verdorven Ridder werd groter en stijver, totdat hij volledig hard was. De prinses kwam dichterbij en keek met belangstelling toe hoe zich een eerste druppel voorvocht vormde. Ze doopte haar vinger erin en bracht hem naar haar mond om van de smaak te genieten.
En toen, zonder waarschuwing, deed ze haar mond wijd open en liet haar hoofd zakken.
Ja! Ja, Alicia! Zo, inderdaad. Ga door!
De Boze Ridder voelde haar warme en zachte mond zijn hardheid omsluiten. Voelde haar tong draaien, voelde haar tanden schrapen, zachtjes en teder, niet genoeg voor pijn, net genoeg voor plezier.
De jonge prinses bleef maar zuigen en zuigen totdat ze eindelijk voelde dat de Verdorven Ridder zijn orgasme naderde. Toen stopte ze.
Voordat de Verdorven Ridder iets kon zeggen, zette ze zich op zijn schoot en liet zich zakken. Ze voelde zijn keiharde paal haar strakke jonge kut spietsen. Ze hoorde het vochtige geluid van haar sapjes die naar buiten werden geperst.
Oh ja! Ja, Alicia!
“Oh ja!” was alles wat de prinses kon zeggen, terwijl ze voelde hoe ze van binnen helemaal gevuld werd.
De Verdorven Ridder reageerde met een grom.
Prinses Alicia omhelsde zijn gespierde lichaam en drukte haar stevige tietjes hard tegen zijn borstkas. En toen begon ze met haar heupen te wiegen.
Oh... oh ja... Ja, Alicia, zo, zo. Oohhh!
De prinses voelde zijn lid in en uit glijden bij elke beweging die ze maakte. Ze voelde de punt van zijn staaf haar baarmoederhals kietelen bij elke inwaartse beweging. Voelde hoe de ruwe huid haar gevoelige klitje masseerde terwijl hij in en uit haar gleed.
Ze verhoogde het tempo. De Verdorven Ridder had haar wapens lange tijd weerstaan. Maar nu was zijn weerstand gebroken. Ze voelde dat zijn climax snel naderde. Ze voelde zijn lichaam verstrakken. Voelde hoe haar eigen kutje begon te stuiptrekken, terwijl golf na golf van pure vreugde door haar lichaam trok. En tegelijkertijd voelde ze hoe straal na sterke straal tegen de achterwand van haar baarmoeder spetterde.
* * *
Voelde dat fijn? Ik wacht wel even tot je bent bijgekomen voordat ik het verhaal afmaak.
* * *
De prinses voelde zich gelukkig. Ze wist zeker dat ze had gewonnen. De liefde was de sterkere kracht gebleken.
Maar toen opende hij zijn ogen en tot haar schrik zag ze nog steeds geen empathie, geen ziel.
“Je laatste wens is vervuld, dappere kleine prinses. Dus nu is je tijd gekomen. Bereid je voor om te sterven.”
De prinses wist dat ze snel moest handelen. Snel met een goed idee moest komen.
Vlug flapte ze eruit: “Wacht, we zijn nog niet klaar!”
“Niet?”
“Dit was nog maar het begin. Er is nog zoveel meer!”
Ze greep zijn hand, bracht die naar haar borst, en moedigde hem aan om te voelen, aan te raken, te spelen. Ze leunde naar voren, kuste hem, stak zachtjes haar tong in zijn mond. En ze concentreerde zich op haar bekkenspieren. Ze trok ze samen, liet weer los, trok ze weer samen. Ze voelde hoe de leeglopende mannelijkheid van de Verdorven Ridder in haar nu toch weer begon te groeien.
"Zie je wel?" fluisterde ze.
Ze bleef haar heupen bewegen, kuste zijn mond, streelde zijn buikspieren. Ze kwam, en ze kwam opnieuw, en opnieuw. En de derde keer werd hij ook over de drempel getrokken en liet nog een lading krachtig zaad achter in de jonge baarmoeder van de prinses.
“Nog niet klaar,” fluisterde de prinses, nog voordat de Verdorven Ridder zelfs maar kon bijkomen, “er is nog meer.”
Opnieuw slaagde ze erin om zijn staaf tot volledige erectie te masseren. Ze wist dat ze elke truc die ze kende, moest gebruiken. Het was tijd voor haar laatste, haar beste geheime wapen.
Het was haar eigen speciale techniek. Ze noemde het de bunnyhop. En als er ooit een moment was dat ze het nodig had, dan was dat …
Oh JA! Ja, Alicia, dat is het. ik kom klaar!!!
* * *
Wauw, dat was geweldig. Dank je wel, lief kind!
Wacht, nu heb ik meer tijd nodig. Eén minuut. Geen me één minuut, daarna vertel ik de rest.
* * *
De volgende ochtend, bij het eerste licht, reden de koning en zijn ridders uit om de Verdorven Ridder te vinden en te bevechten. Ze reden oostwaarts. Al snel bereikten ze de ingang van de Duistere Grot en vonden daar de overblijfselen van een kampvuur. Ze onderzochten de sporen. Het was duidelijk dat de Verdorven Ridder daar zijn kamp had opgeslagen voor de nacht, en ook dat hij nog niet was vertrokken.
Vreemd. Waarom waren er dan geen wachten?
Ze passeerden de ingang van de grot en liepen door de lange en bochtige gangen. Eindelijk kwamen ze aan in de grote grot, waar ze de Verdorven Ridder zagen, languit op de grond, slap en uitgeput. En schrijlings op hem, zijn slappe lid nog steeds in haar druipende kut, zat prinses Alicia, van onder tot boven bedekt met sperma en meisjessap.
“Ik ben prinses Alicia. Ik ben de prinses van de liefde. Ik hoop dat je nu inziet dat het beter is lief te hebben dan te vechten. Want vechten is de weg van de dood, en liefhebben is de weg van het leven. Ik wijd mijn leven en mijn koninkrijk aan het leven, niet aan de dood. Ik ben de prinses van de liefde!”
En toen draaide ze zich grijnzend naar het vermoeide gezicht van de Verdorven Ridder.
“Maar ik ben ook de prinses van de lust, en geen man of vrouw in dit land kan mij evenaren. Misschien heb je de weg van liefde nog steeds niet geleerd. Maar je hebt zeker geleerd dat je geen partij voor mij bent op het gebied van lust.”
En toen wendde ze zich weer tot de ridders.
“Is iemand van jullie mans genoeg voor mij? Ik ben nog maar net begonnen!”
* * *
Ik stop en lach je toe.
“Einde.”
Je kijkt me aan en slaakt een diepe zucht. Ik kus je zachtjes op je voorhoofd, terwijl ik je lakens instop.
“Maar wat is er dan met de Verdorven Ridder gebeurd?” vraag je.
“De ridders sloegen hem in de boeien. Hij was té uitgeput om weerstand te bieden. En toen werd hij weer in de kerker gesmeten waar hij eerder uit ontsnapte, met nóg meer bewakers en nóg meer kettingen en nóg meer deuren dan eerst.”
“En daar moet hij dan blijven? Voor altijd? Dat is toch zielig?”
“Hmmm, ja. Oké. Misschien kan ik het einde nog een beetje beter maken?”
* * *
De Verdorven Ridder was terug in zijn kerker. Alleen. Zoals vroeger.
Maar niet langer wilde hij nog ontsnappen. Niet langer bevocht hij zijn lot. Want er was één ding dat het goed maakte.
Eens per week hoorde hij zachte voetstappen de trap afdalen. De deur zou opengaan en een kleine, naakte figuur zou binnenkomen.
“Goede dag, prinses van de lust. Hoe kan ik je vandaag bevredigen?”
* * *
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10