Door: Appolonia
Datum: 19-07-2024 | Cijfer: 8.4 | Gelezen: 1950
Lengte: Kort | Leestijd: 3 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Gevangen, Kort, Plas,
Lengte: Kort | Leestijd: 3 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Gevangen, Kort, Plas,
Vervolg op: Melk - 14: Storm, Honey En Laetizia
Bevrijd? Bijna
Emma lag naakt, uitgestrekt geketend op de harde tafel. Het leken al uren, nee, dagen.
Het artificiële LED-licht in deze vensterloze ruimte zinderde ongezellig.
Al haar gewrichten begonnen pijn te doen. En de handboeien rond haar enkels zaten te strak. En vooral, ze had een steeds hardere behoefte om te plassen.
“Meisje, dat is nu het minste van je problemen.”
Ze hoorde plots de sleutel in de deur steken en omdraaien.
“Daar gaan we weer… zucht,” dacht ze bij zichzelf. “Ze zal me niet levend laten gaan. Ik zal Bea niet meer terugzien”
“Ssst,” klonk een fluisterstem, “’t Ben ik.”
“Bea!”
“Arme lieve schat, wat heeft ze met jou gedaan?”
Beatrice sloot de deur achter zich op slot met de sleutel in het sleutelgat en rende op Emma toe.
“Ik heb je gevonden. Eindelijk! Heeft wat moeite gekost! Ik kon de Vantage traceren. Hij staat hier op de oprit.”
“O je kan je niet inbeelden hoe blij ik ben om je te zien!”
“O ik kan mij dat wél inbeelden," en Beatrice omhelsde Emma hartstochtelijk.
“Maak je mij los? Eerst mijn enkels.”
“Djiezes, dat zijn zware boeien. Waar is de sleutel?”
“Pfff… Weet je, verwittig onze dispatcher, dat ze ons komen halen.”
“OK, ik barricadeer de deur. Ze weten niet dat ik hier ben, en Honey wil radiostilte. Ai ai.”
“Ai ai, wat?”
“Zonder sleuteltje krijg je deze niet open. Je hebt een slijpschijf nodig.”
“Allez ?? Zo’n slotje open ik met een paperclip!”
“Ik ben niet zo handig als jij Emma,” panikeerde Beatrice. “Ik bel de dispatching dat ze een slijpschijf meebrengen.
Ik heb hier geen ontvangst, ik moet naar boven. Ik kom zo snel mogelijk terug.”
“Nee! Nee!”
“Hoe nee? Ik ben zo terug!”
“Ik moet dringend plassen, ik hou het niet uit!”
“Emmatje toch… ik kan toch niet in jou plaats plassen. Wat kan ik doen. Er staat hier helemaal niets in deze kille kelder.”
“Daar, een emmer… Ik dacht…”
Inderdaad, in de hoek van de ruimte, onder een kraantje stond een lege emmer.
“Ik kan die toch niet onder je… bekken… steken?”
“Is er geen kommetje? Een dweil? Een doek?”
“Niks… wacht ik weet iets…”
Beatrice haalde de emmer en zette die naast de tafel waarop Emma vastgeketend lag met haar buik naar beneden. Ze maakte met haar beide handen een kommetje en maneuvreerde dat tussen de gespreide dikke billen van Emma.
“Je mag in mijn handen plassen, lieve Emma…”
Voor Emma iets kon zeggen, liet haar blaas los. Een grote geut vulde de eerder kleine handen van Beatrice.
“Stop stop, dat is genoeg.”
Emma kon met moeite haar eigen vloed stoppen. Beatrice leegde haar handen in de emmer.
Ze deed dat nog een tiental keren.
“Amai, jij hebt een grote blaas.”
“Piiiew,” antwoorde Emma, “dat doet goed. Dankje je mijn hartje.”
Emma keek liefdevol opzij naar haar hartsvriendin. Ze zoenden en knuffelden even.
“Nu ga ik de dispatching bellen. Dat mag normaal niet. Dit is een noodgeval. Ik ben zo terug.”
“Haast je.”
En Beatrice verdween, en liet Emma geketend, maar opgelucht, achter.
Het artificiële LED-licht in deze vensterloze ruimte zinderde ongezellig.
Al haar gewrichten begonnen pijn te doen. En de handboeien rond haar enkels zaten te strak. En vooral, ze had een steeds hardere behoefte om te plassen.
“Meisje, dat is nu het minste van je problemen.”
Ze hoorde plots de sleutel in de deur steken en omdraaien.
“Daar gaan we weer… zucht,” dacht ze bij zichzelf. “Ze zal me niet levend laten gaan. Ik zal Bea niet meer terugzien”
“Ssst,” klonk een fluisterstem, “’t Ben ik.”
“Bea!”
“Arme lieve schat, wat heeft ze met jou gedaan?”
Beatrice sloot de deur achter zich op slot met de sleutel in het sleutelgat en rende op Emma toe.
“Ik heb je gevonden. Eindelijk! Heeft wat moeite gekost! Ik kon de Vantage traceren. Hij staat hier op de oprit.”
“O je kan je niet inbeelden hoe blij ik ben om je te zien!”
“O ik kan mij dat wél inbeelden," en Beatrice omhelsde Emma hartstochtelijk.
“Maak je mij los? Eerst mijn enkels.”
“Djiezes, dat zijn zware boeien. Waar is de sleutel?”
“Pfff… Weet je, verwittig onze dispatcher, dat ze ons komen halen.”
“OK, ik barricadeer de deur. Ze weten niet dat ik hier ben, en Honey wil radiostilte. Ai ai.”
“Ai ai, wat?”
“Zonder sleuteltje krijg je deze niet open. Je hebt een slijpschijf nodig.”
“Allez ?? Zo’n slotje open ik met een paperclip!”
“Ik ben niet zo handig als jij Emma,” panikeerde Beatrice. “Ik bel de dispatching dat ze een slijpschijf meebrengen.
Ik heb hier geen ontvangst, ik moet naar boven. Ik kom zo snel mogelijk terug.”
“Nee! Nee!”
“Hoe nee? Ik ben zo terug!”
“Ik moet dringend plassen, ik hou het niet uit!”
“Emmatje toch… ik kan toch niet in jou plaats plassen. Wat kan ik doen. Er staat hier helemaal niets in deze kille kelder.”
“Daar, een emmer… Ik dacht…”
Inderdaad, in de hoek van de ruimte, onder een kraantje stond een lege emmer.
“Ik kan die toch niet onder je… bekken… steken?”
“Is er geen kommetje? Een dweil? Een doek?”
“Niks… wacht ik weet iets…”
Beatrice haalde de emmer en zette die naast de tafel waarop Emma vastgeketend lag met haar buik naar beneden. Ze maakte met haar beide handen een kommetje en maneuvreerde dat tussen de gespreide dikke billen van Emma.
“Je mag in mijn handen plassen, lieve Emma…”
Voor Emma iets kon zeggen, liet haar blaas los. Een grote geut vulde de eerder kleine handen van Beatrice.
“Stop stop, dat is genoeg.”
Emma kon met moeite haar eigen vloed stoppen. Beatrice leegde haar handen in de emmer.
Ze deed dat nog een tiental keren.
“Amai, jij hebt een grote blaas.”
“Piiiew,” antwoorde Emma, “dat doet goed. Dankje je mijn hartje.”
Emma keek liefdevol opzij naar haar hartsvriendin. Ze zoenden en knuffelden even.
“Nu ga ik de dispatching bellen. Dat mag normaal niet. Dit is een noodgeval. Ik ben zo terug.”
“Haast je.”
En Beatrice verdween, en liet Emma geketend, maar opgelucht, achter.
Lees verder: Melk - 16: Het Vluchthuis
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10