Door: Appolonia
Vervolg op: Melk - 39: Dirk En Esmeralda
Aan De Leiband
Een raar, zelfs grappig tafereeltje, mocht het niet zo zielig zijn.
Een keurige geklede heer, wandelend langs de gesierboomde laan, met aan de leiband een… soort hond.
Storm liet Fifi uit. Storm was net terug van zijn missie. Van zijn huwelijksreis naar Berlijn. Zonder zijn vrouw, dit wil zeggen, zonder Honey. Wat was er misgelopen, vroeg hij zich af.
“Ik denk dat de missie grandioos mislukt is. En Honey is opgepakt. Heb ik niet kunnen voorkomen. Of was dit haar plan om het vertrouwen te winnen van Deborah? Het moet zoiets zijn.”
Fifi antwoordde niet. Storm verwachtte ook geen antwoord. Hij sprak eerder voor zichzelf.
“Deborah was daar. Onbegrijpelijk. Blijkbaar zijn Alix en Deborah nog altijd – of opnieuw – close. Wat denk jij?”
Storm zuchtte niet begrijpend.
“Ik snap niet hoe Honey zich zo kon laten inpakken door Deborah. Het leek wel of ze haar schoothondje was. Nee, ik heb niet ingegrepen. Voor mij is Honey de missieleider. Ik wachtte op haar instructies.
Had ik moeten ingrijpen?”
Fifi antwoordde niet. Hij snuffelde hijgend aan een boomstam en blafte terug naar hondengeblaf in de verte.
“Heb jij het niet koud, Fifi? Ik bevries als ik naar je kijk. Weet je dat ik een uur in mijn blootje op een helikopterplatform heb gestaan. In de vrieskou. Nee? Ik was zwaar onderkoeld toen ze mijn na een uur vonden, daar. Het heeft niet veel gescheeld. Ik heb drie dagen in intensieve gelegen. Dan is Jacques me komen halen met kleren en mijn paspoort.”
Fifi blafte. Storm dacht dat het leek op “Waar is Honey?”
Fifi blafte naar een poes op het dak van een garage.
“Heb jij het dan niet koud? Nee dus. In elk geval moet je zo snel mogelijk naar het hondenkapsalon. Je stinkt, Fifi. Francis heeft niet goed voor je gezorgd. Ja, je stinkt! Je moet niet nee schudden. We zijn er bijna.”
Een cockerspaniël kwam aangelopen vanuit een tuin en huppelde tot tegen de omheining. Fifi deed erg opgewonden, hij sprong tegen de omheining op. De cocker hijgde of zijn leven ervan afhing. Fifi brieste, en toonde zijn harde erectie aan het hondje.
Storm had geen zin in oponthoud. Hij beval “Fifi, we moeten verder.” Met een snok aan de leiband gaf Storm aan de jankende Fifi het bevel om verder te stappen.
* * *
Hallo
“Hallo? Hallo? … ”
“’t Ben ik sst…”
“Hon…”
“Ssst! Ja, 't ben ik?”
“Waar ben je? Waarom bel je?”
“Ik wou weten hoe het met je gaat.”
“Bwa… gezien de omstandigheden.”
“Sorry dat ik je achterliet zonder kleren.”
“Ik had het even koud, moet ik zeggen.”
“Ik kan me voorstellen dat je boos bent.”
“Boos? Natuurlijk niet, jij had je missie. Je had waarschijnlijk je reden. Het vertrouwen winnen van Deborah… Proberen te begrijpen waarom en hoe zij geïnfiltreerd is in het C.E.C.”
“Nee hoor. Deborah is volledig te vertrouwen.”
“Echt? … Wel, nu sta ik perplex.”
“Ik wil me alleen verontschuldigen dat ik je daar in de kou heb laten staan. Hoe gaat het nu met je?”
“Ze hebben me na een uur gevonden, ik was compleet onderkoeld. Heb drie dagen op intensieve gelegen. Nu gaat het. Ik ben thuis ondertussen.”
“Gelukkig. Ik zat met je in.”
“Lief dat je met me inzat.”
“Zuiver professioneel, Storm, zuiver professioneel. Soit. Ik heb werk te doen. S’lu.”
“Tot zien hé, hou je goed,” antwoorde Storm nog. Honey had al ingehaakt.
Storm legde zijn GSM weg.
Honey hield haar GSM nog even dicht bij haar hart.
Een keurige geklede heer, wandelend langs de gesierboomde laan, met aan de leiband een… soort hond.
Storm liet Fifi uit. Storm was net terug van zijn missie. Van zijn huwelijksreis naar Berlijn. Zonder zijn vrouw, dit wil zeggen, zonder Honey. Wat was er misgelopen, vroeg hij zich af.
“Ik denk dat de missie grandioos mislukt is. En Honey is opgepakt. Heb ik niet kunnen voorkomen. Of was dit haar plan om het vertrouwen te winnen van Deborah? Het moet zoiets zijn.”
Fifi antwoordde niet. Storm verwachtte ook geen antwoord. Hij sprak eerder voor zichzelf.
“Deborah was daar. Onbegrijpelijk. Blijkbaar zijn Alix en Deborah nog altijd – of opnieuw – close. Wat denk jij?”
Storm zuchtte niet begrijpend.
“Ik snap niet hoe Honey zich zo kon laten inpakken door Deborah. Het leek wel of ze haar schoothondje was. Nee, ik heb niet ingegrepen. Voor mij is Honey de missieleider. Ik wachtte op haar instructies.
Had ik moeten ingrijpen?”
Fifi antwoordde niet. Hij snuffelde hijgend aan een boomstam en blafte terug naar hondengeblaf in de verte.
“Heb jij het niet koud, Fifi? Ik bevries als ik naar je kijk. Weet je dat ik een uur in mijn blootje op een helikopterplatform heb gestaan. In de vrieskou. Nee? Ik was zwaar onderkoeld toen ze mijn na een uur vonden, daar. Het heeft niet veel gescheeld. Ik heb drie dagen in intensieve gelegen. Dan is Jacques me komen halen met kleren en mijn paspoort.”
Fifi blafte. Storm dacht dat het leek op “Waar is Honey?”
Fifi blafte naar een poes op het dak van een garage.
“Heb jij het dan niet koud? Nee dus. In elk geval moet je zo snel mogelijk naar het hondenkapsalon. Je stinkt, Fifi. Francis heeft niet goed voor je gezorgd. Ja, je stinkt! Je moet niet nee schudden. We zijn er bijna.”
Een cockerspaniël kwam aangelopen vanuit een tuin en huppelde tot tegen de omheining. Fifi deed erg opgewonden, hij sprong tegen de omheining op. De cocker hijgde of zijn leven ervan afhing. Fifi brieste, en toonde zijn harde erectie aan het hondje.
Storm had geen zin in oponthoud. Hij beval “Fifi, we moeten verder.” Met een snok aan de leiband gaf Storm aan de jankende Fifi het bevel om verder te stappen.
* * *
Hallo
“Hallo? Hallo? … ”
“’t Ben ik sst…”
“Hon…”
“Ssst! Ja, 't ben ik?”
“Waar ben je? Waarom bel je?”
“Ik wou weten hoe het met je gaat.”
“Bwa… gezien de omstandigheden.”
“Sorry dat ik je achterliet zonder kleren.”
“Ik had het even koud, moet ik zeggen.”
“Ik kan me voorstellen dat je boos bent.”
“Boos? Natuurlijk niet, jij had je missie. Je had waarschijnlijk je reden. Het vertrouwen winnen van Deborah… Proberen te begrijpen waarom en hoe zij geïnfiltreerd is in het C.E.C.”
“Nee hoor. Deborah is volledig te vertrouwen.”
“Echt? … Wel, nu sta ik perplex.”
“Ik wil me alleen verontschuldigen dat ik je daar in de kou heb laten staan. Hoe gaat het nu met je?”
“Ze hebben me na een uur gevonden, ik was compleet onderkoeld. Heb drie dagen op intensieve gelegen. Nu gaat het. Ik ben thuis ondertussen.”
“Gelukkig. Ik zat met je in.”
“Lief dat je met me inzat.”
“Zuiver professioneel, Storm, zuiver professioneel. Soit. Ik heb werk te doen. S’lu.”
“Tot zien hé, hou je goed,” antwoorde Storm nog. Honey had al ingehaakt.
Storm legde zijn GSM weg.
Honey hield haar GSM nog even dicht bij haar hart.
Lees verder: Melk - 41: Sirene
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10